'-ft ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTiEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7358. Maandag 2 October 1922. 70e Jaargang. j|f HIT SQQDMTH6 &IH1IM. BINNENLAND. FETTILLETON. BUITENLAND. k VOORZITTER VAN DEN A41NISTERRAAD. Bij Kon. besluit van 25 dezer is gewij- zigd het Kon. besluit van 13 September 1918, waarbij de verhouding van den tijde- lijken voorzitter van den ministerraad tot zijn ;a mbtgenooten werd geregeld. Thans is geschrapt het woord „tijdelijke", cm- dat er, aldus is overwogen, metterdaad niet de minste reden meer bestaat, den voorzitter van den raad van ministers an- ders te betitelen dan zoovele voorzitters, die voor een bepaalden tijdsduur gekozen en herkiesbaar zijn. Het ligt tevens in de bedoeling, ook niet meer van „tijdelijken ondervoorzitter',' en van ,tijdelijken secretaris" van den mi nisterraad te spreken. Wijziging van het reglernent van orde voor den ministerraad is hiertoe niet noo- dig. BEZUINIG1NQ TE LEIDEN. Een voorbeeld van den burgemeester. De burgemeester, jhr. de Gijseiaar, heeft zich met een particulier schrijven tot -1e leden van den gemeenteraad gericht met de mededeeling, dat naar zijn overtuiging de malaise met haar nasleep van werk- loosheid en andere ellenden niet uit stad en land wijken wanneer niet, behalve dat ook vandere gunstige factoren moeten in- treden, de belastingdruk aanzienlijk wor- de verminderd. Daartoe is bezuiniging noo- dig ook op de uitgaven van de gemeen- telijke huishouding. Het is gemakkelijk steeds over bezuiniging te spreken, doch tot doorvoering kan men niet komen, als men steeds bezuiniging bij anderen be- pleit, doch zichzelf liefst buiten die bezui niging wil houden. Mijn plicht, aldus de burgemeesters, en tevens ook de liefde tot mijn ingezetenen noopt mij derhalve het voorbeeld te ge- ven en met mij zelf te beginnen. Het is daarom dat ik u beleefd doch dringend vraag aan Ged. Staten te willen verzoeken onder koninklijke goedkeuring mijn jaar- wedde met ingang van 1 Januari 1923 te willen vaststellen op f 10.00U 's jaars, waardoor deze met een zesde verminderd zal worden. Tevens verzoekt hij den Raad hierover in de eerstvolgende raadsvergadering te beslissen. Tel. DE PREMIEBETAL1NG VOOR DE AMBTENAARSPENSIOENEN. De heer Ketelaar heeft aan den Mi nister van Financien de volgende vragen gesteld: 1. Is het j.uist, dat het in het voornemen der regeering ligt, met 1 November a.s. reeds te doen ingaan de in de Pefisioenwet gegeven bevoegdheid tot korting van 5,5 pet. der wedden, tot een maximum van 3000 gld. voor het weduwen- en weezen- pensioen en van 3 pet. der voile wedden voor het eigen pensioen? 2. Zoo ja, is de Minister bereid mede te deelen, waarom deze maatregel zoo plot- seling moet ingevoerd worden, terwiji Zijn Exc. nog'11 Mei 1922 pertinent verklaarde, niet het voornemen te hebben daartoe over te gaan? 3. Is de Minister voornemens korting voor weduwen- en weezenpensioen tot een gelijk bedrag op de jaarwedden van vrou- welijke als van mannelijke ambtenaren toe te passen? 4. Ligt het in de bedoeling van den Minister ook voor de reeds gepensionneer- den de bovengenoemde korting voor we duwen- en weezenpensioen te heffen? Maalk u maar niet ongerust, meneer Julio. Het is riu acht uur; om een uur zijn we bij u terug. Dien tijd kunt ge benutten om wat op uw verhaal te kemen, want ik geloof, dat ge het aardig te pakken hebt! Voorzicntig geleidde de flinke knaap den zieken Julio naar de aangewezen hut, waar hij hem achterliet met zijn provisie, een flink stuk brood en een groote hoinp kaas. Julio had geen honger; een hevige koorts had hem aangegrepen, maar hij worstelde uit al zijn macht tegen den dood. Hij wilde niet terugkeeren in het graf voordat hij haar gezien had, om wie hij Aristo had gezonden. Neergezonken op het zachte bed van dorre blaren, dat de jongen inderhaast voor hem had gespreid, zag hij in zijn koortshitte het kleine, lieve vertrek in de rue des Gravilliers, waar