ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN,
Vrijdag 16 Maart 1923
63e J aarguujg
"Tin'n~eTlTn or
No 7428
Hit geheimzianigei Woudhuig
BUITENLAN0.
TWBEDB BLAD.
F EUILLETON
eerste kamer.
Vtrgadering van Woensdag.
De voorzitter complimenteert den heer
van dor Does de Willebois met zijn vijf
en twintig jarig lidmaatschap van de Ka
mer en wenscht hem geluk met zijn 80sten
verjaardag.
Aan de orde is de lndische begrooting.
De heer van Lanschot (r.k.) betreurt het
dat de Staten-Generaal niet voor 1 Januari
1923 zijn gehocrd inzake opheffing van
het uitvoerrecht van aardolie.
TWEEDE KAMER.
Vtrgadering van Woensdag.
Bij de voortgezette behandeling van de
Jachtwet licht de heer Hiemstra (s.d.) een
amendement toe, om denjjrijs van de jacht
acte B op f 2.50 te bepalen, indien uit-
sluitend op eigen grond wordt gejaagd.
De heer Braat (plattel.) licht toe een
amendement, om tusschen de groote
jachtacten A. en B. een groot verschil
te maken en om den prijs van de kleine
jachtacte op f 2.50 te stellen.
De heer Bakker (c.h.) verdedigt een
amendement om de lange jacht te verbie-
den.
De heer Hiemstra nog een amendement
om den prijs van de kleine jachtacte op
f 5 te bepalen.
De heer van Voorst tot Voorst (r.k.) wil
het eerste amendtment Hiemstra beperken
tot boeren die schadelijk gedierte verdel-
gen.
De heer Wejtkamp (c.h.) bestrijdt het
amendement Hiemstra, omdat de meeste
boeren niet geschikt zijn voor de jacht.
De heer Sasse van Ysselt (r.k.) bestrijdt
alle amendementen ter verlaging van den
jachtprijs.
De heer Dresselhuys (v.b.) bestrijdt het
amendement Bakker, omdat de wet geen
opvoedingsinstituut is.
De heer Deckers (r.k.) verdedigt het
amendement Bakker.
Mej. Suze Groeneweg (s.d.) acht de
jacht een noodzakelijk kwaad en een mim-
derwaardige sport voor het tegenwoordige
geslacht en steunt den heer Bakker.
Mej. van Dorp (lib.) steunt eveneens den
heer Bakker.
Minister Ruys bestrijdt het eerste amen
dement Hiemstra, omdat de landbouwbe-
langen voldoende beschermd worden, en
daardoor nuttig wild zou worden uitge-
tioeid.
Het tweede amendement Hiemstra is aan-
vaardbaar.
De amendementen Braat en Bakker be
strijdt spreker, omdat het onderscheid tus
schen de jachtacten A. en B. scherp genfoeg
is, en omdat een zachte dood van wild
bij geen enkele jacht kan worden gewaar-
borgd.
Na repliek van de sprekers en dupliek
van den minister wordt het tweede amen
dement Hiemstra overgenomen.
Het eerste amendtment Hiemstra wordt
verworpen met 62 tegen 16 stemmen.
Het amendement Braat wordt verworpen
met 57 tegen 22 stemmen.
Het amendement Bakker wordt aange-
nomen met 60 tegen 18 stemmen.
Art. 14 wordt aangehouden, art. 13
goedgekeurd.
DE DR1EVOUDIGE T1ELSCHE L1JST
VAN DEN VRlJHEIDSBOND.
Gedeputeerde Staten van Gelderland heb-
ben de beslissing van het hoofdstembureau
in den Statenkieskring Tiel, waarbij de
drievoudige candidatenlijst van den Vrij-
heidsbond ongeldig is verklaard, gtfuanld-
haafd.
6)
Zij gingen doer een lange gang, Hep. u
dan door eenige oude vertrekken, die .r
zeer verlaten en vervallen uitzagen en
kwamen ten slotte in een groote afgele-
gen, ouderwetsche kamer.
