SMYRNA-TAPIJTEN VOOR EEN LUTTEL BEDRAQ. Kooplieden, die uit Smyrna in Engeland zijn teruggekeerd, welke stad zij bij het uit- breken van den brand hebben veriaten, vertellen, dat de handelshuizen in Turksche en Perzische kleeden aldaar bij de nadering der Turken hun voorraden tegen beiache- lijk lage prijzen hebben opgeruimd. Klee den, die in West-Europa gemakkelijk ver- scheidene duizenden gulden zouden heb ben opgebracht, werden verkocht voor en- kele bentallen guldens. De met verkochte voorraden zijn verbrand of gestolen. Hier- bij is een ongeevenaarde arbeid van jaren verloren gegaan. DE AVONTUREN VAN EEN DRANKSMOKKELSCH1P. Dat de drooglegging van Amerika tot dranksmokkelarij op zoo grooten schaal zou voeren, als telkens blijkt, heeft nie- mand kunnen bevroeden. Uit de Spaansche kustplaats Cadiz wordt aan de New York Times geschreven: Onlangs werd er een schip gebouwd door een New-Yorksche maatschappij en ingeschreven op de Zuid-Amerikaansche lijsten. Het schip kreeg een gemengde lading met bestemming voor Spanje, maar bij de lading bevond zich ook een 40.000 liter sterke drank. De eigenaars van het schip gaven het bevel over het vaartuig aan een man, die per slot bleek te zijn een doodgewone schipper van een visscherif- schoener. De eigenaars en de officieren van het schip kregen uit Spanje valsche papieren om aan wal te mogen gaan en het schip "werd voor Cadiz ingeklaard. Maar op een goeden nacht kon men het aantreffen op de kust van Noord-Amerika. Daar liet men het stoppen. Verschillende lichters en sleepbooten doken op. Plot- seling kwamen uit schuiiplaatsen een aan- tal gewapende New-Yorksche douanen te voorschijn. Revolvers werden getrokken- en de bemanning van het smokkelschip werd gedwongen den drank- in de lichters over te laden. Toen werd het schip losgelaten. Het trok naar de Bermuda-eilanden, om gekalefaterd te worden. Dat kalefateren werd een nieuwe aanleiding om de verlo ren lading aan drank weer met nieuwen drank aan te vullen. Het schip verdween naar de Amerikaansche kust. Toen Spanje bereikt werd, had de commandant geen geld om zijn bemanning uit te betalen en het schip zelf werd door de Spaansche regeering in beslag genomen, daar de scheepspapieren den indruk gaven van ver- valscht te zijn. De officieren van het schip waren radeloos, want hun bleek, dat ook aan hun familieleden niets was uitgekeerd en van de eigenaars hoorden zij boe noch ba, die hadden hun handen van het schip af getrokken. Te New-York zijn verscheiden personeu gearresteerd, verdacht met die dranksmok kelarij op zeer goeden voet te staan. ROBINSON CRUSOE. De voortreffelijke Robinson Crusoe zegt de „Figaro" krijgt een standbeeld. Hij verdient het welval was het aileen maar om het symbool van geduldigen moed, dat hij verpersoonlijkt en om de rol die hij speelt in de kinderlijke fantasie van de jeugd. Eigenlijk gezegd is het niet Robinson Crusoe zelf, die de inwoners van het Engelsche dorp Laege willen eeren, maar den onfortuinlijken en onverschrokken zee- man Andrew Selkrik, wiens avontuur Da niel De Foe op het denkbeeld brachten van zijn opsterfelijk werk. Selkirk schijnt in dat dorp gewoond te hebben en daar de dorpelingen geen andere plaatselijke beroemdheid hadden, stellen ze zich maar tevreden met een schipbreukeling. Zoo'n groot man is echter deze varensgast niet geweest, dat hij bij zijn vertrek zijn dorpsgenooten een por- tret heeft achtergelaten, met behulp waar- van men zijn standbeeld zou kunnen boet- seeren en men heeft zich dus moeten ver- genoegen met zijn evenbeeld en zoo zal dan gebeuren, dat de bewoners van Laege, op hun dorpsplein een standbeeld zullen kunnen bewonderen, voorstellende de be- kende figuur, gekleed in dierenhuiden, ge- wapend met vervaarlijke pistolen, gewereft. en hakmessen en met een groote parasol van veeren boven zijn hoogen bonten muts. Daniel De Foe zelf zou dadelijk zijn geesteskind herkennen. EEN OEESTIQE DEFINITIE VAN ROMANS. Het Duitsche weekblad t,Jugend" geeft de volgende definitie: Een Duitsche