een jong, mooi meisje over haar kantwerk gebogen zat en ijverig de naakl hanteerde. Jeanne, lieve Jeanne, lieve dochter, vergeef uw vader, dat hij u zooveel last en verdriet veroorzaakt, fluisteren zijn dro- ge lippen. Op dit oogenblik deed een heftige pijn in de wond hem het voile bewustzijn her- krijgen. Hij gaf een schreeuw en riep uit: NeenNeenIk wil niet sterven, voordat ik u gezien heb, mijn lief, onschul- dig kind Vreesel'ijk ging de borst van den armen man op en neer; hij streed tegen zijn lij- DE PENSIOENPREMIE VAN DE RIJKSAMBTENAREN. Naar aanleiding van het bericht omtrent het voornemen van de regeering, reeds met 1 November a.s. gebruik te maken van de in de pensioenwet gegeven be voegdheid tot korting van a,5 pet. der wedden tot een maximum van 3000 gld. voor het weduwen- en wezenpensioen en van 3 pet. der voile wedden voor het eigen pensioen, meldt men, dat van een dergelijk voornemen niets bekend is bij de centrale commissie voor het georgam- seerd over'ieg in ambtenarenzaken, aan vvelke commissie dergelijke plannen van de regeering anders steeds om advies wor den gezonden. (N. R. Crt.). DE HUWEL1JKSTOELAGE AAN AMBTENAREN. Men meldt aan de N. R. Crt., dat het in de bedoeling van de regeering ligt, art. 19a van het Bezoldigingsbesluit voor de burgerlijke rijksainbtenaren, dat vast- gesteld werd in net najaar van 1920, in verband met de toen heerschende bij'zon- dere duurte, met ingang van 1 November e.k. in te trekken. Bedoeld artikel had ten doel, aan die ambtenaren, wier wedde min der zou bedragen dan onderscheidenlijk f 1600, f 1540 en f 1480, al naar gelang der standplaats gerangschikt was in de ■eerste, tweede of derde klas, bij huwelijk een verhooging van de wedde te verschaf- fen tot genoemde bedragen. De intrekking van dit artikel moet verband houden met het feit, dat naar het oordeel van de re geering, de bepalingen in dat artikel tot het ongewensdite gevolg leiddeu, dat her- haaldelijk huwelijken worden' gesloten om het minimumloon voor gehuwden te kun- nen krijgen. In verband met art. 40 van het Bezol digingsbesluit zouden reeds in dienst zijn- de ambtenaren echter hun wedde behou- den. Tevens zou de regeering het voornemen hebben met ingang van 1 November art. 1 van het Bezoldigingsbesluit als volgt te veranderen. „Voor elk jaar, dat een ambtenaar, die 18 jaar of ouder, doch beneden den 21- jarigen leeftijd is, worden de aanvangs- wedden met f 100 verminderd". Die ver- mindering bedraagt thans f 50 voor ieder jaar. SALAR1SSEN VAN GEMEENTE- PERSONEEL. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft aan de Ged. Staten der provincien het volgende geschreven Meermalen komen te mijner kennis ge- vallen van onthouding van goedkeuring door colleges van Ged. Sjaten aan ge- meentebegrootingen op grond van naar het oordeel van die colleges te laag uitge- trokken salaris van personeel in gemeente- lijken dienst. Nu algemeen gestreefd wordt naar be- perking van kosten van den openbaren dienst, wil het mij voorkomen, gewenscht te zijn, dat de colleges van Ged. Staten i bij de beslissingen omtrent bedoelde be- j grootingen er van indachtig zijn, dat pres- sie van hooger hand tot opvoering van salaris ware te vermijden of althans tot uiterste gevallen te beperken. Daartoe veroorloof ik mij, voor zooveel I noodig, de medewerking van uw college in I te roepen. j WACHTGELD BIJ DE POSTER! J EN. I In verband met het vrij groot overcom- 1 pleet aan personeel en teneinde zoo wei- j nig mogelijk ambtenaren tegen hun zin j op wachtgeld te stelTen is door den direc- teur-generaal een aanschrijving gericht aan de hoofden van dienst om het personeel 1 te vragen wie voor op wachtjgeldstelling I in aanmerking wil komen. den uit alle macht, maar ten slotte moesi hij het opgeven. Met een harden smak viel hij bewust- loos op zijn bladerbed neer. V. Twintig jaar voor het tijdstip, waarop ons verhaal begint, leefde in de vreedza- me wijk Saint-Louis en l'llle een paartje, voor