Bij het zwakke, onzekere licht van de
kleine kaars kon Kapitola in den begin-
ne niets andtrs onderscheiden dan zwar-
te schaduwen en donkere pli kken. Maar
toen de oogen meer aan dt hafve duis-
ternis waren gewend, bemcrkte zij, dat
aan de eene zijde van het vercrek aen
groot ouderwetsch ledikant stond met roo-
de gordijnen er om heen. De ramen aan
den andcren wand hadden gordijnen van
dezelfde kleur.
Tusschen deze ramen in, juist tegenover
het ledikant, stond een klecrenkast van don-
ker mahoniehout met deur, die een groo-
ten spiegel droeg. Een toilettafel en eenige
leunstoelen, zetels en tafels vormden daar-
nevens de meubileering van het vertrek.
Er lag geen kleed op den vloer. Voor
den hoogsten schoorsteen echter lag een
bererfvek
Weldra had de huishoudster in den
haard een flink vuur aangemaakt, dat de
kamer tot in de hoeken verlichtte.
Kapitola keek nieuwsgierig de kamer
rond.
Maar waar is nu het valluik? Ik zie
er geen.
O, kijk u maar eens hier, zeide mrs.
Kondiment, en zij nam1 het btrenvel weg.
Nu werd in den bodem een soort van luik
zichtbaar, vastgehouden door een ijzeren
WACHTGELDJAReN TELLEN NIET
VOOR PENSIOeN.
Naar de Tel. verneemt, ligt het in het
voornemen van den minister van Financieh
om de pensioenwetten 1922 voor de rijks-
ambtenaren in dier voege te wijzigen, dat
de tijd, op wachtgeld doorgebracht, niet
medetelt als diensttijd, welke met pensioen
zal worden vergolden.
In de pensioenwetten voor de militai-
ren komt geen bepaling voor, dat de tijd,
op wachtgeld doorgebracht, met pensioen
vergolden zal worden doch door den mi
nister van Oorlbg is een wijziging van
de militaire pensioenwetten in dien zin in
uitzicht gesteld.
In verband ochter met het voorntmen om
de burgerlijke pensioenwetten in bedoelden
geest te wijzigen, zal een herziening van
de militaire pensioenwetten achterwege
blijven, en zal dus de tijd, op wachtgeld
doorgebracht, niet medetellen als dienst
tijd welke met pensioen vergolden zal
worden.
DE HAVEN VAN VLISSINGEN.
In de Mem. van Antw. aan de Eerste
Kamer inzake de Waterstaatsbegrooting
deelt de minister het volgende mee:
Uiteraard zal de minister rekening hou-
den met het door de Tweede Kamer der
Staten Generaal uitgebracht votum inzake
de verbetering van de haven te Vlissingen.
Hoezeer wellicht eenige neiging bestaat
gebruik van Vlissingen als aanloophaven
te maken, is het toch naar hij! meent, nog
geenszins zeker, dat de verwachting in-
dcrdaad zal worden verwezenlijkt. Intus-
schen zou wanneer de noodige fondsen
worden beschikbaar gesteld, de uitvoe-
ring zoodanig kunnen worden geregeljd,
dat de werken in vier jaar gereed zouden
kunnen zijn. Onder het voorbehoud van
het beschikbaar zijn der benoodigde gel-
den zal de bouw van den kaaimU)iijr 2 en
een half jaar vorderen. Wellicht zou een
deel van de haven nl. dat nabij het Zuide-
lijk einde van den kaaimuur reedls 2 jaar
nadat met den bouw van den muur is be-
gonnen, in gebruik kunnen worden ge-
nomen.
Er zal naar worden gestreefd dat met
het bouwen van den muur in 1923 kan
worden aangevangen.
De kosten van de havenverbetering wor
den thans op 5.400.000 geraamd. In die
kosten zijn niet begrepen die voor het aan-
brengen der aansluitingen van deze spo-
ren aan het bestaande spoorwegnet, even-
min als de kosten van de outtilage van de
haven, daargelaten voor wiens rekening
een en ander zal moeten komen. In totaal
schijnt derhalve een uitgave tusschen 6 en
7 millioen gulden met de totstandkoming
gemoeid te zullen zijn.
LOONSVERLAGING VOOR HET RIJKS-
personeel.
Men ineldt aan het Handbl.
