ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7417. Maandag 17 Februari 1923 63e Jaargang. Grind en Macadam. HET H00DL0TTIG SEHEIM. E8D i a. 190 M8. Onderhoudsgrind b. 20 M8. Macadam (z.g. Ballast) 15 M8. Macadam (z.g. Grenaille) BINNEHLANP. FEUILLETOH. BUITENLAND. Burgemeester en Wethouders van HOEK, zullen op Olnsdag 27 Februari 1923, des voormiddags tien nre. ten raad- huize aanbesteden, de levering van van I tot 4 c.M. van 1 tot 3 c.M. van 5 tot 20 mM. De levering geschiedt voor 1 Juli a. s. franco op den wal op aan te wijzen plaatsen aan den nieuwen westelijken kanaalarm te Ter Neuzen. Meting heeft plaats bij den hoop. De inschrijving heeft plaats in twee per- ceelen, voor grind en macadam afzonderlijk, terwijl de gezegelde biljetten onderteekend door den inschrijver en twee borgen, tot op het uur der besteding franco ten raadhuize kunnen worden bezorgd. Hoek, 13 Februari 1923. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. WOLFERT, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. EERSTE KAMeR- Vergadering van Vrijdag. Aan de orde is het wetsontwerp tot wijziging en aanvulling van de bepalin- gen van het Burgerlijk Wetboek omtrent de erfopvofging. Mevrouw Pothuis—Smit (s.d.) bepleit verbetering van de positie van 'de natuur- lijke kinderen en vraagt wat van den mi nister in deze is te verwachten. De heer Slingenberg (v.d.) juicht in het ontwerp speciaal toe de beperking van de erfopvofging en de regeling van de positie van de echtgenoote. Hij vraagt een novelle ten aanzien van de huwelijks- voorwaarden, die hij afs overeenkomst wil beschouwd zien. De heer Anema (ar.) bespreekt de so- ciale strekking van het ontwerp, dat een overgangsstadium van het familie- naar het gezinserfrecht brengt. De heer Van Lanschot (r.k.) wijst op de bezwaren, door notarissen ingebracht tegen te spoedige afkondiging. Minister Heemskerk zegt dat wat de regeling van het erfrecht van den twee- den echtgenoot betreft, de Tweede Ka- mer in te eenzijdige stemming heeft ver- keerd. De eenvoudigste weg ora de inwerking- treding van de wet te verschuiven, is, niet te veel haast te maken met plaatsing in het Staatsblad. Spreker verklaart zich bereid, te over- wegen, of er eenige correctie is aan te brengen in de positie van het natuurlijke kind, doch tot.welk r.sultaat hij zal ko men, kan hij niet mededeeien. lot een gelijkstelling van de positie van een na- tuurlijk kind met die van een wettig kind kan hij niet medewerken. 'Het wetsontwerp wordt zonder stemming aangenomen.. De' behandeling van het wetsontwerp tot wijziging van de wet van 4 April 1892 tot vaststelling van de Oranje Nassau-orde wordt tot later aangehouden. De Kamer gaat uiteen tot nadere bijeen- roeping. 70) De tranen blonken in aller oogen, ter wijl Manon het ui snik e en.de kleine Arit.to huilde van aandoening. Stil, of ik zet u buiten de deur, jon- gen, zeide Julio streng tot Aristo. Ge zijt een beetje al te luidruchtig in uw vreugde en uw smart en ge zoud't er veel door kunnen bederven. Mijnheer Julio, ik ben al stil, lachte de knaap door zijn tranen heen. Maar wie kan er bedaard blijven bij zoo'n brief! Daar zouden de steenen van gaan schreien. Moet ik de kleine meid vinden, voor dat mijnheer Pierre komt? Nu, dat zal ik De jongen eindigde zijn zin niet, want hij had de deur a! geopend en sprong met drie, vier treden de trap af, zoodat moeder Michu dacht dat er een van de verdiepin- gen instortte. Manon was voor Lenore neergeknield en kuste haar handen en den brief, terwijl met een vloed van dankbare wocrden haar blijdschap betuigend. Maar de blijdschap van Lenore maakte eensklaps plaats voor een droeven trek. Wat is er, lieve? vroeg Jeanne, twij- telt ge er aan of het schrijven wel echt is? Dat niet, gaf Lenore ten antwoord, maar de eigenaardige onbegrijpelijke din- gen, die hij schrijft, dan de vermelding van die hersenziekte, zou dat