Loting Nationale Militie. Laatste Berichten. DIEREN-MISHANDELING. E-en hondenkoopman uit de Zaanstreek kocht een hond op de Purmerendermarkt. Hij reed huiswaarts op den wagen van den boer uit Wonmer. De hond werd met een touw aan het rijtuig bevestigd, maar de nieuwe baas viel op den wagen in slaap. De gang was te snel voor het arme dier het viel en werd aan het touw langs den weg meegesleurd. Eenige bewoners hadden dit droeve sohouwspel gadegeslagen, en zij deden den wagen stillhouden. Het was echter te laat; het touw werd losgemaakt ende doode« hond in de sloot gegooid! VERDRONKEN. Dinsdaigmiddag omstreeks drie uur is een vrachtwagen, geladen met oud koperdraad en andere goederen, komende van de Prins Hendri'kkade te Amsterdam bij het naar beneden rijden op het 's Gravenhekje te water gereden. De bestuurder, de 37iarige koopman j. Franschman, uit de Valkenbur- gerstraat, en een jongen, die eveneens op den wagen zat, geraakten te water en zijn verdronken. Om half vier geluktc het de politie den man uit het water op te halen, doch de levensgeesten waren reeds gewe- ken. Naar het lijk van den jongen werd nog steeds gedregd. Wagen en paard zijn met behulp van Sincks't toestel op het droge gehaald. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. ATHENE. Koning Constantijn is afge- treden ten behoeve van den Kroonprins. INGEZONDEjN. stukken. ijBuiien verantwoordelijkheid der Redactie.; LNGEZONDEN MEDEDEELLNGKN. A. C. LENSEN's STOOMVAARTMAAT- SCHAPPIJ—TER NEUZEN. s.s. ARY vertrok 22 dezer van Boston (Mass.) naar Montreal, s.s. HELENA in lossing te Velsen. s.s. CORNELIS in lading te Uleaborg voor Ter Neuzen. s.s. TERNEUZEN vertrok 24 dezer van Uleaborg naar Ter Neuzen. s.s. MAGDALENA in lossing te Ter Neuzen. s.s. ELISABETH in lading te Newcastle on Tyne voor Konigsberg. Vergadering van Donderdag 21 September 1922, des voormkldags 10 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge meester. Tegenwoordig de leden: L. J. Geelhoedt, L. T. van Hasselt, J. J. de Jager, D. Scheele, .R. G. E. Nolson, G. de Ridder, H. J. Colsen, N. A. Hamelink, L. J. van Driel en A. J. Harte, later ook de heer F. B. G. de Meijer. Afwezig de heeren H. J. van den Ouden en P van Cadsand. (2. Vervolg). INSTRUCTIE voor de ambtenaren die met de herkeuring belast zijn. Artikel 1. De ambtenaren die met de herkeuring belast zijn worden benoemd op de wijze als in de verordening op den keuringsdienst van vee en vleesch is aangegeven. Artikel 2. Zij kunnen door burgemeester en wethou ders worden geschorst en ontslagen om rede- nen ter beoordeeling van genoemd college. Artikel 3. De ambtenaar die in dienst der gemeente is ontvangt voor het verrichten der herkeu- ringen geen bezoldiging. Artikel 4. Zij verrichten de herkeuring zoo spoedig mogelijk, doch in ieder geval binnen 24 uur, nadat hen de opdracht of het verzoek om her keuring is gedaan; zij brengen hunne beslis- gim>- schriftelijk, binnen 2 uren, nadat de her keuring heeft plaats gehad, ter kennis van den burgemeester. Indien bijzondere omstandig- heden dit wenschelijk maken kunnen, met goedkeuring van burgemeester en wethouders de in het eerste lid genoemde termijnen met 12 uren worden verlengd. Artikel 5. Doen zich bij de herkeuring onregelmatig- heden voor, dan geven zij daarvan zoo spoedig mogelijk kennis aan den burgemeester. Vanwege den Zeeuwsoh-Vlaamschen Sla- gersbond. afd. Ter Neuzen, is een schrijven ingekomen, waarin wordt verzocht, in de voor- stellen de voigende wijziging aan te brengen: Artikel 4. Bijvoegen: a. „Vee dat uit nood geslacht moet worden en zich nog in leven bevindt, moet voor de slachting gekeurd worden". b. „De keuringsveearts behoudt zich het recht voor, vee van door hem aan te duiden slagers levend te keuren. Overigens wordt alleen na de slachting gekeurd". Artikel 5. Tweede alinea wijzigen: ,,Van in nood geslachte dieren geschiedt de keuring ter plaatse waar het dier zich bevindt". Artikel 6, tweede alinea schrappen. Artikel 10, eerste alinea, te lezen in plaats van „naar het gebouw van noodslachtingen" naar door den burgemeester aan te wijzen plaatsen, om aldaar te worden verkocht". Artikel 11, schrappen. Artikel 13, te lezen in plaats van ,,48 uren" „24 uren". Artikel 27, vervallen. Navolgende artikels inlasschen. „Alle slachtdieren moeten voor het dooden met een schietmasker of pen bedwelmd worden". 