ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Vondel en de Oorlog.
No. 7390
Vrijdag 15 December 1922.
70e Jaargang.
Bekendmaking.
BINNEWLAND.
BUITENLAND.
HHBSTB BT i A X3.
TER
ZENSCHE COURANT
Burgemeester en Wethouders van TEH NEUZEN
maker), ingevolge het bepaalde bij artibel 6, sub. 2
laatste alinea der Warenwet, bekend, dat bij vonnis van
het Kantongerecht alhier, zijn veroordeeld
DANIEL ROUW, vischleurder te Ter Neuzen, tot
vijftig gulden boete subs, honderd dagen hechtenis,
wegens het ten verkoop voorhanden hebben van
hedorven visch, en
CATHARINA STOFFIJN, te Tcr Neuzen, tot hon
derd gulden boete subs, zes maanden hechtenis, wegens
het ten verkoop in voorraad hebben van melk, waai -
aan water was toegevoegd.
Ter Neuzen, 15 December 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Seerctaris.
In zijn mooie en zeer lezenswaardige
levensbesohrijving van Vondel zegt Dr. P.
Leenderfz: „dit alles was niet voldoende
om hem den oorlog te doen haten; hij was
te veel een kind van zijn tijd om sentimen-
teel te zijn". Wat wij in 'de volgende regels
gaan mededeelen is bedoeld als aanvulling
en gedeeltelijke correctie van deze bewering.
Zeker, sentimenfeel was Vondel niet, en
hij was een kind van zijn tijd. Maar hij heei't
genoeg van het verwoestende en ellendige
van den oorlog ondervonden, om op allerlei
plaatsen in zijn diehtwerken te laten mer-
ken, hoe vreeselijk hij deze dingen vindt, en
dat hij heusch in het minst niet was van de
leer of opvattingen van den Romfein, van
wien hij in zijn „Jeruzalem verwoest"
getuigt:
Van ouils een goed Romein dat hield voor
[eenen zegen,
wan nee r de vijand hem kwam kittlen met
[den degen.
Hij weet er van te spreken, wat de oorlog
en de oorlogszucht misdoen.
Soldaten (zoo zegt de Poortier in de
Gijsbrecht zeker niet zonder Vondels voile
toestemming)
Soldaten brengen ons heel zelden veel geluks;
wij zien ze noo van voor, en allerliefst van
[achter.
Of het mag dan zijn, dat het komt. om-
dat de liefde hem zoo te pakken heeft
laat Vondel niet ergens (in de Maagden)
een Attila getuigen:
A1 wat ik zie, de krijg en 't krijgsvolk
[staat me tegen.
Uit den Vredezang (uit den jare 1648)
zijn deze regels:
Holland schept geen lust in strijden,
't Oorlog heeft te lang geduurd,
Dat al 't Christendom bezuurt.
Holland voelt zijn rug verlichten
van het lastig oorlogspak;
scheuxt den schuldbrief met gemak
En die zelfde gemoedsstemming komt al
heel duidelijk aan 't licht, als in Vondel in
het Voorberecht van den Jozef in Dotan
schrijft: „Jozefs historie is't alien tijde, zoo
in ihet kleen als in het groot, herspeeld onder
allerhande geslachten en volken; gelijk nog
hedendaags onder de Kristenen, die, gebroe-
ders zijnde, en zich luttel aan Jozefs verdriet
keerende, den onnoozele dagelijks vangen,
verkoopen, en leveren aan hunne allerbit-
terste en gezworene erfvijanden, wanneer
ze, d'een den ander verradende en vernie-
lende, liever de poorten van Kristenrijk voor
den Ismaglleren openzetten, dan malkan-
deren toegeven en ondergaan". En aan-
doenlijk is dan zijn verzuchting: „Liet Jozef
zich wat luider hooren in stede, dat men
onverzoenlijk met stijve kaken de moord-
trompetten blaast, wat zouder menigmaal
al onheils venhoed worden! Hoe haast
zouden de broeders, die nu aan alle kanten,
te water en te lande in 't blanke harnas,
tegens een gekant staan, dien vervloekten
