ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7415. Woensdag 14 Februari 1923. 63e Jaargang. DEANKWET. Grind en Macadam. HIT HOOBMTTIG GEHEIM. a. 190 M3. Qnderhoudsgrind b. 20 M3. Macadam (z.g. Ballast) 15 M3. Macadam (z.g. Grenaille) BINNENLAND. FEUILLETON BUITENLAND. Burgemeester en Wethouders van HOEK, zullen op Vrijdag 27 Februari 1923, des voormiddags tien ore, ten raad- huize aanbesteden, de levering van von 1 tot 3 c.M. De levering geschiedt v66r 1 Juli a. s. franco op den wal op aan te wijzen plaatsen aan den nieuwen westelijken kanaalarm te Ter Neuzen. Meting heeft plaats bij den hoop. De inschrijving heeft plaats in twee per- ceelen, voor grind en macadam afzonderlijk, terwijl de gezegelde biljetten onderteekend door den inschrijver en twee borgen, tot op het uur der besteding franco ten raadhuize kunnen worden bezorgd. Hoek, 13 Februari 1923. Burgemeester en Wethouders voornoernd, A. WOLFERT, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. TWEED L KAMER. Vergadering van Dinsdag. De Voorzitter stelt voor, de interpellatie- aanvrage van den heer Troelstra betrefiende den toestand in het Roergebied niet toe te staan. De heer Troelstra (s.-d.) acht Nederland belanghebbende bij de bezetting en herin- nert aan de toegestane interpellate over deze aangelegenheid in Zwitserland. Spre- ker schrijft de voorgestelde weigering toe aan overgevoeligheid voor een buiteniand- sche mogendheid. De Voorzitter is van oordeel, dat de in terpellate door de Kamer geschiedt en dat de Kamer moet uitmaken, of zij in 's lands belang is. De heer Van Ravesteyn (comm.) oefent kritiek op de beperking van het interpella- tierecht over buitenlandsche kwesties. De heer Marchant (v.-d.) beveelt het hou- den van de interpellate aan en acht de vrees voor prikkelbaarheid der Fransche regeering overdreven.. De heer Dresselhuys (v.-b.) verkiaart zich tegen de interpellate. Mr. Troelstra had kunnen volstaan met een schriftelijke vraag. De Voorzitter hanclhaaft zijn standpunt. Het voorstel van den Voorzitter wordt aangenomen met 56 tegen 26 stemmen. Tegen stemden de sociaal-democraten, de communisten en de vrijz.-democraten. Daarna is aan de orde de Ongevallen- wet 1921. Mr. M. M. SCHIM VAN DER LOEFF t In Zwitserland, waar hij voor giezond- heidsredenen vertpefd, is overtedcn mr. M. M. Schiin van der Loeff, oud-lid van de Tweede Kamer. De heer Schim van der Loeff was in 1865 geboren. Hij is advocaat en procu- reur te Rotterdam geweest, daarna school- opziener, secretaris van de Kamer van koophandel en fabrieken en advocaat en procureur te Gouda. In 1913 werd hij als unie-liberaal door Dordrecht in de 1 wee- de Kamer gekozen. Hij tnaakte deel uit van het hoofdbestuur der Liberate Unie. was lid van de Staatscommissie tot nade- re wijziging van de overgangsbepalingen der Auteurswet 1912 en bestuursUd van de Zuid-Hollandsche Vereeniging Het Groene Kruis. Einde Augustus 1916 op get rede n als lid der commissie van bijstand inzake de Distri- butiewet 1916, nam hij in verband daar- mede ontslag als lid van de Tweede Ka mer. Na de ontslagaanvrage van deze commissie met ingang van 1 April 1918 werd hij benoemd tot directeur-generaal chef der afdeeling crisiszaken van het de- partement van iandbouw, nijverheid en handel, en had als zoodanig de leiding van de crisisaangetegenheden. Nadat hij ook uit deze functie ontslag had aange- vraagd, is de heer Schim van der Loeff nog korten tijd secretaris-generaal der Rotterdainsche Bankvereemging geweest. Hij was laatsielijk te 's Gravennage ge- vestigd. JHR. A. F. DE SAVORN1N LOMHAN. Naar aanleiding van geruchten welke reeds verleden week liepen, kan thans wor den medegedeeld, dat de Minister van Staat, Jnr. Mr. Dr. A. F. de Savornin Lohman, eenige weken geleden ongesteld is gewor- den en mede met het oog op zijn hoogen leeftijd nog rust moet houden. Naar het Corr. Bureau uit zeer