ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREfl
No 7424 Woensdag 7 Maart 1923. 63e Jaargang.
Bekendmaking.
Est geheimziuaige Woudkuis
H I MDEKWET.
de Afbraak
BINNENLAND.
FEUILLETO H
BUITENLA ND.
Op Vrijdag 9 Maart 1923, des
namiddags te 3 uur, zal op het ter rein
der afbraak publiek worden verkocht
van een door de Gemeente West-
do r p e aangekocht Woonhuis met
Smedetij binnen de kom diergemeente.
Westdorpe, 5 Maart 1923.
De Burgemeester,
H. J. VAN WAES.
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
Bij de voortzetting van de behandeling
vand|e Huurcommissiewet wordt het amen-
dement-Oud, om voor verwaarloosde. wo-
ningen de vrij huurverhooging niet toe te
stann, aangenomen met ItffMgONwjih stein-
men.
De heer Van Rappard (v.-b.) licht zijn
amendement toe om de wet niet toe te
passen op fabriekswoningen.
De heer J. ter Laan (s.-d.) bestrijdt dit
amendement, dat een der smerigste is, die
bij is tegengekomen. Bij een conflict tus-
schen den pairoon en de arbeiders kunnen
tfe laatsten zonder vorm van protest uit
hun woning worden gezet.
De heer Smeenk (a.-r.) bestrijdt het
amendement op principieele gronden.
Minister Heemskerk acht het amende
ment in dezen vorm onaanvaardbaar. Beter
is z. i. de voligende redactie: De fabrieks
woningen aan de huuropzeggingswetten te
onttreldcen, indien de bewoner (de arbeider)
niet meer b ij de onderneming in dienst is,
en indien de woningen voor andere arbei
ders noodig zijn.
De heer Van Rappard wijzigt zijn amen
dement aldus.
De heer Ter Laan handhaaft zijn be
zwaren.
De heer Boon (v.-b.) betoogt, dat de
nieuwe arbeiders thans moetcn lijden on-
der de voordeelen van de oude, die niet
behoeven te verhuizen.
Het amendement wordt verworpen met
52 tegen 21 stemmvn.
De artikelen 26 worden vastgesteld.
De heer Van Gijn (v.-b.) licht zijn amen
dement toe, om het vrije percentage op
2)
Daar brandt een vuur in de schuur,
mompelde de vrouw, die den mannen de
deur had geopend, ga mede, tot zij klaar is.
De predikant en de vrouw verlieten de
hut en de vrederechter bleef alleen met de
oude vrouw achter.
Hij deed haar den eed afleggen, dat zii
de voile waarheid en niets dan de vvaar-
heid zou zeggen en stelde haar daarop de
vraag wie zij was en hoe zij heette.
Is het mogelijk, dat gij mij niet
meer kent, master, antwoordde de vrouw
met zwakke stem.
Neen, ik heb je nooit gezien.
Toch master. Zie mij eens goed aan.
Majoor Warfield vestigde verbaasd zijn
oog op h'et gelaat der vrouw, het was geel
en doorploegd met voren.
Hemel, zeide hij plotseling opgewon-
den, is het mogelijk? Nancy Grewel, die
voor vijftien jaren ineens verdween?
Ja, master, ik ben Nancy Grewel, die
voor vijftien jaar verdween op even ge-
heimzinnige wijze als de lady, die...
Wat hebt gij voor een misdaad be-
gaan? Spreek openhartig. Gij hebt van de
aardsche gerechtigheid niet meer te vree-
zen, je uren zijn geteld.
Ik weet het, master. Maar ik heb
geen misdaad begaan, evenmin als ik ont-
vlucht ben; men heeft mij opgelicht.
Een heftige stoot van een stormwind,
die de hut deed beven, deed de
oude vrouw een oogenblik zwijgen.
1 Januari 1924 op 60 en 45 en 1 Juli 1924
op 70 en 52,5 te bepalen.
De heer Smeenk bestrijdt het amende
ment. Bij de aanneming daarvan kan de
Huurcommissiewet wel vervallen.
