Hoogwatergetij te Ter Neuzen Handelsberichten. En de „Madali" van Duinkerken is te Corunha binnengeloopen, omdat er een ontploffing in de lading is geweest. Vier man werden gewond en een gedood. AZ1JNEXTRACT OVER HET LICHAAM Bij het overladen van flesschen met azijn- extract uit den lichter „Schiedam 10" in 't in de Lekhaven te Rotterdam liggende stoomschip „Waterland" is een van de flesschen in het ruim van het stoomschip gevallen en gebroken. De inhoud, onge- veer 20 liter, spatte uiteen en de bootwer- ker G. 0., die in het ruim werkzaam was, kreeg een groot gedeelte er van over het lichaam. Met brandwonden over het geheele lichaam is de man naar het ziekenhuis ge bracht. DOE WEL EN ZIET NIET OM. Een juffrouw in een groote gemeente, onder den rook van Rotterdam, kreeg van een heer een Lankbiljet van f 10 cadeau a'lsnu ja, 'dat doet er niet toe. De juffrouw had het bankbiljet achte- loos in haar tasch gestopt en er verder niet naar omgekeken. Den volgenden morgan ging de juffrouw winkelen. Toen zij haar keus gedaan had, haalde zij het vermeende briefje van f 10 uit haar tasch en gaf het aan den winkel- bediende. Deze loopt naar de cassa en onfclekt dat het een bankbiljet van....,,, f 1000 was. Onze winkelbediende kende de juffrouw zeer goed en vroeg haar of zij wel wist, ■dat het een brief je van f 1000 was. Juffrouw: Duizend gulden? Gunst, geef eens hier. J a, het staat er op hoor. Dan zal ik het wel passen, vervolgde deze juf frouw en betaalde met gepast geld. De winkelbediende nam de politie in den arm en deze nam de juffrouw een verhoor af, waarin de juffrouw veiklaar1- de, het biljet ontvangen te hebben van een zekeren mijfiheer X. Deze mijnheer werd bij de politie ont- boden en werd ondervraagd. Hij verklaar- de aan de juffrouw een bankbiljet te heb ben gegeven van flO. Politie: Weet u dat zeker? Mijnheer X. onderzocht even zijn porte- feuille en slaakte een kreet: ik heb dui zend gulden gegeven in plaats van flO. De geschiedenis vermeldt niet of de juffrouw het bankbiljet van duizend heeft teruggegeven. EEN ZE1LSCHIP VERGAAN. Het zeilschip „Karel", dat met een lading 'kolen van Engeland naar Riga onderweg was, is in een zwaren storm nabij Steinort ten Noorden van Libau op een rif geloopen Van de uit acht personen bestaande beman- ning verdronken er zeven. De achtste spoelde met het wrak op de kust aan en nverd gered. AUTOMOB1ELONGELUK BIJ BRUSSEL. Ten gevolge van het springen van een band sloeg een automobiel, die met groote snelheid op den straatweg bij Lokeren reed over den kop. Drie der inzittenden werden gedood en twee gewond. L1EVER LU1 DAN MOE. De politie te Amsterdam heeft een brie- venbesteller aangehouden, die, ter bespa- rin-g van moeite, de gewoonte had aange- nomen de bezorging van een gedeelte der drukwerken welke zich bij zijn bestelling bevonden, achterwege te laten. Bij den man thuis werd een hoeveelheid circulaires aangetroffen, welke hij had moe- ten bezorgen. Rotterdam, 30 October 1922. VEEMARKT. Aangevoerd werden 331 vette runderen, 245 vette- en graskalveren, 2332 schapen en lammeren en 948 varkens. De noteering was als volgt Koeien le kw. 1,32' tot f 1,375 2e kw. /1,25 tot /l,15;3ekw. 1,05 tot 0,95 Ossen le kw. f 1,30 tot 1,35 2e kw 1,20 tot 1,103e kw. 1,— tot /0,90; Kalveren le kw. 1,35 tot /1,50 2e kw. 1,20 tot 1,05; 3e kw. 0,95 tot /0,85; Schapen le kw. f 0,75 tot 0,85 2e kw. 0,65 tot 0,60 3e kw. 0,50 tot 0,40 Lammeren 0,80 tot 0,95 Varkens le kw. 1,02 tot/1,04; 2e kw. 0,98 tot 0,943e kw. 0,93 tot /0,86 licht soort 0,90 tot 0,95. A. C. LENSEN's STOOMVAARTMAAT- SCHAPPIJTER NEUZEN. s.s. ARY wordt heden te Avonmouth ver- wacht. s.s. HELENA van Newport naar Ber muda passeerde 29 dezer Flores (Azores). TERNEUZEN wordt heden te Cata nia verwacht. MAGDALENA in lading te Raumo voor Londen. s.s. ELISABETH van Uleaborg naar Ter Neuzen passeerde 29 dezer Holtenau. s.s. s.s. SCHEEPVAARTBEWEGING. 