OVERHEERLIJK: A. J. P's Kerstpudding,
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
IN GEZONDEN MH.HE DE ELIN Eh
A. C. LENSEN's STOOMVAARTMAAT
SCHAPPIJ—TER NEUZEN.
s.s. ARY in lossing te Avonmouth.
s.s. HELENA vertrok 22 Oct. van New
port naar Bermuda, en passeerde 29
Oct. Azoren.
s.s. TERNEUZEN in lossing te Catania,
s.s. MAGDALENA in lading te Raumo
voor Londen.
s.s. ELISABETH in lossing te Ter
Neuzen.
met nieuwe rozijntjes en amandelen, 20 cent jj
per* palt|e. Reel. —0— 7
ee: ste afdeeling om opgaaf van het aantal
verpleegden en het aantal verpleegdagen in
het ziekehhuis, alhier, geven wij het voigende
staat je
gezorgd worden, dat niet uit financieele over-
wegingen soms de besten uit de partijen ge-
weerd worden. Bovendien wanneer leden van
den raad willen bezuinigen, niets belet hun die
gelden in de gemeentekas te laten.
Hoofdstuk 2, afd. 2, art. 2. Licht en brand-
itoffen.
Wij imeenen dat deze post niet voor verla-
gine vatbaar is.
Hoofdstuk 2, afd. 2, art. 7. Adverteeren, aan-
plakken of op andere wijze belcend maken der
aankondigingen van het bestuur.
Overplaatsing van het aanplakbord te Sluis-
kil zal worden overwogen.
Hoofdstuk 2, afd. 2, art. 11. Telefoonaan-
sluiting van het gemeentehuis, de woningen
van den burgemeester en den secretaris aan
de rijkstelefoon.
In de praktijk is gebleken, dat het vaak nut-
tig kan zijn, dat en de burgemeester en de
Secretaris een telefoonaansluiting hebben, niet
alleen voor die ambtenaren maar ook voor het
publiek dat hen buiten kantooruren wenscht te
spreken.
Hoofdstuk 3, art. 5. Kosten van uitreiken
der aanslagbiljetten.
Naar aanleiding der opmerking in de afdee
ling stellen wij voor dien post terug te bren
gen tot 75.
Hoofdstuk 3, art. 6. Kosten van invordering
van piaatselijke belasting.
Voorgesteld wordt dezen post, in verband
met de bemerkingen terug te brengen toe 25.
Hoofdstuk 4, afd. 1, art. 1. Jaarwedden van
den inspecteur en van de agenten van politie.
Wanneer aan agenten ontslag wordt ver-
leand zullen er geen nieuwe benoemd worden,
alvorens de raad daarover zijne meening heeft
uitgesproken.
Hoofdstuk 4, afd. 1, art. 6. Vergoeding aan
den agent van politie Meulbroek voor het ge-
bruik van een rijwie! in dienst der gemeente,
j 50.
Wij stellen voor dien post tot f 25 terug te
brengen, nu de onderhoudskosten van een rij-
wiei eenigszins verlaagd zijn.
Hoofdstuk 4, afd. 2. Brandweer.
In overleg met het bestuur van de brand
weer, stellen wij voor het totaal dier afdeeling
terug te brengen tot 1000.
Hoofdstuk 4, afd. 3, art. 1. Kosten der
straatverlichting f 5000.
Wat bezuiniging van f 1000 betreft stellen
wij ons voor de straatverlichting later te doen
ontsteken en vroeger te blusschen. Tevens
dacht men in de maanden Juni en Juli zoo
min mogelijk te doen branden en om bij lichte
maan ook de lichten te dooven. Over een on
ander zal overleg worden gepleegd met den
admifiistrateur der electrische centrale. Ook
op de petroleumverlichting hoopt men wel iets
te bezuinigen.
Hoofdstuk 4, afd. 4, art. 1. Subsidie aan de
vereeniging vrijwillige burgerwachten te Ter
Neuzen.
Waar thans maar f 100 wordt uitgetrokken,
vinden wij geen termen aanwezig dien post te
schrappen.
Hoofdstuk 4, afd. 5, art. 7. Reinigings- en
beerruimingsdienst.
Nu in de afdeelingen algemeen op aanbeste-
cing van de werkzaamheden bij den reinigings-
en beerruimingsdienst wordt aangedrongen
stellen wij ons voor om met openbare aanbe-
steding een proef te nemen. In den loop van
dit kwartaal zal dan ook tot die aanbesteding
worden overgegaan.
Op de vraag van een lid der eerste afdeeling
om over te gaan tot invoering van de 48-
urige werkweek deelen wTij mede, dat wij van
oordeel zijn dat een half uur langeren arbeid
voor de gemeente geen noemenswaardig voor-
dee! zal opleveren. Wij zouden evenwel over
die drie uren willen beschikken, wanneer dat
in het belang van den dienst noodig is, zonder
daarvoor een extra-vergoeding te betalen. In
verband daarmede zou dan artikel 20 van het
werkliedenregl ement een wijziging moeten
ondergaan in dien zin dat letter a van bedoeld
artikel buiten toepassing zou blijven voor een
maximum van drie werkuren per week. Ver-
eenigt de raad zich hiermede dan zullen wij
voor 1 Januari a.s. met een definitief voorstel
komen tot wijziging van genoemd artikel.