2. „Het is verboden vleesch te verkoopen in slachtplaatsen' 3. ,,Het is verboden vleesch van in nood geslachte dieren in deze gemeente in te voeren". Voorstel tot wijziging in de instructie be- treffende de herkeuring. Artikel 4. In plaats van „binnen 24 uur", lezen binnen 12 uur". Burgemeester en wethouders geven naar aanlaiding van het verzoek der Slagersver- eeniging het voigende te kennen: In verband met de ingekomen voorstellen tot wijziging in de concept-verordening en instructie voor den keuringsdienst voor vee en vleesch, deelen wij uwen raad, na gepleegd overleg met den keuringsveearts, het voi gende mede: De voorgestelde bijvoeging in artikel 4 der ontwerp-verordening heeft geen zin, daar de kwestie van keuring der slachtdieren, al of niet in nood gedood wordt geregeld in artikel 4 der Vleeschkeuringswet en verdere regeling dus valt buiten de bevoegdheid van den gemeenteraad. Met de voorgestelde wijziging van artikel 5, .2de lid, kunnen wij ons niet vereenigen, daar het voor de keuring gewenscht is, dat ;n de gemeente een bepaald gebouw als daar bedoeld aanwezig is. Voorgesteld wordt daar- om dit artikel ongewijzigd te laten. De schrapping van artikel 6, tweede alinea, komt ons absoluut ongewenscht voor, daar de keurmeester dan nooit over vrijen tijd kan besckikken en ten alien tijde gebonden is. Artikel 7, lste lid, te iezen in plaats van tie woorden ,,ter plaatse waar het vleesch verkocht zal worden" ,,ter plaatse en op de uren door burgemeester en wethouders aan te wijzen". Het komt ons niet gewenscht voor artikel 10, eerste lid te wijzigen, omdat een bepaald gebouw moet aangegeven zijnwil de keu ring niet te veel moeilijkheden medebrengen. Artikel 11 kan o.i. niet worden geschrapt omdat daarmede alle controle op de keuring an de daar bedoelde dieren zou vervallen. Voorgesteld wordt eveneens artikel 13 on gewijzigd te laten, met het oog op het bac- teriologisch^en microscopisch onderzoek. Artikel 2/ kan niet worden geschrapt, om dat dan nooit zou kunnen worden gecontro- leeiil of artikel 9 der Vleeschkeuringswet wordt nageleefd. Inlassching van een nieuw artikel zooals onder 1 wordt voorgesteld, betreffende be- dwelmmg, dient niet te geschieden omdat het Koninklijk besluit van 5 Juni V, no- 285, regelt „de wijzen waarop slachtdieren mogen worden geslacht". De toevoeging bedoeld onder 2 van het voorstel kan niet bij plaatselijke verordening worden geregeld, omdat dienaangaande de noodige bepaLingen zijn gesteld in de artt. 2j en 4a van het Koninklijk besluit van 6 Juni 1921, Stbl. no. 754. Door een bepaling op te nemen als bedoeld onder 3 zou in strijd worden gehandeld met de bepaling van de artikelen 8 en 9 der Vleeschkeuringswet. In artikel 4 der instructie van de ambte naren die met de herkeuring belast zijn te lezen in plaats van „24 uur" -„12 uur". Daar niemand gebruik wenscht te maken van het houden van algemeene beschouwingen, wordt over gegaan tot artikel sgewjjze behan- deling van: a. De vleeschkeuringsverordening. De heer COLSEN wijst er bij art. 3 op, dat burgemeester en wethouders daarin verwijzen naar art. 3 van het Koninklijk besluit, betref fende de behandeling van uit nood geslachte dieren. Een gevolg van de thans voorgestelde rege ling is, dat uit nood geslacht vee, met inge- wanden en al moet vervoerd worden naar het slaehthuis te Ter Neuzen. Spreker acht dit een groot bezwaar Indien er in het Vogelsohor een stuk vee uit nood geslacht moet worden, als er b.v. een koe die op de klavers geloopen heeft burr I, en