ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7415.
Woensdag 14 Februari 1923.
63e Jaargang.
DEANKWET.
Grind en Macadam.
HIT HOOBMTTIG GEHEIM.
a. 190 M3. Qnderhoudsgrind
b. 20 M3. Macadam (z.g. Ballast)
15 M3. Macadam (z.g. Grenaille)
BINNENLAND.
FEUILLETON
BUITENLAND.
Burgemeester en Wethouders van HOEK,
zullen op Vrijdag 27 Februari
1923, des voormiddags tien ore, ten raad-
huize aanbesteden, de levering van
von 1 tot 3 c.M.
De levering geschiedt v66r 1 Juli a. s.
franco op den wal op aan te wijzen plaatsen
aan den nieuwen westelijken kanaalarm te
Ter Neuzen. Meting heeft plaats bij den hoop.
De inschrijving heeft plaats in twee per-
ceelen, voor grind en macadam afzonderlijk,
terwijl de gezegelde biljetten onderteekend
door den inschrijver en twee borgen, tot op
het uur der besteding franco ten raadhuize
kunnen worden bezorgd.
Hoek, 13 Februari 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoernd,
A. WOLFERT, Burgemeester.
J. M. DREGMANS, Secretaris.
TWEED L KAMER.
Vergadering van Dinsdag.
De Voorzitter stelt voor, de interpellatie-
aanvrage van den heer Troelstra betrefiende
den toestand in het Roergebied niet toe te
staan.
De heer Troelstra (s.-d.) acht Nederland
belanghebbende bij de bezetting en herin-
nert aan de toegestane interpellate over
deze aangelegenheid in Zwitserland. Spre-
ker schrijft de voorgestelde weigering toe
aan overgevoeligheid voor een buiteniand-
sche mogendheid.
De Voorzitter is van oordeel, dat de in
terpellate door de Kamer geschiedt en dat
de Kamer moet uitmaken, of zij in 's lands
belang is.
De heer Van Ravesteyn (comm.) oefent
kritiek op de beperking van het interpella-
tierecht over buitenlandsche kwesties.
De heer Marchant (v.-d.) beveelt het hou-
den van de interpellate aan en acht de
vrees voor prikkelbaarheid der Fransche
regeering overdreven..
De heer Dresselhuys (v.-b.) verkiaart
zich tegen de interpellate. Mr. Troelstra
had kunnen volstaan met een schriftelijke
vraag.
De Voorzitter hanclhaaft zijn standpunt.
Het voorstel van den Voorzitter wordt
aangenomen met 56 tegen 26 stemmen.
Tegen stemden de sociaal-democraten, de
communisten en de vrijz.-democraten.
Daarna is aan de orde de Ongevallen-
wet 1921.
Mr. M. M. SCHIM VAN DER LOEFF t
In Zwitserland, waar hij voor giezond-
heidsredenen vertpefd, is overtedcn mr.
M. M. Schiin van der Loeff, oud-lid van
de Tweede Kamer.
De heer Schim van der Loeff was in
1865 geboren. Hij is advocaat en procu-
reur te Rotterdam geweest, daarna school-
opziener, secretaris van de Kamer van
koophandel en fabrieken en advocaat en
procureur te Gouda. In 1913 werd hij als
unie-liberaal door Dordrecht in de 1 wee-
de Kamer gekozen. Hij tnaakte deel uit
van het hoofdbestuur der Liberate Unie.
was lid van de Staatscommissie tot nade-
re wijziging van de overgangsbepalingen
der Auteurswet 1912 en bestuursUd van
de Zuid-Hollandsche Vereeniging Het
Groene Kruis.
Einde Augustus 1916 op get rede n als lid
der commissie van bijstand inzake de Distri-
butiewet 1916, nam hij in verband daar-
mede ontslag als lid van de Tweede Ka
mer. Na de ontslagaanvrage van deze
commissie met ingang van 1 April 1918
werd hij benoemd tot directeur-generaal
chef der afdeeling crisiszaken van het de-
partement van iandbouw, nijverheid en
handel, en had als zoodanig de leiding
van de crisisaangetegenheden. Nadat hij
ook uit deze functie ontslag had aange-
vraagd, is de heer Schim van der Loeff
nog korten tijd secretaris-generaal der
Rotterdainsche Bankvereemging geweest.
