ier allerminst „uit" beschouwd en de gemeen teraad heeft zich voortdurend met deze zaak moeten bezig houden. Het vorige jaar werd gebruik gemaakt van de afwezigheid van eenige leden die als tegenstanders der subsi- die onder de tegenwoordige regeling bekend staan, om de subsidie in de wacht te sleepen. Het bestuur heeft door haar voortdurend aan- houden waarschijnlijk gehoopt, dat eenige leden zouden gaan wijfelen, en uit hetgeen spreker reeds van de overzijde heeft gehoord, meent hij, dat ze niet mis gezien hebben, en hij vreest, dat al wat hij thans nog hierover zal zeggen toch voor een verloren zaak is. De raad heeft destijds in zijn groote meer- derheid uitgesproken, dat het bestuur betref- fende de exploitatie van het ziekenhuis een verkeerden weg had ingeslagen en hij meent dat de raad, die de grootste financieele bij drage moet geven, daartoe ook het voile recht had. Het bestuur heeft inmiddels nog door geen enkel feit kunnen aantoonen, dat de raad ongelijk heeft gehad. Het bestuur beroept er zich op, dat het door le overgroote meerderheid der door haar op- geroepen vergadering in het gelijk werd ge- steld. Hij hecht daaraan echter niet veel waarde, want indien men het goed moest w^t^n, zou wellicht blijken, dat op de verga dering der vereeniging niet meer leden aan- wezig waren dan hier in den gemeenteraad personen aanwezig zijn en heeft de uitspraak van zoo'n klein aantal dus niet veel te betee- kenen. Ook is over die zaak niet in voile vrij- heid geoordeeld. Hij hen, op wie het bestuur pressie kon uitoefenen, zijn de stemmen, die er anders over dachten, gesmoord, onder bedrei- ging, dat men het hen anders wel zou in- peperen. Het bestuur schrijft, dat het thans nog een laatste poging waagt. Er blijkt uit den inhoud. •tat de zaak heel riskant is opgebouwd. Het schrijft, dat het aantal patienten meer dan be- viwligend is. Spreker vindt de motieven voor Hit nieuwe verzoek heel zwak. Toch blijkt het aanleiding te geven, dat hee- reu van de overzijde in hun tegenstand be- keerd zijn en de heer Van Hasselt, die het ook heeft uitgesproken, dat het bestuur op den verkeerden weg was, is niet bij zijn aanvanke- hjk voomemen gebleven. Hij stelt thans voor eene subsidie te geven, omdat het ziekenhuis althahs aan een deel der ingezetenen diensten bewijst Hij ziet echter over het hoofd, dat dan het andere deel, dat er niet van genieten kan, door hunne bijdrage in de belasting, toch ook aan de subsidie moet meebetalen. De fractie van spreker is ook overtuigd van het groot nut van het ziekenhuis voor de in gezetenen der gemeente, maar meent, dat, als daaraan van wege de gemeente subsidie ge- geven wordt, het bestuur aan de opneming geen zoodanige voorwaarden behoort te ver binden, dat een deel der gemeentenaren van het gebruik wordt uitgesloten. Hij heeft persoon- lijk niets tegen den door het bestuur aange- wezen chirurg, maar is van oordeel, dat de patienten in hunne keuze moeten worden vrij- gelaten. In de practijk blijkt, dat velen aan ander de voorkeur geven, en als het be stuur nu zeggen kan, dat er toch een bevredi- gend aantal patienten in het ziekenhuis gehol pen wordt, dan spruit dit daaruit voort, dat meerderen er zich thans moeten laten behan delen, omdat hun financieelen toestand hen <Jwingt daar hulp te zoeken, doch die ook an ders zouden doen, indien ze dat konden. In zijn voorstel, is de heer Van Hasselt niet consequent. Indien subsidie verleend wordt, be hoort die toch afdoende te zijn. De raad heeft eerst de subsidie van 3000 tot f 5000 ver- boogd. Ook spreker heeft daaraan met zijn fractie meegewerkt. Hij heeft daarna alleen de subsidie helpen terughouden, wegens den dwangmaatregel die het bestuur in strijd met de statuten heeft ingevoerd. Maar die f 5000 zijp toch toegestaan, omdat bleek, dat de in- nehting die noodjg had. Waarom moet nu een subsidie worden toegekend voor een reeks van jaren? Hoe is het mogelijk, dat de raad van thans kan bepalen dat het ziekenhuis in het jaar 1930 met een subsidie van f 1000 zal kun nen toekomen? Indien een volgend jaar uit de overgelegde balans en exploitatierekening zou blijken, dat de vereeniging met minder kan toekomen, is er een motief om minder subsidie te geven. IJat motief is- er thans niet. Het be stuur acht volgens haar aanvraag f 5000 noo- dig, de heer Van Hasselt stelt voor f 4000 te geven en van jaar tot jaar het bedrag te ver- minderen. Daarmede zal, naar sprekers mee ning, het ziekenhuis niet gered zijn. En in- dieri later blijkt, dat het toegestaan bedrag niet voldoende