hb fc ALGEMEEN NIEUWS- El ADVEBTEiTlEBLAO VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. STEENHOUWERIJ G. J. HOESC, bd Immm ie artisMe No. 7360 Vrijdag 6 October 1922. 70e Jaargang. m m BIT NOQDLOTTIG GEHEIM. Schoorsteenmantels eitz HI ?4i $jjjk TWEBDEBLAD. IR, IH3 C Xj .A. Js/L IE. BINNENLAND. "~"~FK TJILIE Toi!"- RHDDELBURG, Veersclieweg 250. VLISSINGEli, fillipaik Eindpiint Electr. Tram BUITENLAND. mm Kspssasa iSE aP**™ ^■i M mi !fei!b8!K£ IH TWEEDE KAMER. Vergadering van Woensdag. Ete heer K. ter Laan (s.-d.) vraagt ver- lof tot het houden van een interpellate over het nieuwe reglement op de krijgs- tucht, en de heer Troelstra (s.-d.) tot het houden van een interpellate over den pen- sioer.uiirek bij de ambtenaren. Over deze verzoeken zal in een volgende vergadering worden beslist. De Voorzitter deelt rnede, dat de cen- trale sectie besloten heeft in de afdeelingen te laten onderzoeken de wijziging van het invoerrecht op sigaren en de wijziging van de wetten, die den Minister van Landbouw met name noemen. De vergadering wordt daarop gesloten. TOESPRAAK VAN EEN AARDRIJKS- KUNDE-LEERAAR. Een leeraar in de aardrijkskunde aan een H. B. S. komt een eerste klas binnen vol nieuwe leerlingen en houdt de vol gende toespraak: jelui zult voortaan van mij aardrijkskunde leeren. Niet, zooals ik dat graag zou doen, maar zooals ik dat ambtelijk verpiicht ben. Als ik mijn eigen inzichten kon volgen bij het onderwijs, dan zou ik zeggen: Pak je boek en ga in de rij staan. Loop in de richting van de Linker Rottekade, totdat ik zal zeggen: halt. Daarna zou ik je beleefd verzoeken, op het commando: weg! je boek erin te gooien en we zouden dan verlicht naar school gaan, waar ik wel zou zorgen, dat je behoorlijk iets van aardriikskunde te weten kwam. Maar nu moet ik je voor den volgenden keer opgeven de eerste bladzijde uit het "noofd te leeren. Het Hdbl. staat er voor in, dat deze redevoering inderdaad door een Neder- landsch leeraar gehouden is. ONDERWIJS. Bij beslissing van Qed. Staten is aan 1 E. Vervaat te Kapelle overeenkomstig de bepaling bij de nieuwe onderwijswet een jaarl. tegemoetkoming van 30 gld. toe- gestaan .n de onkosten die hij rnaken moet voor Jhet ter school liggen van zijn dochter - tje op de R. K. school te Goes. Het ge- meentebestuur had daarvoor 5 gld. gevo- teerd, *egen welk bedrag de heer V. be- zwaar had gemaakt bij Ged. Staten. DEPARTEMENT VAN FINANCIEN. Bij Kon. besluit van 30 September zijn, met mgang van 1 dezer, bij het Departe- ment van Financien benoemd tot bezui- nigingsinspecteur: de heeren K. I. B. A. de Coster, mr. dr. A. Spanjer, thans hoofd- commies, beiden tijaelijk bezuinigingsin- specteur. DE ARBEIDSWEEK IN DE SLAGERIJEN. Naar de directeur-generaal van den Ar- beid aan „De Slagerscourant" mededeelt, ligt het in de bedoeling van den Minister van Arbeid om de bestaande faliciteit (de 50-urige arbeidsweek) voor de slagerijen, welke 24 October a.s. eindigt voor den duur van een jaar te verlengen. MILITAIRE BEZUINIGING. De Barneveldsche Ct. schrijft: Te Voorthuizen zou dezer dagen in- kwartiering 'komen. De voorbereidende werkzaamheden hadden al plaats gehad; zelfs was het stroo voor de paarden al gekocht en ter plaatse aanwezig. Op het Jeanne had zich naar zijh zonderlingen wensch geschikt, uit vrees al, dat haar vader anders als zij hem zijn zin niet gaf