geen nadeeligen invbed op zijn gezondheid hebben gehad? Mevrouw denkt toch niet, dat mijn heer Pierre gek is? vroeg Manon op min of meer verontwaardigenden toon, daar zij niet kon begrijpen, dat niet alien on voor- TWEEDE KAMER. Vergadering van Vrijdag; De heer \an Ravenstein (comm.) vraagt een interpellate aan be.rdfende onderhan- delingen met de regeering te Angora in verband met de opneffing van de capitu- laties. Hierover zal Dinsdag worden be- sist- Mej. van Dorp (lib.) zal van den heer van der Waerden voor de beleediging door de interruptie: pberterig, alleen onvoor- waardelijke verontschuldiging aanvaarden. Voortgegaan wcrdt met de behandeling van de Bioscoopwet. De heer Staalman (v.b.) trekt het amen- dement-Dresselhuys op art. 1 ter beper king van de keuring van films voor per- sonen van 18 jaar, in. Het amendementColijn tot uitstrek- king van de keuring ook over wetenschap- pelijke films wordt aangenomen met 4b tegen 28 stemmen. Mej. van Dorp licht een amendement toe tot vaststelling van het' verhoudingscijfer tusschen het aantal zitplaafeen in de bios- coop en het aantal inwoners en tot be perking van de vergunningen. I>e heeren Beumer (a.r.) Boon (v.b), Vliegen (s.d.), van Ravenstein (comm.), Bomans (r.k.) en minister 'Ruys de Bee- renbrouck verklaren zich tegen het amen dement. Mej. van Dorp trekt het amendement en vier andere daarmee samenhangende amendementen in. De heer Rutgers (a.r.) licht een amen dement toe, om de gemeenteraden veror- deningen te laten maken ter beperking van het aanlal vergunningen. De heeren Ter Hall en Boon bestrijden het amendementRutgers. De heer Smeenk (a.r.) verdedigt het. De minister zou het amendement on- voorwaardelijk veroordeelen, als een ko- ninklijke goedkeuring voor de bedoel'de verordening niet vereischt werd. Hij be- houdt zich thans zijn meening voor. De heer Rutgers verdedigt zijn amende- demeru en acht het noodig dat de meer- derheid in den gemeenteraad een oordeel over bioscopen moet kunnen geven. De heeren Ketelaar (v.d.) en Kleere- kooper (s.d.) bestrijden het. REGEERINGS-JUBILeUM VAN DE KONINGIN. Herder/king in Belgie. Te Brussel heeft zich een comite ge- vormd, om ook in Belgie het zilveren regeeringsjubileum van Koningin Wifitel- mina te vieren. Teneinde de herdenking zoo aigemeen mogelijk te maken en de Koningin aanhankelijkheid van al haar on- derdanen in Belgie te kunnen betuigen door het aanbieden van een gemeenschap- pelijk huldeblijk, doet het comite nu reeds een beroep op de medewerking van alle in Belgie verblijf houdende Nederlanders om de noodige middeton daartoe bijeen te brengen. Het voornemen bestaat, het huldeblijk vergezeid te doen gaan van een album bevattende de namen van alle deelnemers. De feestelijkheden worden voorafge- gaan door een plechtigen dankdienst- zij zullen bestaan uit een feestvoorstelling in een schouwburg te Brussel, een thee, een nationaal feestmaal en een bal. DE REGEERING EN DE VOLKS- GEZONDHEID. Naar de Tel. verneemt, ligt het in de bedoefing van de regeering noch het wets ontwerp op de gezondheidsdiensten, noch de wijziging van de wet op de besmet- tehjke ziekten door de Kameirs te laten behandelen. Alleen zal zij wel ter behan deling in de Kamer brengen de wijziging I Grieksche oorlog en nu de Roer-actie waar- van het vaccinaltieartikel. bij de Franschen zich beroepen op 'de be- HET ONTWERP-FLESKENS INGETROKKEN. Naar aan het Corr.