is, zal de raad toch weer van het genomen besluit moeten afwijken, omdat hij toch niet kan toestaan, dat het ziekenhuis over den kop zou gaan. Spreker geeft te kennen, dat hij eventueel odk over de artikels nog iets wenscht te zeg gen bij de behandeling. De heer SCHEELE merkt op, dat de zaak eigenlijk gaat over een verzoek van het bestuur van het ziekenhuis om 5000. Dit moet wel in het oog worden gehouden, daar de discussie **rstond loopt over het voorstel van den heer Vhp Hasselt, die maar f 4000 wil geven voor 1923 en verder een afdalende som, over een aantal jaren. Hetgeen hij geven wil, komt op ongeveer f 2500 per jaar. De heer Van Has selt meent dus, dat de subsidie in de toekomst kan vervallen. Spreker staat nog steeds op het standpunt, •dat de meerderheid van den raad heeft inge- ixoien, nl. dat de door het bestuur ingevoerde qif'UWe maatregel tegen het belang van de in gezetenen dezer gemeente indruischt. Het voorstel van den heer Van Hasselt, om eene subsidie te geven voor een aantal jaren, zsgt ook aan spreker niets. Hij ziet niet in, waarvoor zoo'n lange termijn noodig is. Er behoeft nog geen jaar om te zijn, dan kan al- wejer eens worden nagegaan, hoe de toestand - en opnieuw een besluit genomen worden, en e raad kan dan trachten invloed op het bestuur uit te oefenen, dat het den gewraakten maat regel weer laat vervallen. Spreker heeft met groote verwondering ge- erkt, dat de heer Van Hasselt geheel is ver- ierd. Die heeft in zoo groote mate zijn draai ---nomen, dat spreker er geen begrip van heeft. Toen destijds de kwestie van de bedden voor opneming van lijders aan besmettelijke ziekten ann de orde was geweest, en spreker voor het jjteft der overeenkomst had gestemd, zeide de heer Van Hasselt hem: mijnheer Scheele, wat hebt u ons nu een kool gestoofd, door voor bet bedrag voor die leden te stemmen, want at is niets anders, dan een verkapte subsidie aan het ziekenhuis. Toen spreker daartegen aanvoerde, dit als iets geheel anders te be- •houwen, n.l. de zekerheid, dat lijders aan be- •ettelyke ziekten zouden kunnen verpleegd worden, hield de heer Van Hasselt zijn meening ol en voegde er aan toe, dat hij nimmer voor -1 verleenen van eenig-e bijdrage in welken vorm ook zou te vinden zijn, als het bestuur P zijn standpunt bleef staan. En nu geeft hij op eenmaal toe. Hij zegt ja, r aar een groot deel der ingezetenen maakt er •obruik van. Dat wist de heer Van Hasselt fc-ch echter ook al, toen hij zoo'n grooten mond openzette. Hij kan veranderd zijn, maar dan zouden daarvoor toch andere motieven aanlei- nv hebben moeten geven. Ket spyt aan spreker, dat hij moet blijven -rschillen met zijn medelid van de anti-revolu- "ionaire partii, doch hp verklaart, dat als de heeren van bet bestuur niet op hun dwaalweg widen terugkeeren, hp niet voor het verleenen eener subsidie kan blijven stemmen, al was het zelfs maar f 1000. We hebben vroeger, onder de andere- regeling, er nooit geen moeite mee gehad, en als de heeren het nu met hun stelsel willen doordrijven, moeten ze dat zelf weten, hp waagt het er op. De heer VAN HASSELT wil zijn standpunt in deze verklaren, hij wordt door een paar heeren aangevallen op een wijze, die dit bijna als een persoonlijk feit zouden moeten docn aamnerken. Indien hij zijne houding gewijzigd heeft, komt dit, omdat ook het bestuur voor een groot deel op haar stanpunt is terugge- komen. Het vorig jaar ging het over de vrije artsen- en de vrije chirurgen keuze. Wat de vrije artsenkeuze betreft, daarop is het bestuur teruggekomen. Als iemand die ongestekl is, zich in het ziekenhuis wil laten verplegen kan zyn huisarts hem blijven behandelen. Daardoor is het bestuur voor een groot deel op haar oor- spronkelijk standpunt teruggekomen, en ieder die geen operateur noodig heeft, is geheel vrij. Indien men zekerheid wenscht, dat het be stuur ook weer niet op haar standpunt in dit opzicht terugkomt, lean men het verleenen der subsidie met de vereeniging contractueel rege- len en die voorwaarde vastleggen. Het bestuur zal er wel geen bezwaar tegen hebben. Het bestuur heeft tweemaal een vergadering uitgeschreven. Of nu hetgeen ter vergadering behandeld en besproken is onder eenigen in vloed stond, is aan spreker niet bekend. Per soonlijk was hij verhinderd, een dier vergade- ringen bij te wonen. In de laatste vergadering heeft het bestuur getracht ontslag te nemen, doch het is niet mogelijk gebleken een nieuw bestuur te Vormen. Dat is een moeilijkheid. Spreker kan de handeling van het bestuur weinig liberaal noemen. In de