AL8EMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH VLAANDEREN.
VACCUTATIE.
No. 7439.
Maandag 19 Maart 1923
63e Jaargaug.
let gehdmiiaBige Woidhuis
TuTtTnTaTdT
f
gratis Vaccinatie en Revaccinatie
BINNENLANP.
FETJILLETON
De z. g. n. trouwboekjes moeten worden
meegebracht.
EERSTE KAMER.
Vcrgadering van Vrijdag.
Aan de orde is het ontwerp tot wijzi-
ging en aanvulling van de Stoomwet.
De. heer Westerdijk (v.-d.) orrtwikkelt
bezwaren tegen het ontwerp. Hij heeft geen
bezwaar tegen de retributie als zoodanig
maar wel tegen de wijze, waarop ze in het
ontwerp is geregeld.
De heer Smeenge (v.-b.) kan zijn stem
niet aan het wetsontwerp geven. Hij meent,
dat het rijk de kosten moet dragen.
De heer Arntz (r.-k.) vraagt billijke ta-
rieven en overleg met de belanghebbenden
omtrent het tijdstip van onderzoek.
De heer Dobbehnan (r.-k.) heeft ver-
schillende bedenkingen tegen het ontwerp.
Het legt nieuwe lasten op de industrie; het
tijdstip, waarop het is ingediend, acht hij
niet het juiste, en het ontwerp brengt geen
bezuiniging. Toch zal hij er zijn stem niet
aan onthouden. Maar hij hoopt, dat de
Minister nu verder de industrie met rust
zal laten.
De heer Van der Maesen de Sombref
(r.-kJ) hoopt, dat de verhuurders van
stoomketels en Iocomobielen niet te zvyaar
door dit ontwerp zulien warden getroffen.
De Minister van Arbeid vindt het niets
bijzonders, dat de kosten van het staatstoe-
zicht op de stoomtoestellen worden gedra-
gen door degenen, die de kosten veroorza-
ken. Dit toezicht, al of niet door den staat
uitgeoefend, zou toch moeten plaats heb-
ben. De toestand van 's lands financien
is op zijn minst even depliorabel als die
van de industrie.
De heer Van der Hoeven (c.-h.) zal
schoorvoetend zijn stem aan het wetsont
werp geven. Hij vreest, dat het weer nieu-
wen rompslonrp van beiastingambtenaren
met zich zal brengen.
Het ontwerp wordt aangenomen met 25
■tegen 5 stemmen. Hierna worden zonder
stemming eenige kleine ontwerpen aange
nomen.
Bij het ontwerp tot wijziging van de wet
tot instelling van de orde van Oranje Nas
sau heeft de heer De Gijsellaar (c.-h.) be
zwaren tegen het betalen van de ordetee-
kenen, waardoor verdienstelijke mannen op
kosten worden gejaagd.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
zegt, dat een regeling als hier is voorge-
steld, in het buitenland reeds lang bestaat.
Kleine bezuinigingsmaatregielen moeten niet
worden verwaarloosd.
Dinsdagmiddag wordt over dit ontwerp
gestemd.
Een aantal kleine ontwerpen wordt hier
na zonder stemming aangenomen, o. a. dat
tot onteigening vocr het aanlegg|en van een
algemeene begraafplaats op den Link< r-
Maasoever te Rotterdam.
Toen hij echter verhaalde, hoe hij ma-
joor Warfield ook had gesproken over zijn
vrienden, Marah Rocke en haar zoon, werd
de weduwe doodsbleek.
Neen, Herbert, gij hebt hem tokb
niet van ons, van mij verte(d, zeide zij
bevend.
De beide knapen zagen haar verwonderd
aan.
Maar zeker, waarom niet? antwoord -
de Herbert verbaasd. Waarom zou ik het
niet gedaan hebben?
Marah Rocke werd meester over haar
ontroering.
Ge hebt gelijk, zeide zij. Ik vtrgis
mij, ik.„. ga door Herbert, let niet op
mij.
Ik verhaalde hem, hoe u en Guido
steeds zulke goede vrienden voor ons ge-
weest zijt en hoeveell ik u te danken heb.
De goede man was diep ontroerd en ver-
klaarde, dat hij niet genoeg kon doen, om
u dat te vergelden.