-Bur. van bevoegde zijde wordt medegedeeld, wordt dezer dagen bij de Tweede Kamer een wetsontwerp inge- diend tot tijdelijke beperking van den in- voer van schoenwerken. De heeren Fleskens c.s. hebben het vol- gende schrijven tot den voorzitter van de Tweede Kamer gericht: ..Blijkens het voorloopig verslag op het door ondergeteekenden ingediende voorstel van wet tot het .i^tellen van invoerverboden zijn zeer vele ledeh van oordeel, dat het in dit wetsvoorstel behandelde onderwerp zich kwalijk leent tot regeling bij een initiatief- voorstel. Verder "is het den ondergeteekenden be- kend, dat verscheiaen leden der Kamer zich niet tegen het nemen van maatregelen tot tijdelijke invoerbelemmeringen zullen ver- zetten, wanneer de voorstellen daartce van de zijde der Regeering uitgaan, terwijl zij tevens mogen veronderstellen, dat de Re: geering vooral in den laatsten tijd tot de overtuiging zal zijn gekomen, dat een groot deel onzer Industrie in een noodtoe- stand verkeert, welke het nemen van bijzon- dere wettelijke regelingen noodzakelijk maakt. In een en ander vinden ondergetee kenden aanleiding te berichten, dat zij op een verdere behandeling van het bovenge- noemd wetsvoorstel geen prijs meer stellen. waardelijk geloofde in hctgeen de scbrijver meldde. Neen, zeker niet, beste Manon, ant- woordde Lenore, maar wie zijn die drie wezens, van wie hij meldf dat ze mij zullen aanbidden? - Mevrouw, dat zal een geheime ver- rassing voor u zijn, maar ik voor mij ver- trouw zoo voikomen op mijnheer Pierre, dat het nu niet Iang meer zal duren, of ik omhels onzen martelaar, die door een troep gekken in de gevangenis is gewor- pen. Bravo Manon, riep Jeanne uit. Dat vertrouwen eert u en ik deel het. Wanneer het mij toegestaan is te oordeelen over den staat van geestver- mogens van een ambtgenoot, zeide Geor ges Lebret nu, dan moet ik ronduit zeg- gen dat de schrijver van dien brief voi komen toerekenbaar is. Wat in uw oogen een raadsel lijkt, is duidelijk in de mii'ne. Wie weet of uw schoonbroeder daarginds geen verfoofde en geen familie gevon- den heeft, die ook uw zuster zaf worden en dat zij er naar verlangen u te om- helzen. Toen ook Julio betuigde dat des dok- ters meening de zijne was, moest Lenore wel toegeven, dat er geen andere oplos- sing meer kon zijn, ofschoon zij in haar hart nog zoo zeker met was van de ge- uite veronderstellingen. Zij had ook al zoo'n zwaren sirijd met het feven gestreden. Haar voile vertrouwen keerde pas weer, toen een telegram van Marseille de komst van Pierre in Frankrijk berichtte. De jonge vrouw zou gaarne den ver- wachte tegemoet gereisd zijn, doch de tre- dachte aan Diana hield er haar van terug. De moeder VTeesde door nog verder van DE TOESTAND. Wonderlijke coincidentie, schrijft de N. R. Crt., dat Donderdag, na bijkans drie- en-dertig eeuwen, weer de eerste straal van het kunstlicht gevallen is in de grafkamer en op de houten sarkofaag van den Pharao van een oud „wereld"-rijk, die een kortston- dige nieuwe leer, afkeerig van alle grweld, alweer ten onder had zien gaan, en, onder den drang van Amons-priesters, de oude leer en politiek moest herstellen, welke on- dere een nieuwe dynastie weer leidde tot bevestiging en vergrooting van de macht door geweld. Men kent de geschiedenis. Toetankhamen's schoonvader en voorganger op den troon Amenophis IV of Akhnaton had onder in- vloed van zijn moeifer, die een vreemdeiinge in Egypte was, een nieuwen zachtmoedigen monothei'stischen godsdienst ingevoerd. die, missehien in verwijderd verband met het Vedisme der Indiers staande, een vader der Schepping vereerde en zijn symbool had in de stralen der zon, die de aarde met leven bezielen. Hij liet de tempels zuiveren van de oude Amonsbeelden, tooide ze van binnen met bloemen en bracht ook offeranden van bloemen op de oude altaren. Tegen de grensvolken wilde hij geen bfoed meer plen- gen. Het was slechts een korte illusie, die alleen koningsmacht tot een verwezenlijking kon brengen, maar ook door die macht weg- gevaagd werd, toen zij zelve er door in ge- vaar kwam. De coincidentie, op welke wij in den aan- hef doelden, is dat wij in dezen tijd na den grooten oorlog ons ook in zulk een stralende zinsbegoocheling van geen geweld meer van noode te zullen hebben, gekoesterd hebben. Het tractaat van Versailles had, in den geest van zijn oorspronkelijke ontwerpers, mis