roman is een boek, waar- in twee menschen .in het eerste hoofdstuk elkaar willen hebben. Zij krijgen elkaar echter niet voor het laatste. Een Fransche roman is een boek, waar- in twee menschen elkaar dadelijk in het eerste hoofdstuk krijgen en van het tweede tot het laatste hoofdstuk willen zij elkaar 'niet meer hebben. Een Amerikaansche roman is een boek, waarin twee menschen elkaar in het eerste hoofdstuk willen hebben, zij krijgen elkaar dadelijk en zoo blijft het tot het einde. Een Russische roman echter, is een boek. waarin twee menschen elkaar noch willen hebben, noch krijgen en hiermede worden 150 treurig gestemde bladzijden gevuld. DE STIERENGEVECHTEN IN FRANKR1JK. De politie-rechter te Beziers in Frankrijk heeft den directeur en de matadors van de aldaar opgerichte arena voor het houden van stierengevechten ontslagen van rechts- vervolging. De beklaagden werden ver- volgd omdat zij1 in Juli j.l. zes stieren had den gedood. De gronden, waarop de president van de rechtbank de beklaagden vrij sprak, wa ren de volgende: In de eerste plaats aldus (redeneerde deze magistraat be- teekent het feit, dat de staat 25 pc*. on- vangt van de opbrengst van de stierenge vechten steun voor de opvatting, dat deze stierengevechten wettig zijn toegelaten. In de tweede plaats is het moeilijk aan te nemen, dat de wetgever voordeel zou willen trekken uit een immoreele openbare vermakelijkheid, terwijl ten derde de wet in zake de dierenbescherming sleehts op huisdieren toepasselijk is. De vraag doet zich nu voor: Is de stier een huiscSer? Hier antwoordde de rechter op zijn eigen vraag met een nadrukkelijk „neen"! Het ras aldus luidde zijn antwoord dat bij stierengevechten wordt gebruikt is ex- pres weer tot een wild ras teruggekweekt, dat veel gelijkenis vertoont met de stam- ouders van den stier, die zich met leeuw en tijger konden nieten. EEN TOREN VAN KUNSTPAARLEN. Op een tentoonstelling te Tokio kan men een toren bewonderen, opgebouwd van louter kunstpaarlen. Men kan er zich een beeld van vormen, als men de volgende getallen weet: Voor den toren alleen zijn 11.195 parels gebruikt, voor de poortjes 285 en voor het voetstuk, waarop alles rust 21.500. De waarde van dit wondergewrocht bedraagt minstens 325.000 yen, in Neder- landsch geld dus omstreeks 400.000 gld. HET KOKEN VAN DE MELK. Over het bovenstaande schrijft dr. L. J. C. Scheij in het Maandbiad van de Ned. Vereeniging voor Huisvrouweu het volgen de: Wat kan het resultaat van een een- voudige huiselijke oezigheid verschillend zijn. „Gekookte melk, daar houd ik niet van", zegt de een. Doch hij drinkt eens een be- ker melk bij de ouren, die ze van denzelf- den melkboer betrekken, en hij vmdt de gekookte melk heerlijk. Menigmaal geiven de velletjes in gekookte melk aanleiding tot moedijkheaen tusschen moeder en kind, en men moet zelfs een zeefje aanschallen en geregeld gebruiken. En dan nog de houdbaarheidsKwestie. Dezelfde melk blijft bij den een Ianger goed dan bij den ander. Bovengenoemde leiten vinden hun oor- zaak in de ondoelmatigheid, welke bij het koken der melk zoo dikwijls Jin den regel is mogelijk juister gezegd) op te merken. yaJt. Bij den tegenwoordigen stand van het melkvoorzieningsvraagstuk moet men in het algemeen de rauw afgeleverde melk koken met het oog Qp de mogelijkheid, dat zij ziektekiemen bevat en op de houd- baarheid. De bereiding van gekookte melk be- staat uit twee handelingen: lo. de verhit- ting; 2o. de afkoeling. De laatste komt veelal met tot haar recht. De verwarring moet zoo snel mogeiijk geschieden, dus bijv. op een groot gaskomfoor. Wannetr de melk kookt, laat men ze 2 minuten zacht jes doorkoken. Hierdocr verhoogt men de houdbaarheid. De kokende melk moet snel op een vol- doend lage temperatuur werden gebracht. Dit kan geschieden door de pan in een bak met koud water te zetten en dit telkens te verfrisschen, vocr huishoudelijk gebruik is daarbij echter heel geschikt een eenvou- dig toestelletje, waarover ik reeds van me- nige huisvrouw een gunstig oordeel