Hij was laatsielijk te 's Gravennage ge-
vestigd.
JHR. A. F. DE SAVORN1N LOMHAN.
Naar aanleiding van geruchten welke
reeds verleden week liepen, kan thans wor
den medegedeeld, dat de Minister van Staat,
Jnr. Mr. Dr. A. F. de Savornin Lohman,
eenige weken geleden ongesteld is gewor-
den en mede met het oog op zijn hoogen
leeftijd nog rust moet houden. Naar het
Corr. Bureau uit zeer betrouwbare bron
verneemt, is de toestand zeer gunstig.
TIJDEL1JKE AMBTENAREN.
De Raad van Ministers heeft bepaald,
dat ingaande 1 April de belooningen van
de op dien datum in dienst zijnde gehuwde
mannelijke tijdelijke ambtenaren moeten
worden teruggebracht, tot de bedrageri,
welke hun zouden zijn toegekend, indiend
zij niet gehuwd waren.
NIET-WERKEN OP R. KATH. FEEST-
DAGEN.
Onder overweging, dat het wenschelijk
is, dat ten aanzien van het inhalen van ver-
zuim, ontstaan door het niet-werken op R.
K. feestdagen, een algemeene regeling
wordt getroffen, heeft de Minister van Ar-
beid enz. tot wederopzegging vergund dat
in alle gemeenten des rijks in ondernemin-
gen, waarin in fabrieken of werkplaatsen
arbeiders werkzaam zijn die op 6 Januari,
19 Maart, den Donderdag in de week, vol-
gende op die, waarin Pinksteren valt, 29
Juni, 15 Augustus, 1 November, 8 Decem
ber, in die onderneming geen arbeid verrich-
ten, door die arbeiders telkens in een tijd-
yak van twee achtereenvolgende weken, be-
staande uit de week, waarin een van boven-
genoemde data valt, en de daarop volgende
week, in afwijking van het bepaalde b'i art.
24 der Arbeidswet 1919 op alle werkdagen,
met uitzondering van den Zaterdag arbeid
wordt verricht gedurende ten hoogste tien
uren per dag, onder voorwaarde, dat:
lo. de arbeidstijd van de betrokken
arbeiders in zijn geheel gelegen is tusschen
6 uur voorm. en 7 uur nam. of in de geval-
len, waarin krachtens het Werktijdenbesluit
68)
Mijn voornemen mijn naam te verande-
ren leek hun verstanaig; het kwam meer
overeen met het nederig'e bestaan dat we
zouden gaan leiden, het bestaan van den
beginnenden kolonist, van den pionier.
Van dat oogenblik af noemde ik mij
Jacques Herbelot en de kapitein, die van
mij hield als van zijn eigen zoon, was er
trotsch op.
Wat zal ik u verder nog vertellen? We
maakten eenige moeilijke jaren door, ja-
ren, die nochtans gelukkig waren, dank
zij onze vohnaakte harmonic van gedach-
ten en zienswijze. Dank zij ook die innige
samenwerking, namen de zaken weldra
een goeden keer, toen we de moeilijke tij-
den doorworsteld waren en toen gingen
we den weg op van welvaart en daarna
van riikdom.
De 'he me I heeft gewild, dat vader Herbe
lot langen tijd van ons geluk getuige heeft
mogen zijn. 2 Jaar geleden heeft Arlette
zijn geliefd kleinkind, hem de oogen toe-
gedrukt. Ik zou voor ieder zoo'n vredig
uiteinde wenschen; het was alsof hij in
sliep, zoo kalm ging hij den dood in.
Ja, dat is waar, zuchtte het meisje,
bij wie de woorden van haar vader, de
herinnering aan het sterfbed opwekten.
Lieve grootvader.
