algemeen nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen. No. 7378. Vrijdag 17 November 1922. 70e J a ar gang Vsrdraagzaamheid en beslistheid. bin neTlaIiX" bbbstb bij a x>. Er was eens zoo vertelt een Arabisch sprookje een hemelfeest, waarbij ook gelijk zulks behoort al de deugden waren uitgenoodigd. Zij behoefden niet aan el- kander te worden voorgesteld, omdat zij el kander alien kenden. Zij kwamen immers op aarde zoo vaak in elkanders gezelschap, ja, zij kwamen in haar „alleenigheid'< haast nooit voor. Waar de eene deugd was daar kwam meestentijds, al was het na eenigen tijd, ook wel een anaere deugd 6ok weefr Een ongeluk komt nooit alleen, zeggen de bijgeloovige menschen. Maar de geloovigen weten iets beters; zij weten, dat een deugd nooit alleen voorkomt. Waar de eene deugd is, daar komt ook al gauw de andere. Maar toch waren er op dat Arabisch hemelfeest twee deugden, die elkander vreemd stonden aan te kijken; immers, zij hadden elkander nog nooit ontmoet. Zij waren tot nu toe el kander op de aarde geheel vreemd gebleven, en hadden nog nimmer elkanders kennis gemaakt. Zij wisten van elkaars bestaan blijkbaar niet af, en waar de een was ge- kOntn, was altijd de andere op den loop ge- gaan. Zij waren elkander stelselmatig ont- weken. Die deugden waren: de verdraag- zaamheid en de beslistheid. Die kenden el kander nog heelemaal niet. Die hadden het gevoel, dat zij elkander niet verdroegen, en zelfs elkander met mochten verdragen. De beslistheid was er geen oogenblik over in twijfel: Zij was een deugd, zij was de deugd bij uitnemendheid. Al bezat iemand alle andere deugden, zoo meende zij, maar de j beslistheid bleef hem of haar vreemd1, dan j „was hij of zij er nog niet, en dan mocht er j eigenlijk van andere deugden geen sprake I zijn. Maar op haar beurt dacht de verdraag- zaamheid even-zoo. Zij was de ware deugd. Zeker zij zou geen kwaad zeggen van de j andere deugden. Die mochten er ook zijn, 1 en kwamen met haar ook geenszins in con flict. Alleen: zij haatte de beslistheid, daar kon zij niet mee overweg. Waar die kwam, j daar was meende zij haar rijk gedaan. j En zij erkende dan ook de beslistheid niet als een deugd. Men had eigenlijk zoo meende zij, de keus: of men moest het met haar houden, en dus de verdraagzaamheid hul- digen, of men moest het dan maar houden met de beslistheid, maar zoodra zij (de ver draagzaamheid), dat merkte, nam zij de vlucht. En zoo kwam het dan, dat de be slistheid en de verdraagzaamheid elkander niet kenden, en ook dachten maar beter te doen, met niet te dicht in elkanders buurt te kofnen. Totdat het hemelfeest ze deed in- zien ineens, dat zij toch heusch wel bij el- kaar hoorden, en dat zij niet vijandig aan elkander behoefden te zijn. Dit sprookje, door ons nu „vrij vertaald" en ietwat uitgebreid, is wel zeer leerzaam. Het vertelt een heel groote waarheid. Ver draagzaamheid en beslistheid verdragen el kander niet. De verdraagzaamheid is nog niet zoo verdraagzaam, dat zij de beslist heid verdraagt. En de beslistheid zoekt haar beslist-zijn vooral te uiten en in toe- passing te brengen door aan de verdraag zaamheid met de meest mogelijke beslistheid een plaats te ontzeggen. De meeste beslisten doen maar net alsof er geen verdraagzaamheid hoort te bestaan. Er zijn zelfs van die „beslisten", die er een soort werk van maken, om de verdraag zaamheid bij de menschen in een kwaden reuk te brengen, en die voor den verdiaag- zame niet veel anders over hebben dan een afkeuring en veel verdachtmaking. Mocht er eens iemand wezen, die toch ook er wel degelijk een meening op na houdt, maar die in ernst meent verdraagzaam te moeten en mogen wezen, dan kan de zoodanige er vrii wel zeker van zijn, dat de ,,besliste" zij beslist-zijn ir: twijfel zal trekken, en he' met zijn beslistheid verdacht gaat make- Zij, zijn de menschen, die het weten, en d ,,het" hebben, en die er dan ook eigenli alleen maar mogen wezen, en die maar a!