het beest moet met ingewanden en al vervoerd worden naar Ter Neuzen, kan men het beter regelrecht den put in steken, want daar zal het vleesch zeer van te lijden hebben. De VOORZITTER merkt op, dat, indien een dier uit nood moet geslacht worden en het is nog niet dood als de keurmeester er bij komt, het kan geslacht worden ter plaatse waar het zich bevindt. Dieren die echter reeds dood zijn als ze gekeurd moeten worden, moeten naar het daarvoor bestemde slaehthuis vervoerd worden. De wetgever heeft daarmede de ge- legenheid willen openen, om fraude te ach- terhalen. Het doode vee moet dus daarheen vervoerd worden. De heer COLSEN acht dit onuitvoerbaar; als men met zoo'n dood beest een uur of drie vier moet gaan rijden kan men het beter maar reehtstreeks in den put steken. De landbou- wers, die in vele gevallen zoo'n beest voor zichzelf houden, worden daardoor ten zeerste benadeeld. Als ze er mee naar Ter Neuzen moeten komen, gaat het vleesch kapot en kun nen ze er dus niets meer mee doen. Beter is het daarom het maar dadelijk in den put te steken, dan hebben ze althans de moeite van het vervoer niet. De VOORZITTER meent, dat dit bezwaar voor een groot deel opgeheven wordt, als vrij stelling wordt verleend van de keuring voor huissiachtingen. Dan hebben de landbouwers er geen hinder van, dan blijft de keuring allec.. voor rundvee bestaan. Indien er een stuk rundvee wegens klaver- ziekte moet geslacht worden of dood gaat, is er naar de meening van spreker geen bezwaar het naar hier te vervoeren, op dien korten tijd zal het vleesch niet bederven. Het voorstel der slagers waarbij den keurmeester vrijheid verleend wordt, om te bepalen, dat alleen vee van bepaald aangewezen slagers levend zou worden gekeurd, kan niet overgenomen wor den, aangezien dit is in strijd met art. 4 der Wet. De heer COLSEN betoogt, dat het ondoenlijk zal blijken, het te slachten vee ook eerst levend te keuren. Dan krijgt dt keurmeester het zoo druk, dat men hem wel met 5000 in plaats van J 1500 zal moeten salarieeren. De VOORZITTER merkt op, dat er niet bij staat hoe het gebeuren moet, maar wel, dat het gebeuren moet. In de praktijk zal wel blij ken hoe net gaat. Er kan echter geen be paling in de verordening worden opgenomen die in strijd is met de wet. De heer COLSEN betoogt, dat de veearts dan veel te veel heen en weer zal moeten loo- pen. Wat bezwaar is er tegen, dat hij alleen bij niet-vertrouwde slagers alleen levend keurt. De VOORZITTER meent, dat, indien men het aantal per jaar geslachte dieren nagaat en deze berekend per dag, het aantal wel niet zoo groot is. Alleen in het najaar zou het eens wat drukker Aunfien worden. Overigens, in dien mocht blijken, dat het niet gaat, zal over- leg gepleegd moeten worden, maar er moet tweemaal gekeurd worden. De heer HAMELINK merkt op, dat door de vr\jstelling van huissiachtingen het bezwaar van den heer Colsen niet ondervangen wordt, want die heeft voor die noodslachtingen juist het oog op rundvee, dat uit nood moet ge slacht worden en dat de landbouwers dan voor zichzelf houden. Hij vraagt, of er werkelijk technische bezwaren zijn, om aian het bezwaar van den heer Colsen tegemoet te komen. De VOORZITTER meent, dat in 90 van de 100 gevallen het uit nood geslacht vee, niet zal lijden van het vervoer van uit den Visart of welken polder ook naar Ter Neuzen. Het wordt ter plaatse geslacht, van de ingewanden ont- daan en met het vel nog aan den rug vast naar hier vervoerd, voor de keuring. In de praktijk zal wel aan mogelijke bezwaren worden tege moet gekomen en als nu blijkt, dat een rund vee niet goed is om voor de consumptie ver kocht te worden, dan is het ook slecht voor den eigenaar om er van te nuttigen. De heer HAMELINK is het daarmede eens, maar meent, dat, als een eigenaar vooraf te kennen geeft, dat hij het stuk vee zelf wil houden. er wellicht toch wel een maatregel zou te treffen zijn, om dat vervoer overbodig te maken. De