AL8EMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH VLAANDEREN. VACCUTATIE. No. 7439. Maandag 19 Maart 1923 63e Jaargaug. let gehdmiiaBige Woidhuis TuTtTnTaTdT f gratis Vaccinatie en Revaccinatie BINNENLANP. FETJILLETON De z. g. n. trouwboekjes moeten worden meegebracht. EERSTE KAMER. Vcrgadering van Vrijdag. Aan de orde is het ontwerp tot wijzi- ging en aanvulling van de Stoomwet. De. heer Westerdijk (v.-d.) orrtwikkelt bezwaren tegen het ontwerp. Hij heeft geen bezwaar tegen de retributie als zoodanig maar wel tegen de wijze, waarop ze in het ontwerp is geregeld. De heer Smeenge (v.-b.) kan zijn stem niet aan het wetsontwerp geven. Hij meent, dat het rijk de kosten moet dragen. De heer Arntz (r.-k.) vraagt billijke ta- rieven en overleg met de belanghebbenden omtrent het tijdstip van onderzoek. De heer Dobbehnan (r.-k.) heeft ver- schillende bedenkingen tegen het ontwerp. Het legt nieuwe lasten op de industrie; het tijdstip, waarop het is ingediend, acht hij niet het juiste, en het ontwerp brengt geen bezuiniging. Toch zal hij er zijn stem niet aan onthouden. Maar hij hoopt, dat de Minister nu verder de industrie met rust zal laten. De heer Van der Maesen de Sombref (r.-kJ) hoopt, dat de verhuurders van stoomketels en Iocomobielen niet te zvyaar door dit ontwerp zulien warden getroffen. De Minister van Arbeid vindt het niets bijzonders, dat de kosten van het staatstoe- zicht op de stoomtoestellen worden gedra- gen door degenen, die de kosten veroorza- ken. Dit toezicht, al of niet door den staat uitgeoefend, zou toch moeten plaats heb- ben. De toestand van 's lands financien is op zijn minst even depliorabel als die van de industrie. De heer Van der Hoeven (c.-h.) zal schoorvoetend zijn stem aan het wetsont werp geven. Hij vreest, dat het weer nieu- wen rompslonrp van beiastingambtenaren met zich zal brengen. Het ontwerp wordt aangenomen met 25 ■tegen 5 stemmen. Hierna worden zonder stemming eenige kleine ontwerpen aange nomen. Bij het ontwerp tot wijziging van de wet tot instelling van de orde van Oranje Nas sau heeft de heer De Gijsellaar (c.-h.) be zwaren tegen het betalen van de ordetee- kenen, waardoor verdienstelijke mannen op kosten worden gejaagd. De Minister van Binnenlandsche Zaken zegt, dat een regeling als hier is voorge- steld, in het buitenland reeds lang bestaat. Kleine bezuinigingsmaatregielen moeten niet worden verwaarloosd. Dinsdagmiddag wordt over dit ontwerp gestemd. Een aantal kleine ontwerpen wordt hier na zonder stemming aangenomen, o. a. dat tot onteigening vocr het aanlegg|en van een algemeene begraafplaats op den Link< r- Maasoever te Rotterdam. Toen hij echter verhaalde, hoe hij ma- joor Warfield ook had gesproken over zijn vrienden, Marah Rocke en haar zoon, werd de weduwe doodsbleek. Neen, Herbert, gij hebt hem tokb niet van ons, van mij verte(d, zeide zij bevend. De beide knapen zagen haar verwonderd aan. Maar zeker, waarom niet? antwoord - de Herbert verbaasd. Waarom zou ik het niet gedaan hebben? Marah Rocke werd meester over haar ontroering. Ge hebt gelijk, zeide zij. Ik vtrgis mij, ik.