ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7389. Woensdag 13 December 1922. 70e Jaargang. Een Handbrandspuit, EET NQQELQTTIG &SHIIM. B U I T E N lXnIl H.H. Brievengaarders enz., BINNENLAND. FEUILLETOK. worden verzocht de ab. gelden van het 4e kw. der Ter Neuzensche Courant in te zenden voop 1 Jan. a.s. Zij die nog moeten afrekenen over het 3e kw. worden dringend verzocht dit tegelijk met het 4e kw. te verrekenen voor ge- noemden datum. Bij niet inzending zal rechtstreeks bij de abonnS's worden be- schikt. Firms P. J. VAN DE SANDE, Uitgeefster. Postgiro 38200. Burgemeester en Wet- j houders van HOEK bieden bij inschrijving te koop aan met GO M. slang. lnschrijvingen kunnen tot en met 20 dezer ter gemeente-secretarie worden bezorgd. De gemeente-opzichter geeft verdere inlichtingen. Hoek, 11 December 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, A. WOLFERT, Burgemeester. J. M. DREGMANS, Secretaris. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De motie-Ter Hall, vragende om maat- regelen in het belang van de oud-gepen- sionneerden van de marine, wordt verwor- pen met 46 tegen 34 stemmen. Art. 1 der marinebegrooting (salaris van den Minister) wordt aangenomen met 51 tegen 30 stemmen. De marinebegrooting wordt aangenomen met 60 tegen 21 stemmen. Aan de orde is de wijziging van de lager onderwijswet 1920. De heer Ketelaar (v.-d.) keurt het a;, dat over de nadere wijziging van het ontwerp alleen onderwijsspecialiteiten van de rech- terzijde zijn geraadpleegd. Het ontwerp zal z.i. het peil van het onderwijs doen dalen. Daarom zullen tot de totstandkoming niet kunnen medewerken de leden, die tot onder- wijsbevrediging, waardoor het peil van het onderwijs zou stijgen, medewerkten. De veranderingen, nader in het ontwerp aange- bracht, zijn meer schijn dan wezen. Zonder ingrijpende wijzigingen zal de fractie van spreker haar stem aan het ontwerp niet kun nen geven. Mej. Westerman (Vrijheidsb.) staat eenigszins anders tegenover dit ontwerp, dan de vorige spreker, die heeft meegewerkt tot de totstandkoming van de wet. Spreek- ster is van oordeel, dat ook moet bezuinigd worden op het lager onderwijs, al betreurt zij het, dat dit onderwijs met een oneven- redig groot deel van de bezuiniging wordt belast. Zij vraagt zich at, of de van dit inge- diende ontwerp te verwachten voordeelen kunnen opwegen tegen de nadeelen, die het zal brengen, en dan komt zij tot de slotsom, dat de wijzigingen kunnen worden aan- vaard, mits eenige veranderingen daarin nog worden aangebrr.cht. Met uitbreiding Van het aantal kinderen per klasse kan spreekster meegaan, als deze maar niet te ver wordt doorgevoerd. Zij is tegenstand- ster van de financieele gelijkstelling. De Vrijheidsbond behoudt zich de eindbeslis- sing nog voor. BEZUINIGING BIJ DE RADEN VAN ARBEID. De Ambtenaar maakt melding van er.i aanschrijving van den Minister van Arbt d aan de Raden van Arbeid, waarin de Min - Op een rnorgen ontwaakte Lenore uit een loodzwaren slaap met verwarden gedach- tengang. Zij gevoelde zich loom en meer vermoeid dan den vorigen avond. Een vage reuk van chloroform hing in het vertrek, doch de jonge vrouw bemerkte het aanvankelijk niet. Als naar gewoonte richtte zij zich naar het wiegje van Diana, dat naast haar bed stond en riep het kind met allerlei zoete naampjes aan, waarop dan de kleine met blij gekraai en uitsteken der mollige handjes boven 't wiegedek antwoordde. Niets verbrak nu echter de stilte van het slaapvertrek. O, wat slaapt dat kleine ding! zeide de moeder op halfluiden toon. Meteen strekte zij de hand uit, om Diana zachtjes over het gezichtje te strijken. Tevergeefs echter tastte zij over't hoofd- kussentje en de dekentjes. Lenore richtte zich ontsteld op, de ver- bazing had het gevoel van loomheid ver- jaagd voor het oogenblik. Wat, zeide ze, zou die kleine uit zich zelf uit haar wiegje gekropen zijn? Hoe is het dan mogelijk, dat ik er niets van zou hebben