SCHEEPVAARTBEWF.G1NG
17 Dec.
Belt;, s.s. Rubens, 6304 M3., kolen, van
New-Castle voor Gent.
Lnjr. s.s. Cranstone, 49^5 A13., kolen. van
New-Castle voor Gent.
Eng. s.s. Colurith Force, 2278 M3„ v'las,
van Londen voor Gent.
Eng. s.s. West Quarter, 4380 M3„ kolen,
van Immingham voor Gent.
Eng. s.s. Leaside, 1795 M3., kolen, van
Goole voor Gent.
Ned. s.s. St. Annaland, 6367 M3„ kolen,
van New-Castle voor Sluiskil.
Eng. s.s. Cahiracon, 5296 M3., kolen, van
Ayr voor Gent.
Eng. s.s. Wharfe, 2585 M3., stukgoed,
van Goole voor Gent.
Eng. s.s. Blackcock, 1393 M3„ stukgoed,
van Londen voor Gent.
Eng. s.s. Avocet, 3985 M3„ stukgoed, van
Glasgow voor Gent.
Eng. s.s. Afon Lliedi, 2873 M3., kolen, van
Swansea voor Gent.
Deensch s.s. Elie, 5302 M3„ kolen, van
Throon voor Gent.
Eng. s.s. Sheaf Arrow, 5925 M3„ ledig,
van Sluiskil naar New-Castle.
Belg. s.s. Fan Dyck, 6042 M3., ledig, van
Gent naar New-Castle.
Eng. s.s. Penrith Castle. 9792 M3„ ledig,
van Gent.
18 December.
Eng. s.s. Merville, 293Q M3., kolen, van
Goole voor Gent.
Eng. s.s. Wander, 368 M3„ ledig, van
Gent naar Londen.
Duitsch s.s. Johanna Jpland, 1093 M3.,
ledig, van Nieuwpoort voor Gent.
Eng. s.s. Sunniside, 2093 M3„ kolen, van
Grangemouth voor Gent.
Finsch s.s. Prinsessan, 717 M3„ hout.
van Harshamm voor Gent.
Fransch s.s. Franqueville, 3013 M3„
ledig, van Caen voor Gent.
Noorsch s.s. Nesttun, 3596 M3„ kolen.
van Ayr voor Gent.
Eng. s.s. Jolly Esmond. 617 M3., fosfaat.
van Gent naar Chichester.
Eng. \s. Quentin, 3607 M3.. stukgoed,
van Leiti. voor Gent.
Eng. s.s. Jolly Angele, 1446 M3„ kolen,
van Llaneily voor Gent.
19 Dec.
Duitsch motors. Wilbo, 1764 M3„ steenen,
van Lysekill voor Gent.
Eng. s.s. Castlegarth,, 10885 M3., i<olen.
van Methil voor Gent.
Eng. s.s. Harelda, 3645 M3., stukgoed.
van Manchester voor Gent.
Eng. s.s. May Scott, 4145 M3., ledig, van
Gent naar New-Castle.
Ned. s.s. St. Annaland, 6367 M3., '.edig,
van Sluiskil naar New-Castle.
Duitsch s.s. Johanna Ipland, 1093 M3„
fost'aat, van Gent naar Holtenau.
Fransch s.s. Toulouse, 5655 M3., kolen.
van Gent naar St. Nazaire.
Eng. s.s. Colwith Force, 2278 M3„ ledig,
van Gent naar Immingham.
Eng. s.s. Wharfe, 2585 M3., stukgoed, van
Gent naar Goole.
Eng. s.s. Afon Lliedi, 2873 M3., ledig.
van Gent naar Burnt Island.
Eng. s.s. Volscian, 1613 M3„ ledig, van
Ter Neuzen naar fibole.
eftn voldoende ,,con.stante" stroomlevering. Er
wordt niets ancier.- mee beoogd, er zitten geen
kienuraen 01 Suinihigneidjes achter. Het zai
tosh de bedoeling der central e zjjn, dat te ver-
aokeren.
De heer STREEFKERK stemt dit toe, en
ka.- dan <5ok t'oegeven, dat er: geen bezwaar
bestaat d;t op te nemen.
Hij maakt echter reserve tegen de andere
wzigmgan die de heer Hegge Zijnen aan-
gwrft, v.aarbij het beginse! wordt losgelaten,
dax aan de gemeente onder de gewone aan-
slaitvoorwaarde Slechts op „een pJaats stroom
wmrdt geleverd, daar in aiinea 1 wordt ge-
sproken '.an „een ot ineer vast te stellen plaat-
sei en in alihea van gebouwtjes", terwijl in
ahnea 4 zou worden bepaald, dat de gemeente
ooi. voor de meerdere transformatorengebouw-
tje.- en meerdere kosten aan het hoogspan-
ningsnet vo«r aansluiting van andere buurt
schappen .slechts 8 's jaars zal betalen,
terwyt de P. Z. E. M. de vergoeding verlangt
v& 8 der aanlegkosten van het deel van
het net, dat gebruikt wordt, tot een maximum
van 35 cent per inwoner.