tot de oude vrienden zijn toevlucht zou zoeken en weer tot misdaad zou vervallen. Het meisje wist niet wat hij uitvoerde als hij niet bij haar was, maar de vrees weer vreeselijke dingen te hooren, be- lette haar er naar te vragen. Overigens liet de houding van Jules Auclair tegenover Jeanne niets te wen- schen over, het was of de vroegere bruut tot inkeer was gekomen, want hij betoon- de nu het meisje den grootsten eerbied en was immer zeer bescheiden in zijn op- treden. In George Lebret had Jeanne een vriend gekregen, die haar met hart en ziel aan- hing en het kamertje, waar de kantwerk- ster de naald zoo ijverig hanteerde, was door die liefde van den jongen man een paradijsje voor haar geworden. Maar toch knaagde een geheim verdriet aan haar hartje, want zij vroeg zich dikwijls af, of zij, de dochter van den galeiboef, van den falsaris, dien jongen man wel mocht be- minnen. Neen, zeide ze tot zichzelf, mijn hart moet gesloten zijn voor de liefde. Ik mag nooit tnijn hand leggen in die van den eer- lijken Georges. Met dit voornemen bezield, trachtte zij haar gevoelens tegenover hem te onder- drukken en als hij1 haar, als tijdens het ziekbed harer moeder, na afloop van zijn morgenbezoeken bezocht, dan probeerde Hpeciaal adres'voor- laatste oogenblik echter werd de inkwartie- ring ia;fgelast en een luitenant werd aan- gewezen om het gekochte stroo weer te verkoopen. Maandag had deze verkoop van de 7900 K.G. opgeslagen stroo plaats. De luit. arriveerde om 2 u. en moest over een uur weer vertrekken. Groote haast moest dus gemaakt worden. In allerijl wa- ren een paar koopers bij elkaar gezocht en werd het stroo bij inschrijving verkocht. Er waren vier inschrijvers. Na opening van de bnefjes bleek het, dat of het stroo plot- seling jn waarde was gedaald, of de in schrijvers allemaal veel te laag hadden in- geschreven. Hoe het zij, het stroo werd aan den hoogsten inschrijVer gegund en de staat had 7900 K.G. best stroo verkocht voor 76 gld. of nog geen cent per K.G. Is het "niet treurig, dat er zoo met de Staatsgelden wordt omgesprongen? Nog zij opgemerkt, dat dit stroo voor 350 gld. was gekocht. TEKORT SPOORWEGEN. In de maandelijksche conferentie van de spoorwegdirectie met de organisaties werd, naar „De Tel." meldt, nog mede- gedeeld, dat het ontslag van het jjerso- neel met 2000 man een bezuiniging van 4,5 millioen per jaar, de inkrimping van de dienstkleeding 1 millioen en 10 pet. loonsverlaging van het werkplaatsperso- neejl 1 millioen zal geven 8,5 pet. premie- storting zal een bezuiniging van 7 millioen geven. Dit alles in ronde cijfers. zij een koele houding tegenover hem aan te nemen. Deze Jeanne nu was het meisje, naar wie Jules Auclair, onder den schuilnaam Ju lio, den kleinen Aristo, den paddenstoelen- koopman, zond om hulp. In de woning van Jeanne zullen we Ju les Auclair terugvinden, ?n hetzelfde bed, dat het sterfbed was geworden van Yvon ne, die hem volledige vergiffenis geschon- ken had voor zijn misdaden, aan haar en aan zijn dochter bedreven. VI. Jeanne was vroeg uitgegaan om werk af te leveren en keerde terug met bloemen, die ze onderweg gekocht had, een bloem- tuil, waarmede zij haar bescheiden woning wat wilde opvroolijken. Toen ze het huis binnenging en de loge van de concierge betrad, bedacht ze opeens dat ze de goede vrouw een genoegen zou kunnen doen met de bloemen