sehien anders moeten uitvallen en is ook in zijn aanhef in het statuut van den Volken- bond van een geheel nieuwen geest door- trokken, maar voor men honderd artikelen verder was, werd de deur voor machtsoefe- ning op grand van overwinningsrecht alweer opengeduwd. Toen kwam de Russisch- Poolsche oorlog, vervolgens de Turksch- haar kind af te gaan de kans op terugga- ve geringer te doen worden, een gedachte die zij maar niet van zich kon afwerpen. Mevrouw De Cerisolles bleef dus te midden van de vrienden, die haar een beetje pfaagden met haar ongeduld, doch zelf dat ongeduld deelden. Eindelijk, op een middag, een paar da gen later, toen men juist gereed was met het maal, vernam men een haastigen stap op de trap en ging de bel hard over. Lenore v.rbloekte en Jeanne zeide lachend Zonder toovenaarster te zijn, wil ik wedden dat het de verwachte gasten zijn. Ja, ja, hei is zoo, riep Manon, die zonder compliment de kamer.Jeur had opengeduwd. Lieve mevrouw, zoo wend- de zij zich tot Lenore, bereid u op even- veef vreugde voor als u verdr'et gehad Ik had wel gelijk, met te beweren, dat een gelukje nooit alleen koint. Wat zeg ik, het is een dubbei, een driedub- bel geiuk. Manon sfoeg zoo door, dat Lencre haar verbaasd aanzag of de oude soms op een verjaarfeest gevveest was, te meer daar ook Manon's muts weer danior scheef stond. Wat zegt ge toch, beste Manon? vroeg Lenore. Groote heinel, ge wilt toch met zeggen dat Remain daar is? Neen, neen, lieve mevrouw, ge moet nog een beetje geiuk voor morgen bewa- ren. Wat ge vandaag krijgt, is missehien nog schooner. Schooner? Zeg eens, Manon, spot niet met mijn leed. Zijn mijn man en mijn kind niet alles voor mij? Lenore, lieve Lenore, zeide een vnendelijke stem lachend en quasi-bestraf- fend. dat is niet mooi van u zoo te soreken palingen van Versailles. Zoo glijden wij weer gaandeweg af naar de oude wereld en de oude middelen. De veroordeeling van Havenstein, den eer- ste-burgemeester van Oberhausen, tot drie jaar gevangenisstraf wegens het niet opvol- gen van de bevelen van de militaire Fezet- tingsoverheid maakt van hem slechts een martelaar. Wij hadden de Franschen voor verstandiger aangezien. Zij hebben zelven in den oorlog onder den hak van de keizer- lijk Duitsche soldateniaars slachtoffers van militaire willekeur in grooten getale gehad. Zij hebben den geest gevierd, die door dwang en geweld niet te buigen is. Zij weten beter dan eenig ander volk, dat men het lichaam in boeien kan slaan, maar nooit het hoofd en het hart. Ook is het nu, in naam althans, nog altijd vrede. De mijn- eigenaars van het Roer-gebied kwamen vrij met een boete, die voor hen wel te betalen was en een groote nationalistische betoo- ging die te Mainz op touw was gezet, in de veronderstelling, dat de straf hen aan den lijve en in hun vrijheid zou treffen, bleek ten slotte buiten de verhouding, waarop zij be- rekend was. Maar de verbittering ten ge- volge van geweld en verzet en nog meer ge weld en nog meer verzet enz. is inmiddels gestadig toegenomen en wij weten niet waar wij op deze wijze zullen eindigen. Als de Franschen aanspraak willen blijven maken op den naam van ridderlijkheid, zullen de beste instincten van hun volk tegen deze politiek in opstand komen en kunnen zij op dezen weg niet doorgaan. Er zijn trouwens teekenen, dat de strijd zijn hoogtepunt nadert. Te Londen staat de Entente op springen. Alle schijnschoone be richten kunnen de waarheid niet verbloemen, dat de Engelschen den Franschen hun zin niet willen geven op het stuk van het mili taire vervoer door de Britsche zone. De Fransche missie is uit Londen naar Parijs teruggekeerd met, naar men verzekert, een eompromis-voorstel dat den Franschen slechts recht van militair vervoer zou toe- staan in een omvang, overeenkomende met dien, welke voor de Roer-actie bestond. Vroeger heeft Law gezegd dat hij wel niet aan die actie