'-ft
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7358.
Maandag 2 October 1922.
70e Jaargang.
j|f
HIT SQQDMTH6 &IH1IM.
BINNENLAND.
FETTILLETON.
BUITENLAND.
k
VOORZITTER VAN DEN
A41NISTERRAAD.
Bij Kon. besluit van 25 dezer is gewij-
zigd het Kon. besluit van 13 September
1918, waarbij de verhouding van den tijde-
lijken voorzitter van den ministerraad tot
zijn ;a mbtgenooten werd geregeld. Thans
is geschrapt het woord „tijdelijke", cm-
dat er, aldus is overwogen, metterdaad
niet de minste reden meer bestaat, den
voorzitter van den raad van ministers an-
ders te betitelen dan zoovele voorzitters,
die voor een bepaalden tijdsduur gekozen
en herkiesbaar zijn.
Het ligt tevens in de bedoeling, ook niet
meer van „tijdelijken ondervoorzitter',' en
van ,tijdelijken secretaris" van den mi
nisterraad te spreken.
Wijziging van het reglernent van orde
voor den ministerraad is hiertoe niet noo-
dig.
BEZUINIG1NQ TE LEIDEN.
Een voorbeeld van den burgemeester.
De burgemeester, jhr. de Gijseiaar, heeft
zich met een particulier schrijven tot -1e
leden van den gemeenteraad gericht met
de mededeeling, dat naar zijn overtuiging
de malaise met haar nasleep van werk-
loosheid en andere ellenden niet uit stad
en land wijken wanneer niet, behalve dat
ook vandere gunstige factoren moeten in-
treden, de belastingdruk aanzienlijk wor-
de verminderd. Daartoe is bezuiniging noo-
dig ook op de uitgaven van de gemeen-
telijke huishouding. Het is gemakkelijk
steeds over bezuiniging te spreken, doch
tot doorvoering kan men niet komen, als
men steeds bezuiniging bij anderen be-
pleit, doch zichzelf liefst buiten die bezui
niging wil houden.
Mijn plicht, aldus de burgemeesters, en
tevens ook de liefde tot mijn ingezetenen
noopt mij derhalve het voorbeeld te ge-
ven en met mij zelf te beginnen. Het is
daarom dat ik u beleefd doch dringend
vraag aan Ged. Staten te willen verzoeken
onder koninklijke goedkeuring mijn jaar-
wedde met ingang van 1 Januari 1923 te
willen vaststellen op f 10.00U 's jaars,
waardoor deze met een zesde verminderd
zal worden.
Tevens verzoekt hij den Raad hierover
in de eerstvolgende raadsvergadering te
beslissen. Tel.
DE PREMIEBETAL1NG VOOR DE
AMBTENAARSPENSIOENEN.
De heer Ketelaar heeft aan den Mi
nister van Financien de volgende vragen
gesteld:
1. Is het j.uist, dat het in het voornemen
der regeering ligt, met 1 November a.s.
reeds te doen ingaan de in de Pefisioenwet
gegeven bevoegdheid tot korting van 5,5
pet. der wedden, tot een maximum van
3000 gld. voor het weduwen- en weezen-
pensioen en van 3 pet. der voile wedden
voor het eigen pensioen?
2. Zoo ja, is de Minister bereid mede
te deelen, waarom deze maatregel zoo plot-
seling moet ingevoerd worden, terwiji Zijn
Exc. nog'11 Mei 1922 pertinent verklaarde,
niet het voornemen te hebben daartoe over
te gaan?
3. Is de Minister voornemens korting
voor weduwen- en weezenpensioen tot een
gelijk bedrag op de jaarwedden van vrou-
welijke als van mannelijke ambtenaren toe
te passen?
4. Ligt het in de bedoeling van den
Minister ook voor de reeds gepensionneer-
den de bovengenoemde korting voor we
duwen- en weezenpensioen te heffen?
Maalk u maar niet ongerust, meneer
Julio. Het is riu acht uur; om een uur zijn
we bij u terug. Dien tijd kunt ge benutten
om wat op uw verhaal te kemen, want ik
geloof, dat ge het aardig te pakken hebt!