wie het geluk scheen weggelegd. Het vrouwtje was allerliefst met haar goudblond haar, haar rozenteint en haar groote, blauwe Madonna-oogen. De man, van een buitenlandsch type, was even don- ker als zij blond was. Kind van een Italj- aansche moeder en een Franschen vader, bezat hij een matbruine teint, donkere oogen en haar als ebbenhout, kenteekenen van de kinderen uit het zonneland. Hij was Jules Auclair genaamd en ge- noot hoe jong hij ook was, een goeden naam in de geleende wereld. Hij was een zeer bekend scheikundige en ging door merkwaardige ontdekkingen niet alleen een grooten naam, maar een bijzonder voordeelige financieele toekomst tegemoet Hoewel voor het oogenblik nog niet rijk, kon het echtpaar Auclair heel goed Teven en behoefde het zich niets te ontzeg- gen, wat het dagelijksch leven een beetje veraangenaamt. Het jonge paar leefde innig gelukkig met elkaar, een geluk, dat zoo mogelijk nog grooter werd toen een allerliefst meis je het levenslicht zag in dien kring. Het geluk was te schoon om van langen duur te zijn, zooals men in de buurt al ge- zegd had en die kwaadaardige voorspel- Iing kwam helaas uit. De sche'kundige was een goede man, DE GEDISTILLEERD-PRODUCTIE. Naar de Tel. verneemt heeft de Staajs- commissie ,voor de gedistilleerd-productie in groote trekken een project goedgekeurd, waarin van drooglegging geen sprake is, maar wel een samengaan nagestreefd word van dtfankbestrijders en drankhandelaars, ten einde tot een zeer geleidelijke beper- king van de gedistilleerd-productie te ko men. Dit project zal nader uitgewerkt worden in een rapport met concept-wetsontwerp en concept-memorie van toeiichting, dat aan de regeering.-door genoemde staats- commissie zal worden uitgebracht. EEN VOORDEELIGE ASSURANTIE. In de kleine Noord-Hollandsche gemeen- te Warder bestaat een onderlinge brand- verzekering. Deze verzekering heeft vroe- ger aan de gemeente betaald de aanschaf- tmgskosten van 'n motorbrandspuit en later ook de kosten van een gebouw voor die spuit. Een aantal jaren werd jaarlijks 1000 gld. in de gemeentekas gestort voor on- derhoud van den weg. En nu heeft deze gunstig werkende assurantie tot weder- opzegging aan de gemeente, jaarlijks een bedrag van 1000 gld. toegestaan voor het onderhoud van de branabiuschmiddelen, ongeacht of dit bedrag voor dat onder houd noodig is. VEILIGHEIDSBILJET. Het bestuur van het Veiligheids-Museum besloot een prijsvraag uit te schrijven voor een ontwerp van een oorspronkelijk Nederlandsch veiiigheidsbiljet. Het be stuur beoogt met het uitschrijven van deze prijsvraag meer bekendheid aan het be- staan dezer biljetten te geven en hoopt tevens de verspreiding daarvan in ons land te bevorderen. Het veiiigheidsbiljet is bestemd om in fabrieken of werkplaatsen te worden op- gehangen met het doel werklieden en werkgevers op te wekken tot het nemen van maatregelen ter voorkoming van on- gevallen, in het algemeen, of van een be- paald soort ongevallen, of met het publiek (voetgangers, wielrijders, chauffeurs, wa- genbestuurders, enz.) op te wekken om tot vermfeerdering van de „veiligheid van het verkeer" mede te werken. Eenige instellingen en ondernemingen, overtuigd van het nut dat deze biljetten kunnen stichten, stelden enkele bedragen, aan het Veiligheidsmuseum ter beschikking ten einde de bekroonden een prijs te kun nen toekennen. Deze bedragen werden verdeeld als volgt: le prijs f 150 ben evens een gouden draagpenning, 2e prijs f 125, 3e prijs f 100, 4e prijs f 75. DE OPHEFFING VAN HET DEP. VAN LANDBOUW. Het Kon. Ned. Landbouw Comite heeft naar aanleiding van de voorgenomen op- heffing van het departement van landbouw aan de Koningin een dBres gericht, waar in het schrijft: dat, als gevolg van de steeds groeiende staatszorg reeds in de jaren tusschen 1890 en 1900 de behoefte aan een centralisatie van de regeeringsbemoeii'ngen voor den landbouw werd gevoeld; dat, met betrekking tot het' nauw ver band, dat er bestaat tusschen