&i RPMFPN N1FIIWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
STEENHOUWERIJ G. J. HOEK,
f
3
en Monnmenten in artisMe ni
Vrijdag 20 October 1922.
70e Jaargang.
Bekendmaking.
Een kostbaar kwaad.
Schoorsteenmantels ens.
No. 7366
Aankondiging.
B1NNENLAND.
BEZELS 1? B3 BLAD.
VLISS1NGEN, Viilapark Eindpunt Electr. Tram
Bakkersnachtarbeid,
voetpaden.
De ramp van de „Corne!is"
mv t wium.'IiM |8££E
JEh ES O Xj -A. IMI IE3
Burgemeester en Wethouders van ZAAM-
SLAG, brengen ler algemeene kennis, dat
te beginnen op Woensdag 1 November 1922,
vanwege de gemeente eene algemeene op-
neming zal worden gehouden van de
Zaamslag, 20 October 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FE1JTER Pzn., Voorzitter.
J. STOLK Lzn., Secretaris.
Mi
gezin te leven. „Het ellendig speculeeren"
deze uitdrukking is van de Nederlander
„op de dubbele uitkeering (voor het
dubbele werk) uit de kas van den Staat,
met zijn vijfvoudig zedelijk en economisch
kwaad, moet ophouden". Wie begint nu
eens met deze wel niet zoo gemakkelijke
maar toch daarom niet minder gewenschte
hervorming, die op gezonde wijze, zonder
werkelijk nadeel aan iemand te berokkenen,
leiden kan, tot heil en van den Staat en van
de Burgerij?
Speciaal a. d r e s voor
Onder ditzelfde opschrift heeft De Neder
lander enkele dagen geleden de vinger
^elegd op een diep en steeds dieper in-
vretend euvel in onze maatschappij. Het
blad begon zelfs met aan te halen een
woord uit den bijbel, en wel uit den
Prediker, die zegt: „Er is een kwaad, dat
ik gezien heb onder de zon, en het is veel
onder de menschen". Nu is dit ongetwijield
een tekst, die boven heel wat artikelen kan
worden geplaatsi, als motto, evengoed als
het opschrift, dat wij in navolging van de(n)
Nederlander boven dit artikel hebben ge-
pfaatst. Daar zijn in deze dagen van hoog
en luid geroemden vooruitgang en van veel
geprezen algemeene ontwikkeling zeer v£el
euvels, waarvan helaas moet worden ge-
tuigd, dat zij bezig zijn voort te woekeren
onder ons volk, terwijl hun noodlottige ge-
volgen op zedelijk en economisch gebied
niet ernstig genoeg kunnen worden aange-
slagen. Maar toch geven wij de genoemde
Redactie geiijk, .waar zij het nu ook door ons
te noemen en te veroordeelen kwaad we!
z66r zwaar neemt, en het dan ook qualifi-
ceert, niet alleen als een ernstig maar ievens
als een „kostbaar" kwaad.
Bedoeld is hier de zaak der gehuwde
ambtenaarsparen. En er zijn er van aller-
lei. Daar is, zooals de Nederlander op- i
noemde: de postdirecteur en de school-
opzieneres, daar zijn de inspecteurs yar
politie en de onderwijzeres, de onderwijzer
en de telefoniste, de postambtenaar en de
onderwijzeres, dit zijn nu gevallen, die
de schrijver van het door ons met zoo groove
instemming aangehaalde artikel direct uit
eigen ervaring en aanschouwing wist op te
noemen. Het zijn natuurlijk niet de eemge
vormen. Alle mogelijke eombinaties zijn
hier nog te noemen. Ook komen er liuwe-
lijken voor tussehen ambtenaren in het-
zelfde dienstvak en dus werkzaam onder
hetzelfde Departement.
Maar misschien is nog niet ieder, die dit
leest, het dadelijk met ons eens, dat wij hier
te doen zouden hebben met een kwaad, en
zelfs niet alleen met een kostbaar, maar
ook met een groot kwaad.