De heer HEGGE ZIJNEN kan maar niet be-
grijpen, waakom de P. Z. E. M., indien die voor
dt eerste aansluiting in de gemeente volstaan
kan met het in berekeningbrengen van 8
der stichtingskosten van het transformato-
renhuisje, voor de meerdere aansluitpunten
ook niet volstaan kan met een vergoeding van
8 °rt voor het alsdan noodig verder transfor-
matorenhuisje en de meerdere kosten voor de
•aftakking van het net. Het is haar toch om
siroomlevering te doen en die krijgt zij uit die
buurtschappen evengoed als uit de kom der
gemeente.
De heer STREEFKERK deelt mede, dat bij
het ineenzetten der rentabiliteitsrekening, re-
kening is gehouden met de inkomsten, die de
maatschappij uit die bijdragen denkt te kun
nen krijgen en die zij ook wel noodig heeft.
De heer HEGGE ZI-JNEN kan dat geen juist
stand punt achten. Als de kabel of de hoofd-
leiding langs Othene loopt, kan het voor de
maatschappij toch nimmer nadeel zijn, als die
buurtschap ook wordt aangesloten. Integen-
deel, dan krijgt zij meerdere afname.
De heer STREEFKERK geeft te kennen,
dat op zulke aansluitingen en de daar,lit te
krijgen inkomsten is gerekend. In principe is
aangenomen, dat onder de gesteide voorwaar-
den slechts op een plaats geleverd wordt.
De heer HEGGE ZIJNEN acht dit dan in
strijd met art. 4 welks bepaiingen wel op leve
ring op meer dan 1 plaats zijn ingericht.
De heer STREEFKERK merkt op, dat de
bepaling van artikel 4 ook goed is, omdat het
kai voorkomen, dat in de kom der gemeente
meerd dan een stationnetje wordt gepiaatst,
ter voorkoming kan stroomverlies, daar het
irenchten van meer dan een station voordeeliger
kan zijn dan het installeeren van een zwaar-
dei Overigens kan de gemeente aan de be
taking voor buitenbuurten ontkomen, door geen
gebruik te maken van het net der P. Z. E. M.
en van uit haar transfomiatorstation zelf een
leiding naar de buitenbuurten aan te ieggen.
De heer HEGGE ZIJNENZal de gemeente
inarvoor vergunning krijgen?
De heer STREEFKERK zou niet weten
waafrom niet.
De heer HEGGE ZIJNEN: In andere pro-
vincies is daartegen wel bezwaar gemaakt.
De heer STREEFKERK betoogt nog, dat.
als de gewraakte bepaling zou worden gewij-
zigd er meer dan 8 zou moeten worden toe-
gekend voor de kosten van transformatoren-
huisje en de meerdere kosten aan het net, doch
kar nog niet zeggen hoeveel. Rij het opmaken
der exploitatierekening is er op gerekend, dat
die c'ausule een zeker bedrag aan inkomsten
-zot verzekeren en als die inkomsten zouden
vervallen, moet er natuuriijk iets tegenover
komen te staan.
De hepr HEGGE ZIJNEN acht deze houding
in strijd met de belangen der vennootschap.
Hei is- toch haar belang als de gemeente meer
dere kommen aansluit. omdat er dan meer
stroom wordt hfgenomen en het is niet ver-
standig, dat tegen te houden door het stellen
van te bezwarende bepaiingen. Als b.v. Reu-
zenhoek zou worden aangesloten, zou dat een
kleirs bedrijfje worden, waar de gemeente geld
op zou moeten toelftggen en als het nu door
bezwarende bepaiingen nog duurder gemaakt
wordt, zal de gemeente er zeker niet toe over-
gaan.
Spreker zou het niet onbillijk achten, dat, als
zuiks noodig is, om de kosten van het net te
dekken de algemecne stroomprijs iets hooger
gesteld was, maar wat de P. Z. E. M. in dit
geval doet, acht hij eeri verkeerden politiek, in
strijd met haar eigen belang. Door de kosten
van het net te willen bestrijden uit een hoogere
heff'ng voor aansluiting van buitenbuurten
houd zij dat tegen.
De VOORZITTER verklaart, dat de raad
ha. verwacht, dat. indien de gemeente de kos
ten droeg die de P. Z. E. M. zal moeten maken
voor een aftakking van haar net om de buiten
buurten ook aan te sluiten, n.l. indien zij daar
voor evenals voor de aansluiting van de kom
8 G der kosten vergoedde, die aansluiting zou
kunnen geschieden. De maatschappij heeft dan
daarvan geen nadeel, doch versterkt hare in
komsten door den als gevolg dier aansluiting
meer te leveren stroom.
De heer KOOPMAN sluit zich hierbij aan.
Der.e kan het zich niet begrijpen. dat de P. Z.
E. M. als zij zonder een cent meer uit te geven
eer .ge buitenbuurten kan aartsluiten, die niet
doen wil. De hoofdleiding zal langs die buurt
schappen loopen. De gemeente vergoed door
een jaarlijkscho betaling van 8 c;< de. meerdere
kosten voor die aftakking en het transforma-
forenhuisje of een paal-transformator. Welk
bezwaar is er toch om dat niet te doen? Als
de eischen te zwaar werden, zou de gemeente
er van af moeten zien en dan krijgt de P. Z.
