SPORT.
QVERHEERLIJK: A. J. P's Karstpadding
Met den aanleg van de stoomtram-
lijnen over Gfoede, Nieuwvjiet, Cadzand,
Retranchemeot naar Sin is en zijlijnen zal in
het a.s. voor'jaaf door d$. directie van de
st' ii >mtrarn-tiaa}sc,happij BreskensMalde-
ghem cert aafivang worden gemaakt.
VO£TB,AL.
Gisteren vverd alhier een cumpetitie-
wedstrijd voor de Z. V. B. gespeeld tusschen
„De Grensstrijders" van Kapellebrug en
„T. S. C. i" van Ter Neuzen. Het terrein
was zeer glibberig. Deze wedstrijd werd
door ,T. S. C." gewonnen met 7—0.
Loop der bevolking van Ter Neuzen.
In de afgeloopen week hebben zieh in
deze gemeente gevestigd:
B. Peenstra, boirWuundig opzichter.
Westkolkstraat 8/10, van Axel.
P. Th. A. Wijffels, brievenbesteller,
Lange Kerkstraat 37. van Sclioondijke.
F. Seegers, landbouwersknecht, Q 119,
van Assenede.
A. Bakker, dienstbode, P 67, van Hoek.
S. de Groote, dienstbode; Heerengracht
2, van Axel.
M. de-Roo, dienstbode, Q 194, van
Bouchaute.
A. Sinke, bakkerskneCht, O 88, van
's Heer-Arendskerke.
J. J. van Damme, rietwerker, Dekker-
straat 45, van Rotterdam.
Vertrokken:
A. de Vijlder, dienstbode, Nieuwstraat 96.
naar Hontenisse.
P. Huijssen, soldaat mil. pol., Dekker-
straat 4, naar LOeneh.
G. Ligtha'rt, opzichter, Van Steenbergen-
laan 27, naar Axel.
W. Estor, leeraar R. H. B. S., Van Steen-
bergenlaan 11, naar Hengelo.
A. Pauhisse. dienstbode, Dekkerstraat
30, naar Hengelo.
J. C. de Mul, zonder, Kerksteeg 3, naar
Bergen op Zoom.
A. van Damme, zonder, Noordstraat 32,
naar Amsterdam.
W. Buschon, pleegzuster, Heerengracht
11/12, naar Berlijn.
KANTONGERECHT TE TER NEUZEN.
RECHTZAKEN.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Zitting van 8 December 1922.
Heden werden behandeld de volgende
zaken;
A. L. L„ oiid 27 j., en B. J. L., oud 25 j.,
te Biervliet te samen en in vereeniging A.
dat zij in den nacht van 24 op 25 Juli 1922
te Bievliet te* samen en in vereeniging A.
A., hebben mishandeld door hem te slaan
en te verwonden.
Eisch ieder 3 maanden gevangenisstrai.
G. M., oud 26 j., schipper te Hoofdplaat,
werd ten laste gelegd, dat hij op 4 Novem
ber 1922 te Ter Neuzen W. P. D. heeft
mishandeld, door hem een slag in zijn ge-
zicht te gevep.
Eisch 20 boete of 20 dagen hechtenis.
W. A. du B., oud 21 j., voerman te Bres
kens, werd beklaagd, dat hij. op 29 October
j.l. te Breskens D. B. en F. de K. slagen op
hun hoofd heeft gegeven.
Eisch 15 boete of 15 dagen hechtenis.
A. A. G., oud 45 j., veedrijver te Ter
Neuzen, werd beklaagd, dat hij op 2 Nov.
te Ter Neuzen een paard met een stok op
zijn hooid heeft geslagen.
Eisch f 15 boete of 15 dagen hechtenis.
C. v. D., oud 40 j., huisvrouw van F. B.
F. S. te Ter Neuzen, dat zij op 12 Aug. j.l.
te Ter Neuzen W. V., in haar gezicht heeft
geslagen.
Eisch 10 boete of 10 dagen hechtenis.
W. B.; oud 23 j., fabrieksarbeider te Ter
Neuzen (Sluiskil), werd belaagd, dat hij
op 4 Nov. 1922 te Sluiskil V. G. heeft mis
handeld door hem opzettelijk met een hard
voorwerp eenige slagen in zijn gezicht te
geven.
Eisch f 20 boete of 20 dagen hechtenis.
T. d. W„ oud 42 j., werkman te Nieuw-
Namen, werd beklaagd, dat hij op 23 Oct.
j.l. te Nieuw-Namen J. G. met een hard
voorwerp op zijn schouder en rechterhand
heeft toegebracht.
Eisch 10 boete 6f 10 dagen hechtenis.
GEM EEN TEKA A D VAN TER NEUZEN.
fe TS
a
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
met nieuwe rozijntjes en amandelen, 20 cent
per.pukje. Reel. —0— 7
Uitspraken van "24 November 1922.
Motor- en Rijwielwet.