De heer J. ter Laan bestrijdt het amen
dement eveneens.
Minister Aalberse ontraadt het, omdat
de kosten van het bouwmateriaal aanmer-
kelijk zijn gedaald, en Imeer huurverhooging
niet noodig is.
De heer Van Gijn trekt zijn amendement
in.
De heer Hermans (r.-k.) licht zijn amen
dement toe, om voor bepaalde gemeenten
met grooten woningiTood het vrije percen
tage op 35 en 25 te bepalen.
De heer Van Vuuren (r.-k.) bestrijdt dit
amendement.
AFSCHEID BURGeMEESTER
ZIMMERMAN.
In een daarvoor speciaal belegde raads-
vergadcring nam mr. A. R. Zimmermaji,
burgemeester van Rotterdam, die de func-
tie van commissaris-generaal van den Vol-
kenbond definitief aanvaard heeft, Dinsdag-
middag offideel afscheid van den raad.
De heer E. de Korver hield als oudste
raadslid een rede, waarin hij er op wees,
dat de burgemeester zich gedurende zijn
burgemeesterschap voor- en tegenstanders
geschapen heeft, doch dat men kan zeggen
velen hebben hem vereerd, meer misschien
gehaat, doch liefde en haat beide zullen
getuigen van de kracht zijner persoonlijk-
heid.
Spr. eindigde zijn rede met de woor-
den: „U kunt er van overtuigd zijn, mijn-
heer de burgemeester, dat de Rotterdam-
sche burgerij met belangstelling uw daden
en leven zal blijven volgen."
Hierna volgde de rede van den bur
gemeester.
DE KOLeNLEVERANTIES NAAR
NEDeRLAND.
Uit [>ortmund wordt gemeld, dat sinds
27 Januari door de Franschen geen enkele
kolentrein naar Nederland meer doorgelaten
is hetgeen gemotiveerd werd door de me-
dedeeling, J at de kolenlevcranties naar Ne
derland, overeenkomstig het verdrag, reeds
nagekomen waren.
TOT BEHOUD VAN DEN ZOMERT1JD.
Men meldt uit Amsterdam:
Er heeft zich een comite gevormd van
belanghebbenden mletFhet doei een nationa-
le beweging in het leven te roepen om
alsnog te trachten de aanneming van het
voorstel-Braat door de Eerste Kamer te
voorkomen. Dit voorloopig comite, waar
in verschillende vooraanstaande personen
zitting hebben, verzoekt dringend voor
Vrijdag 9 Maart a.s. schriftelijke betuigin-
gen van adhaesie te mogen ontvangen van
particulieren zoowel als van organisaties,
te zenden aan het comite tot behoud van
den zomertijd, Hotel Krasnopolski, Am
sterdam.
In de Zaterdag te Utrecht gehouden ver
gadering van het bureau voor sociale actie
ten dienste van handelsreizigers en handels-
agenten in Nederland is met algcmeune
stemmen besloten, een adres te zenden aan
de Eerste Kamer, om aan te dringen, op
verwerping van het iniatief-voorstell-Braat
(c.s., t.erzake de afschaffing van den zomer
tijd.
In beginsel werd besloten, steun te ver-
leenen aan een eventueel te vormen agita-
tie-eomite voor het behoud van den zomer
tijd.
DE ZOMeRTIJD.
In Rotterdam bestaat, schrijft de N. R.
Grt., in handelskringen veel belangstelling
voor ihlet in het leven roepen van een natio-
Het is vandaag juist vijftien jaren
geleden, hernam zij dan, en het was een
nacht, even stormachtig als nu, dat ik mij
op weg bevond naar ee*i huis waar men
mij als baker had ontboden. Ik was gez< -
ten op een muilezel. Vrees kende ik niet
en ik gaf er dan ook niet om, zelfs iyi
het hoist van den nacht de donkerste en
gevaarlijkste wegen af te leggen. Maar toen
ik in dien nacht, juist tegen middernacht,
in het dal kwara waar beneden dat geheim-
zinnige huis ligt, dat ook gij wel zult
kennen, kreeg ik toCh een kille huivering,
want ik had al zooveel zonderlinge dingen
gehoord over dat sombere huis en over
allerhande duistere daden, die daar ge-
schied zouden zijn.