„. ga door Herbert, let niet op mij. Ik verhaalde hem, hoe u en Guido steeds zulke goede vrienden voor ons ge- weest zijt en hoeveell ik u te danken heb. De goede man was diep ontroerd en ver- klaarde, dat hij niet genoeg kon doen, om u dat te vergelden. Dat zeide hij? riep de weduwe nu heftSg uit. Herbert, zeide hij dat? Ja. En nog veel meer. Dat dit een oude schukl was, die hij zou aflossen en dat hij alles goed zou maken. O, den hemel zij dank, stamelde Ma rah Rocke, terwijl de tranen haar over het gelaat stroomden. Den hemel zij dank. Moedcr, wat hebt gij? Waarom weent ge? vroeg Guido, niet wetend wat te denken van die plo ts Hinge ontroering. O, kinucren, ik ben thans gelukkig. Na achttien jaren van leed en kommer, TWEEDE KAMER. Vcrgadcring van vrijdiag. De interpellatie-Brautigam over d( bc- lemmeringen van de scheepvaart op den Rijn en de moeilijkheden van den Ncdcr- landschen handel in het bezetto gebied, 1 wordt tocgestaan. Ze zal worden gehouden op een nadcr te bepalen dag voor het reces. Bij de begrooting van de posterijen, te- legrafie entelefonie is de spreektijd bepaald op een half uur. De heer Buiten (r.k.) oefent critiek op de opheffing van enkele hulpkantor -n. Hij bepleit omzetting van meer hoofdkantoren in hulpkantoren en centralisatie van werk- zaamheden der laatste. Mej. Westerman (v.b.) bepleit de benoe- ming van een vakman tot directeur-gene- raal. Zij beveelt controle van den techni- schen dienst door een commissie uit den administratieven dienst aan. De heer Braambeek 7s.d.) dient een motie i n om de lasten van het portvrijdom niet op de begrooting voor de posterijen, maar op de hoofdstukken van de staatsbe- grooting te doen drukken. Hij vraagt verder een onderzoek omtrent het geheele post- bedrijf, niet alleen omtrent den tochni- schen dienst, door een commissie van amb- tenaren en niet-ambtenaren. De commie- zenschool kost jazrlijiks 83.000 en levert bijna geen commiezen. De toevoer van jon- ge krachten moet ophouden. Mevr. De VriesBruins (s.-d.) bespreekt het geval-Sturkopf (controleerend genees- heer) en vraagt, of de deskundige com missie van ondtrzoek wel juist is samenge- 3teld, en of de opdracht goed is. Dinsdag behandeling in de afdeelingen van het iniatief-voorstel-Boon tot wijziging van de Kieswet, en Donderdag van het re- gecringsvoorstel tot wijziging van de Kies wet, wijziging van de Pensioenwet, enz. DE BEGROOTING VAN WATERSTAAT Blijkens de memorie van antwoord op het voorloopig verslag van de afdeelingen der Eerste Kamer over hoofdstuk watcr- staat, behoort een streng doorgevoirde be zuiniging, zooals die thans gebodem is, zich niet alleen op de toekomst te richten, doch ook op het heden. Daarom is en wordt bij de reeds in uitvoering of voor- bereiding zijnde werken nagegaan, of de- ze wellicht voor uitstel of beperking vat- baar zijn, terwijl voorts zooveel mogelijk opdracht wordt gegeven de plannen zoo danig te hcrzien, dat de goedkoopste con- s'ructie wijze wordt verkregen. Het streven is drrhalve om zooveel mogelijk te vol- staan met wat strikt noodig of onvenmij- delijk is en wat zonder directe schade voor het heden of buitengewone financieek be zwaren voor de toekomst verzuimd kan worden. Op bezuiniging op het gebruik van rijks- dienstvaartuigen was 's ministers departe- ment reeds geruimen tijd bedacht. DE ZOMERTIJD. Op de vraag van het lid van de Tweedo Kamer, den heer Van der Waerden: Is de Minister bereid een rapport te doen sa- menstellen van de gegevens, verzameld in zake den zomertijd, en dit rapport publiek te maken? heeft de Minister van Binnen landsche Zaken en Landbouw geantwoord: Ondergeteekende beantwoord de vraag bevestigend en heeft bereids voor de sa- menstelling van het rapport de vereischte maatregelen genomen. De heer De Veer, lid van de Eerste Kamer, heeft aan den Minister van Bin- nenlandjsche Zaken en landbouw gevraagd: Is de Minister