ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN, Vrijdag 16 Maart 1923 63e J aarguujg "Tin'n~eTlTn or No 7428 Hit geheimzianigei Woudhuig BUITENLAN0. TWBEDB BLAD. F EUILLETON eerste kamer. Vtrgadering van Woensdag. De voorzitter complimenteert den heer van dor Does de Willebois met zijn vijf en twintig jarig lidmaatschap van de Ka mer en wenscht hem geluk met zijn 80sten verjaardag. Aan de orde is de lndische begrooting. De heer van Lanschot (r.k.) betreurt het dat de Staten-Generaal niet voor 1 Januari 1923 zijn gehocrd inzake opheffing van het uitvoerrecht van aardolie. TWEEDE KAMER. Vtrgadering van Woensdag. Bij de voortgezette behandeling van de Jachtwet licht de heer Hiemstra (s.d.) een amendement toe, om denjjrijs van de jacht acte B op f 2.50 te bepalen, indien uit- sluitend op eigen grond wordt gejaagd. De heer Braat (plattel.) licht toe een amendement, om tusschen de groote jachtacten A. en B. een groot verschil te maken en om den prijs van de kleine jachtacte op f 2.50 te stellen. De heer Bakker (c.h.) verdedigt een amendement om de lange jacht te verbie- den. De heer Hiemstra nog een amendement om den prijs van de kleine jachtacte op f 5 te bepalen. De heer van Voorst tot Voorst (r.k.) wil het eerste amendtment Hiemstra beperken tot boeren die schadelijk gedierte verdel- gen. De heer Wejtkamp (c.h.) bestrijdt het amendement Hiemstra, omdat de meeste boeren niet geschikt zijn voor de jacht. De heer Sasse van Ysselt (r.k.) bestrijdt alle amendementen ter verlaging van den jachtprijs. De heer Dresselhuys (v.b.) bestrijdt het amendement Bakker, omdat de wet geen opvoedingsinstituut is. De heer Deckers (r.k.) verdedigt het amendement Bakker. Mej. Suze Groeneweg (s.d.) acht de jacht een noodzakelijk kwaad en een mim- derwaardige sport voor het tegenwoordige geslacht en steunt den heer Bakker. Mej. van Dorp (lib.) steunt eveneens den heer Bakker. Minister Ruys bestrijdt het eerste amen dement Hiemstra, omdat de landbouwbe- langen voldoende beschermd worden, en daardoor nuttig wild zou worden uitge- tioeid. Het tweede amendement Hiemstra is aan- vaardbaar. De amendementen Braat en Bakker be strijdt spreker, omdat het onderscheid tus schen de jachtacten A. en B. scherp genfoeg is, en omdat een zachte dood van wild bij geen enkele jacht kan worden gewaar- borgd. Na repliek van de sprekers en dupliek van den minister wordt het tweede amen dement Hiemstra overgenomen. Het eerste amendtment Hiemstra wordt verworpen met 62 tegen 16 stemmen. Het amendement Braat wordt verworpen met 57 tegen 22 stemmen. Het amendement Bakker wordt aange- nomen met 60 tegen 18 stemmen. Art. 14 wordt aangehouden, art. 13 goedgekeurd. DE DR1EVOUDIGE T1ELSCHE L1JST VAN DEN VRlJHEIDSBOND. Gedeputeerde Staten van Gelderland heb- ben de beslissing van het hoofdstembureau in den Statenkieskring Tiel, waarbij de drievoudige candidatenlijst van den Vrij- heidsbond ongeldig is verklaard, gtfuanld- haafd. 