Dat zeide hij? riep de weduwe nu
heftSg uit. Herbert, zeide hij dat?
Ja. En nog veel meer. Dat dit een
oude schukl was, die hij zou aflossen en dat
hij alles goed zou maken.
O, den hemel zij dank, stamelde Ma
rah Rocke, terwijl de tranen haar over het
gelaat stroomden. Den hemel zij dank.
Moedcr, wat hebt gij? Waarom
weent ge? vroeg Guido, niet wetend wat te
denken van die plo ts Hinge ontroering.
O, kinucren, ik ben thans gelukkig.
Na achttien jaren van leed en kommer,
TWEEDE KAMER.
Vcrgadcring van vrijdiag.
De interpellatie-Brautigam over d( bc-
lemmeringen van de scheepvaart op den
Rijn en de moeilijkheden van den Ncdcr-
landschen handel in het bezetto gebied, 1
wordt tocgestaan. Ze zal worden gehouden
op een nadcr te bepalen dag voor het reces.
Bij de begrooting van de posterijen, te-
legrafie entelefonie is de spreektijd bepaald
op een half uur.
De heer Buiten (r.k.) oefent critiek op
de opheffing van enkele hulpkantor -n. Hij
bepleit omzetting van meer hoofdkantoren
in hulpkantoren en centralisatie van werk-
zaamheden der laatste.
Mej. Westerman (v.b.) bepleit de benoe-
ming van een vakman tot directeur-gene-
raal. Zij beveelt controle van den techni-
schen dienst door een commissie uit den
administratieven dienst aan.
De heer Braambeek 7s.d.) dient een
motie i n om de lasten van het portvrijdom
niet op de begrooting voor de posterijen,
maar op de hoofdstukken van de staatsbe-
grooting te doen drukken. Hij vraagt verder
een onderzoek omtrent het geheele post-
bedrijf, niet alleen omtrent den tochni-
schen dienst, door een commissie van amb-
tenaren en niet-ambtenaren. De commie-
zenschool kost jazrlijiks 83.000 en levert
bijna geen commiezen. De toevoer van jon-
ge krachten moet ophouden.
Mevr. De VriesBruins (s.-d.) bespreekt
het geval-Sturkopf (controleerend genees-
heer) en vraagt, of de deskundige com
missie van ondtrzoek wel juist is samenge-
3teld, en of de opdracht goed is.
Dinsdag behandeling in de afdeelingen
van het iniatief-voorstel-Boon tot wijziging
van de Kieswet, en Donderdag van het re-
gecringsvoorstel tot wijziging van de Kies
wet, wijziging van de Pensioenwet, enz.
DE BEGROOTING VAN WATERSTAAT
Blijkens de memorie van antwoord op
het voorloopig verslag van de afdeelingen
der Eerste Kamer over hoofdstuk watcr-
staat, behoort een streng doorgevoirde be
zuiniging, zooals die thans gebodem is,
zich niet alleen op de toekomst te richten,
doch ook op het heden. Daarom is en
wordt bij de reeds in uitvoering of voor-
bereiding zijnde werken nagegaan, of de-
ze wellicht voor uitstel of beperking vat-
baar zijn, terwijl voorts zooveel mogelijk
opdracht wordt gegeven de plannen zoo
danig te hcrzien, dat de goedkoopste con-
s'ructie wijze wordt verkregen. Het streven
is drrhalve om zooveel mogelijk te vol-
staan met wat strikt noodig of onvenmij-
delijk is en wat zonder directe schade voor
het heden of buitengewone financieek be
zwaren voor de toekomst verzuimd kan
worden.
Op bezuiniging op het gebruik van rijks-
dienstvaartuigen was 's ministers departe-
ment reeds geruimen tijd bedacht.
DE ZOMERTIJD.
Op de vraag van het lid van de Tweedo
Kamer, den heer Van der Waerden: Is de
Minister bereid een rapport te doen sa-
menstellen van de gegevens, verzameld in
zake den zomertijd, en dit rapport publiek
te maken? heeft de Minister van Binnen
landsche Zaken en Landbouw geantwoord:
Ondergeteekende beantwoord de vraag
bevestigend en heeft bereids voor de sa-
menstelling van het rapport de vereischte
maatregelen genomen.