degen afleggen, en malkander omhelzende,
liever enz." Sentimenteel mag Vondel
dan niet wezen, en een kind van zijn tijd,
tot de directe oorlogs-bewonderaars be-
hoort hij toch zeker niet. En ongetwijfeld
is Vondel dan ook zelf wel aan het woord,
als hij in de Gijsbrecht den reeds genoem-
den Poortier laat zeggen:
De beste wachter is de sterke en groote God,
Die nimmermeer en slaapt, en luistert naar
[ons zuchten,
Wij bidden staag om peis, en haten krijgs-
[geruchten,
En hooren met verdriet het kraaiien van
[dien haan,
terwijl het paus-worden van Innocentius X
(15 Sept. 1644) hem dezen danktoon uit de
pen brengt:
Nu't eene Kristensch licht het andre bits
[beschadigt,
En Kristus sterft aan't kruis des oorlogs,
[begenadigt
Ons God met Innocent, die't Apostolisch dak,
Geljjk een duif beschut met 's Hemels
[vredetak;
Onnoozelhead (een toespeling op den naam
[Innocentius)
Onnoozelheid aanvaardt de sleutels in Gods
[stede,
Zij sluite d'oorlogspoort, z'ontsluite 't hof
[van vrede.
We zouden zeggen: bewijzen reeds te
over. Doch om de maat over te laten
loopen, voeg ik er nog het volgende bij:
(Uit de Amsteldamsche Hecuba zijn b.v.
deze regels
De deur is toe voor heil, maar op (open)
[voor gruwelkwaan,
Is d' allcrgrootste ellend' nog hopeloos te
[duchten.
En uit den Palamedes:
Maar eer het tegendeel, en dat ik liever zag,
I De zaak in vree beslecht, bij middel van
[verdrag,
Is waar en lovensweerd, en wde ontkent, wat
[plagen,
Ballone met zich sleept, met droeve
[nederlagen,
gevaarlijk voor 't gemeen, wiens welvaart
[men met druk
en angst, ziet hangen in de weegschaal
[van 't geluk.
Vondel is echter niet slechts een vijand
van den oorlog, hij zoekt ook een uitweg.
Bij een zoo groot vriend en vereercfer van
Hugo de Groot verbaast ons, dat trouwens
niets. Dat geweld met geweld te keeren,
het kwaad verergert in stee van het te
keeren, leert Vondel ons b.v. door deze
regels: (uit den Palamedes):
't Is beter, dat ik lij, dan dat ik mijne zege,
met burgermoord bevlek, en om hun
[onverstand,
Griek tegen Griek, en standaarts tegen
[standaarts kant.,
't Is beter dat m' een ziel verdelge van
[der aarde,
Als 't euvel uitwasch met den schitterenden
[zwaarde.
Of nog duidelijker zijn deze regels (uit de
Hymen van Oranje en Brittanje):
Brengt zoo puik van telgen voort,
Daar u geen trompet verstoort,
Noch geen donder van kartouwen,
Helpt zoo vrijdioms tempel bouwen!
Strengelt eilanden en zeen,
Met uw armen hecht aaneen!
Oorloogt in het veld van vrede,
Daar het zwaard rust in de schede,
Dat veel eerelijker roest,
Dan 't gebouwde land verwoest!
En als het gaat over de wenschelijkheid
van het uitmalen van den Haarlemmermeer,
in 1641 door Leeghwater voorgesteld, heet
het:
Uitheemsche vijanden te zitten in de veeren,
Te siingeren den staart groothartig over zee.
Is ijdel, als uw long, geslagen aan het teren,
Inwendig vast vergaat, en gi.i, van hartewee,
Zoo deerlijlc zucht en kucht, en loost bij
[heele brokken.
Het roteende ingewand ter keel uit, in de
[golf,
Wat baat het met uw klauw al 't Oost en
['t West te plokken,
Nadien u bijt in 't hart deez' wreede
[waterwolf.
Vondel is voor arbitrage, dat blijkt zonne-
klaar uit regels als deze:
Men moet met wapenen dit kroongeschil
[beslechten,
Wie al oneffenheid met wapenen wil rechten,
Vindt werk. Men wint meer velds door
[tusschenspreken dan door wapens.
