ALGEMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7417.
Maandag 17 Februari 1923
63e Jaargang.
Grind en Macadam.
HET H00DL0TTIG SEHEIM.
E8D
i
a. 190 M8. Onderhoudsgrind
b. 20 M8. Macadam (z.g. Ballast)
15 M8. Macadam (z.g. Grenaille)
BINNEHLANP.
FEUILLETOH.
BUITENLAND.
Burgemeester en Wethouders van HOEK,
zullen op Olnsdag 27 Februari
1923, des voormiddags tien nre. ten raad-
huize aanbesteden, de levering van
van I tot 4 c.M.
van 1 tot 3 c.M.
van 5 tot 20 mM.
De levering geschiedt voor 1 Juli a. s.
franco op den wal op aan te wijzen plaatsen
aan den nieuwen westelijken kanaalarm te
Ter Neuzen. Meting heeft plaats bij den hoop.
De inschrijving heeft plaats in twee per-
ceelen, voor grind en macadam afzonderlijk,
terwijl de gezegelde biljetten onderteekend
door den inschrijver en twee borgen, tot op
het uur der besteding franco ten raadhuize
kunnen worden bezorgd.
Hoek, 13 Februari 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. WOLFERT, Burgemeester.
J. M. DREGMANS, Secretaris.
EERSTE KAMeR-
Vergadering van Vrijdag.
Aan de orde is het wetsontwerp tot
wijziging en aanvulling van de bepalin-
gen van het Burgerlijk Wetboek omtrent
de erfopvofging.
Mevrouw Pothuis—Smit (s.d.) bepleit
verbetering van de positie van 'de natuur-
lijke kinderen en vraagt wat van den mi
nister in deze is te verwachten.
De heer Slingenberg (v.d.) juicht in het
ontwerp speciaal toe de beperking van
de erfopvofging en de regeling van de
positie van de echtgenoote. Hij vraagt
een novelle ten aanzien van de huwelijks-
voorwaarden, die hij afs overeenkomst wil
beschouwd zien.
De heer Anema (ar.) bespreekt de so-
ciale strekking van het ontwerp, dat een
overgangsstadium van het familie- naar het
gezinserfrecht brengt.
De heer Van Lanschot (r.k.) wijst op
de bezwaren, door notarissen ingebracht
tegen te spoedige afkondiging.
Minister Heemskerk zegt dat wat de
regeling van het erfrecht van den twee-
den echtgenoot betreft, de Tweede Ka-
mer in te eenzijdige stemming heeft ver-
keerd.
De eenvoudigste weg ora de inwerking-
treding van de wet te verschuiven, is,
niet te veel haast te maken met plaatsing
in het Staatsblad.
Spreker verklaart zich bereid, te over-
wegen, of er eenige correctie is aan te
brengen in de positie van het natuurlijke
kind, doch tot.welk r.sultaat hij zal ko
men, kan hij niet mededeeien. lot een
gelijkstelling van de positie van een na-
tuurlijk kind met die van een wettig kind
kan hij niet medewerken.
'Het wetsontwerp wordt zonder stemming
aangenomen..
De' behandeling van het wetsontwerp tot
wijziging van de wet van 4 April 1892
tot vaststelling van de Oranje Nassau-orde
wordt tot later aangehouden.
De Kamer gaat uiteen tot nadere bijeen-
roeping.
70)
De tranen blonken in aller oogen, ter
wijl Manon het ui snik e en.de kleine Arit.to
huilde van aandoening.
Stil, of ik zet u buiten de deur, jon-
gen, zeide Julio streng tot Aristo. Ge zijt
een beetje al te luidruchtig in uw vreugde
en uw smart en ge zoud't er veel door
kunnen bederven.
Mijnheer Julio, ik ben al stil, lachte
de knaap door zijn tranen heen. Maar wie
kan er bedaard blijven bij zoo'n brief!
Daar zouden de steenen van gaan schreien.