bemerkt, ik, die wakker wordt bij het getjilp van een vogel. Die goede Manon heeft mij zeker willen verrassen, en de ter den wensch te kennen geert, dat van 1 Jan. at de reglementen van de Raden zoo- danig gewijzigd worden, dat het reeht op vacantietoeslagen komt te vervallen, dat de ambtenaren naar dezelfde regelen zullen hebben bij te dragen voor eigen pensioen en dat voor hun weduwen en weezen, als de rijksambtenaren, en dat de wachtgeldrege- ling voor de rijksambtenaren wordt overge- nomen. Voor zooverre aan dien wensch niet voldaan zou worden, zal de Minister de be- trokken regelingen aan de Koningin ter ver- nietiging voordragen. De Minister geeft te kennen, dat de thans bestaande afwijkende regelingen niet te verdedigen zijn met het betoog, dat de Raden van Arbeid autonome lichamen zijn. Zoodanige theoretische over- wegingen behooren z.i. te wijken voor het algemeen belang. DE AFKOND1GING DER GRONDWETS- HERZIENINGSWETTEN. Naar het Corr. Bur. verneemt zullen thans in het Staatsblad de wetten betreffende de Grondwetsherziening worden afgekondigd. Tevens zal in de Staatscourant een publi- catie verschijnen, waarbij wordt bepaald, dat in plechtige openbare zittingen van den Hoogen Raad der Nederlanden, van elk der Gerechtshoven en Arrondissements Recht- banken op Dinsdag 2 Januari 1923 des mid- dags 12 uur door de griffiers dier colleges voorlezing zal worden gedaan van de wet- ten. Op denzelfden dag en het zelfde uur zal bovenbedoelde publicatie worden afge- lezen in iedere gemeente van de pui of voor de deur der gemeentehuizen. HET ZEVENDE LEERJAAR. Er kan spoedig worden verwacht een wetsontwerp, waarbij de leerverplichting voor het zevende leerjaar wordt opgeschort tot 1 Januari 1925, en waarbij de leerplicht- wet in overeenstemming wordt gebracht met de lager onderwijswet. HET POKKENGEVAAR. Het Ned. T. v. Gen. schrijft: Een over- zicht van „The B-rit. med. Journ." leert ons. dat in een slecht ingeent land de pokken een niet te versmaden gevaar en ook eenige onkosten opleveren, die men in onzen tijd noch liever wil vermijden. Van 1881 tot 1921 dan is er geen jaar geweest zonder sterfgevallen aan pokken in Engeland en Wales; in 7 jaar waren er meer dan 1000. in 4 jaar meer dan 2000, in 1 daarvan meer dan 3000 sterfgevallen. Londen alleen had een jaar van 1236, een van 1314, een van 1317 en een van 2367 sterfgevallen. Het aantal verpleegden in de pokkenbarakken was daarmede evenredig; het bedroeg vier keer meer dan 6000, daarvan een keer 8551. Dit stond evenwel niet gelijk met het ge- heele aantal lijders, want van de laatste 11 jaar is dit opgegeven, en bedroeg het 7 tot 336, terwijl het aantal verpleegden in de ziekenhuizen in dezelfde jaren 0 tot 70 be droeg, en het aantal sterfgevallen 2 tot 29. Merlcwaardig is de geringe sterfte in de oorlogsjaren. Zij kan worden toegeschreven aan de gedwongen inenting der millioenen soldaten. PRESENTIEGELD EN BELASTING- SCHULD. Naar het „Dev. Dagbl. verneemt, is te Deventer een hoogst merkwaardig geval voorgekomen. Wegens achterstand bij het betalen van gemeentelijke belasting door een raadslid, wenscht de gemeente gebruik te maken van haar recht van compensate tegenover den betrokkene, wien presentie- geld moest worden uitbetaald wegens het bijwonen van raadszittingen. Het geld wordt dan ook niet uitgekeerd. Een medewerker van het „D. D." vroeg het bewuste raadslid ter zake om inlichtin gen en vernam van hem, dat in deze zaak ongetwijfeld het laatste woord nog niet gesproken is. „Het geval in quaestie zou er toe kunnen leiden, dat een raadslid door het niet uitkeeren van presentiegeld zou worden verhinderd in het uitoefenen der functies, die hem volgens de wet zijn opgedragen." kleine al gekleed. Maar haar badje? Men heeft dan verzuimd Diana haar bad te geven Op dit oogenblik werd de kamerdeur half geopend en verscheen het gerimpelde gelaat van Manon in de deuropening. Mevrouw heeft nu eens echt goed