En dat en hoe hij den vrede Iiefheeft,
blijkt wel uit een vers als dit (op het over-
lijden van Isabella Clara Eugenia) 1633 -
O Kristelijke lamp,
Zie neer in onzen damp,
verzacht uw. Neerlands wee.
En steek-is 't mooglijk-eens het bloedig
[zwaard in schee.
Opdat men hier beneen,
van witten marmelsteen
U wijde een vrede-altaar
Waarvoor men, U ten roem mag zingen
[jaar-op-jaar,
O Vrede-moeder, eer
van Neerland, nimmermeer,
verwelk' uw vredelof!
Gij stondt naar vrede in 't aardsch, en sluit
[z'in 't hemelsch hof!
Toch is dit nog lang niet alles. Vondel
is niet in deze dingen het sterkst, hij is het
allersterkst in zijn treurspelen. 't Is alsof
hij zoo'n omgeving noodig heeft, en per-
sonen, werkelijke of fictieve, menschen in
ieder geval van vleesch en been. Ik wil
eerst eenige oogenblikken Uw aandacht
vragen voor de persoon van Thamar uit
den „David in ballingschap". Zij verricht
daar iets heel schoons. Zij, die door alles
wat er gebeurd is, op het nauwst aan Ab-
salon zich verbonden gevoelt, en die nu toch
niet wil noch kan ontkennen, dat wat Haar
broer doet, vreeselijk is, en dat dit zelfs veel
erger is dan wat hij voorheen heeft gedaan,
zij wil nog een uiterste poging in het
werk stellen om Absalon tot andere ge-
dachten te brengen.
Heer vader (zegt zij) ik heb hoop den
[broeder om te zetten,
Hem snel 't ontmoeten, zulk een jammer
[te beletten.
Vergunne, dat ik met een ruiterbende trekk',
Uw vaderlijk gemoed hem levendig ontdekk'.
Hij zal zijn opzet, al te bloedig en verwaten,
Op zusters bede, haar ter liefde, varen laten,
D' aartsvader Jacob, wien 't aan omzicht
[nooit ontbrak,
Smoorde Ezau's bittren wrok, en schoot
[dat ongemak,
Voorzichtig van z(jn hals. Een vriendeljjk
[bejeegnen,
Vermurwt een steenen hart. De hemel zal
het zeegnen.
En dan gaat zij weg, nadat zij ook de
goedkeuring en zegewenschen op haar
pogen heeft gekregen van Joab, die haar
nageeft:
Bemiddelt zij 's lands rust, en is er hoop
[van vrede,
Men zal haar eeren van den rijksstroom
[aan d'Eufraat,
Zij schooner keeren dan de schoone dageraad
Ons aanstraalt met den dag.
En de Rei van Livieten zingt zoo over-
sehoon:
Princes, die hakende naar vrede,
Om vader en den zoon,
Op een gelijken troon,
Te trekken, heentrekt uit de stede,
Hoe lieflijk is uw tred!
Waar gij de voeten zet,
Daar wassen lelien en geuren,
Een regenboog van schoone kleuren,
En hartverkwikkend kruid,
Men kieze al 't edelste uit,
En vlechte een krans om u te kransen.
Keer zoo, dat ze al rondom u dansen.
Dat 's billijk. Eer en prijs is waardig,
Die 't vaderlijk paleis,
HersteUen wil in peis.
Ai ziet hoe spoed ze zoo wil waardig,
Of zij dees jammerbron
Nog tijdig stoppen kon,
Daar end'loos onheil uit zou vloeyen,
Waanbij all© onbesneden groeyen,
Als hart staat tegens hart,
Geweer en vuist verwart,
Verblind en heet op moord em schennis.
Het burgeroorlog draagt geen kennis.
Almachtdge! zie uit den hoogen;
Verhoe toch Jozefs scha.
Van Dan tot Berseba.
Verzadig toch uw volks behoeder.
De zuster stille haren broeder!