Mijn vierhaal is nu ten einde, Pierre
hernam de kolonist en het is aan u te be-
ginnen. Gij kunt u mijn onbegrensde ver-
bazing voorst|ellen, toen ik vernam, dat het
door mij zoo beweende kind nog in leven
bteek. Wat moet zij geleden hebben in de
klauwen van dien ellendeling, die mij al
les ontroofd heeft, zelfs de teederheid van
mijn Lenore. Ik smeek u, vertel mij van
haar, van mijn lieveling.
Pierre voldeed gaarne aan het verzoek.
Hij begon met te vertellen hoe hij het
lieve blonde meisje met de wonderlijk
mooie oogen voor de eerste maal gezien
had, toen zij in het kas eel Ceii olles kwam.
Hij vertelde hoe Romain. die tot dien tijd
geen andere liefde had gekend dan de we-
tenschap, ineens tot over de ooren ver-
Iiefd was geraakt op Lenore. Hij vertelde
alles met uitzondering van de ongelukkige
liefde, die hijzelf voor het mooie meisje
had opgevat.
De oudste van de beide Cerisolles zou
het een verlichting hebben gevond.en als
hij eindelijk eens had kunnen zeggen wat
de eigenlijke oorzaak was van het ont-
vluchten van z'n huis en z'n land, maar
hij vreesde Arlette met die bekentenis te
zuilen kwetsen en daarom zeide hij, dat
hij vertrokken was met den vurigen wensch
het fortuin van zich en de zijnen te her-
stellen en dat hij zich voorgenomen had
geen teeken te geven voordat hij in de
taak geslaagd was.
De heer Herbelot ondervroeg Pierre
lang over Romain en de dokter beschreef
met nauwkeurigheid het goede, degelij
ke karakter van zijn broeder.
Arlette stelde veel belang in Diana, het
kleine engeltje, dat in het kasteel Cerisol
lies het levenslicht had aanschouwd.
Getekkige vader, riep Arlette uit. Nu
voor fabrieken of werkplaatsen 1920 rui-
mere tijdgrenzen zijn toegestaan, tusschen
de daar aangegeven tijdgrenzen;
2o. in zoodanig tijdvak door de betrok
ken arbeiders in totaal niet langer arbeid
wordt verricht dan gedurende 96 uren;
3o. naast de arbeidslijst een geschrift
is opgehangen, waaruit duidelijk blijkt, wel
ke werktijdregeling door de betrokken ar
beiders in zoodanig tijdvak zal worden
gevolgd;
4o. indien het districtshoofd dit heeft
geeischt, het hoofd of de bestuurder der
onderneming, of een door dezen daarmede
belast persoon als bedoeld in art. 75 der
Arbeidswet 1919, met inachtneming van de
door het districts'-oofd daaromtrent gestelde
voorschriften aan het districtshoofd mede-
deeling doet van de onder 3o. bedoelde
werktijdregeling.
DE TOESTAND.
Aan de kwansuis geruststellende offi-
cieuze mededeeiing van Met Engelsche
draadlooze bericht van Zondag dat oe laat-
ste berichten uit Smyrna uit officieeie bron
„schijnen" aan te toonen dat de Turken
het beter geacht hebben, de dreigende
houding die zij daar hebben aangenomen,
te Iaten varen, wordt een tweede zin toe-
gevoegd, namelijkr „Oschfoon zij nieuwe
miinen in de haven van Smyrna hebben
gelegdhebben de Turken geen po-
ging'gedaan, om de vreemde oorlogssche-
pen te motesteeien". Van dengeen die
deze verzekeringen v.oor zoete koek s'-ikt,
wordt dus gevergd, schrijft de N. R. Crb,
dat hij in het fegggen van nieuwe mijnen
in den nauwen havenuitgang geen dreigen
de handeling en geen molest voor de
reemde oorlogsschepen in de haven ziet.
