ALSEIIEE^ IfiEUWS- E^f AOVEBTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 735 J Woensdag 4 October 1922.
70e Jaargang.
pim as ®a
Bekendmafcing.
Aanbesteding.
8§ B H Ms tt
den offlbQUw van het Lagg-
spanningsnet ten behoeve van
de aaasluiting op den trans*
formator van de N.V. „P, Z.E.M."
in deze gemeente
BINNENLAND.
FEU ILL ETON.
BUITENLAND.
wm X&SSESRm wwr%
\-ci
Burgemeester en Wethouders van HOEK
maken bekend, dat de jongens en meisjes,
die voor lager onderwijs niet meer leer-
plichtig zijn en wenschen deel te nemen,
aan het op 1 November 1922 aan te vangen
VERVOLGONDERWUS zich daartoe vo6r
20 October t92t2 bij het Hoofd der j
Openbare Lagere School kunnen aanmelden. j
Hoek, 3 October 1922.
Burgemeester "en Wethoiaders voornoemd,
A. WOLFERT, Burgemeester.
j. M. OREGMANS, Secretaris. j
Burgemeester en Wethouders van HOEK,
zullen op Donderdag 19 October
1922, des namiddags twee ure, ten
raadhuize aanbesteden
Het bestek is tegen toezending van /0.15
ter Secretarie verkrijgbaar.
Aanwijs zal geschieden op Vrijdag 13
October 1922, des namiddags twaali ure.
Hoek, 3 October 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
A. WOLFERT, Burgemeester.
j. M. DREGMANS, Secretaris.
WERKLOOSHEIDSZORG IN DE
NAASTE TOEKOMST.
Het tijdschrift van den Ned. Werkloos-
heidsraad bevat den tekst van een 31
Augustus door dien Raad aan den Minis
ter van Arbeid gezonden schrijven waar-
in maatregelen worden aanbevolen voor
de naaste toekomst.
Ten opzichte van arbeidsbemiddeling
dringt de Raad aan op: spoedige behande-
ling van het reeds vergevorderd wets-
ontwerp tot regeling daarvan; behoud van
de beschikbaarstelling van reisgeld voor
het zoeken van werk; bevordering van den
tijdelijken trek van seizoenarbeiders naar
Duitschland; en naar N.-Frankrijk; en ver-
huizing naar overzeesche landen.
Voor het behoud van arbeidsgelegen-
heid meent de Raad (met uitzondering
van enkele leden,) dat men niet ontkomen
kan aan maatregelen om de productie—
voorwaarden der industrie in ons land
gelijk te maken met die in andere landen,
speciaal in Duitschland; geen voorkeur bij
overheidsbestellingen voor buitenlandsche
artikelen bij gelijken prijs en hoedanigheid
van binnenlandsche; verbetering der rege
ling van exportgarantiecrediet van regee-
ringswege aan tijdelijk in moeilijkheid ver-
keerende Jevenskrachtige ondernemingen.
Een voorts regularisatie van werkgele-
genheid, teneinde opeenhooping van werk
te voorkomen.
Ten opzichte van werkverruiming beveelt
de Raad aanhet niet opschorten van
voorgenomen werken; niet bezuinigen op
de Zuiderzee-werkenbevordering van be-
tere afwatering; ontginning; ruilverkave-
ling; markentoeslag; regeling van den toe-
vloed van Duitsche arbeiders in het bij-
zonder in Zuid-Limburg, zoodat daardoor
Toen Yvonne het vreeselijk nieuws van
de misdaad vernam, dacht zij krankzin-
nig te zullen worden. De gedachte aan
haar dochter alleen hield haar siaande en
zij bood het noodlot opnieuw het hoofd,
om te worstelen voor haar kind.
Jules Auclair werd veroordeeld tot tien
jaar dwangarbeid en toen Yvonne de ge-
rechtzaal verliet, waar zij de onweerlegba-
re bewijzen van het schuldige leven van
haar echtgenoot opnieuw had moeten aan-
hooren, voelde zij dat de laatste slag een
doodelijke voor haar was geworden.
