ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Vnjdag 8 December 1922 70e Jaargang. EST NOOOLOTTIB BIHlffi. No 7387 Bl N N E N L AND. BUITENLAND. 6EMENGDE BERICHTEN. mr TWBBDE11BLAD. TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. De Voorzitter stelt voor, het verzoek van den heer Wijnkoop tot het houden van een interpellate over de houding van de re- geering ten opzichte van het vredescongres van het Internationaal Verbond van Vak- vereenigingen niet toe te staan. De Kamer en de regeering hebben met dat eongres niets te maken. De heer Troelstra (s.-d.) verwijt den Voorzitter, reeds in de interpellate zelf te treden, en meent, dat de regeering op den Voorzitter invloed heeft geoefend. De Voorzitter verklaart, dergelijke zaken zelfstandig te beoordeelen. De heer Rutgers (a.-r.) wijst er op, dat het eongres niet op universeel standpunt staat. De heer Wijnkoop (comm.) ontkent dit en meent ook, dat de Voorzitter de meening van de regeering vertolkt. De heer Marchant (v.-d.) meent, dat on- bekendheid met den inhoud van de inter pellate geen reden kan zijn, het verzoek te weigeren. De heer Dresselhuys (Vrijheidsb.) zal voor het voorstel van den Voorzitter stem- men, omdat niet de noodzakelijkheid is aan- getoond. de begrootingsdebatten te onder- breken voor een interpellate. Het voorstel van den Voorzitter wordt aangenomen met 60 tegen 18 stemmen. De motie-Wijnkoop inzake verlaging van de derde-klasse-tarieven op de spoorwegen en bevordering van het buurtverkeer wordt verworpen met 60 tegen 17 stemmen. Voortgegaan wordt met de behandeling van de marinebegrooting. De heer Duys (s.-d.) verwijt aan de re geering en den Vrijheidsbond, den mond vol te hebben over bezuiniging en niettemin tientallen millioenen over te hebben voor de vloot. die z. i. in zoo slechten toestand ver- keert, dat het veel beter zoti zijn, haar maar af te schaffen. De heer Hugenholtz (s.-d) zegt, dat onze vloot geheel onvoldoende is, wat trouwens niet anders kan, daar een klein volk als het onze, met zijn beperkte middelen geen vloot van eenige beteekenis kan onderhouden. Hij acht het dwaasheid, met het oog op de vloot zooveel personeeluitgaven te doen. Vergadering van Donderdag. Het wetsontwerp tot vereeniging van de gemeenten Sprang-Capelle en Vrijhoeve- Capelle wordt aangenomen met 68 tegen 17 stemmen. Aan de orde zijn de begrooting van Bin- nenlandsche Zaken en de interpellatie- Kleerekoper inzake steunverleening aan noodlijdende kunstenaars. De heer Kleerekoper (s.-d.) vraagt, of de regeering alsnog bereid is, mede te werken om het bedrag dat reeds voor steun aan de noodlijdende beeldende kunstenaars op de begrooting van Binnenlandsche Zaken was uitgetrokken, ter beschikking te stellen van den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, opdat deze alsnog, nu de groote steden gaarne bereid blijven, daar- aan mede te werken, den weg vinde, welke tot het door alien beoogde doel der steun verleening leiden kan. Spreker oppert vervolgens bedenking te gen de circulaire van den Minister van Bin nenlandsche Zaken tot aansporing aan de burgemeesters om zich schrap te zetten tegen niet bepaald onvermijdelijke uitgaven. Hij meent, dat de onafhankelijkheid van de De vreemde was een man van middelbari leeftijd, in de kleeding van den gegoede werkman. Het gelaat met het hooge voor- hoofd, waarop zweetdroppels van inspan- ning parelden, had niets afsohrikwekkends en nochtans werd de markies door een hevige ontsteltenis bevangen, toen hij den ander zag. Hij vluchtte tegen een tafel, die omgewor- pen werd en drong zich daarop tegen den muur, hijgend vragend: Wat moet ge van mij? Dat zult ge wel vernemen, geduld slechts, waarde Arendshoofd. Ge ziet slechts dat Julio zich op je weg heeft geplaatst. Je had niet gedachf hem nog te ontmoeten. Pas op! Dat lijkt mij overbodig, zeide de ban- diet nu, die bij die woorden zich van zijn schrik