E. M. voor dat leidingnet waarop geen aanslui
tingen gemaakt worden toch ook geen ver
goeding. Als de maatschappij in dit opzicht
wil medewerken, krijgt zij, daarvan is hij over-
tuigd, stroom te leveren voor alle ingezetenen.
Hjj dringt er by den raad ten sterkste op
aan, niets onbeproefd te laten om ook de bui-
tenrwijken van licht te voorzien, zonder te be
zwarende bepaiingen. De mogelijkheid de
bur rtschappen van licht te voorzien mag niet
v rden afgesloten. Daaraan moel worden
vast gehouden.
De heer STREEFKERK: Maar ik moet voor
if centrale toch ook kunnen toekomen.
De heer HEGGE ZIJNENDat is volkomen
juist, maar als u de buurtschappen raansluit
op de door ons gewensclyte wijze hebt u aan
die aansluitingen geen kosten en op hetgeen
u aan megrderen stroom verkoopt maakt u
whist.
De VOORZITTER: Waarom kunt u Zaam
slag aansluiten voor 8 °fi der kosten en waar
om de buitenwijken niet op dezelfde voor-
waarden
De heer STREEFKERK: Maakt u dan zelf
een net naar die buitenwijken, Wij vragen
betaling, omdat u van ons net gebruik wenscht
te maken, maar als u zelf een net legt, maakt
u van ons net geen gebruik en behoeft dan
vok daarvoor niets extra's te betalen.
De heer HEGGE ZIJNEN gelooft niet, dat
daarvan iets terecht zou komen en meent, dat
de vennootschap het ook nimmer zou kunnen
goedkeuren, dat er langs wegen waar haar
net loopt, nog een van de gemeente zou wor
sen aangelegd. Dat is toch wel in strijd met
het principe der electrificatie.
De heer STREEFKERK kan niet inzien, dat
hetgeen de P. Z. E. M. in dit opzicht vraagt.
onredelijk is. Als de aftakking op het net der
centrale gemaakt wordt, ontgaat de gemeente
de kosten die ze anders moet maken voor het
aanleggen van een net naar de buurtschappen.
De VOORZITTER wijst er op, dat de hoofd-
kabel komt van Ter Neuzen over Othene,
langs Reuzenhoek en verder naar Boschkapelle,
dat aangesloten wordt. Nu zullen voor Bosch
kapelle de aansluitkosten wel niet anders zijn
dan die voor Zaamslag, dat alleen 8 van
het transformatorenstation zai worden betaald.
Maar als nu Boschkapelle, aan het eind van
de leiding onder die voorwaavden kan worden
aangesloten, waarom kan dat dan met Othene,
Reuzenhoek en het Veer, die langs het net lig-
gen dan ook niet?
De heer STREEFKERK erkent, dat de P.
Z. E. M. van zoodanige aansluiting geen na
deel heeft, maar de gemeente heeft er voor-
deel van en daarvan wil de maatschappij ook
wat profiteeren.
De heer KOOPMAN meent, dat de P. Z. E.
M. dan voldoende profiteert door de meerdere
klanten die bij het bedrijf komen.
De VOORZITTER wijst er op, dat de kosten
voor de gemeente ook niet gering zijn, want
deze moet op het Veer toch ook een net aan
leggen.
De heer HEGGE ZIJNEN acht het daarom
onmogelijk ten slotte de aansluitingen der
buurten te maken, als de kosten moeten ge-
dekt worden door den stroomprijs, war.t dan
zal het door de extrabetaling aan de maat
schappij veel te duur worden.
De heer STREEFKERK geeft te kennen, dat
dit niet dadelijk behoeft betaald te worden.
men zou het dan kunnen regelen, als blijkt,
dat het bedrijf het leiden kan.
De heer HEGGE ZIJNEN meent, dat zoo'n
overeenkomst tot moeilijkheden aanleiding zou
geven. Het staat tusschen 2 personen nooit
vast, wat er verdiend wordt, omdat de mee-
ningen daarover kunnen verschillen naar ge-
lang van het standpunt, dat men inneemt. Het
zou alleen de moeilijkheid tot later versehuiven.
De kabel zal langs de buurten loopen, de
maatschappij krijgt hare kosten vergoed en een
grooter stroomgebied te bedienen. Zij heeft
dus geen nadeel, wel voordeel. Nu zegt de
heer Streefkerk: maar jullie krijgt een onge-
dacht voordeeltje. Toegegeven, dat dit zoo is:
gun ons dat dan.
De heer STREEFKERK: Dan kom ik niet
met 8 r/r vergoeding toe. Bovendien, als die
bepaling in het contract vervalt, zal dat ook
voor andere gemeenten moeten geschieden,
ook al hebben die het contract reeds aanvaard.
Dat is het kardinale punt.
De heer HEGGE ZIJNEN zou in 't geval van
den heer Streefkerk zeggen: Laat ook de ande
re gemeenten dat voordeel hebben. Als de maat
schappij op die wijze stroomleveringsgebied
kan uitbreiden zonder kosten harerzijds,
waarom dan niet?
De heer WISSE acht het ook een verplich-
ting voor den raad om te zorgen, dat ook de
gehuchten aangesloten kunnen worden.