Het was zoo donker, dat ik geen hand
voor oogen kon zien en het pad was zoo
smal, de boschjes links en rechts zoo
dicht, dat ik er nauwelijks door heen kon.
Zoo was ik gekomen tot aan de kl|einej,beek,
die wat verder in den Duivelskuil uitkomt
en mijn ezel wilde juist de voorpooten in
het water zetten, tioen plotseling twee
mannen uit het struikgewas op mij aanvie-
len en de teugels van den muilezel grepen.
Voor ik een kreet kon uiten, legde een tier
aanivallers zijn hand op mijn mond en
voegde mij toe: Zwijg of het is met je
gedaan.
Ik sperde de oogen wijd open, om de
aanranders te herkennen, maar ik kon niet
anders onderscheiden dan hun zwarte ge
stagen en zwarte maskers voor hun ge-
zichten.
Tracht niet te ontkomen, ging dezelf-
de stem voort, volg ons en je zult veilig
zijn.
Ik onikomen? Ik kon nauwelijks den-
ken, zoo was ik ontdaan. Half bewuste-
loos zat ik op den muilezel.
nale beweging om alsnog te trachten de
aanneming van het voorstell-Braat toti af
schaffing van den zormrtijd door de Eerste
Kamer te voorkomen. Men heeft contact
gezocht met het Amst<rdamsche comite
(dat, naar gemeld, dringend heeft verzocht,
voor Vrijdag 9 dezer schriftelijke betuigin-
gen van adhaesie te mogen ontvangen, van
particulieren zoowel als van organisaties
aan het adres: Comite tot behoud van den
zomertijd, hotel Krasnapolskv, Amsterdam).
Dat men met een dergelijke beweging,
in ruimen kring gesteund, een goede
kans maakt, is af te leirten uit hetgeen net
Voorloopig vers'ag ct Eerste Kamer van
13 Februari j.l. over de begrooting van
binnenlandsche zaken met betrekking tot
den zdmirtijd bevatte.
„Vele leden" zoo lezen wij daar
„vtrdedigden den zomertijd. Misschien
heeft de regeering den aanvangsdatum wel
eens te laat bepaald, maar overigens ver-
dient deze volgens hen weldadige, nuttige
maatregel toejuiching. Men ga daarom met
uit d'en weg voor net rumoer van sommige
plattelanders, dat verre orievenredig is aan
het ongerief, dat de landbouwers ervan
ondcrvinden.
„Enkele leden konden de bezwaren, wel-
ke de zomertijd ten opzichte van het platte-
land oplevert, billijken en verklaarden tot
de afschaffing te willen medewerken''.
Wij hebben in het bovenstaande twee
woorden gespatjeerd. De passus bewijst
in elk geval, dat men in onzen senaat
op krachtige instemming met de bezwaren
tegen het wetsvoorstel-Uraat kan rekenen
en zelfs op meer mag hopen.
DE ZOMERTIJD.
De heer Van der Waerden, lid van de
Tweede Kamer, heeft aan den Minister van
Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge-
vraagd
Is de Minister bereid een rapport te
doen samenstellen van de gegevens, verza-
meld inzake den zomirtijd, en dit rapport
publiek te maken?
DE AFSCHAFFING VAN DEN
ZOMERTIJD.
Het „Hbld. \an Antw." noemt de af
schaffing van den zomertijd in ons land
een bedenkelijk verschijnsel voor de aan-
hangers van een stelsel, dat stilaan gaande
was de wereld te veroveren.
Voor ons, die met hpt naburige land
veel verkeer en betrekkmgen hebben, is
het in alle geval een onaangename virras-
sing. En wij vreezen dat Holland zich wel
wat afgezonderd zal gaan gevoelen indien
de ovirige landen het zomeruur gaan hand-
haven.