6) Zij gingen doer een lange gang, Hep. u dan door eenige oude vertrekken, die .r zeer verlaten en vervallen uitzagen en kwamen ten slotte in een groote afgele- gen, ouderwetsche kamer. Bij het zwakke, onzekere licht van de kleine kaars kon Kapitola in den begin- ne niets andtrs onderscheiden dan zwar- te schaduwen en donkere pli kken. Maar toen de oogen meer aan dt hafve duis- ternis waren gewend, bemcrkte zij, dat aan de eene zijde van het vercrek aen groot ouderwetsch ledikant stond met roo- de gordijnen er om heen. De ramen aan den andcren wand hadden gordijnen van dezelfde kleur. Tusschen deze ramen in, juist tegenover het ledikant, stond een klecrenkast van don- ker mahoniehout met deur, die een groo- ten spiegel droeg. Een toilettafel en eenige leunstoelen, zetels en tafels vormden daar- nevens de meubileering van het vertrek. Er lag geen kleed op den vloer. Voor den hoogsten schoorsteen echter lag een bererfvek Weldra had de huishoudster in den haard een flink vuur aangemaakt, dat de kamer tot in de hoeken verlichtte. Kapitola keek nieuwsgierig de kamer rond. Maar waar is nu het valluik? Ik zie er geen. O, kijk u maar eens hier, zeide mrs. Kondiment, en zij nam1 het btrenvel weg. Nu werd in den bodem een soort van luik zichtbaar, vastgehouden door een ijzeren WACHTGELDJAReN TELLEN NIET VOOR PENSIOeN. Naar de Tel. verneemt, ligt het in het voornemen van den minister van Financieh om de pensioenwetten 1922 voor de rijks- ambtenaren in dier voege te wijzigen, dat de tijd, op wachtgeld doorgebracht, niet medetelt als diensttijd, welke met pensioen zal worden vergolden. In de pensioenwetten voor de militai- ren komt geen bepaling voor, dat de tijd, op wachtgeld doorgebracht, met pensioen vergolden zal worden doch door den mi nister van Oorlbg is een wijziging van de militaire pensioenwetten in dien zin in uitzicht gesteld. In verband ochter met het voorntmen om de burgerlijke pensioenwetten in bedoelden geest te wijzigen, zal een herziening van de militaire pensioenwetten achterwege blijven, en zal dus de tijd, op wachtgeld doorgebracht, niet medetellen als dienst tijd welke met pensioen vergolden zal worden. DE HAVEN VAN VLISSINGEN. In de Mem. van Antw. aan de Eerste Kamer inzake de Waterstaatsbegrooting deelt de minister het volgende mee: Uiteraard zal de minister rekening hou- den met het door de Tweede Kamer der Staten Generaal uitgebracht votum inzake de verbetering van de haven te Vlissingen. Hoezeer wellicht eenige neiging bestaat gebruik van Vlissingen als aanloophaven te maken, is het toch naar hij! meent, nog geenszins zeker, dat de verwachting in- dcrdaad zal worden verwezenlijkt. Intus- schen zou wanneer de noodige fondsen worden beschikbaar gesteld, de uitvoe- ring zoodanig kunnen worden geregeljd, dat de werken in vier jaar gereed zouden kunnen zijn. Onder het voorbehoud van het beschikbaar zijn der benoodigde gel- den zal de bouw van den kaaimU)iijr 2 en een half jaar vorderen. Wellicht zou een deel van de haven nl. dat nabij het Zuide- lijk einde van den kaaimuur reedls 2 jaar nadat met den bouw van den muur is be- gonnen, in gebruik kunnen worden ge- nomen. Er zal naar worden gestreefd dat met het bouwen van den muur in 1923 kan worden aangevangen. De kosten van de havenverbetering wor den thans op 5.400.000 geraamd. In die kosten zijn niet begrepen die voor het aan- brengen der aansluitingen van deze spo- ren aan het bestaande spoorwegnet, even- min als de kosten van de outtilage van de haven, daargelaten voor wiens rekening een en ander zal moeten komen. In totaal schijnt derhalve een uitgave tusschen 6 en 7 millioen gulden met de totstandkoming gemoeid te zullen zijn. LOONSVERLAGING VOOR HET RIJKS- personeel. Men ineldt aan het Handbl. Door de leiders der ambtenaren-vakbo- beweging wordt het personeel voorbereid op de mogelijkheid eener algem'eene loons- verlaging van 10 