meedeed, maar ook nieis zou doen, om haar te belemmeren. Dit blijkt eenigszins in het vergeetboek geraakt te zijn, want de weigering van de begeerde fa- culiteiten kan moeilijk anders uitgelegd wor den dan als een belemmering. In het Roer-gebied zelf, zoo zegt de cor respondent van de Daily News, hangt nu de einduitslag van den strijd af van de houding der Duitsche werklieden. „De staat heeft alles gedaan wat mogelijk was, om wrijving te veroorzaken tusschen de werklieden en de Franschen, en de laatsten concentreeren nu hun pogirigen op het verdeelen van de werk lieden en de patroons. Het begin van werk- loosheid op groote schaal zal in de naaste toekomst een overwegenden invloed op den toestand hebben. De Duitsche ambtena- ren, wier pensioenen en toekomst door het rijk verzekerd zijn, zijn bereid, hun tegenstand voort te zetten, maar met het gros van de werklieden is het anders gesteld. Zij moeten werk hebben en zij wenschen ten sterkste, dat het Roer-ge bied als industrieel centrum niet ten gronde gericht zal worden." Aldus de correspon dent van het liberale Engelsche blad, die ten slotte nog een toeneming van de Roo ming constateert, volgens welke de steun van het rijk aan de ambtenaren tot de werk lieden uitgebreid moet worden. Hetzelfde blad heeft, volgens de Peuple van Brussel, van zijn buitenlandschen hoofdredacteur, die daar vertoeft, een be- richt ontvangen, verzekerende, dat Duitsch- land bereid zou zijn, niet meer op zijn oor- De toeschouwers van het tafereeltje kcerden zich verbaasd naar de deur, die Manon half open had gelaten. Zij meen- den ten speelbal te zijn aan een droom. Op den drempel van de deur stond een andere Lenore. Arlette, want die was het, lachte het groepje in de kamer vriendelijk toe en wierp zich in de airmen van haar zuster met den uitroep: Lenore, liefste zuster, zeg toch dat ge blij zij a mij te zien. Zeg toch, Jar gij van mij houdt. Ik aanbid u. De beide blonde kopjes, zoo dicht bii elkander, deden denken aan twee bloemen op een Stengel, want nooit had men spre- kciider gelijkems aanschouwd. Manon gaf er uiting aan, door uit te roepen Nu, waar vindt men er twee, die zoo precis eender zijn? Als de kleur van de oogen niet verschiHend was, zou men mijn meesteres niet uit haar zuster ken- nen en zou ik zelf in de war raken. Pierre kwam de kamer binnen, slanker knapr er nog dan vroeger, verjongd door de blijdschap en door de weienschao. dai hij liier vreugde zou brengen. Met een juichkreet sneide Lenore op hem toe, maar hij hield haar zachtjes te gen, zeggende Neen, neen, lieve zuster, laten we geen jaloezie opwekken. Uw eerste kus is met voor mij. Zie eens. Hij wees op een man met een edel uiter- bjk, die hem gevolgd was. Het gelaat van den vreemdeling was ontdaan door hevige onlroering, maar de schoone blauwe oogen lachten Lenore te gen. Mevrouw De Cerisolles kreeg een gt- waarwording, alsof er een sluier. die ia- j spronkelijke voorwaarde te staan van geen onderhandelingen te willen voeren zoolang de geallieerde troepen in het Roer-bekken staan en dat Frankrijk zijn troepen zou terugtrekken, zoodra Duitschland een aan- nemelijk aanbod doet. Het lijkt nog te mooi om waar te zijn, maar als men ook leest, dat Baldwin, de kanselier van de Schatkist, Vrijdag in het Engelsche Lagerhuis over- tuigd was, dat het tijdstip zal komen waar op onze (Engeland's) diensten als bemidde- laar en helper mogelijk en van goede uit- werking zullen zijn", mag men moed hou- den, dat et een kentering op komst is. NIJPENDE HONGER IN RUSLAND. De nijpende honger die op verschillen.de plaatsen in Rusland weder het hoofd op- steekt ,is voor de sowjetbladen,, the topic of the day''. Reeds sinds weken publiceert de Prawda dag aan dag correspondenties uit de hongergebieden, welke wijzen op een voortdurende uittreiding van den hon- gcrsnood. Het blad mcldt, dat vooral in de Krim en in 't bijzonder in het