Hoofdstuk 5, afd. 2, art. 2. Onderhoud van
straten, pleinen, markten enz.
Wij stellen ons voor in de navolgende stra
ten verbetcringen aan te brengen n.l. in: de
Dijkstraat, den Stationsweg, de De Feijtcr-
straat, de Kerkfioflaan, de Axelsche straat, de
Grenulaan en de Nieuwstraat.
Wat den keiweg op Sluiskil betreft deelen
wij mede, dat de kosten voor een klinkerpad
in dien weg op 1300 geraamid worden. In
verband met die hooge kosten kunnen wij daar-
toe alsnog niet overgaan.
Zoo mogelijk zullen wij trachten het Molen-
7'ohtpad wat te verceteren.
Hoofdstuk 5, afd. 2, art. 5. Onderhoud van
riolen, slooten, putten, waterleidingen, pompen
enz.
Het gebruik van gewapend beton voor dek-
randen der zinkputten maakt bij ons college
een punt van overweging uit.
Hoofdstuk 5, afd 2, art. 7. Onderhoud van
begraafplaats en lijkenhuis.
Waar de hoeveelheid zeeschelpen welke is
oangekocht waarschijnlijk ook voor een ge-
deelte van 1923 voldoende zal zijn, zullen wij
daardoor in de gelegenheid zijn, het gebruik
dier schelpen te beoordeelen. Blijkt het voor
de gemeente nadeeliger dan fijne macadam of
grint, dan zal worden overwogen of dit laatste
zal worden aangekocht.
De doode boomen op de begraafplaats te
Sluiskil zullen de voigende maand door nieuwe
worden vervangen.
Hoofdstuk 7, afd. 2, art. 2. Subsidie aan het
rijk voor de oprichting en instandhouding
eener Rijks hoogere burgerschool.
Wij zijn niet ongenegen ons ter zake tot den
Minister te wenden, hoewel wij in dezen tijd
van bezuiniging aan succes twijfelen.
Hoofdstuk 7, afd. 3, art. 5. Instandhouden
van schoollokalen en onderwijzerswoningen.
Splitsing van dezen post is niet mogeliik,
aangezien het model der begrooting, door Oe-
deputeerde Staten vastgesteld onder konink-
lijke goedkeuring, die splitsing niet kent.
Bovendien blijkt uit de rekening voldoende
waarvoor de uitgaven zijn geschied.
De bedoeling van het bedrag van 400 voor
onderhoud der kop school is om daar achter
een afscheiding te maken tusschen die school
en het overige terrein. Verder moet natuurlijlc
gerekend v/orden op herstelling van gebroken
ruiten enz.
Hoofdstuk 7, afd. 4. Andere inrichtingen
van onderwijs.
Wij stellen U voor ten behoeve van de door
de afdeeling Axel van den Chr. Boeren- en
Tuindersbond in Nederland, gestichte lagere
landbouwschool te Axel, geen subsidie te ver-
leenen, aangezien de leerlingen die de school
bezoeken, tot die klasse der maatschappij be-
hooren, dat zij de kosten best zelf kunnen
dragen.
Hoofdstuk 8, afd. 1, art. 4. Subsidie aan de
vereeniging tot Ziekenverzorging.
Naar aanleiding eener vraag van een lid der
Aantal
Aantal
patienten.
verpleegd.
19 2 1,
3de klasse
51
1179
2de klasse
23
295
lste klasse
11
182
Burg. Armbesluur
8
155
93
1811
1922 (tot 1 Oct.)
lde klasse
20
189
2de klasse
16
233
3ste klasse
2
65
Burg. Armbestuur
5
_190
Totaal 43
677
Hoofdstuk 9. Landbouw, Handel en Nijver-
heid.
De bedoelde post voor de jaarmarkt is van
de begrooting geschrapt, niet zoo zeer om de
premien, dan wel om de jaarlijksche veemarkt
af te scliaffen, zulks in verband met de voor-
schriften, die bij de nieuwe Veewet zijn ge-
geven en die kosten met zich brengen, Komt
er evenwel een wekelijksche veemarkt, welker
invoering door ons ernstig wordt overwogen,
dan zijn wij bereid om ook het voigende jaar
een bedrag voor premien van een jaarmarkt
in de begrooting te brengen.
Hoofdstuk 11. Gemeenteschulden.
Wat verlaging van den rentestandaai d der
leeningen betreft wordt medegedeeld, dat zulks
door oi%> wordt' overwogen en waarschijnlijk
zullen Uw college, binnen niet al te langen
tijd, dienaangaande voorstellen bereiken.