Voorzicntig geleidde de flinke knaap
den zieken Julio naar de aangewezen hut,
waar hij hem achterliet met zijn provisie,
een flink stuk brood en een groote hoinp
kaas.
Julio had geen honger; een hevige
koorts had hem aangegrepen, maar hij
worstelde uit al zijn macht tegen den
dood. Hij wilde niet terugkeeren in het
graf voordat hij haar gezien had, om wie
hij Aristo had gezonden.
Neergezonken op het zachte bed van
dorre blaren, dat de jongen inderhaast
voor hem had gespreid, zag hij in zijn
koortshitte het kleine, lieve vertrek in de
rue des Gravilliers, waar een jong, mooi
meisje over haar kantwerk gebogen zat
en ijverig de naakl hanteerde.
Jeanne, lieve Jeanne, lieve dochter,
vergeef uw vader, dat hij u zooveel last
en verdriet veroorzaakt, fluisteren zijn dro-
ge lippen.
Op dit oogenblik deed een heftige pijn
in de wond hem het voile bewustzijn her-
krijgen.
Hij gaf een schreeuw en riep uit:
NeenNeenIk wil niet sterven,
voordat ik u gezien heb, mijn lief, onschul-
dig kind
Vreesel'ijk ging de borst van den armen
man op en neer; hij streed tegen zijn lij-
DE PENSIOENPREMIE VAN DE
RIJKSAMBTENAREN.
Naar aanleiding van het bericht omtrent
het voornemen van de regeering, reeds
met 1 November a.s. gebruik te maken
van de in de pensioenwet gegeven be
voegdheid tot korting van a,5 pet. der
wedden tot een maximum van 3000 gld.
voor het weduwen- en wezenpensioen en
van 3 pet. der voile wedden voor het
eigen pensioen, meldt men, dat van een
dergelijk voornemen niets bekend is bij
de centrale commissie voor het georgam-
seerd over'ieg in ambtenarenzaken, aan
vvelke commissie dergelijke plannen van
de regeering anders steeds om advies wor
den gezonden. (N. R. Crt.).
DE HUWEL1JKSTOELAGE AAN
AMBTENAREN.
Men meldt aan de N. R. Crt., dat het
in de bedoeling van de regeering ligt,
art. 19a van het Bezoldigingsbesluit voor
de burgerlijke rijksainbtenaren, dat vast-
gesteld werd in net najaar van 1920, in
verband met de toen heerschende bij'zon-
dere duurte, met ingang van 1 November
e.k. in te trekken. Bedoeld artikel had ten
doel, aan die ambtenaren, wier wedde min
der zou bedragen dan onderscheidenlijk
f 1600, f 1540 en f 1480, al naar gelang
der standplaats gerangschikt was in de
■eerste, tweede of derde klas, bij huwelijk
een verhooging van de wedde te verschaf-
fen tot genoemde bedragen. De intrekking
van dit artikel moet verband houden met
het feit, dat naar het oordeel van de re
geering, de bepalingen in dat artikel tot
het ongewensdite gevolg leiddeu, dat her-
haaldelijk huwelijken worden' gesloten om
het minimumloon voor gehuwden te kun-
nen krijgen.
In verband met art. 40 van het Bezol
digingsbesluit zouden reeds in dienst zijn-
de ambtenaren echter hun wedde behou-
den.
Tevens zou de regeering het voornemen
hebben met ingang van 1 November art.
1 van het Bezoldigingsbesluit als volgt te
veranderen.
„Voor elk jaar, dat een ambtenaar, die
18 jaar of ouder, doch beneden den 21-
jarigen leeftijd is, worden de aanvangs-
wedden met f 100 verminderd". Die ver-
mindering bedraagt thans f 50 voor ieder
jaar.
SALAR1SSEN VAN GEMEENTE-
PERSONEEL.