allereerste plaats had ik, bemerkende, dat mijn beheer werd afgekeurd, er het bijltje bij neergelegd. Ik zou gezegd hebben: „als je meent, dat ik het niet goed doe, ga ik naar huis, en ik doe dat gaarne!" Overigens vindt hij ook, dat het bestuur op een weinig liberaal standpunt staat, door niet te willen toegeven. De kwestie zelf wordt onaangenaam, zoowel voor het bestuur als voor den raad. ieder, jaar komt die kwestie opnieuw aan de orde, de raad moet er tijd aan besteden en het bestuur he geen vastheid. Het bestuur is met het voorstel van spreker tevreden, en hij ziet niet in, waar om de voorwaarden die hij in zijn voorstel om- schreef, niet in den vorm van een contract zouden worden vastgelegd, evenals een onge- stoord behoud van vrije artsenkeuze en het jaarlijks inzenden eener exploitatierekening, zooals de heer De Jager dat wenscht, en men zou er, als men bang is, dat het nog veranderd zou worden bij kunnen bepalen, dat er in het contract later geen verandering mag worden gebracht dan met algemeene stemmen. Hij ziet niet in, waarom de heer Hamelink tegen zijn voorstel bezwaar kan hebben. Deze vreest, dat de raad misschien over 2 of over 5 jaar een ander besluit zal nemen. De heer Hamelink zou willen regeeren na zijn dood. Als over eenige jaren zou blijken, dat de subsidie niet voldoende is en er weer bij moet, dan moet de raad die er dan zijn zal, daarvoor de ver- antwoordelijkheid dragen. Het bestuur zit thans met een buitengewone schuld, het doel van spreker is, dat die scnuld met deze subsidie zal worden afgelost. Er zou kunnen bepaald worden, dat, indien blijkt, dat de subsidie niet voor schulddelging wordt aangewend, de sub sidie vervalt. Men kan zeggen, dat het ziekenhuis nu ten bate komt van een deel der ingezetenen en voor een ander deel niet. Dit zal zoo blijven, zoolang het bestuur de gewraakte bepaling handhaaft, en het spijt aan spreker ook, dat het in deze niet doet wat de meerderheid van den raad wenscht. Zpn voorstel strekt om te zorgen, dat in het jaar '30 de schuld zal gedelgd zijn. Trouwens, zoo'n inrichting heeft - zegt hij altijd schuld. In het jaar *30 kan men dan kijken wat er te doen staat. Met deze regeling wordt, naar hij meent, de gemeentekas niet te zwaar belast. Men helpt daardoor de inrichting, die we toch alien wenschen te behouden. Wil men zekerheid, giet het dan in den vorm van een contract, het bestuur zal dankbaar zijn, indien het haar in dien vorm wordt aangeboden. De heer GEELHOEDT merkt op, dat de heer Hamelink is begonnen met het bestuur aan te vallen omdat het een vorig jaar zou gezegd hebben, dat het zou heengaan en dit niet ge- daan, en nu langs een omweg de subsidie tracht binnen te palmen. De heer HAMELINK: Dat heb ik niet ge zegd! De heer GEELHOEDT vervolgt, dat het be stuur heeft getracht heen te gaan, maar dat gebleken is, dat zulks niet kon. Het beheer van het ziekenhuis, vordert groote sommen en meermaien hebben de bestuursleden persoonlijk helpend moeten optreden, om de exploitatie gaande te houden. Tot hiertoe heeft het bestuur er het bijltje nog niet bij neergelegd, maar, de kruik gaat zoolang te water tot zii breekt, In dien de gemeente geen subsidie verleent, is het ziekenhuis niet open te houden, want het gaat ten slotte niet aan, dat de bestuursleden daar voor persoonlijk moeten zorgen, zoo'n toestand dood alien ijver. Door verschillende omstandig- heden, de groote duurte van alle benoodigd- neden, is het ziekenhuis in de laatste jaren in verval geraakt. Dan komt er bij, dat het ziekenhuis in de toekamst weer grootere beteekenis zal krijgen. Het consultatiebureau voor tuberculosebestrij- ding heeft er plaats gevraagd en het bestuur heeft dat gaarne een plaats ingeruimd, waar- te gen over bet maar een schijntje vergoedirig berekent. Tubere.ulosebestrijding is een be- langrijke zaak en het bestuur meende het bureau niet te moeten afsehrikken door groote kosten. Voorts is er ook een contract gesloten met de Rijksverzekeringsbank. Het wekelijksch on- derzoek van de voor die instelling behandeld wordende patienten zal in het ziekenhuis plaats hebben, terwijl die instelling voorts ook den maatregel voorschreef, dat de chirurgische be handeling van hare patienten in plaatsen waar een chirurg gevestigd is ook plaatseliik moet geschieden en de patienten ter besparing van kosten niet meer naar elders zullen gezonden worden. Uit die oVereenkomst vloeien echter ook weer uitgaven voort. want dan moet gezorgd worden voor het inrichten van het Rontger-apparaat, want daarvan is een buis stuk en