ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREfl No 7424 Woensdag 7 Maart 1923. 63e Jaargang. Bekendmaking. Est geheimziuaige Woudkuis H I MDEKWET. de Afbraak BINNENLAND. FEUILLETO H BUITENLA ND. Op Vrijdag 9 Maart 1923, des namiddags te 3 uur, zal op het ter rein der afbraak publiek worden verkocht van een door de Gemeente West- do r p e aangekocht Woonhuis met Smedetij binnen de kom diergemeente. Westdorpe, 5 Maart 1923. De Burgemeester, H. J. VAN WAES. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. Bij de voortzetting van de behandeling vand|e Huurcommissiewet wordt het amen- dement-Oud, om voor verwaarloosde. wo- ningen de vrij huurverhooging niet toe te stann, aangenomen met ItffMgONwjih stein- men. De heer Van Rappard (v.-b.) licht zijn amendement toe om de wet niet toe te passen op fabriekswoningen. De heer J. ter Laan (s.-d.) bestrijdt dit amendement, dat een der smerigste is, die bij is tegengekomen. Bij een conflict tus- schen den pairoon en de arbeiders kunnen tfe laatsten zonder vorm van protest uit hun woning worden gezet. De heer Smeenk (a.-r.) bestrijdt het amendement op principieele gronden. Minister Heemskerk acht het amende ment in dezen vorm onaanvaardbaar. Beter is z. i. de voligende redactie: De fabrieks woningen aan de huuropzeggingswetten te onttreldcen, indien de bewoner (de arbeider) niet meer b ij de onderneming in dienst is, en indien de woningen voor andere arbei ders noodig zijn. De heer Van Rappard wijzigt zijn amen dement aldus. De heer Ter Laan handhaaft zijn be zwaren. De heer Boon (v.-b.) betoogt, dat de nieuwe arbeiders thans moetcn lijden on- der de voordeelen van de oude, die niet behoeven te verhuizen. Het amendement wordt verworpen met 52 tegen 21 stemmvn. De artikelen 26 worden vastgesteld. De heer Van Gijn (v.-b.) licht zijn amen dement toe, om het vrije percentage op 2) Daar brandt een vuur in de schuur, mompelde de vrouw, die den mannen de deur had geopend, ga mede, tot zij klaar is. De predikant en de vrouw verlieten de hut en de vrederechter bleef alleen met de oude vrouw achter. Hij deed haar den eed afleggen, dat zii de voile waarheid en niets dan de vvaar- heid zou zeggen en stelde haar daarop de vraag wie zij was en hoe zij heette. Is het mogelijk, dat gij mij niet meer kent, master, antwoordde de vrouw met zwakke stem. Neen, ik heb je nooit gezien. Toch master. Zie mij eens goed aan. Majoor Warfield vestigde verbaasd zijn oog op h'et gelaat der vrouw, het was geel en doorploegd met voren. Hemel, zeide hij plotseling opgewon- den, is het mogelijk? Nancy Grewel, die voor vijftien jaren ineens verdween? Ja, master, ik ben Nancy Grewel, die voor vijftien jaar verdween op even ge- heimzinnige wijze als de lady, die... Wat hebt gij voor een misdaad be- gaan? Spreek openhartig. Gij hebt van de aardsche gerechtigheid niet meer te vree- zen, je uren zijn geteld. Ik weet het, master. Maar ik heb geen misdaad begaan, evenmin als ik ont- vlucht ben; men heeft mij opgelicht. Een heftige stoot van een stormwind, die de hut deed beven, deed de oude vrouw een oogenblik zwijgen. 1 Januari 1924 op 60 en 45 en 1 Juli 1924 op 70 en 52,5 te bepalen. De heer Smeenk bestrijdt het amende ment. Bij de aanneming daarvan kan de Huurcommissiewet wel vervallen. De heer J. ter Laan bestrijdt het amen dement eveneens. Minister Aalberse ontraadt het, omdat de kosten van het bouwmateriaal aanmer- kelijk zijn gedaald, en Imeer huurverhooging niet noodig is. De heer Van Gijn trekt zijn amendement in. De heer Hermans (r.-k.) licht zijn amen dement toe, om voor bepaalde gemeenten met grooten woningiTood het vrije percen tage op 35 en 25 te bepalen. De heer Van Vuuren (r.