VOORZITTER zou tegen zoo'n maat regel bezwaar hebben, want ,ydan hielden ze het voortaan allemaal zelf" en had men geen controle meer. Hij gelooft echter, dat zich niet veel geval len zullen voordoen, dat een beest niet vooraf levend gekeurd kan worden. Men moet niet uit het oog verliezen, dat de keurmeester tevens veearts is en als zoodanig met de etallen der landbouwers op de hoogte. Als deze een dier behandeld, waarvan hij kan vermoeden, dat het niet genezen zal en noodslachting gewenscht wordt, zal hij den landbouwers wel tijdig waarschuwen. Dan wordt het dier ter plaatse geslacht en het vleesch ook aldaar afgehakt. Omdat het vooraf gekeurd is, behoeft men er dan niet mee naar hier te komen. Spreker merkt op, dat, indien, zooals ge- deputeerde staten aanvankelijk bedoelden, de 5 gemeenten bijeen waren gevoegd, zou het mogelfjk geweest zijn om een vrachtauto aan te schaffen, waarmede uit nood geslachte die ren op korten tijd van elk punt van het ge- bied naar het slaehthuis waren te brengen en het vleesch weer terug te voeren naar den eigenaar. Maar voor deze gemeente alleen, zouden die kosten wat hoog loopen. De heer COLSEN acht het een nadeel voor de slagers van Ter Neuzen, dat de kom wordt aangewezen om al die dieren heen te brengen. Die worden dan, voor zoover de eigenaars de dieren zelf niet wensohen te houden, hier uit- verkocht, ten nadeele van de slagers, terwijl er in Sluiskil zulke beesten niet meer komen, ten nadeele der mindere menschen, die er niet van kunnen profiteeren, hetgeen anders wel eens voorkomt. De heer COLSEN geeft op grond zijner ken nis van de praktijk te kennen, dat de uit nood geslachte dieren, die gedurende de 5 "of 6 zo- mermaanden op de door den voorzitter aange geven wijze moeten vervoerd worden, daarvan zooveel zullen lijden, dat het vleesch. ongeschikt wordt voor consumptie, en in den put gestoken zal moeten worden. Zelfs volkomen gezond vleesch lijdt onder zoo'n vervoer. Dp VOORZITTER merkt op, dat het in de zomermaanden niet voorkomt, dat koeien aan de klaverziekte doodgaan en overigens gelooft hij niet, dat het een keer of vijf per jaar voor komt, hetgeen spreker bekend is uit de aan- giften bij de kommiezen. De heer COLSEN: Dan geven ze het niet allemaal op, het komt meer voor dan men denkt. De VOORZITTER: Dan gaat het missGiien naar Boschkapelle of de Rondeputten! De heer SCHEELE is het er mede eens, dat de verordening te veel op bureaucratische leest is geschoeid. Hij vraagt, of het niet zoo kan gevonden worden, dat het vleesch ter plaatse gekeurd wordt en dat het eerst na goedkeuring naar Ter Neuzen mag worden vervoerd voor den verkoop Als het een uur of drie op een kar in de zon ligt te braden, zal dit het vlees&h zeker sehade doen. Beter ware het toch, dat het bij den boer, op een ruime, luchtige dorschvloer kon worden opge- hangen en afgehakt, ten behoeve der menschen die het koopen willen. De VOORZITTER geeft te kennen, dat bur gemeester en wethouders erkennen, dat er be- palingen zijn, die in de praktijk moeilijkheden zullen veroorzaken. Men moet echter van deze nieuwe zaak praktijk krijgen. Men moet ook niet uit het oog verliezen, dat men thans een verordening maakt, in bet belang van de volks- gezondheid, en dat, al kon de raad dit doen, met niet te veel mazen mag laten, ter voor- koming van misbruik. Daar de keurmeester hier tevens veearts is, verwacht spreker in de praktijk weinig moeilijkheden, daar de keur meester volledig op de hoogte is van den gang van zaken. De heer COLSEN oppei't omtrent art. 12 bezwaar, dat de veearts 24 uren na de aan- gifte kan waohten met keuren. Dat is ook on uitvoerbaar, voor hem en andere slachters van Sluiskil. Het gebeurt, dat er een boot komt en dat men binnen 12 uren een bepaalde hoe- veelheid vleesch noodig heeft en daarvoor slachten moet. Eerst moet men aangifte doen bij de ambtenaren, die ook al 48 uur kunnen wachten, dan nog 24.uur op den veearts. Voor de kommiezen