ALGEMEEN NIEUW8- El ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7373
Maandag 6 November 192
70e .laarfc> ant
Paarden- en Veemarkt.
a. 30.000 K.G. Grenailles.
HET H00BI0TTIG 6IEEIM.
Paarden- en Veemarkt
Burgemeester en Wethouders der gemeente
b. 30.000 KG. Macadam 2/3.
BINNENLAND.
FEUILLETOH.
BUITENLAND.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, maken bekend, dat in die gemeente
zal worden gehouden op WOENSDAG den
15 NOVEMBER 1922, zooals nader in de aan-
plakbiljetten is omschreven.
Ter Neuzen, den 6 November 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. 1. ZONNEVIJLLF, Secretans.
ZAAMSLAG
wachten voor of op Dinsda£ 21
November a.s. des voormiddags
91/2 ure
A. Prljsopgave met monster in
voor de leverantie van
U, Het Vervoer met uitspreiding
volgens aanwijzing van bovengemelde.
Zaamslag, 3 November 1922.
Burgemeester, en Wethouders voornoemd,
Burgemeester, J. DE FEIJTER.
ris, J. ST
Secretaris,
JTOLK Lzn.
NEDERLAND EN BEJ.GIE.
Beklaogd en benijd door de Soir.
Een medewerker van de „Soir" schrijft
uit Rotterdam aan dat blad over een on-
derzoek, dat hij ter pfaatse instelde over
den algemeenen toestand in Nederland.
Hij laat echter zijn zegsman aan het wocrd,
een Belg sedert langen tijd in Nederland
gevestigd en op de hoogte van de toestan-
den. Deze vangt aan met de verklaring,
dat de Nederlanders de hervatting van de
onderhandelingen met Belgie niet wen-
schen daar zij er geen belang bij hebben
en daar zij bovendien andere quaesties
aan het hoofd hebben. De voornaamste
van deze brandende quaesties is wat men
in Nederland aldus de zegsman „de
malaise" heet. Van die malaise geeft men
zich in Belgie geen rekenschap, vooreerst
omdat men zich laat verblinden door den
hoogen koers van den gulden in vergelij-
king met den franc, maar ook omdat de
uitnemend gedisciplineerde Nederlandsche
pers van alle gezindheid geen uitvoerar-
tikel maakt van pessimistische overwegin-
gen. De malaise is nochthans zoo intens,
dat de groote Nederlandsche banken,
reeds tweemaal door de regeering bijge-
sprongen, zich weer op een duimbreedte
van de ramp bevinden. Ondanks den kwij-
nenden toestand in handel en nijverheid
heerscht vertrouwen, doet men althans
vocsr de oogen van vreemdelingen alsof
dit heerscht. Boven alles rneent de zegs
man echter zijn bewondering te moeten
uitdrukken voor de heerlijke instelling
„Nederland in den Vreemde", waarvan
de meest beteekenende financiers, nijve-
raars en handelaars deel van uitmaken.
De afdeeling NederlandAmerika, nauwe-
lijks opgericht, zou reeds merkwaardige
uitslagen te boeken "hebben.
Wijzend op de verwaarloozing door
Belgie van propaganda als gevoerd door
„Nederland in den Vreemde" verklaart
de zegsman dat het te laat is om den Ne
derlanders uit het hoofd te praten dat
de Belgische verwoeste strekeri niet zoo-
zeer werden geteisterd of dat de Belgen
wel twistziek moeten zijn om van Duitsch-
De notaris, in den grond een braaf man.
die de moeder van de beide Cerisoijes
goed gekend had, werd bewogen door die-
pe smart en zeide:
Hoor eens, mijnheer, ik zaT een laatste
poging wagen om uitstel te krijgen. Ver-
lies den moed niet en stel alle pogin-
gen in het werk onr er door te komen.
Schrijf aan uw broeder en zeg hem de
voile waarheid. Mijnheer Pierre houdt zoo-
veel van u, dat hijj u tzeker zal helpen.