-k.) bestrijdt dit amendement. AFSCHEID BURGeMEESTER ZIMMERMAN. In een daarvoor speciaal belegde raads- vergadcring nam mr. A. R. Zimmermaji, burgemeester van Rotterdam, die de func- tie van commissaris-generaal van den Vol- kenbond definitief aanvaard heeft, Dinsdag- middag offideel afscheid van den raad. De heer E. de Korver hield als oudste raadslid een rede, waarin hij er op wees, dat de burgemeester zich gedurende zijn burgemeesterschap voor- en tegenstanders geschapen heeft, doch dat men kan zeggen velen hebben hem vereerd, meer misschien gehaat, doch liefde en haat beide zullen getuigen van de kracht zijner persoonlijk- heid. Spr. eindigde zijn rede met de woor- den: „U kunt er van overtuigd zijn, mijn- heer de burgemeester, dat de Rotterdam- sche burgerij met belangstelling uw daden en leven zal blijven volgen." Hierna volgde de rede van den bur gemeester. DE KOLeNLEVERANTIES NAAR NEDeRLAND. Uit [>ortmund wordt gemeld, dat sinds 27 Januari door de Franschen geen enkele kolentrein naar Nederland meer doorgelaten is hetgeen gemotiveerd werd door de me- dedeeling, J at de kolenlevcranties naar Ne derland, overeenkomstig het verdrag, reeds nagekomen waren. TOT BEHOUD VAN DEN ZOMERT1JD. Men meldt uit Amsterdam: Er heeft zich een comite gevormd van belanghebbenden mletFhet doei een nationa- le beweging in het leven te roepen om alsnog te trachten de aanneming van het voorstel-Braat door de Eerste Kamer te voorkomen. Dit voorloopig comite, waar in verschillende vooraanstaande personen zitting hebben, verzoekt dringend voor Vrijdag 9 Maart a.s. schriftelijke betuigin- gen van adhaesie te mogen ontvangen van particulieren zoowel als van organisaties, te zenden aan het comite tot behoud van den zomertijd, Hotel Krasnopolski, Am sterdam. In de Zaterdag te Utrecht gehouden ver gadering van het bureau voor sociale actie ten dienste van handelsreizigers en handels- agenten in Nederland is met algcmeune stemmen besloten, een adres te zenden aan de Eerste Kamer, om aan te dringen, op verwerping van het iniatief-voorstell-Braat (c.s., t.erzake de afschaffing van den zomer tijd. In beginsel werd besloten, steun te ver- leenen aan een eventueel te vormen agita- tie-eomite voor het behoud van den zomer tijd. DE ZOMeRTIJD. In Rotterdam bestaat, schrijft de N. R. Grt., in handelskringen veel belangstelling voor ihlet in het leven roepen van een natio- Het is vandaag juist vijftien jaren geleden, hernam zij dan, en het was een nacht, even stormachtig als nu, dat ik mij op weg bevond naar ee*i huis waar men mij als baker had ontboden. Ik was gez< - ten op een muilezel. Vrees kende ik niet en ik gaf er dan ook niet om, zelfs iyi het hoist van den nacht de donkerste en gevaarlijkste wegen af te leggen. Maar toen ik in dien nacht, juist tegen middernacht, in het dal kwara waar beneden dat geheim- zinnige huis ligt, dat ook gij wel zult kennen, kreeg ik toCh een kille huivering, want ik had al zooveel zonderlinge dingen gehoord over dat sombere huis en over allerhande duistere daden, die daar ge- schied zouden zijn. Het was zoo donker, dat ik geen hand voor oogen kon zien en het pad was zoo smal, de boschjes links en rechts zoo dicht, dat ik er nauwelijks door heen kon. Zoo was ik gekomen tot aan de kl|einej,beek, die wat verder in den Duivelskuil uitkomt en mijn ezel wilde juist de voorpooten in het water zetten, tioen plotseling twee mannen uit het struikgewas op mij aanvie- len en de teugels van den muilezel grepen. Voor ik een kreet kon uiten, legde een tier aanivallers zijn hand op mijn mond en voegde mij toe: Zwijg of het is met je gedaan. Ik sperde de oogen wijd open, om de aanranders te herkennen, maar ik kon niet anders onderscheiden dan hun zwarte ge stagen en zwarte maskers voor hun ge- zichten. Tracht niet te ontkomen, ging dezelf- de stem voort, volg ons en je zult veilig zijn. Ik onikomen? Ik kon nauwelijks den- ken, zoo was ik ontdaan. Half bewuste- loos zat ik op den muilezel. nale beweging om alsnog te trachten de aanneming van het voorstell-Braat toti af schaffing van den zormrtijd door de Eerste