herstelde. Terwijl hij met de eene hand zich het zweet van het voorhoofd wischte, stak hij de andere tusschen zijn gordel, vervolgend: Dan tusschen ons tweeen, Julio! Tusschen ons drieen of tusschen ons vieren als ge wilt, zeide de ander kalm en tegelijkertijd hield hij Arendshoofd een ge- laden revolver voor. Dit werkte onmiddellijk kalmeerend op den bandiet en hij hernam: Julio, het is onnoodig, de politie in onze zaken te mengen; daarbij zouden we geen van tweeen winnen. Laten we dus on- derhandelen zonder, dat de wapens mee- spreken. Goed; laat ons dan kalm overleggen. Ik dacht, dat ge dood waart, zeide Arendshoofd nu, en dat zou wel zoo verkie- gemeenteraden daardoor wordt aangetast. De heer Dresselhuys (v.-b.) ziet in deze circulaire geen aantasting van de gemeen- telijke autonomic. De toon en de vorm er- van zijn echter niet gelukkig, en de circu laire had alleen bestemd moeten zijn voor onzuinige gemeentebesturen. Het belang- rijkste vindt spreker, dat nu de aandacht wordt gevestigd op het opdrijven van de gemeentelijke uitgaven door het opdragen van bemoeiing met de rijkswetten. Spreker beveelt aan, dat voor de indie- ning van dergelijke wetsontwerpen overleg zal worden gepleegd tusschen Binnenland sche Zaken en de gemeente. De heer Bakker (c.-h.) vraagt van de re geering regeling van den zomertijd, waarbij de steden haar voordeeien daarvan kan be- houden, doch voor het platteland de nadee- len ervan worden opgeheven. De heer Gerretson (c.-h.) steunt het be- toog van den heer Bakker en bepleit af- schaffing van de zakelijke bedrijfsbelasting. De heer Zijlstra (a.-r.) wijst evneens op het gevaar van ondermijning van de ge meentelijke autonomic. Dit kwaad bestaat reeds lang en spreker zou het onjuist vin- den, wanneer men het zou willen toeschrij- ven aan de op zichzelf onschuldige circu- laires. Dezen Minister kan men hieromtrent niets verwijten. Spreker ziet niet in, wat de Minister voor kwaad heeft bedreven, toen hij aanspoorde tot zuinigheid. Wel erkent spreker, dat vaak lasten aan de gemeenten worden opgelegd, maar in vele gevallen hebben ook de gemeentebesturen zelf sehuld aan den bestaanden toestand. NOODWON1NGEN. De minister van Arbeid heeft bepaald, dat voor 1923 op de begrootingen van ex- ploitaties van noodwoningen niet meer mag worden uitgetrokken dan 50 ten honderd, van de huuropbrengst volgens het 2e lid van art. 21 van bet Kon. besluit van 25 Juli 1918, tot uitvoering van de artikelen 4, 5 en 7 der Woningwet. BIJDRAGE IN DE PENSIOENPREMIE. Door militair personeel. De Tel. verneemt, dat het in het voor- nemen van de regeering ligt om het mili tair personeel, ongeacht de op 1 Juli jl. toegepaste salarisvermindering van 5 pet., met ingang van 1 Januari 1923 evenals de burgerlgke rijksambtenaren te doen bg- dragen voor eigen en wedu wenpensioen tot een totaal van 8ys pet. van het salaris. EEN ONGEWOON INCIDENT is Dinsdagavond in het Engelsche parle- ment gebeurd toen de Lagerhuisleden met den Speaker aan het hoofd naar het Hoo- gerhuis gingen, teneinde de koninklijke goedkeuring op de wet nopens den ler- schen Vrgstaat te vernemen. Zes commu- nisten onder de toeschouwers weigerden het hoofd te ontblooten, zooals het gebruik wil, waarop de politie hun hoed afsloeg. Toen de optocht terugkeerde, herhaalden de communisten hun gedrag en trachtten het lied de „Red fDg" te zingen. Zij werden het gebouw uitgezet met goedkeu ring van de andere toescbouwers. DANSLORALEN TE BERLIJN. Als minister Severing de danslokalen te Berlyn het leven beneemt, trefc hjj, naar 't Berl. Tagebl. verzekert, in de eerste plaats buitenlanders. Franschen, Russen, Nederlanders en Amerikanen zgn de ijve- selijk voor u geweest zijn, geloof ik, maar het schijnt, dat ge in bewusteloozen toestand begraven zijt en dat ik u onwillekeurig gered heb. Zoo is het. Eischt ge soms, dat ik u bedank voor dien dienst? Arendshoofd beantwoordde