ge- slapen zeide de oude getrouwe. En de kleine zeker ook? Gelukkig, dat ze u niet wakker gekraaid heeft, mevrouw. Wat hebt ge nu uitgehaald, beste Manon? Kom, haal de kleine maar gauw; ik ben er verlangend naar haar te omhel- zen. De glimlach bestierf op de lippen van Manon. De verbazing deed haar groote oogen opzetten, terwijl ze ten antwoord gaf: Maar mevrouw, wat zegt ge nu? Dia na is toch hier? Lenore werd nu een weinig verstoord en zeide: Kom, Manon, geen ongepaste aardig- heid. Ge denkt misschien aardig te zijn, maar in waarheid maak ik mij ongerust. Waar is de kleine? Groote hemell! Mevrouw wil toch niet zeggenMaar zijn wij dan krank- zinnig geworden? Maar mevrouw! Zoo stamelend was Manon naar het wieg je toegeloopen en woelde haastig in het dek, daarna in het groote bed zoekend. - Mijn kind! Waar is mijn kind? riep Lenore ontsteld uit. Zich aan een laatste hoop vastklemmend zeide zij tot Manon: Gauw! Gauw! loop naar Fanny! Ik MASSA-QNTSLAG AAN ARBEIDERS. Vanwege de Landelijke Bond van Con- fectie-Fabrikanten te Rotterdam wordt ge- meld: Als resultaat van de enquete, ingesteld door den Landelijken Bond van Confcctie- fabrikanten, blijkt, dat de werkloosheid in de meeste confectiefabrieken, die dames- artikelen fabriceeren, van dien aard is, dat zeer spoedig op 'n groot aantal fabrieken ontslag op groote schaal zal moeten wor- gen. Duizenden werknemers, zijn hierbij betrokken. De fabrieken, die deze maatre- gelep moeten treffen ^ijn gevestigd in Am sterdam, Rotterdam, Den Haag, Enschede, Den Helder en meerdere provincieplaatsen. Het onbelemmerd binnenkomen, ook nu al voor het a.s. seizoen van valutagoederen geeft den fabrikanten weinig hoop op duur- zame verbetering. HET LEERLINGAANTAL VOOR EEN N1EUWE BIJZ. SCHOOL. In de jongste wijziging van het voorstel tot herzier.ing der L. O.-wet is een bepaling opgenomen, volgens welke, voor het mini mum aantal leerlingen, dat noodig is voor het oprichten eener nieuwe bijzondere school, geen kinderen mogen worden mee- geteld, die reeds een school ter plaatse be- zoeken. Deze bepaling heeft groote ontstel- tenis gewekt onder de voorstanders van het bijzonder onderwijs, aangezien zij daaruit lazen, dat dus feitelijk geen kinderen van !n openbare naar een nieuwe bijzondere school mochten worden overgebracht. Nu heeft echter de heer Van Wijnbergen in „De Tijd opgemerkt, dat dit alleen kan slaan op het overbrengen van kinderen eener reeds bestaande bijzondere school naar een nieuwe. Want de bepaling staat onder het hoofd „Van het bijzonder L. 0." Bij informatie is deze uitlegging juist ge- bleken: het gaat alleen tegen de versnippe- ring van het bijzonder onderwijs en het woord „bijzonder", dat uitgevailen was, zal dan ook nog worden ingevoegd. OPHEFFING KAMER VAN ARBEID. Het Stsbld. no. 626 bevat de wet van 24 November, tot opheffing van het instituut der Kamers van Arbeid. Daarbij is bepaald: Artikel I. 1. De wet op de Kamers van Arbeid (wet van 2 Mei 1897, Stbl. no. 141, tot oprichting van Kamers van Arbeid, laatstelijk gewijzigd bii de wet van 26 Juli 1918, Stbl. no. 499> en de wet van 7 De cember 1918 (Stbl. no. 788), houdende na dere bijzondere maatregelen ten opzichte van de Kamers van Arbeid met het oog op de tegenwoordige buitengewone omstandig- heden, worden met ingang van een door Ons te bepalen dag ingetrokken. 2. Voor zoover in verband met de daar mede gepaard gaande opheffing der Kamers van Arbeid regelingen moeten worden ge- troffen, geschiedt zulks door Ons. Artikel II. Artikel 125e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt op het in artikel I bedoelde tijdstip ingetrokken. BEZUINIGING. De heer G. Gruna (R. K.) lid van den ge- meenteraad van Utrecht, heeft het volgend voorstel bij den raad ingediend: De raad, van oordeel, dat zijne leden in dezen tijd een voorbeeld behooren te geven van zuinigheid; dat bekorting der bespre- kingen in de raadszitting geen schade be- hoeft te doen