De waarheid is dat de Turken, zoo zij
al geen kanonschoten op de coriogsbodems
hebben gefost tot hun verdrijving, rieuwe
maatregeten hebben genomen om de val
waarin zij zitien, beter te sluiten en de
onbehaaglijkheid van hun positie hebben
versterkt- Daarbij is nu, volgens een Reu-
terbcricht uit Londen van "Zondag, een
nieuw ultimatum van Turkschen kant geko-
men, dat den oorlogsschepen alsnog drie
dagen tijd geeft, om zich te verwijderen.
Wij kunnen moeilijk aaun-men dat dit onze
Tromp kan geldvti, aangezien Nederland
in den dbrlog die "met d'en wapensdlstand
van Moedros geschorst is, neutraal is ge
weest, al zal men het xnoeten betreuren dat
het Nederlandsch oorlogsschip dat te Smyr
na ontbrak, toen het daar bij den grooten
uittocht noodig geweest zou zijn, daar
nu ligt op een oogenblik, dat zijn aan-
wezigheid nauwelijks vereischt is en het
gevaar loopt in het schootsveld van de
kanonnen van twee parfijen te komen. In-
tusschen blijven wij overttuigd dat de di
plomatic der geallieerden nog altijd, zelts
als zij het opcreden van de Turken als
een uitdaging voelt, alles dient te doen
om te voorkomen, dat uilsluilend officieren
over het uitbreken van vijandelijkheden te
beslissen krijgen. Nog altijd geldt dan het
argument, dai men te Lausanne elf weken
lang geworsteld heeft om den vrede te
redden en het niet aangaat, dien vrede
nu in gevaar te Iaten brengen door een
gevai, dat zoo weuiig om het lijf heeft.
Er bestaat nog stechts een verschil van
meening tusschen de twee partijen da
met de moeite waard kan geacht worden,
er oorlog om te voeren en wie weet welke
andere booze krachten nog te ontkete-
nen. In een week tijds zou men er alles
mee ongedaan maken, wat men jn elf
weken met moeite opgebouwd heeft.
Als het den Engelschen om een oor-
Log met Turkije te doen was, zou het
wist ge niet eens, dat ge zelfs grootva
der waart,! O, wat zullen wij die kleine
vertxoeteten, nietwaar?
De heer en mevrouw Herbelot knikten
hun dochter vriendelijk toestemmend toe
en dachten met liefde aan het hun nog
onbekende kteinkind.
Helaas, wat zouden zij een smart ge-
voeld hebben, als >ze geweten hadden, in
wiens handen de kleine Diana zich be-
vond.
Toen alles g&eegd was, sprak Pierre
tot den markies De Villandry (zooals we
hem verder zullen noemen).
Nu heb ik een dringend vervpek
aan u.
Bij voorbaat toegestaan. Wat is het?
Ik vermoed dat gij u de verslagen
#ult aangeschaft hebben van het proces
NarjacCerisolles. Laat mij er kennis van
nemen, als ik u verzbeken mag,
De markies aarielde, doch Arlette zei
de, nadat z!e met een air van gewichf
den pols van den dokter had ondeizvicht:
Ik getoof, dat gij het zonder gevaar
kunt toestaan, vader. Eer zou ik denken,
dat een weigering een nadeeligen invloed
op den patient had.
Mevrouw Herbelot was de kamer al uit
gegaan en kwam spoedig terug met een
stapel dagbladen.
Hier, Pierre, zeide ze, maar bebof
mij, dat ge u niet opwindt over de blind-
heid en de dwaashefd der menschen.
Wij zullen met u de verslagen lezen, op-
dat ze u minder pijn veroorzaken dan dat
ge ze aileen leest.