mocht vernemen. Het koelbuisje is van vertind koper, in- wendig 8 m.M. het boveneind is verdikt tot 13 m.M., zoodat het met een scukje caoutchoucslang verbonden kan worden aan de tapkraan der waterleiding boven den gootsteen (of aan het kraantje van een ouderwetsche keukenpomp). Het buisje is vertikaal over een lengte van 25 c.M. gaat dan met een flauwe bocht over in een 14 c.M. Iang horizontaal deel, dat rond- gebogen is. Men plaatst nu den melkkoker met heete melk in een iets wijdere pan (b.v. den afwaschbalc). De rand daarvan moet minstens zoo Itoog zijn als de melk in den koker staat. Het horizontale ge- deelte komt op den bodem van den bak te liggen om den mekkoker heen. Met de lengte der slang (25 c.M. zal doorgaans goed zijn) is dit te regelen. Het koelwater krijgt een draaienden opwarrtsche bewe- ging, neemt voortdurend warmte der melk op en loopt over den rand van den bak in den gootsteen. Aldus bereikt men een groot koeleffect. In de heete melk plaatst men eeen repel, om in het begin der koe- Iing de melt nog eens even om te roeren. Dit verhaast de afkoeling en de tempera tuur der melk is dan spoedig zoozeer ge- daald dat vellenvormijjg (een gevolg van snelle uitdamping van' het bovenste faagje melk) niet meer mogelijk is. Natuurljijk moet het deksel op den koker blijven. Het watervertruik is gering, te meer, omdat het kraantje al spoedig sleehts weinig open behoeft te staan. Met het wafer van 17 gr. Celsius was 3 liter kokend heete melk na 10 minuten tot 39 gr. "C. afgekoeld. Wan- neer de melk geheel koud is geworden, zet men ze op een koele plaats, bijv. op den vloer van den kelder. Het is niet aan te bevelen de melk in een kan over te gieten, want daardoor is er kans op be- smetting en geringere houdbaarheid. Het voordeel van het gebruik van het koelbuisje is, dat er systeem in 't koken der melk wordt gebracht, waardoor be reikt wordt dat deze nuttige arbeid dage- lijks door de huisvrouw of ha3r personeel automatisch met weinig moeite volgens den eisch wordt verricht. GEMEENTERAAD VAN AXEL. Vergadering van Dinsdag 26 September 1922. Voorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. Th van de Bilt, A. E. C. Kruijsse, Ph. J. van Dixhoorn, J. Weijns, J. de Kraker, J. Dekker, J. M. Baert, F. Dieleman, J. de Feijter en M. Koster, benevens de Secretaris. (3 Vervolg). 8. Voorstel van Burgemeester en Wethou- ders en de gascommissie om niet over te gaan tot electrificatie van de gemeente. De VOORZITTER herinnert, dat de raad bij de bespreking van de voorwaarden, door de Prov. Zeeuwsche Electriciteitsmaatsohappij in- gezonden voor aansluiting der gemeente aan de centrale in Zeeuwsch-Vlaanderen, den wensch te kennen gaf, omtrent die aansluiting een nader onderzoek te doen instellen door Burgemeester en Wethouders en de gascom missie. Die commissie heeft gemeend, ook een onder zoek te moeten instellen bij de ingezetenen of zij eventueel bij de electrische centrale zou den willen aansluiten en heeft hen daartoe een vragenlijstje toegezonden. Er zijn aan de hoofden van gezinnen briefjes uitgereikt, ten einde te zien hoe de ingezetenen er over den- ken en het resultaat is geweest, dat men ge- rust kan zeggen, dat onze gemeente in zijn ge heel genomen geen electriciteit begeert. De uitkomst is, dat binnen de kom 424 gezinnen zich verklaarden voor behoud van gas, en bui- ten de kom 63. Blanco werden er 248 biljetten ingeleverd. Voor electriciteit verklaarden zich binnen de kom 23 gezinnen en buiten de kom 60, waar- van alleen op de Sassing en omgevmg 26. Uit dat onderzoek is dus gebleken, dat er bij de ingezetenen al zeer weinig belangstelling voor bestaat. Vele brieven zijn in het geheel niet teruggekomen, al is er door de veldwach- ters, die ze opliaalden, bij sommigen er tot vier of vijf maal naar gevraagd. Dat getuigt dus ook van zeer weinig belangstelling. Gezien de uitkomsten van dit onderzoek en gelet op de tijdsomstandigheden, benevens op de ontwerp-voorwaarden van de stroomleve- ring, die veel te bezwarend