aan zakelijke behandeling der gemeentebelangen; dat inzonderheid de be- grootingsdebatten na de gewone uitvoerige schriftelijke voorbereiding niet zooveel tijd behoeven te kosten als de laatste jaren het geval was, verzoekt B. en W. een zoodanige regeling voor te bereiden, dat in de eerste drie kalenderkwartalen elk voor ten hoogste 12 zittingen en in het laatste kwartaal des aars van ten hoogste 18 zittingen presen tiegeld wordt uitbetaald; en besluit den post op de begrooting voor 1923, thans ge- raamd op J 12.000, te verminderen tot 10.530". Dit voorstel is mede onderteekend door den heer Swane (N. K. P.) denk, dat zij de kleine opgenomen heeft, misschien vreezende dat ze mijn slaap zou storen. Ze zal er mee in de huiskamer zijn. Fanny zou zich een dergelijke vrijheid toestaan? Neen, mevrouw, dat doet Fanny niet. Bovendien ben ik al een paar uur in de kamer hiernaast geweest en niemand kan in uw slaapkamer geweest zijn zonder dat ik ze gezien zou hebben. Maar dan is mijn kind gestolen! gilae plotseling de arme moeder als in waanzin, Diana! Waar is Diana? Manon, roep dan toch Fanny! Ik zal het doen, mevrouw, antwoordde de oude hoofdschuddend, met tranen in de oogen. Maar eerst moet ik even licht en lucht maken, want er hangt hier een damp om te stikken! Zij opende de blinden en een stroom van licht en frissche lucht kwam het vertrek binnen. Toen ging Manon naar de deur, doch een snik deed haar terugkeeren. O!... m'n kind!... Ik wil... sterven! Maar mevrouw, lieve mevrouw, zeg toch niet zulke woorden. Waarom toch? Ik zal Fanny halen en die zal wel Niet noodig, antwoordde Lenore op somberen toon. Men heeft mijn dochter gestolen, mijn kind, het eenige, wat ik nog op de wereld bezat. Zij is verloren voor mij, evenals haar vader. Mijn eenige toe- vlucht is de dood! Maar, mevrouw, wat wilt ge, wat be- doelt ge? vroeg Manon verschrikt. Zie! gaf de jonge vrouw op ijskouden toon ten bescheid. Daar is de oplossing van BEZUINIGING? Nu op de Departementen bezuiniging troef is, is besloten den toren van het nieu we postkantoor te Haarlem voOrloopig niet af te maken. Even boven den gfevel is den toren nu met een tijdelijk dak afgedekt. Dit zou een bezuiniging geven van een ton. Maar thans blijkt, zegt het H. Db!., dat de materialen voor den torenbouw al ge- kocht zijn. De steenmassa's er zijn klom- pen graniet van een kubieken meter bij! - zijn nu opgestapeld in den tuin van het ge- boiiw. Het was zelfs noodig er een berg- plaats voor tet maken. WAAR HET GELD BL1JFT. Het Tijdschrift der Ned. Mij. van Nijver- heid en Handel geeft geregeld voorbeelden, waaruit blijkt, dat de regeering het in de kunst van bezuinigen nog niet zoo ver ge bracht heeft als men wel zou wenschen. Hieronder volgen er eenige: Een overbodig Hospitaal. In het Militair Hospitaal te Haarlem worden thans bijna nooit meer manschap- pen verpleegd, de vrouwen en kinderen van de gehuwde militairen worden nog thuis be- handeld, wanneer dit noodig is. Het Haarl. Dagblad informeerde, of het Hospitaal nu niet opgeheven zou worden, maar daarom- trenr kon men hier niets mededeelen en ook in Den Haag schijnt in dezen nog geen be sluit genomen te zijn. Het Militair Hospitaal staat onder lei- ding van een chef-geneesheer; het personeel bestaat uit vier gegradueerden en een hos- pitaalsoldaat, die de groote hoeveelheid ver- plegingsmateriaal welke op de zolders is opgeslagen, onderhouden. De auto van den Overste. De Overste van eene in een der provin- ciesteden gevestigde brigade der Konink- lijke Alarechaussee woont op een afstand van 3/4 uur gaans van zijn bureau. Om mijnheer naar het kantoor en weder thuis te brengen, is hem een Rijksauto ter be- schikking gesteld, waarvan Z. Ed. evenwel zelden gebruik maakt, daar hij meestentijds met de fiets naar het bureau gaat. Zijne familie en kennissen profiteeren evenwel zooveel te meer van dit gratis ter beschikking gestelde Rijksvervoermiddel en niet zelden wordt