pet., ingaande 1 Januari 1924 en op ingrijpende veranderingen van de pensioen wet 1922 en de wachtgeldre- geling, die verslechteringen voor de amb- tenaren beteekenen. TREINVeRBINDINGEN. In de mededeelingen over de treinver- bindingen in de M. v. A. van den minister van W. aan de Eerste Kamer, wordt oJa. gemeld Het mogelijke wordt gedaan om1 aan den wensch tot verbetering van de aan sluitingen naar Belgie tegemoet te ko men. Dfit te 7 u. 3 |n. vocrmiddag uit Vlis singen vertrekkende sneltrein zal geen da- delijke aansluiting naar Belgie kunnen ver- krijgen. Deze trein kan niet gewijzigd wor den in verband met de provinciale boot- haak. Pas in 's hemels naam op, als u hier overheen loopt, want als u ongelukki- gcrkvijze met uw voet den ijzi reii haak weg stoot, valt het luik naar beneden en u store in een afgrond, niemand weet noe diep. Maar waartOe werd dit verschrikke- lijk valluik gemaakt? vroeg Kapitola hui- verend. Niemand weet het, miss Kapitola. De ze kamer was er al, toen de familie Le Noir nog dit huis bewoonde. Ik zal u mor- gen weleens een paar dingen vertelien, want er gaan geheimzinnige praatjes van dit valluik om. Laten we nu naar beneden gaan, want het avoudmaal is gtreed en de majoor houdt er niet van te wachten. Zij gingen naar beneden, waar de gedek- te tafel reeds wachtte. Gedurende het avondeten werd geen woord over het val luik gesproken. Zoodra men van tafel was opgestaan, ging Kapitola, na haar oom goeden nacht te hebben gewenscht, naar boven, in gezelschap van een meisje, een kleuriinge, Pitapat, die haar als kamcnier zou behulpzaam zijn. Kapitola wilde natuurlijk onmiddellijk wat meer weten van het geheimzinnige valluik. Zij grendelde de kamerdeur dicht, nam het berenvel voor den schpoorsteen weg en trachtte voorzichtig den ijzeren haak van het luik terug te schuiven. Zij be mcrkte, dat de haak zeer los zat, want bij den geringsten druk sprong hij terug en het luik viel naar beneden, vanwaar een donkere, diepe afgrond gaapte. Geef mij de lamp eens, Pitapat 1 zeide Kapitola, ik moet eens zien, wat dat vocr een diepte is. Het meisje, niet weinig vreesachtig, gaf haar sidderend de lamp aan en Kapitola liet het licht naar beneden stroomcn. Maar verbindingen van Z. Vlaanderen te Vlissin gen en te Vlake, terwijl het overleg met de Belgische spoorwegen, om den trein uit Roosendaal te wijzigen, geen resul- taat heeft opgeleverd. DE BOUWVAKARBEIDERS EN DE WERKLOOSHeID. Op de vragen van het Tweede Kamerlid Van den Tempei om rent het vallen van werklooze bouwvakaroeiders te Assen bui- ten de steunregeling omschreven in de cir- culaire van Binnenla/ndsche Zaken van 4 December 1922 heeft de minister van Bin- nenlandsehe Zaken en Landbouw o.a. het volgende gean tw oord Op art. 74 van hoofdstuk V der ontwerp- begrooting voor 1923 zijn 4 millioen gulden aangevraagd voor subsidies in de kosten van werkv rschafiing en steunverleepiing. Naar het zich reeds thans laat aanzien, zal dit bedrag, ook bij betrachting van de grootst mogelijke zuinigheid, op verre na niet toereikend zijn. Ook al ware dit niet het geval, dan zou de toestand van 's lands financien het toch noodzakelijk doen zijn, dat de regeering bij de behan deling van de aanvragen der gemeuntebe- sturen, om nieuwe groepen van werkloo- zen in de steunregeling op te nemen, zeer nauwgezet nagaat, of er al dan niet be- zwaar tegen bestaat, dat aan de aanvra- ge wordt voldaan. In het