voorkomen, stellen Burgemeester en Wethouders voor, thans nog niet tot aansluiting aan de provinciale centrale over te gaan. Er zou nog wel overwogen zijn om de buiten'buurten, Spui, Schapenbout en de Sassing aan te sluiten, doch dit is niet moge lijk, in venband met de mededeeling van den directeur der P. Z. E. M„ dat hij wel de ge- heele gemeente Axel wilde aansluiten, doch andcrs niets. Burgemeester en Wethouders en de gascom missie waren eenparig van meening, dat op het aangeboden contract niet kan worden inge- gaan. De heer OGGEL meent als nadere toelichting hier nog te moeten bijvoegen, dat de directeur der P. Z. E. M. wel alleen de kom der ge meente Axel zou willen aansluiten, maar niet de buurtschappen alleen, omdat dit nadeel voor hen oplevert. De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat hij niet geheel accoord gaat met den inhoud der van wege de commissie bij de ingezetenen uitgegane briefjes. Hij is van oordeel, dat in deze de electriciteit nog al in den hoek geduwd is. Hij is er niet voor, om thans tot aansluiting over te gaan, in verband met den toestand van malaise waarin we nu verkeeren, en wil inmid- dels ook eens de kat uit den boom zien. Hij is echter van meening, dat het een grooten voor- uitgang voor de gemeente zal zijn, als men eenmaal zal kunnen aansluiten. Hij kan zich ook volstrekt niet vereenigen met de handelingen van den directeur der gas- fabriek, om de electriciteit naar beneden te duwen. De ingezetenen zijn daardoor beinvloed De directeur is begonnen, met op te sommen de ongelukken die aan electriciteit te wijten zijn, om de menschen te waarschuwen, maar we weten toch alien, dat er met gas evengoed ongelukken voorkomen. Als de directeur zoo iets doen wil zou hij daarover naar mijn meening eerst eens behoo- ren te spreken. Er is zooeven gezegd, dat het personeel der gasfabriek, indien het iets wenscht, eerst met zijn onmiddellijken chef be- hoort te spreken. Naar sprekers meening had die chef in deze, alvorens te handelen, zijn nog hoogeren chef behooren te raadplegen. Spreker gaat ook niet mede met de verhou- dingen, die in dat briefje zijn opgegeven. Hij kan die verhoudingen niet op wetenschappelijke gronden weerleggen, maar ziet naar de prak- tijk, elders. De electriciteit levert gemak op en wordt, naar hij steeds hoort, ook voordeelig gebruikt. Die wetenschappelijke proeven maakt men zooals men wil. Hij herinnert aan den tijd, dat hier gas gestookt werd van bruin- kolen. Daarvan werd ook medegedeeld, dat ze zooveel caiorien bevatten, dat men wel zou verwacht hebben het beste gas te krijgen, dat er op de wereld gestookt werd. De gebruikers ondervonden het echter anders. De menschen die elders electriciteit gebruiken. willen het niet meer missen en het wordt niet alleen ge bruikt door hen die er goed bij zitten, maar ook door arbeiders. Op het oogenblik is spreker het er mede eens, om niet tot aansluiting over te gaan, maar hij blijft er voor dit te doen, zoodra andere om- standigheden het zullen mogelijk maken. De VOORZITTER protesteert tegen de be- wering van den heer Van de Bilt, dat de com missie de electriciteit in een hoek zou hebben willen duwen. De heer VAN DE BILT zet nader uiteen, dat hij niet heeft bedoeld te zeggen, dat de commissie dit heeft gedaan, doch hij spreekt dit in het algemeen uit. De commissie, neen, die wist er zelf ook niet zooveel van, De VOORZITTER deelt mede, zich ook te hebben laten voorlichten. Van wege den voor zitter van de vereeniging van gasdirecteuren is hem medegedeeld, dat de verhouding van gas tot electriciteit staat als 13. De commissie heeft gemeend het aan den veiligen kant te moeten nemen en heeft het dus met de ver houding op te geven als 1IY2 gunstig voor- gesteld. Spreker kan zich ook goed vereenigen met de opvatting van den heer Van de Bilt, dat het een vooruitgang voor de gemeente zou zijn, als zij bij het electrisch net kon worden aangesloten, hij zou ook niets liever zien, maar gezien het thans aangeboden contract, meent hij er niet aan te