Maar het doel van dit artikel is niet,
schrijft het blad verder, onze naburen te
kapittelen naar aanleiding van de beslis-
sing der Tweede Kamer, de met 49 stem-
men tegen 35 haar voorkeur gegeven heeft
aan het behoud van het zoogenaamde nor
mal e uur, heel het jaar door.
PENSIOeNAFTREK.
Ged. Staten van Noord-Brabant maken
emstig bezwaar tegen het aftrekken der
pensioensbijdrage vran de wedden der amb-
tenaren in de verschillende gemeenten. Zii
gronden hun bezwaren hierop, dat tijdens
de stijging dir levensmiddelen de salaris-
regelingen der gemeente-ambtenaren niet
in overeenstemming zijn gebracht met die
van het rijk en derhalvc thans geen beroep
mag worden gedaan op de regeling door
het rijk vastgesteld ten aanzien van dien
aftrek. De gemeenten, waar reeds besluiten
zijn gevatlen in dezen geest, worden ver-
zocht deze te hiTzien.
HULPCOMMIEZeN.
Aan de Geldcrsche grenzen wordert weer
hulpkommiezen ter beteugeling van de jene-
vursmokkelarij uit Pruisen aangesteld.
Geef (haar een slok brandy, sprak
een der mannen.
Pie andere reikte mij een slok en ik
kwam weer tot bezinning, Toen bond een
van hen een grooten doek voor mijn oogen
en bedreigde mij daarbij' met den dood,
als ik het waagde den doek weg te nemen
of eenig geluid te maken,
Daarna namen zij den muilezel aan den
teugel en voort ging het, heen en weer, op
en af, links en reefns, eenige uren lang.
Men wilde mij blijkbaar niet laten gevoe
len, welken weg wij namen en door het
vooridurend draaien raakte ik spoedig
het spoor geheel bijster. Maar plotseling
hoorde ik een eigenaardig geruisch van
waar, toen wist ik weer waar we
waren, op denzelfden weg, waar ik reeds
geweest was en nabij den Duivelskuil.
Van daar ging het altijd naar beneden tot
wij emdelijk stilhielden.
Em ijzeren hek werd geopend, ik wilde
bliksemsnel den doek van tffe oogen ne
men, om te zien, waar ik was, maar op
hetzelfdc oogenblik voelde ik den kouden
loop van een revolver tegen mijn voor-
hoofd. Ontzet liet ik mijn hand weer zak-
ken, terwijl een dreigend woord van de
geleiders mij waarschuwde geen tweede
poging te- wagen. Over een tuinweg ging
het verder, dan werd halt gehouden. Een
der mannen hief mij uit het zadel, men
voerde mij een klein stuk weegs en daar
na een trap op. Zij bestond uit slechts zes
treden. Een vleugeldeur vverd geopend,
wij gingen door een gang en dan zes trap-
pen op, elk van tien treden. Zoo kwamen
wij op de dtrde etage van het huis. Een
der gemaskerden opendc een deur op de
linkexzijde van de gang en zeide mij:
Ga binnen en doe uw plicht.
Hij sdhoof mij naar binnen en sloot de
DE TOESTAND.
De Franschen hebben met de bezetting
van de havens van Mannheim en Karlsruhe,
in Baden, en van' de spoorweg-emplacemen-
ten van Darmstadt, de hoofdstad van Hes-
sen, zich Zaterdag op drie nieuwe punten
van den rechter Rijnoever genesteld. Het
bezetten van de twee eerstgenoemde havens
versterkt hun macht over de scheepvaart-
beweging op den Duitschen Rijn. Over de
beteekenis van Mannheim als Rijn-haven
kan men, schrijft de N. R. Crt., nauwelijks
iets nieuws vertellen. De havens daar zijn
de bestemming van allerlei Hollandsche
en Duitsche Rijnschepen die uit Nederland
vertrekken. Mannheim is van groot belang
als stapelplaats voor de goederen die van
den heelen Beneden-Rijn naar Duitschland
en de Donaulanden gaan en omgekeerd.