E. K. d B. te ZaamslagW. II. te Hoek;
H. J. d. R. te Zaamslag: J. d. I., te Ter Neuzen,
alien 10, subs. 1 maand tuchtsehool.
A. K. te Hoek, vrijspraak F, M. M. te Zaamslag
A. D. v. d. B. te Axel, beiden 25, subs. 50 dagen
heeht.
M. d. 1*. te Ter Neuzen C. D. te Hoek, beiden
_/15, subs. 30 dagen bechi.
J. A. B. te Osseudrecht; - A. v. i. te Ossendreclit
P. L>. te Ter Neuzen; C. d. W. te Bassevelde
P. d. M. te UoofdplaatP. M. d. R. te Ter
Neuzen: H- R. V. te Sas van Gent; I. v. P.
te BouchauteCh. M. te Koewacht, alien 12,
subs. 24 dagen hecht.
Visscherijwet.
F. v. H. te Sas van Gent, f 10. subs. 20 dagen
hecht. met verbeurdy.erkl. van de loophengelP.
M. D. v. d P. te Ter Neuzen; A. L. de F. te
Ter Neuzen, beiden J 0.50, subs. 1 dag hecht.. met
verbeurdverkl. van de tjoekvisehjes.
Dronkenschap.
G. d. B te Zaamslag, 3 Weken hecht.
J. S. te Ter Neuzen, 2 X /15, subs. 2 X 30
dagen hecht.
A. J. K. zwervend. 15. subs. 30 dagen hecht.
P E. te Rotterdam. 2 X 15, subs. 2 X 30 dagen
hecht
J. 11 te Zaamslag, f 5, subs, 10 dagen hecht.
Arbeidswet,
H. v. C. te Axel, 3 X /lf>. subs. 3 X 30 dagen
hecht.
Vervalschte melk verkoopen.
Th. F. VV. te Sits van Gent, ontslag van rechts-
vervolging.
A. J. v. V. te has van Gent, ontslag van rechts-
vervolgiug.
J. v. E. te Ter Neuzen, 600, subs. 6 maanden
heeht.
C. S. te Ter Neuzen, 100. subs. 6 maanden hecht.
Bedorven visch verkoopen.
D. R. te Ter Neuzen, 50, subs. 100 dagen hecht
Jachtwet.
A. v. H. te Bouchaute, 2. subs. 4 dagen hecht_
Onverlichte wagen op weg laten staan.
J v. H. te Ter Neuzen, 20, subs. 40 dagen hecht.
Strooperij.
Ph. A. v. A. te WVstdorpeG. A. d. C. te
Sas van Gent; 11. G te Sas van Gent,alien /25,
subs. 1 maand tuchtsehool.
Leerplichtwet.
D. d. V. te Ter Neuzen, ontslag van rechtsvervol-
ging; L>. d. P. te Zaamslag. 2 X J 5, subs 2 X
10 dagen hecht.
C. M. te Zaamslag VV. d. ,1. te Ter Neuzen,
beiden f 5, subs. 10 dagen hecht.
A. d. P. te Axhl; J. C. S. te'Axel, beiden /20,
subs. 40 dagen hecht.
Met bemodderde wielen rijden.
F. M. L». te Ter Neuzen, 10, subs. I maand
"tuchtsehool.
H. L. G. te WatervlietJ. v. d. V. ie Hoek:
A. J. te Hoek; J. v. L.-te Zaamslag, alien
f 25, subs. cO dagen hecht.
Met boerenkar in draf rijden.
M. H. te Zaamslag, J 15, subs. 30 dagen hecht.
Noordstraat in Zuidelijke richting berijden.
M. A. J. Y. te Koewacht, f 10, subs. 20 dagen
hecht
Aaneengekoppelde wagens met een man
besturen.
L. W. H. te Axel, f 15, subs. 30 dagen hecht.
Onbeheerd trekdier laten staan.
A. M. W. te Axel, f 15, subs. 30 dagen hecht.
Vergadering van Donderdag 23 November 1922,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge-
meester.
Tegenwoordig de leden: L. J. Geelhoedt, L.
T. van Hasselt, J. J. de Jager, D. Scheele, P.
van Cadsand, G. de Ridder, H, J. Colsen, N, A,
Hamelink, L. J. van Driel en A. J. Harte.
Afwezig de heeren H. J. van den Ouden,
R. G. E. Nolson en F. B. G. de Meyer,
4. (Vervolg).
10. Wijziging der heffingsverordening op
de gemeenteli.jke inkomstenbelasting.
De heer DE RIDDER merkt op, dat toen
de raad de vorige wyzigihg del verordening
heeft aangenomen, hij de draagwijdte daarvan
niet geheel heeft overzien en daarop anders
vermoedelijk wel niet zou zijn ingegaan. De
verminderde aftrek voor inwonende kinderen
is voor velen der mindergegoeden op een be-
trekkelijk groot nadeel uitgeloopen en werkte
niet billijk.