de werkster, die den af stand van haar woonhuis naar het huis van haren werkgever wat al te lang schijnt te vinden, met de auto gehaald en weder terug gebracht. Wordt de verbruikte benzine, de slijtage aan wagen en banden door genoemde Over ste vergoed? Deze auto wordt bestuurd door een mare- chaussee, iemand die allicht een /2000, salaris per jaar heeft, en na gedane auto- tochtjes, wellicht niets anders te doen heeft als den wagen te reinigen, en verdere huise- lijke bezigheden voor zijn Overste te ver- richten. DE TOESTAND. Bonar Law heeft de eerste twee dagen van de beraadslaging van de geallieerde eerste-Ministers te Londen een harden dob- ber gehad, en dat de zaken Zondag op een hachelijk punt waren gekomen toont reeds de spoedbijeenkomst van het Britsche kabi- net in den voor den week-endenden En- gelschman dubbel nuchteren Maandag- ochtend. Ondanks veel geheimzinnigheid, schrijft de N. R. Crt., is het duidelijk waar het om gaat. Poincare, wachtensmoede, meent tegenover de openbare meening van zijn land geen genoegen te kunnen nemen met een moratorium, gekoppeld aan Duit- sche beloften zonder meer. Over de nood- zakelijkheid van een moratorium voor Duitschland kan geen verschil bestaan en bestaat geen verschil, sedert de mark nog slechts een bespottelijke koopkracht heeti in verhouding tot de buitenlandsche betaal- middelen van goed gehalte, waarin de scha- het raadsel. Geen hoop meer! Aan het wiegekleed was een stuk papier gespeld, waarop de dreigende woorden: „Neem u in acht! De minste onbeschei- denheid uwerzijds beteekent het doodvon- nis voor het kind. Haar lot is in uw han- i den!" Manon zette wel tienmaal haar bril op en af, omdat de tranen de glazen verduis- terden. Eindelijk zeide ze fluisterend, on- derbroken door snikken: Ik... ik kan niet lezen. Als mevrouw zoo... zoo goed... Lenore begreep de groote smart van de goede Manon, ondanks haar eigen groot leed en las de vreeselijke woorden voor, die haar hart al als vaneen hadden gereten. Manon deed de grootste moeite om den zin der woorden te begrijpen. Gerechte hemel! Moet dat beteekenen, dat die bandieten onze lieve engel hebben geroofd? j De oude wrong wanhopig haar handen. Ja, Manon, ze hebben het kind ge roofd en ze zullen het dooden bij het eer ste woord dat gezegd zal worden om de onschuld van den vader te bewijzen. Op dat oogenblik riep een heldere jon- gensstem in de nabijheid van het venster: Mooie bloemen! Wie koopt er mooie bloemen? Neen maar, nu houdt alles op, riep Manon, wier aandacht met die van Lenore tot het geroep getrokken was. Nu komt die bengel al brutaal het park binnen. Geen wonder, dat we bandieten binnen krijgen, als apen van jongens al zoo maar ongezien devergoeding betaald moet worden. *P .in- care wil dan ook zelf een moratorium van twee jaar toestaan voor het gezondmaken van de Duitsche financien door middd van een erediet van 500 millioen goudmark, te verdubbelen door toevoeging van een gelijk bedrag uit de kas van de Rijksbank. Waar het verder om gaat, is om de kwestie van de waarborgen. Om eindelijk iets tastbpars mee naar huis te kunnen brengen, verlangt Poincare als waarborg een mainmise op net Roer-gebied en de Duitsche douane. De mainmise is het stelsel, dat de Fransche regeering thans in de plaats stelt van net denkbeeld van de „productieve pande-" In sommige berichten wordt het plan vo< r- gesteld als een bezetting van het Roerge- bied, in andere als een toezicht, in weer andere als het trekken van een douane- cordon om het Roer-gebied heen, maar tu'ie dan ook een dwangmaatregel wordt stellig beoogd. Bonar Law's bedenking daartegen was, dat volgens de openbare meening in Engeland alle dwangmaatregelen improduc- tief zijn. Als tweede dwangmaatregel wordt genoemd een mainmise op de Duitsche douanekantoren tot heffing van een recht van 25 pCt. van de waarde van de uit voerde goederen. Over de bijzonderheden zullen wij nog wel uitvoeriger ingelicht