betrouwbare bron verneemt, is de toestand zeer gunstig. TIJDEL1JKE AMBTENAREN. De Raad van Ministers heeft bepaald, dat ingaande 1 April de belooningen van de op dien datum in dienst zijnde gehuwde mannelijke tijdelijke ambtenaren moeten worden teruggebracht, tot de bedrageri, welke hun zouden zijn toegekend, indiend zij niet gehuwd waren. NIET-WERKEN OP R. KATH. FEEST- DAGEN. Onder overweging, dat het wenschelijk is, dat ten aanzien van het inhalen van ver- zuim, ontstaan door het niet-werken op R. K. feestdagen, een algemeene regeling wordt getroffen, heeft de Minister van Ar- beid enz. tot wederopzegging vergund dat in alle gemeenten des rijks in ondernemin- gen, waarin in fabrieken of werkplaatsen arbeiders werkzaam zijn die op 6 Januari, 19 Maart, den Donderdag in de week, vol- gende op die, waarin Pinksteren valt, 29 Juni, 15 Augustus, 1 November, 8 Decem ber, in die onderneming geen arbeid verrich- ten, door die arbeiders telkens in een tijd- yak van twee achtereenvolgende weken, be- staande uit de week, waarin een van boven- genoemde data valt, en de daarop volgende week, in afwijking van het bepaalde b'i art. 24 der Arbeidswet 1919 op alle werkdagen, met uitzondering van den Zaterdag arbeid wordt verricht gedurende ten hoogste tien uren per dag, onder voorwaarde, dat: lo. de arbeidstijd van de betrokken arbeiders in zijn geheel gelegen is tusschen 6 uur voorm. en 7 uur nam. of in de geval- len, waarin krachtens het Werktijdenbesluit 68) Mijn voornemen mijn naam te verande- ren leek hun verstanaig; het kwam meer overeen met het nederig'e bestaan dat we zouden gaan leiden, het bestaan van den beginnenden kolonist, van den pionier. Van dat oogenblik af noemde ik mij Jacques Herbelot en de kapitein, die van mij hield als van zijn eigen zoon, was er trotsch op. Wat zal ik u verder nog vertellen? We maakten eenige moeilijke jaren door, ja- ren, die nochtans gelukkig waren, dank zij onze vohnaakte harmonic van gedach- ten en zienswijze. Dank zij ook die innige samenwerking, namen de zaken weldra een goeden keer, toen we de moeilijke tij- den doorworsteld waren en toen gingen we den weg op van welvaart en daarna van riikdom. De 'he me I heeft gewild, dat vader Herbe lot langen tijd van ons geluk getuige heeft mogen zijn. 2 Jaar geleden heeft Arlette zijn geliefd kleinkind, hem de oogen toe- gedrukt. Ik zou voor ieder zoo'n vredig uiteinde wenschen; het was alsof hij in sliep, zoo kalm ging hij den dood in. Ja, dat is waar, zuchtte het meisje, bij wie de woorden van haar vader, de herinnering aan het sterfbed opwekten. Lieve grootvader. Mijn vierhaal is nu ten einde, Pierre hernam de kolonist en het is aan u te be- ginnen. Gij kunt u mijn onbegrensde ver- bazing voorst|ellen, toen ik vernam, dat het door mij zoo beweende kind nog in leven bteek. Wat moet zij geleden hebben in de klauwen van dien ellendeling, die mij al les ontroofd heeft, zelfs de teederheid van mijn Lenore. Ik smeek u, vertel mij van haar, van mijn lieveling. Pierre voldeed gaarne aan het verzoek. Hij begon met te vertellen hoe hij het lieve blonde meisje met de wonderlijk mooie oogen voor de eerste maal gezien had, toen zij in het kas eel Ceii olles kwam. Hij vertelde hoe Romain. die tot dien tijd geen andere liefde had gekend dan de we- tenschap, ineens tot over de ooren ver- Iiefd was geraakt op Lenore. Hij vertelde alles met uitzondering van de ongelukkige liefde, die hijzelf voor het mooie meisje had opgevat. De oudste van de beide Cerisolles zou het een verlichting hebben gevond.en als hij eindelijk eens had kunnen zeggen wat de eigenlijke oorzaak was van het ont- vluchten van z'n huis en z'n land, maar hij vreesde Arlette met die bekentenis te zuilen kwetsen en daarom zeide hij, dat hij vertrokken was met den vurigen wensch het fortuin van zich en de zijnen te her- stellen en dat hij zich voorgenomen had geen teeken te geven