De heer STREEFKERK blijft er bii, indien
de door de P. Z. E. M. voorgestelde bepaling
niet behouden kan blijven, hij dan toch een
compensatie moet hebben voor hetgeen zij dan
minder zal ontvangen.
De lieer HEGGE ZIJNEN verklaart, dat hij
tijdens zijn loopbaan nog nimmer is tegenge-
komen, dat er voor zulke aansluitingen zelfs
8 der kosten werd bedongen.
De heer STREEFKERK: In Noord-Brabant
wordt 12 voor alle aansluitingen berekend.
De heer HEGGE ZIJNEN: Dat is van den
laatsten tijd, maar anders luiden de voorwaar-
den steeds, dat het eerste station geheel gra
tis werd ingericht.
De heer KOOPMAN: De heer Streefkerk
wenscht een compensatie zegt hij. Die krijgt
hij, als de buurtschappen zijn aangesloten,
omdat er dan misschien drie tot vierhonderd
lichtpunten meer zullen worden- aangesloten,
dan wannecr de electrificatie tot de kom be-
perkt blijft. Dari zal het ook mogelijk zijn de
Val en de Griete van licht te voorzien, terwijl
dan ook verschillende groote boerderijen kun
nen bediend worden. Ik meen, dat de com
pensatie dus zeer groot is.
De heer HEGGE ZIJNEN merkt op, dat,
indien de buitenbuurten en boerderijen niet
zouden kunnen worden aangesloten, dit als een
achteruitzetting zal worden gevoeld. En indien
de P. Z. E. M. het der gemeente onmogelijk
maakt, door te bezwarende bepaiingen, voor
die aansluitingen te zorgen. dan kan de maat
schappij daar ook geen stroom afleveren.
De heer STREEFKERK merkt op, dat hij
in geen geval op dit punt kan toegeven. dan
moeten commissarissen der vennootschap
daarover maar beslissen.
De gemeenteraad wenscht artikel 3 te lezen
als volgt:
Artikel 3.
1. De gem^-nte zal de electriciteit op een
of meer schriftelijk in gemeenschappelijk
overleg vast te stellen plaatsen in den vorm
vrni hoogspanningsstroom van ongeveer
3 X IO-OCO volt ontvangen, meten. transfor-
meeren en :an de verbruikers distrihueeren.
2. De P. Z. E. M. draagt zorg, dat de
spanning op de punten van levering zoodanig
constant gehouden wordt, dat daarmede een
regelmatige en aan normale eischen beant-
woordende stroomlevering aan de ingezetenen
mogelijk zij.
3. De P. Z. E. M. neemt op zich de op-
richting en de, voor de in 1 van dit artikel ge-
noemde handelingen noodige, inrichting van
de gebouwtjes, de bediening en het onderhoud
daarvan, waarvoor de gemeente aan de P. Z.
E. M. jaarlijks acht ten honderd van de totale
kosten vergoedt.
4. Zoo uitsluitend voor de aansluiting van
tot de gemeente behoorende gehuchten of
buurtschappen afzonderlijke hoogspannings-
geleidingen door de P. Z. E. M. zullen worden
aangelegd, zal ook van de aanlegkosten dezer
leidingen jaarlijks acht ten honderd worden
vergoed.
Bij de bespreking van art. 4 wijst de heer
HEGGE ZIJNEN er op, dat de daar beschreven
registreerende kilowatturenmeters zooveel aan
onderhoudkosten, vooral indien die op voch-
tige plaatsen zijn opgesteld.
De heer STREEFKERK zegt, dat deze ook
alleen worden aangebracht, indien de ge-
meentebesturen dat bepaald wenschen.
De heer HEGGE ZIJNENDeze gemeente
wil ze niet.
Spreker maakt aanmerking op de redactie
van de 9e aiinea van art. 4. Daar staat, dat
bij het ontbreken van toestellen de schatting
van den verbruikten stroom zal plaats hebben
volgens een schatting waavbij „de vooraf-
gaande maamlen" als basis dienen. Dit is te
vaag gesteld. Welke maanden zijn dat? Zijn
het zomermaanden, dan zou het voor de
maatschappij nadeelig zjjn, doch wintermaan-
den zijn voor de gemeente nadeelig. Hij
wenscht daarom te zetten „dat voor de schat
ting de uitkomsten van de voorafgaande en
de volgende maand" zullen dienen.
De heer STREEFKERK heeft daartegen
geen bezwaar.
De heer HEGGE ZIJNEN maakt ook op de
tie aiinea aanmerking. Men kan volgens hem
niet spreken van de hoogste belastingen die
het grootst is. Hij vindt beter de volgende
omschrijving: „De hoogste belasting die in een
kalenderjaar optreedt, zal vastgesteld worden
op grond van de belastingen in de hierna te
noemen avonduren. Een abnormaal hooge
belasting, k'aarblijkelijk veroorzaakt door
kortsluiting of eenig ander ongeval, zal buiten
rekening blijven".
De heer STREEFKERK heeft daartegen
geen bezwaar.