en zonder meer aan de versiering van haar eigen kamertje te denken, zefde ze: Moeder Michu, ik wilde deze bloe men boven brengen, maar ik vind, dat ze beter in uw nestje passen, want ik mag eigenlijk niet aan vroolijke, mooie dingen denken. Tata, kalm kleintje, Ge moogt niet zulke treurige gedachten blijven koesteren. Denk er om, dat ge nog heel jong zijt en dat ge nog uw deel van net leven moogt eischen. Weet ge wat, koin bij mij eten, ik heb een lekkeren schotel en er is genoeg voor ons beidjes, dan kunnen wij meteen die sombere gedachten eens wegbabbelen. Het is niet goed als ge altijd zoo alleen DS TOESTAND. Ongeveer honderd jaar is de Oostersche kwestie oud geworden schrijft de N. R. Crt. In dien tijd is haar onoplosbaar- heid de oorzaak geweest van aanhoudende onrust, moordpartijen en oorlogen in Euro- pa. De eerste aanleiding tot den grooten oorlog van 19141918 is ook op den Bal kan te zoeken, al lagen zijn oorzaken veel dieper en werkten aan zijn ontstaan nog tegenstellingen mee, die dateeren van het verdrag van Verdun. Na een eeuw de groote nachtmerrie van Europa geweest te zijn, gaat de Oostersche kwestie nu haar tweede jeugd in. Bismarck vond den Balkan niet de bot- ten van een Pruisisch grenadier waard. Frankrijk verbond zich in ariikel 13 van het tractaat van Angora om Turkeije niet in Azie te bevechten en Poincare heeft pas te verstaan gegeven dat het leven van maar een poilute goed was, om voor de vrijheid van de Zeeengten gewaagd te worden. Wie had echter kunnen voorspel- len wat en wie er meegesleept zou zijn, indien eenige dagen geleden de kanonnen tusschen Engelschen en Turken door zelf- ontbranding van de munitie-lading het oor- logsgerucht begonnen waren? Op welke wijze had zich dan het tractaat tusschen Angora en Moskou laten gelden; welke zit, ziet ge. Jeanne beloofde het gaarne de goede vrouw gezelschap te houden en wdde naar boven gaan om haar hoed en mantel af te leggen, toen de concierge haar nariep: juffrouw Jeanne, ik heb nog wat vpor u. Ik zou bijna vergeten, dat er een brief voor u gekomen is. Jeanne ontving geen omvangrijke corres pondence; een paar klanten zonden van tijd tot tijd een briefkaart om aan te komen en dat was alles zoowat. Evenwel soms bracht de post een brief, die een aangenamen geur van violet afgaf en als er zoon brief kwam, dan gieed over Jeanne's gelaat een iach van genoegen, want die brieven lewamen van haar vnen- din, van Lenore De Villandry, de eenige die Jeanne's waren naam wist. De vriendschap tusschen Jeanne en Le nore was op school ontstaan. Daar hadden beide tneisjes, die geen van beiden een ple- zierige jeugd beleefden, elkander gezocht en gevonden en spoedig vertrouwden zij elkaar als intieme vriendinnen haar we- derzijdsche verdrietelijkheden toe, een ver- trouwen, dat het verdriet soms verlichting gaf. Lenore had haar moeder nooit gekend, zij had als plaatsvervangster een megera, die het midden liield tusschen kindermeid en gouvernante, een juffrouw, Martine ge- r.aamd, oud, leelijk en kwaadaardig. De heer De Villandry kwam zelden in de kleine woning, waar Lenore vertoefde in het gezelschap van Martine, welke wo ning gelegen was in de rue Saint Louis en 1'Ille op een korten afstand van Jean ne's huis in die straat. Bijna op hetzelfde tijdstip, dat de Auclairs, moeder en dochter, onder den was de terugslag geweest in