De Minister van Binnenlandsche Zaken
heeft aan de Ged. Staten der provincien
het volgende geschreven
Meermalen komen te mijner kennis ge-
vallen van onthouding van goedkeuring
door colleges van Ged. Sjaten aan ge-
meentebegrootingen op grond van naar
het oordeel van die colleges te laag uitge-
trokken salaris van personeel in gemeente-
lijken dienst.
Nu algemeen gestreefd wordt naar be-
perking van kosten van den openbaren
dienst, wil het mij voorkomen, gewenscht
te zijn, dat de colleges van Ged. Staten
i bij de beslissingen omtrent bedoelde be-
j grootingen er van indachtig zijn, dat pres-
sie van hooger hand tot opvoering van
salaris ware te vermijden of althans tot
uiterste gevallen te beperken.
Daartoe veroorloof ik mij, voor zooveel
I noodig, de medewerking van uw college in
I te roepen.
j WACHTGELD BIJ DE POSTER! J EN.
I In verband met het vrij groot overcom-
1 pleet aan personeel en teneinde zoo wei-
j nig mogelijk ambtenaren tegen hun zin
j op wachtgeld te stelTen is door den direc-
teur-generaal een aanschrijving gericht aan
de hoofden van dienst om het personeel
1 te vragen wie voor op wachtjgeldstelling
I in aanmerking wil komen.
den uit alle macht, maar ten slotte moesi
hij het opgeven.
Met een harden smak viel hij bewust-
loos op zijn bladerbed neer.
V.
Twintig jaar voor het tijdstip, waarop
ons verhaal begint, leefde in de vreedza-
me wijk Saint-Louis en l'llle een paartje,
voor wie het geluk scheen weggelegd.
Het vrouwtje was allerliefst met haar
goudblond haar, haar rozenteint en haar
groote, blauwe Madonna-oogen. De man,
van een buitenlandsch type, was even don-
ker als zij blond was. Kind van een Italj-
aansche moeder en een Franschen vader,
bezat hij een matbruine teint, donkere
oogen en haar als ebbenhout, kenteekenen
van de kinderen uit het zonneland.
Hij was Jules Auclair genaamd en ge-
noot hoe jong hij ook was, een goeden
naam in de geleende wereld. Hij was een
zeer bekend scheikundige en ging door
merkwaardige ontdekkingen niet alleen
een grooten naam, maar een bijzonder
voordeelige financieele toekomst tegemoet
Hoewel voor het oogenblik nog niet
rijk, kon het echtpaar Auclair heel goed
Teven en behoefde het zich niets te ontzeg-
gen, wat het dagelijksch leven een beetje
veraangenaamt.
Het jonge paar leefde innig gelukkig
met elkaar, een geluk, dat zoo mogelijk
nog grooter werd toen een allerliefst meis
je het levenslicht zag in dien kring.
Het geluk was te schoon om van langen
duur te zijn, zooals men in de buurt al ge-
zegd had en die kwaadaardige voorspel-
Iing kwam helaas uit.
De sche'kundige was een goede man,
DE GEDISTILLEERD-PRODUCTIE.
Naar de Tel. verneemt heeft de Staajs-
commissie ,voor de gedistilleerd-productie
in groote trekken een project goedgekeurd,
waarin van drooglegging geen sprake is,
maar wel een samengaan nagestreefd word
van dtfankbestrijders en drankhandelaars,
ten einde tot een zeer geleidelijke beper-
king van de gedistilleerd-productie te ko
men.
Dit project zal nader uitgewerkt worden
in een rapport met concept-wetsontwerp
en concept-memorie van toeiichting, dat
aan de regeering.-door genoemde staats-
commissie zal worden uitgebracht.
EEN VOORDEELIGE ASSURANTIE.
In de kleine Noord-Hollandsche gemeen-
te Warder bestaat een onderlinge brand-
verzekering. Deze verzekering heeft vroe-
ger aan de gemeente betaald de aanschaf-
tmgskosten van 'n motorbrandspuit en later
ook de kosten van een gebouw voor die
spuit. Een aantal jaren werd jaarlijks 1000
gld. in de gemeentekas gestort voor on-
derhoud van den weg. En nu heeft deze
gunstig werkende assurantie tot weder-
opzegging aan de gemeente, jaarlijks een
bedrag van 1000 gld. toegestaan voor het
onderhoud van de branabiuschmiddelen,
ongeacht of dit bedrag voor dat onder
houd noodig is.