- Jeen de lakens mogen uitdeelen. Wij noemen, om den ernst van ons betoo; niet te schaden, en het klemmende van deze redeneering niet te verkleinen of verkorten, nu met opzet geen voorbeelden, al liggen die aan alle kanten voor het grijpen, zoo op maatschappelijk, als op staatkundig als op religieus gebied. Deze, door ons geteekende en bedoelde „beslisten" hebben de beslistheid in pacht, naar zij meenen, en een ander, die niet van hun school en gedraging is, heeft niet het recht, zich wezenlijk beslist te wanen of te noemen, zij alleen hebben het recht op den naain, zij hebben het mono- polie, krachtens hun in en bij alles doorge- voerde en doorgezette beslistheid. Deze menschen hebben ook wel degelijk hun ,,v6or". Men weet bij hen, waar men „aan toe" is, zij steken hun meening niet onder stoelen of banken. Zij verhelen u hun opinie geen oogenblik, en kijken nimmer de kat uit den boom. Zij durven er voor uit te komen, en komen er dan ook telkens en dadelijk voor uit. Zijn zij met iets inge- nomen, en meenen zij oprecht, dat iets in hun lijn ligt, dan spannen zij zich daar voor en spannen zij er zich duchtig voor in. Zij hebben er dan bijkans alles voor over. Geen offer is hun te zwaar. Zij staan voor hun zaak. Zij deinzen nergens voor terug. Wat zou de wereld zijn, en wat zou er van de wereld worden zonder deze „beslisten"? Wat gebeurde er dan weinig, en wat zou heel veel, dat toch zoo noodig gedaan moet worden, ongedaan blijven! Er moge nog zoo veel op deze beslisten zijn aan te mer- ken, wij willen toch geen oogenblik hun be- teekenis ontkennen of ook maar verkleinen, deze beslisten zijn het, die dc wereldge- schiedenis maken, en van wie de groote daden, goed laten in het ons oog dan heel vaak verkeerde daden zijn, - maar j toch: zij zijn de menschen, van wie de groote 1 daden afkomstig zijn. Misschien dat zij ook we! eens werkelijk een oogenblik eenzijdig beslist er. dus eenigszins onverdraagzaam moesten wezen. Maar het nare en bedroe- vende is dit, dat zij leerlingen maken, die in de eerste plaats altijd verder gaan dan de meesters. En dan: dat hun tijdelijk en mis schien veelal gerechtvaardigd onverdraag- zaam-zijn door domme en dweepzieke vnl- gelingen wordt aangezien als model ter navolging", zoodat dezen nu ook verder en geheel onnoodig de praktijk voortzetten. Zoo kweeken deze beslisten", die zelf zoo veel goeds en groots tot stand brachten, nu Ook, en geheel tegen hun wil en bedoelen misschien een nageslacht, dat de cnver- draagzaamheid beschouwt als ..het" ware kenmerk van de richting of partij, en zoo is het die zelfde - eerst wellicht gemotiveer- de doorzetterij, die in het vervolg en in den nasleep tot allerlei onheilige en onheil- aanbrengende gevolgen en imitaties Ieidt. Van de verdraagzamen ook zij allereerst niets dan goeds gezegd. Wat zou de wereld wederom zijn zonder deze verdraagzamen? Dan vraten ze elkander op met huid en haar, en werd dit tranendal, waar toch al veel meer zuurs dan zoets vaak te vinden is, een soort Russische steppe vol doods- beenderen en afgrijzen. Het zijn de ver draagzamen, die de wereld in evenwicht houden of telkens weer brengen. En wat is toch ook de ware verdraagzaamheid een kapitale deugd! Hoe mooi is het: werkelijk verdraagzaam te zijn. Een ander ook nog ziin plaats te gunnen, en niet maar alleen iets goeds te willen hooren van de menschen van de eigen soort of kring, doch tevens te willen waardeeren die anderen, ,,die met ons niet volgen", en in wie toch ook wel iets, zoo niet veel, is te waardeeren, en zelfs wel te bewonderen. Wij kunnen van de ware verdraagzaamheid niet te veel goeds zeg gen. Zij