de Muzel- mansche wereld; zouden Sowjettroepen misschien niet het Roemeensche Bessara- bie binnengerukt zijn en van hun kant de Hongaren niet in Zevenbergen? Als dan de Kleine Entente in beweging ware ge komen, zou het oorlogsspel volmaakt zijn geworden en hadden de Duitsche organi saties voor zelfverweer hun kans schoon kunnen zien, om naar het verloren gedeelte v.an Opper-Silezie de hand uit te strekken. Deze duizend vreezen werden niet open uitgesproken, maar waren de ondergrond van de waarschuwingen die de Engelsche regeering te hooren kreeg, om niet te ver te gaan in een politiek van dwang en ge- weld en terug te keeren op het oude smalle pad van de conferenties. Voor- en tegenstanders van Lloyd Geor ge hebben zich suf gepeinsd, wat hem be- wogen kan hebben zoo zeer af te wijken van de beginselen, die hij na den wapen- stilstartd had beleden en die samen te vatten zijn in de anti-oorlogsleus „never- again", nooit weer. Men heeft er den duisteren invloed achter gezocht van den Griekschen millionnair Sir Basil Zaharof, die fortuinen heeft verdiend in fabrieken van wapentuig en olie-ondernemingen en ten slotte met een Britschen tifcel onder- scheiden werd. Anderen hebben gedacht dat Lloyd George met een goedgeslaagde overbluffing van Moestafa Kemal zijn oo- sitie wilde stevigen voor snel te houden algemeene verkiezingen. Ook den invloed van den genialen, maar avontuurlijken Churchill in het kabinet heeft men ge- argwaar.d. Een element echter dat zoo lang de Oostersche kwestie bestaat, een voorname rol in het buitenlandsche be- leid van Engeland op den Balkan heeft ge- sjDeeld, is van godsdienstigen aard. In den tijd van den Griekschen vrijheidsoorlog, den tijd van Byron, liepen de liberalen in Engeland warm voor de Helleensche vrij- heidshelden en de goed-kerkschen van an- dere partijen bewonderden de Grieken als geloofshelden, die zich als Christenen te weer stelden tegen den Muzelman en zijn leer, dat Christenen „honden met eenerlei staart, zwfjnen met eenerlei borstels" wa ren. Stabieler dan Engeland's staatkunde zelve tegenover Turkije (in 1840 sluit Gr.- Brittannie met Rusland, Pruisen en Ooslen- rijk een viervoudig verbond, omdat het liever een zwak Turkije ziet dan een nieu- weri Muze'manschen staat die zich met Frankrijk zou verbinden; in 18531856 voert het met Frankrijk samen den Krim- oorlog tegen Rusland, opdat Turkije nog niet meer verzwakt zal worden) zijn in den loop der tijd en de oude anti-Turksche geloofsinstincten in Engeland geweest en de wisselwerking tusschen deze instincten en de politiek is herhaaldelijk aan te wij- zen. Flet duidelijkst blijkt zij in den tijd van Gladstone. In 1875 als de Turken een opstano in Bulgarije bloedig onder- drukken, brengt Gladstone het heele land in beweging met zijn vermaarden veld- tocht tegen de „Bulgarian atrocities" (de wreedheden in Bulgarije) en vier jaar voert hij met weergalooze energie zijn strijd te gen Lord Beaconsfield's buitenlandsche staatkunde tot de kiezers dezen en zijn regeering in een groote liber ale overwin- ning wegvagen. Na de verwerping van de Home Rulewet door het Hoogerhuis uit het openbare leven teruggetreden, keert Gladstone bij het gerucht over de moorden op de Armeniers in 1894 en 1895 erin te rug en geeselt in openbare bijeenkomsten opnieuw de wandaden van den unspea kable" Turk. De laatste