Toen hij de nieuwe regeling ontving, was
hij in den aanvang vrijwel voldaan, maar toen
hij de cijfers eens nader onder de oogen zag,
was hij dit minder. Terwijl de heffing voor
de lagere klassen vrijwel gelijk is gehleven
bemerkte hij, dat b.v. voor een inkomen van
6000 volgens de oude verordening f 326,72
moet worden betaald en volgens de nieuwe
slechts f 270,60. Dus worden de hoogere in
komens ontlast, hetgeen hem niet bevalt. Hij
zou ook wenschen, dat de behandeling werd
aangehouden en burgemeester en wethouders
hun voorstel nog eens herzagen, om zulke on-
billijkheden weg te nemen.
De heer DE JAGER stelt de vraag, of de
verlaging van het heffingscjjfer in de hoogere
klassen, geen aanleiding zou kunnen worden,
dat het vermenigvuldigingscijfer nog hooger
zal moeten stijgen dan 2,4 zooals nu wordt
voorgesteld. Zal het dan geen 3 moeten
worden
Overigens heeft hij toe, dat iedere andere
regeling aanleiding zal geven tot mindere of
meerdere opbrengsten. Hij meent, dat door
verhooging van den kinderaftrek en ook van
den leeftijd, is getraeht toe te geven aan de
bezwaren die gerezen zijn tegen de bestaande
regeling, doch vraagt, of het niet mogelijk is
alleen wijziging te brengen in den kinderaf
trek en voorts het tarief te behouden zooals
het thans is. Hij acht het aannemen van deze
geheel nieuwe regeling, omtrent welke wer-
king men algeheel overzicht heeft, niet onge-
vaarlijk. Is het misschien mogelijk door tus-
schenkomst an den inspccteur der belastin-
gen eens een overzicht van de werking dezer
verordening te krijgen.
De heer SCHEELE acht de voorgestelde
wijzigingen, xoor wat de classificaties betreft
niet onbelangrijk. Hij heeft echter de over-
tuiging, dat burgemeester en wethouders naar
een goe le regeling hebben gezocht. Door
hunne voorstellen nopens kinderaftrek, willen
zij er voor waken, dat de groote gezinnen te
zwaar zouden worden belast. De verhooging
van den leeftijd, die voor kinderaftrek in aan-
merking komt juicht hij toe, want des te meer
bestaat de gelegenheid, dat de ouders hunne
kinderen goed en. degelyk ondervvijs laten ge-
nieten. flij heeft wel bezwaar tegen een stij-
ging van den kinderaftrek in verband met een
hoogeren aanslag en zou die voor alle klassen
onveranderd op f 100 willen bepalen. Overi
gens is bij hem de indruk van de voorgestelde
■erordening wel gunstig.
De heer HAMELINK meent, dat er indertijd
bij de gemeentebesturen een circulaire is in-
gekomen, waarin werd verzocht inkomens be-
neden f 800 niet aan te slaan, omdat dit ook
door het rijk niet geschiedde en het aanslaan
van lagere inkomens aan de inspecteurs veel
werk zou verscliaffen. In verschitlende ver-
ordeningen die anders een aftrek van f 600 of
f 700 voorschreven, ;s daarmede rekening ge-
houden. Het verwondert spreker daarom bij-
zonder, dat.er een drang uitgaat van den uit-
voerder der belastingverordening, om ook
lagere inkomens in de heffing te betrekken.
Het model voor de voorgestelde heffing zal wel
afkomstig zijn uit de binnenlanden van Noorri-
Ii abant en het motief, dat de belastingdruk
voor de mingegoeden er door zal verminderen,
zal wel onjuist blijken te zijn. Dit zou alleen
het geval zijn, als de belasting kon geheven
worden zonder, dat er opcenten noodig zijn.
maar dat zal niet mogelijk blijken, vooral
omdat de hoogere aanslagen nu een veel lage
re opbrengst zullen geven en ook de kinder
aftrek niet zonder gevolg op de aanslagen zal
zijn.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur
gemeester en wethouders tot het indienen van
een nieuwe verordening gekomen zijn, om
tweeerlei oorzaken. Ze wenschten te komen
tot een heffing, die de mindere klassen, met
groot kindertal zoude ontlasten, daar er thans
toch een niet onbelangrijk getal aanslagen on-
inbaar verklaard moet worden en ook legt er
een grond van waarheid in het bezwaar van
de heeren Hamelink c.s. omtrent de werking
van artikel 3.
Spreker is het niet met den heer Hamelink
eens. dat dit artikel in een ongelukkig oogen-
blik in de verordening is gekomen, maar in de
toepassing kwam men wel voor gevallen die
tot onbillijkheden leidden. Er was een geval,
dat een dienstbode die geregeld bij mevrouw
inwoonde voile aftrek genoot, terwijl haar
zuster, die des avonds thuis kwam en moeder
ook nog in het gezin hielp, slechts de helft
werd afgetrokken en zij dus meer moest be-
talen.