Voot den oorlog was deze Badensche ha
ven wat den omvang van het goederenver-
keer betrof, de derde Duitsche haven voor
de binnenscheepvaart, wat de waarde van
de goederen aanging echter de eerste. Aan-
of afgevoerd worden er graan en meel,
steenlcolen, petroleum, bewerkte en onbe-
werkte tabak, suiker, rijst, cement, machi
nes, ijzerwaren enz. Van dit alles zullen
de Fjranschen nu bij in- of uitvoer hun 10
pet. van de waarde heffen. De haven van
Karlsruhe is van veel minder belang. Zii
is stroomopwaarts van Maxau door een ka-
naal van een paar kilometers met de meer
binnenwaarts gelegen Badensche hoofdstad
verbonden en in zoo ver een pistool op de
borst van het Duitsche „model-landje", ge-
lijk de bezetting van den spoorweg te
Darmstadt tegen Hessen gericht is.
De nieuwe maatregel is, volgens een me-
dedeeling van de Fransche regeering, ge-
nomen als sanctie wegens het opzettelijk
laten zinken van Duitsche schepen in het
Rijn-Heme-kanaal, maar men had hem,
wat Mannheim betreft, al zoo lang van tc
voren zien aankomen, dat de reden waarom
nauwelijks meer interesseert. Bij de tegen-
woordige verhouding tusschen Frankrijk en
Duitschland zijn de recriminatien van
weerszijden aan de orde van den dag. De
Franschen is het er blijkbaar om te doen
haast te maken met de procedure tegen
Duitschland en de schroef, waarmee dit
laatste gedwee gemaakt moot worden, is
weer een paar slagen aangedraaid. De
Fransche methode neemt met den dag meer
het karakter aan van een oeconomisehe
blokkade te land en wij voorzien er geen
ander einde van dan dat Duitschl. zal moe-
ten eindigen met te zwichten, omdat de
eenige andere methode dan lijdelijk verziet
die Duitschland ertegenover zou kunnen
toepassen, het gewapende verzet, vehnoe-
delijk toch op hetzelfde zou uitloopen.
Daarbij komt, dat de verscherping van den
oeconomischen dwang telkens tot recht-
streeksch gevolg heeft, dat de Franschen
ook strategisch hun positie tegenover
Duitschland versterken, wat in den geest
is van de uitlatingen van Maginot, den
Franschen minister van oorlog, in den Se
naat, waar hij zeide: Frankrijk moet zijn
wacht aan den Rijn versterken, op zuik
een wijze dat het, bij het uitbreken van vij-
andelijkheden, in een strategisch sterke
positie tegen het gebied van den vijand kan
oprukken". De Roer-actie werd, naar de
uitdrukkelijke verklaring van de Fransche
regeering, oorspronkelijk ondernomen, om
Duitschland te dwingen zijn kolenleverin-
gen gestand te doen. Darrop heeft Duitsch
land zijn gezanten uit Parijs en Brussel
teruggeroepen en verklaard dat het aan
Frankrijk en Belgie ook geen schadever-
goeding zou betalen, zoolang die maatregel
niet ongedaan was gemaakt. Vanzelf is het
conflict nu op het geheele terrein van de
deur weer af. Nauwelijks wetend wat ik
deed, nam ik den zijden doek van mijn
oogen af en varborg hem aan mijn borst.
Virwonderd keek ik de kamcrs eens rond;
angstig speurde ik rond of er geen gevaar
dreigde.
De oude vrouw hield op, om ad cm te
scheppen en zich' te herstellen van de ver-
moeidheid, die het verhaal haar had ver-
oorzaakt. De wind gierde rond het hut-
je, alsof hij het opnemen en wegblazen
wilde.
-T- Ik zal het niet lang merr maken,
steunde zij.
Laat mij kort zijn. Ik vond in die kamer
een doodzieke vtouw, die op mij wachttc.