O, daar twijifel ik niet aan
Welnu, dan kan alles terecht ko
men, geef mij twintig duizend francs en ik
neem op mij uw voornaalnste schuld-
eischers te vreden te stellen.
Vrij treurig gestemd ging Romain naar
huis terug. Evenwel, Lenore mocht ner-
gens van weten en daarom toonde hij
een opgewekt gelaat, zoodra hij het hek
van het park gepasseerd was.
Hij nam zich voor den raad van den no
taris op te volgen en zijn broeder te schrij-
ven.
Hij vroeg zich echter af, of die brief
wel ooit terecht zou komen. Want sedert
Pierre het kasteel bad verlaten, was niets
anders door hem bericht, dan zijn vertrek
naar Madagascar. Maanden en maanden
waren verloopen en niets hatf men meer
van hem gehoord.
t Door de lanen van het park op zijn huis
toeschrijdend, verweet Romain zich nu zijn
onverschilligheid tegenover Pierre, en *nij
schaamde zich diens hulp in te roepen.
land met zijn lagen markkoers betaling
te eischen. Doch wel kan in Nederland
de overtuiging werden aangekweekt, dat
de Belgische nijverheid zich herstelJ heeft.
Waarom, oesluit de zegsman, wcrdt in
dezen zin geen propaganda gevoerd door
middel van de film, waarom wordt in de
Belgische pers niet meer belang gesteld in
Nederlandsche kwesties? Want in Neder
land zijn voor de Belgische nijverheid
ongetwijfeld zaken te doen. Doch de Bel
gen moeten zich daartoe in Nederland
bekend maken. Daar worden zij nu als
naar den afgrond rcllend beschouwd, of-
schoon zij er niet 't slechtste aan toe
zijn. Op de Nederlanders moet indruk
worden gemaakt met cijfcrs, documenten
en fotografie. Duitschland begrijpt dit
best.
DE ZOMERTIJD.
Het rapport van de Landbouw-commissit
uit de Christelijk Historische Unie, om-
trent den vvettelifken zomtrtijd luidt als
volgt
Evenals andere crisismaatregelen is de
wet op den zomertijd onnatuurlijk en word
dientengevolge door een groot deel der
bevolking niet nageleefd. Waar zij boven
dien voor een groot deel der bevolking
ernstige bezwaren oplevert, behoort zij te
verdwijnen. Deze bezwaren zijn de vol-
gende:
a. Deze wet voert op het platteland
een tweeslachtige tijdsverdeeling in. De
officieele personen en lichamen houden
zich aan de wettelijke regeling, doch vele
anderen, als melkslijters, winkeliers, sme-
den enz. moeten zich aanpassen aan den
landbouw, die nu eenmaal met den stand
der zon rekening moet houden.
Ook in het gezinsleven van den boer
werkt de wet storend, vooral met het oog
op de schooltijden der kinderen. Gewoon-
lijk kunnen dezen de maaltijden, niet ge-
lijktijdig gebraiken met de overige leden
van het gezin.
b. Ook met het oog op de gezondheid
van het kind, dat door dezen zomertijd
nachtrust tekort komt, is het van belang
dat deze regeling verdwijn. Immers wan-
neer het klokje van ter ruste gaan voor
de kinderen slaat en de zon nog betrekke-
lijk hoog aan den hemel staat, gaat men
er niet zoo gemakkelijk toe over de kinde
ren te bed te brengen, doch regelt men zich
naar den stand der zon; des morgans ech
ter slaat de schoolklok op het officieele
uur, zoodat het schoolkind een uur nacht
rust te kort koml. Heeren doctoren dringen
steeds op veel nachtrust voor kinderen aan,
doch dit wordt door den zomertijd tegen-
gewerkt.