Het was een zware proef voor den ar
men man, de lectuur van het proces. Zijr
hart bloedde bij het lezen van de smart,
incident van Smyrna voor hen, een mooie
aanteiding zijn om voet bij stuk te houden,
omdat, zoo het daar mis gaat, de Turken
behalve de Engelschen ook de Franschen
en Italianen tegenover zich zouden krij
gen, waarop totdusver geen kijk was ge
weest. Maar voor het onderstellen van
zulk een boozen toeleg bestaat niet de
minste grond, omdat juist van Engelsche
zijde de voorstelling is vcrspreid dat En-
geland geen bezwaar zou hebben het trac-
taat, zooals het ten slotte geamendeerd was
te teekenen, maar dat het ter wdle van
de oeconomische bepalingen, vvaartegen de
andere geallieerden bezwaar hadden, het
eensgezind front niet heeft willen verbre-
ken. Engeland zou dus juist de laatste
mogendheid moeten zijn die oorlogszuch-
tige neigingen tqgen Turkije had. Rest
dus aileen een kwestie van prestige waar
van beschaafde regeeringen, die tovendien
overtuigd zijn dat zij de sterksten zijn, geen
casus belli meer behocren te maken. hier-
mee is natuurlijk niet gezegd, da: zulk^
kwesties niet buitengewoon gevaarlijk
kunnen worden, als zij roekelbos behan-
deld worden. De heele vvtreldoorlog van
1914 is er door begonnen. Want toen
Servie alle punten van het Ooster.rijksch-
Hongaarsche ultimatum had ingewilligd op
een na dat te St. Petersburg bijzonder kwet-
send geacht werd vocr het Servische pres
tige en daarom ook voor het prestige van
Rustend, als bescnermer van den Slavi-
schen Balkanstaat, wilde de Donau-mo-
narchie van geen toegeven wet en en trok
zij van leer. Hoe omineus deze herinne
ring ook zijn moge, het kan zijn nut heb
ben, haar nog eens op te halen.
De nieuwe week begint met een sanc-
tie die Frankrijk en Belgie aan Duitschland
hebben opgelegd. Wegens de bevelen die
de Duitsche regeering aan zijn beambten
en ambtenaren in het Roerbekken heeft
gegeven en vanwege de ongeregeldheden
van ailerlei aard die de Duitsche regeering
er tracht te verwekken, hebben de Fran
sche en Belgische regeeringen besloten,
van heden at naar het onbezette gedeel-
te van Duiischland „geen producten van
de metaalnijverheid en andere artikelen
die in de bezette gebieden zijn vervaar-
digd, meer te Iaten uitvoeren." Dit is een
maatregel welke zich rechtslreeks richt te
gen de groote ijz^rsmeiters, die tegelijk
mijneigenaars zijn en van de heele actie
totdusver geen nadeel hadden ondtrvon-
den. Zij kunnen doorgaan met fabrlceeren,
maar hun producten n:eL naar het Duit
sche binnenland zenden. Het gevaar dreigt
dat deze industrieelen op het vcrbod zul-
fen antvvoorden met het sluiten van hun
fabrieken. Zij zijn rijk genoeg om zich
deze weelde te kunnen veroorlooven en de
bezettingsoverheid moet dan maar zien,
wat zij aanvangt met een werklooze aroei-
dersbevolking die niet aan den kost kan
komen.
1ERLAND.
Kardinaal Logue, de „groote oude man"
van de Roomsch Katholieke kerk in Ier-
larid, heeft te Dublin tegen den corres
pondent van de Weekly Dispatch gezegd
dat hij diep teteurgesteld was over de
weigering van de rebellen, om het vre-
desaanbod van de Vrijstaatsche regee
ring in overweging te nemen. „Mijn nart
breekt ervan", zeide de kardinaal ont-
roerd. ,Het is een vreeselijke to,estand
op het oogenblik en hij baart mij groote
zorg."
De herderlijke brieven van de Iersche
bisschoppen ter gelegenheid van de Vas-
ten, die Zondag in heel het land van den
kansel zijn voorgelezen, waren eveneens
een ptechtig beroep op de burgers om
den strijd te staken.
Verder wordt gemeld, dat kardinaal Lo-
geu in een herderlijken brief zegt het te
die zijn broeder doorstaan moest hebben
toen hij door het slijk gesleurd werd en
als slachtoffer viel van rechterlijke dwa-
ling.
Ik heb niet tevergeefs opnieuw het
proces gevolgd, merkte de markies op,
toen de lectuur geeindigd was. Weet ge
wat mij zoo klaar als de dag is gewor-
den nu?