Hoofdstuk 13, art. 1. Bijdragen voor pen-
ioen ingevolge de Pensioenwet 1922, S. 240.
De vraag van een lid der eerste afdeeling
hoe wij over heffing van pensioenpremie den-
ken wanneer het Rijk daartoe overgaat, heeft
in ons college een punt van bespreking uit-
gemaakt. Waar bij de vaststelling van de
jaarwedden der gemeente-ambtenaren, waarbij
het ontwerp eener jaarwedderegeling der fi
nancieele commissie, door den raad is aange-
nomen, die wedden werden geregeld juist in
verbanid met toekenning van premievrij pen-
sioen, daar maakt dat premievrij pensioen
thans eenvoudig een deel uit der jaarwedde.
Waar bovendien bij de salarisregeling de amb
tenaren dezer gemeente, steeds belangrijk ge-
bleven zijn beneden de rijksregeling, daar kun
nen wij niet inzien, dat wanneer het Rijk voor
zijne ambtenaren een regeling treft, die voor
die ambtenaren ongunstig is, deze regeling
ook direct op de gemeente-ambtenaren moet
worden toegepast, waar toch de gemeente voor
hare ambtenaren nooit te veel gunstiger bepa-
iingen, bestaande in een veel hoogere jaar
wedde en kindertoeslag, heeft willen invoe-
ren. Past het Rijk voor zijne ambtenaren den
aftrek toe dan staan de gemeente-ambtenaren
er nog steeds or.gustiger voor dan de rijks-
amtbenaren.
ONTVANGSTEN.
Hoofdstuk 3, afd. 1. Heffingen ais belas-
tingen geregeld.
Naar aanleiding eener opmerking van een
lid der tweede afdeeling of de inkomsten r.og
verhoogd kunnen worden door de invoering
van nieuwe belastingen maakt het bij ons een
punt van overweging uit, om over te gaan tot
de invoering eener belasting op vermakelijk-
heden. Wij zullen overwegen of de opbrengst
eener dergelijke belasting de rooeite der in
voering loont. Het komt ons mede hier ge-
wenscht voor een enkel woord te zeggen over
het voorstel der sociaal-demoratische taads-
fractie tot wijziging van artikel 3 der veror-
dening op de heffing eener inkomstenbelas-
ting. Ook wij vinden de werking van bedoeld
artikel niet billijk. Wij betwijfelen evenwel of
er een belastingverordening te maken is die
niet altijd voor de een of andere categorie
tot onbillijkheden zal leiden. Intusschen over
wegen wij om de bestaande verordening ge-
heel om te werken waarbij speciaal ook reke
ning gehouden zal worden met classificatie
en kinderaftrek. Bij die algemeene herziening
zal dan ook het voorstel van bovengenoemde
fractie nader onder de oogen worden gez.ien.
Nog in dit kwartaal zullen wij U voorstellen
dienaangaande bereiken.
Hoofdstuk 3, afd. 4, art. 1. Hoofdelijke om-
slag of andere directe belasting naar het ge-
schatte inkomen.
Het in de eerste afdeeling besprokene over
de regeling met Westdorpe heeft ons aanlei
ding gegeven te onderzoeken of die regehng
ook in strijd zou zijn met de L. O. wet 1920.
Bij dat onderzoek is gebleken, dat de bestaan
de overeenkomst geheel intact kan blijven.
De gemeente Westdorpe betaalt op de eerste
plaats in de kosten van schoolbouw en op de
2de plaats in de kosten van het onderwiis naar
gelang van het aantal leerlingen, dat uit
Westdorpe school D bezoekt. Momenteel is dat
getal: 2.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
de voigende wijzigingen in het ontwerp-be-
grooting 1923 aan te brengen:
onder de inkomsten te vermeerderen de voi
gende posten:
Bijdrage van het rijk, de provincie en an
dere in de kosten der verpleging van krankzin-
nigen f 40.
Met ingang van 1 Oct. j.l. wordt de krank-
zinnige F. Versloot voor rekening der gemeen
te in het krankzinnigengesticht te Bergen op
Zoom verpleegd. In verband hiermede verhoogt
deze post met f 40.
Bijdrage in de kosten van den krankzinnige
F. Versloot ingevolge art. 116 der Pensioen
wet 1922 f 600.
Deze post staat in verband met de opname
van genoemden Versloot in het krankzinnigen
gesticht voor rekening der gemeente.
Rente gelden der waarborgsommen ais be
doeld in art. 79 der lager onderwijswet 1920
a 6 f 268,20.
Voor de door de bijzondere scholen gestorte
waarborgsommen, welke overeenkomstig art.