bijzondcr dient te worden over- wogen, of het treffen eener steunregeling een terugkeer naar toestanden, die de op- leving van het bedrijf mogelijk kunneiv maken, zou belemmeren. Tegen inwilliging van het verzoek van het gemeentebestuur van Assen bestonden de volgende be- zwaren a. In de laatste jaren zijn door oorza- ken, die hier niet behoeven te worden uit- eengezet, vele arbeiders naar de bouw- vakken overgegaan. Het is daarom voor de regeering zeer twijfelachtig, of de werk- loosheid in de bouwvakken in het alge- meen wel in de eerste plaats is een gevolg der crisis, dan wel van terugkeer naar nor- male toestanden. b. Voor opneming in de steunregeling als nieuwe groep van werkloozen komen in de eerste plaats in aanmerking zij, wier verdiensten in de laatste tijden van dien aard zijn geweest, dat behoefte aan onder- steiming in het algemeen kan worden on- dersteld. De wer'c^.ijke verdiensten van de bouvv\'aKarbeiders'^itT'~iieJi ^c-met'h z'ijii, naar bekend is, in de laatste jaren zoo hoog geweest, dat bij betrachting van een gepaste zuinigheid, dadelijke behoefte aan steun als regei bezwaariijk kan worden aan- genoinen. De regeering heeft er overwe- gend bezwaar tegen, hen te doen steunen, die bij inachtneming van de noodige spaar- zaamheid i n eigen ondirhoud hadden ku(n- nen vocrzien. c. Voor den minister is het zeer de vraag, of de bouwvakarbeiders zelf niet be- langrijk zouden kunnen medewerken ter verruiming der werkgelegenheid. Er be staat nog groote behoefte aan woningep, en andcre gebouwen, doch de hooge loo- nen maken, dat in die behoefte niet vocr zien kan worden. Offerden de bouwvak arbeiders in het algemeen belang iets van hun verdiensten op, waarbij de voor hen toegestane werktijdverlenging gelegtenheid biedt de weekinkomeie-. te vtrhoogen, dan zou ongetwijfeld meer gebouwd worden. Eenige sprekende gegevens over de loo- nen der bouwvakarbeiders in de laatste jaren zijn te vinden in het verslag van de oommissie van ondtrzoek naar de toestan den in het bouwbedrijf, vvaaruit blijkt, hoe steifk de loonen der bouwvakarbeiders uit- staken boven die van andire vakarbeiders. De beslissing van den minister op het verzoek van het gemeentebestuur van As sen heeft in zooverre algemecne betee- de lamp verlichte slechts een beperkte ruimte; daar beneden was alles zwart als de nacht, een zwak geluid, als het gehur- mel van water, drong naar boven door. Kapitola wilde de lamp nog wat iager hou- den, maar door een onhandige beweging viel plotseling dc lamp uit haar hand en stortte naar beneden.. Met een onwillekeu- rige huivering trok Kapitola spoedig het luik week omhoog en bevestigde het aan den haak. Zij bleef eenigen tijd in gedach- ten virzonken, peinzende over dit verrader- lijke luik en de slachtoffers, die het wel licht reeds gemaakt had. Het is niet prettig, boven een dergc- lijk ding te moeten slapen, mompelde zij. Ma:r war zou ik eigentijk te vreezen hebben. Zij, die dit luik inaakten, hebben dit huis al lang verlaten; het oefent zijn verraderlijke werking niet meer uit. Het kan mij niet diren. Ik heb mij geen zorg daar- over te maken. Indien zij virmoed had.... IV. Nlarah Rocke. Aan een ouden, slechten landweg stond een klein, onaanzienlijk huis van steen ge bouwd en door een tuin omgeven, \va. r- omheen een steenen muur liep. In dat huis, zeer eenvoudig, haast ar- naoedig ingericht, woonden toe vrienden van Herbert Greyson, de