Wat het door den heer Hamelink aangestipte
geval betreft, van den enkele dagen na Mei
gehuwde, spreker weet misschien wie dat be
treft, en kan wel mededeelen, dat een derge-
lijk geval, wegens reclame bij de commissie in
behandeling is, die met dien toestand ook wel
rekening zal houden.
Het is gemakkelijk op fouten te wijzen, en
onrechtvaardig noemt spreker het als de heer
Hamelink het veil doen voorkomen, alsof dom-
heden zyn begaan.
Hij heeft er ook op gewezen, dat de hoogere
inkomens zouden worden ontlast. Spreker
wijst er op, dat in deze alles wordt beheerscht
door de opcenten die zullen moeten worden
geheven. Als het vermenigvuldigingscijfer
hooger moet worden gesteld, stygt de belasting
voor de hoogere klassen ook het meest en
worden zij zwaarder g-etroffen dan de midden-
gToepen.
Omtrent de toepassing in de praktijk, geeft
spreker eenige voorbeekien:
een gezin met 3 kinderen en een inkomen
van 900 betaalt thans j4,56, onder de nieuwe
bepaling niets, hetzelfde gezin met f 1000 be
taalt thans 7,70 en volgens het voorstel
slechts 3, een ongehuwde met f 1000 inkomen
betaalt thans f 15,90 en volgens het voorstel
f 15,60, een ongehuwde met f 1500 inkomen
thans f 33,84, bij het nieuwe voorstel f 34,20.
met een Inkomen van f 2000 betaalt hij thans
f 53,84, en volgens het voorstel f 55,20.
Het voorstel strekt, om de groote gezinnen
te ontlasten, hetgeen de volgende voorbeekien
aantoonen: Spreker kent een gezin aan den
Baandijk met 8 kinderen, het hoofd van dat
gezin geniet volgens de nieuwe voorstellen een
aftrek van f 1400 en moet dus eerst belasting
gaan betalen als hij een zuiver inkomen van
130 per week geniet; een ander gezin in de
Etleboog heeft 7 kinderen, krijgt f 1300 aftrek
en moet eerst betalen als het hoofd 28 per
week verdient, een gezin in de Kazemestraat
heeft 12 kinderen, waarvan de vader eerst be
lasting zal moeten betalen bij een wekelyksche
verdienste van 38, daar hij f 1800 aftrek
krijgt; van het gezin O no. 63 met 8 kinderen,
en f 1400 aftrek krijgende moet de vader pas
betalen als hij f 30 per week verdient; van een
geziri in de Tholensstraat. met: 8 kinderen zijn
de cijfers dezelfde. Die worden voor al de kin
deren tot hun een-en-twintigste-jaar ontlast
met f 100 per kind.
Komt het voor, dat er inmiddels jongens in
die gezinnen zijn, die zooveel beginnen tc ver-
dienen, dat ze zelf aangeslagen kunnen wor
den, dan is er geen bezwaar tegen, dat die
een lagere aftrek krijgen, want hun draag-
kracht is grooter dan van personen die op
zichzelf staan.
Er zullen nu groote groepen menschen vrij-
xvel worden uitgeschakeld. Vroeger heeft de
commissie bij de schatting dikwijls het gevoel
gehad: we kunnen die menschen wel aan
slaan, maar, zullen we het geld ook innen?
Daarom is thans gezegd: laten we die men
schen ontlasten.
Wat de bemerking van den heer Hamelink
betreft, dat bij de nieuwe verordening inko
mens boven f 10.000 niet zouden worden be-
last, dat is onjuist, aangezien voor ieder bc-
drae,' van 100, waarmede het belastbaar in
komen f 9600 overtreft .f8,40 moet worden
betaald.
De heer HAMELINK merkt op, dat dit er
niet staat, met flO.OOO eindigt de heffing.
De SECRETARIS merkt op, dat het con
cept is overgeschreven van een heffing die
hooger liep en dat daarom abusief is blijven
staan „of minder dan f 10.000". Dat moet
vervallen.
De heer HAMELINK erkent, dat het dan
goed is, maar merkt op, dat hij, niet kunnende
weten hoe de bedoeling was, in zijn critiek
dan toch niet onrechtvaardig is geweest.
De VOORZITTER merkt op, dat zijn ver-
onderstelling, dat de verordening uit de
binnenlanden van Noord-Brabant kwam on
juist is, daar ze is genomen naar het model
van de Rotterdamsche en de heer Hamelink
toch ook wel zal toegeven, dat men daar met
het maken van verordeningen op de hoogte is.
De heer HAMELINK: Die opmerking betrof
alleen artikel 3.