voordat hij in de taak geslaagd was. De heer Herbelot ondervroeg Pierre lang over Romain en de dokter beschreef met nauwkeurigheid het goede, degelij ke karakter van zijn broeder. Arlette stelde veel belang in Diana, het kleine engeltje, dat in het kasteel Cerisol lies het levenslicht had aanschouwd. Getekkige vader, riep Arlette uit. Nu voor fabrieken of werkplaatsen 1920 rui- mere tijdgrenzen zijn toegestaan, tusschen de daar aangegeven tijdgrenzen; 2o. in zoodanig tijdvak door de betrok ken arbeiders in totaal niet langer arbeid wordt verricht dan gedurende 96 uren; 3o. naast de arbeidslijst een geschrift is opgehangen, waaruit duidelijk blijkt, wel ke werktijdregeling door de betrokken ar beiders in zoodanig tijdvak zal worden gevolgd; 4o. indien het districtshoofd dit heeft geeischt, het hoofd of de bestuurder der onderneming, of een door dezen daarmede belast persoon als bedoeld in art. 75 der Arbeidswet 1919, met inachtneming van de door het districts'-oofd daaromtrent gestelde voorschriften aan het districtshoofd mede- deeling doet van de onder 3o. bedoelde werktijdregeling. DE TOESTAND. Aan de kwansuis geruststellende offi- cieuze mededeeiing van Met Engelsche draadlooze bericht van Zondag dat oe laat- ste berichten uit Smyrna uit officieeie bron „schijnen" aan te toonen dat de Turken het beter geacht hebben, de dreigende houding die zij daar hebben aangenomen, te Iaten varen, wordt een tweede zin toe- gevoegd, namelijkr „Oschfoon zij nieuwe miinen in de haven van Smyrna hebben gelegdhebben de Turken geen po- ging'gedaan, om de vreemde oorlogssche- pen te motesteeien". Van dengeen die deze verzekeringen v.oor zoete koek s'-ikt, wordt dus gevergd, schrijft de N. R. Crb, dat hij in het fegggen van nieuwe mijnen in den nauwen havenuitgang geen dreigen de handeling en geen molest voor de reemde oorlogsschepen in de haven ziet. De waarheid is dat de Turken, zoo zij al geen kanonschoten op de coriogsbodems hebben gefost tot hun verdrijving, rieuwe maatregeten hebben genomen om de val waarin zij zitien, beter te sluiten en de onbehaaglijkheid van hun positie hebben versterkt- Daarbij is nu, volgens een Reu- terbcricht uit Londen van "Zondag, een nieuw ultimatum van Turkschen kant geko- men, dat den oorlogsschepen alsnog drie dagen tijd geeft, om zich te verwijderen. Wij kunnen moeilijk aaun-men dat dit onze Tromp kan geldvti, aangezien Nederland in den dbrlog die "met d'en wapensdlstand van Moedros geschorst is, neutraal is ge weest, al zal men het xnoeten betreuren dat het Nederlandsch oorlogsschip dat te Smyr na ontbrak, toen het daar bij den grooten uittocht noodig geweest zou zijn, daar nu ligt op een oogenblik, dat zijn aan- wezigheid nauwelijks vereischt is en het gevaar loopt in het schootsveld van de kanonnen van twee parfijen te komen. In- tusschen blijven wij overttuigd dat de di plomatic der geallieerden nog altijd, zelts als zij het opcreden van de Turken als een uitdaging voelt, alles dient te doen om te voorkomen, dat uilsluilend officieren over het uitbreken van vijandelijkheden te beslissen krijgen. Nog altijd geldt dan het argument, dai men te Lausanne elf weken lang geworsteld heeft om den vrede te redden en het niet aangaat, dien vrede nu in gevaar te Iaten brengen door een gevai, dat zoo weuiig om het lijf heeft. Er bestaat nog stechts een verschil van meening tusschen de twee partijen da met de moeite waard kan geacht worden, er oorlog om te voeren en wie weet welke andere booze krachten nog te ontkete- nen. In een week tijds zou men er alles mee ongedaan maken, wat men jn elf weken met moeite opgebouwd heeft. Als het den Engelschen om een oor- Log met Turkije te doen was, zou het wist ge niet eens, dat ge zelfs grootva der waart,! O, wat zullen wij die kleine vertxoeteten, nietwaar? De heer en mevrouw Herbelot knikten hun dochter vriendelijk toestemmend toe en dachten met liefde