is de inspecteur veel ter wille geweest, door het stationneeren van een kom- mies te Sluiskil, maar dan moet men nu weer wachten om te slachten op den veearts. De veearts is het in deze met de slagers eens en de praktijk zal ook het onmogelijke aantoonen. De VOORZITTER wijst er op, dat het hier niet gaat over een meening van deze of gene, doch over het vaststellen eener verordening op grond van de Vleeschkeuringswet, die men een- voudig moet uitvoeren zooals die op het oogen- blik is. De heer COLSEN meent, dat, als de wet den raad dwingt om deze verordening onge wijzigd aan te nemen, het dan ook niet noo dig is die te bespreken. De VOORZITTER erkent, dat hetgeen de raad thans doet, feitelijk trechter werk is. Er is voorgeschreven hoe de verordening moet ge- maakt worden. Artikel 5 wordt aangenomen, doch de heer COLSEN verzoekt aanteekening, dat hij wil beschouwd worden als te hebben tegen gest^md. (Wordt vervolgd). TER NEUZEN. De loting voor de Nationale Militie voor deze gemeente had den volgenden uitslag: (Het cijfer voor den naam geeft het getrokken nummer aan). 1 de Maree Marinus Jacobus. 2 Geelhoedt Cornelis. 3 Meeuwsen Cornelis. 4 Huijssen Johannes. 5 Molegraaf Johannes Jacobus. 6 Machielsen David. 7 de Block Johannes Plranciscus. 8 Neels Johannes Jacobus. 9 Plansoen Pieter Johan. 10 Seegers Dominicus Johannes. 11 Romeijn Pieter Willem. 12 Hamelink Jan. 13 de Putter Louis Anthonie. 14 de Jonge Hendrik. 15 de Vos Jacobus Jan. 16 van de Winckel Leendert. 17 de Doelder Machiel. 18 Jonkman Jan Pieter. 19 Koevoets Frans Johannes. 20 d'Hont Petrus Adrianus. 21 Peters Anthcmie Maarten Adriaan. 22 Verras Alphonsus Seraphinus. 23 Riemens Willem Jacobus. 24 de Zeeuw Jan. 25 Oostdijk Jan Jacobus. 26 Notte Florimondus Petrus. 27 Ribbens Leendert Cornelis. 28 Dieleman Andries Francois. 29 de Visser FranQois. 30 van de Ree Johannes Adriaan. 31 van Gaalen Pieter Johannes Joost Cor. 32 Asselman Judocus. 33 Huizinga Jan. 34 Dielemap Jacobus Jan. 35 Bliek Joos Abraham. 36 Gazan Isaac Pieter. 37 van Maelsaeke Adriaan Johannes. 38 Oppeneer Cornelis Jan Egbert. 39 de Vrieze Herman Cornelis. 40 Laurens Pieter. 41 Wolfert Hendrik Pieter. 42 Harte Jacob. 43 de Blaeij Jacobus. 44 de Bree Simon Cornelis. 45 Kolijn Frans. 46 van Hoeve Petrus. 47 van Aalst Jacobus. 48 Riemens Jan Antonie. 49 Dees Cornelis. 50 de Doelder Pieter Cornelis. 51 de Smidt Cornelis. 52 de Fouw Louis Cornells. 53 de Waele Anthonius Johannes. 54 van Dixhoom Petrus. 55 Kaan Jacobus Francois. 56 Meertens Jacobus Pieter. 57 Wolfert Gilles. 58 van Overbeeke Francois Cornelis. 59 Verhelst Martinus. 60 van den Bos Bemardus Joh. Emanuel. 61 de Ruijter Cornelis Frederik. 62 Hamelink Krijn Cornelis. 63 de Witte Pieter Jan. 64 Tollenaar Willem. 65 ten Hoeven Marinus Johannes. 66 St.andaert Albert Marie. 67 de Bruijne Jacobus. 68 van Drongelen Jan Andries. 69 van Minnen Jan Jacobus Levinus. 70 Jansen Daniel. 71 Notte Alouis Honore. 72 Vermeulen Cornelis Pieter. 73 ICielman Constantinus Pieter. 74 van de Wege Johannes. 75 Adriaansen Mels. 76 Elzinga Sijtze Reinder Abraham. 77 Dooms Johannes Cornelis. 78 Hubregtse Abraham Marinus. 79 van den Ende Jacobus Adriaan. 80 Faas Arie. 81 Leunis Jacobus Hermanus. 82 van der Peijl Johanes Cornelis. 83 Staal Maurice Bernard Marie. 84 van Cadsand Levinus. 85 Kouwijzer Gijsbregt Marinus: 86 Hamelink Pieter. 87 Geensen Willem Anthonie. 88 Leenhouts Anthonie. Aan de nummers 4, 6, 11, 21, 24 27, 28, 33, 34, 40. 43, 45, 50, 53, 58. 61, 65, 67, 7l! 79, 83, 84, 85. 86, is vrijstelling verleend wegens broederdienst. NIET ZEER VOORZICHTIG. Mijnheer de Redacteur, Het zij mij vergund, naar aanleiding van het in L'w blad voorkomende verslag der ver- gadering van de Kamer van Koophandel te Ter Neuzen, een paar kantteekeningen te maken bij het verhandelde van punt 38 der agenda „de werkloosheid te Ter Neuzen". Het bestuur der Kamer verdient een woord van hulde voor het uitnemend advies, dat de leden ter kennisname werd toegezonden. Evenwel bleek, dat alle leden zich niet met genoemd bestuursvoorstel hebben kunnen ver eenigen. Nu is de kwestie werkloosheid en de voor- ziening daarvan, voor Z.