De gedachte alweer aan haar kind, dat
op zoo jeugdigen leeftijd zonder midde-
len in de wereld stond, arong haar tot het
leven zoolang zij kon, om te worstelen, te
waken over de lieveling.
De rue Sant-Louis-en-l'Ille werd verla-
ten, want Yvonne wilde alle herinnering
aan het verleden zooveel mogelijk dooden.
Zelfs legde zij den naam Auclair af, om
dien van Blanchard aan te nemen.
Moeder en dochter huurden een paar
zeer bescheiden kamers in de rue des Gra
villiers, op een paar meters afstand van
de Hallen en Yvonne besloot haar oude
handwerk weer op te nemen, dat zij vroe-
ger beoefende voordat zij Auclair huwde,
dat van kantwerkster.
Hiermede had Yvonne een dubbel doel:
in de eerste plaats moest zij zorgen voor
't noodige levensonderhoud en dan moest
zij er op bedacht zijn haar kind een be-
roep te leeren, waarmede het zichzelf door
geen gelijkwaardige Nederlandsche arbei
ders worden uitgesloten.
In een betoog over de bestrijding van
werkloosheid wordt sterk aanbevolen het
verleenen van subsidie aan industrieen,
zooals met de sigarenindustrie is geschied,
en het aanmoedigen van ontginningen door
parti culieren.
De raad uit den wensch dat de Minister
zal bevorderen de pogingen om de werk-
loozen door een wachtgeld te helpen voor
tot steun wordt overgegaan.
En eindelijk wordt wat de werkloosheids-
verzekering b e tr e f t .y o orggsfadti, QUI .dikas-
sen, Welke daarvoor in aanmerking komen,
een toeslag te geven op een percentage
van 200 inplaats van 100 pet., en de kassen
die daarmee niet genolpen zullen zijn te
helpen door een bijzondere regeling, die
nader wordt uiteengezet.
De raad zou aan hen die verzekerd wa-
ren, maar geen recht op uitkeering meer
hebben eenigen toeslag willen geven bo-
ven hen die niet verzekerd waren; en
een commissie van advies voor de uitvoe-
der steunregeling.
HET P. T. T.-PERSONEEL EN DE
BEZUINIIGINGEN.
Vanwege den Centr. Ned. Ambtenaars-
bond wordt aan de Tel. het volgende me-
degedeeld:
Een delegatie uit het bestuur is Vrijdag
jl. door den nieuw benoemden Minis
ter van Waterstaat ontvangen. Het doel
der delegatie was, bij den Minister er op
aan te dringen, de voorgenomen verslec'n-
tering van het R. A. P. T. T. (reglement
arbeidsvoorwaarden P. T. T.-personeel) op
te schorten tot het tijds'tlip, waarop de
Minister zich zelf een oordeel zou hebben
kunnen vormen over de vraag, of de te-
korten in het bedrijf niet door andere maat
regelen zijn weg te werken en waarbij dan
de tegenwoordige arbeidsvoorwaarden zou-
den kunnen worden gehandhaafd.
Volgens de meening der delegatie was
zulks het geval. Het veel te talrijke hoogere
personeel dat met 'allerlei ondergeschikte
werkzaamheden aan den gang wordt ge
houden, "het niettegenstaande dit overcom-
pleet toch doorgaan met de recruteering
en met de opleiding op Rijkskosten van
dit personeel, de door dik en dun verdedig-
de dure inrichting van nieuwe gebouwen,
welker inrichting door de Staatscommissie-
Rink als ergerlijke geldverspilling werd ge-
kwalificeerd, zijn aanwijzingen, dat een
objectief onderzeek aan het licht zou bren-
gen, dat in de exploitatie van het bedri;
zelf belangrijke bezuinigingen zouden zijn
aan te "brengen, zonder dat de arbeidsvoor
waarden als zoodanig behoefden te worden
gewijzigd. Wat die arbeidsvoorwaarden be-
trof, wees de delegatie er met nadruk op,
dat deze zijn ontworpen, reeds voor No
vember 1918, dus niet zooais wel eens
wordt aangCvoerd, onder den indruk van
woelige dagen, maar in volmaakt rustig
overleg in de staatscommissie-Salverda de
Grave, waarin vertegenwoordigers van de
bedrijfsleiding zelf, een belangrijken in-
vloed was toegekend.