aan het hun nog onbekende kteinkind. Helaas, wat zouden zij een smart ge- voeld hebben, als >ze geweten hadden, in wiens handen de kleine Diana zich be- vond. Toen alles g&eegd was, sprak Pierre tot den markies De Villandry (zooals we hem verder zullen noemen). Nu heb ik een dringend vervpek aan u. Bij voorbaat toegestaan. Wat is het? Ik vermoed dat gij u de verslagen #ult aangeschaft hebben van het proces NarjacCerisolles. Laat mij er kennis van nemen, als ik u verzbeken mag, De markies aarielde, doch Arlette zei de, nadat z!e met een air van gewichf den pols van den dokter had ondeizvicht: Ik getoof, dat gij het zonder gevaar kunt toestaan, vader. Eer zou ik denken, dat een weigering een nadeeligen invloed op den patient had. Mevrouw Herbelot was de kamer al uit gegaan en kwam spoedig terug met een stapel dagbladen. Hier, Pierre, zeide ze, maar bebof mij, dat ge u niet opwindt over de blind- heid en de dwaashefd der menschen. Wij zullen met u de verslagen lezen, op- dat ze u minder pijn veroorzaken dan dat ge ze aileen leest. Het was een zware proef voor den ar men man, de lectuur van het proces. Zijr hart bloedde bij het lezen van de smart, incident van Smyrna voor hen, een mooie aanteiding zijn om voet bij stuk te houden, omdat, zoo het daar mis gaat, de Turken behalve de Engelschen ook de Franschen en Italianen tegenover zich zouden krij gen, waarop totdusver geen kijk was ge weest. Maar voor het onderstellen van zulk een boozen toeleg bestaat niet de minste grond, omdat juist van Engelsche zijde de voorstelling is vcrspreid dat En- geland geen bezwaar zou hebben het trac- taat, zooals het ten slotte geamendeerd was te teekenen, maar dat het ter wdle van de oeconomische bepalingen, vvaartegen de andere geallieerden bezwaar hadden, het eensgezind front niet heeft willen verbre- ken. Engeland zou dus juist de laatste mogendheid moeten zijn die oorlogszuch- tige neigingen tqgen Turkije had. Rest dus aileen een kwestie van prestige waar van beschaafde regeeringen, die tovendien overtuigd zijn dat zij de sterksten zijn, geen casus belli meer behocren te maken. hier- mee is natuurlijk niet gezegd, da: zulk^ kwesties niet buitengewoon gevaarlijk kunnen worden, als zij roekelbos behan- deld worden. De heele vvtreldoorlog van 1914 is er door begonnen. Want toen Servie alle punten van het Ooster.rijksch- Hongaarsche ultimatum had ingewilligd op een na dat te St. Petersburg bijzonder kwet- send geacht werd vocr het Servische pres tige en daarom ook voor het prestige van Rustend, als bescnermer van den Slavi- schen Balkanstaat, wilde de Donau-mo- narchie van geen toegeven wet en en trok zij van leer. Hoe omineus deze herinne ring ook zijn moge, het kan zijn nut heb ben, haar nog eens op te halen. De nieuwe week begint met een sanc- tie die Frankrijk en Belgie aan Duitschland hebben opgelegd. Wegens de bevelen die de Duitsche regeering aan zijn beambten en ambtenaren in het Roerbekken heeft gegeven en vanwege de ongeregeldheden van ailerlei aard die de Duitsche regeering er tracht te verwekken, hebben de Fran sche en Belgische regeeringen besloten, van heden at naar het onbezette gedeel- te van Duiischland „geen producten van de metaalnijverheid en andere artikelen die in de bezette gebieden zijn vervaar- digd, meer te Iaten uitvoeren." Dit is een maatregel welke zich rechtslreeks richt te gen de groote ijz^rsmeiters, die tegelijk mijneigenaars zijn en van de heele actie totdusver geen nadeel hadden ondtrvon- den. Zij kunnen doorgaan met fabrlceeren, maar hun producten n:eL naar het Duit sche binnenland zenden. Het gevaar dreigt dat deze industrieelen op het vcrbod zul- fen antvvoorden met het sluiten van hun fabrieken. Zij zijn rijk genoeg om zich deze weelde te kunnen veroorlooven en de bezettingsoverheid moet dan maar zien, wat zij aanvangt met een werklooze aroei- dersbevolking die niet aan den kost kan komen. 