kunnen medewerken om dat te sluiten. De heer VAN DE BILT vindt ook, dat dit niet deugt, maar, misschien is er later gelegen- heid om een beter contract te sluiten. De heer DIELEMAN verklaart het voorstel der commissie, die had te onderzoeken wat de raad in deze doen moest, van harte toe, en wel om twee redenen. In de eerste plaats hebben we hier een gasfabriek, welke voor de ge meente voordeel oplevert, en de electriciteit is dus te beschouwen als een indringer, die van invloed zou zijn op de financien der gemeente En al wil spreker nu niet zeggen, dat de gas fabriek er door op de flesch zou gaan, zij zou er, toch veel nadeel door ondervinden. Spreker acht de geheele electriciteit veel te duur, zoowel voor de gemeente als voor de belanghebbende ingezetenen. Die vinden de kosten van aansluiting ook veel te duur en zeg gen: dan houden we het nog maar liever bij de petroleum. Het is de vraag, of hier wel ooit de tijd voor aansluiting bij de electricitet rijp zal worden, zoolang we een gasfabriek hebben. De heer VAN DIXHOORN wijst er op, dat uit het voorstel blijkt, dat de commissie heeft gewerkt, en dat daarop het voorstel is geba- seerd, doch de raad heeft geen rapport van de commissie onder de oogen gehad, hetgeen toch in zulke gevallen gewoonte is. Hij zou echter gaame vernemen, of de commissie zich ook heeft doen vooriichten door een deskundige. De Voorzitter heeft wel gesproken over voor lichting door den gasdirecteur en de voorzitter der vereeniging van gasdirecteuren. Wie is echter gehoord als deskundige in zake electri citeit? Spreker heeft toen in stilte nog een naam genoemd, niet om dien persoon op den voorgrond te dringen, doch omdat hij overtuigd was, dat deze een geheel onpartijdig oordeel zou uitspreken. Het komt er bij hem ook niet op aan, of deze persoon al of niet gehoord is, maar hij vraagt bij herhaling: is bij een der- gelijk persoon advies gevraagd? Men heeft het nu gehoord, dat de heer Van de Bilt niet met het rondgezonden briefje in- stemde. Spreker is van meening, dat het niet op den weg der commissie lag, zulke briefjes rond te zenden, want dan weet men het resul taat al vooruit. Als men daarmede rekening moest houden, zou er nog niets tot stand zijn gekomen. Alles wat nieuw is, ondervindt tegenstand. Dat was ook het geval met de gas fabriek, maar ondanks alle protesten daartegen is die toch doorgezet. Hetzelfde ondervindt men nu ook met de electriciteit, maar, als het er eenmaal is. bemerkt men na een jaar of tien van dien tegenstand niets meer. Er wordt gesproken over duurte en over ge- varen van de electriciteit, spreker is van mee ning dat electriciteit in de practijk goedkooper uitkomt, door de voordeelige wijze waarop electriciteit kan gebruikt worden, en ook aan het gebruiken van gas zijn gevaren verbonden. Spreker heeft, op reis zijnde, nog de lijken van twee personen zien vervoeren, die aan gasver- stikking waren overleden. Bovendien, als de voordeelen van gas worden uiteengezet, wordt zeker ook geen rekening ge- houden met de schade die gas aan ijzerwaren berokkend en hoe het daarop invreet. De win- keliers in ijzerwaren zullen daar wel degeiijk rekening mede houden. Het is wel vreemd, dat bijna alie gemeenten van Zeeuwsch-Vlaande- ren aansluiten en alleen Axel met enkele an- 1 dere plaatsjes huiverig moet zijn om aan te 1 sluiten. Ziet naar alle andere plaatsen in het j binnen- of buitenland, waar men electriciteit j heeft! Voor geen geld wil men het missen. In i Noord-Frankrijk is een streek waar aan alles gebrek is, behalve aan electriciteit. Spreker wil niet tomen aan hetgeen over het contract gezegd wordt, maardat is mis- schien voor wijziging vatbaar. Er is gesproken j over de kosten en over nadeel dat het electrisch 3 licht zou veroorzaken voor de gasfabriek en j daardoor voor de gemeentefinancien. Hij vraagt echter, of dan de woningbouw ook voordeelig i voor de gemeentefinancien was. Dat was toch ook geen cadeautje. Men is er echter daarom niet voor teruggeschrikt. En dat komt maar ten bate