79 der lager onderwijswet in 1922 in oe ge-
meentekas zijn gestort in verband met
de aan die scholen toegekende vergoeding ais
bedoeld in art. 72 dier wet, moet de gemeente
aan die scholen rente over die waarborgsom
men uitkeeren. De gemeente heeft die waar
borgsommen belegd in aandeelen Ned. werk.
schuld waarvan de rente is geraamd op het
uitgetrokken bedrag.
Onder de inkomsten te verminderen de voi
gende post:
Erfpachten 1,62.
Na verificatie der erfpachtlijst bleek, dat de
post met f 1,62 verminderd moet worden.
Totale vermeerdering der inkomsten 906,58.
Onder de uitgaven te vermeerderen de voi
gende posten:
Jaarwedden van den inspecteur en van de
agenten van politie f 200.
De agenten van politie Sol, Verbiezen, Ver-
poorte en Hage behaalden dit jaar het politie-
diploma, zoodat hun jaarwedde met f 50 ver
hoogt (voor politiediploma f 50)
Verpleging, overbrenging en geleide van
krankzinnigen en ais hersteld uit geneeskun-
dige gestichten ontslagen personen 840.
Met ingang van 1 Oct. j.l. wordt de krank
zinnige F. Versloot voor rekening der gemeen-
te in hot krankzinnigengesticht te Bergen op
Zoom verpleegd. In verband daarmede moet
deze uitgrafpost met bovenvermeld bedrag
verhoogd worden.
Vaste huren en erfpachten f 1.
Renten van de belegde waarborgsommen,
ais bedoeld in art. 79 der L. 0. wet 281,80%.
Zie de toelichting onder de inkomsten van
rente gelden der waarborgsommen enz.
Onder de uitgaven te verminderen de voi
gende posten:
Vergoeding aan den ontvanger voor admini-
stratie kosten f 300.
Zie de toelichting in het ahtwoord van burge
meester en wethouders naar aanleiding van
het verslag van het behandelde in de afdee
lingen.
Kosten van uitreiken der aanslagbiljetten
50,
Zie de toelichting ais boven.
Kosten van invordering van piaatselijke be
lasting f 75.
Zie de toelichting ais boven.
Vergoeding aan den agent van politie Meul
broek voor het gebruik van een rijwiel in dienst
der gemeente f 25.
Zie de toelichting ais boven.
Totaal hoofdstuk 4, afdeeling 2 te verminde
ren met f 250, zulks in overleg met het be
stuur der brandweer:
Jaarwedden en vergoedingen f 20 minder;
aanschaffen en onderhoud brandbluschmiddelen
f 30 minder; verdere kosten f 200 minder.
Bijdrage in de kosten van levensverzekering
van den gemeentewerkman W. H. van Doese-
laar f 64,78.
Waar Van Doeselaar met ingang van 1 Juni
j.l. in het pensioenfonds voor de gemeente-
ambtenaren is opgenomen, kan deze post ver-
vallen.
Totale vermeerdering der uitgaven 538,02!.
Waar de inkomsten met 906,58 vermeer
deren, en de uitgaven met 538,02%, wordt
voorgesteld de gemeentelijke inkomstenbelas-
ting te verminderen met 368,55%.
De VOORZITTER stelt de gelegenheid open,
tot het hcuden van algemeene beschouwingen.
De heer DE JAGER heeft niet de bedoeling
algemeene beschouwingen te houden, doch zou
gaame zien, dat de raad, alvorens aan te van-
gen met de artikelsgewijze behandeling, zich
uitsprak omtrent de kwestie van het invoeren
van de 48-urige werkweek, in plaats van de 45-
urige, en het afschaffen van premievrij pen
sioen. Indien daarover een beslissing wordt
genomen, zal dit de behandeling van verschil-
lende onderdeelen der begrooting, die daarmede
verband houden, zeer bekorten.
De heer HAMELINK merkt op, dat het tie
gewoonte sehijnt te worden, om hem bij de
algemeene beschouwingen over de begrooting
het eerst het woord te verleenen, want hetgeen
de heer De Jager thans gezegd heeft, kan
bezwaarlijk daaronder gerekend worden. Deze
had z.i. beter gedaan, omtrent die punten een
voorstel in te dienen, dan had dit in behande
ling kunnen kemen en er een beslissing over
worden uitgelokt.
Er is vroeger meermalen gezegd, dat om
trent het beleid en de vroeger afgelegde be-
loften van burgemeester en wethouders -ot
het einde der zittingsperiode moest worden
gewacht, om afrekening te houden. Uit den
aard der zaak kan daarmede moeilijk tot het
laatste oogenblik gewacht worden en acht hij
het gepast, zulks bij deze begrooting te doen.
Het zou een onbillijke critiek zijn, indien
spreker aan het college de schuld wilde geven,
dat het niet alles wat het beloofd heeft, heeft
verwezenlijkt. Hij houdt daarvoor rekening
met den bij zonder slechten algemeenen eco-
nomischen toestand van ons land, waaronder
ook deze gemeente lijdt.