Het lijkt sommigen zoo flink, dat zoo n
pas getrouwd vrouwtje op kantoor wil
blijven. Wat moet zoo'n meisje nu doen in
zoo'n „kippenhuishouden?" Moet het niet
worden gewaardeerd en geprezen, dat zij
werkzaam wil blijven, liever dan nu als
anderen zich te gaan vervelen, en haar tijd
voor een groot deel in ledigheid te gaan
doorbrengen? Is het niet heeriijk, dat zij
ook de handen uit den mouw wil steken,
en dat zij iets, ja alles wil doen om mee te
verdienen, en alzoo te trachten iets over te
verdienen voor den kwaden dag, die in
sommige huishoudens maar al te gauw
komt? Is het niet veel mooier, dat zij zich
dan zelf weten te behelpen, dan dat zij
weer zouden komen aankloppen bij de
ouders of nog erger bij vreemden, en mdet
het niet worden geloofd, dat zij zichzelf
weten te helpen zonder iemand anders
lastig te vallen? Men zou soms geneigd
zijn dit toe te stemmen, als dit wordt be-
weerd. Maar nog daargelaten of dit juist
is gezien, wij willen eerst eens vragen ot
mogelijk voordeel hier werkelijk vergoedt
en opweegt tegen datgene, wat hier wordt
verspeeld en (met den besten wil van de
wereld) wordt verknoeid en vermorst.
De Nederlander heeft ons maar eventjes
vijf redenen genoemd, waarom gemeend
moest worden, dat wij hier te doen hadden
met iets, dat zeer beslist een kwaad moest
worden genoemd. Daar is in de eerste
plaats de verwaarloozing van den eersten j
plicht der gehuwde vrouw: zich te wijden
aan haar gezin. Wij gelooven, dat dit vol-
komen juist is gezegd. Daar zijn van die
nieuwerwetsche (fames, die werkelijk zoo
dwaas zijn geweest of geworden om toe te
geven, wat allerlei ter zake onkundige
mannen haar hebben voorgehouden, dat het
werk van een huisvrouw zoo iets als een
sinecure zou wezen, zoo iets waar men nu
maar niet al te veel van moest vertellen,
want het was toch alles in een hand-
omdraaien gebeurd, en nu wij dan ook nog
stofzuigers hebben gekregen, nu was het j
alles ndg veel eenvoudiger geworder., en
was het niet om over te praten zelfs meer,
wat zoo'n vrouw in haar huis had te doen.
Eerst zeiden dat enkele uithuizige mannen
en nu zijn de dames hun dat gaan napiaten!
Hiertegenover stellen wij, dat, zelfs nog af-
gezien van de zorg voor de kinderen en
afgezien ook van de aanschaffing van de
meest nieuwerwetsche middelen, waardoor
het zorgen voor de huishouding werkelijk
zeer veel is vereenvoudigd, het besturen
van een huishouden van iedere vrouw, die
haar zaken in orde wil hebben, z6o veel tijd
en inspanning kost, dat het totaal onmoge-
lijk is, dat zoo iemand, hoe groot haar
capaciteiten ook overigens mogen wezen,
voor twee zoo uiteenloopende belangen
werkelijk genoegzaam tijd en kracht zoude
hebben. Het woord van Jezus, dat niemand
twee heeren dienen kan, geldt ook hier.
Maar dan noemde „de Nederlander'
als tweede bezwaar dit, dat allerlei ellen-
dige middelen werden bevorderd om het
het huwelijk kinderloos te houden of het
kindertal te beperken. Konden hieromtrent
door het Bureau voor de Statistiek eens
gegevens worden verstrekt, dan zou men
ongetwijfeld tot ontstellende resultaten
komen. Wij behoeven aan deze tweede zaak
geen woord verder te verspillen.