Moet ik de kleine meid vinden, voor dat
mijnheer Pierre komt? Nu, dat zal ik
De jongen eindigde zijn zin niet, want
hij had de deur a! geopend en sprong met
drie, vier treden de trap af, zoodat moeder
Michu dacht dat er een van de verdiepin-
gen instortte.
Manon was voor Lenore neergeknield
en kuste haar handen en den brief, terwijl
met een vloed van dankbare wocrden haar
blijdschap betuigend.
Maar de blijdschap van Lenore maakte
eensklaps plaats voor een droeven trek.
Wat is er, lieve? vroeg Jeanne, twij-
telt ge er aan of het schrijven wel echt is?
Dat niet, gaf Lenore ten antwoord,
maar de eigenaardige onbegrijpelijke din-
gen, die hij schrijft, dan de vermelding van
die hersenziekte, zou dat geen nadeeligen
invbed op zijn gezondheid hebben gehad?
Mevrouw denkt toch niet, dat mijn
heer Pierre gek is? vroeg Manon op min
of meer verontwaardigenden toon, daar zij
niet kon begrijpen, dat niet alien on voor-
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Vrijdag;
De heer \an Ravenstein (comm.) vraagt
een interpellate aan be.rdfende onderhan-
delingen met de regeering te Angora in
verband met de opneffing van de capitu-
laties. Hierover zal Dinsdag worden be-
sist-
Mej. van Dorp (lib.) zal van den heer
van der Waerden voor de beleediging door
de interruptie: pberterig, alleen onvoor-
waardelijke verontschuldiging aanvaarden.
Voortgegaan wcrdt met de behandeling
van de Bioscoopwet.
De heer Staalman (v.b.) trekt het amen-
dement-Dresselhuys op art. 1 ter beper
king van de keuring van films voor per-
sonen van 18 jaar, in.
Het amendementColijn tot uitstrek-
king van de keuring ook over wetenschap-
pelijke films wordt aangenomen met 4b
tegen 28 stemmen.
Mej. van Dorp licht een amendement toe
tot vaststelling van het' verhoudingscijfer
tusschen het aantal zitplaafeen in de bios-
coop en het aantal inwoners en tot be
perking van de vergunningen.
I>e heeren Beumer (a.r.) Boon (v.b),
Vliegen (s.d.), van Ravenstein (comm.),
Bomans (r.k.) en minister 'Ruys de Bee-
renbrouck verklaren zich tegen het amen
dement.
Mej. van Dorp trekt het amendement en
vier andere daarmee samenhangende
amendementen in.
De heer Rutgers (a.r.) licht een amen
dement toe, om de gemeenteraden veror-
deningen te laten maken ter beperking
van het aanlal vergunningen.
De heeren Ter Hall en Boon bestrijden
het amendementRutgers.
De heer Smeenk (a.r.) verdedigt het.
De minister zou het amendement on-
voorwaardelijk veroordeelen, als een ko-
ninklijke goedkeuring voor de bedoel'de
verordening niet vereischt werd. Hij be-
houdt zich thans zijn meening voor.
De heer Rutgers verdedigt zijn amende-
demeru en acht het noodig dat de meer-
derheid in den gemeenteraad een oordeel
over bioscopen moet kunnen geven.
De heeren Ketelaar (v.d.) en Kleere-
kooper (s.d.) bestrijden het.
REGEERINGS-JUBILeUM VAN DE
KONINGIN.
Herder/king in Belgie.
Te Brussel heeft zich een comite ge-
vormd, om ook in Belgie het zilveren
regeeringsjubileum van Koningin Wifitel-
mina te vieren. Teneinde de herdenking
zoo aigemeen mogelijk te maken en de
Koningin aanhankelijkheid van al haar on-
derdanen in Belgie te kunnen betuigen
door het aanbieden van een gemeenschap-
pelijk huldeblijk, doet het comite nu reeds
een beroep op de medewerking van alle
in Belgie verblijf houdende Nederlanders
om de noodige middeton daartoe bijeen
te brengen.
Het voornemen bestaat, het huldeblijk
vergezeid te doen gaan van een album
bevattende de namen van alle deelnemers.