Hij zal dus geen verwijt maken, dat het ver-
beteren van straten nog niet verder is uitge-
voerd, dat er nog geen vuilverzamelplaats is
e.d., doch wenscht toch op eenige punten te
wijzen, waardoor dat beleid, ook bij de slechte
toestanden, critiek verdient, het is vooral bij
toestanden ais die waaronder wij thans leven
van het grootste belang, dat met vaste hand
wordt bestuurd, en geregeerd, en nu kan van
dit college niet worden gezegd, dat het dit
met vaste hand heeft gedaan, daar het in vele
gevallen zich er met een zigzag-lijn afrnaakte.
Bij de behandeling der begrooting voor 1919
werd door het college ook erkend, dat iets
moest worden gedaan voor het schoolkind, dat
men van de ouders die daarin niet konden
voorzien een deel der taak om voor het kind
te zorgen moest invoeren, door het invoeren
van schoolvoeding en -kleeding. Toch kwam
deswege geen voorstel van het college en al
leen op aandrang van de fractie van spreker is
dat denkbeeld ten slotte tot uitvoering ge-
komen en er is ook gebleken, dat dit uitvoer-
baar is, zonder dat de gemeentefinancien daar
door in de war worden gebracht.
Ook op het gebied der belastingpolitiek
heeft het college geen ruim standpunt inge-
nomen en geheel anders dan men van haar
zou hebben mogen verwachten. Wat betreft het
bedrag voor aftrek voor levensonderhoud en
den leeftijd waarop kinderaftrek wordt toege-
staan, staat Ter Neuzen nog achteraan bij
sommige gemeenten uit de omgeving, die nu
juist niet ais zoo vooruitstrevend bekend staan.
Zelfs heeft het tegenwoordig college zich niet
ontzien eene regeling van den hoofdelijken
omslag in te voeren, waarvan ze zelf de
draagkracht niet hebben overzien, en waarvan
ze nu zelf moeten zeggen, dat het niet goed
werkt. Hij betreurt het, dat burgemeester en
wethouders in dit opzicht hebben geloopen aan
de hand van verschillende autoriteiten die bij
het innen der belasting zijn betrokken. Het
college had eerst eens behoorlijlc de finan
cieele gevolgen moeten uitwerken, dan waren
ze misschien terstond tot een ander inzicht
gekomen.
Voor hetgeen op onderwijsgebied gedaan is,
moet spreker het college hulde brengen, dat
het de kopschool heeft daar gesteld, waardoor
het uitgebreid lager onderwijs alhier nu ein-
delijk tot zijn voile recht kan komen, maar j
hij moet er toch tevens een grief van maken,
dat zij, nadat de kopschool gesticht was, het
besluit van de Hervormden, om een Hervormde j
school te stichten, hebben geforceerd. Daar
door is een deel van hun mooi werk weer on-
gedaan gemaakt, want daardoor vermindert
het aantal openbare scholen, en in verband
daarmede zou de kopschool op een anderen
voet moeten zijn ingerioht geworden. Aan-
vankelijk is die met zijn centrale 7e klasse be-
rekend op voeding door 3 openbare scholen,
terwijl er nu maar 2 zullen overblijven.
Over hetgeen dit college op het gebied van
uitkeering aan werkloozen heeft gedaan, is
spreker niet geheel en al ontevreden, maar
toch is het juist aan de zigzag-lijn van het
college te wijten, door aanvankelijk voor de
uitgetrokken werkloozen normen voor te stel
len die afweken van de cijfers door de regee-
ring aangegeven, dat de gemeenteraad die
lagere cijfers heeft aangehouden. Het is best
mogelijk, dat het voorstel van burgemeester
en wethouders om uitkeeringen te geven vol-
gens de rijksregeling niet door den gemeente
raad zou zijn aanvaard, maar dan had daarvan
de schuld niet op hen gedrukt en was daarvoor
een voorstel uit den boezem van den raad
noodig geweest. En ook leert de ervaring,
dat een voorstel van burgemeester en wethou
ders allicht meer kans van slagen heeft, dan
een voorstel uit den gemeenteraad. Burge
meester en wethouders zjjn later wel met een
hooger bedrag gekomen, maar daaruit bleek
weer van de zigzag-politiek. Dat lager cijfer
was eenmaal aangegeven en de raad hield in
zijn meerderheid daaraan vast.
Ais het college van begin af met haar laat
ste voorstel was gekomen, had hij het daarvoor
een woord van hulde kunnen brengen, ook a!
was haar voorstel niet aangenomen. In dit
opzicht heeht hij nog minder aan het resnltaat,
dan wel aan de waarneming, dat het college
met goed doordac-hte voorstellen ter tafel komt,
waaruit van een vaste lijn blijkt. Nu krijgt
men den indruk, dat de heeren zich maar al
te spoedig door een strooming in andere rich-
ting laten sturen.
Nu staat de raad er ook weer voor, een der
belastingverordeningen te moeten verslechten.