Dan is daar in de derde plaats de met
denkbeeldige kans, dat de gehuwde ambte-
nares in doorsnede haar ambtsplicht zyer
licht zal opnemen. Haar heele hart zal zij in
ieder geval aan haar werk niet kunnen
geven. Haar dienst zal lijden onder haar
vrouw-zijn, of haar vrouw-zijn onder haar
dienst. Het is alles al even treurig en ge-
vaarlijk, 6ok voor de maatschappij. De
Nederlander had weer volkomen geiijk,
toen hij schreef: „Dit zijn alle gevaren van
zedelijken aard, dikwijls nog verergerd door
bijkomstige omstandigheden, geiijk bij
een der ons bekende gevallen, waar het
huwelijk slechts enkele dagen v66r de ge-
boorte van het kind voltrokken werd". Die
voorbeeldige(?) moeder keerde na enkele
maanden, als opvoedster van de jeugd,
in de school terug.
Het wil ons voorkomen, dat deze drie
hier door ons genoemde bezwaren reeds
zwaar genoeg behoorden te wegen, om
eenvoudig zonder meer een einde te doen
maken aan dezen misstand, op gevaar af,
dat dan zouden worden gedupeerd enkele
duivefskunstenaarsters, die dit alles tegelijk
werkelijk met even groote trouw en opge-
wektheid weten waar te nemen. Maar op
dergelijke uitzonderingen mag toch nooit
een regel worden gemaakt!
Uit het. tot nu toe genoemde is meer
duidelijk geworden, dat wij bij deze zaak
te doen hebben'met een grooi, dan wel dat
dit alles ook zou moeten worden genoemd:
een kostbaar kwaad. Over dit kostbare van
dit euvel geven wij nu echter ook nog iets.
En deze economische bezwaren mogen be
Nederlander wees daar ook op in deze
dagen wel dubbel zwaar wegen. Gesteld
al (wat wij ten zeerste in twijfel trekken),
dat de zedelijke bezwaren nog zouden zijn
te ontgaan of te voorkomen, dan nog wegen
de economische bezwaren zeer zwaar, en
zoo zwaar, dat er onzes inziens ten sterk-
ste moet worden aangedrongen op voor-
ziening.
En dan iette men er op, hoe de ambte
naarsparen voor het levensonderhoud van
hun kleine gezinnen eeri dubbel salaris
genieten. Wij hebben er zoo een bij ons in
de buurt wonen, en geven met opzet maar
een vluchtige teekening van hun omstandig
heden. Beide waren en zijn zij onder
wijzeres). Hij aan een instituut, waardoor
hij niet alleen gedurende de schooluren,
maar ook nog daarboven en daarbuiten
vaak aan de inrichting moet zijn. En
een zeer goed salaris geniet, laten wij zeg-
gen wel van een 3500.-«-. Dan is zijn
vrouw ook onderwijzeres op een openbare
jongensschool, in de derde of vierde klasse.
Tot enkele weken voor haar eerste beval-
ling heeft deze vrouw voor de klasse ge-
staan. Wat er op de komst was, viel zeer
in het oog, en werd met zekere brutaliteit
ook vertoond. De jeugd sprak er over.
Alle jongens wistenrnvat -er ..ebeuren zou.
Wat van deze dingen het gevolg was.
indirect, is te raden. Maar toen ging
Mevrouw de verdere gebeurtenissen dan
thuis afwachten. Geregeld zag men haar
nog wandelen, en Manlief uit de school
halen. Dit is zoo nog wel een anderhalve
maand lang gegaan. Toen is de kleine
wereldburger verschenen. Nog een paar
weken heeft hij zich in het ongedeeld bezit
van zijn moeder mogen verheugen, en toen
„riep" de school weer. Sedert hooren wij
het kind huilen, bitter en lang, de moeder
hoort het niet.' Zij maken echter met hun
dubbele inkomsten goede sier.
De kinderwagen is de mooiste en weel-
derigste uit de heele buurt. En de kleedij
van Mevrouw evenzoo. Het is zoo juist
opgemerkt: op deze wijze doen deze gezin
nen in hun kring het levenspeil onnatuurlijk
veel stijgen, en wekken zij anderen op tot
jaloezie en ontevredenheid, of tot het maken
van schulden en het najagen van ongeper-
mitteerde genoegens.