VEILIGHEIDSBILJET.
Het bestuur van het Veiligheids-Museum
besloot een prijsvraag uit te schrijven
voor een ontwerp van een oorspronkelijk
Nederlandsch veiiigheidsbiljet. Het be
stuur beoogt met het uitschrijven van deze
prijsvraag meer bekendheid aan het be-
staan dezer biljetten te geven en hoopt
tevens de verspreiding daarvan in ons land
te bevorderen.
Het veiiigheidsbiljet is bestemd om in
fabrieken of werkplaatsen te worden op-
gehangen met het doel werklieden en
werkgevers op te wekken tot het nemen
van maatregelen ter voorkoming van on-
gevallen, in het algemeen, of van een be-
paald soort ongevallen, of met het publiek
(voetgangers, wielrijders, chauffeurs, wa-
genbestuurders, enz.) op te wekken om tot
vermfeerdering van de „veiligheid van het
verkeer" mede te werken.
Eenige instellingen en ondernemingen,
overtuigd van het nut dat deze biljetten
kunnen stichten, stelden enkele bedragen,
aan het Veiligheidsmuseum ter beschikking
ten einde de bekroonden een prijs te kun
nen toekennen. Deze bedragen werden
verdeeld als volgt: le prijs f 150 ben evens
een gouden draagpenning, 2e prijs f 125,
3e prijs f 100, 4e prijs f 75.
DE OPHEFFING VAN HET DEP. VAN
LANDBOUW.
Het Kon. Ned. Landbouw Comite heeft
naar aanleiding van de voorgenomen op-
heffing van het departement van landbouw
aan de Koningin een dBres gericht, waar
in het schrijft:
dat, als gevolg van de steeds groeiende
staatszorg reeds in de jaren tusschen 1890
en 1900 de behoefte aan een centralisatie
van de regeeringsbemoeii'ngen voor den
landbouw werd gevoeld;
dat, met betrekking tot het' nauw ver
band, dat er bestaat tusschen de staatp-
zorg voor landbouw, nijverheid en han-
del, de instelling van een ministerie van
landbouw, nijverheid en handel, in het
jaar 1905 met groote waardeering in land-
bouwkringen is begroet;
dat een decentralisatie van deze staats
zorg, waardoor een doelmatige behartiging
van die belangen zal worden geschaad, zeer
zou worden belreurd;
dat in bijna alle andere landen, ook in
die landen, waar de landbouw niet zoo
zeer op den voorgrond treedt als in ons
maar met weinig weerstandsvermogen. Ter
wijl zijn vrouw met de kleine Jeanne eens
eenige dagen bij kennissen logeerde, kwam
Jules in aanraking met vrienden uit zijn
studietijd, van wie niet veel terecht was
gekomen. Het was een toevallige ontmoe-
ting, maar een ontmoeting, die noodlottige
en verstrekkende gevolgen zou hebben.
De slechte vrienden namen hem mee,
en, voor het eerst sedert zijn studietijd
kwam 'Jules beschonken thuis. Den vol-
genden avond ging hij weer uit met zijn
verleiders en dat duurde zoo de heele welk
dat mevrouw Auclair uit logeeren was.
Toen zijn vrouw teruggekeerd was, kon
de jonge geleerde het gezelschap van zijn
jolige studiegenooten al niet meer missen;
hij voelde zich weer levenslpstig als vroe-
ger en raakte op het hellend vlak, dat
naar den ondergang voert
Terwiji Jules honderden voorwendsels
zocht om des avonds het gezelschap van
zijin kwade vrienden op te zoeken, pijnigde
de lieve Yvonne zich de hersens af om een
verklaring te rinden voor de onverwachte
herhaalde afwezigheid van haar beminden
echtgenoot. Toen zij besloot hem op den
man af er naar te vragen, kreeg zij tot
haar ontzetting een ruw antwoord.
lneens was de huwelijkshemel van het
gelukkige paar met dreigende wolken be-
dekt.