de vereeniging kan de kosten eener nieuwe buis niet betalen, dat eischt een groot bedrag. De heer HAMELINK: Je kunnen f 5000 krijgen! De heer GEELHOEDTWe moeten voort durend zelf bijspringen, dat is een toestand, die zoo niet mag blijven. Zoo kan het niet blijven voortgaan. Dat is doodend voor al wat er aan meewerkt. In het voorstel van den heer Van Hasselt wordt afgeweken van het verzoek om 5000 toe te staan. Deze wil het daarheen trachten te sturen, dat de inrichting op een peil komt, dat zij zichzelf bedruipen kan. Het be stuur wil trachten, het met minder te doen, en daarom zal hij, voorziende, dat het voorstel van burgemeester en wethouders minder kans van slagen heeft, ook voor het voorstel van den heer Van Hasselt stemmen. Daaraan zit dan ook een subsidie vast over een aantal jaren, waardoor het bestuur weet waar het op relce- nen kan en tot het jaar '30 rustig kan voort- werken, terwijl men anders ieder jaar voor de vraag zit hoe het met de subsidie gaan zal, Inmiddels kunnen zich ook verschillende om- stardigheden zeer wiizigen en spreker acht het in het belang van het ziekenuis zelf, dat er eenige vastheid komt. Wat de gevraagde bepaling betreft, dat de maatregel betreffende de vrije artsenkeuze niet meer zal worden ingetrokken, daar willen we ons gaarne toe verbinden. We hebben echter wel bezwaar, dat uit te strekken tot den chi rurg, bij buitengewone gevallen zijn de pa tienten echter ook vrij in de keuze van de chi rurg, zoodat het verschil in standpunt zoo groot niet meer is. De heer VAN CADSAND verklaart, dat het hem ook ten zeerste spijt, dat het bestuur niet volledig wil toegeven aan den wenscli van de meerderheid van den gemeenteraad. Hij is ech ter ook overtuigd, van de noodzakelijkheid van het behoud der inrichting. Hij acht deze voor Ter Neuzen onmisbaar en voelt daarom wel iets voor het voorstel van den heer Van Hasselt, te meer waar die subsidie niet zoo groot is. daar zij over 8 jaren loopt en dus niet op f 2500 doch maar op f 2300 per jaar komt. De heer SCHEELE: Geef je voor 200 per jaar je standpunt prijs? De heer VAN CADSAND: Daar vandaan voel ik wel iets voor het voorstel, ofschoon ik op artikel 3 nog een aanmerking zal maken. Als er geen andere gezichtspunten worden ge- opend, ben ik voomemens voor het voorstel te stemmen. De heer HAMELINK kan den heer Van Has selt niet toestemmen, dat het bestuur van het ziekenhuis in zoo beiangrijke mate zou tege- moetgekomen zijn aan den wensch van den raad, doch voor het behandelen van interne gevallen vrije artsenkeuze toe te laten, omdat het zeer weinig voorkomt, dat er gewone zieken ter behandeling worden opgenomen, en de ver- pleging zich bijna ultsluitend tot operatieve gevallen beperkt. Spreker acht ook het standpunt van het be stuur der vereeniging jgevaarlijk voor het zie kenhuis. Immers, door haren maatregel zet zi alle andere chirurgen, in onze omgeving tegen de inrichting op, en als er op een gegeven oogenblik door Belgie amnestie verleend wordt, is er alle reden aan te nemen, dat de hier wo- nende chirurg weer derwaarts vertrekt, en zou het wel eens kunnen voorkomen, dat men voor het ziekenhuis alhier in heel Zeeland geen chi rurg kan krijgen. Door den heer Van Hasselt wordt aan spre ker een grief gemaalct, alsof deze zou willen regeeren na zijn dood. Dat is echter absoluut onjuist; hij kwam er juist tegen op, om de raad voor de volgende 8 jaren te binder., cn wilde ieder jaar besiissen, terwijl de heer Van Hasselt, die hier na September niet meer terug komt, juist het voorstel doet, waarbij voor een tijdperk van 8 jaar de subsidie wordt geregeld. Spreker betoogt, dat de heer Van Hasselt niet lean meenen, dat met zijn voorstel afdoend geholpen is, hij kan dat alleen zeggen, om zijn voorstel zoo aannemelijk mogelijk te maken. Het kan niet uitblijven, dat het bestuur in vol gende jaren weer met een verzoek om een hoogere subsidie zal moeten komen, omdat wat de heer Van Hasselt met zijn voorstel biedt te weinig is. Met het vastleggen van de voor waarden in een contract schiet men ook niets op. Men zou dan het bestuur kunnen vervangen en er zich op beroepen, dat het nu andere men- schen waren. Door den heer Van Hasselt wordt nu, om eenigen waarborg te krijgen, naar aanleiding van de opmerking van den heer De Jager voorgesteld het overleggen eener exploitatie rekening. Maar welken waarborg biedt dit? Spreker zelf is niet bevoegd om over die rebe lling te oordeelen, maar de heer Van Hasselt. die op dat gebied wel thuis is, heeft indertijd zelf verklaard, dat de