Kamer Yan Koophandel en Fabrieken voor Zeeuwsch-Vlaanderen, te Ter Neuzen. BURGERLIJKEN STAND. HONTENISSE. KOEWACHT. INGEZONDEN STUKKEN. t Buiten verannvDordelijktieid tier Redactm Geachte Redactie! In Uw blad van 4 dezer komt een antwoord van den heer Wiechmann, Directeur der Gas- fabriek te Axel, voor op een door ons inge- zonden stuk aangaande de voorlichting van de inwoners van Axel op het punt van electrici- teitslevering. De heer Wiechmann meent, door het Rijks- instituut in Duitschland in de zaak te betrek- ken, zijn bewij.s kracht te kunnen bijzetten. Her Rijksinstituut heeft door een laboratorium- proef een gasverbruik zoo als de heer Wiech mann heeft opgegeven, vastgesteld. Wij vragen ons nu af hoe is nu de practijk? Om zulk een verbruik per kaars te hebben moeten druk, quaiiteit van het gas en de brander in uit- stekenden staat zijn. Zulks komt nergens en nooit voor, want of aan het een of aan het ander mankeert wat, hoe goed een gasdirecteur zijn bedrijf ook moge behartigen. Wat nu het gebruik van een gaslamp betreft, zoo weet iedereen, dat gas- licht onnoodig en lang blijft branden, daar men tegen het ontsteken van de lamp en het bre- ken van het kousje door het ontsteken opziet. Deze dingen komen bij het gebruik van elec- triciteit niet voor. Vandaar, dat in de practijk om de hierboven opgesomde redenen 1 K. W. (J. met 3 M3. gas vergeleken kan worden. Onze vergelijking is dus niet gebaseerd op een theoretisch bewijs, geleverd door een iaborato- riumproef, waarbij alle toestellen in prima orde zijn en het licht niet langer brandt dan de proef duurt, maar op de practijk en daarop komt het naar onze meening in dit geval aan. Vender meent de heer Wiechmann, tot sta ving van hetgeen in de circulaire aan de in woners van Axel staat, nog een aanhaling te moeten doen uit een adviesschrijven van ons aan het gemeentebestuur omtrent het electri eiteitsverbruik voor kracht, doch hij weet zeer goed, dat, toen wij een' oogenblik 3800 M*. gas vergeleken met 5000 K. W. U., dit slechts diende om een schatting van slechts 1200 K W. U. te motiveeren. Bij de vergelijking van 3800 MJ. gas met 5000* KW. U. hebben wij aangenomen, dat dc gasmotoren volbelast hadden gewerkt. Dit is in de practijk hoogst zelden het geval, want eerstens wordt een gasmotor, indien hij weik doet, zelden volbelast en ten tweede draait hij dikwijls tijden zonder eenig werk te verrich- ten, omdat men er tegen opziet na stopzetten den motor weer aan te si aan en men tevens niet de risico wil hebben, dat hij niet aanslaan zal Verder mag bovendien ook niet uit het oog verloren worden, dat eene gasmotor, in dien deze niet volbelast draait, naar verhou- ding belangrijk meer gas vraagt dan wanneer hij volbelast loont. Een electromotor daaren- teeen heeft naar mate zijn beiastlng afneemt vrijwel in dezelfde verhouding minder electri- citeit noodig. Wij hebben in ons adviesschrijven tegenover SS00 M\ gas het in de practijk gelijkwaardige electriciteitsverbruik van 1200 K. W. U. gezet, waarmede wij in dat betreffende schrijven consequent gerekend hebben. Wanneer ook voor kracht een verhouding gemaakt moet worden, dan stellen wij 1 K. W. U. in de practijk gelijk met ruim 3 M3. gas. Voor dezelfde hoeveelheid verrichten arbeid zou in Axel een verhouding tot stand komen van 20 cent voor electriciteit tegenover ruim 30 cent voor gas. Mijnheer de Redacteur, het is missehien jammer voor den heer Wiechmann, dat de practijk anders spreekt dan hij wel zou wen schen. maar daaraan is nu eenmaai niets te doen. Wij komen thans nog even terug op de be- antwoording door den heer Wiechmann van de door ons aangehaalde voorbeelden in Micl- delburg, dus voorgekomen in Nederland. Het is ten eene male onwaar, dat voor gas- verlichting die verscheidenheid in lichtsterkten be staat als voor electrische verlichting. Wy noodigen den heer Wiechmann uit m Iw blad (indien, U, mijnheer de Redacteur, hem daai- toe in de gelegenheid wilt stellen) de adressen van leveranciers op te geven die gloeikousjea verkoopen voor lichtsterkten van 5, 10, 16, 25, 32, 50. 