weduwe Rqcke en haar zooti Guido. Niemand wist, Vie zij was, vanwaar zij gekomen was. OngeveeT vijftien jaar geleden was zij op zektTen dag in het stadje Staunton ver- schenen, in zwart rouwgewaad, begeleid dooT een jongetje van twee jaar. Zij had nabij de stad het genoemde huis gehuurd. het karig ingericht en door handwerken voorzien in haar levensonderhoud. kenis, dat tot nu toe de bouwvakarbeiders niet in de steunregeling zijn opgenomen. Het is desniettemin en ondainks de be- denking,' genoemd ondcr a, bereid, ook vocr de bouwvakarbeiders in bepaalde ge- meenten een steunregelilng te treffen, zoo dra hem gebleken zal zijn, dat in die ge- meenten een redelijke verhouding is tot stand gebracht tusschen de loonen van de bouwvakarbeiders en tusschen die der werklieden uit andere groepen voor wie in den laatsten tijd een steupregeling is gelroffen. Hij is genegen bij de beoordeeling van die loonen rekening te houden met alle omstandigheden, die een eenigszips hoo- ger loon voor de bouwvakarbeiders kun nen wettigen. Komt een steupregeling ook voor de bouwvakarbeiders tot stand, dan zal zekirheid dienen te worden. verkre- gen, dat geen steun wordt verleend aan hen, die in de laatste jaren zooveel heb ben vcrdiend dat steun uit de openbare kas niet gerechtvaardigd zoude zijn. DE EERSTE KAMER EN DE ZOMERTIJD. In de Dinsdag gehouden vergadering van de Eerste Kamer decide de voorzitter mo de, dat de centrale afdeeling besloten heeft het ingekomen wetsvoorstel Braat, betref- fende den zomertijd, nog niet in de af- deelingen te doen onderzoeken, omdat zij van oordeel was dat dit wetsvoorstel in onvoldoenden zin was toegelicht en om dat zij de Kamer in de gclegenheid wilde .stellen, kennis te nemen van het bundeltje verslagen en stukken, dat de minister van binnenlandsche zaken en landbouw daarbij in de Tweede Kamer heeft overgelegd en dat het wetsontwerp vergezelt. Vandaar dat zij den minister heeft verzocht een re sume daarvan te maken ter vergemakkelij- king van de kennisneming van den inhoud. Besloten is dus met het afdeelingson- derzoek te wachten, totdat deze nadere inlichtingen zuJlen zijn ingekomen. DE FINANCIeN VAN INDIe. De Landvoogd heeft de begrootingscon- ferentie in Januari ingeleid en verklaard, overhugd te zijn, dat de toestand slechf was. De schuld van Indie, die aan het einde van 1922, 1184 millioen bedroeg, heeft thans de 120Q millioen overschreden. Sinds 1915 is de schuld verachtvoudigd. Rente en aflossing bedragen jaarlijks 100 iuitlioen. DE TOESTAND. Lenin, de 53jarige president van de Rus- sisc'ne Sowjetregeering, is door een be- roerte getroffen en zijn toestand is zoo ernstig, dat die regeering bulletins over zijn ziekte uitgeeft. Daar, zoo goed als in den tijd der Tsaren, het lot van Rusland ook nu nog ligt in de handen van enkele personen, onder wie Lenin een macht heeft welke die der Keizers niet alleen evenaart, masr misschien wel overtreft, zou de de- finitieve verdwijning van zijn figuur een gebeurlenis van politieke beteekenis zijn. Het is niet de eerste maal, schrijft de N. R. Crt., dat men zulk een gebeurtenis voor- ziet. In de laatste jaren is het met Lenin's gezondheid voortdurend sukkelen geweest en het is nog niet zoo lang geleden, dat hij voor zijn dokters zijn dagelijksche werk in bep ifc.en omvang heeft mogen hervat- ten. Lenin was de man op de spits van de Sowjet-piramide die met zijn maehtige per- soonlijkheid