rekening niet in orde was en geen goed beeld van den toestand gaf. Onjuist is het, wat de heer Geelhoedt spreker in den mond legde, dat deze zou hebben ge zegd, dat het bestuur had toegezegd te zullen aftreden; hij heeft er alleen aan herinnerd, dat van bestuurszijde te kertnen gegeven was: het is uit, we spreken er- nfet ruber over. En toch komen ze telkens terug en moet de gemeenteraad deze zaak weer onder de oogen zien. Wat zou men toch zeggen, als spreker's frac tie eens op dezelfde wijze optrad. Zij heeft, sedert zij hier in den gemeenteraad is opge- treden, verschillende voorstellen omtrent door haar noodzakelijk geachte maatregelen zien verwerpen. Zij heeft zich daarbfj neergelegd, ofschoon ook zij toch evengoed daar iedere drie maanden opnieuw mee voor den dag had kun nen komen. Het bestuur doet niet aldus, en de raad is genoodzaakt telkens en telkens te her- kauwen wat vroeger gezegd is. Spreker is nog niet veranderd. Hij is niet als de heer Van Cadsand, die wegens een paar honderd gulden meer of minder te kennen geeft een ander standpunt in te nemen. Bij spreker gaat het niet over het bedrag, maar over het beginsel. Indien zelfs blijken mocht,, dat het ziekenhuis een nog hoogere subsidie noodig heeft, dan is hij daarvoor te vinden, mits het ziekenhuis weer toegankelijk is voor iedereen, zooals in de eerste iaren van het bestaan. Door den heer Geelhoedt zijn nog enkele lichtpunten ten bate van het ziekenhuis naar voren gebracht. Maar waarom komt men dan nog met een verzoek om steun? De heer GEELHOEDT: Hie lichtpunten worden niet betaald! De heer HAMELINK: De heer Geelhoedt brengt nu de t. b. c. bestrijding naar voren, maar tot hiertoe hebben de leden "van der, Vrij- heidsbond toch geen blijk gegeven, dat ze voor die t. b. c. bestrijding zooveel voelen. Ze heb- en daar jaren lang propaganda voor kunnen maken, doch toen sprekers partygenooten hun intrede deden in de Provincial e Staten was daarvoor op de begrooting maar 1000 voor uitgetrokken. Na den sterken aandrang der sociaal-democraten is dat bedrag tot f 5000 vei'hoogd. Wel sfond er destijds 4600 op de begrooting voor de bevordering van de veeteelt. Men voelde meer voog degezondheid van het vee, dan voor die onder Vie menschen. Nu loopt men zoo warm voor del bestriding der t. b. c., maar toen het bestuur der vereeniging over een nacht ij.s ging en een des nachts in strijd met de statuten genomen besluit den anderen dag reeds deed ingaan, was er nog geen sprake van bestryding van t. b. c. Onjuist acht spreker het door den heer Geel hoedt genoemde voordeel, flat het bestuur van het ziekenhuis bij aanneming van het voorstel- Van Hasselt rustig zou kunnen doorwerken. Dat heeft het bestuur toch steeds kunnen doen, want de raad heeft steeds blijk gegeven van goeden wil; dat heeft hij getoond toen de sub sidie van f 2090 op f 3000 werd gebracht en ook toen die later werd verhoogd tot f 5000. En ook thans is nog met geen enkel woord be zwaar gemaakt tegen het bedrag en kon de vereeniging op de subsidie van 5000 rekenen, als het bestuur dien ellendigen maatregel maar wilde terugtrekken. Het bestuur mist het recht, om menschen te dwingen zich te doen behan delen door een chirurg ter keuze van het be stuur. Hoe zal het bestuur in dit opzicht staan tegenover de Rijksverzekeringsbank? Hij hoopt, dat het dan ook den moed zal hebben zijn standpunt vast te houden. Het gaat niet aan zoo'n maatregel te nemen, al is er misschien wel eens iemand ver- keerd behandeld. Er moet alleen rekening ge houden worden met hpt algemeen belang en niet met personeele belangen of kwesties. Spre ker is van oordeel. dat, aangezien de gemeente de belangrjjkste financieele bijdrage voor in- standhouding van het ziekenhuis moet dragen. het bestuur den gewraakten maatregel niet had mogen nemen zorrler voorkennis van den ge- neentevaad. Het betrof hier toch een zeer be iangrijke verandering. Spreker meent zelfs, dat er, in verband met de beiangrijke bijdrage van de gemeente, wel sprake zou mogen zijn van een zeker toezicht, op het ziekenhuis, van wege den gemeenteraad. En wat betreft de stijgende kosten, waarvan de heer Geelhoedt gesproken heeft, men heeft het er tegenwoor- dig in verschillende bepaalde gevallen voort durend over, dat de levensmiddelen goedkoo- per worden. Dat geldt dan toch evenzeer voor het ziekenhuis. En indien tegen ons zegt spreker mocht worden uitgespeeld de bewering, dat het zie kenhuis in moeilijke omstandigheden verkeert omdat de raad de vereeniging niet wil ter wille zijn, dan wil ik bij voorbaat