27 October. Eng. s.s. Bamburgh, 1835 M3., stukgoed, van Newcastle voor Gent. Eng. s.s. Cromarthy Firth, 1805 M3., kolen, van Boston voor Gent. Eng. s.s. Bortwick, 3182 M3., stukgoed, van Antwerpen voor Gent. Eng. s.s. Dorington Court, 13634 M3., fosfaat, van Havre voor Gent. Eng. motorsch. Airston, 377 M3., fosfaat, van Gent naar Exeter. Eng. s.s. Harelda, 3645 M3., stukgoed, van Gent naar Belfast. Eng. s.s. Abaris, 8184 M3., ledig, van Bordeaux voor Gent. Eng. s.s. Darlington, 3044 M3„ stukgoed, van Antwerpen voor Gent. Eng. s.s. Jolly Laura, 417 M3., vlas, van Londen voor Gent. Eng. s.s. Grangewood, 4454 M3., ledig, van Gent naar Methil. Eng. s.s. Faxfleet, 2385 M3„ ledig, van Gent naar Goole. 28 October. Belg. s.s. Sierra Negra, 6491 M3., kolen, van Leith voor Gent. Eng. s.s. River Crake, 1892 M3., stuk goed, van Goole voor Gent. Eng. s.s. Shief Arrow, 5925 M3., kolen, van Newcastle voor Sluiskil. Ned. s.s. St. Philipsland, 6445 M3„ ledig, van Sluiskil naar Seatram. Noorsch s.s. Trane, 2959 M3., ledig, van Gent naar Grimsby. Eng. s.s. Nunnington, 1988 M3., kolen, van Goole voor Gent. Eng. s.s. Madame Doretha, 2248 M3., kolen, van Boston voor Gent. Eng. s.s. Hematite, 2043 M3., kolen, van Boston voor Gent. Eng. s.s. Spanker, 5307 M3kolen, van Newcastle voor Gent. Eng. s.s. Bamburgh, 1835 M3., stukgoed, van Gent naar Newcastle. Eng. s.s. Ouse, 2841 M3„ stukgoed. van Gent naar Goole. Eng. s.s. Borthwick, 3182 M3., stukgoed, van Gent naar Leith. Eng. s.s. Darlington, 3044 M3., stukgoed, van Gent naar Hull. Eng. s.s. Mayrix, 2248 M3„ ledig, van Gent naar Hull. Fransch zeilschip Marguerite Emilie, 529 M3., wijn, van Bordeaux voor Gent. 29 October. Belg. s.s. Clara, 2216 M3., kolen, van Goole voor Gent. Belg. s.s. Van Dijck, 6042 M3., kolen, van Newcastle voor Gent. Eng s.s. Falcon, 1910 M3„ stukgoed, van GentTer Neuzen naar Londen. Fransch s.s. La Somme, 9430 M3„ ledig, van Sas van Gent naar Havre. Duitsch s.s. Tamara II, 2568 M3., ledig, van Gent naar Antwerpen. Eng. s.s. Blackcock, 1393 M3„ stukgoed, van Londen voor Gent. Eng. s.s. Wharfe, 2585 M3., stukgoed, van Goole voor Gent. Van 27 tot en met 29 Oct. werden langs de Oostsluis alhier 59 binnenvaartuigen op en 56 afgeschut; langs de Middensluis 39 op- en 24 afgeschut; langs de Westsluis 2 op- en 1 afgeschut. D A G E N. Voorm. Nam. Dinsdag Woensdag Donderdag Vrijdag Zaterdag Zondag j Maandag 31 1 2 3 4 5 6 Oct. Nov. 11.09 11.55 0.15 0.50 1.21 1.51 2.21 11.33 1233 1.06 1.36 2.07 2.37 - GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. Vergadering van Dinsdag 24 October 1922, des voormiddags 10 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge meester. Tegenwoordig de leden: L. J. Geelhoodt, L. T. van Hasselt, J. J. de Jager, D. Scheele, P. van Cadsand, R. G. E. Nolson, G. de Bidder. F. B. G. de Mefjer, H. J. Colsen, N. A. Hame- link, L. J. van Driel en A. J. Harte. Afwezig de heer H. J. van den Ouden. 2. (Vervolg). 3. Voorstel tot beschikbaarstelling van een gedeelte van school A aan de vcreeni- ging voor Christelijk Volksonderwijs alhier. Dit punt wordt aangehouden tot de heer Van den Ouden ter vergadering zal zijn. 4. Voorstel tot het huren van 3 lokalen der arsenaalkazerne, om tot politiebu- reau in te richten. Burgemeester en wethouders, overwegende dat het gebouw waarin thans de gemeente- politie is ondergebracht ongeschikt is voor het doel waarvoor het gebruikt wordt; dat de gemeente thans in huur kan krijgen de lokalen 6, 6a en 6b der Arsenaalkazerne aan de Nieuwstraat, waarin vroeger de mili- taire politie was ondergebracht; dat de huur dezer lokaliteiten door het Rijk is bepaald op f 200 per jaar, te