Wij weten door onze kennis van het bijbel-
verhaal, dat de poging door Vondel, hier
ingelascht, geen giinstig gevolg heeft gehad,
maar is dit inlasschen op-zich-zelf geen
bewijs, dat Vondel heel veel hecht aan dit
bemiddelen? En het tweecie voorbeeld is van
gglijken aard, al is de omgeving een ge-
heel andere. Ik bedoel het optreden van
Rafael in den Lucifer. Het plan van de
„Luciferisten" is reeds in groote trekken
bekend in den hemel. Zij zullen den stouten
sprang wagen, zooals zij het zelf uitdruk-
ken. Maar de Rei, die al het misdadige en
verkeerde er van inziet, doet nog een poging
om te bemiddelen. Hebben zij, die thans zoo
ontevreden zijn, zoo wordt er gevraagd,
wel al hun beklag gedaan ter plaatse,
waar dat behoort?
1 Gebnoeders, zoo wordt hun gezegd geeft
[gehoor, houdt boven aan met smeeken,
Bij God, door middelaar.'- men wint met
[tusschenspreken,
Gemakkelijker veld, dan door dien steilen weg,
I Van oproer. Handelt koel, met raad en overleg.
Weigeren zij al, om dezen weg te gaan,
dan komt nu Rafael hun tegemoet.
Beelzebub zegt (midden in het vierde
j bedrijf)
Maar zie, hoe Rafael, verbaasd en vol
[meedoogen,
Met zijn vredetak van boven komt gevlogen,
Om uwen hals, op hoop van stilstand en
[verdrag.
Wij laten dat mooie stuk hier nu verder
niet volgen. Het was er ons hier alleen
maar om te doen, te laten zien, hoe ook
weer en zelfs in dit stuk de dichter er be-
hoefte aan heeft gevoeld: arbitrage-pogin-
gen ons te teekenen. En Vondel gaat dan
zelfs zoo ver, dat hij nog blijft en laat
hopen op den ommekeer van- en de
mogelijke vergeving van Lucifer, als de Rei
der Engelen bidt:
Gedoog niet, dat de schoonste ziel,
Waarop uw oog genadig viel,
Gedoog niet, dat d'Aartsengel sneve,
Hij boete deze ondankbre daad,
En blijv' gehandhaafd bij zijn staat,
Dat Uw gena zijn schuld vergeve.
Nog eens zeggen wij: Vondel was een
kind van zijn tijd. Men kan dat misschien
betreuren, en vooral zij zullen dat doen,
die „makkelijke" lectuur verlangen, en die
tegen de minste en geringste inspanning
opzien. Maar wij zeggen daar vlak tegen-in:
dat maakt voor ons deze lectuur juist wel
zoo aantrekkelijk! Wie bij Vondel komt,
loopt niet op de platgetreden paadjes, waar
de groote massa paradeert, en flirt, en
misschien meer loopt om gezien te worden
dan om al moeizaam klimmend straks een
overschoon uitzicht te kunnen genieten.
Neen, Vondel is een kind van zijn tijd. En
sentimenteel is hij ook al niet! Maar zon
der nu dadelijk door te slaan naar een
soms maar al te lichtvaardig gepropageerd
anti-militarisme, heeft hij genoeg gevoel
voor recht, om met Hugo de Groot keer-op-
keer het ons te toonen, dat niet langs den
weg van wapengeweld, maar langs den
eerliiken en heerlijken weg der pogingen tot
verzoening tenslotte Gods eer en der men
schen voordeel wordt bereikt.
NIEUWE STAATSLEENING VAN
350 MILLIOEN.
Ingediend is een wetsontwerp tot het
aangaan van een geldleening van ten hoogst
350 millioen uit te geven hetzij in eens, het-
zij bij gedeelten, ten laste van het rijk.