De onschuld van mijn broeder, gaf
Pierre ten antwoord.
En de naam van den waren schuldi-
ge, voegde Arlette er bij.
Gij hebt het geraden mijn kind. Zoo-
tang Lucien De Villers op aarde is, zal
hi] zijn gedragingen a's bandiet voortzct-
ten. Omdat hij veimoedelijk steeds in goe
den doen is geweest, sedert hij mij be-
roofd heeft, ligt het voor de hand, dat
hij niet van het slechte pad is afgevveken.
Waarom heeft hij Alexandre Narjac ver
moord en zijn zoogenaamden schoonzoon
doen vallen? Er is een igeheim dat wij moe
ten trachten op te tossen. Ik brand van
verlangen om den schurk te onimaskeren
en alien, wien hij narneloos leed heeft
toegebracht, uit zijn klauwen te verlossen.
Wie gaat er met mij mee naar Frankrijk?
Ik. Ik. Ik, riepen mevrouw Herbe
lot len Arlette en Pierre tegelijkertijd.
Nietwaar, vader, vroeg Arlette, wij
vertrekken met elkaar?
Wij hebben l enore, haar kindie en dien
armen mijnheer Roma n vooral, al veel
te lang Iaten wachten. Wij zullen ze ook
niet meer verlaten en ik hoop maar,
dat ze ons hierheen zullen willen volgen,
om \oortaan met oris een groote familte
te \ormen.
Gij hebt mijn innigsten wensch gera-
betreuxen dat zelfs jonge vrouwen en
meisjes handlangsters in den strijd zijn ge-
worden. Indien deze telle geest zich ver-
spreidde, zou het slecht gesteld zijn met
het moederschap in Ierland. De groote
massa van de bevolking was echter ver-
standig en besbten om te verhinderen
dat er volslagen anarchic in het land ging
heerschen. Op het oogenblik werd hun de
mond gesnoerd met bedreigingen, maar
zij baden voor den vrede. De kardinaal
pleitte ten slotte voor een vrije verkiezing.
HET DUITSCHE VERZET.
Van officieeie zijde te Berlijn wordt aan-
gaande het verbod der Franschen, dat Duit
sche en Pruisische ministers niet naar het
Roergebied mogen reizen^ verkfaard, dat
men daaraan geen beteekenis hecht, aange-
zien de. Fransche regeering de Duitsche
ministers niet kan verbieden, handelingen
op Duitsch gebied te verrichten. Men zal
zich om dergelijke uitwijzingen en verbo-
den in het geheel niet bekommeren. Het
is de plicht der ministers eventueele ge-
varen en onaangenaamheden te trotsee-
ren, dcrhalve ook in de toekom.st naar het
bezette gebied te reizen zoodra en zoo dik-
iwijis dit noodzakelijk voorkomt.
DE DUITSCHE RIJKSDAG.
In den Rijksdag lichtte Maandag de mi
nister van economische zaken de ontwerp-
noodwet toe, dat volgjens de regeering de
middelen bevat om den strijd tegjen de
Fransche plannen in het Roergebied krach-
tig te voeren.
Het wetsontwerp bestaat uit drie dee-
ten. In het eerste deel worden het slui-
tingsuur der cafe's enz. en de vergunnin-
gen geregeld. In het Jweede deel wordt
de regeering gemachtigd openbare verma-
keiijkheden enz. te beperken en de uit het
Roergebied uitgewezen personen het vin-
den van een woning te vergemakkelijken.
In 'het derde en belangrijkste deel wordt
de regeering gemachtigd om in alle drin-
gende gevallen voorschriften uit te vaar-
digen, zonder de wetgeving daarin tevo-
ren te kennen.
De eerste spreker was de socialist Soil-
man. Deze oefende critiek uit op de ver-
sc.iJ e de artikelen van het wetsontwerp
en betovgde ten slotte dat de wet in haar
geheele strekking niet de toestemming van
sociaal-democratische prrtij kan vinden,
daar zij nog te zeer verbetering behoeft.