De feestelijkheden worden voorafge-
gaan door een plechtigen dankdienst- zij
zullen bestaan uit een feestvoorstelling in
een schouwburg te Brussel, een thee, een
nationaal feestmaal en een bal.
DE REGEERING EN DE VOLKS-
GEZONDHEID.
Naar de Tel. verneemt, ligt het in de
bedoefing van de regeering noch het wets
ontwerp op de gezondheidsdiensten, noch
de wijziging van de wet op de besmet-
tehjke ziekten door de Kameirs te laten
behandelen. Alleen zal zij wel ter behan
deling in de Kamer brengen de wijziging I Grieksche oorlog en nu de Roer-actie waar-
van het vaccinaltieartikel. bij de Franschen zich beroepen op 'de be-
HET ONTWERP-FLESKENS
INGETROKKEN.
Naar aan het Corr.-Bur. van bevoegde
zijde wordt medegedeeld, wordt dezer dagen
bij de Tweede Kamer een wetsontwerp inge-
diend tot tijdelijke beperking van den in-
voer van schoenwerken.
De heeren Fleskens c.s. hebben het vol-
gende schrijven tot den voorzitter van de
Tweede Kamer gericht:
..Blijkens het voorloopig verslag op het
door ondergeteekenden ingediende voorstel
van wet tot het .i^tellen van invoerverboden
zijn zeer vele ledeh van oordeel, dat het in
dit wetsvoorstel behandelde onderwerp zich
kwalijk leent tot regeling bij een initiatief-
voorstel.
Verder "is het den ondergeteekenden be-
kend, dat verscheiaen leden der Kamer zich
niet tegen het nemen van maatregelen tot
tijdelijke invoerbelemmeringen zullen ver-
zetten, wanneer de voorstellen daartce van
de zijde der Regeering uitgaan, terwijl zij
tevens mogen veronderstellen, dat de Re:
geering vooral in den laatsten tijd tot
de overtuiging zal zijn gekomen, dat een
groot deel onzer Industrie in een noodtoe-
stand verkeert, welke het nemen van bijzon-
dere wettelijke regelingen noodzakelijk
maakt. In een en ander vinden ondergetee
kenden aanleiding te berichten, dat zij op
een verdere behandeling van het bovenge-
noemd wetsvoorstel geen prijs meer stellen.
waardelijk geloofde in hctgeen de scbrijver
meldde.
Neen, zeker niet, beste Manon, ant-
woordde Lenore, maar wie zijn die drie
wezens, van wie hij meldf dat ze mij zullen
aanbidden?
- Mevrouw, dat zal een geheime ver-
rassing voor u zijn, maar ik voor mij ver-
trouw zoo voikomen op mijnheer Pierre,
dat het nu niet Iang meer zal duren, of
ik omhels onzen martelaar, die door een
troep gekken in de gevangenis is gewor-
pen.
Bravo Manon, riep Jeanne uit. Dat
vertrouwen eert u en ik deel het.
Wanneer het mij toegestaan is te
oordeelen over den staat van geestver-
mogens van een ambtgenoot, zeide Geor
ges Lebret nu, dan moet ik ronduit zeg-
gen dat de schrijver van dien brief voi
komen toerekenbaar is. Wat in uw oogen
een raadsel lijkt, is duidelijk in de mii'ne.
Wie weet of uw schoonbroeder daarginds
geen verfoofde en geen familie gevon-
den heeft, die ook uw zuster zaf worden
en dat zij er naar verlangen u te om-
helzen.
Toen ook Julio betuigde dat des dok-
ters meening de zijne was, moest Lenore
wel toegeven, dat er geen andere oplos-
sing meer kon zijn, ofschoon zij in haar
hart nog zoo zeker met was van de ge-
uite veronderstellingen.
Zij had ook al zoo'n zwaren sirijd met
het feven gestreden.
Haar voile vertrouwen keerde pas
weer, toen een telegram van Marseille de
komst van Pierre in Frankrijk berichtte.