verhuren van jaar tot jaar; stellen voor te besluiten: onderhands te huren van den Staat der Nederlanden van jaar tot jaar en zulks met ingang van 1 Januari 1923 de lokalen der Ar senaalkazerne, genummerd 6, 6a en 6b, voor den prijs van twee honderd gulden (f 200, per jaar. De heer SCHEELE: Komen daar nog meer- der onkosten bij. b.v. voor het maken van een arrestantenlokaal De VOORZITTER: Daarin zal moeten wor- den voorzien, want in het tegenwoordige maken ze de boel dikwijls stuk. De kosten zullen ech- ter niet te hoog loopen, daar we daarin in boofdzaak zelf kunnen voorzien, door gebruik te maken van de materialen afkomstig van het af gebroken huis in de Tholensstraat. Van de daarafgekomen steen kan een arrestanten lokaal warden gemetseld. De heer DE RIDDER: Wat denken burge meester en wethouders met het oude politie- bureau te doen De VOORZITTER: We hebben er eerst over gedacht, het te gebruiken als keurings- lokaal voor vee, maar de daarvoor noodige ver- bouwing zou ook nog al wat kosten en ver- moedelijk zal wel een voorstel volgen, om het te verkoopen. De heer VAN CADSAND: Zijn er heelemaal geen cijfers omtrent de kosten voor het in- richten van een politiebureau, want, ,,niet te hoog" dat is zoo rekbaar, wat de een niet hoog vindt, is dat bij een ander wel. De VOORZITTER: Die kosten zullen 500 wel niet te boven gaan. Hij heeft f 400 hooren noemen en is dus met het door hem genoemde bedrag zeker aan den hoogen kant. De heer SCHEEoE: Het zal wel niet meer helpen, maar ik had zoo gaarne gezien, dat het politiebureau midden in de stad was ge- bleven, het behoort eigenlijk bij het stadhuis en zou moeten gevestigd zijn in de woning thans door mej. Koene bewoond, die men dan misschien een kleine toelage zou kunnen geven voor het huren eener andere woning. Dan had men de arrestantenlokalen, cellen enz. bij de hand. De nu aangewezen plaats acht ik ongeschikt. De VOORZITTER: Ik kan toestemmen, dat de plaats van vestiging, aan eene zijde der stad, minder geschikt is. Burgemeester en wethouders willen echter juist "huren, omdat ze niet willen vooruitloopen op een besluit van den raad tot verbouwing van het gemeentehuis. Als men daartoe overgaat, kan het zoo inge- richt worden, dat men alles bij elkaar heeft. Burgemeester en wethouders hebben ook over- wogen, om hetgebouw waarin het politie bureau thans is ondergebracht te vertimmeren, doch daarvoor werden de kosten op f 5000 ge- raamd, zoodat \ye het voordeeliger achten. thans te huren. Komt de raad het volgend jaar tot een ander inzicht, dan is zij vrij in deze een beslissing te nemen, maar als er ver- bouwd werd, zat men er aan vast. Het is de meest practische oplossing. De HAMELINKBestaat er ook zekerheid, dat we er niet te gauw uit zullen moeten, want dan zouden we, hetgeen nu gemaakt zal wor den, ook weer moeten sloopen. De VOORZITTER: Daarin kunnen we niet voorzien, volgens de voorwaarden van het De- partement van Oorlog, moeten lokalen in ge- val van oorlog binnen 24 uren worden ont- ruimd, maar ik meen, dat we daarvoor nu wel niet beducht behoeven te zijn. De heer DE MEIJER: Ik vertrouw, dat men hetgeen geschieden moet, zal doen met de minst mogelijke kosten. De VOORZITTER zegt dit toe. Het voorstel wordt aangenomen met alge- meene stemmen. 