Door de leiders der ambtenaren-vakbo-
beweging wordt het personeel voorbereid
op de mogelijkheid eener algem'eene loons-
verlaging van 10 pet., ingaande 1 Januari
1924 en op ingrijpende veranderingen van
de pensioen wet 1922 en de wachtgeldre-
geling, die verslechteringen voor de amb-
tenaren beteekenen.
TREINVeRBINDINGEN.
In de mededeelingen over de treinver-
bindingen in de M. v. A. van den minister
van W. aan de Eerste Kamer, wordt oJa.
gemeld
Het mogelijke wordt gedaan om1 aan
den wensch tot verbetering van de aan
sluitingen naar Belgie tegemoet te ko
men. Dfit te 7 u. 3 |n. vocrmiddag uit Vlis
singen vertrekkende sneltrein zal geen da-
delijke aansluiting naar Belgie kunnen ver-
krijgen. Deze trein kan niet gewijzigd wor
den in verband met de provinciale boot-
haak. Pas in 's hemels naam op, als u
hier overheen loopt, want als u ongelukki-
gcrkvijze met uw voet den ijzi reii haak weg
stoot, valt het luik naar beneden en u
store in een afgrond, niemand weet noe
diep.
Maar waartOe werd dit verschrikke-
lijk valluik gemaakt? vroeg Kapitola hui-
verend.
Niemand weet het, miss Kapitola. De
ze kamer was er al, toen de familie Le
Noir nog dit huis bewoonde. Ik zal u mor-
gen weleens een paar dingen vertelien,
want er gaan geheimzinnige praatjes van
dit valluik om. Laten we nu naar beneden
gaan, want het avoudmaal is gtreed en
de majoor houdt er niet van te wachten.
Zij gingen naar beneden, waar de gedek-
te tafel reeds wachtte. Gedurende het
avondeten werd geen woord over het val
luik gesproken. Zoodra men van tafel was
opgestaan, ging Kapitola, na haar oom
goeden nacht te hebben gewenscht, naar
boven, in gezelschap van een meisje, een
kleuriinge, Pitapat, die haar als kamcnier
zou behulpzaam zijn.
Kapitola wilde natuurlijk onmiddellijk
wat meer weten van het geheimzinnige
valluik. Zij grendelde de kamerdeur dicht,
nam het berenvel voor den schpoorsteen
weg en trachtte voorzichtig den ijzeren
haak van het luik terug te schuiven. Zij be
mcrkte, dat de haak zeer los zat, want bij
den geringsten druk sprong hij terug en
het luik viel naar beneden, vanwaar een
donkere, diepe afgrond gaapte.
Geef mij de lamp eens, Pitapat 1
zeide Kapitola, ik moet eens zien, wat dat
vocr een diepte is.
Het meisje, niet weinig vreesachtig, gaf
haar sidderend de lamp aan en Kapitola
liet het licht naar beneden stroomcn. Maar
verbindingen van Z. Vlaanderen te Vlissin
gen en te Vlake, terwijl het overleg met
de Belgische spoorwegen, om den trein
uit Roosendaal te wijzigen, geen resul-
taat heeft opgeleverd.
DE BOUWVAKARBEIDERS EN DE
WERKLOOSHeID.
Op de vragen van het Tweede Kamerlid
Van den Tempei om rent het vallen van
werklooze bouwvakaroeiders te Assen bui-
ten de steunregeling omschreven in de cir-
culaire van Binnenla/ndsche Zaken van 4
December 1922 heeft de minister van Bin-
nenlandsehe Zaken en Landbouw o.a. het
volgende gean tw oord
Op art. 74 van hoofdstuk V der ontwerp-
begrooting voor 1923 zijn 4 millioen gulden
aangevraagd voor subsidies in de kosten
van werkv rschafiing en steunverleepiing.
Naar het zich reeds thans laat aanzien,
zal dit bedrag, ook bij betrachting van
de grootst mogelijke zuinigheid, op verre
na niet toereikend zijn. Ook al ware dit
niet het geval, dan zou de toestand van
's lands financien het toch noodzakelijk
doen zijn, dat de regeering bij de behan
deling van de aanvragen der gemeuntebe-
sturen, om nieuwe groepen van werkloo-
zen in de steunregeling op te nemen, zeer
nauwgezet nagaat, of er al dan niet be-
zwaar tegen bestaat, dat aan de aanvra-
ge wordt voldaan.