Kamer te voorkomen. Men heeft contact gezocht met het Amst<rdamsche comite (dat, naar gemeld, dringend heeft verzocht, voor Vrijdag 9 dezer schriftelijke betuigin- gen van adhaesie te mogen ontvangen, van particulieren zoowel als van organisaties aan het adres: Comite tot behoud van den zomertijd, hotel Krasnapolskv, Amsterdam). Dat men met een dergelijke beweging, in ruimen kring gesteund, een goede kans maakt, is af te leirten uit hetgeen net Voorloopig vers'ag ct Eerste Kamer van 13 Februari j.l. over de begrooting van binnenlandsche zaken met betrekking tot den zdmirtijd bevatte. „Vele leden" zoo lezen wij daar „vtrdedigden den zomertijd. Misschien heeft de regeering den aanvangsdatum wel eens te laat bepaald, maar overigens ver- dient deze volgens hen weldadige, nuttige maatregel toejuiching. Men ga daarom met uit d'en weg voor net rumoer van sommige plattelanders, dat verre orievenredig is aan het ongerief, dat de landbouwers ervan ondcrvinden. „Enkele leden konden de bezwaren, wel- ke de zomertijd ten opzichte van het platte- land oplevert, billijken en verklaarden tot de afschaffing te willen medewerken''. Wij hebben in het bovenstaande twee woorden gespatjeerd. De passus bewijst in elk geval, dat men in onzen senaat op krachtige instemming met de bezwaren tegen het wetsvoorstel-Uraat kan rekenen en zelfs op meer mag hopen. DE ZOMERTIJD. De heer Van der Waerden, lid van de Tweede Kamer, heeft aan den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw ge- vraagd Is de Minister bereid een rapport te doen samenstellen van de gegevens, verza- meld inzake den zomirtijd, en dit rapport publiek te maken? DE AFSCHAFFING VAN DEN ZOMERTIJD. Het „Hbld. \an Antw." noemt de af schaffing van den zomertijd in ons land een bedenkelijk verschijnsel voor de aan- hangers van een stelsel, dat stilaan gaande was de wereld te veroveren. Voor ons, die met hpt naburige land veel verkeer en betrekkmgen hebben, is het in alle geval een onaangename virras- sing. En wij vreezen dat Holland zich wel wat afgezonderd zal gaan gevoelen indien de ovirige landen het zomeruur gaan hand- haven. Maar het doel van dit artikel is niet, schrijft het blad verder, onze naburen te kapittelen naar aanleiding van de beslis- sing der Tweede Kamer, de met 49 stem- men tegen 35 haar voorkeur gegeven heeft aan het behoud van het zoogenaamde nor mal e uur, heel het jaar door. PENSIOeNAFTREK. Ged. Staten van Noord-Brabant maken emstig bezwaar tegen het aftrekken der pensioensbijdrage vran de wedden der amb- tenaren in de verschillende gemeenten. Zii gronden hun bezwaren hierop, dat tijdens de stijging dir levensmiddelen de salaris- regelingen der gemeente-ambtenaren niet in overeenstemming zijn gebracht met die van het rijk en derhalvc thans geen beroep mag worden gedaan op de regeling door het rijk vastgesteld ten aanzien van dien aftrek. De gemeenten, waar reeds besluiten zijn gevatlen in dezen geest, worden ver- zocht deze te hiTzien. HULPCOMMIEZeN. Aan de Geldcrsche grenzen wordert weer hulpkommiezen ter beteugeling van de jene- vursmokkelarij uit Pruisen aangesteld. Geef (haar een slok brandy, sprak een der mannen. Pie andere reikte mij een slok en ik kwam weer tot bezinning, Toen bond een van hen een grooten doek voor mijn oogen en bedreigde mij daarbij' met den dood, als ik het waagde den doek weg te nemen of eenig geluid te maken, Daarna namen zij den muilezel aan den teugel en voort ging het, heen en weer, op en af, links en reefns, eenige uren lang. Men wilde mij blijkbaar niet laten gevoe len, welken weg wij namen en door het vooridurend draaien raakte ik spoedig het spoor geheel bijster. Maar plotseling hoorde ik een eigenaardig geruisch van waar, toen wist ik weer waar we waren, op denzelfden weg, waar ik reeds geweest was en nabij den Duivelskuil. Van daar ging het altijd naar beneden tot wij emdelijk stilhielden. Em