bereid in verband met de tegen den zomertijd in het bijzonder bij den land- en tuinbouw bestaande bezwaren bij de vaststelling van de dagen, waarop tusschen 18 Maart eni 9 October de in art. 1 der wet van 23 Juli 1908 (Stbl. no. 236) bedoelde wettelijke tijd met een uur ver- vroegd wordt, te bevorderen, dat de ter- mijn, gedurende welken de zomertijd dit jaar zal duren, in vergelijking met dien van vorige jaren worde verkort? WIJZIGING VAN DE PENSIOENWET. Bij de Tweede Kamer is ingediend een wetsontwerp strekkende tot wijziging van de pensioenwet 1922. De voornaamste wijziging is, dat wordt voorgesteld om als person en in lossen dienst aan te mofken hen wier diensttijd slechts 12 maanden of korter duurt; en om wanneir gezamen'iik militair- en bur- gerlijk pensioen de gespelde limiet zou overschrijden, het hurgeujk pensioen in een zoodanige rede in te kdrten, dat wanneer ook het militair pensioen in gelijke rede wordt ingekort de limiet wordt bereikt. DE IN- EN UITVOER OVER DE LIMBURQSHE QRENS. Doordat de Belgische commiezen op de meeste grenskantoren de plaats hebben in- genomen van de Buitsche grensbeambten en op de wegen naar de Hollandsche grens Belgische milita'ren vooridurend patrouil- leeren, is de uitvoer van Duitschland naar Hotland stcrk verminderd. Hierbij komt nog, dat de expcrtcurs pevreesd zijn voor het verbod van de Duitsehe regeering uit- voervergunningen aan Bad Ems te vragen. Op sommige plaatsen, di'kwijls op Hol- landsch gebied, houden fXiitsche commie zen nog steeds toezicht op Wat de grens overgaat, om dit aan de Duitsehe regeering te rapporteeren. De invo.r'van levensmid- delen, als koffie, enz. uit Hollandsche grens- plaatsen naar Duitschland is de laatste dagen eveneens sterk v rmiuderd, daar de Duitsehe prijzen zich aan de Hollandsche aanpassen. Door de lage frankenkoers is thans de grenshandel van Belgie haar Holland zeer druk en hebben de Hollandsche douane- kantoxen aan de Belgische grenS het over- druk. Vooral manufacturen, kleeren,. siga- ren en sommige levensmiddelen worden thans in bejekkelijk groote. hoeveelheden van uit Belgie Holland ingevoerd. DE ZlEKTEVERZEKERING. Het is vooralsnog niet het voornemen van Minister Aalberse, de regeling van de ziekteverzekering ter iiand te nemen, los van de vocrgenomen aigeheele herziening van de sodale verzekering. Ingeval hem edlw tnOcllt blijken, dat op de totstaneKkoming van die herziening hin- nen een redcJtijken termijn geen uitzicht bestaat, zal hij de nootlige maatregelen bevorderen tot invoering van de ziektever zekering. Voor het misnoegen over den tragen gang van werken aan den Hoogen Raad van Arbeid bestaat geen redelijke grond. HET GEZANT8CHAP BIJ DEN PAUS. In de memoirie van antwoord aan de Eerste Kamer in zake de begrooting van buitenlandsche zaken zegt de Minister aan te nemen, dat de leden, die de wensche- lijkheid uitspraken, dat op dezen gezant- schapspost een protestant zou worden be- noemd, daarmede niet bedoelden zich uit te spreken voor een vervanging van den tegenwoordigen titularis, die getoond heeft op dezen post uitnemend op zijn plaats te zijn. In beginsel is echter de benoeming van een protestant tot gezant bij den Pau- selijken Stoel niet uitgesloten te achten. DE BEGROOTING VAN ARBEID. In de memorie van antwoord aan de Eerste Kamer inzake de begrooting van arbeid, handel en nijverheid, zegt Minister Aalberse o.m. geheel onjuist te achten de meening, dat de toepassing die thans aan de Arbeidswet door middcl van