En dan nog iets en het ergste: Tal van
menschen worden zoodoende buiten een
broodwinning gehouden. Conclusie: De
ambtenares, wier man een goed salaris
verdient, behoort te worden ontslagen. lets
anders is het, indien een vrouw door bijzon-
dere capaciteften een positie toekomt, of
nog meer indien zij op deze wijze hei
brood wil en kan verdienen voor een gezin,
dat anders op ellende of liefdadigheid is
aangewezen. Maar de getrouwde Vrouw
hoort overigens in haar huis en in haar
BEZUINIGING.
Ter bezuiniging worden, naar „Het
Hsgez." meldt, dit jaar geen rijksveldwach-
ters meer aangesteld. Alleen indien in 1923
tengevolge der nieuwe Pensioenwet vaca-
tures ontstaan, kunnen nieuwe aanstellingen
verwacht worden. Ook bij de marechaus-
sees wordt overwogen tot opheffing van
standplaatsen te komen, indien zulks moge
lijk zou zijn.
DE WIJZ1GING VAN DE L. O.-WET.
Naar het „Vad." verneemt is de Nota
van Wijzigingen betreffende het wetsont-
werp tot wijziging van de L. O.-wet 1920,
welke nota gisteren aan een speciaal af-
deelingsonderzoek is onderworpen, in de
afdeelingen der Tweede Kamer slecht ont-
vangen, speciaal door links, omdat men
vreest, dat de openbare school hierdoor nog
verder achterop zal geraken.
BELASTING-ONTDU1KING.
In de „Vragen des Tijds" houdt Mr. P. J.
Bijleveld een ernstige beschouwing over be-
lasting-ontduiking.
De heer J. J. Bekaar, inspecteur der
belastingen, heeft in de groene „Ainster-
dammer" het niet-aangegeven belastbaar
jaarlijksch inkomen op zijn minst op
400.000.000 geschat.
De heer Bijleveld omschrijft een aantal
maatregelen ter voorkoming en ter bestrij-
ding van de belasting-ontduiking, Zijn
hoofddoel is te doen zien, dat versterking
van 's rijks middelen niet steeds behoeft te
worden verkregen door bestaande belas
tingen uit te denken en dat voor den Staat
nog millioenen te innen zijn, zoodra de con-
trole op de heffing maar wordt verscherpt
BIDDEN VOOR 't ETEN.
De Minister van Oorlog heeft het vol-
gende bepaald:
Hoewel het in acht nemen van eenige
oogenblikken van stilte voor het aanvan-
gen van den disch, ten einde aan de aan-
zittenden behoorlijk gelegenheid te geven
tot bidden, alleen in de reglementen op
den inwendigen dienst is vermeld in het
artikel betreffende de gemeenschappelijke
maaltijden van korporaals en soldaten,
moet die bepaling ook van kracht worden
geacht bij de gemeenschappelijke maal
tijden van de onderofficierenmenage.
TEN NEUZEN, 20 Oct. 1922.
GEMEENTERAAD.
in de op a.s. Dinsdag 24 October, des
voormiddags 10 uur, te houden openbare
vergadering van den gemeenteraad, komen
de volgende punten in behandeling:
1. Notulen.
2. Ingekomen stukken.
3. Voorstel van Burg, en Weth. tot het
beschikbaar stellen van een gedeelte
van school A aan de Vereeniging
voor Christelijk Volksonderwijs, al-
hier.
4. Voorstel van Burg, en Wetth. om van
het Rijk te huren drie lokalen der
Arsenaalkazerne, om tot politie-
bureau in te richten.
5. Voorstel van Burg, en Weth. tot het
onderhands verhuren der woning bij
school B aan den heer W. C. Reuter
alhier.
6. Voorstel van Burg, en Weth. tot het
verleenen van vergunning aan de
Wed. O. A. Stockman te Sluiskil.
voor afwijking der artikelen 1 en 2
der verordening op verlofslokali-
teiten.
7. Benoeming van een lid van het Bur
gerlijk Armbestuur, in de vacature
ontstaan door het bedanken van den
heer P. van Cadsand.