-Vlaanderen een zeer moeilijke kwestie; immers men heeft hier voortdurend te worstelen met invasie van Bel- gische werkkrachten. Ter verduidelijking moge onderstaande dienen: In de verleden jaar op 3 Juni onder voor- zitterschap van Z. E. den Minister van Ar- beid, in een in het gebouw van dat Ministerie gehouden conferentie met vertegenwoordigers van werkgevers-en-nemers betreffende het fa- voriseeren van Belgische tegenover Neder- landsche werklieden aan hunne fabrieken; zegde de voorzitter van de Coop. Suikerfabriek (ik citeer uit ,,de N. R. Transport-Arbeider",) en deze week werd het mij door een der re- ferendarissen aan gemeld ministerie bevestigd, o.m. het voigende: ,,dat indien er werkelijk Hollandsche werk- „lieden zijn, die gebruikt kunnen worden, zij „zich slechts tot hem of zijn vertegenwoor- „digers hebben te wenden". In de vergadering van de K. v. K. op 26 Aug. 1.1. zegt de directeur dierzelfde fabriek: „het een ramp te achten (gelukkig is het dat ,,enkel voor Sas van Gent), wanneer de Bel- „gische werklieden werden geweerd, en de in- „dustrie alleen met Nederlandsche arbeiders „moest werken.' Ik zou hier willen vragen of de werkzaam- heden buiten de fabriek, b.v. bieten lossen, pulpladen, afvangen, suiker opzakken, kolen aanvoer, aanvoer van kalksteen, enz. enz. en b.v. aan schuim en pulppers, door uitsluitend geschoolde arbeiders, en of dat werk niet evengoed door Nederlandsche arbeiders zou kunnen geschieden, dan door buitenlandsche arbeiders Het verdient evenwel de aandacht, dat de voorzitter der Coop, fabriek de toezegging doet, voor het aannemen van Hollandsche ar beiders te zorgen, terwijl de directeur dier zelfde fabriok een tegenovergesteld stand- punt inneemt De directie der Association Coop. Zelandaise te Sluiskil, denkt daar gelukkig geheel anders over, wat uit het voigende kan blijken. Toen ondergeteekende vernam, dat de cokes- ovens weder aan het werk zouden gaan, stelde hij zich direct in verbinding met de directie van de A. C. Z. te Sluiskil. Ik gaf een beeld (evenals ik dat aan di- recties van de andere fabrieken heb gedaan), van de werkloosheid in onze omgeving en de financieele, en niet minder moreele inzinking welke die werkloosheid tengevolge moet hebben. Ik verzocht plaatsing voor de Nederlandsche arbeiders, voor dat de Belgische arbeiders werden aangenomen. De directeur voelde waar het om ging. Hij beloofde mij voor zoov.er mogelijk, arbeiders uit de omgeving te nemen. Hoogstens een 12 a 15 zouden Belgische vakarbeiders zijn. De directie van gemelde fabriek heeft niet alleen haar woord gehouden, maar zij heeft meer gedaan. Men oordeele slechts: In het geheel werkten op 13 September 1.1. aan haar fabriek 348 arbeiders; waarvan 32, zegge twee en dertig buitenlandsche. Dus precies 10 Te weten: Ter Neuzen 43, Ter Neuzen (Sluiskil) 117, Axel 75, Westdorpe 21, Zuid- dorpe 15, Sas van Gent 13, Zaamslag'7, Hoek 6, Philippine 5, Hulst 4, Stoppeldijk 3, Hon- tenisse 3, Koewacht 2, Boschkapelle en Mid- delburg 2, totaal 316. De overige 32 zijn ar beiders uit Belgie. Mijnheer de Redacteur, ik neem tevens de gelegenheid te baat om de directie van de A. C. Z. en ik meen de tolk van velen te zijn, behalve dan van hen die bij eene andere re geling interesse hebben, te bedanken voor hare medewerking, waardoor de burgerij op beduidende wijze financieel wordt ontlast, terwijl ook de moreele voldoening niet minder groot is. Nu kan ik mij moeilijk voorstellen, dat wat mogelijk is aan de cokesfabriek, dit ook niet kan geschieden aan de Coop, suikerfabriek. Het wil er dus bij mij nog niet in, als zouden slechts de Belgische arbeiders bruikbaar zijn. De argumentatie in de vergadering scheen mij daarom niet zeer voorzichtig. Trouwens