Philhelleensche bevlieging van Lloyd George is eveneens begonnen met het breed uitmeten van wreedheden, door de Turken op de Armeniers in Klein- Azie bedreven. Zij viel te zamen met de aanmoediging die de Grieken kregen, om troepen uit Klein-Azie naar Thracie over schuilnaam Bianchard verhuisden naar de rue des Gravilliers, verliet Lenore Parijs, om in gezelschap van Martine naar Bre- tagne te vertrekken. Alidden in dat poetische land, te Her- brum, betrok het meisje met de megera een landelijke woning en zij zou er zicii waar- lijk gelukkig gevoeld hebben in de een- zaamneid, als zij Jeanne bij zich had ge had. Nu zocht Lenore vergoeding in het ge- mis van Jeanne door haar te schrijven, waarop de vrienain te Parijs nimmer ver- zuimde te antwoorden. Snel verbrak Jeanne den omslag van Lenore's brief en was niet weimg ver- wonderd als plaats van herkomst te zien Cerisolles, bij Fontainebleau. Spoedig ech ter was dat raadsel opgelost. Lenore schreef, dat zij Herbrum had moetten ver- laten, omdat haar vader haar teruggeroe- pen had met Martine. Nu bewoonde zij een landhuisje, dat veel geleek op het nestje, waarin zij te Herbrum had- vertoefd, een huis dat grensde aan het bosch van Fontainebleau en een schoonen tuin had. Het huis, waarover Lenore haar vrien- din uitvoerig berichtte, was het Groene Huis, waarmede we al kennis hebben ge maakt door de klanten van de kruidenier ster van Cerisolles. Lenore juichte die verandering van woonplaats ten zeerste toe omdat het haar bracht in de nabijheid van haar lieve vrien- din die zij nu spoedig hoopte te ontmoe- ten. Zonder de dochter van den falsaris te oompromitteeren, daar zij haar zelfs in het schrijven Jeanne Bianchard noemue, hoopte zij weidra de oude vriendschap te komen hernieuwen. Het meisje beloofde echter stellig niets van de bezoeken aan te brengen voor een beweging in de rich- ting van Konstantinopel. De aanmoediging had voor de Grieken noodlottige gevol- gen, in de eerste plaats verzwakte zij de strategische positie van de Grieken tegen over Kemal en dan gaf zij voor Angora den doorslag om te trachten met een nieuw offensief den vrede te winnen. Wat de Grieken op hun terugtocht in Aziatisch Turkije aan wandaden tegen de Moslim praesteerden, is genoeg om het gerucht over de vroegere gruwelen van de Turken tot zwijgen te brengen. De reeks zal over en weer voortgezet worden, want, gelijk wij in den aanvang opmerkten, de Oostersche kwestie begint haar tweede jeugd. In 1918 scheen zij bijkans opgelost. Het oude streven om den Turk naar Azie terug te drijven leek verwezenlijkt, op Konstantinopel en het gebied eromheen na. In 1922 herstellen de zelfde mogendheden, die Turkije in Konstantinopel interneerden en het in Azie besnoeiden door afscheiding van Arable, Palesina en Mesepotamie den Padisja als beheerscher van Oost-Thracie. Het is de eerste keer dat tegen het oude shibboleth van de West-Europeesche politiek wordt gehandeld, volgens hetwelk geen van het Turksche juk bevrijde Christenbevolking daar ooit onder terugkeeren mag. In hun nota van '23 September verkla- ren de drie groote geallieerden, „dat zij den wensch van Turkije om Thracie tot aan de Maritza en met Adrianopel terug te krijgen, gunstig beschouwen." Venizelos, de pleitbezorger van de Griek- sche zaak "in West-Europa, vecht er ver- geefs tegen. In Downingstreet wil men niet naar