1ERLAND. Kardinaal Logue, de „groote oude man" van de Roomsch Katholieke kerk in Ier- larid, heeft te Dublin tegen den corres pondent van de Weekly Dispatch gezegd dat hij diep teteurgesteld was over de weigering van de rebellen, om het vre- desaanbod van de Vrijstaatsche regee ring in overweging te nemen. „Mijn nart breekt ervan", zeide de kardinaal ont- roerd. ,Het is een vreeselijke to,estand op het oogenblik en hij baart mij groote zorg." De herderlijke brieven van de Iersche bisschoppen ter gelegenheid van de Vas- ten, die Zondag in heel het land van den kansel zijn voorgelezen, waren eveneens een ptechtig beroep op de burgers om den strijd te staken. Verder wordt gemeld, dat kardinaal Lo- geu in een herderlijken brief zegt het te die zijn broeder doorstaan moest hebben toen hij door het slijk gesleurd werd en als slachtoffer viel van rechterlijke dwa- ling. Ik heb niet tevergeefs opnieuw het proces gevolgd, merkte de markies op, toen de lectuur geeindigd was. Weet ge wat mij zoo klaar als de dag is gewor- den nu? De onschuld van mijn broeder, gaf Pierre ten antwoord. En de naam van den waren schuldi- ge, voegde Arlette er bij. Gij hebt het geraden mijn kind. Zoo- tang Lucien De Villers op aarde is, zal hi] zijn gedragingen a's bandiet voortzct- ten. Omdat hij veimoedelijk steeds in goe den doen is geweest, sedert hij mij be- roofd heeft, ligt het voor de hand, dat hij niet van het slechte pad is afgevveken. Waarom heeft hij Alexandre Narjac ver moord en zijn zoogenaamden schoonzoon doen vallen? Er is een igeheim dat wij moe ten trachten op te tossen. Ik brand van verlangen om den schurk te onimaskeren en alien, wien hij narneloos leed heeft toegebracht, uit zijn klauwen te verlossen. Wie gaat er met mij mee naar Frankrijk? Ik. Ik. Ik, riepen mevrouw Herbe lot len Arlette en Pierre tegelijkertijd. Nietwaar, vader, vroeg Arlette, wij vertrekken met elkaar? Wij hebben l enore, haar kindie en dien armen mijnheer Roma n vooral, al veel te lang Iaten wachten. Wij zullen ze ook niet meer verlaten en ik hoop maar, dat ze ons hierheen zullen willen volgen, om \oortaan met oris een groote familte te \ormen. Gij hebt mijn innigsten wensch gera- betreuxen dat zelfs jonge vrouwen en meisjes handlangsters in den strijd zijn ge- worden. Indien deze telle geest zich ver- spreidde, zou het slecht gesteld zijn met het moederschap in Ierland. De groote massa van de bevolking was echter ver- standig en besbten om te verhinderen dat er volslagen anarchic in het land ging heerschen. Op het oogenblik werd hun de mond gesnoerd met bedreigingen, maar zij baden voor den vrede. De kardinaal pleitte ten slotte voor een vrije verkiezing. HET DUITSCHE VERZET. Van officieeie zijde te Berlijn wordt aan- gaande het verbod der Franschen, dat Duit sche en Pruisische ministers niet naar het Roergebied mogen reizen^ verkfaard, dat men daaraan geen beteekenis hecht, aange- zien de. Fransche regeering de Duitsche ministers niet kan verbieden, handelingen op Duitsch gebied te verrichten. Men zal zich om dergelijke uitwijzingen en verbo- den in het geheel niet bekommeren. Het is de plicht der ministers eventueele ge- varen en onaangenaamheden te trotsee- ren, dcrhalve ook in de toekom.st naar het bezette gebied te reizen zoodra en zoo dik- iwijis dit noodzakelijk voorkomt. DE DUITSCHE RIJKSDAG. In den Rijksdag lichtte Maandag de mi nister van economische zaken de ontwerp- noodwet toe, dat volgjens de regeering de middelen bevat om den strijd tegjen de Fransche plannen in het Roergebied krach- tig te voeren. Het wetsontwerp bestaat uit drie dee- ten. In het eerste deel worden het slui- tingsuur der cafe's enz. en de vergunnin- gen geregeld. In het Jweede deel wordt de regeering gemachtigd openbare verma- keiijkheden enz. te beperken en de uit het Roergebied uitgewezen personen het vin- den van een woning te vergemakkelijken. In 