die iets meer weet is het bekend, dat er geheel andere motieven zijn, waarom in den regel bij de Coop, suikerfabriek veel Belgische arbeiders worden in het werk ge steld. En dat zou niet mogelijk zijn wanneer er te Sas van Gent een serieuse, en geen imitatie-arbeidsbeurs was. Ondergeteekende wenscht niets anders te doen dan de voorschriften van den Minister te handhaven, welke willen, dat slechts in het uitprste geval vreemde arbeiders mogen wor den toegelaten. Dat is het financieel belang van Rijk en Gemeenten en in het welbegrepen belang van de arbeiders in Zeeuwsch-Vlaanderen. Jammer, dat de heeren Risseeuw en Van 't Hoff zich zoo vlug in hunne stelling terug- trokken. Als ze geweten hadden wat ik hier- boven omschreef, hadden zij hun standpunt zeer goed kunnen verdedigen en had het voor stel, zooals dat gedocumenteerd was, dan niet behoeven te worden gewijzigd. Vast niet! Ter Neuzen, 16 September 1922. De Directeur der Distr.-Arbeidsbeurs, te Ter Neuzen, J. F. DE COOKER. P.S. Werkgevers en Fabrieksdirecteuren zoekt voortdurend tot samenwerking te komen met de Arbeidsbemiddeling, dan worden vele ergemissen over de Werk loosheid weggenomen. Geachte Redactie! Vergun ons eenige opmerkingen te maken naar aanleiding van het laatste door den heer Wiechmann aan verschillende bladen inge- zonden stuk. Wij hopen, dat de heer Wiechmann nu ein- deljjk goed lezen en den inhoud begrijpen zal. Wij zullen de laahsten zijn, die de waar- den, door het Duitscne Rijksinstituut vastge- steld in twijfel trekken. Alleen, mijnheer de Redacteur, brengen wij die waarden onder het licht der practijk. In ons stuk zeiden wij, dat de door het Rijksinstituut vastgestelde waar den tot stand komen in een laboratorium Een gezonden eetlust verwekken Foster's Maagpillen, welke zorg dragen voor beihoorlijke vloeiing der gal en af- voer der opgehoopte stoffen. Prijs 0.65 per flacon, alom verkrijgbaar. waar alle toestellen in prima orde zijn en het licht niet langer brandt dan de proef duurt. Dat wij met de practijk sterk schermen ge beurt, omdat wij van een begoocheling met cijfers niet houden en liever de werkelijkheid voor oogen houden. Er zijn te veel factoren, die niet direct onder cijfers te brengen, maar in het voordeel van het gebruik van electrici- teit zijn, waardoor de totale kosten vermin- deren. Verder zouden wij den heer Wiechmann in overweging willen geven zich eens beter op de hoogte te stellen van hetgeen zijn concur- renten vermogen, want dan zou hij voor het verbruik van een halfwattlamp geen 0,7 Watt per kaars nemen. Ten opzichte van de kostenberekening voor een werkmansgezin willen wij alleen nog dit opmerken, dat de heer Wiechmann vergeet in rekening te brengen hoe dikwijls en hoe lang men vportsukkelt met gebroken kousjes al- vorens tot vemieuwing over te gaan. Dan zal toch zeker niet de voile lichtsterkte verkregen worden, zoodat de 100.000 uurkaarsen wel wat verminderd zullen moeten worden om theoretisch juist te zijn, want op de theorie stevent de heer Wiechmann steeds aan. Ook komen wij nog eens terug op de lichtsterkten voor de gasverliohting. De heer Wiechmann blijft in gebreke om aan te toonen, dat voor het gaslicht dezelfde varia- tie in lichtsterkte mogelijk is als bij de elec- trische verlichting. Welke lichtsterkten voor verlichting met gas liggen tusschen de gren- zen, die door den heer Wiechmann opgegeven zijn? Fersgaslicht moet buiten beschouwing blyven daar dit bij .normale gasdistributie niet voorkomt; evenals het vlambooglicht bij de electrische verlichting, dat voor huis- en straatverlichting reeds lang niet meer toege- past wordt. Mijnheer de Redacteur, het knaleffect, waarmede de heer Wiechmann zich van deze zaak tracht af te maken, n.l. „Verdere com- mentaren zijn hier overbodig" bewijst o.i. niets anders dan dat hij verlegen is met onze vraag naar de adressen van leveranciers, waar gloeikousjes te verkrijgen zijn voor die variatie van