ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Vondel en de Oorlog. No. 7390 Vrijdag 15 December 1922. 70e Jaargang. Bekendmaking. BINNEWLAND. BUITENLAND. HHBSTB BT i A X3. TER ZENSCHE COURANT Burgemeester en Wethouders van TEH NEUZEN maker), ingevolge het bepaalde bij artibel 6, sub. 2 laatste alinea der Warenwet, bekend, dat bij vonnis van het Kantongerecht alhier, zijn veroordeeld DANIEL ROUW, vischleurder te Ter Neuzen, tot vijftig gulden boete subs, honderd dagen hechtenis, wegens het ten verkoop voorhanden hebben van hedorven visch, en CATHARINA STOFFIJN, te Tcr Neuzen, tot hon derd gulden boete subs, zes maanden hechtenis, wegens het ten verkoop in voorraad hebben van melk, waai - aan water was toegevoegd. Ter Neuzen, 15 December 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Seerctaris. In zijn mooie en zeer lezenswaardige levensbesohrijving van Vondel zegt Dr. P. Leenderfz: „dit alles was niet voldoende om hem den oorlog te doen haten; hij was te veel een kind van zijn tijd om sentimen- teel te zijn". Wat wij in 'de volgende regels gaan mededeelen is bedoeld als aanvulling en gedeeltelijke correctie van deze bewering. Zeker, sentimenfeel was Vondel niet, en hij was een kind van zijn tijd. Maar hij heei't genoeg van het verwoestende en ellendige van den oorlog ondervonden, om op allerlei plaatsen in zijn diehtwerken te laten mer- ken, hoe vreeselijk hij deze dingen vindt, en dat hij heusch in het minst niet was van de leer of opvattingen van den Romfein, van wien hij in zijn „Jeruzalem verwoest" getuigt: Van ouils een goed Romein dat hield voor [eenen zegen, wan nee r de vijand hem kwam kittlen met [den degen. Hij weet er van te spreken, wat de oorlog en de oorlogszucht misdoen. Soldaten (zoo zegt de Poortier in de Gijsbrecht zeker niet zonder Vondels voile toestemming) Soldaten brengen ons heel zelden veel geluks; wij zien ze noo van voor, en allerliefst van [achter. Of het mag dan zijn, dat het komt. om- dat de liefde hem zoo te pakken heeft laat Vondel niet ergens (in de Maagden) een Attila getuigen: A1 wat ik zie, de krijg en 't krijgsvolk [staat me tegen. Uit den Vredezang (uit den jare 1648) zijn deze regels: Holland schept geen lust in strijden, 't Oorlog heeft te lang geduurd, Dat al 't Christendom bezuurt. Holland voelt zijn rug verlichten van het lastig oorlogspak; scheuxt den schuldbrief met gemak En die zelfde gemoedsstemming komt al heel duidelijk aan 't licht, als in Vondel in het Voorberecht van den Jozef in Dotan schrijft: „Jozefs historie is't alien tijde, zoo in ihet kleen als in het groot, herspeeld onder allerhande geslachten en volken; gelijk nog hedendaags onder de Kristenen, die, gebroe- ders zijnde, en zich luttel aan Jozefs verdriet keerende, den onnoozele dagelijks vangen, verkoopen, en leveren aan hunne allerbit- terste en gezworene erfvijanden, wanneer ze, d'een den ander verradende en vernie- lende, liever de poorten van Kristenrijk voor den Ismaglleren openzetten, dan malkan- deren toegeven en ondergaan". En aan- doenlijk is dan zijn verzuchting: „Liet Jozef zich wat luider hooren in stede, dat men onverzoenlijk met stijve kaken de moord- trompetten blaast, wat zouder menigmaal al onheils venhoed worden! Hoe haast zouden de broeders, die nu aan alle kanten, te water en te lande