Dit bezwaar geldt feitelijk voor den
landbouwenden stand ook op ouderen leef-
tijd. Ook de volwassen landbouwer, die
blijft werken zoolang bet dag is, geniet
door den zomertijd een .te korte nacht
rust.
c. Nadeelig is ook de zomertijd voor
de gezondheid van arbeiders, werkzaam
bii den land- en tuinbouw. Het wieden,
snijden en phikken der gewassen, terwijl
deze nog vochtig zijn van den dauw, moet
op den duur schadelijk woken op de ge
zondheid der arbeiders.
d. Het verzamelen van de vruchten,
terwijl zij nog vochtig Zijn, werkt ook scha
delijk op de kwaliteit, omdat zij daardooT
spoedig beginnen te broeien en tot be-
derf overgaan.
e. Tengevolge van den zomertijd moet
gedurende een groot deel van het jaar het
melken bij duisternis plaats vinden, het-
geen belet, dat de bereiding van de melk
zoo hygienisch geschiedt als gewenscht is
en bij voldoende licht mogeWjk is.
f. Doordat de ve'fingen en ook de ver-
voernrddelen zich aan den zomertijd aan
passen, moet men zich bij) den tuinbouw
een uur vervroegen.
Als het niet voor Lenore en mijn doch-
ter was, dacht hij, dam zou ik niet schrij-
ven en de zaken op haar beloop laten.
Verdiept in dergelijke gedachten, merkte
hij niet op, hoe Manon met snelle schre-
den naderde en hij sehrikte op uit zijn
overpeinzingen, 'toen de irouwe zief hein
toeriep:
Kom, mijnheer, gauw! Er is icmand
die op u wacht en die brandt van verlan-
gen u te begroeten
Hemel, wat is er nu weer.* vroeg
Romain ontsteld.
Nu, nu, mijnheer, eet me ma2r met
op! Hij is in goed gezelschap, want een
vrouw als me vrouw Lenore kan iemand
best onderhouden met het gesprek
Met mijn vrouw? viel Romain onge-
duldig uit. Maar eeuwige babbelkous, zult
ge nu toch eindelijk eens zeggen, wie op
het kasteel is gekomen
Nu mijnheer raadt maar eens! riep
de oude Manon plagerig uit. Kom, kom
vervolgde ze, toen ze zag, hoe Romain's
gelaat betrok, wind u maar niet op, het
is een vriend, een heel goed vriend, dien
ge in geen tijd gezien hebt.
Verheugd riep Romain int:
Het is Pierre, nietwaar, onze goede
Pierre
Neen. mijnheer Pierre is het niet,
zeide de oude nu op emstigen toon, maar
het is toch een goede vriend, het is mijn
heer Narjac.
Narjac? O, het is de hemel, die hem
mij zendt! riep Romain uit en hij snelde
naar het kasteel.
IV.
De vergiffenis van de doode.
Sedert een week was de oude bandiet
g. Vooral bij den hooi- en. korenoogst
gaat er voor de bewerking van de ge
wassen een uur verloren. Het hooi en
graan is niet droog voor 's morgens onge-
veer 8 uur zonnetijd, zoodat. men met de
bewerking pas 9 uur zomertijd kan be
ginnen, wefk uur dus als werktijd ver
loren gaat, tenzij het des avonds wordt
ingehaald.
h. In den landbouvy wcrdt 's avonds
reeds langer gewerkt (ongeveer tat 6 a
7 uur zonnetijd) dan bij1 de industrie en
handel (5 of 6 uur zomertijd), zoodat door
den zomertijd het verschil tusschen de
arbeidstijden in den landbouw en in de
industrie verscherpt wordt ten nadeele van
de arbeiders in den landbouw.
i. In den landbouw moet men zich nu
eenmaal noodgedwongen aan den zonne
tijd houden en wordt men daardoor be-
lemmerd bij het gewone maatschappelijk
verkeer zich aan te sluiten, omdat men
steeds een uur later komt (bijwonen van
vergaderingen, bezoeken afleggen enz.),
tenzij men zijn werkzaamheden een uur
vroeger beeindigt, wat niet altijd moge-
lijk is.
j. Ook de bewering, dat kunstlicht be-
spaard wordt, gaat slechts voor een ge-
ring deel op. Die besparing is eenzijdig,
zij bestaat hoofdzakelijk voor de stedelin-
gen en spoorwegen. Daar staat echter nog
verlies tegenover, want gedurende het
voorjaar en het najaar moeten velen, die
vroeg moeten beginnen, des mcrgens hun
werk bij kunstlicht verrichten.