heeft de wereld behouden. Moge de beslistheid het zijn, die de groote dingen tot stand orengt, het is de verdraagzaam heid, die ze conserveert en in stand houdt. Toch is er geen gevaarlijker ding tevens dan de verdraagzaamheid. Zij kan zoo licht ver- Oasteren. Dan „doet" zij verdraagzaam, doch zij is in werkelijkheid iets anders. Zij is dan niets dan een soort slappe onbeslist- heid. Wij kennen van die menschen, die niet weten en nooit weten wat zij willen, en die nu maar met alle winden zoo-wat mee- waaien, en dat onder den schijn van zeer verdraagzaam te zijn. Op die wijze opge- vat, leidt de verdraagzaamheid tot niets goeds, maar bedriegt zij door den vromen en schoonen schijn. Het is dan het gebrek aan persoonlijke overtuiging, dai bemanteld worut door een schijn van verdraagzaam heid, en wij zeggen met opzet: een schijn, omdat deze menschen eigenlijk het recht nnssen om verdraagzaam te zijn. Zij tiebberi niets te verdragen, om deze eenvoudige reden, dat zij zelf niets bezitten. Dan is het al heel gemakkelijk om zich een schijn van echte verdraagzaamheid aan te matigen, en zich te tooien met een schijn, die niet toe- komt aan den drager. Alleen de echt besliste heeft recht op den naam „verdraagzaam". En daarnaast dur ven wij het ook wel aan, om te zeggen: al leen de echt verdraagzame mag beslist heeten. Die is een, die zijn plaats weet. Die een keuze, een besliste keuze heett gdaan. Zoo heel veel menschen zijn dom-beslist. Zij hebben nooit verder gekeken dan hun partij-neus lang was. Zij hebben altijd ge- xeken door de tamelijk beslagen brilleglazen van een ander. En dan werden zij eenzijdig, en bedekten hun domheid en malle eenzij- digheid met zoo'n mooi schijnende beslist heid. Maar dezen verdienen den naam van „beslisten niet. Wij onthielden ons tot nu toe in deze regels stelselmatig van eenig voorbeeld, hoe groot de verzoeking ook was, om dat- gene, wat wij hier beweerden, te staven met eenig voorbeeld, van wat voor terrein dan ook. Wij willen ten besluite nu ook met afwijken van het niet zonder moeite gehou- den pad. Maar wel willen wij een voorbeeld geven van Een, die waarlijk en beslist en in hooge mate verdraagzaam was. Jezus Christus was het immers beide. Nooit is iemand met zoo groote beslistheid opge- treden. Nooit heelt ook iemand zijn zaak zoo-zeer de eenig ware zaak genoemd als Hij. Wie Hem met volgde, zoo sprak deze Meester, wandelde in het duister. Wie hem inn ge.ieor^aaniue, mocnt op geen eeuwig ,^ven nopen. Wie met Hem niet vergaderde, ,.,v..uoiQe. Wie met Hem niet was, die mge.i riem. En toch: hoe was deze aan den anderen kant verdraagzaam in de hoog- x/e 1...0 iij o^,g en uart voor ai- les wat zich daar bewoog in der menschen hart. Hoe durfde Hij het aan, om het groot- geloof te prijzen van een, die niet eens tot het uitverkoren volk behoorde! En hoe be- strafte Hij zijn jongeren, die met hun be slistheid hadden gemeend zich al heel ver- dienstelijk te hebben gemaakt, door hun toe te voegen: Wie niet tegen ons is, die is voor ons! Hij wist op wondere wijze te vereeni- gen: beslistheid en verdraagzaamheid. Aan zijn beslistheid kon niemand twijfelen. Aan zijn verdraagzaamheid evenmin. Wat in Hem het sterkste was, valt moeielijk te zeg gen. Het is Zijn beslistheid, die Hem aan het kruis heeft gebracht. Maar 66k Zijn ver draagzaamheid. Was Hij minder verdraag zaam geweest, dan zou het met Hem nog niet zoo'n vaart hebben geloopen. Die com- binatie moet ons doel zijn: verdraagzaam en beslist. Beide evenzeer. Niet het een ten koste van het ander. Maar beide tegelijk! Ook al brengt zij kruis en lijden, verdenking en verguizing, zij brertgt toch in het einde 66k overwinning en heerlijkheid. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dondtrdag. 