in 't blanke harnas, tegens een gekant staan, dien vervloekten degen afleggen, en malkander omhelzende, liever enz." Sentimenteel mag Vondel dan niet wezen, en een kind van zijn tijd, tot de directe oorlogs-bewonderaars be- hoort hij toch zeker niet. En ongetwijfeld is Vondel dan ook zelf wel aan het woord, als hij in de Gijsbrecht den reeds genoem- den Poortier laat zeggen: De beste wachter is de sterke en groote God, Die nimmermeer en slaapt, en luistert naar [ons zuchten, Wij bidden staag om peis, en haten krijgs- [geruchten, En hooren met verdriet het kraaiien van [dien haan, terwijl het paus-worden van Innocentius X (15 Sept. 1644) hem dezen danktoon uit de pen brengt: Nu't eene Kristensch licht het andre bits [beschadigt, En Kristus sterft aan't kruis des oorlogs, [begenadigt Ons God met Innocent, die't Apostolisch dak, Geljjk een duif beschut met 's Hemels [vredetak; Onnoozelhead (een toespeling op den naam [Innocentius) Onnoozelheid aanvaardt de sleutels in Gods [stede, Zij sluite d'oorlogspoort, z'ontsluite 't hof [van vrede. We zouden zeggen: bewijzen reeds te over. Doch om de maat over te laten loopen, voeg ik er nog het volgende bij: (Uit de Amsteldamsche Hecuba zijn b.v. deze regels De deur is toe voor heil, maar op (open) [voor gruwelkwaan, Is d' allcrgrootste ellend' nog hopeloos te [duchten. En uit den Palamedes: Maar eer het tegendeel, en dat ik liever zag, I De zaak in vree beslecht, bij middel van [verdrag, Is waar en lovensweerd, en wde ontkent, wat [plagen, Ballone met zich sleept, met droeve [nederlagen, gevaarlijk voor 't gemeen, wiens welvaart [men met druk en angst, ziet hangen in de weegschaal [van 't geluk. Vondel is echter niet slechts een vijand van den oorlog, hij zoekt ook een uitweg. Bij een zoo groot vriend en vereercfer van Hugo de Groot verbaast ons, dat trouwens niets. Dat geweld met geweld te keeren, het kwaad verergert in stee van het te keeren, leert Vondel ons b.v. door deze regels: (uit den Palamedes): 't Is beter, dat ik lij, dan dat ik mijne zege, met burgermoord bevlek, en om hun [onverstand, Griek tegen Griek, en standaarts tegen [standaarts kant., 't Is beter dat m' een ziel verdelge van [der aarde, Als 't euvel uitwasch met den schitterenden [zwaarde. Of nog duidelijker zijn deze regels (uit de Hymen van Oranje en Brittanje): Brengt zoo puik van telgen voort, Daar u geen trompet verstoort, Noch geen donder van kartouwen, Helpt zoo vrijdioms tempel bouwen! Strengelt eilanden en zeen, Met uw armen hecht aaneen! Oorloogt in het veld van vrede, Daar het zwaard rust in de schede, Dat veel eerelijker roest, Dan 't gebouwde land verwoest! En als het gaat over de wenschelijkheid van het uitmalen van den Haarlemmermeer, in 1641 door Leeghwater voorgesteld, heet het: Uitheemsche vijanden te zitten in de veeren, Te siingeren den staart groothartig over zee. Is ijdel, als uw long, geslagen aan het teren, Inwendig vast vergaat, en gi.i, van hartewee, Zoo deerlijlc zucht en kucht, en loost bij [heele brokken. Het roteende ingewand ter keel uit, in de [golf, Wat baat het met uw klauw al 't Oost en ['t West te plokken, Nadien u bijt in 't hart deez' wreede [waterwolf. Vondel is voor arbitrage, dat blijkt zonne- klaar uit regels als deze: Men moet met wapenen dit kroongeschil [beslechten, Wie