100, 150 200, 300, 400, 600, 1000, 2000 en 3000 kaarsen. Verder trachf de heer Wiechmann m zyn ingezonden stuk Uw lezers in den waan te brengen alsof de door ons medegedeelde prac- tische resultaten in Middelburg verkregen zouden zijn onder de tegenwoordige omstan- digheden, namelijk bij een gasprijs van 14 cent per Ms en een electriciteitsprijs van 27 cent, pev K.' W. U. Hieruit blijkt duidelijk welke middelen te baat genomen worden om ons te be-trijden, want in ons ingezonden stuk stond duidelijk, dat de door ons vermelde resultaten bereikt zijn, toen het gas 7'/2 cent per M en de electriciteitsprijs 25 cent per K. W. U. was, toen dus de eenheidsprijs voor electriciteit ruim 3 rnaal zoo hoog was als die voor gas. Voor zulke practische resultaten moeten nu eenmaai de theoretische wijken. U, mijnheer de Redacteur, vriendelijk dankend voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, N. V. Provinciale Zeeuwsche Electriciteits- Maatschappij Middelburg, 6 September 1922. Vergadering op Zaterdag 26 Augustus 1922. Voorzitter de heer J. A. van Rompu.^ Verder tegenwoordig de heeren Nolson, Thielman, De Feijter, Neeteson, Van Melle, Risseeuw, Van Waesberghe, De Vrieze, Ste vens, Oggel en Van 't Hoff. Afwezig met kennisgeving de heer Catsman, en de heer Van de Walle. fVervolg). 38. Werkloosheid te Ter Neuzen. Een schrijven van Gedeputeerde Staten 'I in Zeeland, waarin de meening der Kamer ge- vraagd wordt over de vraag, of in Ter Neu zen in de eerstkomende tijden eene zoodanige werkeloosheid verwacht wordt, dat daarvoor uitgaven als door het gemeentebestuur op de begrooting voor 1922 gebracht, voor dat be- stuur noodzakelijk zullen worden gemaakt. (Op de begrooting is uitgetrokken f 4000 voor de categorie A, d.w.z. de zoogenaamde „uitgetrokkenen", daarvoor betaalt het rijk 505 terug; voorts is f 3000 geraamd voor de categorien B, C en D, de dubbel uitgetrok- kenen, reglementair nog niet rechthebbenden en ongeorganiseerden, is 3000 uitgetrokken, hetgeen geheel ten laste der gemeente komt). Het Bureau stelt voor, aan het Gedeputeerd college te adviseeren het door het gemeente bestuur op de begrooting uitgetrokken bedrag goed te keuren. Het Bureau neemt aan, dat het door het gemeentebestuur uitgetrokken bedrag berust op bij haar, in verband met den toestand der laatste jaren berustende statis- tieken. Voor zoover het thans te voorzien is, is voor Ter Neuzen in de eerste tijden nog geen be- duidende vermindering der werkloosheid te wachten. Van alle havenplaatsen is die al- hier het ernstigst getroffen, omdat de zeevaart nog steeds zoo goed als stil ligt. Wat het havenbedrijf beteekent heeft men kunnen er- varen, toen door buitengewone omstandig heden elders, alhier schepen kwamen om te lossen of te laden. Men kan het ook thans ■weer zien, bij het aanvoeren van enkele hout- ladingen. Het aantal werkloozen, dat anders gemicideld de 100 overtreft, daalt dan terstond tot een paar tientallen. OndanKs die enkele ladingen hout, valt nog niet op een geregelde vaart van schepen te rekenen. Daaitoe werken ook de omstandig heden niet mede. De oude loskaden aan het spoor verkeeren alle in bouwvalligen toestand. Een deel is zeifs niet meer bruikbaar. Daar- door heeft men, bij die luttele aanvoeren, reeds terstond met gebrek aan ruimte te kampen. Er liggen thans, door de zorg van het rijk, 2 mooie havens, waarin diepgaande schepen kunnen meeren, doch die kunnen voor het hier noodig gebruik nog niet in aanmerking komen, omdat net havenplateau nog niet met den spoorweg is verbonden en van rails voorzien, en er ook krar.en ontbreken. Dit was dan o.m. ook oorzaak, dat een firma alhier dezer dagen in de onmogelijkheid was voor het maken eener offerte voor het lossen van groote stoomschepen van schip op wagon en omgekeerd. Dit werkt dus ook allermmst mede, voor vermindering van werkloosheid. Reeds tijden? de laatste oorlogsjaren is door de oude Kamer in medewerking van den gemeenteraad cn de Maritime Vereeniging er op aangedrongen, een en ander gereed te maken tegen den lijd dat de havens konden noodig zijn. Verschillende conferenties zijn ge- houden, adressen gericht, telegrammen ver- zonden, waaruit