overwerk- vergunningen gegevetr wordt, zou beteeke- nen een medegaan zij het ook tegen wil zooveel geluk. Herbert, zijt ge er zeker van, dat majocr Warfield weet wie wij zijn? Natuurlijk heb ik hem niet alles ver- haald. Hoe wij samen hebben gewoond, Ihoe u voor mij zorgde en al het andere, antwoordde Herbert, die in de meening verkeerde, dat hij den naam der weduwe aan den majoor had medegedeeld. En zeide hij niets and^rs? Sprak hij niet van vroegere tijden? Neen. Hij sprak van niets dergelijks. Alleen beval hij mij zoo spoedig mogelijk naar Hurricane Hall te komen en hem de boodschap ovrrbrengen. Znl)t u zijn aanbod aannemen? Aannernen? Ik heb er sinds jaren op gewacht. Oij ziet mij verwonderd aan. Ik zal u alles verhalen, zoodra Herbert op Hurricane Hall is geweest en zijn bood schap aan majoor Warfield heeft gedaan. Dien nacht bevatte het huis aan den een- zainen weg drie gelukkige menschen. V. Een naam. Den eersten nacht, dien Kapitola in haar nieuw vaderhuis, Hurricane Hall, had door- gebracht, had zij rustig geslapen. Bij het kirieken van den dag, een helderct), zon- lichtdoortintelden herfstdag, had zij haar kamer reeds verlaten en was naar buiten gegaan, had een wandeling rond het huis met zijn bijgebouwen gemaakt en van deze gelegenheid gebruik gemaakt om te speuren naar een mogelijken geheimten uitgahg, die misschien in vcrbinding stqnd met het val- luik en haarkamer. Zij had echter geen spoor van een deur, gang of luik ge- vonden. Na het ontbijt ging d^ majoor naar buiten, inspecteerde de paarden en gaf den knechten geweldige uitbranders. Dat was zoo een vaste gewoonte van hem ge- worden. Hij was het,type van een ruwen ouden slagveldveteraan, die gedurende lan- ge en virmoeiende vetcltocnten al wat maar eenigszins leek op salonbeschaving en fijne manieren had verloren. Al wat hij zeide kwam er uit op een donderenden, bar- schen toon, maar hij meende er niets van. In den grond was hij een goedaardig, zelfs zachtzinnig man. Kapitola bezichtigde in tusschen het oude landhuis en kwam, na alle andere ruimter. geinspecteerd te hebben, weer in haar ka mer. Daar begon zij haar koffer uit te pak- ken, bij welke beziglwid de huishoudsjter ha r tchulpzaam was en gezamenlijk gin- gen zij da:ma aan "het werk, om het ouder- wttscne vertrek wat meer comfortabel en behaaglijk in te richten. lntusschen fc-racht Kapitola het gesprek op het valluik. U is mij een nrededeeling schul- dig, zeide zij. Zeg mij nu eens, waartoe dient of diende toch dat valluik? Niet zoo luid,. miss Kapitola, ant woordde mrs. Kondiment. De majoor wil niet hebben, dat daarover wordt gesproken. Als hij hoorde, dat ik Maak u je'een zcrg, hij zal er van mij niets van vernemai. Vertel dus gerust. wat ge daarvan weet. Men fluistcrt, dat dit luik vroeger een verraderlijke valstrik voor Idianen is geweest. Dit vertrek behoort tot het oudste gedeefte van het huis.1 Het huis werd reeds gebouwd ten tijde van de. voortdurende gevechten d< r Franschen tegeit de Indian on. Hurricane Hall was toen het eigendom der familie Le Noir. De eerste eigenaar, de oude Henri Le Noir, moet een groote boosdoencr geweest zijn. Hij had eens met den nabij wonenden Idianenstam on- derhandelingen aangekjnoopt, om op goed- koope manier aan eenige kolossale stuk- en dank in reactionaire richting. De I toepassing houdt verband met den ongun- stigen toestand van onze industrie, tenge- volge van de t egenwoordige malaise, en Igeen regeering, ook niet de meest vooruit- strevende, kan zich hierbij aan den Jrang der omstandigheden onttrekken. 