daar reeds tegen over stellen, dat het bestuur zelf de schuld is van de misere en niet de gemeenteraad. De heer VAN HASSELT betoogt, dat de heer Hamelink onrechtmatig naar hem terug- kaatst het verwijt, dat hij na zijn dood zou willen regeeren, omdat hij een voorstel heeft ingediend, dat over 8 jaren in de toekomst be- slist. Dit heeft hij moeten doen, omdat er geen andere oplossing was voor hetgeen hij beoogde. De heer Hamelink zal zich toch wel herinneren, dat spreker bij de behandeling der begrooting heeft te kennen gegeven, dat spreker bereid was het bedrag der buitengewone schuld ad f 12.000 aan de vereeniging te schenken. De heer SCHEELE: Had u gehoopt, daar aan dan ook nog te betalen? De heer VAN HASSELT: Als dat gelcun- nen had, zou ik dat zeker hebben gedaan, maar wegens mij ter kennis gebrachte administratie- ve bezwaren kon dat niet en lieb ik gemeend dat op de thans voorgestelde wijze te moeten oplossen, in plaats van als gift ineens, krijgt het bestuur het bedrag der schuld nu in 8 jaar. Door den heer De Jager is het verlangen uitgesproken, er als voorwaarde aan te verbin den, dat ieder jaar de exploitatierekening moet worden overgelegd, ten be wijze dat de exploi tatie loonend is, en wanneer dan mijn voorstel wordt gegoten in den vorm van een contract, heeft de raad alle mogelijke Zekerheid, dat de schuld niet grooter zal worden. Het zieken huis zit nu in een moeras De heer HAMELINK: Dat is toch onze schuld niet? De Jieer VAN HASSELT: Ik wil dat toe geven, maar meen, dat we toch moeten trach ten het in stand te houden, en ik geloof, dat ik dit met mijn voorstel doen, zonder te duur uit te komen. Ik krijg wel niet geheel wat ik wensch en noodig zou achten, maar het bestuur krijgt dan ook niet volledig hetgeen het vraagt. Ik geloof, dat het voor den gemeenteraad niet verantwoord zou zijn het ziekenhuis in het moeras te laten zitten, want dan gaat het voor de gemeente verloren. De heer GEELHOEDT verklaart, den heer Hamelink dan in zijn woorden omtrent het bestuur verkeerd te hebben begrepen en hij wil die gaarne terugnemen. Wat de Rijksverzekeringsbank betreft, daar van heeft spreker alleen gezegd, dat de con- trole van de voor rekening dier instelling in deze omgeving verpleegden in het ziekenhuis zou plaats hebben en dat verder bepaald is, dat operatieve gevallen voor rekening dier instel ling in plaatsen waar een chirurg gevestigd is, plaatselijk door dien chirurg zullen behandeld worden. Voor de controle krijgen ze alleen een kamer, om daarin zitting te houden. Wat het door den heer Hamelink geopperde gevaar betreft, dat, als de tegenwoordige chirurg weggaat, we in heel Zeeland geen an dere zouden kunnen krijgen, daarvoor is hij niet bang. De heer Hamelink zal ook wel be- grijpen, dat, als de tegenwoordige chirurg weggaat zich dan hier wel een andere zal ves- tigen. In de uitlating van spreker, dat het be stuur dan rustig zal kunnen doorwerken. zat geen wantrouwen tegen den rami, hij heeft al leen bedoeld, dat het bestuur dan voor een reeks van jaren weet waaraan het zich kan hou- den en dan rustig kan werken aan hare taak voor de belangen der stichting. De heer HAMELINK: Dat hebt u altijd ge- kunnen. De heer GEELHOEDT: En wat nu de be- merking van den heer Hamelink betreft, dat de exploitatierekening niet betrouwbaar is De heer HAMELINK: Dat heb ik niet ge zegd, ik heb de woorden van den heer Van Has selt aangehaald, die zegt, dat de rekening niet deugt. De heer GEELHOEDT kan verzekeren, dat de rekening op de meest serieuse wijze wordt bij gehouden en ieder lid van den gemeenteraad die zich daarvan wil overtuigen, zal daarvoor iederen dag in de gelegenheid worden gesteld, door hem inzage te geven van de boeken. De heer SCHEELE ziet nog niet in, in ver band met hetgeen gezegd is omtrent de ma laise waarin het ziekenhuis verkeert en hetgeen de heer De Ridder heeft gezegd omtrent uit- breiding, dat het bestuur zou kunnen denken aan aflossing van schuld met de door den heer Van Hasselt voorgestelde subsidie. Toch is dat noodig, om tot een meer normale verhouding terug te keeren, want een droppel holt ten slotte een steen uit. Het spijt spreker, dat er in het midden dezer vergadering leden zijn, die hlijkbaar van mee ning zijn veranderd, hij voor zich zou nooit willen toegeven, zoolang het bestuur zijn maat regel, die alles wat vroeger bestond omver wieip, niet heeft ingetrokken, Ze zeggen nu naar hun meening op den goeden weg te zijn, maar z. i. zijn ze glad verkeert. De raad had eenvoudig al die adressen bij stemming