Blijkens de Memorie van Toelichting be-
droeg op 13 November de vlottende schuld
ten laste van het rijk een som van
776.900.000. Van dit bedrag komt
308.700.000 voor rekening van de kolo-
nien, terwijl op ultimo October j.l. aan de
gemeenten was voorgeschoten [93.800.000,
op het provenu van door de Rijksadmini-
stratie voor de gemeenten te innen belas-
tingen. Na uitschakeling van deze beide
posten. tezamen groot 402.500.000, blijft
374.400.000 over. Hiervan komt op reke
ning van: a. kredietverleening aan Duitsch-
land en Frankrijk 62.500.000; b. vorderin-
gen op het buitenland, in hooidzaak op
Belgie, wegens kosten van interneering e. d.
72.000.000; c. voorsctiot voor de Rijks-
Kleedingsvoorziening 11.100.000. Voor
zouvei ueze posren eerst na langen tijd op-
eischbaar zijn, zal de financiering kunnen
geschiederi door de uitgifte van schatkist-
biljetten met een looptijd, welke, binnen de
grenzen van den termijn der kredietverstrek-
king, aan die biljetten het karakter van zeer
kort papier ontneemt. Een aanvang is hier-
mede gemaakt door de plaatsing van
15.000.000 aan biljetten, die op 1 Mei 1927
vervallen.
Neemt men ten slotte in aanmerking, dat
het winstsaldo der N. U. M. omstreeks
45.000.000 beloopt, waarvan intusschen
30.000.000 is gebezigd voor credietver-
strekking aan Frankrijk, dan blijft van de
uitstaande vlottende schuld 183.800.000
ter consolideering op langen termijn over.
De Minister meent, dat het aanbeveling
verdient, zoodra dit op aannemelijke voor-
waarden mogelijk is, een belangrijk deel
hiervan te consolideeren. Waar hem geble-
ken is, dat het begin van het aapstaande
kalenderjaar hiervoor hoogstwaarschijnlijk
een gunstig moment zal zijn, vraagt hij hier
voor wettelijke machtiging.
Het nog te dekken bedrag is rond
177.000.000. Vermeerdert men dit bedrag
met het geraamde nadeelig saldo, van den
buitengewonen dienst voor 1923 pl.m. 170
millioen, dan vindt men een totaal van f 347
millioen of afgerond f 350 millioen.
Het provenu van de nu te sluiten leenin-
gen zai bestemd zijn ter bestrijding van uit-
gaven ten laste van den buitengewonen
dienst.
De buitengewone uitgaven ten laste van
1924 en volgende zullen een zeer belang-
rijke vermindering vertoonen. De Minister
meent dan ook te mogen vertrouwen, dat
met de voorgestelde consolidatie, welke ae
buitengewone uitgaven van 1923 omvat, het
tijdperk van de zeer groote Staatsleeningen
zal kunnen worden afgesloten.
BURGEMEESTER ZIMMERMAN.
Burgemeester Zimmerman heeft in den
aanvang der Woensdag gehouden vergade-
ring van den gemeenteraad te Rotterdam
een mededeeling gedaan, waaruit blijkt, dat
hij de functie van commissaris-generaal van
den Volkenbond te Weenen aanvaard heeft
en dat hij zich berei'd verklaard heeft deze
functie tot 1 April 1923 te vervullerr. Hij
heeft den Minister van Binnenlandsche
Zaken verzocht hem te vergunnen tot dien
datum buiten de gemeente te vertoeven,
terwijl hij het voornemen heeft daarna daar
ter stede terug te keeren.
In zijn rede verklaarde de burgemeester,
dat hij onder zeer sterken aandrang en in
de overtuiging, dat hij in het aanzicht van
de noodzakelijkheid tot herstel van Europa
niet anders handelen mocht, zich bereid ver
klaard heeft, tot 1 April 1923 de functie van
commissaris-generaal te vervullen. Daarna
zal hij te Rotterdam terugkeeren of eerder,
indien omstandigheden van dringender aard
dit noodzakelijk maken.
VERLAG1NG VAN HET POSTTARIEF
Naar de „N. R. Crt." verneemt staat de
regeering volstrekt niet afwijzend tegenover
veriaging van het posttarief en worden ver-
schillende verlagingen ernstig overwogen.
Het briefport van 10 cents zou echter voors-
hands niet verlaagd worden, daarentegen
o.a. wel een verlaagd stadsport weder wor
den ingevoerd.