'Bij het verleenen van overwerkvergunningen is nimmer verder gegaan, dan in het belang der industrie noodzakelijk was. Van den Minister zijn geen voorstel- len te verwachten, welke zouden strekken tot geheele of gedeeltelijke vervanging van het karakter van sociale verzekering door dat van Staatspensioen. De invoering van de bepalingen betref- fende den arbeidstijd van kantoorperso- neel van 18 jaar en ouder zal, meent de Minister, niet de nadeelige gevolgen heb ben, welke daarvan thans voorspeld wor den in vele adressen en publicaties. DE TOESTAND. Volgens art. 87 van het tractaat van Ver sailles, hadden de voornaamste geallieerde en geassocieerde mogendheden zich voorbe- houden, de grenzen van Polen, voor zoover zij nog niet in dat tractaat waren aange- geven, later te bepalen. Na bijkans vier jaar waehtens, is dit deze week door den gezan- tenraad gebeurd en Donderdag is het pro- tokol dienaangaande door de vertegenwoor- digers van Frankrijk, Engeland, ItaTie en Japan geteekend en door graaf Zantoiski, uit naam van Polen, gecontrasigneerd. In- gevolge de beslissing van den gezantenraad, is Polen zoowel definitief in het bezit ge- steld van Wilna met inbegrip van den be- langrijken spoorweg van Grodno naar Wil na als ook van Oost-Galicie. Als de Polen duurzaam kunnen houden, wat zij gekregen hebben, zulien zij, schrijft de N. R. Crt., alle reden hebben om tevreden te zijn en in elk geval begrijpt men dat Skrzynski, de Pool- sche minister van buitenlandsche zaken, ge sproken heeft van een keerpunt in de Pool- sche geschiedenis. Polen heeft meer van die keerpunten gekend, o.a. de opeenvolgende verdeelingen van het land ten bate van an- deren. De beslissing van thans is echter een verdeeling van gebied met een slechts ten deele Poolsche bevolking ten bate van Polen. Merkwaardig is in de jongste beslissin- gen van den gezantenraad.dat hij tweemaal achtereen onwettige inbezitnemingen heeft gewetttigd, ofschoon wij na den oorlog een tijdvak zouden gaan openen, waarin het recht der minderheden erkend en de leer dat macht boven recht gaat, voorgoed op plech- tige wijze afgezworen zou worden. Eerst hebben Litdusche vrijscharen de vroegere Pruisische havenstad Memel en het omlig- gende land, over welke toewijzing aan Li- tauen of Polen eveneens nader beslist zou worden, met oogluiking van de LTfausche regeering met geweld genomen. Polen be- paalde zich vreemd genoeg tot een plato- nisch protest en de gezantenraad wees wat uit naam van Litauen onteigend was metter- daad aan dit laatste land toe. Het raadsel van Polen's lijdelijk toezien hierbij is thans opgelost. Voor zijn goede gedrag in de kwestie van Memel heeft Polen van den ge zantenraad het gebied van Wilna gekregen, dat in 1920 op geheel analoge wijze, als !n 1923 Memel door de Litauers, door de vrij scharen van den Poolschen generaal Zeli- gowski van Litauen was afgenomen. De Polen en Litauers hebben elkaar wat de methoden tot regeling van gebiedstwisten niet veel te verwijten, maar het wijst toch op een bedenkelijke vermoeidheid bij het zoeken van recht en billijkheid naar de nieuwe regelen, dat de gezantenraad niets anders gedaan heeft dan zich bij een door de wapens uitgemaakte zaak neer te leggen. ken land te komen. De Idianen lieten zich overtuigen, be halve zes hunner hoofdlieden, die niet al lien den verkoop niet wilden toestaan, maar den ouden Le Noir zeer vijandig gezind waren. Wat deed de oude schurk? Hij