die ironische vraag niet en zeide, niet zonder een fonke- len zijner oogen: Ge hebt mij een geheim ontroord, dat ons alien tot mensehen van fortuin had kunnen maken. Lachend gaf de ander ten antwoord: Dat kennen wij mooie mijnheer. Ik heb niets anders willen doen dan u te slim af wezen, want ik weet zeker, dat ge u al leen het bezit van het geheim had verzekerd, zoodra ik u voldoende zou hebben inge- licht. Een verrader verraden is geen ver- raad. Dus gij hebt mij bestolen; ik heb ge- tracht u te dooden, ergo zijn we quitte. Wilt ge mij nu eens uitleggen waarom ge u op- nieuw op mijn weg plaatst? Ik erken, dat het onvoorzichtig is, zei de de scheikundige, die niet kon nalaten te huiveren onder den moordlustigen wraak- zuchtigen blik, waarmede Arendshoofd hem beschouwde, Het zou voor mij misschien beter geweest zijn u niet in den weg te treden, doch ik kan niet, omdat ik erkente- lijk ben voor bewezen diensten. Dit zal ik even toelichten. Evenals ik diegenen haat, die mij leed doen, houd ik van hen, die goed voor mij zijn en hen verdedig ik desnoods ten koste van mijn leven als zij in gevaar mochten verkeeren. Zoo het noodlottige geheim, dat gij zoekt zich in het kasteel bevindt, is het door mijn schuld. Ik had moeten begrijpen, dat het ongeluk zou brengen en het aan de vlammen prijs moeten geven, in stede van Houd nu maar op met die jammer- rigste bezoekers van de taliooze ffDielen" in Friedricb8tadt en het westen van de hoofdstad. Zg zgn ook de voordeeligste klanten, daar zij zich het fijnste en duur- ste laten voorzetten. I Tot na Kerstmis zuller de liefhebbers zicb nog ongestoord aan den dans kunnen wijlen. Dan is het uit. Dat er te Berljjn n:et alleen verwoed wordt gedanst. maar ook gespeeld, bigkt uit het feit, dat sedert begin October in twee voorsteden al 75 speelholen door de politie zgn gesloteD. RUSLAND. In een aantal dorpen van Rusland heeft zich een soort olficieus notariaat ontwik- keld. Deze notariaten bestaan uit drie per- sonec, die door de dorpsvergadering geko- zen worden. Hun taak bestaat onder meer in het rechtsgeldig maken van de overeen- komsten der boeren inzake aankoop van grond. Verder beslissen ze over gescbillen inzake uitlegging van schuldbekentenissen, zorgen voor de overdracht van roerende en onroerende goedeien, beslechten de rechtzaken der boeren. In sommige dorpen hebben deze notaria- ten zulk een invloed weten te verkrggeD, dat de sowjets daar ter plaatst eischen, dat borgstellingen en andere akten door die notariaten worden opgemaakt. Het volbscommissariaat vanjustitie heeft zgn ontevredenheid over dezen toestand te kennen gegeven. De notariaten handelen namelgk niet alleen in strijd met de nieuw uitgevaardigde wetteD der sowjetregeering, maar ze benadeelen bovendien den staat, doordat er geen zegelrechten op hun akten geheven worden. DE ,LAATSTE" OPSTANDEL1NGEN- GENERAAL IN MEXICO GEDOOD. Het is dezer dagen aan de regeerings- troepen in Mexico gelukt de laatste gevaar- ljjke bende opstandelingen meester te wor den. De beruchte aanvoeider generaal Joan Carrasco, werd bg bet gevecht gedood. Het ljjk werd naar Mazatlan gezonden om daar voor het volk te worden tentoongesteld om er het bewijs van t« leveren, dat de op- 8tandelingenleider w» kelijk dood was Ge neraal Carrasco was de laatste der beken- de opstandelingenleiders in Mexico, die zich met hun aan hangers in de bergen schuil hielden en het land door hun strooptoch- ten onveilig maafeten. DE WOESTIJN OVERSTROOMD NA 5 REGENLOOZE JAREN. Te Constantine (Algerie) komen allerlei berichten binnen over woestijn-rampen in Zuid-Algerie en in de Sahara, niet van zand of stormen maar van watersnood! De Bis- kra-Toegoerfspoorbaan is op vijf plaatsen weggespoeld. Een trein die op een plek reeds tusschen twee van die breuken in, bewoog zich door een geweldig meer voort. Er stond wel 3 decimeter water boven de rails. Het station Toegoert