EEN FAM1L1EDRAMA TE
AMSTERDAM.
De Koningin heeft gratie verleend.
Het is nu ruim een jaar geleden, zegt
de Chr. Amst., dat op een Zondagavond
in de Oosterparkstraac te Amsterdam, de
droevige gesemedenis plaats had, waarbij
een vader zoodanig door zijn dochter met
een mes werd gestoken, dat de dood spoe-
dig volgde. De dochter is toen door de
rechtbank veroordeeld en onderging haar
straf in de Rotterdamsehe gevangenis.
Tjjdeus het jongste koninkipk bezoek aan
de hoofd*tad, begin November, heeft de
Koningin in aumentie ontvangen den echt-
genoot van deze vrouw Ter audientie
kreeg de man van de Konirgin vergunriitig
om haar een omstaodig verhaal te doen
hoe de zaak zich had toegedragen, waarna
hij aan de Koningin overhaDdigde een ver-
zoek om gratie voor zjjn licbamelijk on-
gelukkige vrouw.
Wie zal de blijdschap van dezen man en
zjjn familie scb-tsen, toen eenige dagen
aeleden het bericht kwam, dat de Koiin-
gin aan de vrouw gratie heeft verleend en
zij dus de g' vangenis mag verlaten. Haar
man heeft haar daar afgehaald.
HET VERKOOPEN VAN EERETITELS.
De commissie voor de eeretitels in Enge-
land heeft haar onderzoek ten einde ge-
bracht. De bladen voorspellen, dat het
rapport zal voorstellen een commissie uit
den Privy Council te vornien, waarvan de
leden benoemd moeten worden ongeacht tot
welke partij zij behooren en welke de door
den premier opgestelde lijst moet onderzoe-
ken, alvorens deze naar den koning gezon-
den wordt. Een zoodanig onderzoek moet
de kwaliteit en diensten vaststellen, waar
voor de eeretitel aanbevolen wordt en twij-
felachtige gevallen schrappen. Het wordt
mogelijk geacht, dat de commissie zal aan-
bevelen, in de toekomst de verstrekking x;vr.
geld met het kennelijk doel een eeretitel te
verkrijgen, als een strafbaar feit te be-
schouwen.
HET DURE REIZEN.
Voor een ieder, die geen O. W.'er is
wordt het leven in Duitschland langzamer-
hand onhoudbaar. Terwijl levensmiddelen
als melk en boter, eieren, margarine en
vleesch voor den middenstander en arbeider
niet meer te betalen zijn, de huisbrand, in
dien al verkrijgbaar, schandelijk duur is.
worden nu ook de spoorwegtarieven tot een
hoogte opgevoerd, welke het reizen na 1
Januari voor elke normale beurs vrijwel on-
mogelijk maakt. Zoo zal een reis, van Ber-
lijn naar Dresden derde klasse 1380 M. kos
ten (nil 334 M.), van Berlijn naar Hamburg
in plaats van 482 M. 2040 M„ naar Maag-
denburg 1052 M. (nu 252 M.), naar
Munchen 4224 M., naar Frankfurt 3534 M.
TER NEUZEN. 15 DEC. 1922.
CHR. WINTERLEZ1NG.
Woensdagavond had in de Ned. Herv.
kerk alhier de eerste winterlezing in dit sei-
zoen plaats. Een zeer groote schare (geen
plaa^sje was onbezet) was weder opgeko-
men om te luisteren naar Ds. J. J. Knap, van
Groningen, die voor velen uit geschriiten
geen onbekende meer was.
Na gebed en een woord van welkon door
den voorzitter van het comite, den heer H.
J. van den Ouden, begon Ds. Knap met zijne
rede, getiteld: „De Majesteit van he* ge-
weten" en verdeelde dit in 5 onderdeelen,
n.l. de aard, de werking, de verkrachting,
de wraak en de beteekenis van het geweten.