Maar burgemeester en wethouders stonden
toen ook direct op het standpunt, dat men-
schen met een inkomen van 800 en daarboven
schoolgeld voor hun kinderen moesten betalen,
alleen op aandrang van den raad is het op
1000 gebracht. Waren burgemeester en wet
houders toen van meet af met zoo'n voorstel
gekomen, spreker gelooft niet, dat gedepu-
teerde staten dan op f 800 zouden aangedron
gen hebben. Hij wil er nog met nadruk op
wijzen, dat, volgens zijn meening, een gezin
met een inkomen van f 800, dat dan toch min-
stens uit 3 personen bestaat ais het een school-
gaand kind heeft, dat meer dan noodig heeft
om van te leven en daarvan geen schoolgeld
kan betaald worden.
Hij wil er zijn voldoening over uitspreken,
dat, hoewel we in het teeken der bezuiniging
staan, door burgemeester en wethouders niet
getornd wordt aan de jaarwedden van het
personeel en aan het premievrij pensioen, en
dat ze dus het loon nog niet wenschen te ver
minderen.
(Wordt vervolgd).
GEMEENTERAAD VAN BOSCKKAPELLE.
Vergadering van 20 Oct. 1922.
Alle leden zijn tegenwoordig, behalve de
heeren Scheele en Kint.
Voorzitter: de Burgemeester.
Na vooiiezing der notulen, die ongewijzigd
werden goedgekeurd, komen de voigende inge-
komen stukken ter tafel:
1. Een schrijven der Gebr. de Beul, waarin
zij den raad hun dank betuigen voor de voort-
varendheid, waannede deze hun woning heeft
doen herhouwen;
2. een schrijven van hooger hand, waarin
de gevraagde vrijstelling in zake de Vleesch-
keuring, wordt verleend;
3. een schrijven van den Minister van Ar
beid, waarin het niet-aanschaffen van een des
tructor wordt goedgekeurd;
4. een schrijven van 't bestuur der R. K.
Kweekschool voor vroedvrouwen, waarin f 50
subsidie wordt gevraagd.
Burg, en Weth. stellen voor hierop afwjjzend
te beschikken; hoewel dit college overtuigd is
van 't nut dezer inrichting meent het met
't oog op de finantien der gemeente aldus te
adviseeren.
De heer Dhaene vraagt of 't niet minder
kan en stelt voor f 25 te geven, doch niemand
steunt dit voorstel.
5. Eene aanvraag om subsidie, geteeken?!
door Voorzitter en Secretaris van den Geiten-
bond.
De heer De Bakker vraagt of Burg, en Weth.
omtrent deze aanvraag iets hebben overwogen,
waarop de Voorzitter te kennen geeft, dat
Burg, en Weth. /25 wenschten toe te staan.
De heer De Bakker acht dit bedrag te weinig
en bepleit 50 te geven, 't geen door den heer
Dhaene wordt gesteund, ais zijnde deze bond
van groot nut.
De Voorzitter wijst op den benarden toe-
stand der kas, doch Burg, en Weth. zijn niet
tegen het toestaan van 50, ais dit bedrag
de begrooting kan gevonden worden.
De heer De Bakker berekent, dat de contri-
butie van dertig leden a 2,50 te weinig in
komsten oplevert om den bond in stand te
houden, men kan hiervan den bokkenliouder
zelfs niet betalen. De heer Mel steunt het
voorstel van den heer De Bakker om f 50 toe
te staan, 't geen wordt aangenomen.
Thans komt de begrooting voor 1923 in be
handeling.
De heer De Bakker vraagt den Voorzitter
of er geen verlaging op de begrooting te ver-
krijgen is, waarop deze laatste te kennen geeft,
dat er geen posten voor verlaging vatbaar, zijn
gevonden kunnen worden.
De heer De Bakker, die de begrooting heeft
bestudeerd, haalt alsdan zijn aanteekeningen
te voorschijn en stelt in 't licht, dat in Hoofd
stuk V nog al eenige posten voorkomen, waar
op besnoeid kan worden.
Hij stelt alsdan voor het salaris van Burge
meester en Secretaris te verminderen met
10 tenminste bij Gedep. Staten hierop aan
te dringen. Spreker voelt wel, dat 't voor deze
functionarissen minder aangenaam is in sala
ris achteruit, te moeten gaan, maar de nood
der tijden dringt er toe. Indertijd zijn deze
tractementen van 1400 op 2100 gebracht,
daar was toen niets tegen, maar thans zijn de
toestanden geheel veranderd.
De Voorzitter kan met de verlaging meegaan,
indien Ged. Staten daartoe besluiten, waarop
de heer De Bakker antwoordt, dat de raad Ged.
Staten moet adviseeren dit besluit te nemen.
Verder stelt de heer De Bakker voor de ver
goeding der wethouders van f 150 tot f 100 te
verminderen en 't presentiegeld der raadsleden
eveneens van f 150 tot f 100, zoodoende, zegt
hij, wordt er f 800 bespaard.