Het karakter van Jules wijzigde zich ge-
heel onder slechten invloed; aan alle in-
blazingen in den geest van „ge moet too-
nen dat ge de baas zijt", „ge moet uw tan-
den laten zien" enz. leende hij een willig
oor, en geen dag ging er meer vcorbij,
of hij snauwde het lieve vrouwtje op on-
hebbelijke manier af. Ook op het kind ging
hij razen, dit deed het niet goed en dat
kon het niet; de rekeningen werden te
land, de behartiging van de belangen van
den landbouw, al dan niet samengevoegd
met die van nijverheid en handel, in een
afzonderlijk departement is ondergebracht.
dat de bedoelde wijziging niet in over-
eenstemming is met de beteeknis van
den landbouw als voornaamste tak van
volkswelvaart;
dat de landbouw in de komende jaren
de bijzondere aandacht van de regeering
zal behoeven, gezien de omstandigheden,
waaronder het bedrijf moet worden uit-
geoefend, en de vele belangrijke vraagstuk1-
ken, welke nog op oplossing wachten en
zich zullen voordoen;
dat het onderbrengen van de zorg voor
de landbouwbeiangen bij een ministerie.
dat sedert 1901 de zorg voor den land
bouw niet meer onder haar bemoeiingen
heeft gehad, afbreuk zou doen aan een
doelmatige behartiging van die belangen;
redenen, waarom adressant verzoekt, al-
vorens aan het in de openingsrede geuite
voornemen, uitvoering worde gegeven, de
door adressant, daartegen aangevoerde
bezwaren w:el in overweging te willen ne
men.
DE HEFFING DER RIJKS1NKOMSTEN-
BELASTING.
Volgens het weekblad „Handelsbelan-
gen" zouden er plannen bestaan tot hef-
iing der Rijksinkomstenbelasting (welke
heffing, naar men weet, is vereenigd met
die der plaatselijke inkomstenbeiasting) op
gedeelteiijk andere wijze dan tot nu toe.
Men zou n.l. het systeem in studie heb
ben om alle loontrekkenden direct te doen
betalen bij het in ontvangst nemen van
week- of maandgeld.
In de eerste plaats zou de schatkjst
daardoor minder „stroppen" hebben en
vervolgens zouden de inningskosten zeer
beduidend verminderen.
Wij vermelden dit bericht waarvan
de juistheid ons bij informatie niet werd
ontkend doch vestigen er de aandacht
op, dat deze aangelegenheid nog
slechts een onderwrep van studie uitmaakt,
zoodat althans op het oogenblik van eenig
voorstel in die richting nog geen sprake
is.
DE TOESTAND.
Het spel spreekt voor den koers van
de Britsche politiek in de Levant, dat na-
melijk Engeland wel geen bezwaar zou
maken tegen de toelating van Sowjet-Rus-
iand op de vredesconferentie en dat het zou
kunnen komen tot een ontruiming van de
twee zones aan weerszijden van den Bos
porus met inbegrip van Konstantinopel,
vinden wij terug als-raad van Lord Beaver-
brook aan de Engelsche regeering in de
Dail- Epress, schrijft de N. R. Crt. Men
weet, dat Beaverbrook pas uit Stamboel
teruggekeerd is. Als courantier jeukten
hem de vingers om aan zijn bladen zijne in-
zichten over de crisis kenbaar te maken.
Maar aanvankelijk zweeg hij, gelijk hij ge-
zegd heeft, om de eigen regeering, met wier
politiek hij het niet eens was, niet midden
in een crisis in de wielen te rijden. Nu de
toestand welhaast zijn hoogste spanning
bereikt heeft, geeft hij, zonder kritiek op
het beleid van de regeering tot dusver toch
zijn indrukken over den stand van de
kwestie.
Belangwekkend is in Beaverbrook's be-
toog de meening dat Kemal's aarzelen en
uitstellen te verklaren zou zijn uit het feit,
dat hij met Sowjet-Rusland overleg houdt.