al oneffenheid met wapenen wil rechten, Vindt werk. Men wint meer velds door [tusschenspreken dan door wapens. En dat en hoe hij den vrede Iiefheeft, blijkt wel uit een vers als dit (op het over- lijden van Isabella Clara Eugenia) 1633 - O Kristelijke lamp, Zie neer in onzen damp, verzacht uw. Neerlands wee. En steek-is 't mooglijk-eens het bloedig [zwaard in schee. Opdat men hier beneen, van witten marmelsteen U wijde een vrede-altaar Waarvoor men, U ten roem mag zingen [jaar-op-jaar, O Vrede-moeder, eer van Neerland, nimmermeer, verwelk' uw vredelof! Gij stondt naar vrede in 't aardsch, en sluit [z'in 't hemelsch hof! Toch is dit nog lang niet alles. Vondel is niet in deze dingen het sterkst, hij is het allersterkst in zijn treurspelen. 't Is alsof hij zoo'n omgeving noodig heeft, en per- sonen, werkelijke of fictieve, menschen in ieder geval van vleesch en been. Ik wil eerst eenige oogenblikken Uw aandacht vragen voor de persoon van Thamar uit den „David in ballingschap". Zij verricht daar iets heel schoons. Zij, die door alles wat er gebeurd is, op het nauwst aan Ab- salon zich verbonden gevoelt, en die nu toch niet wil noch kan ontkennen, dat wat Haar broer doet, vreeselijk is, en dat dit zelfs veel erger is dan wat hij voorheen heeft gedaan, zij wil nog een uiterste poging in het werk stellen om Absalon tot andere ge- dachten te brengen. Heer vader (zegt zij) ik heb hoop den [broeder om te zetten, Hem snel 't ontmoeten, zulk een jammer [te beletten. Vergunne, dat ik met een ruiterbende trekk', Uw vaderlijk gemoed hem levendig ontdekk'. Hij zal zijn opzet, al te bloedig en verwaten, Op zusters bede, haar ter liefde, varen laten, D' aartsvader Jacob, wien 't aan omzicht [nooit ontbrak, Smoorde Ezau's bittren wrok, en schoot [dat ongemak, Voorzichtig van z(jn hals. Een vriendeljjk [bejeegnen, Vermurwt een steenen hart. De hemel zal het zeegnen. En dan gaat zij weg, nadat zij ook de goedkeuring en zegewenschen op haar pogen heeft gekregen van Joab, die haar nageeft: Bemiddelt zij 's lands rust, en is er hoop [van vrede, Men zal haar eeren van den rijksstroom [aan d'Eufraat, Zij schooner keeren dan de schoone dageraad Ons aanstraalt met den dag. En de Rei van Livieten zingt zoo over- sehoon: Princes, die hakende naar vrede, Om vader en den zoon, Op een gelijken troon, Te trekken, heentrekt uit de stede, Hoe lieflijk is uw tred! Waar gij de voeten zet, Daar wassen lelien en geuren, Een regenboog van schoone kleuren, En hartverkwikkend kruid, Men kieze al 't edelste uit, En vlechte een krans om u te kransen. Keer zoo, dat ze al rondom u dansen. Dat 's billijk. Eer en prijs is waardig, Die 't vaderlijk paleis, HersteUen wil in peis. Ai ziet hoe spoed ze zoo wil waardig, Of zij dees jammerbron Nog tijdig stoppen kon, Daar end'loos onheil uit zou vloeyen, Waanbij all© onbesneden groeyen, Als hart staat tegens hart, Geweer en vuist verwart, Verblind en heet op moord em schennis. Het burgeroorlog draagt geen kennis. Almachtdge! zie uit den hoogen; Verhoe toch Jozefs scha. Van Dan tot Berseba. Verzadig toch uw volks behoeder. De zuster stille haren broeder! Wij weten door onze kennis van het bijbel- verhaal, dat de poging door Vondel, hier ingelascht, geen giinstig gevolg heeft gehad, maar is dit inlasschen op-zich-zelf geen bewijs, dat