In zijne rede, die echter tot veler teleur-
stelling zeer moeilijk verstaanbaar was,
schetste hij naar aanleiding van Mark. 6 het
wereldsche goddelooze leven van een
Herodes Antipas, hoe deze bij al zijne genie-
tingen en brasserijen toch ook werd gekweld
door zijn geweten. Hij wees er op, dat wi:
in tegenstelling met dezen Herodes, steeds
en direct hebben te luistarcn naar de stem
van het geweten, dat den mensch steeds
weer plaatst voor de Wet Gods.
In tegenstelling met velen toonde hij aan.
dat het zondigen nu niet steeds zoo gemak-
kelijk gaat, aangezien God den mensch vele
struikelblokken op zijnen weg naar de zonde
doet ontmoeten.
Menig misdadiger gaf zich volgens spre-
ker, aan de justitie over om te ontkomen
aan de klopjacht van zijn geweten.
Hij waarschuwde de stem van het ge
weten niet tot zwijgen te brengen, maar zich
te werpen aan de voeten van het Kruis. Ook
zij, die met Gods geboden reeds lang ge-
broken hebben, geven beteekenis aan de
stem van het geweten,
Waar spreker met Luther gaarne zegt, dat
het niet geraden is iets tegen het geweten in
te doen, daar durft hij het toch niet wagen
het geweten aan te duiden als het ware
kompas op weg naar den goeden weg, want
met voorbeelden toonde hij aan, dat per-
sonen van eenzelfde riehting over verschil-
lende gewetenszaken een van elkaar afwii-
kende nieening hebben, ja, dat zelfs bij een
zelfde mensch het geweten soms verschil-
lend spreekt, het eene oogenblik nauw, zeer
nauw zelfs, het andere oogenblik wijd.
Men moet daarom het geweten oefenen,
opvoeden voLgens Gods Woord.
De geschiedenis van Herodes toont ons
de majesteit, doch tevens ook de ongenoeg-
zaamheid van de stem van het geweten. We
hebben een meer betrouwbaar kompas noo
dig, want hoog staat de majesteit van het
geweten, maar hooger, oneindig veel hoo-
ger, staat de Majesteit van het Woord van
God, Gods Wet.
Nadat de voorzitter de aanwezigen dank
had gebracht voor de opkomst en het co
mite voor Chr. Winterlezingen in aller steun
had aanbevolen, werd de bijeenkomst met
dankgebed gesloten.
Nog werd medePedeeld, dat de volgende
lezing zal plaats hebben op Woensdag 17
Januari a.s. in de Geref. Kerk. waar als
soreker hoopt op te treden Ds. Schiller van
Delft, met het onderwerp: ,,De wonderen
van den anti-Christ."
„HULP IN NOOD".
Uit het verslag van den penningmeest. r
van het Uitkeeringsfonds bij ziekte ,Hulp
in Nood" alhier, uitgebracht in de laatste
vergadering, bleek, dat gedurende de maan
den SeptemberNovember is ontvangen:
contribute 670,94, buitengewone inkom-
sten 23,50, totaal j 703,44 en dat is uit-
geoeven voor ondersteuning aan zieke leden
f 301,34, bodeloon 78, buitengewone uit
gaven [41,56, totaal [420,90, zoodat deze
maanden een batig slot opleverden van
282,54, zoodat het totaal bezit van dit
fonds is gestegen tot 2327,97.
Voor de afdeeling „Steunkas" werd aan
contributie ontvangen 74,66, terwijl werd
uitgegeven aan ondersteuning van zieken
52, aldus een batig slot van 22,66.
Het bezit dezer afdeeling stijgt daardoor
tot 886,05.
BESMETTELIJKE ZIEKTEN.
Het aantal gevallen van besmettelijke
ziekten over de week van 3 tot en met 9
Dec. in de Prov. Zeeland bedroeg:
Roodvonk: Miadelburg 2, Vlissingen 1.
Diptheritis: St. Philipsland 1, Seroos-
kerke (W.) 1, Vlissingen 1
ZAAMSLAG.
In den avond van 12 December om on-
geveer 914 uur, werden de bewoners op de
hofstede bewoond door den landbouwer J.
d. M„ door het aanslaan van den hond op-
merkzaam gemaakt, dat er zich op de hof-