Er bestaat tusschen Angora en Moskou een
bijzondere overeenkomst over de vrijheid
van de Zeeengten die naar de Zwarte Zee
leiden, en indien Kemal de uitnoodiging
voor de conferentie met de geallieerden
hoog, het eten deugde niet meer. Zoo ging
het maar voort.
De arme Yvonne deed bijna niets dan
weenen, maar verre van een goeden in
vloed op Jules te hebben, brachten die tra-
nen den man, die meestal beschonken.
was den laatsten tijd, tot uiilbarstingen van
woede, waarvan zij het slachtoffer weer
was.
Nog een ander groot verdriec kwam aan
het zoo droevig geworden bestaan van
Yvonne knagen. De inkomsten begonnen
op schrikbarende wijze te verminderen en
Jules schreeuwde, dat zijn vrouw en zijn
dochter hem door haar kooplust ruineer-
den.
De dienstbode werd weggezonden en het
vrouwtje verrichte zelf alle ruwe werk
zonder nochtans te kunnen voldoen in de
ocgen van den tiran.
De gevolgen bleven niet uit, Yvonne's
gezondheid verdween met haar levenslust
en levensmoed, de kleur week van haar
gieBaat, de oogen begonnen hoi te staan en
diepe rimpejs groefden het voorhoofd.
Een troost bleef haar en die was haar
lief dochtertje, haar Jeanne, die geheel
het karakter van de moeder had. Als het
lieve kind bij haar was en de armen om
moeders hals sloeg, kon Yvonne even
haar groot leed vergeten.
Jeanne telde twaalf jaar toen de crisis
het toppunt al bijna had bereikt. De moe
der was langzamerhand voor het leed ver-
hard geworden. De liefde voor Jules was
dood in haar; haar hart was als gepant-
serd en het kon haar al weinig meer sche-
len of haar man 's avonds uitging en mid
den in den nacht beschonken thuiskwam.
Het eenige wat ze voor den verdierlijkten
kere! kon gevoelen was verachting, ge-
paard nog met medelijden.
had aangenomen zonder eerst Moskou erin
te kennen, zou hij ten slotte zich weleens
in een geisoleerde positie hebben kunnen
bevinden in het Oosten en het Westen Nen
mag stellig verwachten dat Kemal de toe
lating van -Rusland tot de conferentie zal
verlangen, en, zoo verklaart Beaverbrook,
het lijkt ,,dienstig, billijk en verstandig" om
aan dit verzoek te voldoen.
De noodzakelijkheid tot ontruiming van
de geallieerde stelling aan den Bosporus
wordt aldus toegelicht: De Britsche troe-
pen te Ismid zijn weinig talrijk en de linies
op het schiereiland die van daar naar Sk -
tari en den Bosporus leiden, zijn lang. De
militaire overheid zou ze ongetwijfeld terug-
trekken. In elk geval dient Konstantinopel
op dit oogenblik niet bezet gehouden te
worden door een Britsch garnizoen. Het is
een ontzaglijke stad, hoofdzakeliik bewiond
door de vrienden van Kemal; dezen worden
nu in het openbaar aangeworven voor een
opstand. Als men in de stad orde w'd hou
den en haar voor verwoesting wil behoe-
den, zouden de vereenigde garnizoenen
van de geallieerden aan de Zeeengten daar
noodig voor zijn en Kemal de vrije hand
krijgen om elders te doen wat hii verkoos.