5. Verhuren der woning bij school B. Burgemeester en wethouders overwegende, dat het huis bestemd voor het hoofd der open- bare lagere school B, niet meer als zoodanig zal worden gebruikt, dat het wenschelijk is dat huis te verhuren, nu de gemeente daartoe in de gelegenheid is; dat het huis niet voor openbare verhuring in aanmerking komt, stellen den raad voor te besluiten: het schoolhuis bij de openbare lagere school B, staande Schoolweg no. 23, onderhands te verhuren aan Wilhelm Christoph Reuter, van beroep onderwijzer aan de kopschool, wonende alhier, tot wederopzeggens tegen een huurprijs van vier honderd en vijftig gulden per jaar, onder voorwaarde: 1. dat de huurprijs moet betaald worden ten kantore van den gemeente-ontvanger maandelijks; 2. dat de gemeente verplicht is den huur- der minstens twee maanden te voren aanzeg- ging te doen van ontruiming der woning; 3. dat wanneer de huurder niet voldoet aan de onder 1 en 2 vermelde voorwaarden tot ontruiming, de gemeente het recht zal heb ben, den huurder zonder rechterlijk vonnis, de woning te doen ontruimen. De heer SCHEELE vraagt zich af, of dit voorstel niet in strijd komt met het voorstel van burgemeester en wethouders om school A af te staan aan de vereeniging voor christe- lijk volksonderwijs. Daaruit zal voortvloeien, dat de heer Kohler wordt overgeplaatst naar school B en het zou toeh gewenscht zijn, dat die dan ook bij de school kan wonen, want dit acht spreker zeer gewenscht voor het toezicht tus- schen de schooltijden en des morgens en 's avonds. Hij zou dit punt ook willen aan- houden tot beslist is omtrent het verzoek van de vereeniging voor het stichten eener Her- vormde school. Overigens zou hij de woning maar willen verkoopen, hij voelt er niet zoo- veel voor, om van wege de gemeente woningen te verhuren. De heer DE MEIJER ziet niet bepaald in, dat men behoeft te wachten met de behande- ling, maar meent toch ook, dat men de beslis sing hierover afhankelijk moet stellen van die over punt 3. De VOORZITTER merkt op, dat men na- tuurlijk de behandeling kan aanhouden, maar het voorstel kan z.i. ook gevoeglijk behandeld worden, daar de woning anders feitelijk leeg staat. Indien besloten wordt om school A over te geven, dan geschiedt dat toch pas tegen 1 Mei a.s., en is er dus geen bezwaar, dat de woning ondertusschen wordt bewoond. Maar er behoort om een regelmatige toestand te verkrijgen een contract te worden gemaakt. Dit zal loopen tot 1 Mei, met bepaling, dat het stilzwijgend wordt verlengd, indien het niet tijdig wordt opgezegd. De verhuring heeft dus geen invloed op de beslissing omtrent de school. De heer SCHEELE: Nu valt er een ander licht op. De heer DE JAGER: Er wordt voorgesteld, de woning voor f 450 te verhuren. Ik wilcle echter vragen, of er niet verschillende werk- zaamheden aan de woning zijn gebeurd, sedert een deel daarvan als school is gebruikt. De huurprijs komt mij anders billijk voor, maar als er nu groote kosten aangemaakt zijn, zou dit misschien hooger moeten worden. De VOORZITTER geeft te kennen, dat die werkzaamheden niet zoo groot waren. De heer VAN HASSELT voegt er aan toe, dat het in elk geval geen uitbreidingen of ver- beteringen zijn geweest, het betreft alleen on- derhoud. De heer DE MEIJER hoort daar zeggen, dat de heer Reuter er al in woont! Is dat zoo? De VOORZITTER: Dat is zoo, de heer Reu- kwam hier en was dakloos. Hij is ook ge- meenteambtenaar en moet hier kunnen wonen. Toen hebben burgemeester en wethouders hem toegestaan onder nadere goedkeuring van den gemeenteraad de woning te betrekken en de voorwaarde gesteld, dat hij die ontruimen moet als het gemeentebestuur er over wil be- schikken. 6. Verzoek var wed. G. A. Stockman te Sluiskil, om afwijking van artt. 1 en 2 der verordening houdende nadere eischen voor verlofslokaliteiten. Burgemeester en wethouders gezien het ver zoek dd. 9/11 September j.l. van wed. G. A. Stockman te Sluiskil om ontheffing van art. 4, in verband met de artt. 1 en 2 der verorde- ning van 16 December 1915, houdende vaststel- ling van nadere eischen, waaraan eene lokali- teit moet voldoen, waarvoor verlof wordt ver- leend voor den verkoop van alcoholhoudenden, anderen dan sterken drank, voor gebruik ter plaatse van verkoop in de gemeente Ter Neuzen, overwegende, dat volgens het advies van den gemeente-bouwmeester toestand en liggirg van het lokaal zoodanig zijn, dat de gevraagde af wijking kan worden verleend, gelet op artikel 35, alinea 2 der Drankwet, stellen voor te besluiten: aan verzoekster de gevraagde ontheffing van artikel 4, in verband met de artikelen 1 en 2 van bovengenoemde verordening te verleenen, voor de lokaliteit, gelegen te Sluiskil gemerkt wijk Q 196. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. 7. Benoeming van een lid van het burger- lijk armbestuur in de vacature ontstaan door het bedanlten van P. van Cadsand. Van wege het burgt lijk armbestuur is een schrijven ingekomen waarin dit, naar aanlei- ding van het bedanken van den heer P. van Cadsand ter benoeming aanbeveelt de heeren Jacs. Leunis Cz. on R. Verschelling Mzn. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders, omdat de raad zich vroeger uitgesproken heeft het wenschelijk te achten, dat iemand uit zijn midden deel maakt van het armbestuur als derde candidaat op de lijst hebben geplaatst de heer G. de Ridder en dat de lijst alfabetiscb gesteld is. Hij noodigt de heeteri De Jager en Scheele uit met hem het stembureau te vormen. De heer DE RIDDER verzoekt geen stem- men op hem uit te brengen, daar hij geen be noeming zal aanvaarden. De heer VAN CADSAND acht dat verzoek niet op zijn plaats, de raad moet den meest geschikte kiezen en dan is de heer De Ridder er zeker op zijn plaats. De heer DE RIDDER zal het niet aannemen; hem is vooraf niet vevraagd, of hij er genoegen mede nam, op de lijst geplaatst te worden. De heer HAMELINK heeft de destijds ge- houden besprekingen nog eens nagelezen on daaruit blijkt, dat de raad we! degelijk prijs stelt op het benoemen van een lid uit zijn midden. De heer VAN CADSAND meent zich te her- inneren, dat destijds mevr. Duiker is benoemd uit de S. D. A. P. fractie en hij is benoemd om het zoo eens uit te drukken als neutrale. Mevr. Duiker is wegens vertrek uitgevajlen en toen is de broeder van den heer Hamelink benoemd. Thans heeft spreker gemeend te moeten bedanken. De heer HAMELINK herinnert, dat jaren- lang een raadslid deel heeft gemaakt van het college, hetgeen ook altijd gemakkelijk is; omdat men dan terstond kan ingelicht worden, als er iets omtrent het armbestuur besproken wordt. Hij vindt het daarom jammer, dat de heer Van Cadsand heeft gemeend zich te moe ten terugtrekken, maar enfin, dat moet hij zelf beoordeelen. De heer VAN CADSAND: Dat is de raad z'n eigen shuld. De heer HAMELINK is het daarmede niet eens. In den gemeenteraad zijn over de kwes- tie waar het om gaat nog slechts vragen ge steld, om inlichtingen te verkrijgen. In hetgeen later is afgespeeld, staat de gemeenteraad ge- heel buiten. Maar bovendien, al was dat zoo, dan zou het toch nog geen reden behoeven te zijn om zich terug te trekken, omdat men op een zeker punt z'n zin niet kan krijgen. Dan zou hij als raadslid ook al lang moeten be- dankt hebben. Naar sprekers meening, heeft de heer Van Cadsand dat ambt altijd met liefde vervuld. Het ging hier volstrekt niet over personen, maar over het nut van een be- paalde handeling. Het burgerlijk armbestuur had er rekening mede moeten houden, dat van het besluit dat zij op dat punt nam de ge- meentekas nadeel zou ondervinden, en dat zij in dat opzicht hun persoonlijke meeningen niet mogen doen getden. maar het sohijnt, dat de leden niet genoeg hebben doorgedacht, en pas na de besprekingen in den raad tot die over- tuiging zijn gekomen, waama zij de kwestie in goede richting hebben opgelost. Spreker heeft volstrekt niets tegen den heer Van Cadsand en acht dezen de meest geschikte candidaat; indien de raad hem met algemeene stemmen benoemt, zal hij misschien wel op zijn besluit terugkomen. De heer VAN CADSAND: De