De VOORZITTER meent, dat, waar de re
geling van art. 3 thans zoodanig is gemaakt,
dat de"' dienstboden, voor zobver die niet in
hun dienst slapen, er vrijwel grootendeels alle
uitvallen, een billjjk standpunt "hebben inge-
nomen. Als er zoons zijn, die een inkomen
hebben, dat ze voor een aanslag in den hoof-
delijken omslag in aanmerking komen. acht hij
de bepaling van artikel 3 niet onredelijk, dat
niet alle aangeslagenen den vollen aftrek
krijgen, want die gezinnen hebben veel voor op
anderen waar een man het verdienen moet en
dan ook maar een'maal den aftrek voor levens-
onderhoud krijgt.
En van die gevallen zooals de heer Hame
link aanhaalde, van den jongen man, die enkele
dagen na Mei gehuwd was. meent spreker, dat
er een 14 van die gevallen bij de commissie
voor de inkomstenbelasting in reclame aanhan-
gig zijn gemaakt. Als er van die midden-
gevallen zijn houdt de commissie daarmede
rekening. Hij doet tot staving van deze mede-
deeling ieen beroep op het medelid dier com
missie, den heer Van Cadsand.
Deze bevestigt de woorden van den voor
zitter en verklaart voorts, zich goed met deze
verordening te kunnen vereenigen, Dat de
hoogere inkomsten iets lager komen is juist,
doch dat komt weer in orde door het vermenig
vuldigingscijfer.
De heer SCHEELE herhaalt, bezwaar te
hebben tegen een verhooging voor kmderaftrek
bij een hoogeren aanslag. Hij ziet niet in
waarom iemand met f 3000 inkomen per kind
f 200 aftrek moet krijgen en menschen met
inkomens tot 1400 maar f 100.
De VOORZITTER ziet daarvoor o.m. een
motief in de woorden van den heer Hamelink,
dat de kjnderen van de meergegoeden over
het algemeer, niet zoo vroeg uitgaan om te
verdienen en dat zij integepdeel aan hun ouders
vele jaren geld kosten aan studie, terwijl bij
de mindergegoeden de ouders nog aftrek krij
gen voor kinderen die toch ook al iets inbren-
gen. Dat is wel een motief om de ouders die
in plaats van iets van hunVie kinderen te trek-
ken, daaraan veel ten koste moeten leggen,
een hoogeren kinderaftrek toe te staan.
De heer HAMELINK •'gteettrte kennen, 1 dat
hij ook eerst voornemen- geweest is, een plan
met voorbeelden uit te werken, doch dit is,
zooals hij reeds aanhaalde, niet gemakkelijk
als men niet over de volledige gegevens be-
schikt. Overigens acht hij de voorbeelden van
den voorzitter niet steekhoudend, om de mee-
ning van spreker te ontzenuwen, dat door
deze voorgestelde nieuwe regeling de meer
gegoeden niet zouden worden ontlast, ton
koste van de mindergegoeden en middenstand.
Indien men de strekking van een verorde
ning wil bespreken, moet men daarvoor geen
uitzonderingsgevallen aanhalen, maar moet
men met de normale toestanden i-ekening hou
den. Onder de meergegoeden vindt men weinig
gezinnen met 10 kinderen. Om te betoogen,
dat de mindergegoeden door de nieuwe rege
ling worden ontlast, moet de voorzitter ge
zinnen aanhalen met veel jongere kinderen, die
daardoor buiten of nagenoeg buiten de belas
ting vallen, en om te betoogen, dat de ge-
goeden niet minder zullen moeten betalen heeft
hij verhooging van het vermenigvuldigings
cijfer noodig. Dat is geen goed standpunt.
want het streven zou er eigenlijk op gericht
moeten zijn, om het benoodigde belasting-
bedrag te verkrijgen, door- de oorspronkelijke
aanslagen. En dan heeft de voorzitter ook
uitsluitend een verhooging van het vermenig
vuldigingscijfer noodig, want als het eens ging
naar het voorbeeld van Amsterdam, waar dit
van 2 is gedaald tot 0,75 dan zouden die
hoogere aangeslagenen nog meer ontlast wor
den.
Spreker wil toegeven, dat deze regeling voor
de groote gezinnen ontlasting biedt, dat de
aanslagen tot een inkomen van f 3000 ongeveer
gelijk blijven, maar dat men overigens kan
redeneeren zoo men wil, doch niet is tegen te
spreken, dat zij voor de hoogere inkomens
dan 3000 ontlasting' beteekent, hetgeen moet
uitloopen op zwaardere belasting van den
middenstand.
Hij komt er voorts tegenop, dat men voorts
nog een hoogeren kinderaftrek zou stellen dan
bij het rijk en betwijfelt ook, in verband met
vroegere beslissingen, omtrent verordeningen
tot heffing xTan den hoofdelijken omslag, of
een kinderaftrek, zooals die thans bier wordt
voorgesteld de goedkeuring van den minister
wel zal verwerven.