De heer De Veer, lid van de Eerste
Kamer, heeft aan den Minister van Bin-
nenlandjsche Zaken en landbouw gevraagd:
Is de Minister bereid in verband met
de tegen den zomertijd in het bijzonder bij
den land- en tuinbouw bestaande bezwaren
bij de vaststelling van de dagen, waarop
tusschen 18 Maart eni 9 October de in art.
1 der wet van 23 Juli 1908 (Stbl. no. 236)
bedoelde wettelijke tijd met een uur ver-
vroegd wordt, te bevorderen, dat de ter-
mijn, gedurende welken de zomertijd dit
jaar zal duren, in vergelijking met dien
van vorige jaren worde verkort?
WIJZIGING VAN DE PENSIOENWET.
Bij de Tweede Kamer is ingediend een
wetsontwerp strekkende tot wijziging van
de pensioenwet 1922.
De voornaamste wijziging is, dat wordt
voorgesteld om als person en in lossen
dienst aan te mofken hen wier diensttijd
slechts 12 maanden of korter duurt; en
om wanneir gezamen'iik militair- en bur-
gerlijk pensioen de gespelde limiet zou
overschrijden, het hurgeujk pensioen in een
zoodanige rede in te kdrten, dat wanneer
ook het militair pensioen in gelijke rede
wordt ingekort de limiet wordt bereikt.
DE IN- EN UITVOER OVER DE
LIMBURQSHE QRENS.
Doordat de Belgische commiezen op de
meeste grenskantoren de plaats hebben in-
genomen van de Buitsche grensbeambten
en op de wegen naar de Hollandsche grens
Belgische milita'ren vooridurend patrouil-
leeren, is de uitvoer van Duitschland naar
Hotland stcrk verminderd. Hierbij komt
nog, dat de expcrtcurs pevreesd zijn voor
het verbod van de Duitsehe regeering uit-
voervergunningen aan Bad Ems te vragen.
Op sommige plaatsen, di'kwijls op Hol-
landsch gebied, houden fXiitsche commie
zen nog steeds toezicht op Wat de grens
overgaat, om dit aan de Duitsehe regeering
te rapporteeren. De invo.r'van levensmid-
delen, als koffie, enz. uit Hollandsche grens-
plaatsen naar Duitschland is de laatste
dagen eveneens sterk v rmiuderd, daar de
Duitsehe prijzen zich aan de Hollandsche
aanpassen.
Door de lage frankenkoers is thans de
grenshandel van Belgie haar Holland zeer
druk en hebben de Hollandsche douane-
kantoxen aan de Belgische grenS het over-
druk. Vooral manufacturen, kleeren,. siga-
ren en sommige levensmiddelen worden
thans in bejekkelijk groote. hoeveelheden
van uit Belgie Holland ingevoerd.
DE ZlEKTEVERZEKERING.
Het is vooralsnog niet het voornemen
van Minister Aalberse, de regeling van
de ziekteverzekering ter iiand te nemen, los
van de vocrgenomen aigeheele herziening
van de sodale verzekering.
Ingeval hem edlw tnOcllt blijken, dat op
de totstaneKkoming van die herziening hin-
nen een redcJtijken termijn geen uitzicht
bestaat, zal hij de nootlige maatregelen
bevorderen tot invoering van de ziektever
zekering.
Voor het misnoegen over den tragen
gang van werken aan den Hoogen Raad
van Arbeid bestaat geen redelijke grond.
HET GEZANT8CHAP BIJ DEN PAUS.
In de memoirie van antwoord aan de
Eerste Kamer in zake de begrooting van
buitenlandsche zaken zegt de Minister aan
te nemen, dat de leden, die de wensche-
lijkheid uitspraken, dat op dezen gezant-
schapspost een protestant zou worden be-
noemd, daarmede niet bedoelden zich uit
te spreken voor een vervanging van den
tegenwoordigen titularis, die getoond heeft
op dezen post uitnemend op zijn plaats te
zijn. In beginsel is echter de benoeming
van een protestant tot gezant bij den Pau-
selijken Stoel niet uitgesloten te achten.
DE BEGROOTING VAN ARBEID.