'De motie-Groenewcg inzake steun voor arbeidsters bij moederschap wordt ver- worpen met o5 tegen 24 stem men. De mot:e-Van Jen Tempel tegen uit- zonderingsbepalingen voor werklooze typo- grafen wordt zonder lioofdelijke stemming aarigenomen. De motie-Van den Tempel, vragende om werkverruiming en werkverschaffing op uitgebreide schaal, om bijzondere huip aan vverkloozenkassen op den voet van het advies van den werkloosheidsraad en om tegemoelfkoming vail tenminste 50 pet. aan gemeenten voor steunverleening, ten- zijld e financieele toestand van de gemeente daartoe geen aanfeiding geeft, wordt aan- genomen met 61 tegen 28 stemmen. Hierna worden de algemeene beschou- wingen over de staatsbegrooting voortj- gezet. Minister De Geer verklaart, dat de re- geering nog volkomen vrij staat ten aan- zien van de klassificatle voor de ambte- narensalarissen. Hij wacht nog de voor- stellen van de klassificatie-commissie en zaf rekening houden met de gegeven wen- ken. De pensioenkorting is een onver- mijdelijkheid. Met de invoering van de pensioenkorting kan niet worden gewacht. Een wetsontwerp inzake verfofsiradje- rnenten, ook die van de KamerLeden, is in voorbereiding. De veiligstelling van den gulden moet vooropstaan bij de financieele politiek, ook omdat zonder deze Veiligstelling cuitureele belangen niet zijn te behartigen. De Minister verzekert, dat bij de bezuini- gingscommissie geen antipathie bestaat te gen het bijzonder onderwijs. ONDERZOEK VLEESCH WAREN. De Minister van Arbeid heeft het vol- gende medegedeeld aan Ged. Staten der provincies Het is noodzakelijk zoo spoedig mogelijk van waargenomen gevallen van vleesch- vergiftiging kennis te geven aan den vete- rinairen inspecteur, binnen wiens ambts- gebied het geval zich voordeed; met tij- dige waarschuwing belemmert in hooge mate het opsporen van 3e bron van in- fectie. De keuring van vfeesch en vleeschwa- ren, voor zoovei die niet op scheikundige onderzoek berust, behoort ingevolge art. 1, le van de Warenwet met tot de taak van de warenkeuringsdiensten, maar tot die van de vleeschkeuringsdiensten. Laatst- bedoelde diensten hebben dus toe te zien op de naleving van de bepalingen van het K. B. van 6 Juni 1922 en hebben be- halve het onderzoek op bederf of ondeug- delijk op andere gronden, bacteriologisch en organoleptisch onderzoek te verrichten Zij kunnen zich hierbij doen bijstaan door de vleeschkeuringsdiensten van andere ge meenten of gebruikinaken van de hulp van de veterinaire afdeeling van het cen- traai "laboratorium van de volksgezond- heid. Uitsluitend net scheikundig onderzoek behoort dus te worden verricht door, de keuringsdiensten van waren. ONZE VEE-UITVOER NAAR FRANKRIJK STOP GEZET. Gisteren is een decreet uitgevaardigd, waarbij de invoervergunningen van levend Hollandsch vee en geiten in Frankrijk wor den i ngetrokken. TER NEUZEN, 17 Nov. 1922. STORING IN DE ELECTRISCHE VERLICHTING. Wegens herstellingen is de Nieuwstraat voor het voertuigverkeer geslot-en en ne- men over het algemeen de voerlui van af de rolbrug over de iniddensluis hun weg door de Dijkstraat. Zoo ook gislter- namiddag een boerenjongen met een met 2 paarden bespannen wagen. De paarden geraakten op den afrit naar de Dijk^traatj eenigszins aan het hollen en waren met te stuiten, waardoor de bestuurde1)" 2 kan- sen had, of op een onlbeheierdi voor het cafe 't Scheepje staanden wagen met voor- gespannen paard terecht te komen, of te gen een paaf der electrische verlichting Het laatste werd het geval, waardoor de draad voor stroomvoeding der verlich ting afknapte en aanmerkelijke schade aan het ndt werd toe gebracht. Terstond wer den door den administrateur der centrafe maatregelen genomen voor herstelling, zonder in veijband ifi'et de fevering van krachtstroom voor moltoren den stroom geheef uit te schakelen. Een