In het bijzondcr dient te worden over-
wogen, of het treffen eener steunregeling
een terugkeer naar toestanden, die de op-
leving van het bedrijf mogelijk kunneiv
maken, zou belemmeren. Tegen inwilliging
van het verzoek van het gemeentebestuur
van Assen bestonden de volgende be-
zwaren
a. In de laatste jaren zijn door oorza-
ken, die hier niet behoeven te worden uit-
eengezet, vele arbeiders naar de bouw-
vakken overgegaan. Het is daarom voor
de regeering zeer twijfelachtig, of de werk-
loosheid in de bouwvakken in het alge-
meen wel in de eerste plaats is een gevolg
der crisis, dan wel van terugkeer naar nor-
male toestanden.
b. Voor opneming in de steunregeling
als nieuwe groep van werkloozen komen
in de eerste plaats in aanmerking zij, wier
verdiensten in de laatste tijden van dien
aard zijn geweest, dat behoefte aan onder-
steiming in het algemeen kan worden on-
dersteld. De wer'c^.ijke verdiensten van de
bouvv\'aKarbeiders'^itT'~iieJi ^c-met'h z'ijii,
naar bekend is, in de laatste jaren zoo
hoog geweest, dat bij betrachting van een
gepaste zuinigheid, dadelijke behoefte aan
steun als regei bezwaariijk kan worden aan-
genoinen. De regeering heeft er overwe-
gend bezwaar tegen, hen te doen steunen,
die bij inachtneming van de noodige spaar-
zaamheid i n eigen ondirhoud hadden ku(n-
nen vocrzien.
c. Voor den minister is het zeer de
vraag, of de bouwvakarbeiders zelf niet be-
langrijk zouden kunnen medewerken ter
verruiming der werkgelegenheid. Er be
staat nog groote behoefte aan woningep,
en andcre gebouwen, doch de hooge loo-
nen maken, dat in die behoefte niet vocr
zien kan worden. Offerden de bouwvak
arbeiders in het algemeen belang iets van
hun verdiensten op, waarbij de voor hen
toegestane werktijdverlenging gelegtenheid
biedt de weekinkomeie-. te vtrhoogen, dan
zou ongetwijfeld meer gebouwd worden.
Eenige sprekende gegevens over de loo-
nen der bouwvakarbeiders in de laatste
jaren zijn te vinden in het verslag van de
oommissie van ondtrzoek naar de toestan
den in het bouwbedrijf, vvaaruit blijkt, hoe
steifk de loonen der bouwvakarbeiders uit-
staken boven die van andire vakarbeiders.
De beslissing van den minister op het
verzoek van het gemeentebestuur van As
sen heeft in zooverre algemecne betee-
de lamp verlichte slechts een beperkte
ruimte; daar beneden was alles zwart als
de nacht, een zwak geluid, als het gehur-
mel van water, drong naar boven door.
Kapitola wilde de lamp nog wat iager hou-
den, maar door een onhandige beweging
viel plotseling dc lamp uit haar hand en
stortte naar beneden.. Met een onwillekeu-
rige huivering trok Kapitola spoedig het
luik week omhoog en bevestigde het aan
den haak. Zij bleef eenigen tijd in gedach-
ten virzonken, peinzende over dit verrader-
lijke luik en de slachtoffers, die het wel
licht reeds gemaakt had.
Het is niet prettig, boven een dergc-
lijk ding te moeten slapen, mompelde
zij. Ma:r war zou ik eigentijk te vreezen
hebben. Zij, die dit luik inaakten, hebben
dit huis al lang verlaten; het oefent zijn
verraderlijke werking niet meer uit. Het kan
mij niet diren. Ik heb mij geen zorg daar-
over te maken.
Indien zij virmoed had....
IV.
Nlarah Rocke.
Aan een ouden, slechten landweg stond
een klein, onaanzienlijk huis van steen ge
bouwd en door een tuin omgeven, \va. r-
omheen een steenen muur liep.