In de memorie van antwoord aan de
Eerste Kamer inzake de begrooting van
arbeid, handel en nijverheid, zegt Minister
Aalberse o.m. geheel onjuist te achten de
meening, dat de toepassing die thans aan
de Arbeidswet door middcl van overwerk-
vergunningen gegevetr wordt, zou beteeke-
nen een medegaan zij het ook tegen wil
zooveel geluk. Herbert, zijt ge er zeker van,
dat majocr Warfield weet wie wij zijn?
Natuurlijk heb ik hem niet alles ver-
haald. Hoe wij samen hebben gewoond,
Ihoe u voor mij zorgde en al het andere,
antwoordde Herbert, die in de meening
verkeerde, dat hij den naam der weduwe
aan den majoor had medegedeeld.
En zeide hij niets and^rs? Sprak hij
niet van vroegere tijden?
Neen. Hij sprak van niets dergelijks.
Alleen beval hij mij zoo spoedig mogelijk
naar Hurricane Hall te komen en hem de
boodschap ovrrbrengen. Znl)t u zijn aanbod
aannemen?
Aannernen? Ik heb er sinds jaren
op gewacht. Oij ziet mij verwonderd aan.
Ik zal u alles verhalen, zoodra Herbert
op Hurricane Hall is geweest en zijn bood
schap aan majoor Warfield heeft gedaan.
Dien nacht bevatte het huis aan den een-
zainen weg drie gelukkige menschen.
V.
Een naam.
Den eersten nacht, dien Kapitola in haar
nieuw vaderhuis, Hurricane Hall, had door-
gebracht, had zij rustig geslapen. Bij het
kirieken van den dag, een helderct), zon-
lichtdoortintelden herfstdag, had zij haar
kamer reeds verlaten en was naar buiten
gegaan, had een wandeling rond het huis
met zijn bijgebouwen gemaakt en van deze
gelegenheid gebruik gemaakt om te speuren
naar een mogelijken geheimten uitgahg, die
misschien in vcrbinding stqnd met het val-
luik en haarkamer. Zij had echter geen
spoor van een deur, gang of luik ge-
vonden.
Na het ontbijt ging d^ majoor naar
buiten, inspecteerde de paarden en gaf
den knechten geweldige uitbranders. Dat
was zoo een vaste gewoonte van hem ge-
worden. Hij was het,type van een ruwen
ouden slagveldveteraan, die gedurende lan-
ge en virmoeiende vetcltocnten al wat maar
eenigszins leek op salonbeschaving en fijne
manieren had verloren. Al wat hij zeide
kwam er uit op een donderenden, bar-
schen toon, maar hij meende er niets van.
In den grond was hij een goedaardig, zelfs
zachtzinnig man.
Kapitola bezichtigde in tusschen het oude
landhuis en kwam, na alle andere ruimter.
geinspecteerd te hebben, weer in haar ka
mer. Daar begon zij haar koffer uit te pak-
ken, bij welke beziglwid de huishoudsjter
ha r tchulpzaam was en gezamenlijk gin-
gen zij da:ma aan "het werk, om het ouder-
wttscne vertrek wat meer comfortabel en
behaaglijk in te richten.
lntusschen fc-racht Kapitola het gesprek
op het valluik.
U is mij een nrededeeling schul-
dig, zeide zij. Zeg mij nu eens, waartoe
dient of diende toch dat valluik?
Niet zoo luid,. miss Kapitola, ant
woordde mrs. Kondiment. De majoor wil
niet hebben, dat daarover wordt gesproken.
Als hij hoorde, dat ik
Maak u je'een zcrg, hij zal er van mij
niets van vernemai. Vertel dus gerust.
wat ge daarvan weet.
Men fluistcrt, dat dit luik vroeger
een verraderlijke valstrik voor Idianen is
geweest. Dit vertrek behoort tot het oudste
gedeefte van het huis.1 Het huis werd reeds
gebouwd ten tijde van de. voortdurende
gevechten d< r Franschen tegeit de Indian on.