De heer Stallaert is 't volkomen eens met
den heer De Bakker, doch wil de vergoeding
tier wethouders op f 80 gesteld zien, want, zegt
hij, de belastingdruk wordt zoo hoog, dat er op
den duur niets binnenkomt. Ged. Staten heb
ben indertijd den wenk gegeven de salarissen
te verhoogen, wij moeten thans Ged. Staten den
wenk geven om ze te verlagen. Indien burge
meester en secretaris personen waren, die er
totaal van moeten bestaan, dan zou spreker
niet kunnen medewerken aan verlaging.
De heer De Bakker zegt, dat bezuiniging in
de lijn van den tijd ligt en noodzakelijk is,
waaraan den heer Stallaert toevoegt, dat de
bijz. school veel geld zal kosten.
De Voorzitter brengt in 't midden, dat Burg,
en Seer, pas twee jaar geleden verhoogd zijn
en nu het eerst aan de beurt zouden komen
voor verlaging, waarop de heer De Bakker op-
merkt, dat er toch ergens moet begonnen wor
den.
De heer Stallaert zegt, dat't salaris van den
heer Burgemeester voor de verhooging 1400
bedroeg en dit was niet weinig, want 't burge-
meestersambt is toch een eerebaantje, dat men
liever f 2100 geniet dan f 1400 is wel begrijpe
lijk. De heer De Bakker voegt hieraan toe,
dat burgemeester De Gijselaar zelf aan de raad
voorstelde zijn tractement met een zesde te
verminderen, om den belastingdruk te ver
lagen.
De Voorzitter merkt op, dat de verantwoor-
delijkheid van een burgemeester zeer groot is
en dat men in die functie veel beslommeringen
heeft, waarop de heer Stallaert zegt, dat de
burgemeester ais voorzitter van dezen raad,
vele jaren geen moeilijkheden heeft ondervon-
den, mocht dit nu wel 't geval wezen, dan is
dit een gevolg van de schoolkwestie, waarop
de Voorzitter repliceert, dat er zich tal van
andere omstandigheden voordoen, die moeilijk
heden met zich brengen, 't geen de heer Mel
beaamt.
Nadat de heer Stallaert nog in 't midden
brengt, dat 10 verlaging der tractementen
van Burg, en Seer, te weinig is, wordt goed-
gevonden te trachten het salaris van beide
Altijd in huis.
De ontsmettende, verzachtende en heeiendt
eigenschappen van Foster's Zalf maken deze
niisoaar voor huiduitsla.v, kloven, huidvlek-
ken, eczema, psoriasis, en de verschillende vor-
men van aatnbcicn. Spoc !;ge aanwending
brengt weldra baat. Houdt Foster's Zalf al
tijd in huis; prijs 1.75 per doos, alom ver-
krtjgbaar. 9
functionarissen met f 210 verminderd te krij-
gen; de vergoeding der wethouders op 80 en
die der raadsleden op f 100.
De heer Bakker komt thans aan Hoofdstuk
2, afd. 2, art. 1. Onderhoud gemeentehuis ten
bedrage van 500.
Omtrent de Brandwaarborgsom, die 5515
bedraagt, merkt hij op, dat hij deze in den
tegenwoordigen tijd te laag vindt. Hij meent,
dat er bij een eventueel ongeval van brand
slechts 80 wordt uitgekeerd. De heeren
Stallaert en Mel deelen het gevoelen van den
heer De Bakker en stellen voor de waarborg-
som te stellen op 8000, 't geen wordt goed-
gevonden.
Verder heeft de heer De Bakker bezwaar
tegen art. 1 van Hoofdstuk IV, afd. 4, wat be
treft den post van jf 200 subsidie aan de Bur-
gerwacht. Deze instelling heeft hier geen nut
en waar blijven die guldens, 't rijk verstrekt
wapens, munitie enz., dus die 200 komen aan
de leden, maar niemand ontvangt iets, waarop
de heer Stallaert vraagt of deze gelden al ge-
bruikt zijn.
De Secretaris verklaart van neen en zegt,
dat deze post wel kail geschrapt worden.
De heer Stallaert stelt voor de Burgerwacht
op te doeken, zij heeft hier geen reden van be
staan en gestolen wordt er toch. Wij geven
alle leden eervol ontslag.
De Secretaris merkt op, dat de raad niet be-
voegd is deze instelling op te heffen, waarop
de heer De Bakker antwoordt, dat zij zich zelf
wel zal opdoeken, ais we geen subsidie geven.
De heer Stallaert informeert nog naar de
in kas zijnde gelden van de Burgerwacht en
wenschte de rekening in te zien, omdat de raad
daarin zeggingschap heeft.
De heer De Bakker komt nu aan Hoofdstuk
IV, afd. 5, art. 4, Keuringsdienst Goes, en
vraagt of die post reden van bestaan heeft.