I De heer HEGGE ZI.JNFN geeft omtrent de
berekening van den stroomprijs te kennen, dat
in verbal.d -net het bezwaar door den hei
Streefkerk ingebracht tegen w>jziging v.n deu
kotenprys van j'20 de gemeente z:c-- dam-by
neerlegt.
Wel meent hij, dat die prijs moet gebaseer.
zijn op tie „gebezigde kolen" en stelt voor de
betrekkeli.jke aiinea te lezen: „Indien de ge-
middelde prijs van de voor stroomopwekkir.g
gebezigde steenkolen, omgerekend op dien
van 7200 calorien per K.G., in eer, kaiendc-
jaar stijgt boven f 20,vrij aan de centrale
der P. Z. E. M., dan zal telkens 0,075 cent per
kilowattuur, dat door de kilowattuurmeters
wordt aangewezen meer betaald moeten worden
voor elke stijging van vijftien cent boven
f 20,—.
De heer STREEFKERK heeft hiertegen
geen bezwaar.
De heer HEGGE ZIJNEN merkt nog op, dat
in de volgende aiinea gesproken wordt van he'
geval. dat belasting zou worden gehever op
levering van electrisch licht door de regeering,
provincie of gemeente. Dit zal dan toch we!
moeten zijn gemeente Zaamslag.
De heer STREEFKERK merkt op. dat dit
overbodig is, aangezien in den aanhef van het
contract wordt omschreven, dat, indien van
.gemeente" wordt gesproken, bedoeid wordt
de gemeente Zaamslag.
De heer HEGGE ZIJNEN wijst vervolgens
op art. 5. Daar de leeningen ten behoeve der
P. Z. E. M. door de provincie tegen een ver-
schiHenden rentevoet kunnen gesloten zijn.
behoort niet gesproken te worden van ,,de
rentevoet" maar van „den gemiddelden lente-
voet".
De heer STREEFKERK merkt op, dat dit
niet veranderd kan worden, daar die bepaling
is gesteld overeenkomstig de statuten der
vennootschap.
De heer HEGGE ZIJNEN kan dit toch niet
loslaten, omdat de bepaling zooals die er (ham
staat aanleiding kan geven tot verschil van
meening en principieel ook niet juist is.
De heer STREEFKERK geeft te kennen,
daarover zelf niet te beslissen.
De beer HEGGE ZIJNEN merkt op, dat dan
moet afgewacht worden wat commissarissen
er van zeggen.
Hij wijst voorts op de 2e aiinea van art. 6,
voor de verrekening van het verbruikte aantal
kliow-atts in het eerste bedrijfsjaar, en meent
dat daar behoort te staan ir plaats van ,,in de
betreffende maand" ,,in de betreffende maand
of de voorafgaande maanden".
De heer STREEFKERK gaat hiermede ac-
coord, evenals met de door den heer Hegge
Zijnen voorgestelde wijziging der laatste
aiinea, dat, indien een rekening over verbruik
te stroom onjuist schijnt, „binnen 2 maan-'
den" door parti.jen daaromtrent een onderzoek
wordt ingesteld en uitgevoerd".
De heer HEGGE ZIJNEN geeft, naar aan
leiding van art. 7 te kennen, dat de gemeente
haar eigen zaak binnen de gemeente zelf
wenscht te regelen en dat daarom vervallen
kan de bepaling, dat de gemeente aan de P. Z.
E. M. .f 1,25 per aansluiting en per jaar ver
goedt voor toezicht op haar not. D? raad
wenscht artikel 7 te lezen als volgt:
Artikel 7.
De gemeente verplicht zich haar leidingnet
met toebehooren vol gens de nieuwste voor-
schriften van het Koninldijk Instituut van
Ingenieurs in te richten en te onderhcuden
en verbindt zich om bi.t gebleken hinder m het
hoosrspanningsnet, op eerste aanzegging van
de P. Z. E. M., al die veranderingen aan to
brengen, welke noodzakelijk zijn, om die hin
der blijvend weg te nemen.
De P. Z. E. M. heeft het recht de naleving
van bovenstaande bepaiingen te controleeren
op de wijze en de tijdstippen die zij noodig
zal achten.
De heer STREEFKERK gaat daamnee'e ae-
coord. Hij merkt op, dat de P. Z. E. M. dus
ook de man van de gemeente niet behoeft over
te nemen.
De VOORZITTER noemt die conclusic niet
juist: de gemeenteraad zou het zeker op prijs
stellen, als de P. Z. E. M. den machinist in
haar dienst kon nemen.
De heer DE FEIJTER geeft ook te Vmnen.
dat in de mededeeling, dat de gemeente zelf
het toezicht en onderhoud op haar net Wenscht
uit te oefenen. nog niet voortvloeit, dat zij den
hoofdmachinist ;n dienst moet houden.
De heer STREEFKERK: Dan zullen te dit
nog eens aanhouden.
De heer HEGGE ZIJNEN geeft te kennen,
dat hij zoowel in het belang der gemeente, die
meerdere zekerheid moet hebben omtrent on-
gestoorde stroomlevering. zoowel als in het
belang der P. Z. E. M.. die gewaarborgd moet
zijn, dat zij niet om schadevergoeding kan
worden aangesproken als door oorzaken bui
ten hare schuld de stroomlevering wordt on-
derbroken. zooals hij ook in zijn rapport te
kennen gaf. een andere redactie van art. 8 te
moeten voorstellen. Juidende als volgt:
Artikel 8.