De Minister stelde voorop, dat alles ge-
daan moest worden om de begrootingen
sluitend te maken.
Bleef dit achterwege, dan was "het ergste
te vreezen en zou juist de arbeider van de
waardedaling van den gulden het ergste
de dupe worden.
Aangezien de Minister thans nog geen
oordeel omtrent de door de delegatie ge-
opperde bezuinigingsmaatregelen, zoowel
wat de mogelijkheid als de financieel'e
gevolgen hiervan betrof, kon hebben,
moest hij hieromtrent eerst nader in-
formeeren. Maar ook al zou dit oordeel in-
houden, dat de arbeidsvoorwaarden niet
intact konden worden gelaten, dan mocht
hieraan niet de beteekenis worden gehecht,
dat het belang van het personeel bij den
de wereld kon helpen, want de moeder
voelde het van dag tot dag dat haar geen
lang leven meer beschoren was.
Zoo leerde Yvonne aan Jeanne de moei-
lijke en goed betaalde kunst van het ver-
vaardigen van Alenconsch, Brusselsch, En-
gelsch en Venetiaansch kantwerk.
Het duurde niet lang of het ijverige
meisje evenaarde haar moeder in het ma
ken van de fraaiste patronen. Het werd
tijd ook, want de tering, die de goede moe
der had aangetast, begori mede door de
inspanning van het werk, snelle vorde-
ringen te maken. Jeanne zag het met
schrik en zij: werkte dag en nacht om de
lieve vrouw maar zooveel mogelijk te
sparen.
Door dien ijver ontbrak het de zieke
aan niets en geen dag ging er voorbij of
de dochter bracht de moeder een verfris-
sching of versnapering.
Een geluk nog in haar ongeluk was,
dat de concierge van het huis, dat zij be-
woonden in de rue des Gravilliers moeder
Michu, een bovenste beste vrouw was.
Het goede mensch was diep begaan met
de strijd, dien naar "beide huurderessen
zoo bescheiden en zoo vriendelijk, tegen
het leven moesten strijden en ze deed al
les wat kon strekken om 't bestaan van-de
zieke zooveel mogelijk te veraangenamen.
Verschillende kleine diensten bewees zij
den vrouwen en als er eens een zwaar
werkje te doen was, aarzelde de goede
concierge geen oogenblik om zelf de han-
den uit de mouw te steken.
Moeder Michu raadde Jeanne ook aan,
toen Yvonne ging sukkelen, niet langer
te wachten met de hulp in te roepen van
een bekwamen geneesheer, ofschoon de
zieke zelf er zich met hand en tand tegen
verzette, vanwege de kosten. Jeanne volg-
Minister niet zeer zwaar zou wegen.
De delegatie besloot deze, voor het tal
rijke personeel" zee: grievende kwestie in
de ernstige overweging van den Minister
aan te bevelen.
BEPERKING VAN BEWAPENING.
Het Departement van Buitenlandsche Za-
ken deelt mede, dat de Washingtonsche
conferentie voor beperking van bewape-
ning in haar vergadering van 4 Februari
j.l. een resolutie heeft aangenomen, krach-
tens welke het Britsche rijk, Frankrijk,
Italie en Japan eene mmissie van rechts-
geleerden zouden in het leven roepen,
bestaande uit niet meer dan 2 vertegen
woordigers uit elk die: mogendheden, om
de vraag onder de oogen te zien, of en
zoo ja welke aanvullingen ncodig zijn van
de bestaande regelen van volkenrecht, in
verband met nieuwe wijzen van aanval
of verdediging, welke het gevolg zijn van
het gebruik maken van tijdens het Haag-
sche conflict van 1807 nog niet bekende
of sedert dien ontwikkelde middelen van
krijgsvoering. Deze commissie zal op 10
December a.s. te 's Gravenhage bijeenko-
men.
MOEIL1JKHEDEN VAN TAKKEN VAN
INDUSTRIE.