Hurricane Hall was toen het eigendom
der familie Le Noir. De eerste eigenaar,
de oude Henri Le Noir, moet een groote
boosdoencr geweest zijn. Hij had eens
met den nabij wonenden Idianenstam on-
derhandelingen aangekjnoopt, om op goed-
koope manier aan eenige kolossale stuk-
en dank in reactionaire richting. De I
toepassing houdt verband met den ongun-
stigen toestand van onze industrie, tenge-
volge van de t egenwoordige malaise, en
Igeen regeering, ook niet de meest vooruit-
strevende, kan zich hierbij aan den Jrang
der omstandigheden onttrekken. 'Bij het
verleenen van overwerkvergunningen is
nimmer verder gegaan, dan in het belang
der industrie noodzakelijk was.
Van den Minister zijn geen voorstel-
len te verwachten, welke zouden strekken
tot geheele of gedeeltelijke vervanging van
het karakter van sociale verzekering door
dat van Staatspensioen.
De invoering van de bepalingen betref-
fende den arbeidstijd van kantoorperso-
neel van 18 jaar en ouder zal, meent de
Minister, niet de nadeelige gevolgen heb
ben, welke daarvan thans voorspeld wor
den in vele adressen en publicaties.
DE TOESTAND.
Volgens art. 87 van het tractaat van Ver
sailles, hadden de voornaamste geallieerde
en geassocieerde mogendheden zich voorbe-
houden, de grenzen van Polen, voor zoover
zij nog niet in dat tractaat waren aange-
geven, later te bepalen. Na bijkans vier jaar
waehtens, is dit deze week door den gezan-
tenraad gebeurd en Donderdag is het pro-
tokol dienaangaande door de vertegenwoor-
digers van Frankrijk, Engeland, ItaTie en
Japan geteekend en door graaf Zantoiski,
uit naam van Polen, gecontrasigneerd. In-
gevolge de beslissing van den gezantenraad,
is Polen zoowel definitief in het bezit ge-
steld van Wilna met inbegrip van den be-
langrijken spoorweg van Grodno naar Wil
na als ook van Oost-Galicie. Als de Polen
duurzaam kunnen houden, wat zij gekregen
hebben, zulien zij, schrijft de N. R. Crt., alle
reden hebben om tevreden te zijn en in elk
geval begrijpt men dat Skrzynski, de Pool-
sche minister van buitenlandsche zaken, ge
sproken heeft van een keerpunt in de Pool-
sche geschiedenis. Polen heeft meer van die
keerpunten gekend, o.a. de opeenvolgende
verdeelingen van het land ten bate van an-
deren. De beslissing van thans is echter een
verdeeling van gebied met een slechts ten
deele Poolsche bevolking ten bate van
Polen.
Merkwaardig is in de jongste beslissin-
gen van den gezantenraad.dat hij tweemaal
achtereen onwettige inbezitnemingen heeft
gewetttigd, ofschoon wij na den oorlog een
tijdvak zouden gaan openen, waarin het
recht der minderheden erkend en de leer dat
macht boven recht gaat, voorgoed op plech-
tige wijze afgezworen zou worden. Eerst
hebben Litdusche vrijscharen de vroegere
Pruisische havenstad Memel en het omlig-
gende land, over welke toewijzing aan Li-
tauen of Polen eveneens nader beslist zou
worden, met oogluiking van de LTfausche
regeering met geweld genomen. Polen be-
paalde zich vreemd genoeg tot een plato-
nisch protest en de gezantenraad wees wat
uit naam van Litauen onteigend was metter-
daad aan dit laatste land toe. Het raadsel
van Polen's lijdelijk toezien hierbij is thans
opgelost. Voor zijn goede gedrag in de
kwestie van Memel heeft Polen van den ge
zantenraad het gebied van Wilna gekregen,
dat in 1920 op geheel analoge wijze, als !n
1923 Memel door de Litauers, door de vrij
scharen van den Poolschen generaal Zeli-
gowski van Litauen was afgenomen. De
Polen en Litauers hebben elkaar wat de
methoden tot regeling van gebiedstwisten
niet veel te verwijten, maar het wijst toch
op een bedenkelijke vermoeidheid bij het
zoeken van recht en billijkheid naar de
nieuwe regelen, dat de gezantenraad niets
anders gedaan heeft dan zich bij een door de
wapens uitgemaakte zaak neer te leggen.
ken land te komen.