en ander vorderde zooveel tijd, dat het herstellings- werk voor het invallen der duisternis niet geheef was afgeloopen. Het openzetten der afsfuiters in verschillende perceelen maakte het weder inzettfn der zekerin gen hoogst bezwaarlijk en er restte niets anders dan bij gedeelten den stroom uit te schakelen. Dt was ofcrzaak, 3at ver schillende stadsgedeelten gedurende en- kele minuten in het donker kwamen, na- dat het licht reeds was ontstoken. DE UITVOERINGEN TEN BATE VAN EEN PENSIOENTJE. Het is zeker een loffelijk streven van de afdeeling Ter Neuzen van den Bond voor Staatspensionneering, om de oudjes, die niet in de gelegenheid zijn de premie voor een vrije pensioenverzekering te hetalen, zooveel mogelijk te hulp te komen en ook hen daar- door een pensioentje bij htm 65jarigen leef- tijd te verzekeren. Reeds eenige jaren heeft zij die taak op zich genomen en tracht de gelden daarvoor te vinden door het geven van een uitvoering, waardoor de leden ook in de gelegenheid zijn een ontspanning te genieten, en het mes aldus naar 2 kanten snijdt. Ook thans was er jl. Dinsdag en Woensdag in het Hotel de Commerce" weer veel belangstelling en het dubbele doel kan zeker bereikt worden geacht. De dames en heeren die zich disponibel hebben gesteld om door tooneelspel en voor- dracht den avond aantrekkelijk te maken, hebben succes op hun pogen. Zoowel de treffende opvoering van het propagandastukje „Zalig uiteinde", a's die van het blijspel „99 beesten en 1 boer" von- den algemeene toejuiching, terwijl ook de voordrachten in den smaak vielen. SOLISTEN CONCERT. Wij voldoen bij deze aan het verzoek, om de aandacht te vestigen op de in dit nummer voorkomende advertentie, betreffende een solisten-concert te geven in het Hotel Rot terdam". De daar optredenden, mej. Beatrix Noljora en de heer Albert Thoenies, zijn hier door hun herhaald optreden rmede bekenden geworden en de kunstliefhebbers zullen zeker de gelegenheid om deze artis- ten weder te kunnen hooren, niet ongebruikt laten. OPHEFFING ZONDAGSBESTELLING NAAR SPUI. Met ingang van a.s. 2ondag wordt de Zondagsbestelling naar Spui opgeheven. Belanghebbenden hebben gelegenheid tot het afhalen van alle correspondence ten postkantore te Ter Neuzen, des voormid- dags van 9 tot 10 uur. GEREF. KERKEN. Bedankt voor het beroep te Baarland door Ds. D. Scheele te Geesteren-Gelselaar. JUBILEUM DS. G. VAN DIS TE ZAAMSLAG. Het was Dinsdag j.l. een goede dag voor de Hervormde Gemeente alhier en voor haren leeraar en zijne familie. In de pasto- rie van Ds. G. van Dis was het duidelijk te zien, dat er iets bijzonders gaande was. Vele gasten waren daar tegenwoordig, ge- schenken en bloemen waren aanwezig en een menigte felicitaties in den vorm van brieven, kaarten en telegrammen werden binnengebracht. Geen wonder! Een dubbel jubileum werd in de pastorie en door de gemeente gevierd. 4 Nov. 1.1. was de dag geweest van het zil'vren huwelijksfeest en 14 Nov. was de dag van 25-jarige ambts- bediening, en de gemeente wilde op duide- lijke wijze blijk geven van haar medeleven in deze dingen. Om 2 uur n.m. had in de kerk een feestelijke samenkomst plaats. Een groote schare was daar tegenwoordig met de feestvierende familie, alien voorzien van een programma met feestliederen, voor deze gelegenheid uitgekozen of vervaardigd. Door den heer Abr. de Kraker, (President- Kerkvoogd) werd dit samenzijn geleid. Hij verzocht te zingen Gez. 93 1, waarna Ds. E. Raams in gebed voorging. In hartelijke woorden sprak daarop de heer A. de Kraker den jubilaris en familie toe, den wensch uit- sprekende, dat Ds. Van Dis, nog vele jaren het Evangelie mocht prediken. Als geschenk van de Gemeente bood hij aan: een eiken- houten bureau-ministre met stoel en een vulhaard. Als eenige feestliederen gezongen zijn, neemt