De Minister van Arbeid heeft de ver-
eenigingen van industrieelen en arbeiders
in de schoenen- en lederindustrie uitgenoo-
digd tot een bespreking op 4 October, ten
einde zich op de hoogte te stellen van de
moeilijkheden, waarin de schoenen- en le
derindustrie zich bevindt en eventueele
maatregelen te bespreken, die zouden ge-
nomen kunnen worden.
Het ligt in de bedoeling van den Mi
nister, achtereenvolgens dergeiijke bespre-
keningen te houden omtrent verschillende
andere takken van industrie, die in moei
lijkheden verkeeren, o.m. de metaal-, de
chemische-, de glas- en aardewerk en de
papierindustrie.
LOODHOUDENDE THEE.
In de laatste aflevering van het „Zeit-
schrift fur Untersuchung der Nahrungs u
Genussmittel" komt een belangrijke mede-
deeling voor in zake thee uit den handel,
bezwangerd met looddeelen. Met het oog
op het groote intemationaal gebruik van
dit handeisartikel niet het minst voorze-
ker in ons thee-drinkend land bij uitne-
mendheid achten wij eenige nadere bij-
zonderheden en een waarschuwing ten de
ze, in het algemeen belang op haar plaats.
Bij een enquete van overheidswege on-
langs te Wiirzburg gehouden, bleek dat in
een groote detaitzaak aldaar thee verkocht
werd, welke talrijke grijze metaalachtige
deeltjes van verschillende grootte bevatte.
De hiervan bereide thee bleek opgelosle
looddeelen te bevatten, hoeveelheden welke
als beslist schadelijk voor de gezondheid
geacht moeten worden. De verontreinigde
thee werd dientengevolge onmiddellijk uit
den handei genomen en vernietigd.
De oorzaak bleek de volgende te zijn:
Door het indringen van zeewater en het
lange verblijf in de schepen, was de rne-
talen verpakking (het „theelood") ten deele
geoxydeerd en korrelig geworden, zoo
dat het zich in kleine deeltjes met de thee
vermengd had. Het z.g. „thee-stannioor'
bleek niet minder dan 84.40 pet. lood te
bevatten.
(Maandbl. t d. vervalschingen).
EEN HARDHANDIGE HUUR-
COMMISSIE?
De heer A. M. G. te. Baarn, heeft een
klacht ingediend bij den officier van ju-
stitie te Utrecht tegen den voorzitt®r en
de ieden der huurcommissie wegens vrij-
heidsberooving van en geweldpleging te
gen zijn zoon, die zich bij de huurcommis-
de den raad van de goede aoncierge op
en verzocht moeder Michu, die in de
buurt bekend was, voor een dokter te zor
gen.
In hetzelfde huis, een paar verdiepingen
lager, woonde een jojjg geneesheer, die
zich niet lang geledai gevestigd had, Geor
ges Lebret was zijn naam, een naam, die
al een goeden klank in de wijk had gekre-
gen, want de jeugdige dokter was een
sympathiek mensch.
Georges Lebret had meermalen zijn bu-
ren van de vijfde verdieping op de trap
ontmoet en onwiliekeurig had hij sympa-
thie opgevat voor de oudste van de twee
aan wier lijdend uiterlijk hij bespeurde,
dat de vrouw een levensdrama achter
zich had, dat haar geknakt moest hebben.
De bekoorlijke Jeanne had een anderen
indruk op den jongen dokter gemaakt,
een indruk, waardoor hij telkens aan het
jonge meisje moest denken en waardoor
hij met veel blijdschap de boodschap ver
nam van moeder Michu of hij niet eens
bij mevrouw Blanchard wilde oploopen,
omdat het met haar „niks niemendal in
orde was". Moeder Michu, die als alle con
cierges, praatlustig was, liet niet na in
den breede uit te weiden over de goede
karaktereigenschappen van de beide vrou
wen en vooral gaf zij hoog op van de lie
ve Jeanne, die zij een kleine fee noemde.
Georges Lebret bezocht geen half uur la
ter de zieke en zag met een oogopslag dat
hier geen geneeskundige hulp meer kon
baten. Toch zei hij het niet tpgen moeder
of dochter, maar beloofde te zullen doen
wat in zijn macht was.