De Idianen lieten zich overtuigen, be
halve zes hunner hoofdlieden, die niet al
lien den verkoop niet wilden toestaan, maar
den ouden Le Noir zeer vijandig gezind
waren. Wat deed de oude schurk? Hij
gaf zich den schijn, van vrede te willen
sluiten,rioodigde de zes hoofdlieden uit
bij hem de vredespijp te komen rookeu
en lief hen (i n dit vertrek aan zijn tafel
aanzitten. Toen zij later aan den haard
bij elkaar stonden en den eed van vrede
en vriendschap wilden zweren, drukte Le
Noir op den haak en de zes Indianen stort-
ten in den afgnond.
Ontzettend, riep Kapitola uit. En
wtrd die misJaad niet gewroken?
Zeker, maar het duurde eenigen tijd.
Toen de zonen der schandelijk vermoorde
mannen opgegroeid waren, overvielen zij
dit huis en doodden de geheele familie Le
Noir, behalve den oudsten zoon, een jon-
gen van tien jaren, die zich wist te reddqn.
Da:rna wierpen de Indianen de lijken
der vermoorden ook in dezen zelfden af-
grond en wilden reeds het geheele huis in
trand steken, toen soldaten, die in dc na-
bijheid manoeuvreerden, hen verdreven en
het reeds flakkerende vuur bluschten.
Welk een gruwelijk drama!
Als u nu liever een ander vertrek
hebt, zal ik het voor u inrichten, miss.
Neen, volStrekt niet. Meent ge dat
ik bang ben voor de lijken, die daar benden
reeds lang tot stof en asch zijn o'ver-
gegaan
O, miss Kapitola, spreek niet zoo
koud. Ge zijt nog jong, maar als ge ouder
wordt zult ge ondervinden, dat er heel
wat zondcrlinge en schrikkelijke zaken in
deze slreek voorkomen.
Daarmede ging mrs. Kondiment naar
beneden, om voor het middagmaal te zor-
Elke zaak die op deze wijze uitgemaakt is,
staat echter gemakkelijker bloot aan een
herziening met dezelfde middelen dan wan
neer zij op den hechteren grondslag van
recht en billijkheid geregeld is. De geschie
denis met Wilna (de nieuwe grens loopt hier
midden door de vroeger voorloopig afge-
bakende „neutrale" zone) en Memel doet
sterk denken aan die van bekende Balkan-
kwesiies, welke men, zooals geesten in den
Duizend-en-een-Nacht, opsioot in goed ver-
zegelde bussen, waaruit zij op een gegeven
oogenblik weer wisten te ontkomen, om op-
nieuw te gaan rondspoken.
Een andere van dergelijke kwesties van
den nieuwen Balkan der Randstaten in
Oost-Europa is die van Oost-Galicie. De ge
zantenraad heeft bij de regeling van de
Poolsche grens nu ook bepaald, dat Polen
Oost-Galicie krijgt, waarin het zich in 1919
had vastgezet. De ethnografische toestand
van dit, aan natuurlijke hulpbronnen rijke
gewest blij.kt uit de verhouding tusschen de
nationaliteiten die het bewonen: zijn bevol
king bestaat uit ongeveer drie millioen Roe-
thenen, een half millioen Joden en een mil
lioen Polen. Volgens het zelfbeschikkings-
recht, is de beslissing dat dit gebied geheel
Poolsch wordt, eenigszins verbijsterend,
maar bij wijze van geruststelling wordt uit
Londen gemeld, dat Polen vooraf de belofte
heeft moeten geven, dat het een „zekere
mate" van autonomic aan Oost-Galicie zou
verleenen. Maar van waarborging van zulk
een autonomic, bijvoorbeeld door den Vol-
kenbond, verneemt men niets; wel van
hevige protesten van den Oekrainschen Na-
tionalen Raad.
Gelijk gezegd, is Oost-Galicie een rijke
provincie, rijk met name aan petroleum-
bronnen.
De Kamer te Parijs heeft onlangs een
Fransch-Poolsche overeenkomst bekrach-
tigd, volgens welke Fransche maatschap-
pijen 50 percent van de Oost-Galische pe-
:roleumbronnen en 75 percent van de petro-
leum-raffinaderijen zulien controleeren. Mis
schien staat dit Poolsche faveurtje in ver
band met het Fransche voorschot van iets
van 200 millioen gulden aan Polen, onder
beding, dat dit land hiermee wapens en mu-
nitie zal betalen die in Frankrijk ten behoeve
van het Poolsche leger vervaardigd worden.