Red mijn dochtirtje, zoo smeekte zij.
Als zij het in handen krijgen, zullen zij
het dooden. Geef hem den knaap, als gij
open doet, maar ontferm u over mijn
dochtertje. Neem het in het geheim met
u mede, lever het niet aan hen over. Wat
moest ik doen? De tijd drong en de man
die buiten op en af ging, word ongedul-
dig. Ik nam spoedig een besluit. De hart-
roerendc bede der arme moeder kon ik
niet weigeren. Ik gaf het meisje eenige
druppels vocht in en het werd stil. Ik
wikkelde het in mijn shawl en legde het
in den meest verwijderden hoek van het
vertrek neer. Dan haastte ik mij naar di'
deur. Ik opende ze, een man stond in de
gang.
Geef mij het kind, zei hij barsch.
Ik gaf hem het doode lichaampje van
den knaap.
i.Slaapt het? vroeg hij.
Den slaap des doods, master.
Des te beter, mompelde de schurk
en ging weg.
Ik sloot de deur weer en trad terug
naar het ledikant. Zij nam den trouwring
schadevergoeding ovcrgebracht en van
Franschen kant windt men er geen dockjes
meer om, dat men er de volledige onder-
werping van Duitschland aan Frankrijk's
wil mee denki te bereiken. De staatkunde
dient nochtans verder te zien dan direct
bereikbare doeleinden. D.'lcasse heeft nog
juist lang genoeg geleefd, om te waaTschu-
wen, dat een schadevergoeding, op langen
termijn keurig geregeld, het gevaar niet
uitsluit dat de schuldenaar op een goeden
dag er de brui van geeft. Elke overeen-
komst die de Franschen nu willen bereiken,
moet h(et karakter van een bestand hebben.
Onze eigen geschiedenis weet van een ter
mijn van twaalf jaar, waarna men nog
meer dan v ijfentwintig jaar voortgevochten
heeft. Het beste wat men hopen mag, is
nog altijd dat de drang om het tegenwoor-
dige F ransch-Duitsche conflict als iets van
uitnemend i nternationaal belang te zien,
tot een internationale regeling komt, die de
ten slotte zoo sterk wordt, dat hot: ook
gevaren voor toekomst zou kunnen vermin-
deren. De neiging om daartoe mede te wer-
ken is echter aan Franschen kant nog niet
tot uiting gekomen.
DUITSCHLAND.
In de Vorwarts komt Kautsky, na de
vraag of Duitschland van de Sowjets eeni
ge hulp te wachten heeeft, ontkennend
te hebben beantwoord, tot de slotsom dat
Duitschland zichzelf moet helpen, om het
Roergebied, welks tegenstand niet eeuwig
kan duren, te ontzetten. Daartoe moet het
in de eerste plaats een beroep doen op
zijn vrienden in het buitenland: Engeland,
Amerika, Italie en ook Frankrijk en Belgie.
Het heeft hun politieke hulp noodig, doch
zal die eerst krijgen door een krachtige
propaganda van de daad (geen geweld-
daad, die Duitschland slechts zou scha-
den). Kautsky noemt twee daden die vooral
voor propaganda in aanmerking komen.
Ondnr herinnering aan het Fransche geel-
boek, dat een overzicht geeft van de aan
het Roer-conflict voorafgegane onderhande-
lingen, keurt hij af dat de rijksregecring
daarop het antwoord nog altijd schuldig
blijft. Zij zwijgt over haar aanbod aan
de Parijsche conference en vestigt daarmee
den indruk dat het haar geen ernst was, of
dat het plan niet deugde, dan wel dat zij
het niet meer gestand doet en de vervul-
lingspolitiek he*ft .laten varen.