heer Hame link zegt, dat hij in de vorige vergadering niets heeft gedaan dan vragen gesteld, maar dat heeft mij juist gegriefd, dat had in mijn afwezigheid niet mogen gebeuren. Hi.i had moeten zeggen het lid is niet aanwezig dus zal ik dit aanhouden tot een volgende verga dering. Ik kon niet aanwezig zijn, omdat ik ver van de gemeente verwijderd was en kon •door ook schriftelijk geen kennis geven, terwijl men zulks telegrafisch nog zoo gauw niet doet. Het spijt me, dat die zaak zoo ver getrokken is, maar het schrijven van burge meester en wetnouders luidde, dat uit het over- leg met den raad gebleken was, dat zulke be sluiten in strijd waren met de belangen der gemeentefinancien en niet door den beugel konden. Toen heb ik gedacht, dat het dan voor leden die zulke slechte besluiten nemen maar beter is te bedanken. De heer HAMELINK: De heer Van Cad sand mag mij eeen verwijt maken, dat ik die vragen heb gesteld in zijn afwezigheid, want ik heb daarover mijn spijt uitgedrukt. maar de zaak kon geen uitstel van behandeling lijden, omdat men aan een datum gebonden was, waarop de zegels moesten geplakt zijn. Indien dan niet op tiid geschiedde, werd het een groot nadeel voor de gemeente. Dat is het eenige motief geweest, waarom ik de zaak aanroerde, maar volstrekt niet om u een hak te zetten. Ik zou veel liever gezien hebben, dat u er bij tegenwoordig waart geweest, dan hadden we ons standpunt daarover eens tegen- over elkaar kunnen zetten. De heer VAN CADSAND: Uit het schrijven dat ik van burgemeester en wethouders ont- ving kan ik niets anders lezen, dan dat de raad te kennen heeft gegeven dat het armbestuur een besluit heeft genomen, dat niet door den beugel kan. De VOORZITTER: Uw toorn is niet billijk ontstoken. Er was een datum en de kwestie moest voor dien datum worden opgelost want u weet wel, dat het armbestuur er al eens een extra-vergadering voor heeft gehouden, en nu konden we de zaak toch niet aanhouden tot u terug waart en er dan nog eens een buiten- gewone vergadering van den raad voor houden In het burgerlijk armbestuur komen de individueele meeningen der leden niet tot hun uiting, het college is feitelijk een lichaam zonder ziel, waar de uitslag der stemming be slist. Ik heb dat uit anderen hoofde ook op een andere plaats +oegelicht. Er was nu een be sluit genomen, in strijd met de meening der meerderheid en het armbestuur heeft later ingezien. dat dit verkeerd gehandeld was. Daarom heeft het burgemeester en wethouders verwonderd. dat de heer Van Cadsand nog aan- leiding heeft kunnen vinden om te bedanken Hij is echter een man van groote lankmoedig- heid en wanneer de raad hem unaniem herbe- noemd, zal hij zek»r wel on zijn besluit terug komen, omdat de raad dan blijk geeft zijn werkzaamheid te waardeeren. De heer VAN CADSAND: Ik wil er nog op wijzen, dat men nipt zoo met dien datum moet schermen, want de heer Hamelink weet ook wel, dat lang niet alle zegels op tijd worden geplakt, vershillende soms wel een of twee maanden nadien. De VOORZITTER merkt op, dat dit niet bevorderd moet worden. De heer DE MEIJER verklaart, dat het hem nu nog niet duidelijk is, of het gewenscht wordt geacht, dat een raadslid deel maakt van het armbestuur. De heer VAN C4DSAND acht dat wel de gelijk het geval en acht den heer De Ridder de aangewezen persoon. De heer HAMELINK vertrouwt nog, dat, als de heer Van Cadsand met algemeene stemmen wordt benoemd, hot wel zal aannemen. De heer DE JAGER: Ze dronken een glas Tot stemming wordt overgegaan en de heer Van Cadsand benoemd met 9 stemmen; 2 stemmen zijn uitgebracht op den heer Van Driel en 1 briefje is van onwaarde. De heer VAN CADSAND: Ik dank voor het vertrouwen, dat de heeren opnieuw toonen in mij te stellen. Misschien meenen zij, dat ik nu wat ruimer in mijn