Hij zou ook gaarne het resultant van deze
regeling, toegepast op de aanslagen van het
loopende jaar, eens aan den raad zien over-
gelegd. Dan kon men beter oordeelen.
Sp reiver blijft ook protesteeren tegen de
regeling volgens art. 3, die aanleiding is, dat
men op een of andere wijze door onderlinge
afspraken gaat trachten tc knoeien, om buiten
de bepalingen van samenwonen in een gezin te
ontkomen, teneinde belasting te ontduiken,
Men zou dit niet moeten willen. Door den
voorzitter is medegedeeld, dat de commissie
14 twijfelachtige gevallen te behandelen heeft,
maar volgens spreker zijn. er veel meer. De
menschen zijn echter niet alle op de hoogte
en laten dan den termijn van reclame pas-
seeren.
Hij kent ook een vader, die verschillende
zoons thuis heeft, die werken en ook zijn
aangeslagen, en wie maar een zeker deel van
den aftrek voor ongehuwden in rekening is
g'ebraoht. Nu is die vader echter na reclame
van het kohier afgevoerd, zoodat dus het hoofd
van het gezin niet meer is aangeslagen. Hij
meent, dat dan die zoons ook wel degelijk den
vollen aftrek moeten krijgen, op grond van
de verordening. Hij acht dit een onbehoorlijke
wijze van belasting heffen. Het totale bedrag
dat er door binnenkomt zal naar hij meent,
niet zoo groot zijn, en daarom kon men ge-
makkelyker dusdanige regeling laten vallen.
Zijne fractie ziet er van af, op deze voor
stellen amendementen in te dienen, doch hij
blijft er bezwaar tegert maken, omdat de pro-
gressie voor de middenklassen met zulke
groote sprongen wordt toegepast en omdat de
heffing van samenwonenden volgens hem niet
biilijk is. Waar men er verwonderd over schijnt
te zijn. dat spreker voor den middenstand op
komt, betoogt hij, dat hij opkomt, voor recht
en dus ook voor de beiangen van den midden
stand, indien hij meent, dat aan hare beian
gen wordt getomd.
De VOORZITTER wijst er den heer Hame
link op, dat hij niet het onderste uit de kan
moet willen hebben. Groote groepen uit den
arbeidenden stand zullen door de voorgestelde
regeling worden gebaat. Wat zijn bemerking
betreft, dat veel menschen hun rechten niet
zouden kennen en er geen erg in hebben om te
reclamceren, moet spreker opmerken, dat hij
dit wel eens anders ondervindt. Als ouders
een gedeelte van hun woning aan inwonende
kinderen verhuren, vallen die niet onder de be
paling van artikel 3, die gevallen eischen wel
eens nader onderzoek.
Spreker beveelt den raad aan, de voorge
stelde verordening aan te nemen.
De heer SCHEELE kan toch niet meegaan
met artikel 4, waarin een stijgende kinder
aftrek wordt voorgeschreven. Hi.i heeft daar-
tegen overwegend bezwaar en zag, dat gaarne
veranderd. Het zou hem spijten, als hij om
die reden tegen de verordening moest stem-
men.
Hij stelt voor, voor alle klassen den kinder
aftrek, tot hun meerderjarigheid te bepalen op
f 100.
De VOORZITTER wijst er nog op, dat het
ontwerp een verlichting van belastingdruk
brengen zal, voor de groote gezinnen.
De heer DE RIDDER komt nog terug' op
het bezwaar der ontlasting van de meerge
goeden.
De heer DE JAGER zou de kinderaftrek in
het algemeen willen bepalen op f 00 en dan
de regeling aannemen, dan men eens een jaar
zien, hoe die werkt.
De heer HAMELINK geeft te kennen, dat
in verband met de gunstige bepalingen, die
het ontwerp bevat ten opzichte van de groote
gezinnen met jongere kinderen, zijn fractie,
niet tegen het geheele artikel 3 zal stemmen.
Artikel I en 2 worden goedgekeurd met
algemeene stemmen.
De heer SCHEELE stelt thans voor, in art.
3 sub 2 te omschrijven, dat de aftrek voor
levensonderhoud vermeerderd met f 100 voor
ieder kind beneden den meerderjarigen leeftijd,
dat geen eigen inkomen heeft.
De heer HAMELINK meent, dat dit zijn
moet ,,voor ieder minderjarig kind, dat niet
zelf in de belasting is aangeslagen", want
anders zou een kind, al had het ook maar
eenig inkomen, niet meer in die termen vallen.
De heer SCHEELE stemt dit toe en wijzigt
zijn voorstel aldus.
Het wordt aangenomen met 7 tegen 3 stem-
men.
Voor stemmen de heeren Hamelink, Van
Driel, Harte, De Jager, Scheele, Van Cadsand
en De Ridder; tegen stemmen de heeren Geel
hoedt, Van Hasselt en Colsen.
Het aldus gewijzigd artikel 3 wordt met
algemeene stemmen aangenomen.