worden, maar te genover Poincare's standvastigheid is nar Law's krampachtige streven erop ge- richt een compromis te vinden, dat het Fran- sche voorstel in zijn wezen zou inwilligen, maar er nog wat van de scherpste kanten afvijlt. Als tusschenweg word reeds aangegeven een door Law voorgestelde schikking, waar bij het mogelijk wordt aan den dwang maatregel ten opzichte van het Roer-gebied na een bepaalden termijn een einde te ma ken, indien Duitschland blijk geeft zijn ver- minderde verplichtingen trouw na te komen. Law wilde blijkbaar niet den derden weg inslaan van een volledige breuk met Frank- rijk. Het eenige wat daarvan te voorzien zou zijn, ware een ramp voor Europa en de wereld in het algemeen. Om echter met een dwangmaatregel in den een of anderen vorm mee te kunnen gaan, heeft hij be- hoefte aan de machtiging van het Britsche kabinet in zijn geheel. Over het Duitsche voorstel, dat Zondag aan de conference is voorgelegd, behoeven wij niet veel meer te zeggen, aangezien het „eenparig" verworpen is. Niet zoo eenparig, of men heeft van Engel- sche zijde erkend, dat het jongste Duitsche voorstel een vooruitgang was bij vroeger, welken vooruitgang Poincare op zijn beurt erkent door hem te verklaren uit vrees voor den aangekondigden dwang. De voornaam- ste vooruitgang was wel, dat Duitschland bereid was, niet slechts de heele opbrengst van een buitenlandsche en de halve van een binnenlandsche leening voor de schadever- goeding te bestemmen, maar ook 3 milliard goudmark schatkistwissels aan de commis- sie van herstel over te dragen, gedekt door Duitsche douane-ontvangsten. Frankrijk wil echter tastbaarder waarborgen. De schulden tusschen de geallieerden spelen natuurlijk ook een belangrijke rol. Poincare wil het bedrag van de Duitsche schadevergoeding, in 1921 vastgesteld op het fantastische bedrag van 132 milliard goudmark, niet verminderen, als aan Frank rijk niet een gelijk bedrag van zijn schuld aan Engeland kwijt wordt gescholden. Op Bonar Law's bdenking, dat hij zoo iets niet op eigen houtje buiten het parie- ment om kan doen, antwoordt Poincare: Goed, dan zullen wij tot den laatsten cen time betalen, maar ook Duitschland tot den laatsten penning. Toen kwam Law met het aanbod, dat Engeland genoegen zou nemen met de bekende Duitsche C-obligaties (het gedeelte van de 132 milliard, dat algemeen als oninbaar beschouwd wordt) maar Poin care heeft dit nog niet willen aannemen. Middelerwijl hamert Mussolini telkens op hetzelfde aambeeld van kvvijtschelding van de geallieerde schulden. Hoe dit debat zal eindigen, is wel te voorspellen. Het zal binnen kunnen komen! Wacht maar rak- ker, ik zal u! De oude wilde naar buiten Snellen om den kleinen koopman de ooren eens te wasschen voor zijn brutaliteit, toen Lenore haar tegenhield. Een kleine straal van hoop vervulde de jonge vrouw. Eenmaal al was de kleine bloemenkoopman de boodsehapper geweest van een geheimzinnigen vriend, die den raad had gegeven den markies De Villandry te wantrouwen. Wie weet of er in het bouquetje, dat de jongen te koop aanbood, niet weer een boodschap was verborgen. Deze gedachten doorkruisten in een paar seconden de gedachten van Lenore. Daar om duwde ze Manon zacht terug en na- derde een der vensters. De Parijsche straatjongen stond er vlak bij maar, door de hoogte van de slaapkamer was er geen denken aan, dat hij iets kon overreiken. Een veelbeteekenende blik be- duidde Lenore echter achteruit te treden en een oogenblik later vloog een steen over het kozijn in de kamer. Met kloppend hart nam de jonge moeder het voorwerp op, waaromheen een papier was gewikkeld. Niet zonder moeite gelukte het Lenore het gekrabbel, dat er inderhaast op geschre- ven was, te ontcijferen. Maar eindelijk slaagde zij er in te lezen: Houd moed, indien ge tijding wilt heb ben kom dan vandaag bij Jeanne Blanchard! Een vriend! (Wordt vervolgd). UZENSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1