Het lijkt inderdaad zaak voor Polen zijn
wapening te versterken na zijn jongste ge-
biedsvergrootingen. Bij den vrede van Riga
met Sowjet-Rusland was de Oostelijke grens
Van Polen om Oost-Galioie heen, gelijk dit
nu te Parijs is vastgesteld, door de Russen
erkend, maar wij hebben toen af de vraag
gesteld, of Polen met de uitzetting van zijn
grenzen zichzelf wel innerlijk consolideerde.
De Litauers zijn nu teleurgesteld ten aanzien
van Wilna, de Oekrainers ten aanzien van
Oost-Galioie. Er is misschien maar een aan-
moediging van ontevredenen of hulp van
den kant van Sowjet-Rusland noodig om
Polen voor nieuwe gevaarlijke conflicten te
plaatsen. Er staat tegenover, dat het door
verwerving van Oost-Galicie een gemeen-
schappelijke grens met Roemenie en daar-
door directe verbinding met de Kleine En
tente heeft gekregen. Een voordeel dat in-
tusschen ook den last meebrengt, dat het ge
makkelijker in haar conflicten betrokken kan
worden.
Een ofticieuze mededeeling uit Londen
spreekt voluoening uit over de regeling van
de Poolsche grens. Engeland had daar, heet
het, wel geen belang bij, maar verlangde
sterk om in samenwerking met zijn bondge-
nooten den vrede te verzekeren. Heilige on-
noozelheid. Alsof men te Londen zelf zou
gelooven, dat men dien waarborgt door
slechts beslissingen te bekrachtigen, die met
behulp van de wapens genomen zijn.
DE BURGEMEESTER VAN BUER
is uit zijn arrest ontslagen. De Fransche
bevelvoerende generaal deelde hem mtde,
gen.
Toen Kapitola na eenigen tijd weir naar
buiten ging, ontmoette zij den majoor met
zijn dienaar Woof, die een stevigen grij-
zen pony aan den teugel leidde.
Ziehier, Kapitola, zeide majoor War-
field. Dien pony doe ik je cadeau. Hier
in deze streek moet iedcr kunnen rijdeaj
en rossen. Wool zal het je wel leer en.
Kapitola was in de wolken over het ge-
schenk en bedanktc haar oom zeer har-
telijk daarvoor. Zij kon nauwelijks het
oogenblik afwachten, dat zij 's namiddags
onder toezicht van den ouden Wool, haar
eerste rijles zou nemen.
De dienaar had zelden een vluggere
en bekwamerc leiriinge gehad. Kapitola zat
in het zadel alsof zij van jongs af aan
paard gereden had. Zij was dan ook zoo
zeer in haar nieuwe sport verdiept, dat
noch zij of Wool, noch de majoor, die met
groote belangscelling zijn pupil zag rij-
den, de aankomst van een ruiter haddict
bemerkt, die nu plotseling het erf opreed
en fluks uit het zadel sprong. Het was Her
bert Greyson. De begroeting was hartelijk.
De rijles werd gestaakt en het drietal
ging naar binnefi.
Wel, hoe ging het met je vrienden?
inftrmeerde majoor Warfield.
O, sir, zij waren onuitsprekelijk ver-
heugd over uw edelmoedig aanbod. Ma
rah Rocke was
Wat? Wie? Zeg dien naam nog
eens, bulderde de majoor plotseling met
zoo luide stem, dat de beide jongelieden
hem ontzet aanstaaxden.
Den naam. Dien naam moet ik we-
ten.
Marah Rocke, sir, zij is.....
Genoeg, zwijg.
(Wordt \ervolgd.)
CO U RANT
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken be tend, dat gelegenheid tot
door den heer A. SPRUITENBURG, gemeente-ge-
neesheer, zal bestaan in do kom der gemeente, op
DINSDAG 20 Maart 1923 ir, het Vereenigingsgebouw.
's namiddags TWEE uur
en te Sluiskil op DONDERDAG 22 Maart 1923 in
een der lokalen 'an de openbare lagere school,
's namiddags HALF VIER uur.
Ter Neuzen, den 19 Maart 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secrotaris.