opvattingen zou wor den. maar daarin zouden zij zich vergissen. Ik zal dus de benoeming niet aannemen. De heer HAMELINK: Zoo'n kwestie kan zich nu toch niet meer voordoen. De heer VAN CADSAND blijft bij zijn be sluit. Overgegaan wordt tot een nieuwe stemming en de heer De Ridder benoemd met 10 stem- men; op den heer Van Driel zijn 2 stemmen uitgebracht. De heer DE RIDDER: Er is geen sprake van dat ik de benoeming aanneem, het is mij voor af ook niet gevraagd. De heer DE MEI.TER: Doe het dan uit over- tuiging van de wenschelijkheid, dat er iemand van den raad inzit. De heer DE RIDDER: Ik denk er niet aan. De VOORZITER stelt thans weer een nieu we stemming aan de orde, met het resnltaat, da op den heer Van Driel zijn uitgebracht 6, De Jager 3, Hamelink 2 en Scheele 1 stem. Bij de tweede vrije stemming verkrijgen de heeren Van Driel en De Jager ieder 5 en de heer Hamelink 2 stemmen. Bij tie nu volgende herstemming hebben de heeren Van Driel cn De Jager ieder 5 stem- men. Bij loting wordt gekozen verklaard de heer Van Driel. De heer VAN DRIEL verklaart de benoe ming aan te nemen. Hierdoor vervalt de ver- klaring niet die in een vorige vergadering omtrent het aannemen van functies door zijn fractie is afgelegd, doch hij doet dit, om thans een eind aan de zaak te maken. 8. Vaststelling gemeentebegrooting dienst 1923. UITGAVEN. Hoofdst.uk 2. Een lid der tweede afdeeling gaf in overweging om alle salarissen boven 2000 met 5 en boven 3000 met 10 te verminderen. Hoofdstuk 2 afd .1, art. 5. Een lid der eerste afdeeling vraagt of die post geheel kan vervallen of althans kan verlaagd worden, nu de gemeentelijke inkomstenbelasting door het rjjk wordt gei'nd. Een ander lid stelt voor dien post geheel te schrappen. Hoofdstuk 2, afd. 1, art. 7. Een lid der tweede afdeeling vraagt om het aanplakbord te Sluiskil te verplaatsen naar de weegbrug aldaar. Hoofdstuk 2, afd. 1, art. 8. In de eerste afdeeling wordt gevraagd of het presentiegeld van de raadsleden kan worden afgeschaft, ter wijl een lid der tweede afdeeling voorstelde dien post geheel te schrappen, omdat hij van meening was, dat bij de vorige verkiezingen bekend was, dat er toen geen presentiegeld werd gegeven en hij er ook van overtuigd is, dat zich straks genoeg candidaten voor het raadslidmaatschap, zullen opwerpen, ook al- wordt er geen presentiegeld gegeven. Hoofdstuk 2, afd. 2, art. 2. Een lid der eerste afdeeling vraagt of deze post verlaagd kan worden. Hoofdstuk 2, afd. 2, art. 11. Door een lid der eerste afdeeling wordt gevraagd of de telefoonaansluiting bij den burgemeester en den secretaris veel gebruikt wordt. Hoofdsttuk 3, art. 5. In de eerste afdee ling wordt gevraagd of die post verlaagd kan worden, nu de gemeentelijke inkomstenbelas ting door het Rijk wordt gei'nd. Hoofdstuk 3, art. 6. In de eerste afdeeling wordt gevraagd of ook deze post kan ver laagd worden. Hoofdstuk 4, afd. 1, art. 1. In de eerste afdeeling wordt de opmerking gemaakt, dat het aantal agenten wel kan worden vermin- derd. Hoofdstuk 4, afd. 1, art. 6. Enkele leden van beide afdeelingen wenschen dien post tot 25 terug te brengen. Een lid der tweede afdeeling maakt daartegen bezwaar. Hoofdstuk 4, afd. 2. Leden der eerste af deeling wenschen het totaal dezer afdeeling terug te brengen tot f 1000. Ook de tweede afdeeling kan zich met deze verlaging ver- eenigen. Hoofdstuk 4, afd. 3, art. 1. Een lid der eerste afdeeling vraagt hoe men zich voorstelt f 1000 op de straatverlichting te bezuinigen. Hetzelfde lid wijst op" de te weelderige verlichting in de Donze-Visserstraat en de onvoldoende verlich ting b\j den afrit aan de De Feijterstraat en in de 2de De Feijterstraat. Hoofdstuk 4, afd. 4, art. 1. Een lid der eerste afdeeling stelt voor dezen post te schrappen. Hoofdstuk 