Vondel heel veel hecht aan dit bemiddelen? En het tweecie voorbeeld is van gglijken aard, al is de omgeving een ge- heel andere. Ik bedoel het optreden van Rafael in den Lucifer. Het plan van de „Luciferisten" is reeds in groote trekken bekend in den hemel. Zij zullen den stouten sprang wagen, zooals zij het zelf uitdruk- ken. Maar de Rei, die al het misdadige en verkeerde er van inziet, doet nog een poging om te bemiddelen. Hebben zij, die thans zoo ontevreden zijn, zoo wordt er gevraagd, wel al hun beklag gedaan ter plaatse, waar dat behoort? 1 Gebnoeders, zoo wordt hun gezegd geeft [gehoor, houdt boven aan met smeeken, Bij God, door middelaar.'- men wint met [tusschenspreken, Gemakkelijker veld, dan door dien steilen weg, I Van oproer. Handelt koel, met raad en overleg. Weigeren zij al, om dezen weg te gaan, dan komt nu Rafael hun tegemoet. Beelzebub zegt (midden in het vierde j bedrijf) Maar zie, hoe Rafael, verbaasd en vol [meedoogen, Met zijn vredetak van boven komt gevlogen, Om uwen hals, op hoop van stilstand en [verdrag. Wij laten dat mooie stuk hier nu verder niet volgen. Het was er ons hier alleen maar om te doen, te laten zien, hoe ook weer en zelfs in dit stuk de dichter er be- hoefte aan heeft gevoeld: arbitrage-pogin- gen ons te teekenen. En Vondel gaat dan zelfs zoo ver, dat hij nog blijft en laat hopen op den ommekeer van- en de mogelijke vergeving van Lucifer, als de Rei der Engelen bidt: Gedoog niet, dat de schoonste ziel, Waarop uw oog genadig viel, Gedoog niet, dat d'Aartsengel sneve, Hij boete deze ondankbre daad, En blijv' gehandhaafd bij zijn staat, Dat Uw gena zijn schuld vergeve. Nog eens zeggen wij: Vondel was een kind van zijn tijd. Men kan dat misschien betreuren, en vooral zij zullen dat doen, die „makkelijke" lectuur verlangen, en die tegen de minste en geringste inspanning opzien. Maar wij zeggen daar vlak tegen-in: dat maakt voor ons deze lectuur juist wel zoo aantrekkelijk! Wie bij Vondel komt, loopt niet op de platgetreden paadjes, waar de groote massa paradeert, en flirt, en misschien meer loopt om gezien te worden dan om al moeizaam klimmend straks een overschoon uitzicht te kunnen genieten. Neen, Vondel is een kind van zijn tijd. En sentimenteel is hij ook al niet! Maar zon der nu dadelijk door te slaan naar een soms maar al te lichtvaardig gepropageerd anti-militarisme, heeft hij genoeg gevoel voor recht, om met Hugo de Groot keer-op- keer het ons te toonen, dat niet langs den weg van wapengeweld, maar langs den eerliiken en heerlijken weg der pogingen tot verzoening tenslotte Gods eer en der men schen voordeel wordt bereikt. NIEUWE STAATSLEENING VAN 350 MILLIOEN. Ingediend is een wetsontwerp tot het aangaan van een geldleening van ten hoogst 350 millioen uit te geven hetzij in eens, het- zij bij gedeelten, ten laste van het rijk. Blijkens de Memorie van Toelichting be- droeg op 13 November de vlottende schuld ten laste van het rijk een som van 776.900.000. Van dit bedrag komt 308.700.000 voor rekening van de kolo- nien, terwijl op ultimo October j.l. aan de gemeenten was voorgeschoten [93.800.000, op het provenu van door de Rijksadmini- stratie voor de gemeenten te innen belas- tingen. Na uitschakeling van deze beide posten. tezamen groot 402.500.000, blijft 374.400.000 over. Hiervan