van enkelen, maar electriciteit komt aan de geheele gemeente ten goede. Hij kan er zich mede vereenigen, dat de zaak thans nog eens wordt aangehouden, maar zou gaame een nieuw onderzoek wenschen, onder voorlichting van deskundigen, ook op het gebied van electriciteit. De VOORZITTER geeft te kennen, in be- ginsel geen bezwaar te hebben tegen aanslui ting aan de centrale. Hij stuit echter op het concept-contract. Dat bevat dusdanige bepa- lingen, dat het> voor de gemeente een groote strop zou worden. Het advies van Burgemeester en Wethouders en de commissie is, om thans niet aan te slui ten, maar spreker zou niets liever zien, dan dat de gemeente aan de electrische centrale kon aansluiten, al moest dan de gasfabriek op- gedoekt worden. Het voorstel is echter om „thans" niet. tot aansluiting over te gaan. Als de directeur der P. Z. E. M. bij Burgemeester en Wethouders komt met andere voorwaarden, zullen zij die zeker met genoegen opnieuw bestudeeren, doch de thans voorgestelde vindt spreker verschrik- kelijk. De heer VAN DIXHOORN herhaalt zijn jjj vraag, of door de commissie een onpartijdig deskundige geraadpleegd is. De gas-directeur schakelt hij uit. Hij heeft hier alleen gehoord van den gas-directeur en nog eens van gas directeuren. Als het echter de bedoeling is, er later nog op terug te komen, kan hij met het voorstel instemmen. De heer KRUIJSSE is overtuigd, dat elec triciteit in het gebruik verre de voorkeur ver dient boven gas. Hij meent, dat er ook niet zal kunnen beweerd worden, dat de gemeente- raad over deze kwestie los heengegaan is en dat geen voldoend onderzoek is ingesteld. Er is ook wel degeiijk rekening mede ge- houden, dat de voorstellen omtrent aansluiting feitelijk kwamen van de provincie en daarom is er ook alle eer aan bewezen, want het mag toch wel eens gezegd worden, dat, indien een particuliere maatschappij met dezelfde voor waarden bij den raad gekomen was en de ver- tegenwoordiger zich zoo uitgelaten had als de directeur van de P. Z. E. M. dat alhier in een conferentie met den raad deed, men hem bij zijn kraag zou hebben gepakt en de deur uit- gezet. En dat was dan nog wel een concurrent van onze eigen gasfabriek, die hier iets tracht- te binnen te brengen, dat aan de gemeente veel geld zou kosten. Overigens wil spreker ook wel verklaren geen bezwaar te hebben tegen dien concurrent. Als de P. Z. E. M. met de vraag komt, of ze hier in de gemeente voor eigen rekening een kabel mag leggen en de ingezetenen aansluiten, zal hij gaame toestemming verleenen. Maar we! heeft hij er bezwaar tegen, dat de P. Z. E. M. de gemeente er toe drijven wil om als con current van zichzelf op te treden met een be- drijf waar jaarlijks drie a vier duizend gulden moet bijgelegd worden. De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat hij ook gaame zou zien, dat de gemeente zelf ging distribueeren. De VOORZITTER zou daar ook niet tegen zijn. De heer DIELEMAN merkt op, dat het hem blijkt, dat men geheel anders staat tegenover de electriciteit als tegen de gasfabriek, van welke laatste men wenscht, dat ze winst op levert, en die van electriciteit de dupe zou worden. De heer VAN DIXHOORN wijst opv verschil lende plaatsen, waar een gasfabriek staat naast een electrisch bedrijf. De VOORZITTER: Maar dan niet onder zulke bezwarende omstandigheden. De heer OGGEL: Daarvoor is de gemeente Axel te klein. De heer KRUIJSSE wijst er nog op, waar de heer Van Dixhoorn spreekt over deskundige voorlichting van een electrotechnisch ingenieur, dat men van wege de gemeente Sas van Gent zoo'n deskundige heeft genomen, om den raad voor te lichten, maar niettegenstaande dit dan iemand is, die tegenover de electriciteit zeker niet bevooroordeeld zal zijn, is men daar toch ook nog niet overgegaan tot het teekenen van het contract. Spreker acht dit wel een bewijs" dat de in het contract vervatte voorwaarden het lastig maken, dat te teekenen. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders am thans nog niet over te gaan tot het sluiten van een contract met de P. Z. E. M. voor electrificatie van de gemeente wordt aan- genomen met algemeene stemmen. 9. Begrooting voor het burgerlijk armbe- stuur, dienst 1923. De begrooting voor het burgerlijk armbe- stuur voor den dienst 1923 wordt met alge meene stemmen vastgesteld op een bedrag van f 8500. De subsidie van de gemeente is uitgetrokken op 8500. 10. Begrooting gasfabriek voor den dienst 1923. De heer OGGEL maakt de opmerking, dat het loon voor een fitter hooger is uitgetrokken dan door den gemeenteraad is bepaald. Hij meent, dat het niet aangaat, dat de directeur zonder voorkennis van den gemeenteraad de vastgestelde loonen verhoogt. De VOORZITTER ligt dezen post nader toe en betoogt, dat het loon vooraf niet precies is vast te stellen, daar dit afwisselend is. De fitters wisselen nogal eens en moeten naar be- kwaamheid betaald worden. Er is er 1 die 22,50 krijgt, maar niet alle krijgen dat, ge- tuige dat er voor de drie fitters per week f 62,50 betaald wordt. De heer OGGEL blijft toch van meening, dat, waar het loon van een fitter door den raad op f 20 per week is bepaald, het toch niet aangaat om het in de begrooting hooger te ramen, vooral thans, nu de loonen dalende zijn. De VOORZITTER wijst er op, dat dit een raming is en dat het practisch toch niet uit- voerbaar is, dat de raad ieder oogenblik, als men een fitter aanneemt diens loon zou moeten vaststellen, als men er voor het bepaalde loon geen krijgen kan. De heer KOSTER merkt op, dat den direc teur is gezegd, dat hij niet hooger mag gaan dan 20 zonder voorkennis van de gascom missie. De heer OGGEL merkt op, dat, gezien het loon, dat aan anderen betaald wordt, de fitter Lensen ook niet meer zou mogen hebben. De heer KRUIJSSE vraagt, of er tegenwoor dig dan geen vasten fitter in dienst is. De heer OGGEL antwoordt ontkennend. Men kon naar het schijnt geen geschikten fitter krijgen om vast aan te stellen en in verband met de vele werkzaamheden zijn er meestal drie-fitters tijdelijk in dienst. De heer KRUIJSSE meent, dat men er toch wel een vast had kunnen aanstellen. De VOORZITTER zegt dat dit z'n mee en z'n tegen heeft. Als men iemand vast heeft aangesteld, kan men hem niet ontsiaan, als hij tegenvalt, dat gaat wel met menschen in los- sen dienst. De heer KRUIJSSE wijst er op, dat dit later moeilijkheden kan veroorzaken met pen- sioen, als iemand in lossen dienst blijft, is hij niet pensioengerechtigd. De VOORZITTER ontkent dat bezwaar niet, maar is van oordeel, dat de tegenwoordige re- geling voor de gemeente economischer is. Er is veel werk, wegens de nieuwe aansluitingen, zoodat er voortdurend drie fitters noodig zijn. De heer DIELEMAN: Dat helooft voor het resultaat der gasfabriek. De heer OGGEL merkt op, dat de vermeer- dering der aansluitingen nog niet in de op brengst wordt teruggevonden, voor meerder gasverbruik. De VOORZITTER meent, dat de heer Oggel dat niet moet zeggen, de opbrengst was in 1921 voor gasverbruik f 12.626, en voor '23 wordt 13,600 geraamd, dat is dus f 1000 meer. De heer DE KRAKER: En dan is het ver- schil in het gebruik nog grooter, want in '21 was het tarief hooger. De heer OGGEL komt thans weer terug op zijn uitgangspunt, en meent, dat geen loonen mogen worden verhoogd, zonder daartoe strek- kend raadsbesluit. De heer VAN DE BILT geeft te kennen, dat naar zijn meening de begrooting voor wat de opbrengst van het gas betreft, te veel aan den veiligen kant is geraamd. Hij meent, dat het tarief lager zou kunnen gesteld worden. De burgerij gaat een slecht jaar tegemoet en de gemeente behoeft daarvan op den gasver- koop zoo geen hooge winst te hebben. Hij ge- iooft, dat er ook niet genoeg rekening is ge- houden met de nieuwe aansluitingen. Ze zijn nu al het geheele jaar met z'n drieen bezig. Verder wijst hij er op, dat onder de uit- gaven 50 is geraamd voor onderhoud van het kantoor, hetgeen hij te hoog acht. Het betee- kent wel niet veel, maar men moet ook op de kleintjes gaan passen. De gemeente geeft reeds een kantoor en nu begrijpt