ligt geheel en al verlaten. Op twee plekken, waarin geen 5 jaren regen was gevallen, zijn nu een aantal huizen als wrakhout de woestijn in gedreven. DE GESCH1EDENIS VAN MATAHARI. Favonius schrijft in ,,Bergopwaarts" 't volgende: Er was eens een eenzaam man in Sneek en hij verdiende zijn brood voor zich en klachten en komt ter zake! viel Arendshoofd hem ruw in de rede. Geduld! ik kom waar ik wezen wil. Gij wildet mij dooden; twee brave mannen probeerden mij te redden en uit erkentelijk- heid beging ik de dwaasheid het geheim van de diamanten aan dengene van de twee te geven, die er gebruik van zou weten te maken. Gevolg: gij doet hem uw dochter huwen, die hij werkelijk innig beniint en voor een misdaad waaraan hij even onschuldig is als een pasgeboren kind wordt hij levenslang naar de gevangenis gestuurd. Welnu, wat zou dat? vroeg Arends hoofd wantrouwend. Bij die woorden kruisten de biikken van de beide mannen elkaar als twee vlijm- scherpe degens. Welnu, ik kom u vertellen, dat de maat meer dan vol is en dat het nutteloos is, dat ge misdaad op misdaad stapelt. Zie er van af u meester te maken van een ge heim, dat u het leven zal kosten en doe als ik, die liever leef als bedelaar dan er naar te streven het geheim opnieuw machtig te worden. Men heeft er een veilige schuil- plaats voor gevonden; laat het dan voor altijd verborgen blijven en poog nu niet het te ontdekken. En zoo ik u bevelen in den wind sloeg? vroeg Arendshoofd, op zijn beurt ironie betrachtend. Denk er aan, dat ik dik- wijls bevelen gegeven, doch er nimmer ont- vangen heb, voegde hij erophoogen toon bij. Op ernstigen toon antwoordde Julio: Als ge de minste poging waagt om te weten te komen, wat ik wil, dat ge niet weet, zal ik aan de justitie de heele levens- geschiedenis van Lucien De Villiers gaan vertellen? Ellendeling! En uw eeden dan? riep Arendshoofd, wien een schok door de leden ging bij die woorden. Zijt gij vergeten hoe voor de zijnen met petten te maken cn te verkoopen. Onder die zijnen was een doch ter met lange vlechten, een bijzonder mooi kind, maar daar lette men niet zoo op in Sneek; men had daar wat beters te doen. De eenige die daar wel op lette, was het kind zelf, die al vroeg overtuigd was, dat de goden haar voor iets anders bestemd hadden dan de vrouw te worden van een Sneekenaar als haar vader, hoe eerbied- waardig die dan mocht zijn. En misschien was er nog iemand de vrouw die van het meisje de eerste schreden op het pad der wetenschap leidde, en die als oude en wijze vrouw van jaren mij de levensgescbiedenis van het kind Verhaalde. Het was een ro- mantisch wezentje, dat altijd in droomen leefde. De wereld buiten Sneek, die wilde zij kennen. En zij heeft die gekend. Zij heeft gewild, en door dien wil bereikt. Het was de levensgeschiedenis van haar die als j Matahari bekend is geworden, avontuurlijk. geleefd heeft en avontuurlijk gestorven is.. door den kogel, als een die gespionneerd had, doch den dood niet vreesde en hem recht in de oogen wou zien, -zonder Mind- doek. Zij heeft gezworven door de heele j wereld, zij is van alles geweest, zij heeft van alles gezien, en het Sneeker kindje met de lange vlechten is een wereldberoemdheid geworden, beroemd zelfs tot in haar dood. PARIJSCHE BAND1ETENBENDE VEROORDEELD. Te Parijs hebben een 14-tal apachen te- recht gestaan, bekend onder den naam van de bende van la Villette, die onder aanvoe- ring van Rene Jean een reeks moorden en plunderingen op haar kerfstok had. Ver- leden week werd uitspraak gedaan. Een der voornaamste bandieten Tissier, den moordenaar van mevrouw Desserre, werd ter dood veroordeeld; twee anderen, onder wie Rene Jean, kregen levenslangen dwang- arbeid. een derde twintig jaar dwangarbeid; de overige beklaagden kwamen er met ge- vangenisstraffen af. Er werden in het geheel 59 vragen aan de jury gesteld. die drie uur over haar besluit beraadslaagde. De leden der