gaf zich den schijn, van vrede te willen sluiten,rioodigde de zes hoofdlieden uit bij hem de vredespijp te komen rookeu en lief hen (i n dit vertrek aan zijn tafel aanzitten. Toen zij later aan den haard bij elkaar stonden en den eed van vrede en vriendschap wilden zweren, drukte Le Noir op den haak en de zes Indianen stort- ten in den afgnond. Ontzettend, riep Kapitola uit. En wtrd die misJaad niet gewroken? Zeker, maar het duurde eenigen tijd. Toen de zonen der schandelijk vermoorde mannen opgegroeid waren, overvielen zij dit huis en doodden de geheele familie Le Noir, behalve den oudsten zoon, een jon- gen van tien jaren, die zich wist te reddqn. Da:rna wierpen de Indianen de lijken der vermoorden ook in dezen zelfden af- grond en wilden reeds het geheele huis in trand steken, toen soldaten, die in dc na- bijheid manoeuvreerden, hen verdreven en het reeds flakkerende vuur bluschten. Welk een gruwelijk drama! Als u nu liever een ander vertrek hebt, zal ik het voor u inrichten, miss. Neen, volStrekt niet. Meent ge dat ik bang ben voor de lijken, die daar benden reeds lang tot stof en asch zijn o'ver- gegaan O, miss Kapitola, spreek niet zoo koud. Ge zijt nog jong, maar als ge ouder wordt zult ge ondervinden, dat er heel wat zondcrlinge en schrikkelijke zaken in deze slreek voorkomen. Daarmede ging mrs. Kondiment naar beneden, om voor het middagmaal te zor- Elke zaak die op deze wijze uitgemaakt is, staat echter gemakkelijker bloot aan een herziening met dezelfde middelen dan wan neer zij op den hechteren grondslag van recht en billijkheid geregeld is. De geschie denis met Wilna (de nieuwe grens loopt hier midden door de vroeger voorloopig afge- bakende „neutrale" zone) en Memel doet sterk denken aan die van bekende Balkan- kwesiies, welke men, zooals geesten in den Duizend-en-een-Nacht, opsioot in goed ver- zegelde bussen, waaruit zij op een gegeven oogenblik weer wisten te ontkomen, om op- nieuw te gaan rondspoken. Een andere van dergelijke kwesties van den nieuwen Balkan der Randstaten in Oost-Europa is die van Oost-Galicie. De ge zantenraad heeft bij de regeling van de Poolsche grens nu ook bepaald, dat Polen Oost-Galicie krijgt, waarin het zich in 1919 had vastgezet. De ethnografische toestand van dit, aan natuurlijke hulpbronnen rijke gewest blij.kt uit de verhouding tusschen de nationaliteiten die het bewonen: zijn bevol king bestaat uit ongeveer drie millioen Roe- thenen, een half millioen Joden en een mil lioen Polen. Volgens het zelfbeschikkings- recht, is de beslissing dat dit gebied geheel Poolsch wordt, eenigszins verbijsterend, maar bij wijze van geruststelling wordt uit Londen gemeld, dat Polen vooraf de belofte heeft moeten geven, dat het een „zekere mate" van autonomic aan Oost-Galicie zou verleenen. Maar van waarborging van zulk een autonomic, bijvoorbeeld door den Vol- kenbond, verneemt men niets; wel van hevige protesten van den Oekrainschen Na- tionalen Raad. Gelijk gezegd, is Oost-Galicie een rijke provincie, rijk met name aan petroleum- bronnen. De Kamer te Parijs heeft onlangs een Fransch-Poolsche overeenkomst bekrach- tigd, volgens welke Fransche maatschap- pijen 50 percent van de Oost-Galische pe- :roleumbronnen en 75 percent van de petro- leum-raffinaderijen zulien controleeren. Mis schien staat dit Poolsche faveurtje in ver band met het Fransche voorschot van iets van 200 millioen gulden aan Polen, onder beding, dat dit land hiermee wapens en mu- nitie zal betalen die in Frankrijk