Indien de P. Z. E. M. door handelingen of
voorschriften van het Rijk of andere boven
haar gesteide autoriteiten, door brand, oorlog
of oorlogsgevaar, werkstaking, onvoorzFue
stagnatie in den aanvoer van grondstoffen
ernstige storing in het bedrijf of andere ram-
pen wordt verhinderd eenige of eene voldoende
hoeveelheid electriciteit van de ovcreen-
gekomen spanning aan de gemeente te leveren,
dan zal zij niet aansprakelijk gesteld mogen
worden voor schade of winstderving daaruit
voor de gemeente voortvloeiende, De P. Z4 E.
M. is verplicht van het ontstaan van een der
boven omschreven gevalleh aanstonds de we-
derDartij kennis te geven. Spoedeischende ge-
vallen of plotseling optredende noodzakelijk-
heid uitgezonderd, zal de stroomlevering al
leen onderbvoken mogen worden, indien het
tijdstip warop dit zal geschieden tenminste 24
uur te vorcn aangekondigd'is.
De P. Z. E. M. zal diet aansprakelijk ge
steld kunnen worden voor eenige schade of
hinder in de gemeente ontstaan door de leve
ring van electriciteit overeenkomstig de bepa
iingen van deze overeenkomst. Indien de ge
meente kan aantoonen, dat ernstige storing of
herhaalde onderbrekingen in de regelmatige
stroomlevering te wijten is aan nalatigheui,
onvoldoende toezicht of in het algemeen aan
een reden, die voorkomen had kunnen worden,
dan is zy gerechtigd alle daaruit voor haar
en haar ingezetenen voortvloeiende schade te
verhalen op de P. Z. E. M,, die zich 'oereid
verklaart die schade te vergoeden.
Indien een der partijen hare uit deze over
eenkomst voortspruitende verplichtingen ge-
durende een tijdvak van 2 X 24 uur of langer
niet nakomt, zal de wederpartij het recht heb
ben op eenvoudige schriftelijke kennisgeving
en zonder eenige verdere ingebrekestelling,
deze overeenkomst als ontbonden te beschou-
wen, onverminderd haar recht op vergoeding
der schade, door wanpraestatie en de ontbin-
ding veroorzaakt.
De heer STREEFKERK merkt op, dat in
artikel 10 wordt bepaald, dat geschillen door
arbitrage worden beslecht en acht daannede
het recht der partijen verzekerd.
De heer HEGGE ZIJNEN acht het veiliger.
door het sluiten van een goed contract, dat
zooveel mogelijk ades duidelijk omschrijft ge
schillen en arbitrage te voorkomen. Hy houdt
vast aan het door hem voorgestelde artikel 8,
doch zou er, indier. de P. Z. E. M. tweemaal
24 uur te bezwarend vond om het te aanvaar-
den, geen bezwaar tegen hebben, dat te ver-
anderen in driemaal 24 uur.
I)e heer STREEFKERK heeft er geen be
zwaar tegen, opmerkonde, dat de P. Z. E. M.
.••'.room za! .eveven. als zy l-ianr kan,
he heer .'1EGCF ZU'EEN - ft f •kt.nn'n,
dat hij, Jiij vi.tiiomen heeifc, dat hei hier
geen rijksconcessie bctvel't, nog ncer dan an
tlers moet aandringen cp opneming van een
dooi1 hem orgs si. d artikel 9, luidende.
Artikel 9.
Indien het bedrijf der P. Z. E. M. door of
vanwege de Provincie of het Rijk wordt ge-
naast, zullen alle uit deze overeenkomst voort
spruitende rechten en plichten zoo mogelijk,
op den nieuwen eigeraar overgaan.
Hij acht daardoor de rechten der gemeente
betel' verzekerd.
De heer STREEFKERK merkt op, dat, a'
b.v. het rijk het bedi'hf zou naasten, de P. Z.
E. M. er weinig over te zeggen zal hebben, dat
het rijk ook de door haar aanghgane verplich
tingen ovevrieemt. Ten slotte verklaart hy, dat
het hem niet schelen kan, of de bestaande of
de redactie van den heer Hegge Zijnen wordt
opgeriomen.
De heer HEGGE ZIJNEN acht ook nog aan-
vulling van art. 10 noodig en stelt daarvoor
de volgende redactie voor:
Artikel 10.
In alle gevallen, waarin tusschen party en
meeningsverschil bestaat omtrent uitlegging
of toepassing van de bepaiingen dezcr over
eenkomst of in gevallen, waarin niet voorzien
of geregt-kl en waaromtrent partijen niet tot
overeenkomst kunnen geraken hetgeen zal
moeten blijken uit het zenden van een aange-
teekend schvyven door .de r.ioest gereede partij.
gericht tot de wederpartijwaarin het feit
wordt geconstateerd zal de beslissing met
uitsluiting van de competenten rechter wor
den opgedragen aan drie scheidslieden, waar-
van door elk der parijen binnen 14 dagen, na-
dat het hierboven bedoelde aangeteekende
schrijven door de wederpartij is ontvangen,
een is te b^noemen; deze beiden zullen te
zamc-n een derden scheidsraan aanwijzen.