tegenstellingen in den iioezem van den raad der volkscommissarissen wist te verzoenen. Verlaat hij die plaats voor- goed, dan is een vcrscherping van den srijd tusschen zijn epigonen en verdeeld- heid over de binnen- en buitenlandschen Toen eenige jaren later dr. Greyson ge- storven was en zijn vrouw en zoontje hul- peloos achterbleven, had het leed deze oeide vrouwen samengebraclit en zij had den vanaf dien dag samen gewoond, tot ook de weduwe Greyson stierf en Marah Rocke nu voor twee knapen had te zor- gen. Zij had dat echter niet lang behoeven te doen, want de jonge Herbert Greyson wilde haar niet tot last zijn en was daar om naar zee gegaan, zooals hij reeds aan majoor Warfield had verteld. Sedcrt dien had Herbert dikwijls aan zijn moedtrlijke vriendin geschreven, had haar na elke reis een groot gedeilie van zijn soldij gezonden en ha:rook eenige ma- len opgezocht, maar nu had hij reeds se- dert drie jaren niets meer van zich laten hooren. Het sciiip was door allerlei omstandig heden lang weggebleven en Herbert h id zijn vrienden al dien tijd niet kunnen be- zoekeu. He; was avond: in het huis der weduwe bfandde reeds het licht. Marah Rocke zat met een handwerk bezig, aan de tafel, tcr- \v ijl Guido i n zijn boeken was verdiept. Mrs. Rocke was thans zeven-entoertig jaar oud; zij was een ernsiige, maar sym- pathieke vrouw. Haar zoon was groot en flink gebouwd; voortvarendheid en moed spraken uit zijp trekken. Langen tijd had er stilzvvijgen g« - hecrscht, tot Guido zijn boeken dichtsl eg en opstond, om een kleine wan deling te maken. Hij had den geheeien middag g(- wcrkt en verlangde naar frissche iuclvt. Op hetzelfde oogenblik klonken van bui- ten rassche schreden, de deur werd op :i- gevvorpen en birmen trad Herbert Greyson, die zich te Tiptop van majoor Warfieid politick te vcrwachten. Er is dus reden de btrichten uit Moskou over hem met langstelling te volgen. Tusschen de regels door heeft Magiuot, de Fransche minister van oorlog, in een mededeeling aan Havas net officieele com munique over de bijeenkomst te Brussel op een belangrijk punt aangevuld. Hij deel- de namelijk mede, dat „er geen nieuwe be- zetting zal plaats hebben." Daar Magnot dit als lid van de regeering van Poincare niet lichtvasrdig kan verzekeren, moet mien aannemen dat het besluit ertoe thans in het regeeringsprogram is opgenomen, en daar het na de bijeenkomst van Brussel is medegedeeld, ligt de gevolgtrekkingt voor de hand, dat men er te Brussel jtoc beslo ten heeft. Maandag schreven wij te dezer plaatse: „De neiging om voor: te gaan met een militaire sanctie-poliuek buiten het eigenlijke Rocr-gebied zou aan Belgisdhe zijde niet groot zijn." Als de grens dan nu om het nieuwe bezette gebied getrokken wordt, is dit stellig vooral te danken aan de rem die de Beligische regeering den Fransche voortvarendheid heeft aangelegd. De Fransche bladen blijven het publiek voorbereiden op een aanstaande schikking in het Rocrconflict. De socialistische Peu- ple doet dat in de volgende bewoordingen „E|r is reden om aan te nemen dat er on- danks de in F'rankrijk en in Duitsch|and vocrgewende ontoegevendheid onaerhande- lingen achter de schermen gaande zijn, waaraan nijverheidsgroepen uit de beide landen deeinemen. Wij gelooven ons niet aan een dwaling schuldig te maken als we zeggen dat dit met instemming der Fran sche en vermoedelijk ook met die der Deut sche regeering