De jonge vrouw zou gaarne den ver-
wachte tegemoet gereisd zijn, doch de tre-
dachte aan Diana hield er haar van terug.
De moeder VTeesde door nog verder van
DE TOESTAND.
Wonderlijke coincidentie, schrijft de N.
R. Crt., dat Donderdag, na bijkans drie-
en-dertig eeuwen, weer de eerste straal van
het kunstlicht gevallen is in de grafkamer
en op de houten sarkofaag van den Pharao
van een oud „wereld"-rijk, die een kortston-
dige nieuwe leer, afkeerig van alle grweld,
alweer ten onder had zien gaan, en, onder
den drang van Amons-priesters, de oude
leer en politiek moest herstellen, welke on-
dere een nieuwe dynastie weer leidde tot
bevestiging en vergrooting van de macht
door geweld.
Men kent de geschiedenis. Toetankhamen's
schoonvader en voorganger op den troon
Amenophis IV of Akhnaton had onder in-
vloed van zijn moeifer, die een vreemdeiinge
in Egypte was, een nieuwen zachtmoedigen
monothei'stischen godsdienst ingevoerd. die,
missehien in verwijderd verband met het
Vedisme der Indiers staande, een vader der
Schepping vereerde en zijn symbool had in
de stralen der zon, die de aarde met leven
bezielen. Hij liet de tempels zuiveren van de
oude Amonsbeelden, tooide ze van binnen
met bloemen en bracht ook offeranden van
bloemen op de oude altaren. Tegen de
grensvolken wilde hij geen bfoed meer plen-
gen. Het was slechts een korte illusie, die
alleen koningsmacht tot een verwezenlijking
kon brengen, maar ook door die macht weg-
gevaagd werd, toen zij zelve er door in ge-
vaar kwam.
De coincidentie, op welke wij in den aan-
hef doelden, is dat wij in dezen tijd na den
grooten oorlog ons ook in zulk een stralende
zinsbegoocheling van geen geweld meer van
noode te zullen hebben, gekoesterd hebben.
Het tractaat van Versailles had, in den geest
van zijn oorspronkelijke ontwerpers, mis
sehien anders moeten uitvallen en is ook in
zijn aanhef in het statuut van den Volken-
bond van een geheel nieuwen geest door-
trokken, maar voor men honderd artikelen
verder was, werd de deur voor machtsoefe-
ning op grand van overwinningsrecht alweer
opengeduwd. Toen kwam de Russisch-
Poolsche oorlog, vervolgens de Turksch-
haar kind af te gaan de kans op terugga-
ve geringer te doen worden, een gedachte
die zij maar niet van zich kon afwerpen.
Mevrouw De Cerisolles bleef dus te
midden van de vrienden, die haar een
beetje pfaagden met haar ongeduld, doch
zelf dat ongeduld deelden.
Eindelijk, op een middag, een paar da
gen later, toen men juist gereed was met
het maal, vernam men een haastigen stap
op de trap en ging de bel hard over.
Lenore v.rbloekte en Jeanne zeide
lachend
Zonder toovenaarster te zijn, wil ik
wedden dat het de verwachte gasten zijn.
Ja, ja, hei is zoo, riep Manon, die
zonder compliment de kamer.Jeur had
opengeduwd. Lieve mevrouw, zoo wend-
de zij zich tot Lenore, bereid u op even-
veef vreugde voor als u verdr'et gehad
Ik had wel gelijk, met te beweren,
dat een gelukje nooit alleen koint. Wat
zeg ik, het is een dubbei, een driedub-
bel geiuk.
Manon sfoeg zoo door, dat Lencre haar
verbaasd aanzag of de oude soms op een
verjaarfeest gevveest was, te meer daar
ook Manon's muts weer danior scheef
stond.
Wat zegt ge toch, beste Manon?
vroeg Lenore. Groote heinel, ge wilt toch
met zeggen dat Remain daar is?
Neen, neen, lieve mevrouw, ge moet
nog een beetje geiuk voor morgen bewa-
ren. Wat ge vandaag krijgt, is missehien
nog schooner.