4, afd .5, art. 7. Een lid der eerste afdeeling maakt de opmerking, dat nu de aannemer het bedrag der levering van paarden en voerlieden zelf heeft teruggebracht tot f 8 per dag, het z. i. onbillijk is, dat hij die verlaging gedeeltelijk heeft gevonden op het loon ziiner knechten. Hij heeft er geen be zwaar tegen, dat de tegenwoordige aannemer het werk blijft doen, doch zou dan de voor waarde willen stellen, dat het loon dier knech ten moet gebracht worden op het bedrag, dat voor de fiangeboden verlaging betaald werd. Andere leden van beide afdeelingen gaven openbare aanbesteding in overweging, terwijl weer anderen van meening waren, dat dit niet goedkooper en ook niet beter zou zijn. Bij dezen post wordt door een lid der eerste af deeling ook ter sprake gebracht invoering eener 48-urige werkweek. Hoofdstuk 5, afd. 2, art. 2. In de tweede afdeeling wordt gevraagd, welke straten ver- beterd zullen worden. Een lid dier afdeeling wijst op den slechten toestand van het Molen- zicht en op dien van den keiweg te Sluiskil. Hoofdstuk 5, afd. 2, art. 6. Een lid der eerste afdeeling vraagt of voor de 0.6 M3. eikenhout voor randen der zinkputten mis schien beter gewapend beton ware te gebrui ken. Hoofdstuk 5 afd. 2, art. 7. Door enkele leden der eerste afdeeling wordt in overweging gegeven om de zeeschelpen voor de begraaf- plaats te vervangen door fijne grint of maca dam. Een lid der tweede afdeeling maakt de opmerkir.g, dat op de begraafplaats te Sluiskil verschillende boomen dood zijn gegaan en of die kunnen vervangen worden door andere. Hoofdstuk 7, afd. 2, art. 2. Een lid der tweede afdeeling noodigt burgemeester en wethouders uit bij het rijk pogingen aan te wenden om de subsidie ad f 3000 voor de Rijks H. B. S. te doen vervallen. Hoofdstuk 7, afd. 3, art 5. Een lid der eerste afdeeling vraagt splitsing van dezen post in: 1. „scholen" en 2. „woningen". Een lid dierzelfde afdeeling acht het uitgetrokken bedrag ad 400 voor onderhoud der kopschool wel wat hoog. Kan dit worden toegelicht? Hoofdstuk 7, afd. 4. Hierbij wordt in beide afdeelingen ter sprake gebracht het verzoek van de afdeeling Axel van den Ned. Chr. Boeren- en Tuindersbond, om eene subsidie uit de gemeentekas ten behoeve van de door dien bond aldaar gestichte lagere landbouw- school. In het algemeen wordt voor subsidie niet veel gevoekl. Hoofdstuk 8, afd. 1 art. 4. Een lid der eerste afdeeling verzoekte over te leggen een lijst van. 1. het aantal verpeegden en 2. het aantal verpleegdagen, in het ziekenhuis alhier over 1921. Andere leden dier afdeeling vroegen of het bestuur van het ziekenhuis ook de andere bepaling betreffende toelating van andere chirurgen in het ziekenhuis kan laten ver vallen. Hoofdstuk 9. In de tweede afdeeling stelt een lid voor om den post: „premien voor en andere kosten van jaarmarkten" weer in de begrooting te brengen. Bij dit hoofdstuk wordt in de tweede afdeeling ook besproken de invoe ring van een wekelijksche veemarkt. Hoofdstuk 11. In de eerste afdeeling werd gevraagci of ook tot conversie van de hoogere leemngen kan worden overgegaan. Hoofdstuk 13 art. 1. In de eerste afdeeling vraagt een lid hoe burgemeester en wethouders over heffing van pensioenpremie denken als het rijk ook pensioenbijdrage zal laten betalen. ONTVANGSTEN: Hoofdstuk 3, afd .4, art. 1. In de eerste afdeeling vraagt een lid, in verband met de getroffen regeling met de gemeente West- dorpe, hoeveel kinderen uit die gemeente, op school D, te Sluiskil, school gaan. Hoofdstuk 3, afd. 1. Een lid der tweede afdeeling geeft in overweging na te gaan of de inkomsten misschien nog kunnen opge- voercl worden, b.v. door het heffen van nieuwe behastingen. Wellicht een belasting op ver- makelijkheden. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 3