Mochten partijen het over de keuze dier
scheidsmannen niet eens worden dan zal de
mo' t gm party bevccgd zijn aan den
kantonrechter te Middelburg te verzoeken, drie
deskimdigeii te benoe.nen, n&dat zij vooraf aan
de v edc; partij b'; deurwaartiers-exploit za'
hebben aangezegd, dat zij dat verzock zal
indienen.
Deze scheidsmannen zullen als goede man-
nen naar billijkheid in hoogste ressort nit
spraak doen en bepalen wie de 'xosten zal
dragen.
De heer STREEFKERK heeft daartegen
geen bezwaar.
Omtrent artikel 11 worden geen be.denkingen
gemaakt, zoodat de behandeling van het con
tract hiermede beeindirrd is.
De heer HEGGE ZIJNEN verklaait, dat het
hem een genoegen is geweest, deze bespreking
te houden. Hij had er we! tegen op gezien,
maar. dank zij de togemoetkomemle houding
van den heer Streefkerk, konden deze vlot
verloopen.
l )e heer STREEFKERK merkt op, dat he-i
thans een complimentje wordt gemaakt, doch
dat hem dit niet dikwijls overko.mt. Hij her-
haalt, zich nimmer op een ander standpunt te
hebben gesteld, dan dat de gemeentebesturen
vnet hem onderhandelen als volkomen gelijk-
gerechtigden. Het kan niet uitblijven, dat er
bij die onderhandelingen wel eens wrgving
bestaat. De gemeentebesturen trachten de
Voor hen voordeeligste voorwaarden te bedin-
gen, doch spreker moet het bedrijf be'neeren.
ei zorgen, dat de noodige dubbeltjes binnen-
komen.
Hij hoopt, dat na deze besprekingen de zaak
in het reine zal kunnen komen en nu eindelijk
de stukken zullen kunnen geteekend worden.
De VOORZITTER is ook van meening, dat
deze besprekingen vruchtbaar geweest zijn,
daar nu het standpunt van beide partijen is
uiteengezet en de raad nu ook een inzicht in
de zaak heeft kunnen krtjgen.
Hij hoopt ook, dat men nu spoedig tot een
goede samenwerking tusschen de gemeente en
de P. Z. E. M. zai kunnen komen,
De heer DE KOEIJER vraagt, of het hoog-
spanningsnet zal gaan langs houten palen.
De heer STREEFKERK antwoordt bevesti-
gend, met uitzondering der hoekpalen.
De heer DE KOEIJER Vraagt, of dit geen
gevaar oplevevt, by mogelijk breken der palen.
De heer STREEFKERK antwoordt, dat er
natuurlijk gevaar kan ontstaan, doch maakt
opmerkzaam, dat het hoogspanningsnet buiten
de kom aangelegd wordt. De draden zullen
gaan langs stevige houten palen. Hy acht die
aanleg solide en beroept zich daarvoor op do
meening van den heer Hegge Zijnen.
De heer HEGGE ZIJNEN geeft te kennen.
dat 't buiten zijn opdracht ligt, om hierover te
oordeelen, maar verklaart wel met verwonde-
ring gehoord te hebben dat het hoogspannings
net zal gaan langs houten palen. Hij zou dat
niet doen.
De heer STREEFKERK geeft nog te ken
nen, dat de draden zullen komen fi Mj boven
den weg en bij kruisingen 7 M., zoodat de
wagens met opperlast er goed onderdoor
kunnen.
De heer HEGGE ZIJNEN vraagt, waarom
het hoogspanningsnet niet overal onder-
grondsch is aangelegd, met kabels.
De heer STREEFKERK: Om dat dit veel
duurder kvvam.
De heer VISSER vraagt, of het noodzakelijk
is, dat de leiding met die hooge palen in rle
gemeente komt. Kan het niet ondergrondsch
binnen de kom komen?
De heer STREEFKERK noemt het een tech-
nisch bezwaar gedeeltelijk ondergrondsch en
gedeeltelijk bovengrondseh een stroomgelei-
ding te maken.
De heer HEGGE ZIJNEN acht dat ook niet
zonder gevaar.
De heer STREEFKERK: Het geeft herder
aanleiding tot storingen. die dan ook niet zoo
gemakkelijk te veriielpen zijn.
De heer DE VISSER: Maar een bovengro.idsch
net kan toch bij storm groote verwoestingen
ondergaan.
De heer DE KOEIJER vraagt, of er geen
gevaar ontstaat als er wegens stonmweer eens
een paal breekt of draden naar beneden
komen.
De heer HEGGE ZIJNEN geeft te kennen,
dat, indien een draad breekt en die komt op
een anderen, er kortsluiting ontstaat waardoor
de zekeren doorgaan. Indien er echter een
paard onder liep en de draad viel daarop of
het paard kwam er mede in aanraking, dan
was het dood.