Na dien dag ging Lebret het voor ge-
woonte houden dagelijks, na afloop van
zijn bezoeken bij zijn andere patienten,
zijn bovenbuurtjes op te aoeken. Hij nam
sie vervoegde om, in opdracht van zijn
vader, de heeren een brief voor te lezen.
Toen df 17-jarige jongen wilde vertrekken
aldus de lezing van den heer G., werd hij
door een der commissieleden, vastgegrt:-
pen. Na zich losgerukt te hebben, trachtte
hij door een andere deur te ontvluchten,
hetgeen hem echter door de overige leden
werd belet. Van den eenen hoek werd hij
naar den anderen gesleurd en over het hek,
dat daar stond geduwd.
De hoofdagent, die, zooals blijkt uit de
verklaringen van den jongen man, de ge
weldpleging zag, kwam niet te hulp, doch
was integendeel de commissie behulpzaam
door de bewaking op zich te nemen. Ook
tegen hem is een aanklacht ingediend.
Volgens den heer A. M. G. schijnt de
bedoeling te zijn ggweest om beleediging
of verzet uit te lokken.
In een adres aan den gemeenteraad ver
zocht de heer G. de leden der huurcommis
sie te schorsen, ?otdat de rechtbank vonnis
gewezen heeft. (Tel.).
0 GEEN ONTVANGERES.
Het Voik schrijft:
In de gemeente Woudenberg was een
vacature ontstaan voor gemeente-ontvan-
ger. Er bestond in den Raad een sterke
strooming om voor die functie een vrouw
te benoemen, nl. mej. Doresteijn, die het
diploma gemeente-administratie bezit. De
wet laat tot op heden echter de benoeming
van vrouwen tot een dergeiijke functie
niet toe en daarom werd de heer Douma
benoemd. Het eigenaardige is nu, dat bij
deze benoeming een gezegelde verklaring
is opgemaakt, dat, wanneer de wet in de
toekomst benoembaarheid van vrouwen
tot gemeente-ontvangeres wel 'toelaat, de
thans benoemde ontvanger ten gunste van
mej. Dorresteijn zal bedanken. Men heeft
er waarschijnlijk geen rekening mede ge
houden dat ontvangers voor hun leven
worden benoemd. Daarom zal deze voor-
waarde door Ged. Staten wel niet worden
goedgekeurd. Bovendien eischt de af te
leggen eed, dat de benoeming aan geen
overeengekomen voorwaarden mag gebon-
den zijn, noch te danken is.
HERHALINGSOEFENINGEN IN 1923.
Naar wij vernemen, zullen in het volgen
de jaar voor "het volbrengen van herha-
lingsoefeningen onder de wapenen worden
geroepen
van de infanterie: de lichtingen 1918 en
1920 elk voor 20 dagen; van de cavalerie:
de lichtingen 1918 en 1919 elk voor 13
dagen; van de genie: de licliting 1920
voor 20 dagen; van de bereden artillerie:
de lichting 1918 voor 13 dagen, de lichting
1919 voor 20 dagen; van de onbereden
artillerie de lichting 1919 voor 13 dagen,
de lichting 1920 voor 20 dagen.
Voorts zullen de onderofficieren der ar
tillerie, behoorende tot de hiergenoemde
lichtingen, welke voor herhalingsoefenin-
gen zullen worden opgeroepen, zeven da
gen langer onder de waperien moeten ko
men dan het overig personeel van die
lichtingen. (Tel.)
DE VRIJHEIDSBOND.
In de huishoudelijke vergadering van den
Vrijheidsbond, welke Zaterdag te 's-Gra-
venhage is gehouden, zijn verschillende
voorstellen, o.a. in zake de wijziging van
statuten en huishoudelijk reglement, event,
wijziging van den naam van den bond en
die betreffende de al of niet vereenigbaar-
heid van de functie van partij-secretaris
met het lidmaatschap van de Tweede Ka-
mer, commissoriaal gemaakt.
De betreffende commissie zal nader wor
den aangewezen.