'het derde en belangrijkste deel wordt de regeering gemachtigd om in alle drin- gende gevallen voorschriften uit te vaar- digen, zonder de wetgeving daarin tevo- ren te kennen. De eerste spreker was de socialist Soil- man. Deze oefende critiek uit op de ver- sc.iJ e de artikelen van het wetsontwerp en betovgde ten slotte dat de wet in haar geheele strekking niet de toestemming van sociaal-democratische prrtij kan vinden, daar zij nog te zeer verbetering behoeft. Voor alles kant zijn partij zich daartegen. dat de rijksregeering de machtiging krijgt om met toestemming van den rijksraad verboden uit te vaardigen en andere be palingen te treffen, onafhankelijk van de wetgevende macht. Onder geen omstandig- heden kan toegelaten worden, dat de re geering zonder controle bepalingen zal uitvaardigen. DRINKEN VAN ONDEUGDeLIJKEN STERKEN DRANK. In New York (stad) zijn in den bop van December 34 menschen bezweken aan de gevolgen van het drinken van ondeugdelij- ken sterken drank, voor het meerendeel methyf-al'kohol. Dit getal van December is het hoogste tot dus ver nog in New York geoonstateerden men vreest, dat het zal blijken, dat voor Januari het aantal slachtoffers nog aanzienlijker zal zijn. Men heeft trouwens geen deugdelijke en be trouwbare statistieken van de sterfgeval- len van deze soort. Vele geneesheeren melden de doodsoorzaak in zoo'n geval vrerkeerd en enkel om aan de nabestaan- den Tast en verveling te sparen. Volgens den insepteur van den hygienischen dienst in New York (stad), heeft in de mindere wijken feitelijk iedere huurkazerne zijn cfandestiene inrichting om drank te sto- ken, en daarbij wordt heef wat gevaarlijk goedje bereid. den, lief kind, zeide haar vader. Wij zul len ze nimmer verlaten en als ze weige- ren ons te volgen, dan blijven wij bif hen. Ik wil leven en sterven bij degenen, die ik liefheb en dat zijt gij en dat zijn zij. Uw brief naar Lenore vertrekt nog1 met de eer ste boot, nietwaar, beste Pierre? Wij ne men de volgende boot en volgen dus spoe dig. Zult ge ook van ons vertelfen in uw brief? Ja, maar in vage bewoordingen om haar niet te veef te doen ontstellen. Ik zal schriiven, dat toegewijde vrienden mi] ver- gezellen en dat ze mij zal danken hen te ,iiebben meegebracht. Ja, zij zal u danken, mijn Lenore, riep de kolonist opgewonden van blijd- schap uit, maar niet zoo misschien ak ik. Bij die woorden had de markies Pierre in overstelpende aandoening en erkente- lijkheid beide handen gegrepen en innig gedrukt. Mijn vriend, mijn beste jongen, riep de goede man met tranen in de oogen uit hoeveel geluk ben ik u schuldig en met hoeveer vreugde geef ik u mijn andere dochter. Dat is een groote troost bij mijn ver- wijt, dien armen Romain aan zijn lot te hebben overgelaten, zeide PieJTe. Het waa zoo heschikt om mij hierheen te voeren. Het is Gods wil geweest. Eind goed, af goed, voegde Ariette er aan toe, van de algemeene' ontroering gebruik makend om den geiietde nog eens te omhelzen. (Wordt vervolgd). NEUZENSCHE COURANT Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, brengen, ingevolge artikel 12, eerste lid der Drank- wet ter openbare kennis, dat bij hen is ingekomen een verzoekschrift om vergunning voor den verkoop van sterken drank, in het klein voorgebruik ter ptaatse van verkoop, van MARIA SOFIA l)E STROBBELEERE, weduwe van Edemondus van Graefscbepe, van be- roep hotelhoudster, wonende alhier Markt 6, voor bet beneden voor- en bovenlokaal van het genoemde perceel. Binnen twee weken, nadat deze bekendmaking is geschied, kan ieder tegen het verleenen van bet verlof, schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethouders inbrengen. Ter Neuzen, 14 Februari 1923. Burgemeester en Wethouders voornoernd, .1. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. van 1 tot 4 c.m. van tot 20 in.Al.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1923 | | pagina 1