de staatp- zorg voor landbouw, nijverheid en han- del, de instelling van een ministerie van landbouw, nijverheid en handel, in het jaar 1905 met groote waardeering in land- bouwkringen is begroet; dat een decentralisatie van deze staats zorg, waardoor een doelmatige behartiging van die belangen zal worden geschaad, zeer zou worden belreurd; dat in bijna alle andere landen, ook in die landen, waar de landbouw niet zoo zeer op den voorgrond treedt als in ons maar met weinig weerstandsvermogen. Ter wijl zijn vrouw met de kleine Jeanne eens eenige dagen bij kennissen logeerde, kwam Jules in aanraking met vrienden uit zijn studietijd, van wie niet veel terecht was gekomen. Het was een toevallige ontmoe- ting, maar een ontmoeting, die noodlottige en verstrekkende gevolgen zou hebben. De slechte vrienden namen hem mee, en, voor het eerst sedert zijn studietijd kwam 'Jules beschonken thuis. Den vol- genden avond ging hij weer uit met zijn verleiders en dat duurde zoo de heele welk dat mevrouw Auclair uit logeeren was. Toen zijn vrouw teruggekeerd was, kon de jonge geleerde het gezelschap van zijn jolige studiegenooten al niet meer missen; hij voelde zich weer levenslpstig als vroe- ger en raakte op het hellend vlak, dat naar den ondergang voert Terwiji Jules honderden voorwendsels zocht om des avonds het gezelschap van zijin kwade vrienden op te zoeken, pijnigde de lieve Yvonne zich de hersens af om een verklaring te rinden voor de onverwachte herhaalde afwezigheid van haar beminden echtgenoot. Toen zij besloot hem op den man af er naar te vragen, kreeg zij tot haar ontzetting een ruw antwoord. lneens was de huwelijkshemel van het gelukkige paar met dreigende wolken be- dekt. Het karakter van Jules wijzigde zich ge- heel onder slechten invloed; aan alle in- blazingen in den geest van „ge moet too- nen dat ge de baas zijt", „ge moet uw tan- den laten zien" enz. leende hij een willig oor, en geen dag ging er meer vcorbij, of hij snauwde het lieve vrouwtje op on- hebbelijke manier af. Ook op het kind ging hij razen, dit deed het niet goed en dat kon het niet; de rekeningen werden te land, de behartiging van de belangen van den landbouw, al dan niet samengevoegd met die van nijverheid en handel, in een afzonderlijk departement is ondergebracht. dat de bedoelde wijziging niet in over- eenstemming is met de beteeknis van den landbouw als voornaamste tak van volkswelvaart; dat de landbouw in de komende jaren de bijzondere aandacht van de regeering zal behoeven, gezien de omstandigheden, waaronder het bedrijf moet worden uit- geoefend, en de vele belangrijke vraagstuk1- ken, welke nog op oplossing wachten en zich zullen voordoen; dat het onderbrengen van de zorg voor de landbouwbeiangen bij een ministerie. dat sedert 1901 de zorg voor den land bouw niet meer onder haar bemoeiingen heeft gehad, afbreuk zou doen aan een doelmatige behartiging van die belangen; redenen, waarom adressant verzoekt, al- vorens aan het in de openingsrede geuite voornemen, uitvoering worde gegeven, de door adressant, daartegen aangevoerde bezwaren w:el in overweging te willen ne men. DE HEFFING DER RIJKS1NKOMSTEN- BELASTING. Volgens het weekblad „Handelsbelan- gen" zouden er plannen bestaan tot hef- iing der Rijksinkomstenbelasting (welke heffing, naar men weet, is vereenigd met die der plaatselijke inkomstenbeiasting) op gedeelteiijk andere wijze dan tot nu toe. Men zou n.l. het systeem in studie heb ben om alle loontrekkenden direct te doen betalen bij het in ontvangst nemen van week- of maandgeld. In de eerste plaats zou de schatkjst daardoor minder „stroppen" hebben en vervolgens zouden de inningskosten zeer beduidend verminderen. Wij vermelden dit bericht waarvan de juistheid ons bij informatie niet werd ontkend doch vestigen er de aandacht op, dat deze aangelegenheid nog slechts een onderwrep van studie uitmaakt, zoodat althans op het oogenblik van eenig voorstel in die richting nog geen sprake is. DE TOESTAND. Het