jury ondertee- kenden later een verzoek om gratie voor Tissier en zij verklaarden, dat het hun be- doeling was geweest, ook voor Ren6 Jean de doodstraf te eischen; door een onduide- lijke opstelling van hun beslissing had het er evenwel den schijn van, alsof zij ver- zachtende omstandigheden in aanmerking wjlden brengen voor alles, wat Rene Jean ten laste was gelegd, terwijl zij dit slechts hadden bedoeld voor een der tenlasteleg- gingen. Daar Rene Jean dus niet ter dood was veroordeeld. verzochten zij, dat men dan ook voor Tissier genade zou laten gelden. MET DE REVOLVER AFGEDWONGEN. Twee gemaskerde mannen drongen de zer dagen het kantoor van een groote ko- lenzaak te Mannheim binnen. Met de re volver in de hand dwongen zij de aan- wezige beambten tot afgifte van 800.000 mark. Denzelfden dag wisten twee opgeschoten jongens te Durkheim in de Pfalz uit een woning van een ambtenaar, na de bewo- ners met revofverschoten verdreven te hebben, 12.000 mark te ontvreemden. HE1DENSCHE WReEDHEID. Uiv Congo-Kassai wordt door een broe- dermissionaris aan de Annalen van Spar- rendaai geschreven: 'k Vroeg aan onzen kok, of ziin vader nog leefde. Neen, zeide hij, ze hebben hem be gravenDe oude was iedereen tot last geworden. De jongen zag mijn verwonderd ge- zicht. Wef, vervolgde hij op den natuurlijk- men de valsche broeders behandelt? De scheikundige had die vraag voorzien en den loop van zijn revolver werd weer zichtbaar. Houd u kalm, Arendshoofd, gaf hij ten antwoord, ik zal niets verraden, tenzij gij er mij toe noodzaakt. Het staat u vol- komen vrij uw reeks gepleegde misdaden nog te vergrooten, wat mij betreft tenminstc maar als ge tracht aan den ongelukkigen Romain De Cerisolles of aan haar, die h liefheeft, het geheim van de diamantfabri- catie te ontlokken door list of geweld, dan treed ik u in den weg en spaar u niet! Kom, Arendshoofd, handel nu als een verstandig man. Er staan u zooveel wegca open om het goud in uw geldkist te krijgen, dat ge wel van dezen weg kunt afzien. Welnu, is de vrede geteekend? Een onderdrukt gebrom was het eenige antwoord van den bandiet, die op zijn dun- ne lippen beet. Hij liep het paviljoen op en neer met gebalde vuisten, terwijl een on- heilspellend vuur in zijn oogen vonkte. Juli kende dien aanval van woede bij zijn voormaligen hoofdman; hij was even- gevaarlijk als die van een losgebroken tij- ger. Zijn blik verliet Arendshoofd geen se- conde en de revolver was tot schieten ge- reed. Eindelijk begon, dat heen en weer loopen van den ander hem te vervelen en hij zeide: Welnu, Arendshoofd, hoe denkt ge er over? Ik vertrouw wel, dat ge nu wat kal- mer zult geworden zijn. Eensklaps wendde de bandiet zich tot Ju lio en beet hem toe: Voor een worm als ge zijt speelt ge gevaarlijk spel. Jules Auclair, de falsaris, voorwaarden stellen aan zijn chef. Gelooft ge, dat ik voor de tweede maal je het leven zou redden? Pas op uw huid, spion, als ge zoo voortgaat! Ik zal u zoo netjes met deze dolk doorpriemen, dat je geen gele- sten toon der wereld, zoo is dat bij >.:s de gewoonte. Als eeu oude ons Dvecl, v. o'dt, dan slachteii zijn nabestaanden een ku v.n voor hem. Hij mag nag eens flink eten en hij faat het zich smakeri, geloof mec Er wordt een groote pu|t gegraven. In den kuil bouwt men een klein huisje, dat men met bladeren dekt, en brengt den ouden er henen. Voor eten en drinken iieeft men gezorgdi Het huisje wordt met aarde bedekt en zoc moet de oude, al kan hij zich ook vrij bewegen, stikken bij gefcrek aan fucht. 