geschiedt. Het Roer-avon- tuur schijnt mitsdien, nu het beginsel van gelijke rechten aan weerszijden is erkend, op een fusie van het Duitsche en het Fran sche kapitaal te zullen uitloopen." Burgerlijke Fransche bladen meenen even eens te weten dat in beginsel reeds een toenadcring is bereikt; de groote mceilijji- heid zou echter zijn een het prestige van beide regeeringen handhavenden vorm voor rechtstreeksche onderhandelingen te vinden. In dit verband wordt den naam van Benesj als bemiddelaar genoemd. DE VLAAMSCHE LEEUW. Meer en meer komen bijzondcrheden aan het licht over wat de Vlaamsche soldaten in den grooten oorlog geleden hebben, niet aan het front, maar in de Fransche gevan- genissen. Thans wordt een brief gepubllceerd van een vriend van het bekende kamirlid dr. Van de Perre. Deze schrijft hierin: „Ik kom terug op hetgeen ik schreef over den toestand der soldaten in de Fransche gevangenis. 't Is wraakroepend. In 't geheel zijn er omstreeks 3000 sol daten in Frankrijk opgesloten (bijna alien Vlamingen). Daar zitten jongens die tot de doodstraf plus vijf jaar, tot de dood- straf plus 10 jaar veroordeeld zijn voor ware nietigheden. Een onder hen, die tot de doodstraf plus vijf jaar veroordeeld werd, weet niet eens welki zware straf hij opliep en denkt dat hij enkel vijf jaar kreeg. Een voorbeeld dezer straffen: een Vlaming antwoordde aan zijn kapitein „oui fieu" (Ja jongen). Dat werd hem met zes jaar dwangarbeid betaald. Gij kent de taal van ons landvolk. Zekere uitdrukkin- gen worden in alle omstandigheden, zoo goede als slechte en zonder de minste kwade bedoeling gebruikt. Niemand, die de taal van 't volk kent, hecht er het min ste belang aan, of zoekt er een erge be- leediging in.... Veel jongens, doorbrave jongens, zitten voor die uitdrukkingen kork Is zulks niet ongehoord? In de gevangenis en Kapitola had afgescheiden om ij irie den te bezoeken. Hun v.:rrassmg was even groot als hun vreugde en ien hartelijke ontvangst viel hem ten ueel. Moeder n zoon hadden beiden de zelfcle gedachten gehad en hetzelfde ge\reescl, aiiaar ze had den elkaar hun vrees niet durven ken'oaar maken. En nu stond de reeds dood gew aan de plotseling voor hen. Geen wonder, dat hem een menigte vragen werden gesteld en dat er een geruimen ijd verliep, vo r Herbert mede kon deelen, wat Inni te New-York was overkomen. Maar zegt gij mij eens, hoe is het nu al dien tijd met u gegaan? O goed, antwoordde mrs. Rocke, die d° vreugde van het weerzien niet wilde storen door droevige dingen te verhalen. Guido heeft een vaderlijken vriend gevon- den in zijn leeraar, dokter Day van Wil low Heights, die hem nu in zijn studien lielpt. Dat verhewgi mij, Guido, ik.wensch je geluk daar mede. Maar nu heb ik u ook gewichtig nieuws mede te deelen. U weet, dat Ik een rijken oom heb, majoor Warfieid, dien ik nog nooit had gczien, omdat mijn rjioedtr en hij geen vriend- schap meer onderhielden. Ja, antwoordde mrs. Rocke, zonder- ling bieek wordend, ik weet het, maar je moeder sprak daar niet gaarne over. Welnn, wien heb ik nu te New-York ontmoet? Niemand and.rs dan mijn oom! En nu vcr'naald- Herbert ailes, zijn ont- moeting met den majoor, diens edelmoedig aanbod, en zijn reis naar Tiptop, waar hij voor korten tijd afscheid van hem en Ka pitola had genomen, om mrs. Rocke en ha. r zoon op te zoeken. (Wordt vervolgd). i'Xlt* :;fA

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 5