Artikel 4 vervalt, ingevolge de aanneming
van het amendement-Scheele.
De VOORZITTER deelt mede, dat in art. 5,
achter de woorden „is het belastbaar inkomen
f 9600 of meer", moet geschrapt worden „of
minder dan f 10.000".
Het artikel wordt aangenomen met 7 tegen
3 stemmen.
Voor stemmen de heeren Geelhoedt, Van
Hasselt, De Jager, Scheele, Van Cadsand, De
Ridder en Colsen; tegen stemmen de heeren
Hamelink, Van Driel en Harte.
De verdere artikelen worden aangenomen
met algemeene stemmen, waarna de verorde
ning eveneens met algemeene $temmen wordt
"vast gesteld.
11. Wijziging van de heffingsverordening
op het schoolgeld.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
naar aanleiding van het in de vorige vergade
ring medegedeelde- schrijven van den minister
van Binneniandsche Zakeir betreffende de ter
goedkeuring ingezonden verordening op de
heffing van schoolgeld, het tarief vast te
stellen als volgt:
Bii een
zuiver
Voor het
k c b
C a> cs
oi
V.
m
inkomen.
Voor het
gewoon
uitgebreid
S a.
S°.^J
t, o "3?
van
tot en
met
onderwijs
per jaar.
onderwijs
per jaar.
Ivan801) 1000
2-60
3,90
1.30
2
meer
dan
1000
1200
3,20
4,80
1,60
3
1200
1400
4-
6-
2,-
4
1400
1600
5,
7,50
•2.50
5
1600
1800
6,—
12,—
3-
6
1800
2000
8-
4.—
7
2000
2200
10.—
15
5,—
8
2200
2400
12,-
18-
6,—
9
2400
2700
15,—
22,50
7,50
10
2700
3000
18,—
27.—
9,-
11
3000
3400
21,-
31,50
10,50
12
3400
3800
24,-
36-
12,—
13
3800
4200
27-
40,60
13,50
14
1200
4600
30,—
45,-
15,—
15
4600
5000
33,—
49,50
16.50
16
5000
5400
36,—
54,
IK-
Over het algemeen zullen de klassen van
f 1200 tot 3000, minder schoolgeld betalen
dan volgens het bestaande tarief.
Tevens merken wy op, dat de opbrengst
volgens het voorgestelde tarief ongeveer even
veel zal bedragen als volgens het bestaande
(ongeveer f 12000). De gemiddelde kosten per
leerling, die geheel voor rekening der ge
meente komen, zijn ,f25; echter bereker.d vol
gens de wet, dus inclusief tie jaarvvedden van
het onderwijzend personeel, welke het rijk
vergoedt f 154.
De heer SCHEELE wijst er op, dat burge
meester en wethouders in de vorige raadszit-
ting in overweging gav.en aan het verlangen
van den Minister van Binneniandsche Zaken te
voldoen, door onder op eenvoudig een klasse
aan het tarief toe te voegey en de andere te
laten opschuiven. Nu zijn hurgemeester en
wethouders echter verder gegaan, door voor
hoogere inkomens meer klassen er bij te voe-
gen, die leiden tot het heffen van een hooger
schoolgeld, waardoor de meergegoeden belang-
rijk meer zouden betalen dan de kostende prijs.
Bij de eerste behandeling heeft de raad in
zijn meerderheid te kennen gegeven, dat hij
daar niet mede instemt en daarom acht hij het
verkeerd van burgemeester en wethouders om
nu weer een poging te doen.zoo'jo regeling er
door te halen. Bij die eerste behandeling heeft
spreker er genoegen mede genomen, dat, bij
een kostenberekening van ruim f 18 per kind,
het hoogste schoolgeld werd opgevoerd tot
f 30, uit overweging, dat dit ongeveer ander-
half maal den prijs was, en dat er zoodra
meer dan 1 kind uit een gezin Schoolgaat re-
ductie gegeven wordt. Die prijs van f 30 blijft
nog aanmerkelijk boven het bedrag der kosten,
die op 25 per kind berekend worden. Hij
meent, dat het niet billijk is, om nu van de
meergegoeden, omdat zij kinderen op school
hebben, een buitengewone belasting te eischen
en het schoolgeld tot bij na het drlevoudige der
kosten op te vqeren. Hij zou wenschen, dat het
tarief werd aangenomen, zooals hfit in de vo
rige vergadering werd voorgesteld. De klassen
van 800 tot f 1000 inkomen er by en dan be
ginnen met f 3 per jaar.
De heer HAMELINK betoogt, dat het, na de
vaststelling der nieuwe heffing van den hoof
delijken omslag, feitelijk niet meer noodig is,
het tarief van het schoolgeld te herzien. Het
tarief is niet goedgekeurd, omdat de aftrek
voor levensonderhoud en kinderaftrek lager
was dan elders, waar een schoolgeldheffing
beginnende met f 1000 wel werd goedgekeurd.