Als tweede propagandistische daad
noemt Kautsky een ingrijpende financieele
hervorming, die flinke belastingen legt op
de rijkdommen, welke monopolisten „Schie-
ber" en speculanten uit de algemeene onze-
kerheid en het algemeene gebrek hebben
weten te slaan. Op dit gebied hebben de
achtcreenvrolgende regeeringen en de Rijks-
dag volstrekt niets gedaan en zoodoende in
het buitenland den schijn gewekt dac
Duitschland de geeischte schadevergoeding
heel goed zou kunnen betalen als het de
winstmakers (agrariers, industricmagnaten
(en „SchiebeT") maar wilde aanpakken. Nu
kan Frankrijk met een schijn van recht
beweren dat het slechts strijd voert tegen
Duitsche rijkaards, die niet willen betalen
en geenszins tegen het arbeidende volk
en dat strekt allerminst om de arbeiders in
het buitenland voor de Duitsche zaak warm
te maken. Kautsky beaamt de Fransche be-
wering natuurlijk in geen enkel opzicht
doch voert a an dat flink aanpakken van de
winstmakers het eenige middel is om de
inflatie te bestrijden en de rijksbegrooting
in evenwicht te brengen. Eerst als dat ge-
beurd is, kan het buitenland beoordeelen
wat Duitschland's werkelijke draagkracht
nu eigenlijk is en kan men tot een billijk
vergelijk over de schadevergoeding komen,
c. q. doort usschenkomst van Engeland en
Amerika.
van haar vinger af en reikte hem aan
mij over.
Neem den ring mee, verberg het
kind onder den shawl en vertrek, fluister
de zij.
Maar wat zal er van u worden?
Heb daarover geen zorg, red mijn
kind van de onverlaten, meer vraag ik
niet.
Ik had geen tijd lang te overleggon. Ik
nam het kind op, dat in een shawl was
gewikkeld en verborg het onder mijn man
tel. Wedurom werd aan de deur geklopt.
Ik ben gereed, antwoordde ik.
Denk aan uw belofte, mijn kind, tc
beschirmen, smeekte de eenzaine moeder.
Ik beloofde het haar en nam met een
hart vol ciroefheid afscheid. Het volgende
oogenblik stond ik in de gang tegenover
een gemaskerden man.
Zijt gij gereed, kom dan mode, zeide
hij ruw. Hij bond mij den doek weer voor
mijn oogen en geleidde mij naar buiten.
In plaats van mijn muilezel, stond daar
een rijtuig.
Stap in, gebood hij, den kouden loop
van een revolver tegen mijn slaap druk-
kend. Ik gehoorzaamde en in woeste vaart
ging het nu door den donkeren nacht. Al
dien tijd drukte ik mijn kostbaren last tegen
mijn borst, in angst en vreeze verkeerend,
dat het jonge schepsel zou beginnen te
wecnen. hindolijk stopte het rijtuig, de ge-
masktrde man stapte uit, nam den doek
van mijn oogen en gebood mij, vooruit te
gaan. Wij bevonden ons op een donkeren
weg, die door een dicht woud leidde. Aan
de linkirzijde van den weg, op een open
plek in het bosch, stond een ouderwetsch
huis. Een zwak licht schemerde achter een
der vensters.
(Wordt vervolgd.)
TER N EUZENSCH E CO U RANT.
Bnrgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter openbare kennis, dat ter gemeente-
secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen
van DIRK VAN AKEN te Ter Neuzen, om
VEROUyjilNG tot het plaatsen en in werking
brengen van een electromotor op het perceel,
kadastraal bekend in sectie L, no. 83.
Op Maandag 49 Maart a.s., des namiddags drie
uur, zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om
bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek
in te brengen en deze mondeling en schriftelijk
toe te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben.
kunnen gedurende drie dagen voor het boven-
gemelde tijdstip, ter Secretarie der Gemeente ken
nis nemen van de ter zake ingekomen schriftnren.
De aandaeht van belanghebbenden wordt er op
gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie
niet tot beroep gerechtigd zijn, zij, die niet overeen-
komstig art 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden
dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen, ten
einde hun bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzen, den 5 Maart 4923.
Bnrgemeester en Wethouders voornoemdPj
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVI.ILLE, Secretaris.