ijzeren hek werd geopend, ik wilde bliksemsnel den doek van tffe oogen ne men, om te zien, waar ik was, maar op hetzelfdc oogenblik voelde ik den kouden loop van een revolver tegen mijn voor- hoofd. Ontzet liet ik mijn hand weer zak- ken, terwijl een dreigend woord van de geleiders mij waarschuwde geen tweede poging te- wagen. Over een tuinweg ging het verder, dan werd halt gehouden. Een der mannen hief mij uit het zadel, men voerde mij een klein stuk weegs en daar na een trap op. Zij bestond uit slechts zes treden. Een vleugeldeur vverd geopend, wij gingen door een gang en dan zes trap- pen op, elk van tien treden. Zoo kwamen wij op de dtrde etage van het huis. Een der gemaskerden opendc een deur op de linkexzijde van de gang en zeide mij: Ga binnen en doe uw plicht. Hij sdhoof mij naar binnen en sloot de DE TOESTAND. De Franschen hebben met de bezetting van de havens van Mannheim en Karlsruhe, in Baden, en van' de spoorweg-emplacemen- ten van Darmstadt, de hoofdstad van Hes- sen, zich Zaterdag op drie nieuwe punten van den rechter Rijnoever genesteld. Het bezetten van de twee eerstgenoemde havens versterkt hun macht over de scheepvaart- beweging op den Duitschen Rijn. Over de beteekenis van Mannheim als Rijn-haven kan men, schrijft de N. R. Crt., nauwelijks iets nieuws vertellen. De havens daar zijn de bestemming van allerlei Hollandsche en Duitsche Rijnschepen die uit Nederland vertrekken. Mannheim is van groot belang als stapelplaats voor de goederen die van den heelen Beneden-Rijn naar Duitschland en de Donaulanden gaan en omgekeerd. Voot den oorlog was deze Badensche ha ven wat den omvang van het goederenver- keer betrof, de derde Duitsche haven voor de binnenscheepvaart, wat de waarde van de goederen aanging echter de eerste. Aan- of afgevoerd worden er graan en meel, steenlcolen, petroleum, bewerkte en onbe- werkte tabak, suiker, rijst, cement, machi nes, ijzerwaren enz. Van dit alles zullen de Fjranschen nu bij in- of uitvoer hun 10 pet. van de waarde heffen. De haven van Karlsruhe is van veel minder belang. Zii is stroomopwaarts van Maxau door een ka- naal van een paar kilometers met de meer binnenwaarts gelegen Badensche hoofdstad verbonden en in zoo ver een pistool op de borst van het Duitsche „model-landje", ge- lijk de bezetting van den spoorweg te Darmstadt tegen Hessen gericht is. De nieuwe maatregel is, volgens een me- dedeeling van de Fransche regeering, ge- nomen als sanctie wegens het opzettelijk laten zinken van Duitsche schepen in het Rijn-Heme-kanaal, maar men had hem, wat Mannheim betreft, al zoo lang van tc voren zien aankomen, dat de reden waarom nauwelijks meer interesseert. Bij de tegen- woordige verhouding tusschen Frankrijk en Duitschland zijn de recriminatien van weerszijden aan de orde van den dag. De Franschen is het er blijkbaar om te doen haast te maken met de procedure tegen Duitschland en de schroef, waarmee dit laatste gedwee gemaakt moot worden, is weer een paar slagen aangedraaid. De Fransche methode neemt met den dag meer het karakter aan van een oeconomisehe blokkade te land en wij voorzien er geen ander einde van dan dat Duitschl. zal moe- ten eindigen met te zwichten, omdat de eenige andere methode dan lijdelijk verziet die Duitschland ertegenover zou kunnen toepassen, het gewapende verzet, vehnoe- delijk toch op hetzelfde zou uitloopen. Daarbij komt, dat de verscherping van den oeconomischen dwang telkens tot recht- streeksch gevolg heeft, dat de Franschen ook strategisch hun positie tegenover Duitschland versterken, wat in den geest is van de uitlatingen van Maginot, den Franschen minister van oorlog, in den Se naat, waar hij zeide: Frankrijk moet zijn wacht aan den Rijn versterken, op zuik een wijze dat het, bij het uitbreken van vij- andelijkheden, in een strategisch sterke positie tegen het gebied van den vijand kan oprukken". De Roer-actie werd, naar