De heer STREEFKERK wijst er op, dat een
voer graan niet hooger geladen wordt dan 4
M., meestal 3% M., zoodat er waar de draad
op de kruisingen 7 M. hoog gespanncn wordt,
er een groot doorrijvlak komt. Spreker zou
echter niet aanraden den draad aan te raken,
omdat dit hoogst gevaarlijk blijft. De palen
worden gepiaatst met verhoogde zekerheid, 2
M. diep in den grond, maar voor wervelwinden,
zooals or b.v. het vorig jaar een 'n stevig ge-
bcuwden schoorsteen van sprekers woning vuk-
te, staat niets.
De heer KOOPMAN acht die leiding dan
toch reuzengevaarlijk en hij vindt het jammer,
dat die niet overal ondergrondsch gemaakt
wordt.
Als een jongen met een voer graan onder
door zoo'n leiding lydt, kan hij er gemakke
lijk mee in aanraking komen, door er met
een stok tegen te slaan. Er moet dan ter deeg
op gewezen worden, dat dit gevaar veroorzaakt.
De heer STREEFKERK wijst er op, dat men
nu eenmaal behoort te weten, dat men van
den draad moet blijven. AVs men er mede in
aanraking tracht te komen, is dat zuiver
moedwil. Als een jongen te dicht op den water-
kant gaat staan, er in valt en verdrinkt, is
dat ook zijn schuld, en men laat toch het gra
ven van kanalen en slooten niet na. Er moet
tegen gewaarschuwd worden roekeloos te zijn.
Men weet, dat voor kinderen niet veel veilig is.
De heer HEGGE ZIJNEN geeft te kennen,
dat het vreemd klinkt, maar hij herinnert zich
een Duitschen collega, die naar het eerste on-
geluk veriangde. Als hij wees op de gevaren.
van het aanraken van het hoogspanningsnet
1 achten de boeren hem uit, maar toen er een
maal een ernstig ongeluk had plaats gehad,
achtte hij zijn net veilig. Toen eerst had men
ondervonden, dat er werkelijk gevaar bestaat.
De heer STREEFKERK stemt daarmede in.
Hij verhaalt, dat de onderwijzers in Duitsch-
land voortdurend de kinderen op dat gevaar
wijzen. Toch kwam het voor, dat men des
rporgens ergens in een mast een dooden man
vond, die aan het net vastzat. Deze had
klaarblijkelijk koper willen stelen, hetgeen
bleek uit de kniptang, die hij in de hand had,
doch hij had er geen rekening mee gehouden,
dat de isolatie van die tang niet bestand was
tegen een stroom van 35.000 volt. Hetzelfde
werd ook ondervonden aan een trambaan, waar
men gewoon was den stroom uit te schakelen,
doch dit op zekeren nacht door om stand igheden
niet gedaan had.
Ook bij ondergrondsche netten kan men on-
gelukken niet voorkomen, want als men meent,
dat de menschen niet te weerhouden zijn om
een bovengrondschen draad aan te raken, kun
nen ze misschien ook niet nalaten een onder-
grondschen kabel met een houweel bloot te
graven en er mee in aanraking te komen, het
geen dan even gevaarlijk is.
Door de P. Z. E. 51. worden ook boveri-
grondsche netten aangelegd, omdat de aftak-
mgmi (iail jfotunkkelHirer zyn aan te brengen.
De heer VAN HOEVE vraagt in welk sta
dium de zaak nu gekomen is.
De heer HEGGE ZIJNEN: Dat de gemeente
het nn met de P. Z. F. M. eens geworden is,
behoudens een verschilpunt. dat de heer Strecf-
kerk zegt niet te kunnen beslissen. Wordt dat
nu blijkens nader bericht door de P. Z, E. M.
aanvaardt, dan komt het contract bij de ge
meente ter teekening.
De heer VAN HOEVE merkt. dat dus, als
net antwoori! van de P. Z. E. M. gunstig is,
de gemeente met haar zaken gaat doen. De
raad weet echter nog niets van een financieelen
basis en spreker acht dyt dringend noodig,
wart hii zou wenschen, dat de zaak eventueel
vooraf flink on root mi werd gezet.
De heer STREEFKERK merkt op, dat
Kerstdag en Nieuwjaar we! zal voorbij zijn,
eer het "hem mogelijk zal zijn met de commis
sarissen te confereeren.
De heer KOOPMAN vraaat, of de heer
Hegge Zijnen een begrooting van de onkosten
kan ongeven.
De heer HEGGE ZIJNEN zegt, dat die later
van zelf komt Als het contract geteekend is.
kan een volledige kostenberekening worden ge
maakt.
De heer VINKE zou die berekening willen
kennen vooi- het contract geteekend worrit.
De heer HEGGE ZIJNEN merkt op. dat
toch eerst het contract klaar moet zijn. omdat
de bepaiingen van invloed zijn op de bereke
ning.
De heer DE KOEIJER vraagt, of nu uit de
besprekingen voortvloeit, dat de aanvankeliike
stroomprijs lager is.
De v OOR/TTTERNeon, daarop hebben wij
toegegeven.
Na in het biizonder rle hoeren Streefkerk en
Hegge Zijnen dank te hebben gezegd voor hun
tegenwoordigheid, sluit de V.OORZTTTER met
het uitspreken van het dankgebed de verga-
dering.