Samenvattend, komt de commissie op
grond van voomoemde. overw^egingen, tot
de slotsom, al moge de wet op den zo
mertijd voor de stedelijke bevolking eenig
vpordeel brengen, dat dit voordeel niet
kan opwegen tegen de onaangenaamheden
en nadeelen, die voor den land- en tuin
bouw van haar het gevolg1 zijn. De com
missie dringt er daarom ten ernstigste
op aan, het mogelijke te doen, opdat be-
doelde wet ten spoedt'gste worde inge-
trokken. (Ned.)
DE WON1NGVOORZIENING.
Stopzetting der bijdragen en premies in 1923
Ten opzichte van de woningvoorziening,
zegt de regeering in de momorie van ant-
woord inzake hoofdstuk I der Staatsbe-
grooting, vooreerst van oordeel te zijn
dat het geven van bijdragen en premies
voor den woningbouw in den loop van
1923 moet beeindigd worden. Ook zal bin-
nen den kortst mogelijken tijd moeten
teruggekeerd worden tot het standpunt,
dat de Staat ten aanzien van de woning
voorziening slechts aanvullend en verbe-
terend zal optreden. Het plotseling stop-
zetten van alle toezeggingen zou tot groote
moeilijkheden leiden. Maar wel heeft de
regeering besloten, dat het bedrag van
80 millioen gulden, hetwelk van 1922 het
maximum vormde der toezeggingen van
voorschotten en premies, van 1923 ten
minste tot de helft zal worden terugee-
bracht.
NED. RIDDERORQEN.
De versierselen niet meer op's Rijkskosten.
Verschenen is een ontwerp van wet tot
wijziging der wet van 4 April 1892 (Stbl.
55) tot instelling der Onde van Oranje
Nassau.
In de toelichting herinnert de minis
ter van Binnenlandsche Zaken dat aan
benoemden in de Nederlandsche orden de
versierselen dier orden op Rijkskosten
worden uitgereikt. De regeering acht het
wenschelijk, met deze praktijk te breken,
evenals reeds in Belgie geschied is, en
het aankoopen van die versierselen aan
de benoemden zelf over te laten. Hier-
door zullen het karakter en de beteeke-
nis van de onderscheiding niet worden
Julio van de bende der Wakkere Jongens
op weg naar volkomen beterschap.
Met de beterschap van het lichaam
sfcheen er ook beterschap van de ziel te
zijn ingetreden, want op een dag, dat hij
voor het eerst op mocht zitien, zeiue hij tot
zijn dochter:
Lieve Jeanne, ik ben een ellendeling
en ik schaam mij over mijzelf. Ik ben
bang, dat ik in uw bestaan een sta-in-
den-weg zal zijn. O, kind, waarom hebt ge
me met dien goeden dokter Letoret toen
verzorgd op die wijze?
Zwijg, vader, zwijg! zeide Jeanne.
Ik wil niets weten van hetgeen ge uzelf
te verwrijten hebt. Ik weet maar een 4<ng
en dat is dat ik^ u teruggekregen heb en
dat ge mij niet meer zult verlaten. J a,
lieve vader, ge blijft bij mij en voortaan
zullen we een vreedzaam getukkig be
staan leiden.
Arm kind, als ge eens wist hoe
ik in het slijk gewenteld heb en hoe diep
ik gevallen ben. Als ge dat wist, lieveling.
Vader, het verleden is dood en we
moeten het "niet terugroepen. Laat ons
nu slechts aan de toekomst denken. Alles
zal terecht komen als ge wilt en er zullen
nog dagen van gemk voor ons, aanbreken.