In den loop van de vetgadering werd
de bondsvoorzitter, mr. H. C. Dresselhuijs,
onder daverend applaus met algemeene
stemmen als zoodanig herkozen.
dan aan het bed van de zieke plaats en
trachtte Yvonne zooveel mogelijk haar lij-
den te doen vergeten door opgewekt met
haar te babbelen. Zijn voorschriften wer-
den tiouw opgeyoigd maar de geneesheer
zag zelf wel, dat het niets was dan uitstei
van executie.
Bij die bezoeken van den dokter zat
Jeanne bij het venster, "ijverig over haar
borduurraam gebogen zooals zij het groot-
ste deel van den aag deed. Het rood, dat
het jonge meisje naar de wangen steeg,
als Georges binnentrad, zeide voldoende,
dat, zoo de geneesheer haar schoonheid
mocht opgemerkt hebben, zij niet minder
ontvankelijk was voor zijn goedheid en zijn
toewijding voor de zieke.
Toen de zomer en de herfst voorbij wa
ren, kwam met het koude jaargetijde de
verergering van Yvonne's lijden. Van dag
tot dag zag Georges den dood naderen en
hij wist maar niet hoe hij „zijn lieve Jean
ne", zooals hij het meisje in stiite noemde
op het ergste moest voorbereiden.
Eindelijk besloot hij zich tot moeder
Michu te wenden en de goede vrouw nam
5e zware taak bereidwillig op zich. Ze
was echter zoo in de war, toen Jeanne bij
haar verscheen om te vragen wat zij haar
te zeggen had, Gat ze alle mooie woorden
vergat en Jeanne aan de borst drukte en
toefluisterde:
Houd moed, mijn lieve kind, houd
moedGe zult niet alleen achterblijYen.
Moeder Michu is er ook nog en dan moe
ten we den braven dokter niet vergeten,
die u inderdaad Wel erg genegen schijnt
Yvonne stierf twee dagen later.
Op het oogenblik, waarop zij den eeuwi-
gen slaap zou ingaan, werd het bewustzijn,
dat de laatste uren zeer geleden had,
weer helder. Het was alsof ze plotseling
DE TOESTAND.
Zaterdag hebben wij opgemerkt, schrijft
de N. R. Crt., dat het antwoord van Moes-
tafa Kemal aan generaal Harington, volgens
hetgeen er toen van bekend was, van de
ontruiming van Tsjanak door de hngelschen
vrijwel een eisch maakte. De gisteren rnede-
gedeelde tekst van het antwoord bevestigde
die opvatting. Moestafa Kemal antwoordde
namelijk: „Niettegenstaande de eenzijdige
besluiten, die zonder onze goedkeuring zijn
genomen, hebben wij, als nieuwe maatregel
tot vermijding van een misverstand aan den
commandant van onze troepen in Tsjanak
last gegeven te blijven in de plaatsen, waar
die troepen zich thans bevinden er te ver-
mijden dat er incidenten voorvalien. Indien
u bereid mocht zijn, uw troepen van de
Aziatische kust terug te trekken, gelijk de
Franschen en Italianen dat hebben gedaan,
zullen wij onzerzijds terstond bevel geven
aan onze troepen die zich nabij de Darda-
neilen bevinden, om een eind terug te trek
ken en zich te bepalen tot het herstel van
een burgerlijk bestuur en van een politie-
dienst."
De ontspanning die men te Londen Maan-
dag in den toestand constateerde, baseerde
zich op den terugtocht van de Turken uit
Erenkeui, goed 20 K.M. ten Z. O. van Tsja
nak aan de Aziatische kust van de Darda-
nellen, en op de aanneming door de Turken
van de conferentie tussqhen de vijf generaals
te Moedania die daar Dinsdag zou begin-
nen; eindelijk ook op de verzekering van
Joesoef Kemal, den minister van buiten
landsche zaken van de regeering te Angora,
in een nota van 29 September aan Poincare,
dat zijn regeering last gegeven had tot on-
verwijlde staking van de militaire operaties
in de richting van Konstantinopel en Tsja
nak. Uit den uitvoerigen tekst van Joesoef
Kemal's nota blijkt, dat hij schreet": „onver-
wijlde staking van onze militaire operaties,
weike zich zonder ophouden ontwikkelden
in de richting van Konstantinopel en Tsja
nak, bij de vervolging van de Grieksche
troepen". Het is hieruit duidelijk dat de
Turken niet bedoeld hebben, dat zij geen
troepenverplaatsingen meer zouden onder-
nemen naar de onzijdige zone van Tsjanak,
maar dat zij zich alleen verbonden, voorloo-
pig geen toebereidselen te treffen voor een
inval in Thracie, in het vertrouwen, dat de
geallieerden daar de bescherming van hun
geioof- en rasgenooten op zich zouden
nemen.