moe ten afwijzen en gezegd, we willen er niet meer over spreken. Dan hadden de heeren wil van hun werk gehad. De VOORZITTER meent, iets te moeten zeggen ter verdediging der houding van het bestuur. Na de behandeling der begrooting heeft het bestuur een vergadering belepd, waarin het zijn ontslag aanbood. De vergade ring heeft dat niet geaccepteerd en het bestuur verzocht alsnog aan te blijven, om te zien, of geen andere oplossing mogelijk was, daar toch alty'd het voorstel van den heer Van Hasselt nog bestond. Het bestuur is dus aangebleven en met haar werk voortgegaan, in afwachting van hetgeen dat voorstel brengen zou. Hij acht de zaak thans voldoende besproken en meent, dat tot stemming kan worden over- gegaan, waarbij het voorstel van het dage- liiksch bestuur, betreffende het verleenen van f 5000 als van de verste strekking, het eerst in stemming zal komen. De heer HAMELINK merkt op, dat er blij- kens de stukken, geen voorstel van net dage- lijksch bestuur is. De VOORZITTER stemt dat toe; er is echter een verzoek van de vereeniging en daarover kan ook worden gestemd. Dat verzoek wordt afgewezen met 8 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Nolson, De Ridder, De Meijer en Geelhoedt; tegen stemmen de heeren Scheele, Van Cadsand, Colsen, Hame link, Van Driel, Harte, Van Hassell. en De Jager. Alsnu komt in behandeling artikel 1 van het voorstel van den heer Van HaSselt. om voor 1923 een subsidie te verleenen van f 4000, te!- ken jare met f 500 verminderende tot f 1000 in 1929 en 1930. De heer DE JAGER, die gedurende de dis cussie enkele malen voor andere ambtsbezig- heden de vergadering moest verlaten, verklaart er de voorwaarde aan te willen verbinden, dat telken jare voor 1 Mei de rekening moet wor den ingezonden en dat, wanneer blijkt, dat do vereeniging het met de toegestane subsidie niet houden kan en de schuld dus toeriee~it. alle toezegging voor de verdere jo~en vervalt. De heer VAN HASSELT ligt den heer De Jager in, dat het in den loop der besprekingen, voor meerdere zekerheid gewenscht is voorge- komen, aan zijn voorstel den vorm van een contract te geven, dat dan aan het bestuur der vereeniging zal worden aangeboden, en waarin als voorwaarde wordt gesteld, dat ieder jaar voor 1 Mei eene exploitatierekening van het afgeloopen kalenderjaar moet worden overge legd, waaruit blijkt, dat de schulden die de ver eeniging drukken in dat jaar niet zijn toege- nomen. Dat de vereeniging zich verbindt, gedurende den tijd der subsidieve leening voor niet-opera- tieve patienten de vrije artsenkeuze te hand- haven. Daardoor wordt voorkomen, dat voor het jaar 1923 de schuld andermaal wordt verhoogd. In dat jaar kan dan de f 8000 buitengewone schuld zijn afgelost en is de inrichting ook geholpen voor de oogenblikkelijke malaise. De heer DE JAGER geeft te kennen, dat dit niet is wat hij hebben wil; er moet voldoende blijken, dat de vereeniging met de subsidie zichzelf kan bedruipen en de kosten van het ziekenhuis volkomen gedekt worden, want- an ders zal langs de eene zijde wel schuld worden afgelost, maar misschien langs een achterdeur weer schuld worden gemaakt. Hij wenscht zekerheid, dat de zaak zich bedruipen kan. De heer VAN HASSELT wil zijn voorstel dan zoodanig wijzigen, dat er in geeischt wordt, dat uit de rekening moet blijken, dat de schuld telken jare met f 1000 is verminderd, dan blijkt vanzelf, dat ze met de subsidie kan toekomen. Men moet overigens ook aannemen, dat men met eerlijke menschen te doen heeft. Met on- eerlijke begint men niets. Men heeft hier z. i. te doen met wel halstarrige, maar toch. fat- soenlijke menschen. Artikel 1 van het voorstel-Van Hasselt wordt aangenomen met 7 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Cadsand, Nol son, De Ridder, De Meijer, Geelhoedt, Van Has selt en De Jager; tegen stemmen de heeren Scheele, Colsen, Hamelink, Van Driel en Harte. Artikel 2, gewijzigd zooals door den heer Van Hasselt is aangegeven, wordt aangeno men met algemeene stemmen. De heer HAMELINK vraagt het woord ov<~ artikel 3. Hij herinnert, dat vroeger voor de patienten van het armbestuur 1 per dag be taald werd. Hij wil er alzoo op wijzen, dat nu wel een subsidie van f 4000, alzoo 1000 min der dan gevraagd werd betaald wordt, doch dat er volgens het voorstel f 2,50 per dag verple- gingsgeld zou moeten betaald worden. Hij meent zich te herinneren, dat, toen het een vorig jaar ging over het alsnog toekennen van de sub sidie, door den heer Van Cadsand werd aange- voerd, dat men bij het verleenen van die sub