ten duidelijkste de urgentie van een en ander wercl aangetoond, zoo weer by vernieuwing in de laatste weken. Thans n. er toezegging, dat tot gedeeltelijke uitvoering der noodige voorzieningen zal worden over- gegaan. inmiddels zijn reeds mooic kansen voorbij. Overigens dient er de aandacht op gevestigd, dat een groot deel der transportarbeiders smds den crisistijd heeft getracht cioor andeien dan havenarbeid in zijn levensonderhoud te voorzien, en daarin ook betrekkelijk slaagde. Na den oorlog, toen de mobilisatie eindigde en weer veel jonge krachten naar iiuis kwa men, ging dit moeielijker. Op het land had men toen die krachten niet meer noodig. De gewezen gemobiliseerden kwamen voor een deel het leger der werkloozen nog vergrooten. Een deel der transportarbeiders vond werk bij bedijkingswerken in den Brakman, aan nieuwe havenwerken en woningbouw en siuis- werken. Die buitengewone werken zijn inmid dels voltooid en nieuwe zijn niet in het voor- uitzicht, terwijl er wegens de algemeene ma laise ook geen kans is buiten Zeeuwsch-Vlaan- deren werk te verkrijgen. De omstandigheid dat de Ter Neuzensche reederijen, onder directie van deii heer A. C. Lensen, hare stoomschepen in de vaart kan houden en deze, behoudens een deel der of- ficieren, heeft bezet met bemanning, in hoofd- zaak behoorende tot den kring der transport arbeiders, verminderde sinds het vorig jaar het aantal werkloozen met gemiddeld 70, hetgeen dus een gelukkige omstandigheid is, doch ook voor het oogenblik vrijwel het eenige lichtpunt. De hervatting van de exploitatie der cokes- fabriek te Sluiskil heeft het aantal werkloozen in Ter Neuzen niet in die mate verminderd, als verwacht werd. Blijkens eene mededeeling van een lid van den gemeenteraad, in een der vergaderingen, hebben verschillende werk- lieden, die er vroeger werkten, en aan wie bij het sluiten der fabriek wegens den oorlog, was toegezegd, dat zij bij hervatting der werk- zaamheden zouden herplaatst worden, nog niets vernomen en kunnen zij niet in de ge legenheid komen zich in verbinding te stellen met den directeur. De herhaalde pogingen van den directeur der districts-arbeidsbeurs te Ter Neuzen om ongeschoolde werkkrachten geplaatst te krij- gen aan de industrieele ondernemingen te Sas van Gent, hebben tot nu toe zeer weinig re- sultaat op geleverd. Met name op de Spiegel- glasfabriek werken slechts 9 procent Neder- landsehe arbeiders. En juist in de laatste dagen kwam bij de arbeidsbeurs een klacht in, dat aldaar voor hulp bij montagewerk een 12-tal ongeschoolde Belgische werkkrachten waren aangenomen. Of gedurende de laatste maanden van het jaar de werkloosheid beduidend zal afnemen, kan afhangen van de houding der directies van de suikerfabrieken te Sas van Gent. De directeur der arbeidsbeurs is daaromtrent op grond zijner ervaring niet hoopvol gestemd. Die fabrieken worden tijdens de campagne ook voor 50 door Belgische werkkrachten bezet en slechts aan de oude suikerfabriek is het sinds den oorlog aan een 30tal werklieden ge- lukt, daar tijdens de campagne te werk ge steld te worden. In vlasserijen hebben tijdens de crisisjaren talrijke werklieden werk gevonden. Nevens de zwingelaars konden daarbij ook ongeschoolde krachten gebruikt worden. Een weinig hoop- voile toestand waarin die industrie thans ver- keert, geeft geen uitzicht, dat zij aanleiding zal zijn voor verminderde werkloosheid. Ten slotte merkt het Bureau op, dat, indien de toestanden rooskleuriger zouden worden dan het deze thans moet schetsen, er toch geen bezwaar zou zijn het door Burgemeester en Wethouders van Ter Neuzen op de begrooting gebrachte en door de gemeenteraad goed- gekeurde bedrag toe te staan, daar de gelden, indien ze niet noodig zijn, ook niet worden gebruikt. Het Bureau heeft er zich van kun nen overtuigen, dat zoowel door de arbeids- bemiddeling als door de besturen der organi- saties strenge controle wordt uitgeoefend op de werklieden tegen fraude. Indien door de werkgevers steeds op de loonboekjes wordt aangeteekend het aan werknemer uitbetaalde loon, kon het niet voorkomen, dat een werk nemer uitkeering