In dat huis, zeer eenvoudig, haast ar-
naoedig ingericht, woonden toe vrienden
van Herbert Greyson, de weduwe Rqcke
en haar zooti Guido. Niemand wist, Vie
zij was, vanwaar zij gekomen was.
OngeveeT vijftien jaar geleden was zij op
zektTen dag in het stadje Staunton ver-
schenen, in zwart rouwgewaad, begeleid
dooT een jongetje van twee jaar. Zij had
nabij de stad het genoemde huis gehuurd.
het karig ingericht en door handwerken
voorzien in haar levensonderhoud.
kenis, dat tot nu toe de bouwvakarbeiders
niet in de steunregeling zijn opgenomen.
Het is desniettemin en ondainks de be-
denking,' genoemd ondcr a, bereid, ook
vocr de bouwvakarbeiders in bepaalde ge-
meenten een steunregelilng te treffen, zoo
dra hem gebleken zal zijn, dat in die ge-
meenten een redelijke verhouding is tot
stand gebracht tusschen de loonen van de
bouwvakarbeiders en tusschen die der
werklieden uit andere groepen voor wie
in den laatsten tijd een steupregeling is
gelroffen.
Hij is genegen bij de beoordeeling van
die loonen rekening te houden met alle
omstandigheden, die een eenigszips hoo-
ger loon voor de bouwvakarbeiders kun
nen wettigen. Komt een steupregeling ook
voor de bouwvakarbeiders tot stand, dan
zal zekirheid dienen te worden. verkre-
gen, dat geen steun wordt verleend aan
hen, die in de laatste jaren zooveel heb
ben vcrdiend dat steun uit de openbare kas
niet gerechtvaardigd zoude zijn.
DE EERSTE KAMER EN DE
ZOMERTIJD.
In de Dinsdag gehouden vergadering van
de Eerste Kamer decide de voorzitter mo
de, dat de centrale afdeeling besloten heeft
het ingekomen wetsvoorstel Braat, betref-
fende den zomertijd, nog niet in de af-
deelingen te doen onderzoeken, omdat zij
van oordeel was dat dit wetsvoorstel in
onvoldoenden zin was toegelicht en om
dat zij de Kamer in de gclegenheid wilde
.stellen, kennis te nemen van het bundeltje
verslagen en stukken, dat de minister van
binnenlandsche zaken en landbouw daarbij
in de Tweede Kamer heeft overgelegd en
dat het wetsontwerp vergezelt. Vandaar
dat zij den minister heeft verzocht een re
sume daarvan te maken ter vergemakkelij-
king van de kennisneming van den inhoud.
Besloten is dus met het afdeelingson-
derzoek te wachten, totdat deze nadere
inlichtingen zuJlen zijn ingekomen.
DE FINANCIeN VAN INDIe.
De Landvoogd heeft de begrootingscon-
ferentie in Januari ingeleid en verklaard,
overhugd te zijn, dat de toestand slechf
was. De schuld van Indie, die aan het
einde van 1922, 1184 millioen bedroeg,
heeft thans de 120Q millioen overschreden.
Sinds 1915 is de schuld verachtvoudigd.
Rente en aflossing bedragen jaarlijks 100
iuitlioen.
DE TOESTAND.
Lenin, de 53jarige president van de Rus-
sisc'ne Sowjetregeering, is door een be-
roerte getroffen en zijn toestand is zoo
ernstig, dat die regeering bulletins over
zijn ziekte uitgeeft. Daar, zoo goed als in
den tijd der Tsaren, het lot van Rusland
ook nu nog ligt in de handen van enkele
personen, onder wie Lenin een macht heeft
welke die der Keizers niet alleen evenaart,
masr misschien wel overtreft, zou de de-
finitieve verdwijning van zijn figuur een
gebeurlenis van politieke beteekenis zijn.
Het is niet de eerste maal, schrijft de N.