Blijkens een vroeger schl'ijven hebben gede-
puteerde staten en met het college de Minister
van Onderwijs kich op het standpunt gesteld,
dat de heffing van het schoolgeld moest be
ginnen bij een inkomen gelijkstaande met den
aftrek voor levensonderhoud en aftrek voor
4 kinderen volgens de regeling van den hoofde-
lyken omslag, daarom is de verordening der
gemeente Hoek, beginnende met f 1000 goed
gekeurd; daar is de aftrek voor levensonder
houd op f 800 bepaald. Nu is het hier ook f 600
en voor 4 kinderen 4 maal f 100 is f 1000.
Spreker deelt het bezwaar van den heer
Scheele en staat aan zijn zijde, maar meent,
dat er toch geen bezwaar is, in evenredigheid
met de toenmalige kosten en de huidige, ook
het hoogste schoolgeld eenigszins te verhoo-
gen. Toen waren de kosten f IS. doch toen
werden de uitgaven voor het onderwijs nog
niet gedrukt door de uitkeeiingen die de ge
meente moet doen voor de lokalen der bijzon-
dere scholen.
De SECRETARIS: Die waren toen reeds
begroot.
De heer SCHEELE: Met die bijdragen kwa-
men we op een kostenprys van 18 per leer-
ling.
De heer HAMELINK was van meening, dat
door die inmiddels uitbetaalde uitkeeringen de
prijs van f 18 tot f 25 per leerling was geste-
gen. Hij vraagt, hoe burgemeester en wet
houders dan thans aan dien prijs van f 25 per
leerling komen.
De heer SCHEELE geeft te kennen, iets te
willen toegeven. Vroeger was de prijs f 18 en
het hoogste schoolgeld f 30. Thans is het f 25
en zal hij er geen bezwaar tegen maken als
het tot f 34 gaat, uit overweging, dat de
groote gezinnen toch terstond reductie op het
voile schoolgeld krijgen.
De VOORZITTER geeft te kennen, het niet
raadzaam is, de bestaande regeling vast te
houden. De raad zou bij de Kroon zijn hoofd
stooten. In theorie moge de fedeneering van
den heer Scheele juist zijn, practisch krijgt
men in zake de heffingen een ander resultaat
Burgemeester en wethouders zijn nog steeds
van meening, dat de door hen voorgestelde
regeling niet onbillyk is. Wil de raad daarop
niet ingaan, dan zullen zij dien er daarom niet
onvriendelijk op aanzien.
De heer HAMELINK spreekt het vermoeden
uit, dat de laagstc klasse aanleiding geven za<
tot tal van oninbare posten. Menschen met
inkomens van f 800 tot f 1000 met b.v. 4
schoolgaande kinderen, kunnen geen schoolgeld
betalen. Den heer Scheele merkt hij op, dat
het tegenwoordig hoogste schoolgeld een en
twee derdo maal de roegere kosten bedraagt,
en dat men dug volgens de tegenwwordige kos
ten volgens dien maatstaf tot ongeveer f 27
zou komen.
De heer SCHEELE verklaart er genoegen
mede te willen nemen, als de 3 hoogste door
burgemeester en wethouders voorgestelde klas
sen verva'len en bij .f 5400 het hoogste school
geld bereikt wordt, nl. f 36 voor het lager,
f 54 voor het uitgebreid onderwijs en f 18 voor
het vervolgonderwijs.
De VOORZITTER geeft te kennen. dat bur
gemeester en wethouders daar geen bezwaar
tegen hebben.
De heer HAMELINK merkt op. dat de
menschen in de klasse van f 1000 tot 1200
door deze nieuwe regeling ook zwaarder wor
den belast. Vroeger moesten ze f 3 betalen
en dat wordt nu f 3.20.
De heer SCHEELE meent, dat dit nu toch
geen bezwaar kan zijn, dat is nog geen halfje
per week.
Het voorgestelde tarief, gewijzigd volgens
het voorstel van den heer Scheele, wordt alsnu
aangenomen met agemeene stemmen.
12. Benoemen lid van het Burgerlijk Arm-
bestuur.
De VOORZITTER noodigt de leden uit, over
te gaan tot het benoemen van een lid van het
Burgerlijk Armbestuur, tqr. voorziening in de
vacature ontstaande door periodieke aftreding
op 1 Januari a.S, van den heer F. Dieleman.
Met den aftredehde wordt ter benoeniing aan-
bevolen de heer Jac. Leurtis Cz.
aangenomen met algemeene stemmen.
Hij noodigt de heeren De Jager en Scheele
uit met hem het stembureau te vormen.
De heer Dieleman wordt met algemeene
stemmen herbenoemd.
13. Verzoek van C. C. Nobels om afwijking
van art. 19 der bouwverordening.
Burgemeester en wethouders, gezien een
verzoek van C. C. Nobels, aannemer en bios-
coophouder, alhier, om vergunning voor af-