Voor alles kant zijn partij zich daartegen.
dat de rijksregeering de machtiging krijgt
om met toestemming van den rijksraad
verboden uit te vaardigen en andere be
palingen te treffen, onafhankelijk van de
wetgevende macht. Onder geen omstandig-
heden kan toegelaten worden, dat de re
geering zonder controle bepalingen zal
uitvaardigen.
DRINKEN VAN ONDEUGDeLIJKEN
STERKEN DRANK.
In New York (stad) zijn in den bop van
December 34 menschen bezweken aan de
gevolgen van het drinken van ondeugdelij-
ken sterken drank, voor het meerendeel
methyf-al'kohol. Dit getal van December
is het hoogste tot dus ver nog in New
York geoonstateerden men vreest, dat het
zal blijken, dat voor Januari het aantal
slachtoffers nog aanzienlijker zal zijn. Men
heeft trouwens geen deugdelijke en be
trouwbare statistieken van de sterfgeval-
len van deze soort. Vele geneesheeren
melden de doodsoorzaak in zoo'n geval
vrerkeerd en enkel om aan de nabestaan-
den Tast en verveling te sparen. Volgens
den insepteur van den hygienischen dienst
in New York (stad), heeft in de mindere
wijken feitelijk iedere huurkazerne zijn
cfandestiene inrichting om drank te sto-
ken, en daarbij wordt heef wat gevaarlijk
goedje bereid.
den, lief kind, zeide haar vader. Wij zul
len ze nimmer verlaten en als ze weige-
ren ons te volgen, dan blijven wij bif hen.
Ik wil leven en sterven bij degenen, die ik
liefheb en dat zijt gij en dat zijn zij. Uw
brief naar Lenore vertrekt nog1 met de eer
ste boot, nietwaar, beste Pierre? Wij ne
men de volgende boot en volgen dus spoe
dig. Zult ge ook van ons vertelfen in uw
brief?
Ja, maar in vage bewoordingen om
haar niet te veef te doen ontstellen. Ik zal
schriiven, dat toegewijde vrienden mi] ver-
gezellen en dat ze mij zal danken hen te
,iiebben meegebracht.
Ja, zij zal u danken, mijn Lenore,
riep de kolonist opgewonden van blijd-
schap uit, maar niet zoo misschien ak ik.
Bij die woorden had de markies Pierre
in overstelpende aandoening en erkente-
lijkheid beide handen gegrepen en innig
gedrukt.
Mijn vriend, mijn beste jongen, riep
de goede man met tranen in de oogen uit
hoeveel geluk ben ik u schuldig en met
hoeveer vreugde geef ik u mijn andere
dochter.
Dat is een groote troost bij mijn ver-
wijt, dien armen Romain aan zijn lot te
hebben overgelaten, zeide PieJTe. Het waa
zoo heschikt om mij hierheen te voeren.
Het is Gods wil geweest.
Eind goed, af goed, voegde Ariette
er aan toe, van de algemeene' ontroering
gebruik makend om den geiietde nog eens
te omhelzen.
(Wordt vervolgd).
NEUZENSCHE COURANT
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
brengen, ingevolge artikel 12, eerste lid der Drank-
wet ter openbare kennis, dat bij hen is ingekomen
een verzoekschrift om vergunning voor den verkoop
van sterken drank, in het klein voorgebruik ter ptaatse
van verkoop, van MARIA SOFIA l)E STROBBELEERE,
weduwe van Edemondus van Graefscbepe, van be-
roep hotelhoudster, wonende alhier Markt 6, voor
bet beneden voor- en bovenlokaal van het genoemde
perceel.
Binnen twee weken, nadat deze bekendmaking
is geschied, kan ieder tegen het verleenen van
bet verlof, schriftelijk bezwaren bij Burgemeester
en Wethouders inbrengen.
Ter Neuzen, 14 Februari 1923.
Burgemeester en Wethouders voornoernd,
.1. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
van 1 tot 4 c.m.
van tot 20 in.Al.