komt op reke ning van: a. kredietverleening aan Duitsch- land en Frankrijk 62.500.000; b. vorderin- gen op het buitenland, in hooidzaak op Belgie, wegens kosten van interneering e. d. 72.000.000; c. voorsctiot voor de Rijks- Kleedingsvoorziening 11.100.000. Voor zouvei ueze posren eerst na langen tijd op- eischbaar zijn, zal de financiering kunnen geschiederi door de uitgifte van schatkist- biljetten met een looptijd, welke, binnen de grenzen van den termijn der kredietverstrek- king, aan die biljetten het karakter van zeer kort papier ontneemt. Een aanvang is hier- mede gemaakt door de plaatsing van 15.000.000 aan biljetten, die op 1 Mei 1927 vervallen. Neemt men ten slotte in aanmerking, dat het winstsaldo der N. U. M. omstreeks 45.000.000 beloopt, waarvan intusschen 30.000.000 is gebezigd voor credietver- strekking aan Frankrijk, dan blijft van de uitstaande vlottende schuld 183.800.000 ter consolideering op langen termijn over. De Minister meent, dat het aanbeveling verdient, zoodra dit op aannemelijke voor- waarden mogelijk is, een belangrijk deel hiervan te consolideeren. Waar hem geble- ken is, dat het begin van het aapstaande kalenderjaar hiervoor hoogstwaarschijnlijk een gunstig moment zal zijn, vraagt hij hier voor wettelijke machtiging. Het nog te dekken bedrag is rond 177.000.000. Vermeerdert men dit bedrag met het geraamde nadeelig saldo, van den buitengewonen dienst voor 1923 pl.m. 170 millioen, dan vindt men een totaal van f 347 millioen of afgerond f 350 millioen. Het provenu van de nu te sluiten leenin- gen zai bestemd zijn ter bestrijding van uit- gaven ten laste van den buitengewonen dienst. De buitengewone uitgaven ten laste van 1924 en volgende zullen een zeer belang- rijke vermindering vertoonen. De Minister meent dan ook te mogen vertrouwen, dat met de voorgestelde consolidatie, welke ae buitengewone uitgaven van 1923 omvat, het tijdperk van de zeer groote Staatsleeningen zal kunnen worden afgesloten. BURGEMEESTER ZIMMERMAN. Burgemeester Zimmerman heeft in den aanvang der Woensdag gehouden vergade- ring van den gemeenteraad te Rotterdam een mededeeling gedaan, waaruit blijkt, dat hij de functie van commissaris-generaal van den Volkenbond te Weenen aanvaard heeft en dat hij zich berei'd verklaard heeft deze functie tot 1 April 1923 te vervullerr. Hij heeft den Minister van Binnenlandsche Zaken verzocht hem te vergunnen tot dien datum buiten de gemeente te vertoeven, terwijl hij het voornemen heeft daarna daar ter stede terug te keeren. In zijn rede verklaarde de burgemeester, dat hij onder zeer sterken aandrang en in de overtuiging, dat hij in het aanzicht van de noodzakelijkheid tot herstel van Europa niet anders handelen mocht, zich bereid ver klaard heeft, tot 1 April 1923 de functie van commissaris-generaal te vervullen. Daarna zal hij te Rotterdam terugkeeren of eerder, indien omstandigheden van dringender aard dit noodzakelijk maken. VERLAG1NG VAN HET POSTTARIEF Naar de „N. R. Crt." verneemt staat de regeering volstrekt niet afwijzend tegenover veriaging van het posttarief en worden ver- schillende verlagingen ernstig overwogen. Het briefport van 10 cents zou echter voors- hands niet verlaagd worden, daarentegen o.a. wel een verlaagd stadsport weder wor den ingevoerd. EEN FAM1L1EDRAMA TE