sidie ongeveer f 900 zou besparen op de ver- pleeggelden, die toen f 3 in plaats van f 1 bedroegen, waaruit volgt, dat die verhooging van het verpleeggeld met f 1,50 per dag een nogal belangrijk bedrag kunnen vormen. Hij vraagt, of, indien dit wordt aangenomen, dan ook geldig hlijft de overeenkomsj; voor het be- schikbaar stellen van bedden voor lijders aan besmettelijke ziekte en of daarvoor ook dit verpleeggeld geldt. De heer VAN HASSELT herinnert, dat het vorig jaar, door het verleenen der subsidie wel de verplichting bleef bestaan voor het zieken huis om 3 bedden ter beschikking der gemeente te stellen, doch dat de f900, die daarvoor moesten worden betaald vervielen. Indien de heeren echter meenen, dat het verpleeggeld te hoog gesteld is, moeten ze voorstellen het te verlagen, doch .hij meende, dat 2,50 niet te veel is. De heer HAMELINK had er eigenlijk in ge zien, een verkapte manier, om op deze wijze nog aan f 5000 subsidie te komen. Hij meent, dat de heer Van Hasselt wel wat te veel gelet zal hebben op de 3 die voor verpleging van lijders aan besmettelijke ziekten moest worden betaald. De VOORZITTER wijst er op, dat men hier 2 zaken moet onderscheiden, primo de verple ging van zieken die van wege het armbestuur worden gezonden en waarvoor zoolang subsidie verleend werd een verlaagd verpleeggeld werd betaald, en in de tweede plaats de 3 bedden die voor lijders aan besmettelijke ziekten moeten worden gereserveerd, waarvoor destijds een overeenkomst is getroffen, dat f 300 per bed plus verpleeggeld moest worden betaald. Hoe is thans de bedoeling omtrent het voor gestelde verpleeggeld. Hij meent, dat voor die lijders aan besmettelijke ziekten destijds 3 klassen werden vastgesteld, n.l. /6, f5 en fS. Naar hij meent, zou dit nu vervallen en alge meen f 2,50 berekend worden. Vat het bestuur het ook zoo op De heer NOLSON deelt mede, dat het be stuur het aldus opvat, dat de f 2,50 in de plaats komt van den gulden die vroeger betaald werd voor patienten van het armbestuur. Hij veron- dereteld, dat de heeren toch alien wel overtuigd zijn, dat 1 veel te laag is, en dat men daar voor geen patienten kan verplegen, dat is altijd te weinig geweest, het ziekenhuis legt daar te veel aan toe. Indien men f 2,50 te veel vindt, laat men dat bedrag dan verminderen, maar hij moet toch verzoeken, het niet terug te bren gen op f 1. Voorts heeft het bestuur het aldus opgevat, dat het 4 bedden voor lijders aan besmettelijke ziekten ten behoeve dezer gemeente moet be- schikbaar houden, terwijl het tarief waarvoor de verpleging dier eventueele lijders zullen verpleegd worden, nader zal worden vastge steld. De heer VAN CADSAND merkt op, dat die f 2,50 hem voor het armbestuur ook te hoog toesehenen. Hij merkt voorts op, dat de heer Hamelink hem daar straks heeft uitgelachen, omdat hij wegens een financieel verschil meen de vo6r het verleenen van subsidie te kunnen stemmen, maar dat de heer Hamelink nu toch blijkbaar ook op de dubbeltjes let Spreker zou geen te hooge vermindering willen voorstellen. Hij meent, dat een verhooging van het vroeger verpleeggeld met 100 billijk is, dat zou dan f 2 worden. Hij kan meedeeien, dat in 1921 door het arm bestuur is beschikt over 303 verpleegdagen en in 1922 over 263 verpleegdagen. De heer HAMELINK meent, dat hem de zaak nu duidelijk is. Er is vroeger 5000 sub sidie gegeven, als tegemoetkoming voor de verpleging der patienten van het armbestuur voor f 1 per dag, maar dat was geen overeen komst voor verpleging van lijders aan besmet telijke ziekten, dat bleef minstens 3. II vraagt, of ook door de gemeenten in de om geving 300 per bed moet worden betaald De VOORZITTER meent, dat die regeling is vervallen. De heer DE RIDDER deelt mede, dat er ver schil is. Er zijn er van f 300 en er zijn er ook van 100, dat hangt af van het overeenge- komen verpleeggeld. Hij merkt op, dat, na aanneming van het voorstel van den heer Van Hasselt, alleen nog over het verpleeggeld voor lijders aan besmet telijke ziekten zal moeten worden onderhandeld. Artikel 3, gewijzigd overeenkomstig het voor stel van den heer Van Cadsand, wordt aange nomen met 7 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Cadsand, Nol son, De Ridder, De Meijer, Geelhoedt, Van Has selt en De Jager; tegen stemmen de heeren Scheele, Colsen, Hamelink, Van Driel en Harte. Het geheele voorstel wordt hierna aange nomen met 7 tegen 5 stemmen, dezelfde voor- en tegenstemmers als vermeld by de stemming over art. 3. (Wo-r]1-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 3