„Daarom is het zeker, dat de Britsche troe-
pen de hoofdstad zullen ontruimen en op
het schiereiland van Gallipoli een nieuwe
strijdmacht samentrekken, die het noorde-
lijke strand van de zee van Marmara bij
den ingang bezet zal houden zooals het
garnizoen van- Tsjanak het zuidelijke
strand." De Turken mogen over Konstan
tinopel Thracie binnenrukken en het op
den Balkan zien te klaren. Engeland zal
dan de zeeengten open en Konstantinopel
nog altijd onder de bedreiging van zijn
scheepskanonngn houden. Frankrijk en
Italie zullen in geen geval vechten. Dwin-
gen de Kemalisten Engeland tegen zijn zin
en ondanks de edelmoedige voorwaarden,
die het den Turken heeft aangeboden, tot
een conflict, dan moeten de stemmen, die
willen dat Engeland de politiek van Frank
rijk en Italie volgt en zich terugtrekt, tot
zwijgen komen ,,zoolang de strijd duurt, op-
dat de vereenigde pogingen van de natie
een spoedigen en aannemelijken vrede te-
weeg brengen".
Aldus Lord Beaverbrook. Men ziet hier-
uit opnieuw hoe gemakkelijk, een heele
natie, ook tegen haren zin, naar een con
flict toedrijft, zoodra een regeering haar
eenmaal aan een bepaalde politiek gebon-
den heeft. Voor Lord Beaverbrook. die
tegenstander is geweest van het beleid van
de regeering tegenover de Turken, is de
leus nu blijkbaar geworden: Right or
wrong, my country.
De dreigende officieuze uitlatingen uit
Londen, die Reuter voor ons ochtendblad
heeft overgeseind, gelezen in verband met
wat de correspondent van de Daily Mail
meldt als het antwoord van Kemal Moestafa
pasja op het tweede verzoek om weg te
trekken van generaal Harington, geven geen
steun aan de hoop, dat de kanonnen toch
niet van zelf zullen afgaan gesteld na-
tuurlijk, dat de dreigende toon van Londen
echt is. De militaire toestand in de zone
van Tsjanak is, volgens de Engelsche des-
kundigen, onmogelijk geworden. De Tur
ken staan voor het prikkeldraad en kunnen
vrijelijk de Engelsche stelling verkennen.
In de andere Aziatische zone van Ismid
liggen zij om de stad heen. Hun houding
is een „onmiddellijke uitdaging van het
Britsche rijk". Daarom is den Britschen
militairen autoriteiten de verzekering ge
geven, dat zij volledig gesteund zullen wor
den in hun eisch, dat de Kemalisten uit de
zone van Tsjanak terugtrekken. In Tsja
nak staat de zaak aldus: Het aanvankelijk
kleine Britsche garnizoen te Tsjanak heeft
een sterke stelling gemaakt van die plaats
en haar onmiddellijken omtrek. Niet bezet
waren totnogtoe de hoogten ten Zuiden van
Wat Jules Auclair betreft, hij was on'ner-
kenbaar geworden. Zijn laborator.ua.
bleef gesloten, hij werkte niet meer en heel
zijn u-terlijk droeg het stempel van aen
weg, dien hij bewandelde, dien des ver-
derfs.
Het koket gemeubeld huisje van het
vroeger zoo gelukkige paar, was allang
geplunderd om aan de speel- en drank-
zucht van Jules te voldoen. Alles wat
maar eenigee waarde had, was langzamer
hand naar den lombard gebracht or ver-
kocht.
Yvonne dacht niet meer te kunnen lij-
den, toen de zware hand van het ongeiuk
nog zwaarder haar trof.
Op een avond, toen zij als naar ge-
woonte met haar dochter alleen thuis
was, werd er onverwachts heftig tegen
de deur gebonsd en riep een harde stem:
Open, in naam der wet.
Hevig ontsteld, schoof zij den grendel
van de deur en een oogenblik later ston-
den twee politie-mannen in de kamer.
Het was alsof de bliksem voor haar
voeten was Lngeslagen. lneens was het
haar duidelijk, dat haar man niet alleen
een dronkaard en een speler was, maar
dat hij ook misdadiger was geworden.
Auclair had zich schuldig gemaakt aan
valschheid in geschrifte, hij had de dand-
teekening van een rijken fabrikant nagc-
bootst en er misbruik van gemaakt. Voor
dat hij echter het geld kon innen en naar
het buitenland kon vluchten, was hij aan-
gehouden.
(Wordt vervolgd).
J*
12) -wnaBB»'i
Jeanne de kantwerkster.