Schooner? Zeg eens, Manon, spot
niet met mijn leed. Zijn mijn man en mijn
kind niet alles voor mij?
Lenore, lieve Lenore, zeide een
vnendelijke stem lachend en quasi-bestraf-
fend. dat is niet mooi van u zoo te soreken
palingen van Versailles. Zoo glijden wij
weer gaandeweg af naar de oude wereld en
de oude middelen.
De veroordeeling van Havenstein, den eer-
ste-burgemeester van Oberhausen, tot drie
jaar gevangenisstraf wegens het niet opvol-
gen van de bevelen van de militaire Fezet-
tingsoverheid maakt van hem slechts een
martelaar. Wij hadden de Franschen voor
verstandiger aangezien. Zij hebben zelven
in den oorlog onder den hak van de keizer-
lijk Duitsche soldateniaars slachtoffers van
militaire willekeur in grooten getale gehad.
Zij hebben den geest gevierd, die door
dwang en geweld niet te buigen is. Zij
weten beter dan eenig ander volk, dat men
het lichaam in boeien kan slaan, maar nooit
het hoofd en het hart. Ook is het nu, in
naam althans, nog altijd vrede. De mijn-
eigenaars van het Roer-gebied kwamen vrij
met een boete, die voor hen wel te betalen
was en een groote nationalistische betoo-
ging die te Mainz op touw was gezet, in de
veronderstelling, dat de straf hen aan den
lijve en in hun vrijheid zou treffen, bleek ten
slotte buiten de verhouding, waarop zij be-
rekend was. Maar de verbittering ten ge-
volge van geweld en verzet en nog meer ge
weld en nog meer verzet enz. is inmiddels
gestadig toegenomen en wij weten niet waar
wij op deze wijze zullen eindigen. Als de
Franschen aanspraak willen blijven maken
op den naam van ridderlijkheid, zullen de
beste instincten van hun volk tegen deze
politiek in opstand komen en kunnen zij op
dezen weg niet doorgaan.
Er zijn trouwens teekenen, dat de strijd
zijn hoogtepunt nadert. Te Londen staat de
Entente op springen. Alle schijnschoone be
richten kunnen de waarheid niet verbloemen,
dat de Engelschen den Franschen hun zin
niet willen geven op het stuk van het mili
taire vervoer door de Britsche zone. De
Fransche missie is uit Londen naar Parijs
teruggekeerd met, naar men verzekert, een
eompromis-voorstel dat den Franschen
slechts recht van militair vervoer zou toe-
staan in een omvang, overeenkomende met
dien, welke voor de Roer-actie bestond.
Vroeger heeft Law gezegd dat hij wel niet
aan die actie meedeed, maar ook nieis zou
doen, om haar te belemmeren. Dit blijkt
eenigszins in het vergeetboek geraakt te
zijn, want de weigering van de begeerde fa-
culiteiten kan moeilijk anders uitgelegd wor
den dan als een belemmering.
In het Roer-gebied zelf, zoo zegt de cor
respondent van de Daily News, hangt nu de
einduitslag van den strijd af van de houding
der Duitsche werklieden. „De staat heeft
alles gedaan wat mogelijk was, om wrijving
te veroorzaken tusschen de werklieden en de
Franschen, en de laatsten concentreeren nu
hun pogirigen op het verdeelen van de werk
lieden en de patroons. Het begin van werk-
loosheid op groote schaal zal in de naaste
toekomst een overwegenden invloed op den
toestand hebben. De Duitsche ambtena-
ren, wier pensioenen en toekomst
door het rijk verzekerd zijn, zijn
bereid, hun tegenstand voort te zetten,
maar met het gros van de werklieden is het
anders gesteld. Zij moeten werk hebben en
zij wenschen ten sterkste, dat het Roer-ge
bied als industrieel centrum niet ten gronde
gericht zal worden." Aldus de correspon
dent van het liberale Engelsche blad, die
ten slotte nog een toeneming van de Roo
ming constateert, volgens welke de steun
van het rijk aan de ambtenaren tot de werk
lieden uitgebreid moet worden.