de uitdrukkelijke verklaring van de Fransche regeering, oorspronkelijk ondernomen, om Duitschland te dwingen zijn kolenleverin- gen gestand te doen. Darrop heeft Duitsch land zijn gezanten uit Parijs en Brussel teruggeroepen en verklaard dat het aan Frankrijk en Belgie ook geen schadever- goeding zou betalen, zoolang die maatregel niet ongedaan was gemaakt. Vanzelf is het conflict nu op het geheele terrein van de deur weer af. Nauwelijks wetend wat ik deed, nam ik den zijden doek van mijn oogen af en varborg hem aan mijn borst. Virwonderd keek ik de kamcrs eens rond; angstig speurde ik rond of er geen gevaar dreigde. De oude vrouw hield op, om ad cm te scheppen en zich' te herstellen van de ver- moeidheid, die het verhaal haar had ver- oorzaakt. De wind gierde rond het hut- je, alsof hij het opnemen en wegblazen wilde. -T- Ik zal het niet lang merr maken, steunde zij. Laat mij kort zijn. Ik vond in die kamer een doodzieke vtouw, die op mij wachttc. Red mijn dochtirtje, zoo smeekte zij. Als zij het in handen krijgen, zullen zij het dooden. Geef hem den knaap, als gij open doet, maar ontferm u over mijn dochtertje. Neem het in het geheim met u mede, lever het niet aan hen over. Wat moest ik doen? De tijd drong en de man die buiten op en af ging, word ongedul- dig. Ik nam spoedig een besluit. De hart- roerendc bede der arme moeder kon ik niet weigeren. Ik gaf het meisje eenige druppels vocht in en het werd stil. Ik wikkelde het in mijn shawl en legde het in den meest verwijderden hoek van het vertrek neer. Dan haastte ik mij naar di' deur. Ik opende ze, een man stond in de gang. Geef mij het kind, zei hij barsch. Ik gaf hem het doode lichaampje van den knaap. i.Slaapt het? vroeg hij. Den slaap des doods, master. Des te beter, mompelde de schurk en ging weg. Ik sloot de deur weer en trad terug naar het ledikant. Zij nam den trouwring schadevergoeding ovcrgebracht en van Franschen kant windt men er geen dockjes meer om, dat men er de volledige onder- werping van Duitschland aan Frankrijk's wil mee denki te bereiken. De staatkunde dient nochtans verder te zien dan direct bereikbare doeleinden. D.'lcasse heeft nog juist lang genoeg geleefd, om te waaTschu- wen, dat een schadevergoeding, op langen termijn keurig geregeld, het gevaar niet uitsluit dat de schuldenaar op een goeden dag er de brui van geeft. Elke overeen- komst die de Franschen nu willen bereiken, moet h(et karakter van een bestand hebben. Onze eigen geschiedenis weet van een ter mijn van twaalf jaar, waarna men nog meer dan v ijfentwintig jaar voortgevochten heeft. Het beste wat men hopen mag, is nog altijd dat de drang om het tegenwoor- dige F ransch-Duitsche conflict als iets van uitnemend i nternationaal belang te zien, tot een internationale regeling komt, die de ten slotte zoo sterk wordt, dat hot: ook gevaren voor toekomst zou kunnen vermin- deren. De neiging om daartoe mede te wer- ken is echter aan Franschen kant nog niet tot uiting gekomen. DUITSCHLAND. In de Vorwarts komt Kautsky, na de vraag of Duitschland van de Sowjets eeni ge hulp te wachten heeeft, ontkennend te hebben beantwoord, tot de slotsom dat Duitschland zichzelf moet helpen, om het Roergebied, welks tegenstand niet eeuwig kan duren, te ontzetten. Daartoe moet het in de eerste plaats een beroep doen op zijn vrienden in het buitenland: Engeland, Amerika, Italie en ook Frankrijk en Belgie. Het heeft hun politieke hulp noodig, doch zal die eerst krijgen door een krachtige propaganda van de daad (geen geweld- daad, die Duitschland slechts zou scha- den). Kautsky noemt twee daden die vooral voor propaganda in aanmerking komen. Ondnr herinnering aan het Fransche geel- boek, dat een overzicht geeft van de aan het Roer-conflict voorafgegane onderhande- lingen, keurt hij af dat de rijksregecring daarop het antwoord nog altijd schuldig blijft. Zij zwijgt over haar aanbod aan de