AMSTERDAM. De Koningin heeft gratie verleend. Het is nu ruim een jaar geleden, zegt de Chr. Amst., dat op een Zondagavond in de Oosterparkstraac te Amsterdam, de droevige gesemedenis plaats had, waarbij een vader zoodanig door zijn dochter met een mes werd gestoken, dat de dood spoe- dig volgde. De dochter is toen door de rechtbank veroordeeld en onderging haar straf in de Rotterdamsehe gevangenis. Tjjdeus het jongste koninkipk bezoek aan de hoofd*tad, begin November, heeft de Koningin in aumentie ontvangen den echt- genoot van deze vrouw Ter audientie kreeg de man van de Konirgin vergunriitig om haar een omstaodig verhaal te doen hoe de zaak zich had toegedragen, waarna hij aan de Koningin overhaDdigde een ver- zoek om gratie voor zjjn licbamelijk on- gelukkige vrouw. Wie zal de blijdschap van dezen man en zjjn familie scb-tsen, toen eenige dagen aeleden het bericht kwam, dat de Koiin- gin aan de vrouw gratie heeft verleend en zij dus de g' vangenis mag verlaten. Haar man heeft haar daar afgehaald. HET VERKOOPEN VAN EERETITELS. De commissie voor de eeretitels in Enge- land heeft haar onderzoek ten einde ge- bracht. De bladen voorspellen, dat het rapport zal voorstellen een commissie uit den Privy Council te vornien, waarvan de leden benoemd moeten worden ongeacht tot welke partij zij behooren en welke de door den premier opgestelde lijst moet onderzoe- ken, alvorens deze naar den koning gezon- den wordt. Een zoodanig onderzoek moet de kwaliteit en diensten vaststellen, waar voor de eeretitel aanbevolen wordt en twij- felachtige gevallen schrappen. Het wordt mogelijk geacht, dat de commissie zal aan- bevelen, in de toekomst de verstrekking x;vr. geld met het kennelijk doel een eeretitel te verkrijgen, als een strafbaar feit te be- schouwen. HET DURE REIZEN. Voor een ieder, die geen O. W.'er is wordt het leven in Duitschland langzamer- hand onhoudbaar. Terwijl levensmiddelen als melk en boter, eieren, margarine en vleesch voor den middenstander en arbeider niet meer te betalen zijn, de huisbrand, in dien al verkrijgbaar, schandelijk duur is. worden nu ook de spoorwegtarieven tot een hoogte opgevoerd, welke het reizen na 1 Januari voor elke normale beurs vrijwel on- mogelijk maakt. Zoo zal een reis, van Ber- lijn naar Dresden derde klasse 1380 M. kos ten (nil 334 M.), van Berlijn naar Hamburg in plaats van 482 M. 2040 M„ naar Maag- denburg 1052 M. (nu 252 M.), naar Munchen 4224 M., naar Frankfurt 3534 M. TER NEUZEN. 15 DEC. 1922. CHR. WINTERLEZ1NG. Woensdagavond had in de Ned. Herv. kerk alhier de eerste winterlezing in dit sei- zoen plaats. Een zeer groote schare (geen plaa^sje was onbezet) was weder opgeko- men om te luisteren naar Ds. J. J. Knap, van Groningen, die voor velen uit geschriiten geen onbekende meer was. Na gebed en een woord van welkon door den voorzitter van het comite, den heer H. J. van den Ouden, begon Ds. Knap met zijne rede, getiteld: „De Majesteit van he* ge- weten" en verdeelde dit in 5 onderdeelen, n.l. de aard, de werking, de verkrachting, de wraak en de beteekenis van het geweten. In zijne rede, die echter tot veler teleur- stelling zeer moeilijk verstaanbaar was, schetste hij naar aanleiding van Mark. 6 het wereldsche goddelooze leven van een Herodes Antipas, hoe deze bij al zijne genie- tingen en brasserijen