8. Behandeling der gemeentebegrooting,
dienst 1923, waarbij aan de orde
komen:
a. een verzoek van de afdeeling Axel
van den Chr. Boeren- en Tuinders-
bond in Nederland, om subsidie ten
behoeve van de door haar gestichte
lagere landbouwschool.
b. idem van de Volksbibliotheek alhier,
om eene subsidie van 200;
c. idem van de Vereeniging tot Zieken
verzorging, alhier, om 5000 sub
sidie.
d. idem van het Hoofdbestuur van de
vereeniging „Het Nederlandsch Groe
ne Kruis" om 110 subsidie.
e. idem van de vereeniging „Het Groene
Kruis, alhier, om fl200 subsidie.
het verzoek van de soclaal-demo-
cratische raadsfractie om wijziging
van artikel 3 der heffingsverordening
op de gemeentelijke inkomstenbelas-
Er kan thans niet meer aan worden
getwijfeld. De stranding van de „Cornelis"
van A. C. Lensen's reederij, van onze
,,'ler Neuzensche vloot", zooals we meer-
malen met voldoening neerschreven, heeft
voor onze staa een ramp tengevolge van een
omvang zooals we die in onze langdurige
loopbaan nog niet moesten boekstaven, een
ramp die daaraan valt wel niet meer te
twijfelen op eens meer families in rouw
dompelt, dan vermoedelijk in de geschie-
denis onzer stad ooit is voorgekomen.
Zoolang men niet voor onomstootelijke
feiten staat, gelooft men nog gaarne het
beste, en uit hetgeen in den aanvang der
week'officieel bekend was, was er nog aile
aanleiding, om over het lot der bemanning
die Zondag weigerde het gestrande stoom-
schip te verlaten en op het bergingsvaar-
tuig over te gaan, niet het ergste te denken.
De tijd verstreek echter zonder een gun-
stig teeken en helaas ontving de reederij
gisteren tijdir.gen, die de vermoedens van
het ergste kwamen bevestigen: te Oeregrund
waren twee lijken aangespoeld, die gebleken
zijn te behooren tot de opvarenden van de
Cornells. De eene, de 2e stuurman A.
Visser van Delfzijl, is aanstonds herkend,
doch met de tweede was dit niet het geval.
Eerst van morgen kwam bericht, dat de
laatste herkend is als de 16jarige Jan Maas,
wonende aan den Kanaaldijk alhier, die zich
tot het leven op de stoomschepen, die hij in
het kanaal zag varen ten sterkste voelde
aangetrokken en zoo gaarne naar zee wou.
dat zijn ouders, die hem van het gaan varen
steeds trachtten te weerhouden, hem ten
slotte zijn zin gaven. 't Was thans zijn
tweede reis.
Ook maakte gisteren een telegram mel
ding van het aanspoelen van wrakstukken
van scheepsbooten.
Op verzoek van de reederij zijn in de
Oostzee nasporingen ingesteld, om van het
lot der bemanning op de lioogte te komen,
doch het hiervoren gemelde, was nog het
eenig positief resultaat.
De bergingsstoomer Herakles kwain
gisteren bij het wrak en heeft dit door mid-
del van duikers laten onderzoeken. Het
schip is totaal wrak en het bleek, dat er in
de kajuiten geen lijken zijn.
Nader vernemen wij:
Het Departement van Buitenlandsche
Zaken berichtte heden namiddag aun de
reederij, dat, volgens een in Den Haag
ontvangen bericht van het Gezantschap te
Stockholm, het onderzoek omtrent het lot
der bemanning, door de Bergingsmaat-
schappij heden voortgezet is, doch zonder
resultaat.
Noch te Marieham op de Aland's eitanden
noch te Helsingfors in Finland is iets
bekend.
Het wrak is geheel stuk geslagen en de
lading weggedreven.
Het lijk van den tweeden machinist Visser
is (e Oeregrund door de plaatseiijke auto-
riteiten ter aarde besteld.
Begrijpelijkerwijs is de deelneming in
deze ramp algemeen.