ouderling J. de Kraker het woord namens den Kerkeraad, en geeft uiting aan zijn blijdschap en dank voor alles wat in de 21 jaren (van de 25) Ds. Van Dis voor Zaamslag is geweest. Hij wenscht hem kracht van God toe om moedig te blijven voort arbeiden en hoopt dat hij daarboven eens het loon van een getrouw dienaar zal ontvangen. Namens het Classikaal Bestuur van IJzendijke waarvan de jubilaris voorzitter is, sprak Ds. H. Akersloot van Houten Roos. Hij zegt Ds. Van Dis, door jarenlange sa- menwerking, te hebben leeren waardeeren in zijn arbeid. Het behandelen van kerke- lijke zaken, grootere en kleinere, en ze in hun juiste waarde schatten is niet gemak kelijk. Een vergadering leiden waar de mee- ningen uiteenloopen valt niet mee. Spreker heeft bij den jubilaris de tact voor deze dingen gevonden, en constateert tevens met blijdschap, dat de vergaderingen van het Classikaal Bestuur waar vroeger wel eens een bittere stemming kon heerschen nu een aangenamer verloop hebben. Hij wenscht dat God, die Ds. Van Dis tot heden sterkte, hem verder door Zijne genade moge in staat stellen tot al zijn arbeid. Namens den Ring Axel sprak Ds. A. Timmerman. Hij getuigt, namens zijne col- lega's, dat zij deelen in de feestvreugde van dezen dag en biedt als geschenk een muziek- kastje aan. Daarop gedenkt hij de 25 jaren die voorbij gingen. Voor den jubilaris jaren van zegen en beproeving ook van blijdschap en druk, verbonden aan het ambt. Toch zijn de predikers niet te beklagen, omdat zij leven bij eeuwigheidslicht. De smaad die Jezus in hooge mate van Zijne tijdgenooten moest ondervinden, is nog niet ten deel ge vallen aan Zaamslag's leeraar. Gij hebt een goede gemeente en flinke bestuurders, zoo wel onder heeren Kerkvoogden als Kerke- raadsleden. Toen indertijd in de oude kerk „Gods woord op den kansel niet meer droog lag" (zooals Ds. Knottnerus opmerkte), stond er spoedig een nieuwe kerk. De ge meente die U 21 jaren trouw bleef werkt heden eendrachtig mede aan dezen feestdag. Ik wensch U hartelijk geluk, en ook Uwe vrouw die, voortgekomen uit een kring van echte belangstellenden, steeds voor U tot grooten steun was. Gij hebt, afkeerig van kunstvuur of vliegwerk het Evangelie in eenvoud gebracht. (^>d geve U nog vele jaren opgewekt te aroeiden voor Uwe ge meente. In onzen Heer zal Uw arbeid niet ijdel wezen. Het spreken van deze personcn werd af- gewisseld door het zingen van toepasselijke liederen door de gemeente en door de Chris- telijke zangvereeniging ,,Zingt den Heere een nieuw lied", onder directie van den heer Simons. Toen de heer De Kraker aan nog meerderen in de vergadering het woord gaf om den jubilaris toe te spreken, gaf de Edelachtbare heer De Feijter te kennen ook iets te willen zeggen. De burgemeester van Zaamslag sprak daarop de feestvierenden hartelijk toe en wenschte hen geluk. Hij sprak van het groote voorrecht, dat een predikant heeft om te zijn dienstknecht van God en te verkondigen de genade en deug den van den Heiland, die voor ons stierf. En dit 25 jaren lang, Zondag aan Zondag te mogen doen valt niet ieder te beurt. Hij wijst er met blijdschap op, dat de gemeente Zaamslag over't geheel gehecht is aan den dienst van God, en verwacht daarvan zegen in deze moeilijke tijden van ongeloof en re- volutie. Hij wenscht den jubilaris nog vele, rijk gezegende dienstjaren toe en verzoekt de aanwezigen te zingen Ps. 121 4. Namens de gemeente Axel, waarvan Ds. Van Dis consulent is, bracht ouderling Van Kruiningen zijne felicitatie en goede wen- schen uit. Er waren nog wel meer menschen aanwezig, die voor de feestvierende familie een gelukwensch op hun hart hebben, maar niet ieder heeft de gave van het woord. Toch wilden deze niet achterblijven. Verschei- dene personen gingen daarop dan naar Ds. en mevrouw