district Feodossjisk de bevolking in een wanhopi- gen toestand verkeert. Te Kief (Oekraine) heeft bp 1 Februari een groote demonstra- tie van daklooze kinderen plaats gehad met het doel, de bevolking tot hulpverleening op te wekken. Te Kief alleen zijn 5000 kinderen dakloos. In de Duitsche kolonie bij Wcdga bedraagt het aantal hongerlij- dende volwassenen 60.000 en hongerlij- dende kinderen 80.000. Uit de gouverne- menten Samara, Saratof en Twer komen even sombere berichten. De Izwestia vestigt speciaal de aandacht op den toestand der Tartaren en Basiki- ren. Reeds verieden zomer was bekend, aldus genoemd blad, dat de binnen te ha- fen oogst niet groot genoeg zou zijn om in de behoeften der bevolkino te voor- zien. Toch overtreft de werkeTijkheid de vrees nog verre. Het aantaf hongerlijde'nde Tartaren bedraagt ruim 710.000, terwijl in de Bachkirenrepubliek 615.000 volwasse nen en ongeveer 100.000 kinderen aan den hongervijand zijn prijsgegeven. Het vorige jaar heeft de honger in de Tartaarsche re- pubriek 283.000 personen en in de Basi- kirische republiek 652.000 personen weg- gernaaid. In percenten uitgedrukt bedroeg de sterfte in faatstgenoemde republiek 27 percent der bevolking. Het aantal landbouwbedrijven is in beide republieken tezamen met lb percent of 77.000 verminderd. Wat den veestapel aan- gaat, de eerste republiek verloor310.000 paarden of 70 percent van het totaal aan tal; de tweede republiek 55 percent. Aan hoornvee gingen in de Tartaarsche renu- bliek 368,000 stuks of 67 percent verloren, terwijl dit percentage voor Basjkirie 37 is! Kleine huisdieren worden zoo goed als niet meer gevonden. In de Tartaarsche re publiek werden 900.000 schapen en varkens als voedsel genuttigd, vvaardoor ■sleeiits 15 percent der schapen en 3 percent der varkens zijn overgebleven. HET HUWELiJK VAN EEN REBELLENLEIDeR. De troepen van den Ierschen Vrijstaat zijn dezer dagen op merkwaar.lige wijze om den tuin geieid door den rebellen- leider, generaal Bofin. Zij hadden de heu- vels van Roscommon omsingeld, omdat men vermoedde, dat Bofin zich daar schuil hield. Dag en nacht werd naar hem ge- zocht. Ondanks deze omsingeling zag hij kans door de mazen te sluipen en te Leitrim vermomd met zijn bruid in het huwelijk te treden. Toen de Vrijstaataulpriteiljen van zijn stoutmoedige daad vernamen, was hij zoowel als zijn jonge vrouw meds verdwenen. renlang voor haar geheugen had gehan- gtn scheurde. De lieve beelden van het verleden lachien haar toe en met den kreet: vader! wierp zij zich aan de borst van den markies De Villandrv, alias Herbetot. Lenore, lieveling, arm slachtoffer Lat waren de uilrojpen, die de koto- mst slaakte en George Lebret haastte zich een stoei bij te schuiven, daar de o-e- weldige outraging den markies te maclUiP werd. s De kotonist streelde zijn verloren ge- waand kind als een 4uur verworven schat terwijl Lenore herhaaldelijk den lieven va der kuste, dien zij al in haar Jroomen en op het van Julio ontvangen poriret had gezien. Arlette, die bij d-e graep had gestaan en met hefde de zuster aanzag, verwijderde zicli even en kwam terug met mevrouw Herbetot. Lenore, zie eens, hier is mijn moeder en de uwe bijgevolg. Ge dacht een vader teruggekregen te hebben en ge hebt er nog een moeder en een zuster bij Om hels ze ook. ten moeder? Een zuster? stamelde Lenore, terwijl ze kussen uitdeelde en in ontvangst nam, o, wat ben ik gelukkig. Ik heet Arlette, ter herinnerina- aan uw lieve jonge moeder, verklaarde het meisje met haar welluidende stem. Pierre houdt ook zoo van mij, omdat ik bp u gehjk, wij gaan spoedig trouwen en dan zijn wij tweemaa! zusters van elkaar Wat zullen onze huishoudentjes gelukkig zqn he als wij onzen armen Remain bevrijd hebben. En wat zal vader trotsch zijn op de familie. (Wordt ervolgd.; aaacitaiaa^MBiMK.■smaettW'emmmBBis*, NSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1