hem luisteren, te Parijs heeft men nog geen gelegenheid hem te ont- vangen. Zijn laatste toevlucht zoekt hij nu in de Times met een openbaar beroep op de oude anti-Turksche geloofsinstinc ten. „Als de Turken nu, dadelijk na het heengaan van de Grieken, met hun gen darmerie in Oost-Thracie terug mogen keeren, beteekent dat voor een millioen Grieken en Armeniers de vernietiging". Wij gelooven niet, dat zijn beroep in de Angelsaksische wereld (al is waar, dat ook in Amerika een opmerkelij'ke bewe ging van de kerkgenootschappen tegen de Turken gaande is) op dit oogenblik veel meer zal uitwerken. Het Engelsche volk heeft er zich ten voile rekenschap van gegeven-, ho" dicht de politiek Van zijn regeering het pas bij een oorlog ge- bracht heeft en het gevoel van verlich ting dat het gevaar afgewend 'lijkt, is te groot en te diep. Bovendien, wat Veni zelos wil is toch maar verdaging. Hij wil dat de Turken niet in Thracie worden toegelaten voor de vrede gesloten is. Maar daarna toch zeker wel? Engeland kan niet meer terug van de belofte, dat het den Turkschen wensch tot herkrijging van Thracie met goedgunstig oog beschouwt, tenzii Angora zelf roet in het eten gooit waar geen aanwijzing voor bestaat. Met Oost-Thracie aan Turkije terug- gegeven, West-Thracie misschien tot een autonomen staat gemaakt, herkrijgen de veeten en grieven op den Balkan hun oude aanzien. De Oostersche kwestie heeft weer voor ten minste honderd jaar ingeteekend en de oude gevolgen kunnen niet uii- blijven. BELGIE. De correspondent der N. R. Crt. te Brussel schrijft: Te Antwerpen wordt een comite samen- gesteld met het doel de 90e verjaring van de belegering der Antwerpsche citadel, door den Franschen maarschalk Gerard, op plechtige wijze te herdenken. Men weet dat het Fransche Noorderleger, 60.000 man sterk, op 15 November 1832 Belgie bin- nenrukte, Gerard zes dagen later zijn hoofdkwartier te Merxem, ten Noorden haar vader en aan haar gezeldschapjuf- frouw Martine te vertellen. Wat dat be- treft kon Jeanne gerust wezen. Jeanne was, al lezend, naar haar woning gegaan en doorliep nadat zij de dear zorg- vuldig gesloten had voor de tweede maal Lenore's brief, toen haar aandacht getrok- ken werd door een geklop op de dear. Eerst werd tweemaal snel achtereen ge- klopt en daarna nog drie keer, met tus- schenpoozen. Dat was het teeken, waar mede Julio haar vader, zijn geheimzinnige bezoeken afankondigde. Snel liep Jeanne dus naar de deur en opende maar hoe ver- wonderd stand zij te kijken, toen zij een jongen van een jaar of twaalf, dertien voor zich zag, die tot haar zeide: Ik kom van Italie. Florence antwoordde Jeanne onwil- lekeurig, gewoon als zij was haar vader, vermomd, als hij dikwijls kwam ten be- scheid te geven. Toen greep zij met 'n bruuske beweging den knaap bij den arm en trok hem in de kamer. Dadelijk daarop sloot zij de deur en vroeg, de keel als toegeknejaen van angst: Vader is in gevaar, met waar? Uw vader?... Uw vader?vroeg de knaap verbaasd. Nu, ja, ik bedoel Julio, want hem betreft het toch zeker? Spreek dan toch!.. Welnu ja, hij is in gevaar of eigen lijk gezegd nog niet, zeide de knaap, die niemand anders was dan Aristo, de padde- stoelkoopman, die door Julio naar de rue des Gravilliers was gezonden. rSWiSF lf$ z^vsMMzmavmsszaaa* Een goede concierge. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 5