Als mijn arme moeder hier nog was, zou
ze zeker blij zijn met dezen loop der din-
gen.
Julio verbieekte. j
Arme heilige martel^res, zeTde hij, ik
heb u gedood door mijn slecht gedrag.
Jeanne kon met antwoorden en begon
te weenen.
De scheikundige liet het hoofd op de
borst zinken onder den last van tieftig zelf-
verw ijt.
De kantwerkster werd diep bewogen
aangetast; deze zijn gelegen in de be-
noeming zelf. Door die benoeming wordt
tevens het recht geschapen de versier
selen te dragen. Ten aanzien van vreemde
lingen zal in zooverre de bestaande prak
tijk zijn te handhaven met de te dezer
zake gevolgde internationale gelbruiken.
De in de wet neergelegde bepalingen ten
aanzien van de Nederlandsche orden ver-
zetten zich in het adgemeen niet hierte-
gen. Slechts art. 13 der wet tot instelling
der Orde van Oranje Nassau, schrijft de
uitreiking- van het versiersel aan den be-
noemde voor. Daarom is het wensche
lijk dit voorschrift op te heffen en te
bepalen, dat de voorschriften, welke ter
uitvoering van de zooeven' genoemde wet
wenschelijk mochten geacht worden, door
de Kroon zullen vastgesteld worden. In
dit uitvoerings(besluit zal dan het thans
mede in art. 13 gegeven voorschrift kun
nen opgenomen worden, dat de van Rijks-
wege uitgereikte versierselen bij bevor-
dering tot hoogeren rang of overlijden
aan den kanselier moeten teruggezondeu
worden.
Onder art. 40 van hoofdstuk II voor
1923 is 6800 uitgetrokken voor aankoop
en herstelling van decoratien. Dit zal, bij
het volgen van de nieuwe gedragslijn,
voor een deel worden bespaard.
Het vorenstaande heeft geen betrekking
op de Militaire Willemsorde en op me-
dailles, zoodat deze ook in de toekomst
op 's Rijks kosten zullen verstrekt worden.
DE HU1SINDUSTR1E.
De noodzakelijkheid om zoo min mo-
gelijk nieuwe uitgaven ten laste van het
Rijk te brengen, heeft de indiening van
een wetsontwerp op de huisindustrie te
gengehouden. Zoodra zulks mogelijk blijkt
zal een voor-ontwerp van wet betreffende
deze aangelegenheid bij den Hoogen Raad
van Arbeid aanhangig gemaakt worden.
De ontvangst, die is te beurt gevallen
aan het wetsontwerp tot vaststplling van
bepalingen met betrekking tot de Bin-
nenvaart, moedigt niet aan tot ver strek-
kende maatregelen op dit gebied.
DE OPHEFFING VAN HET
DEPARTEMENT VAN LANDBOUW.
Volgens de memorie van antwoord op het
voorloopig verslag der Tweede Kamer op
hoofdstuk 1 der Staatsbegrooting voor
1923, valt aan een afzonderlijk departement
van landbouw, hoe gewichtig de daarbij
betrokken belangen ook zijn, in de tegen-
woordige tijdsomstandigheden niet te den
ken.
DE DIENST DER POSTERIJEN,
TELEGRAFIE EN TELEFONIF
De Ministerraad heeft besloten, aldus
weet het „Volk" mede te deelen, dat de
werktijden voor het post-, telegraaf- en
telefoonpersoneel met een half uur per dag
zullen worden verlengd.
DE VESTIGING VAN NOG EEN
GEWEZEN KONING IN DOORN?
Uit Doom wordt aan de N. R. Crt. ge
meld:
Zaterdagochtend werd ons hier met groot
aplomb meegedeeld, dat binnenkort nog een
andere ex-Konink zijn intrek zal nemen in
de gemeente Doorn, n.l. Konstantijn, de ge-
wezen Koning van Griekenland. Deze zou
het huis JVloosbergen, een groote bezitting
onder Doorn, gekocht hebben, aan welks
inrichting reeds wordt gewerkt.