Parijsche conference en vestigt daarmee den indruk dat het haar geen ernst was, of dat het plan niet deugde, dan wel dat zij het niet meer gestand doet en de vervul- lingspolitiek he*ft .laten varen. Als tweede propagandistische daad noemt Kautsky een ingrijpende financieele hervorming, die flinke belastingen legt op de rijkdommen, welke monopolisten „Schie- ber" en speculanten uit de algemeene onze- kerheid en het algemeene gebrek hebben weten te slaan. Op dit gebied hebben de achtcreenvrolgende regeeringen en de Rijks- dag volstrekt niets gedaan en zoodoende in het buitenland den schijn gewekt dac Duitschland de geeischte schadevergoeding heel goed zou kunnen betalen als het de winstmakers (agrariers, industricmagnaten (en „SchiebeT") maar wilde aanpakken. Nu kan Frankrijk met een schijn van recht beweren dat het slechts strijd voert tegen Duitsche rijkaards, die niet willen betalen en geenszins tegen het arbeidende volk en dat strekt allerminst om de arbeiders in het buitenland voor de Duitsche zaak warm te maken. Kautsky beaamt de Fransche be- wering natuurlijk in geen enkel opzicht doch voert a an dat flink aanpakken van de winstmakers het eenige middel is om de inflatie te bestrijden en de rijksbegrooting in evenwicht te brengen. Eerst als dat ge- beurd is, kan het buitenland beoordeelen wat Duitschland's werkelijke draagkracht nu eigenlijk is en kan men tot een billijk vergelijk over de schadevergoeding komen, c. q. doort usschenkomst van Engeland en Amerika. van haar vinger af en reikte hem aan mij over. Neem den ring mee, verberg het kind onder den shawl en vertrek, fluister de zij. Maar wat zal er van u worden? Heb daarover geen zorg, red mijn kind van de onverlaten, meer vraag ik niet. Ik had geen tijd lang te overleggon. Ik nam het kind op, dat in een shawl was gewikkeld en verborg het onder mijn man tel. Wedurom werd aan de deur geklopt. Ik ben gereed, antwoordde ik. Denk aan uw belofte, mijn kind, tc beschirmen, smeekte de eenzaine moeder. Ik beloofde het haar en nam met een hart vol ciroefheid afscheid. Het volgende oogenblik stond ik in de gang tegenover een gemaskerden man. Zijt gij gereed, kom dan mode, zeide hij ruw. Hij bond mij den doek weer voor mijn oogen en geleidde mij naar buiten. In plaats van mijn muilezel, stond daar een rijtuig. Stap in, gebood hij, den kouden loop van een revolver tegen mijn slaap druk- kend. Ik gehoorzaamde en in woeste vaart ging het nu door den donkeren nacht. Al dien tijd drukte ik mijn kostbaren last tegen mijn borst, in angst en vreeze verkeerend, dat het jonge schepsel zou beginnen te wecnen. hindolijk stopte het rijtuig, de ge- masktrde man stapte uit, nam den doek van mijn oogen en gebood mij, vooruit te gaan. Wij bevonden ons op een donkeren weg, die door een dicht woud leidde. Aan de linkirzijde van den weg, op een open plek in het bosch, stond een ouderwetsch huis. Een zwak licht schemerde achter een der vensters. (Wordt vervolgd.) TER N EUZENSCH E CO U RANT. Bnrgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter gemeente- secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van DIRK VAN AKEN te Ter Neuzen, om VEROUyjilNG tot het plaatsen en in werking brengen van een electromotor op het perceel, kadastraal bekend in sectie L, no. 83. Op Maandag 49 Maart a.s., des namiddags drie uur, zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben. kunnen gedurende drie dagen voor het boven- gemelde tijdstip, ter Secretarie der Gemeente ken nis nemen van de ter zake ingekomen schriftnren. De aandaeht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn, zij, die niet overeen- komstig art 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Ter Neuzen, den 5 Maart 4923. Bnrgemeester en Wethouders voornoemdPj J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVI.ILLE, Secretaris.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1