hij niet, dat er ook nog f 50 voor onderhoud moet betaald worden. Ook vindt hij het niet noodig om voor dat kantoor salon-gordijnen te gaan aanschaf- fen, en dat schijnt men voomemens te zijn, waar daarvoor ook 100 is uitgetrokken. De VOORZITTER acht 50 per jaar voor' het schoonhouden van het kantoor in het ge heel niet overdreven, dat is nog geen f 1 per week. Voorts ligt het geenszins in de bedoe ling om gordijnen van f 100 aan te schaffen. Er kan behalve die gordijnen ook nog meer voor het kantoor noodig zijn en daarom wordt een post van 100 op de begrooting gebracht, waaruit dan zoowel de gordijnen als het an dere zoo noodig kan worden aangeschaft. De heer KRUIJSSE meent, dat de vraag hier wel van pas is, wie nu eigenlijk de begroo- tingen bij den raad indient. Hij meent, dat dit geschiedt door het college van Burgemees ter en Wethouders, en nu is het wel eigen- aardig, dat men juist in de eerste plaats van de zijde der wethouders critiek krijgt op de begrooting die ze zelf hebben helpen indienen. De VOORZITTER deelt mede, dat de be grooting eerst door de gascommissie en daama door Burgemeester en Wethouders is vastge steld, zooals die nu wordt aangeboden. De heer OGGEL deelt mede, dat hij ook in de vergadering van Burgemeester en Wethou ders het bezwaar heeft geopperd, dat hij hier te berde bracht, en daar er niet aan toe ge- geven werd, bracht hij dit hier ter sprake. Hij meent, dat dit zijn recht is als raadslid. De heer KRUIJSSE betwist dit niet, maar acht het toch eigenaardig, dat juist van het college, dat de begrooting heeft ingediend, de oppositie komt. De heer VAN DE BILT is van meening, dat hij, als hij in Burgemeester en Wethouders tegen een zaak is, hij er toch hier niet behoeft voor te zijn, als het voorstel van Burgemeester en Wethouders niet zijn overtuiging strookt. De heer DE KRAKER deelt mede, dat er den directeur wel degeiijk op gewezen is, dat hij die 100 niet mag uitgeven, als het niet strikt noodig is. De heer OGGEL merkt op, dat men in deze ook een beetje rekening moet houden met den persoon van den directeur. De VOORZITTER acht het niet oorbaar, op deze manier over den directeur te spreken, als men meent, dat hij in een of ander buiten zijn boekje is gegaan, moet men feiten noemen, dan kan hij daarover worden onderhouden; men moet zich niet in algemeenheden uitlaten. De heer DE KRAKER deelt nog mede, dat iedere post wel degeiijk onder de oogen ge zien is, en dat er geen gelden te veel uitge- geven zullen worden. De heer KRUIJSSE merkt nog op, dat de gelden der begrooting toch ook niet worden toegestaan aan den directeur, doch aan Bur gemeester en Wethouders, en dat de gasdirec teur over die gelden maar niet naar believen beschikken kan. De heer VAN DE BILT komt nog op voor zijn goed recht, om hier, evenals ieder raads lid, hier te reclameeren over iets, dat hij niet in orde vindt. De heer KRUIJSSE stemt dat weder toe, maar blijft toch op de eigenaardigheid wijzen, dat leden van een college hun eigen begrooting afkammen. De heer VAN DE BILT: Dit is mijn eigen begrooting niet. De begrooting der gasfabriek wordt met algemeene stemmen vastgesteld. (Wordt vervolgd). SCHEEPVAARTBEWEGING. 2 October. Eng. s.s. Sheaf Arrow, 5925 M3., kolen, van New Castle voor Sluiskil. Belg. s.s. Clara, 2216 M3., kolen, van Goole voor Gent. Eng. s.s. Oakover, 981 M3., kolen, van Goole voor Gent. Eng. s.s. Abaris, 8184 M3., ledig, van Bordeaux voor Gent. Noorsch s.s. Rigel, 4580 M3., ledig, van Gent naar Seaham. Duitsch. s.s. Andrea Vick 1889 M3., le dig, van Gent naar Haines. Ned. motorsch. Leeuwerik, 392 M3., fos- faat, van Gent naar New Castle. 3 October. Eng. s.s. Hull, 3202 M3., stukgoed, van Antwerpen voor Gent. Noorsch s.s. Biri, 2661 M3., gemengd, van Arendal voor Gent. Eng. s.s. Dilston, 4329 M3., ledig, van Gent naar New Castle. Eng. s.s. Sheaf Arrow, 5925 M3., ledig, van Sluiskil naar New Castle. Eng. s.s. Jolly Frank, 676 M3., fosfaat, van Gent naar Bridgeport.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 7