De oorsprong van dit bericht schijnt te
zijn, dat de gewezen Koningin van Grieken
land, die onlangs bij haar broer, den ge
wezen Duitschen Keizer, op den Huize
Doorn te gast is geweest, dit huis heeft be-
zichtigd, en dat men het, nadat het gerui-
men tijd leeg gestaan heeft, nu bezig is in
te richten.
door die smart, die zij wist dat echt was
en zij naderde zachtjes den man die haar
en haar moeder zooveel had' doen lijden.
Zij sloeg haar armen om zijn hals en fluis-
terde hem een paar woorden in het oor,
waardoor hij verschrikt opzag.
Bedrieg mij niet, Jeanne, riep hij
op eens met veranderde stem uit. Neen
liet hij er zachter op volgen, het is uit
medelijden dat ge zoo spreekt.
Vader, ik zeg de waarheid. Voor-
dat moeder stierf, sprak ze mij' over u en
ik hoor haar woorden nog in mijn ooren
klinken. Jeanne, zeide ze, met ae laatste
krachten, die haar waren overgeblevenj
Jeanne, ik vergeef hem al het kwaad, dat
hij mij berokkend heeft en ik denk alleen
aan de jaren van geluk) met hem doorge-
bracht. We hebben innig veel van elkander
gehouden, ja, innig veel en alleen de her-
mnering aan dien tijd blijft in mijn ge-
heugen gegrift.
Julio had de handen gevouwen, terwijl
zijn dochter sprak en over zijn bleeke ver-
magerde wangen liepen overvloedig de
tranen van oprecht berouw, tranen, die
zijn zondig Ieven uitwischten.
Toen Jeanne die tranen zag, achtte zij
het gescnikte oogenblik gekomen om een
laatsten Svil van haar moeder te volbren-
gen.
Zij ging naar een klein mooi van ebben-
hout bewerkt kastje, een geschenk van
den verloofden Jules Auclerc aan zijn
meisje en waarvan de beide vrouwen zich
nimmer hadden willen ontdoen. Met een
gouden sleuteltje opende zij het kostbare
stuk en haalde er toen heel voorzichtig
een kleine enveloppe uit, omwonden mel
een verbleekt lint.
Dit is voor u, vader, zeide zij met
ARBEID IN DE BANKETBAKKER1 JEN.
De Minister van Arbeid heeft vergund,
dat van 8 November tot 5 December in
banketbakkerijen door jongens van 16 tot 17
jaar 55 uur per week mag gewerkt worden;
mannelijke arbeiders van 18 jaar en ouder
mogen van 8 tot 28 November 61 (4 uur per
week werken.
ACTIE TEGEN DE PREMIELEENINGEN.
Naar het oordeel van den Minister van
Justitie dient tegen de excessen van door
particulieren georganiseerde premie-leenin-
gen met kracht te worden opgetreden.
Door den Minister wordt onderzocht of
wellicht een nadere wettelijke voorziening
in dezen noodig is.
DE EX-KEIZER BELASTINGVRIJ.
Naar het Hsgz. verneemt is de Nederland
sche regeering niet van plqn den Duitschen
ex-Keizer aan te slaan in de belastingen.
Als motiet geldt de overweging, dat de
ex-Keizer zijn eigen woonplaats niet heeft
kunnen kiezen.
ZEEUWSCHE WATERSTAATS-
WERKEN.
Bij het afdeelingsonderzoek der Tweede
Kamer van de begrooting van Waterstaat,
wezen vele leden er in het bijzonder op, dat
ten aanzien van de buitengewone nieuwe
werken scherp dient onderscheiden tusschen
onmiddellijk productieve werken en maat
regelen en die, welke gelet op den tegen-
woordigen economischen toestand, enkele
jaren kunnen worden uitgesteld, b.v. de
omlegging van de vaargeul in den Rotter-
damschen Waterweg boven en beneden
Maassluis, den bouw van een kostbaren
kaaimuur te Vlissingen, den aanleg van een
rijksweg van Goes naar Bergen op Zoom
en den aanleg van een nieuwe groote schut-
sluis te Wemeldinge.