lichtsterkten als door ons is op gegeven. Wat nu het betoog omtrent de motoren- kwestie betreft, zoo moeten wij direct dit op den voorgrond brengen, dat de gemeente Axel met een krachtprijs van 20 cent zeer goed uitkomt. Hier levert de heer Wiechmann het bewijs, dat hij in het geheel niet de quin- tessens van ons tarief begrijpt. Daar de kracht verreweg in hoofdzaak overdag ge bruikt wordt, heeft men eerder met een in- koopprijs per kilowattuur van 4% cent te rekenen. Verder vergeet de heer Wiechmann bij z(jn vergelijking tusschen gas- en elec tromotor rekening te houden met het onder- houd, dat een gasmotor vereischt en de meer dan dubbele inrichtingskosten. Dat zijn welis- waar weer dingen uit de practijk, maar be- taald moeten die worden, tenzij misschien de heer Wiechmann zulke dingen cadeau geeft aan zijn clientele. De door ons opgegeven cijfers zijn uit de practijk genomen, waarvan wij niets wenschen terug te nemen. Eigenaardig is toch wel, dat in Middel- burg de gasmotoren plaats maken voor elec- tromotoren en dat nog wel bij een electrici- teitsprijs voor kracht van 22 cent per K. W. U. en een gasprijs van 14 cent per M3. Wij kunnen U, mijnheer de Redacteur, nog een voorbeeld uit de practijk noemen, dat weliswaar geen gasmotor maar een petro- leummotor betrof, die vrijwel dezelfde be- drijfskosten heeft. De betreffende verbruiker had een petroleummotor en wilde wel een electromotor voor zijn bedrijf aansohaffen, indien het hem niet meer dan 40,per maand zou kosten. Eindelijk tot aansluiting overgegaan zijnde, kwam de eerste maand- kwitantie met een bedrag van slechts 4,50. Alweer schermen met de practijk, mijnheer de Redacteur, en dit is nog wel een geval, dat in Zeeuwsch-Vlaanderen voorgekomen is maar ons dunkt, dat het voor het publiek toch hierop aankomt. Wanneer de heer Wiechmann in zijn eerst ingezonden stuk bedoeld heeft een prijsver- gelijking tusschen die te Middelburg en die in de eventueele toekomst in Axel te maken, dah heeft hij toch een zeer ongelukkige plaats in zijn stuk gekozen om zulks te doen, want, zooals het daar stond neergeschreven, had het alien schijn, dat hij de door ons opgegeven besparingen met electrische verlichting wilde te niet doen door de tegenwoordige prijsver- houdingen in Middelburg te noemen. Ten slotte nog iets over de door den heer Wiechmann neergeschreven overtuiging, dat een centrale voor Axel voordeeliger zou zijn, dan stroom te betrekken van een „Overland- centrale". Als bewijs hiervoor haalt hij de stroom- prijzen in de steden aan. Iedereen zal toch direct moeten toegeven, dat Axel in karakter niet te vergelijken is met steden als Amster dam, Rotterdam, Dordrecht en dergelijke. Middelburg heeft weliswaar een lichtprijs van 27 cent per Kilowattuur, maar betrekt stroom. Wij zouden daarom willen vragen, welken belastingsfactor en belastingsduur de heer Wiechmann van een Axelsche centrale verwacht, want deze factoren in verbinding met de kapitaallasten zijn de voornaamste punten. die iemand in staat moeten stellen om een overtuiging uit te spreken. Indien de heer Wiechmann op deze alles beslissende vraag weer het antwoord schul- dig blijft of er om heen draait zal het voor een nauwkeurig lezer wel niet twijfelachtig zijn of zijn betoog al of niet op deugdelijken basis gegrond is. Misschien was het wel gewenscht, dat de heer Wiechmann eens kennis maakte met het rapport, dat uitgebracht is voor de Ver- eeniging van Gemeenten in Noord-Holland, die ook slecht te spreken waren over de hooge stroomprijzen van het provincial be drijf. Hij zou dan zien dat bij eigen bedrijf het maximum Kilowatt zeker f 180 en het kilowattuur 5 cent bij een kolenprijs van f 20 per ton zou moeten worden. U, Mijnheer de Redacteur, dankend voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend, N. V. PROVINCIALE ZEEUWSCHE ELECTRICITEITS-MAATSCHAPPIJ. Middelburg, 25 September 1922.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 3