spel spreekt voor den koers van de Britsche politiek in de Levant, dat na- melijk Engeland wel geen bezwaar zou maken tegen de toelating van Sowjet-Rus- iand op de vredesconferentie en dat het zou kunnen komen tot een ontruiming van de twee zones aan weerszijden van den Bos porus met inbegrip van Konstantinopel, vinden wij terug als-raad van Lord Beaver- brook aan de Engelsche regeering in de Dail- Epress, schrijft de N. R. Crt. Men weet, dat Beaverbrook pas uit Stamboel teruggekeerd is. Als courantier jeukten hem de vingers om aan zijn bladen zijne in- zichten over de crisis kenbaar te maken. Maar aanvankelijk zweeg hij, gelijk hij ge- zegd heeft, om de eigen regeering, met wier politiek hij het niet eens was, niet midden in een crisis in de wielen te rijden. Nu de toestand welhaast zijn hoogste spanning bereikt heeft, geeft hij, zonder kritiek op het beleid van de regeering tot dusver toch zijn indrukken over den stand van de kwestie. Belangwekkend is in Beaverbrook's be- toog de meening dat Kemal's aarzelen en uitstellen te verklaren zou zijn uit het feit, dat hij met Sowjet-Rusland overleg houdt. Er bestaat tusschen Angora en Moskou een bijzondere overeenkomst over de vrijheid van de Zeeengten die naar de Zwarte Zee leiden, en indien Kemal de uitnoodiging voor de conferentie met de geallieerden hoog, het eten deugde niet meer. Zoo ging het maar voort. De arme Yvonne deed bijna niets dan weenen, maar verre van een goeden in vloed op Jules te hebben, brachten die tra- nen den man, die meestal beschonken. was den laatsten tijd, tot uiilbarstingen van woede, waarvan zij het slachtoffer weer was. Nog een ander groot verdriec kwam aan het zoo droevig geworden bestaan van Yvonne knagen. De inkomsten begonnen op schrikbarende wijze te verminderen en Jules schreeuwde, dat zijn vrouw en zijn dochter hem door haar kooplust ruineer- den. De dienstbode werd weggezonden en het vrouwtje verrichte zelf alle ruwe werk zonder nochtans te kunnen voldoen in de ocgen van den tiran. De gevolgen bleven niet uit, Yvonne's gezondheid verdween met haar levenslust en levensmoed, de kleur week van haar gieBaat, de oogen begonnen hoi te staan en diepe rimpejs groefden het voorhoofd. Een troost bleef haar en die was haar lief dochtertje, haar Jeanne, die geheel het karakter van de moeder had. Als het lieve kind bij haar was en de armen om moeders hals sloeg, kon Yvonne even haar groot leed vergeten. Jeanne telde twaalf jaar toen de crisis het toppunt al bijna had bereikt. De moe der was langzamerhand voor het leed ver- hard geworden. De liefde voor Jules was dood in haar; haar hart was als gepant- serd en het kon haar al weinig meer sche- len of haar man 's avonds uitging en mid den in den nacht beschonken thuiskwam. Het eenige wat ze voor den verdierlijkten kere! kon gevoelen was verachting, ge- paard nog met medelijden. had aangenomen zonder eerst Moskou erin te kennen, zou hij ten slotte zich weleens in een geisoleerde positie hebben kunnen bevinden in het Oosten en het Westen Nen mag stellig verwachten dat Kemal de toe lating van -Rusland tot de conferentie zal verlangen, en, zoo verklaart Beaverbrook, het lijkt ,,dienstig, billijk en verstandig" om aan dit verzoek te voldoen. De noodzakelijkheid tot ontruiming van de geallieerde stelling aan den Bosporus wordt aldus toegelicht: De Britsche troe- pen te Ismid zijn weinig talrijk en de linies op het schiereiland die van daar naar Sk - tari en den Bosporus leiden, zijn lang. De militaire overheid zou ze ongetwijfeld terug- trekken. In elk geval dient Konstantinopel op dit oogenblik niet bezet gehouden te worden door een Britsch garnizoen. Het is een ontzaglijke stad, hoofdzakeliik bewiond door de vrienden van Kemal; dezen worden nu in het openbaar aangeworven voor een opstand. Als men in de stad orde w'd hou den en haar voor verwoesting wil behoe- den, zouden de vereenigde garnizoenen van de geallieerden aan de Zeeengten daar noodig voor zijn