R. Crt., dat men zulk een gebeurtenis voor-
ziet. In de laatste jaren is het met Lenin's
gezondheid voortdurend sukkelen geweest
en het is nog niet zoo lang geleden, dat
hij voor zijn dokters zijn dagelijksche werk
in bep ifc.en omvang heeft mogen hervat-
ten. Lenin was de man op de spits van de
Sowjet-piramide die met zijn maehtige per-
soonlijkheid tegenstellingen in den iioezem
van den raad der volkscommissarissen wist
te verzoenen. Verlaat hij die plaats voor-
goed, dan is een vcrscherping van den
srijd tusschen zijn epigonen en verdeeld-
heid over de binnen- en buitenlandschen
Toen eenige jaren later dr. Greyson ge-
storven was en zijn vrouw en zoontje hul-
peloos achterbleven, had het leed deze
oeide vrouwen samengebraclit en zij had
den vanaf dien dag samen gewoond, tot
ook de weduwe Greyson stierf en Marah
Rocke nu voor twee knapen had te zor-
gen.
Zij had dat echter niet lang behoeven
te doen, want de jonge Herbert Greyson
wilde haar niet tot last zijn en was daar
om naar zee gegaan, zooals hij reeds aan
majoor Warfield had verteld.
Sedcrt dien had Herbert dikwijls aan
zijn moedtrlijke vriendin geschreven, had
haar na elke reis een groot gedeilie van
zijn soldij gezonden en ha:rook eenige ma-
len opgezocht, maar nu had hij reeds se-
dert drie jaren niets meer van zich laten
hooren.
Het sciiip was door allerlei omstandig
heden lang weggebleven en Herbert h id
zijn vrienden al dien tijd niet kunnen be-
zoekeu.
He; was avond: in het huis der weduwe
bfandde reeds het licht. Marah Rocke zat
met een handwerk bezig, aan de tafel, tcr-
\v ijl Guido i n zijn boeken was verdiept.
Mrs. Rocke was thans zeven-entoertig
jaar oud; zij was een ernsiige, maar sym-
pathieke vrouw. Haar zoon was groot en
flink gebouwd; voortvarendheid en moed
spraken uit zijp trekken.
Langen tijd had er stilzvvijgen g« -
hecrscht, tot Guido zijn boeken dichtsl eg
en opstond, om een kleine wan deling te
maken. Hij had den geheeien middag g(-
wcrkt en verlangde naar frissche iuclvt.
Op hetzelfde oogenblik klonken van bui-
ten rassche schreden, de deur werd op :i-
gevvorpen en birmen trad Herbert Greyson,
die zich te Tiptop van majoor Warfieid
politick te vcrwachten. Er is dus reden
de btrichten uit Moskou over hem met
langstelling te volgen.
Tusschen de regels door heeft Magiuot,
de Fransche minister van oorlog, in een
mededeeling aan Havas net officieele com
munique over de bijeenkomst te Brussel
op een belangrijk punt aangevuld. Hij deel-
de namelijk mede, dat „er geen nieuwe be-
zetting zal plaats hebben." Daar Magnot
dit als lid van de regeering van Poincare
niet lichtvasrdig kan verzekeren, moet mien
aannemen dat het besluit ertoe thans in
het regeeringsprogram is opgenomen, en
daar het na de bijeenkomst van Brussel is
medegedeeld, ligt de gevolgtrekkingt voor
de hand, dat men er te Brussel jtoc beslo
ten heeft. Maandag schreven wij te dezer
plaatse: „De neiging om voor: te gaan met
een militaire sanctie-poliuek buiten het
eigenlijke Rocr-gebied zou aan Belgisdhe
zijde niet groot zijn." Als de grens dan nu
om het nieuwe bezette gebied getrokken
wordt, is dit stellig vooral te danken aan
de rem die de Beligische regeering den
Fransche voortvarendheid heeft aangelegd.
De Fransche bladen blijven het publiek
voorbereiden op een aanstaande schikking
in het Rocrconflict. De socialistische Peu-
ple doet dat in de volgende bewoordingen
„E|r is reden om aan te nemen dat er on-
danks de in F'rankrijk en in Duitsch|and
vocrgewende ontoegevendheid onaerhande-
lingen achter de schermen gaande zijn,
waaraan nijverheidsgroepen uit de beide
landen deeinemen. Wij gelooven ons niet
aan een dwaling schuldig te maken als we
zeggen dat dit met instemming der Fran
sche en vermoedelijk ook met die der Deut
sche regeering geschiedt. Het Roer-avon-
tuur schijnt mitsdien, nu het beginsel van
gelijke rechten aan weerszijden is erkend,
op een fusie van het Duitsche en het Fran
sche kapitaal te zullen uitloopen."