Hetzelfde blad heeft, volgens de Peuple
van Brussel, van zijn buitenlandschen
hoofdredacteur, die daar vertoeft, een be-
richt ontvangen, verzekerende, dat Duitsch-
land bereid zou zijn, niet meer op zijn oor-
De toeschouwers van het tafereeltje
kcerden zich verbaasd naar de deur, die
Manon half open had gelaten. Zij meen-
den ten speelbal te zijn aan een droom.
Op den drempel van de deur stond een
andere Lenore.
Arlette, want die was het, lachte het
groepje in de kamer vriendelijk toe en
wierp zich in de airmen van haar zuster
met den uitroep:
Lenore, liefste zuster, zeg toch dat
ge blij zij a mij te zien. Zeg toch, Jar
gij van mij houdt. Ik aanbid u.
De beide blonde kopjes, zoo dicht bii
elkander, deden denken aan twee bloemen
op een Stengel, want nooit had men spre-
kciider gelijkems aanschouwd.
Manon gaf er uiting aan, door uit te
roepen
Nu, waar vindt men er twee, die
zoo precis eender zijn? Als de kleur van
de oogen niet verschiHend was, zou men
mijn meesteres niet uit haar zuster ken-
nen en zou ik zelf in de war raken.
Pierre kwam de kamer binnen, slanker
knapr er nog dan vroeger, verjongd door
de blijdschap en door de weienschao. dai
hij liier vreugde zou brengen.
Met een juichkreet sneide Lenore op
hem toe, maar hij hield haar zachtjes te
gen, zeggende
Neen, neen, lieve zuster, laten we
geen jaloezie opwekken. Uw eerste kus is
met voor mij. Zie eens.
Hij wees op een man met een edel uiter-
bjk, die hem gevolgd was.
Het gelaat van den vreemdeling was
ontdaan door hevige onlroering, maar de
schoone blauwe oogen lachten Lenore te
gen.
Mevrouw De Cerisolles kreeg een gt-
waarwording, alsof er een sluier. die ia-
j spronkelijke voorwaarde te staan van geen
onderhandelingen te willen voeren zoolang
de geallieerde troepen in het Roer-bekken
staan en dat Frankrijk zijn troepen zou
terugtrekken, zoodra Duitschland een aan-
nemelijk aanbod doet. Het lijkt nog te mooi
om waar te zijn, maar als men ook leest, dat
Baldwin, de kanselier van de Schatkist,
Vrijdag in het Engelsche Lagerhuis over-
tuigd was, dat het tijdstip zal komen waar
op onze (Engeland's) diensten als bemidde-
laar en helper mogelijk en van goede uit-
werking zullen zijn", mag men moed hou-
den, dat et een kentering op komst is.
NIJPENDE HONGER IN
RUSLAND.
De nijpende honger die op verschillen.de
plaatsen in Rusland weder het hoofd op-
steekt ,is voor de sowjetbladen,, the topic
of the day''. Reeds sinds weken publiceert
de Prawda dag aan dag correspondenties
uit de hongergebieden, welke wijzen op
een voortdurende uittreiding van den hon-
gcrsnood. Het blad mcldt, dat vooral in
de Krim en in 't bijzonder in het district
Feodossjisk de bevolking in een wanhopi-
gen toestand verkeert. Te Kief (Oekraine)
heeft bp 1 Februari een groote demonstra-
tie van daklooze kinderen plaats gehad met
het doel, de bevolking tot hulpverleening
op te wekken. Te Kief alleen zijn 5000
kinderen dakloos. In de Duitsche kolonie
bij Wcdga bedraagt het aantal hongerlij-
dende volwassenen 60.000 en hongerlij-
dende kinderen 80.000. Uit de gouverne-
menten Samara, Saratof en Twer komen
even sombere berichten.