's Avonds gaat men eens op den grond kloppen orn te hooren of vader nog leeft. Wezenlijk, vader kiopt terug. Doch moest hij 's morgens nog ecus te- rugkloppen hopend dat den medelijden- de ziet wellicht redding brengt dan bouwt men een ander huisje boven op den kuil en men steekt het'in brand AFRIKA, DE VERKEeRUE WERELD. In Afrika groeit de wol op de hoofden der mensehen en het haar op de ruggen der schapen. De mannen dragen er soins Tang, de vrouwen altijd heel kort haar. Waar akkerbouw en vedteelt wordt be- oefend, pfoegen en zaaien de vrouwen. De mannen blijven thuis om te naaien, spinnen en de koeien te melken. De bergbewoners van Europa worden alge- ineen ats gastvrij, edelmoedig en dapper erkend, die in Afrika zijn: wantrouwend, Iistig en laf, zelfs in vergelijkitig met hun landlieden in de vlakte. Sommige Euro- peanen gelooven, dat de Afrikanen en ook zijzefven van de apen afstammen. De Afrikanen daarentegen meenen, dat hun ;zielen na hun dood in de lichamen van apen overgaan. GERED DOOR HAAR LACH Een zekere mevrouw Clara Philips te Los Angefos, een der vrouwen, die in de Vereenigde Staten tenecht moesten staan onder beschuldiging van moord, heeft aan haar glimlach te danken gehad, dat zij aan het schavot ontkomen is. Zij had een mededingster naar de gunsten van haar man vermoord, door haar met een hamer op het hoofd te slaan. De drie vrouwelijke leden der jury waren voor een doodv zn- nis, maar zij slaagden er niet in, den te- genstand der mannehjke juryleden te over- winnen, die onder den indruk waren ge- komen van „den beminnelijksten glim- fach, welken zij ooit te voren hadden ge zien". Deze glimlach stemde hen gunstig jegens de beklaagde en zij konden <er niet toe komen, een schuldigverkllaring uit te spreken. De beklaagde ontkwam op deze wijze aan d e doodstraf en zij zal thans in hooger beroep gaan, ten einde te probeeren, alge- heefe vrijspraak te krijgen. EEN VL1EGTUIG IN BRAND Een watervfiegtuig, bemand door den vliegenier Vigouroux en twee mediant- dens, vfoog bij het dalen op het meer van Hourtin in brand. De inzitfenden sprongen te water. Alleen de vliegenier werd door een visscher gered; de beide mechaniciens verdronken. „LANDRU" EEN BELeEDIGING. Toen de heer Henri Follet, gemeente- raadslid van Vernois les Vesvres (Zuid Frankrijk) dezer dagen den heer Minot, zijn burgemeester, „Landru" noemde, ge- voelde deze zich beleedigd en bracht de zaak voor de rechtbank. Daar werd beslist dat de burgemeester inderdaad beleedigd was in den zin van, de wet en werd de heer Follet veroordeeld tot 16 francs boete en de kosten. genheid meer heb om te ontsnappen en dan zweer ik, dat ik zal vinden wat ge mij ont- stolen hebt, al moest ik dit kasteel steen voor steen van elkander rukken! Ik vind 't best, gaf Julio ten bescheid. Als ik er niet meer ben, zult ge vrij spel hebben, maar eerbiedig de overeenkomst zoolang als ik leef. Dat zullen we zien! riep Arendshoofd woest uit. ik geloof niet, dat ge lang meer van uw leven zult genieten. Ellendige ver rader, ge zult den dag van heden duur be- talen! Toen hij de laatste woorden geuit had, was hij het venster genaderd en met een sprong uit het paviljoen verdwenen, terwijl zijn sanatische iach nog door het park klonk. De scheikundige volgde hem met de oogen en zeide tot zichzelf: Ik heb zeer onvoorzichtig gehandeld en ik kan wel zeggen, dat ik het hoofd in den muil van den tijger heb gestoken, maar ik zal lijden als het moet voor hen, die het goed met mij meenen. Ik was moedig in het kwade, waarom zal ik het dan niet zijn in het goede? Zonder kwade bedoeling, zon der dat ik het gewild heb, ben ik de oor- zaak van het ongeluk van Romain De Ce risolles geweest. Hem en zijn ongelukkige lieve jonge vrouw Lenore verdedigen, zal voortaan het doe! van mijn leven zijn, om mij te rehabiliteeren in de oogen van hen, die ik liefheb: Jeanne en haar verloofde. Tusschen ons beiden, Arendshoofd! Juilo naderde nu de jonge vrouw, die nog altijd in hypnotischen slaap verzonken was. Wat is zij schoon, mompelde hij, maar wat eci droevige trek op dat gelaat. Het is een engel, die gekvveld wordt door een demon. En deze wil zich haar vader noemen! O, kon ik hem dat slachtoffer ont- rukken! (Wordt vervolgd). COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 5