en Kemal de vrije hand krijgen om elders te doen wat hii verkoos. „Daarom is het zeker, dat de Britsche troe- pen de hoofdstad zullen ontruimen en op het schiereiland van Gallipoli een nieuwe strijdmacht samentrekken, die het noorde- lijke strand van de zee van Marmara bij den ingang bezet zal houden zooals het garnizoen van- Tsjanak het zuidelijke strand." De Turken mogen over Konstan tinopel Thracie binnenrukken en het op den Balkan zien te klaren. Engeland zal dan de zeeengten open en Konstantinopel nog altijd onder de bedreiging van zijn scheepskanonngn houden. Frankrijk en Italie zullen in geen geval vechten. Dwin- gen de Kemalisten Engeland tegen zijn zin en ondanks de edelmoedige voorwaarden, die het den Turken heeft aangeboden, tot een conflict, dan moeten de stemmen, die willen dat Engeland de politiek van Frank rijk en Italie volgt en zich terugtrekt, tot zwijgen komen ,,zoolang de strijd duurt, op- dat de vereenigde pogingen van de natie een spoedigen en aannemelijken vrede te- weeg brengen". Aldus Lord Beaverbrook. Men ziet hier- uit opnieuw hoe gemakkelijk, een heele natie, ook tegen haren zin, naar een con flict toedrijft, zoodra een regeering haar eenmaal aan een bepaalde politiek gebon- den heeft. Voor Lord Beaverbrook. die tegenstander is geweest van het beleid van de regeering tegenover de Turken, is de leus nu blijkbaar geworden: Right or wrong, my country. De dreigende officieuze uitlatingen uit Londen, die Reuter voor ons ochtendblad heeft overgeseind, gelezen in verband met wat de correspondent van de Daily Mail meldt als het antwoord van Kemal Moestafa pasja op het tweede verzoek om weg te trekken van generaal Harington, geven geen steun aan de hoop, dat de kanonnen toch niet van zelf zullen afgaan gesteld na- tuurlijk, dat de dreigende toon van Londen echt is. De militaire toestand in de zone van Tsjanak is, volgens de Engelsche des- kundigen, onmogelijk geworden. De Tur ken staan voor het prikkeldraad en kunnen vrijelijk de Engelsche stelling verkennen. In de andere Aziatische zone van Ismid liggen zij om de stad heen. Hun houding is een „onmiddellijke uitdaging van het Britsche rijk". Daarom is den Britschen militairen autoriteiten de verzekering ge geven, dat zij volledig gesteund zullen wor den in hun eisch, dat de Kemalisten uit de zone van Tsjanak terugtrekken. In Tsja nak staat de zaak aldus: Het aanvankelijk kleine Britsche garnizoen te Tsjanak heeft een sterke stelling gemaakt van die plaats en haar onmiddellijken omtrek. Niet bezet waren totnogtoe de hoogten ten Zuiden van Wat Jules Auclair betreft, hij was on'ner- kenbaar geworden. Zijn laborator.ua. bleef gesloten, hij werkte niet meer en heel zijn u-terlijk droeg het stempel van aen weg, dien hij bewandelde, dien des ver- derfs. Het koket gemeubeld huisje van het vroeger zoo gelukkige paar, was allang geplunderd om aan de speel- en drank- zucht van Jules te voldoen. Alles wat maar eenigee waarde had, was langzamer hand naar den lombard gebracht or ver- kocht. Yvonne dacht niet meer te kunnen lij- den, toen de zware hand van het ongeiuk nog zwaarder haar trof. Op een avond, toen zij als naar ge- woonte met haar dochter alleen thuis was, werd er onverwachts heftig tegen de deur gebonsd en riep een harde stem: Open, in naam der wet. Hevig ontsteld, schoof zij den grendel van de deur en een oogenblik later ston- den twee politie-mannen in de kamer. Het was alsof de bliksem voor haar voeten was Lngeslagen. lneens was het haar duidelijk, dat haar man niet alleen een dronkaard en een speler was, maar dat hij ook misdadiger was geworden. Auclair had zich schuldig gemaakt aan valschheid in geschrifte, hij had de dand- teekening van een rijken fabrikant nagc- bootst en er misbruik van gemaakt. Voor dat hij echter het geld kon innen en naar het buitenland kon vluchten, was hij aan- gehouden. (Wordt vervolgd). J* 12) -wnaBB»'i Jeanne de kantwerkster.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1