De Izwestia vestigt speciaal de aandacht
op den toestand der Tartaren en Basiki-
ren. Reeds verieden zomer was bekend,
aldus genoemd blad, dat de binnen te ha-
fen oogst niet groot genoeg zou zijn om
in de behoeften der bevolkino te voor-
zien. Toch overtreft de werkeTijkheid de
vrees nog verre. Het aantaf hongerlijde'nde
Tartaren bedraagt ruim 710.000, terwijl in
de Bachkirenrepubliek 615.000 volwasse
nen en ongeveer 100.000 kinderen aan den
hongervijand zijn prijsgegeven. Het vorige
jaar heeft de honger in de Tartaarsche re-
pubriek 283.000 personen en in de Basi-
kirische republiek 652.000 personen weg-
gernaaid. In percenten uitgedrukt bedroeg
de sterfte in faatstgenoemde republiek 27
percent der bevolking.
Het aantal landbouwbedrijven is in beide
republieken tezamen met lb percent of
77.000 verminderd. Wat den veestapel aan-
gaat, de eerste republiek verloor310.000
paarden of 70 percent van het totaal aan
tal; de tweede republiek 55 percent. Aan
hoornvee gingen in de Tartaarsche renu-
bliek 368,000 stuks of 67 percent verloren,
terwijl dit percentage voor Basjkirie 37 is!
Kleine huisdieren worden zoo goed als
niet meer gevonden. In de Tartaarsche re
publiek werden 900.000 schapen en varkens
als voedsel genuttigd, vvaardoor ■sleeiits
15 percent der schapen en 3 percent der
varkens zijn overgebleven.
HET HUWELiJK VAN EEN
REBELLENLEIDeR.
De troepen van den Ierschen Vrijstaat
zijn dezer dagen op merkwaar.lige wijze
om den tuin geieid door den rebellen-
leider, generaal Bofin. Zij hadden de heu-
vels van Roscommon omsingeld, omdat
men vermoedde, dat Bofin zich daar schuil
hield. Dag en nacht werd naar hem ge-
zocht.
Ondanks deze omsingeling zag hij kans
door de mazen te sluipen en te Leitrim
vermomd met zijn bruid in het huwelijk
te treden. Toen de Vrijstaataulpriteiljen
van zijn stoutmoedige daad vernamen, was
hij zoowel als zijn jonge vrouw meds
verdwenen.
renlang voor haar geheugen had gehan-
gtn scheurde. De lieve beelden van het
verleden lachien haar toe en met den
kreet: vader! wierp zij zich aan de borst
van den markies De Villandrv, alias
Herbetot.
Lenore, lieveling, arm slachtoffer
Lat waren de uilrojpen, die de koto-
mst slaakte en George Lebret haastte zich
een stoei bij te schuiven, daar de o-e-
weldige outraging den markies te maclUiP
werd. s
De kotonist streelde zijn verloren ge-
waand kind als een 4uur verworven schat
terwijl Lenore herhaaldelijk den lieven va
der kuste, dien zij al in haar Jroomen en
op het van Julio ontvangen poriret had
gezien.
Arlette, die bij d-e graep had gestaan
en met hefde de zuster aanzag, verwijderde
zicli even en kwam terug met mevrouw
Herbetot.
Lenore, zie eens, hier is mijn moeder
en de uwe bijgevolg. Ge dacht een vader
teruggekregen te hebben en ge hebt er
nog een moeder en een zuster bij Om
hels ze ook.
ten moeder? Een zuster? stamelde
Lenore, terwijl ze kussen uitdeelde en in
ontvangst nam, o, wat ben ik gelukkig.
Ik heet Arlette, ter herinnerina- aan
uw lieve jonge moeder, verklaarde het
meisje met haar welluidende stem. Pierre
houdt ook zoo van mij, omdat ik bp u
gehjk, wij gaan spoedig trouwen en dan
zijn wij tweemaa! zusters van elkaar Wat
zullen onze huishoudentjes gelukkig zqn
he als wij onzen armen Remain bevrijd
hebben. En wat zal vader trotsch zijn
op de familie.
(Wordt ervolgd.;
aaacitaiaa^MBiMK.■smaettW'emmmBBis*,
NSCHE COURANT