Moestafa Kemal-pasja handelt nog altijd
in overeenstemming met zijn antwoord aan
Harington. Hij houdt zijn troepen in de
zone van Tsjanak en de beteekenis, die men
te Londen aan de ontruiming van Erenkeui
meende te mogen hechten, wordt vandaag
geheel opgeheven door berichten, dat er
nieuwe afdeelingen Turken verschenen zijn
te Koesoekeui en Bergaz. De eerste plaats
ligt 5 K.M. dichter bij Tsjanak dan Eren
keui, maar iets verder van zee, Bergaz 27
K.M. ten N. O. van Esjanak. De Turksche
ruiterij heeft de haven van Lapsaki, vlak
tegenover de stad Galipoli, bezet en overcri
in de onzijdige zone tot een diepte van
ruim 60 K.M. een voorloopig bestuur inge-
steld. De correspondent van de Times te
Tsjanak zegt ronduit: „Tsjanak is zoodoen-
de omringd door Kemalistische ruiterij". De
eenige werkelijke verandering van gerust-
stellenden aard in de zone van Tsjanak is,
dat Kemal aan zijn onderbevelhebber last
gegeven heeft te vermijden dat er incidenten
vooryallen.
Nu begon Dinsdag de conferentie te Moe
dania, die volgens het eigen zeggen van de
geallieerden, ten doel heeft, de lijn af te
bakenen waarachter de Grieksche troepen
zich in Thracie zullen terugtrekken. Van
Engelsche zij de wil men te Moedania tegelijk
weer beset kreeg van de werkelijkheid,
want dikke tranen rolden over haar wan
gen en zij! stamelde niets anders dan.
Jeanne!... Jeanne!...
Georges Lebret begreep, dat de sterven-
de zich hevig het Jot vaij de dochter aan-
trok. Daarom naderde hij het bed, boog
zich tot Yvonne over en fluisterde haar
in het oor:
Wees gerust, goede vrouw, ik zal
uw dochter met verlaten en haar bescher-
men en over haar waken als een ver-
trouwd vriend.
Alsof de zieke hierop gewacht had, blies
zij met een gelukkigen glimlach om de lip-
pen, den laatsten adem uit in de armen
van Jeanne, echter niet dan nadat zij de
woorden gestameld had:
Ik vergeefhem Vergeef
gijhem ook
Jeanne had vergeven.
Zij ontving haar vader, toen zijn straf-
tijd om was, zonder een enkel woord van
verwijt, in haar bescheiden woning in de
rue des Gravilliers, waar zij werkte onder
het waakzame oog van haar twee bescher-
mers, moeder Michu en dokter Lebret
Jules Auclair, die zich de gevaren niet
ontveinsde, die hem van de zijde van de
publieke meening bedreigden, wanneer hij
herkend werd en die ook niet wilde dat
zijn onschuldige dochter als kind van een
misdadiger gesignaleerd werd, had een
heele reeks voorzorgsmaatregelen geno
men, om onopgemerkt met zijn dochter te
kunnen praten. Ook de congierge, met haar
praatlust wilde hij niet in het vertrouwen
nemen en zoo had hij een wachtwoord be
dacht om Jeanne te verwittigen van zijn
bezoek.
(Wordt vervolgd).
|MMBM|nuilMMI3MtlltMMB,,Mm^ 11 ii' ■■■iati
%:Z7*
fV,\*
Hfer
IT.a«WPWlTrtiri-Yffflfmtfii'T> rtr.i ••flwwwwai-ir.r.