toch ook werd gekweld door zijn geweten. Hij wees er op, dat wi: in tegenstelling met dezen Herodes, steeds en direct hebben te luistarcn naar de stem van het geweten, dat den mensch steeds weer plaatst voor de Wet Gods. In tegenstelling met velen toonde hij aan. dat het zondigen nu niet steeds zoo gemak- kelijk gaat, aangezien God den mensch vele struikelblokken op zijnen weg naar de zonde doet ontmoeten. Menig misdadiger gaf zich volgens spre- ker, aan de justitie over om te ontkomen aan de klopjacht van zijn geweten. Hij waarschuwde de stem van het ge weten niet tot zwijgen te brengen, maar zich te werpen aan de voeten van het Kruis. Ook zij, die met Gods geboden reeds lang ge- broken hebben, geven beteekenis aan de stem van het geweten, Waar spreker met Luther gaarne zegt, dat het niet geraden is iets tegen het geweten in te doen, daar durft hij het toch niet wagen het geweten aan te duiden als het ware kompas op weg naar den goeden weg, want met voorbeelden toonde hij aan, dat per- sonen van eenzelfde riehting over verschil- lende gewetenszaken een van elkaar afwii- kende nieening hebben, ja, dat zelfs bij een zelfde mensch het geweten soms verschil- lend spreekt, het eene oogenblik nauw, zeer nauw zelfs, het andere oogenblik wijd. Men moet daarom het geweten oefenen, opvoeden voLgens Gods Woord. De geschiedenis van Herodes toont ons de majesteit, doch tevens ook de ongenoeg- zaamheid van de stem van het geweten. We hebben een meer betrouwbaar kompas noo dig, want hoog staat de majesteit van het geweten, maar hooger, oneindig veel hoo- ger, staat de Majesteit van het Woord van God, Gods Wet. Nadat de voorzitter de aanwezigen dank had gebracht voor de opkomst en het co mite voor Chr. Winterlezingen in aller steun had aanbevolen, werd de bijeenkomst met dankgebed gesloten. Nog werd medePedeeld, dat de volgende lezing zal plaats hebben op Woensdag 17 Januari a.s. in de Geref. Kerk. waar als soreker hoopt op te treden Ds. Schiller van Delft, met het onderwerp: ,,De wonderen van den anti-Christ." „HULP IN NOOD". Uit het verslag van den penningmeest. r van het Uitkeeringsfonds bij ziekte ,Hulp in Nood" alhier, uitgebracht in de laatste vergadering, bleek, dat gedurende de maan den SeptemberNovember is ontvangen: contribute 670,94, buitengewone inkom- sten 23,50, totaal j 703,44 en dat is uit- geoeven voor ondersteuning aan zieke leden f 301,34, bodeloon 78, buitengewone uit gaven [41,56, totaal [420,90, zoodat deze maanden een batig slot opleverden van 282,54, zoodat het totaal bezit van dit fonds is gestegen tot 2327,97. Voor de afdeeling „Steunkas" werd aan contributie ontvangen 74,66, terwijl werd uitgegeven aan ondersteuning van zieken 52, aldus een batig slot van 22,66. Het bezit dezer afdeeling stijgt daardoor tot 886,05. BESMETTELIJKE ZIEKTEN. Het aantal gevallen van besmettelijke ziekten over de week van 3 tot en met 9 Dec. in de Prov. Zeeland bedroeg: Roodvonk: Miadelburg 2, Vlissingen 1. Diptheritis: St. Philipsland 1, Seroos- kerke (W.) 1, Vlissingen 1 ZAAMSLAG. In den avond van 12 December om on- geveer 914 uur, werden de bewoners op de hofstede bewoond door den landbouwer J. d. M„ door het aanslaan van den hond op- merkzaam gemaakt, dat er zich op de hof-

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1