Burgerlijke Fransche bladen meenen even
eens te weten dat in beginsel reeds een
toenadcring is bereikt; de groote mceilijji-
heid zou echter zijn een het prestige van
beide regeeringen handhavenden vorm
voor rechtstreeksche onderhandelingen te
vinden. In dit verband wordt den naam
van Benesj als bemiddelaar genoemd.
DE VLAAMSCHE LEEUW.
Meer en meer komen bijzondcrheden aan
het licht over wat de Vlaamsche soldaten
in den grooten oorlog geleden hebben, niet
aan het front, maar in de Fransche gevan-
genissen.
Thans wordt een brief gepubllceerd van
een vriend van het bekende kamirlid dr.
Van de Perre.
Deze schrijft hierin: „Ik kom terug op
hetgeen ik schreef over den toestand der
soldaten in de Fransche gevangenis. 't Is
wraakroepend.
In 't geheel zijn er omstreeks 3000 sol
daten in Frankrijk opgesloten (bijna alien
Vlamingen). Daar zitten jongens die tot
de doodstraf plus vijf jaar, tot de dood-
straf plus 10 jaar veroordeeld zijn voor
ware nietigheden. Een onder hen, die tot
de doodstraf plus vijf jaar veroordeeld
werd, weet niet eens welki zware straf
hij opliep en denkt dat hij enkel vijf jaar
kreeg. Een voorbeeld dezer straffen: een
Vlaming antwoordde aan zijn kapitein
„oui fieu" (Ja jongen). Dat werd hem met
zes jaar dwangarbeid betaald. Gij kent de
taal van ons landvolk. Zekere uitdrukkin-
gen worden in alle omstandigheden, zoo
goede als slechte en zonder de minste
kwade bedoeling gebruikt. Niemand, die
de taal van 't volk kent, hecht er het min
ste belang aan, of zoekt er een erge be-
leediging in.... Veel jongens, doorbrave
jongens, zitten voor die uitdrukkingen kork
Is zulks niet ongehoord? In de gevangenis
en Kapitola had afgescheiden om ij irie
den te bezoeken. Hun v.:rrassmg was even
groot als hun vreugde en ien hartelijke
ontvangst viel hem ten ueel. Moeder n
zoon hadden beiden de zelfcle gedachten
gehad en hetzelfde ge\reescl, aiiaar ze had
den elkaar hun vrees niet durven ken'oaar
maken.
En nu stond de reeds dood gew aan de
plotseling voor hen. Geen wonder, dat
hem een menigte vragen werden gesteld
en dat er een geruimen ijd verliep, vo r
Herbert mede kon deelen, wat Inni te
New-York was overkomen.
Maar zegt gij mij eens, hoe is het
nu al dien tijd met u gegaan?
O goed, antwoordde mrs. Rocke,
die d° vreugde van het weerzien niet wilde
storen door droevige dingen te verhalen.
Guido heeft een vaderlijken vriend gevon-
den in zijn leeraar, dokter Day van Wil
low Heights, die hem nu in zijn studien
lielpt.
Dat verhewgi mij, Guido, ik.wensch
je geluk daar mede. Maar nu heb ik u
ook gewichtig nieuws mede te deelen. U
weet, dat Ik een rijken oom heb, majoor
Warfieid, dien ik nog nooit had gczien,
omdat mijn rjioedtr en hij geen vriend-
schap meer onderhielden.
Ja, antwoordde mrs. Rocke, zonder-
ling bieek wordend, ik weet het, maar
je moeder sprak daar niet gaarne over.
Welnn, wien heb ik nu te New-York
ontmoet? Niemand and.rs dan mijn oom!
En nu vcr'naald- Herbert ailes, zijn ont-
moeting met den majoor, diens edelmoedig
aanbod, en zijn reis naar Tiptop, waar hij
voor korten tijd afscheid van hem en Ka
pitola had genomen, om mrs. Rocke en
ha. r zoon op te zoeken.
(Wordt vervolgd).
i'Xlt* :;fA