De Secretaris geeft hierover inlichtingen en
zegt, dat de melk bij zeker persoon tweemaa!
is gecontroleerd geworden.
Bij den post 400 voor bestrating informeert
de heer De Bakker of er door't Polderbestuur
eene gespecificeerde rekening wordt over-
gelegd.
Bij Hoofdstuk VII, afd. 4, art. 1, waarin
de toelage aan de bijzondere bewaarschool
van f 150 tot 300 is verhoogd, vraagt de heer
De Bakker of de Voorzitter een onderzoek
heeft ingesteld naar de gedragingen der school-
houderes in zake achterstelling, die kinderen
van minder gegoeden van haar ondervinden.
Die schoolhouderes is er over gepikeerd, dat
er in den raad over haar doen en laten is ge-
lclaagd en meent dit goed te praten door te
zeggen: „nu zoeken ze mij, zooals vroeger eat
ander".
De Voorzitter geeft te kennen, dat hij deze
klachten heeft onderzocht en dat hij de school
houderes een wenk heef gegeven, waarmede
de heer De Bakker bevredigd is.
Bij Hoofdstuk IX, afd. 4, art. 1, stelt de heer
De Bakker voor de vergoeding voor 't corres-
pondentschap met f 100 te verlagen en te
brengen op f 100. De heer Stallaert acht f 109
nog te hoog. De bezoldiging was \roeger veel
te hoog, er waren geen werkzaamheden. Hij
stelt daarom voor 75, want dan krijgen we
iets terug van het vroeger te veel betaalde.
De heer De Bakker verdedigt echter zijn
voorstel van j 100 met 't oog op de groote
werkloosheid te Boschkapelle. Dit werd aan
genomen.
Na aannerning van dit voorstel ontspon er
zich eenige discussie tusschen de Secretaris en
de heer De Bakker betreffende de pensioen-
grondslag in deze functie.
De Secretaris beweerde, dat de pensioen-
grondslag onveranderd is vastgesteld van
200, 't geen door den heer De Bakker wordt
betwijfeld, hij meent, dat bij vermindering van
salaris ook de pensioengrondslag lager wordt.
De Voorzitter zegt toe dit nader te onder
zoeken.
De heer De Bakker zegt, op de vraag van
den Voorzitter, niets meer op de begrooting te
kunnen aanmerken, hij heeft alle posten nage-
gaan, waarna de begrooting aldus wordt vast
gesteld.
Van de heer De Gier, voormaiig lid der com
missie tot wering van school ver zuim, was een
schrijven ingekomen, waarin hij ais zoodanig
bedankt, wegens vertrek naar elders.
Ter vervulling dezer vacature draagt de heer
De Bakker voor den heer Stallaert-Perdaen,
welke candidaatstelling wordt ondersteund door
den heer Mel, met de ontboezeming: ,,'t hoeft
toch niet altijd een schoolmeester te wezen."
Op verzoek van den Voorzitter leest de
Secretaris Art. 21 der Leerplichtwet voor,
waarin omschreven staat, wie bij voorkeur ais
lid dezer commissie dient benoemd te worden.
Naar aanleiding van dit artikel vraagt de heer
De Bakker of er op 't oogenblik niet meerdere
leden in deze commissie zitten, die evenmin
aan die eischen voldoen en handhaaft zijn
voorstel om de heer Stallaert te benoemen,
welke benoeming met vier stemmen voor en
een bianco wordt bekrachtigd. Onder dankbe-
tuiging aan de leden voor het in hem gestelde
vertrouwen aanvaardt hij deze functie.
Bij de rondvraag wijst de heer De Bakker
op de noodzakelijke verbetering van 't riool bij
den smid. Bij harden regen staat de straat
blank. Hij zou er voor zijn een flinke rioleering
te leggen tot in den watergang, dit zou een
tegemoetkoming zijn voor de werkloozen en
hij acht het beter voor den steun te laten
werken. Bovendien zou spreker het eene prach-
tige verbetering achten, indien tegenover de
woning van Jac. Hermans de laagte in de
straat aangevuid werd met puin en steen.
De Voorzitter zegt toe met deze verlangens
rekening te zullen houden.
De heer Stallaert brengt den Voorzitter in
herinnering, dat er in de vergadering van
Burg, en Weth. is gespoken om Loontje Geil-
leit, de schoonhoudster der vroegere openbare
lagere school, eene tegemoetkoming te geven,
nu ze niet meer in betrekking is.
De Voorzitter bepleit deze zaak in haar voor-
deel en stelt voor 50 daarvoor op de begroo
ting te brengen, 't geen met algemeene stem-
men wordt goedgevonden.
De heer De Bakker hield nog een pleidooi
voor 't plakken van zegels van gemeentewege
voor deze persoon. omdat zij binnen kort in
't genot der invaliditeitsrente kan geraken.
Hiema sluit de Voorzitter de vergadering.