ten behoeve van het Poolsche leger vervaardigd worden. Het lijkt inderdaad zaak voor Polen zijn wapening te versterken na zijn jongste ge- biedsvergrootingen. Bij den vrede van Riga met Sowjet-Rusland was de Oostelijke grens Van Polen om Oost-Galioie heen, gelijk dit nu te Parijs is vastgesteld, door de Russen erkend, maar wij hebben toen af de vraag gesteld, of Polen met de uitzetting van zijn grenzen zichzelf wel innerlijk consolideerde. De Litauers zijn nu teleurgesteld ten aanzien van Wilna, de Oekrainers ten aanzien van Oost-Galioie. Er is misschien maar een aan- moediging van ontevredenen of hulp van den kant van Sowjet-Rusland noodig om Polen voor nieuwe gevaarlijke conflicten te plaatsen. Er staat tegenover, dat het door verwerving van Oost-Galicie een gemeen- schappelijke grens met Roemenie en daar- door directe verbinding met de Kleine En tente heeft gekregen. Een voordeel dat in- tusschen ook den last meebrengt, dat het ge makkelijker in haar conflicten betrokken kan worden. Een ofticieuze mededeeling uit Londen spreekt voluoening uit over de regeling van de Poolsche grens. Engeland had daar, heet het, wel geen belang bij, maar verlangde sterk om in samenwerking met zijn bondge- nooten den vrede te verzekeren. Heilige on- noozelheid. Alsof men te Londen zelf zou gelooven, dat men dien waarborgt door slechts beslissingen te bekrachtigen, die met behulp van de wapens genomen zijn. DE BURGEMEESTER VAN BUER is uit zijn arrest ontslagen. De Fransche bevelvoerende generaal deelde hem mtde, gen. Toen Kapitola na eenigen tijd weir naar buiten ging, ontmoette zij den majoor met zijn dienaar Woof, die een stevigen grij- zen pony aan den teugel leidde. Ziehier, Kapitola, zeide majoor War- field. Dien pony doe ik je cadeau. Hier in deze streek moet iedcr kunnen rijdeaj en rossen. Wool zal het je wel leer en. Kapitola was in de wolken over het ge- schenk en bedanktc haar oom zeer har- telijk daarvoor. Zij kon nauwelijks het oogenblik afwachten, dat zij 's namiddags onder toezicht van den ouden Wool, haar eerste rijles zou nemen. De dienaar had zelden een vluggere en bekwamerc leiriinge gehad. Kapitola zat in het zadel alsof zij van jongs af aan paard gereden had. Zij was dan ook zoo zeer in haar nieuwe sport verdiept, dat noch zij of Wool, noch de majoor, die met groote belangscelling zijn pupil zag rij- den, de aankomst van een ruiter haddict bemerkt, die nu plotseling het erf opreed en fluks uit het zadel sprong. Het was Her bert Greyson. De begroeting was hartelijk. De rijles werd gestaakt en het drietal ging naar binnefi. Wel, hoe ging het met je vrienden? inftrmeerde majoor Warfield. O, sir, zij waren onuitsprekelijk ver- heugd over uw edelmoedig aanbod. Ma rah Rocke was Wat? Wie? Zeg dien naam nog eens, bulderde de majoor plotseling met zoo luide stem, dat de beide jongelieden hem ontzet aanstaaxden. Den naam. Dien naam moet ik we- ten. Marah Rocke, sir, zij is..... Genoeg, zwijg. (Wordt \ervolgd.) CO U RANT Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken be tend, dat gelegenheid tot door den heer A. SPRUITENBURG, gemeente-ge- neesheer, zal bestaan in do kom der gemeente, op DINSDAG 20 Maart 1923 ir, het Vereenigingsgebouw. 's namiddags TWEE uur en te Sluiskil op DONDERDAG 22 Maart 1923 in een der lokalen 'an de openbare lagere school, 's namiddags HALF VIER uur. Ter Neuzen, den 19 Maart 1923. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secrotaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1