Meermalen kwamen berichten van groote
scheepsrampen tot ons, van het teisteren
van visschersdorpen, na ruw stormweer, en
ook dan was er medegevoel met de slacht-
offers en de achtergebleven betrekkingen,
doch hoe geheel anders is het thans, nu men
die verschrikking meer van nabij voelt.
Men weet het, het leven van den zeeman
is, meer dan dat van anderen, aan gevaren
blootgesteld, maar toch is dat in den mo-
dernen tijd, met flink uitgeruste stoom
schepen veel verminderd, en de Ter Neuzen
sche vloot vaart sedert ongeveer 20 jaar
op een wijze, dat de gedachte aan meerder
gevaar dian bij andere bedrijven als het
ware geheel verdwenen was. Daarom treft
de ramp te dieper, wijl de mogelijkheid van
een dergelijk gebeuren zelfs niet werd
ondersteld. Dat men nu voor zoo'n ramp
staat, brengt ook onrust onder de betrek
kingen der overige zeevarende bevolking.
Van de Ter Neuzensche opvarenden :ijn 5
gehuwd en vaders van kinderen een van
7 uit een gezin waren er 2 broeders
aan boord, waarvan 1 gehuwd en Vader
van 2 kinderen, en van deze 2 broeders was
ook nog een neef aan boord.
-zssresaa
OPENING DER KOPSCHOOL
Jl. Dinsdagnamiddag werd de kopschool,
gebouwd aan de Walstraat, oificieei ge-
opend.
Te half drie uur waren in een der gym-
nastieklokalen, waarin een podium met
plantenversiering was aangebracht op uit-
noodiging van het gemeentebestuur met
haar tegenwoordig de inspecteur van het
lager onderwijs, de heer Pattist, de school-
opziener de heer Sterringa, lederi van den
gemeenteraad, van de commissie van toe-
zicht op het lager onderwijs en hoofden van
scholen uit de omgeving, benevens ouders
van leerlingen en het onderwijzend perso-
neel der school met de leerlingen.
De burgemeester, de heer Huizinga, open-
de de bijeenkomst met een woord van wel-
kom aan de aanwezigen, en gaf vervolgens
uiting aan dc gevoelens van dankbaarneid
die hem bezielen, dat men in de gelegenheid
is eene onderwijsinrichting als deze kop
school is, te openen.
Hij bracht in de eerste plaats hulde en
dank aan de leden van den gemeenteraad,
die bij de invoering der nieuwe onderwijs-
wet den durf hebben gehad, deze mooie
school te stichten, die voldoet aan eene be
staande behoefte voor het openbaar onder
wijs. Hij beschouwt dat besluit a'.s een
daad van moed, als hij let op de tijdsom-
standigheden waaronder dit besluit werd
genomen.
te
CO U RANT
I .iiimiiihim mTilHMlTir ramflti" A T M or» t-OO
De Burgemeester (ier gemeenle TER NEUZEN 1 W1IDDELBURG, Veerscheweg 250.
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadenng
»an den Gemecnteraad zal worden gehouden op
34 October 1»33, des voormiddags
uur
Ter Neuzen, den 19 October 1922.
De Burgemeester vournoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend,
<t*t ter sremeente-secietarie ter inzage ligt een aan-
vraag van lOS EPH EMANUEL MARIE BONTE, om
vprfunninj? tot het verrichten van bakkersnacht-
arbeid tussehen 8 uur de? namiddags en 6 uur des
voormiddags in het perceel liijkstraat 51.
On Zaterdag 18 November a.s., des voormiddags
10 uurfzal inghet raadhuis gelegenheid bestaan om
ten overstaan van den Burgemeester be z ware n
teaen de aanvraag in te brengen.
Daarbij worden zoowel de aanvrager als zij, die
bezwaren inbrengen, in de gelegenheid gesteld zich
,aar aanleiding van de bezwaren mondelmg en
schriftelijk te verklaren.
Zoowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbren
gen kunnen gedurende acht dagen voor het
bovengemeld tijdstip, ter secretary der gemeente,
van de ter zake ingekomen schrifturen k e n n l s
i««en.
Ter Neuzen, den 18 October 1922
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
n visv