Voorts is, naar enkele leden opmerkten,
bij het aanbrengen van bezuinigingen niet
voldoende onderscheid gemaakt tusschen
werken die bijna gereed zijn eenerzijds en
nieuwe werken of werken die toch in eenige
jaren niet klaarkomen, anderzijds. Eerst-
genoemde (b.v. de afwerking van de vlucht-
havens van het Zijpe) behoorden zoo spoe
dig mogelijk te worden voltooid.
ZUIVERING VAN PAKHUISRUIMTEN
MET BLAUWZUURDAMP.
De Plantenziektenkundige Dienst te Wa-
geningen schrijft:
De Plantenziektenkundige Dienst heeft
eenige weken geleden twee belangrijke ont-
smettingen uitgevoerd van ruimten, waarin
insecten aanwezig waren, schadelijk voor de
daarin opgeslagen voorraden. Deze ont-
smettingen zijn uitgevoerd met behulo van
blauwzuurdamp, welke uitvoering, in ver-
band met de groote giftigheid van dezen
damp, aan genoemden dienst bij Kon.
•besluit is opgedragen.
Het betrof hier een ontsmetting van een
pakhuisruimte, waarin beschuit was opge
slagen geweest, die hevig door de rups van
de meelmot was aangetast, en van een mou-
terij, waarin een voor de aanwezige mout-
en graanvoorraden schadelijke kever (Sy-
vanus surinamensis) in zeer groot aantal
voorkwam. De pakhuisruimte had een in-
houd van ongeveer 2600 kub. meter, en de
mouterij was ruim 12,300 kub. meter groot.
EEN SLACHTOFFER VAN DE
MARKDALING.
Een lezer schrijft aan de .N. R. Crt.
Bladerende in het adresboek van Hei
delberg stuit ik op den naamDr. D., Biir-
stenmacher. Dr., de bekende afkorting voor
Doctor en borstelmaker„wie reimt sich
das zusarnmen
Ik neem mij voor, dit vraag-
stuk op te lossen en ga naar de Rohrbac-
ernstige stem.
Een rilling doorliep Julio's lichaam,
want hij had het schnfl van zijn overle-
den vrouw herkend.
Is zij, diestamelde hij..
Ja vader. Moeder heeft mij opge
dragen u Jit te geven op den dag, waar-
op ge oprecht berouw zoudt toouen en
die dag is aangebroken, is 't niet vader?
O, kind, lief kind, snikte Julio, twij-
tel daar toch niet aan. Ik gevoel heftio'
zelfverwijt en heb een drang in mij om
anders te worden, beter. Voortaan zal ik
wat ook moge gebeuren, mijn plkht doen
en alleen mijn ph'cht. Dat beloof ik plech-
tig bij de herinnering aan mijn lieve vrouw
uw moeder.
Onder een vocrwendsel verliet Jeanne
het vertrek om haar vader een oogenblik
alleen te laten. Zij begreep, dat haar va
der van verlangen brandde om de enve
loppe te openen, die hij krampachtig tus
schen zijn vingers klemde.
Het was een brief vol van "Teederheid
en van vergeving.
Cte arme vrouw had heel haar ziel in
dien afscheidbrief gelegd eji alleen de
groote liefde laten spreken die zij voor
den beminden man gevoeld had in de
dagen van geluk.
O, heilig slachtoffer, riep Julio uit,
terwijl hij het fijne schrift kuste, ondanks
mijn misdadig bestaan hebt gijj mij bemind.
Ik dank u. Ik dank u. Ik was uwer niet
waardig, maar ik zal mijn Ieven volkomen
beteren en tegenover Jeanne goedma-
ken wat ik aan u misdreven heb.
(Wordt vervol'gd.)
URANT