Van Dis toe om hen hartelijk de hand te drukken en te feliciteeren met een enkel woord. Onder hen bevonden zich ook twee afgevaardigden uit den kerkeraad van Hontenisse. Ten slotte spreekt nog meester Simons. Het verblijdt hem, dezen dag te mogen bijwone'n, voor Zaamslag van zoo groote beteekenis. Men hecht aan elkaar in 21 jaren. Ook wel doornen levert dat samenleven op, maar op een dag als deze bloeien alleen de rozen. Namens de Christel. Jongelingsvereeniging, waarvan de jubila ris eere-voorzitter is, en namens de Christel. school, van welks bestuur Ds. Van Dis voorzitter is. brengt spreker zijne welve- meende gelukwenschen uit. Hij uit den wensch, dat Ds. Van Dis nog langen tijd zijn arbeid zal mogen doen en hoopt op een gouden jubileum. Zichtbaar ontroerd nam de jubilaris daarop zelf nog het woord en dankte alien, die hem en de zijnen hun sympathie hadden beloond. Liever had hij gezwegen, hij ge- voelt zich beschaamd door dezen dag, waarop zooveel vriendelijkheid hem om- ringt. Ieder die gesproken heeft werd met een toepasselijk woord beantwoord, waarna Ds. Van Dis Gods zegen toewenscht aan de gansche gemeente en over alien arbeid aan oud en jong. „God doe U verstaan", zoo sprak hij, „de heerlijkheid van het Evangelie, dat altijd jubileert. Zij daardoor ons „leven een lied, een dankzegging. Soli Deo Gloria!" Als daarop Ds. E. Raams in dankgebed is voorgegaan, werden nog enkele liederen gezongen en ging de schare blijde en dankbaar huiswaarts. Des avonds 6 uur was wederom een groote schare bijeen in het kerkgebouw der Ned. Herv. gemeente. Ds. Van Dis trad toen op, om zijne gedachtenisrede uit te spreken. Deze rede was gezet in den toon van oot- moed, getuige de voorzang uit Psalm 130 2, doch ook in den toon van dankbaarheid, getuige het hoofdstuk, dat werd voorge- lezen: Ps. 103. In zijn voorwoord erkent de jubilaris, dat de gemeente dezen dag voor hem tot een onvergetelijke heeft gemaakt. Zelf gevoelt hij groote tekorten, maar den nadruk wil hij leggen op hetgeen GOD voor hem is geweest in die 25 jaren, en alle kronen, alle eerbewijzen wil hij neerleggen 1 voor den troon van God. Een woord van Godsverheerlijking wil hij spreken naar j aanleiding van 1 Tim. 1:12. Spreker zegt, dat het een hooge eer is geroepen te zijn tot de bediening van het Evangelie. Bij de i gedachten aan eigen zwakheid en ontrouw verootmoedigt het, maar het brengt tot i danken bij en door de ervaring, dat God zelf heerlijk dient, degenen, die Hij roept om Hem te dienen. Terugziende op de 25 jaren die voorbijgingen, dankt spreker voor het Evangelie, dat in zijn eigen leven steeds meer licht spreidde en vraagt hij: waarmede zal ik den Heer tegenkomen om te danken? i Het is Gods genade die, temidden van een wegzinkende wereld ons leven verheerlijkt door Zijne vergevende liefde, opdat we eens daarboven voimaakt Hem zullen kunnen dienen. Vele dingen bedreigen den Evan- geliedienaar. Niets wordt zoo tegengespro- ken als het kruisevangelie. De geestelijke dingen worden nu eenmaal minder waard geacht dan de stoffelijke. Slap worden in het dienen en het jagen naar succes en wereldsche eer, dat dreigt ook. Gods genade alleen geeft kracht om getrouw te blijvm in het overbrengen van de zuivere bood- scltap van onzen Koning. Spreker dankt voor de kracht, door God hem verleend. In het Evangelie, dat zijne beteekenis houdt in deze wereld, die steeds armer wordt, heb ben we de kracht om te blijven leven; het bedienen van dat Evangelie maakt innerlijk sterk. En de ontvangen kracht is waarborg voor te ontvangen kracht in de toekomst. Hoe lang zal spreker nog mogen dienen? Daaraan wil hij niet denken, doch dit met blijde gewisheid uitspreken: Zoolang en wanneer de kracht daarvoor noodig is,

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1