zou ontvangen waarop hij volgens zijn verdiensten geen aanspraak kan maken en evenzoo kan het niet voorkomen, dat zij die werk zouden weigeren uitkeering genieten, indien de werkkrachten via de Ar beidsbeurs worden aangevraagd. De heer NEETESON is van oordeel, dat de Kamer, door een dergelijk advies uit te brengen,-zich op een pas begeeft, dat niet het hare is. Hij stelt daarom voor, als advies alleen te geven de eerste zinsnede, &n alzoo te ein- digen bij het woord „statistieken". Dat de Kamer verklaart, dat er werkeloos heid heerscht, daarmede kan hij instemmen, maar hij acht het verkeerd, om officieel als Kamer van Koophandel zich er verder in te mengen en de autoriteiten industrien te gaan aanwyzen, aan wie die werkloosheid als het ware zou te wijten zijn. Hij zou liever gezien hebben, dat de Kamer zich daar geheel buiten had gehouden. Indien een dergelijk advies tot gevoig had, dat de buitenlandsche werklieden buiten het land werden gehouden en de in dustrie met Nederlandsche arbeiders moest werken, zou dat een ramp voor Sas van Gent beteekenen De SECRETARIS deelt mede, dat het Bu reau wel met eenige bevreemding de vraag van Gedeputeerde Staten heeft ontvangen, om over dit onderwerp van advies te dienen. Omdat de leden van het Bureau wonen in de gemeente die het betreft, was het mogelijk uit persoon- lijke wetenschap en voorts uit inlichtingen, verkregen van den Directeur der Districts- Arbeidsbeurs, een gedocumenteerd advies te ontwerpen. De vraag is echter eenmaai gesteld, en de Wet legt der Kamer de verplichting op, advies te geven. Ged. Staten hebben de vraag ge steld, nadat zij reeds uitvoerig door het ge meentebestuur van Ter Neuzen waren inge- licht. Het college heeft zich dus thans blijk- baar eens ter dege op de hoogte willen stellen, Dit in het oog houdende, zou de Kamer naar zijn meening in naar raaix tokon sciueten, m- Uen zy er zicn uians iuU afmaken rnei een vyfregehg auvxes. auvies uenoon toen gesceunu us z,ja aoor.xeittn. Het Bureau heeft xnans saamgevat de feiten die haar uit eigen wetenscnap en uit arnbtelijke mededeelingen bekend zyn geworden. Door die feiten mede te deelen stelt men zich z. i. nog geen partij in een zaak en naar zijn overtuiging heett dn. ook' allermmst in de Dedoeling van het Bureau geiegen, by het samenstelien van het concept. De heer NEETESON blijft by zijn meening, dat het mededeelen van die omstandigheden met van belang zyn, en zeker zijn zij met in net beiang der Industrie, de Beigen zijn daar voor niet door Nederandsche werklieden te vervangen. De heer VAN 'T HOFF acht het een moei- lijke taak. Volgens zijn standpunt, zou een Nederlandseh werkman voor een Belg moeten gaan. Maar als de heer Neeteson zegt, dat dit niet kan, dan wordt het voor de Kamer moeiiijk om een oordeel uit te spreken. Als beginsel zou hij echter aannemen, dat het zoo moest zijn. Overigens gelooft hij, dat de feiten die in het advies worden aangehaaid, ad rem zijn, en hij kan niet zeggen: iaat die er uit. De heer RISSEEUW sluit zich aan bij den heer Van 't Hoff. Hij heeft met belangstel- iing het advies gelezen en hij zou ook zeggen, laat die mededeelingen er niet uit, want dan ontneemt men er de ziel aan. Hij moet even- wel erkennen, dat hij er persoonlijk mets van weet en er dus over de zaak zelf niet kan oor- deefen De heer DE FEIJTER wil er ter verduide- lijkmg der woorden van den heer Neeteson op wijzen, dat men voor veel werk nog niet ieder een gebruiken kan die werkman is. Het betreft hier z. g. bootwerkers. Maar, al kunnen die menschen goed met een kromme piekhaak overweg of met het lossen van minene, daar om zijn ze nog niet geschikt voor fabrieks- werk. Van alle werk moet men ervaring heb ben. leder najaar kan hij dat ondervinden. Hij heeft een vaste groep bietenladers van 6 personen, maar nu gebeurt het meestal op het laatste, dat er nog een paar menschen by ge nomen moeten worden en dan kan men het verschii zien, dan kunnen die nieuwe menschen lang niet zooveel werk verrichten als die 6 geroutineerde in bietenkruien. In de fabrieken moet men ook wei'klieden heoben die practisch op de hoogte zijn, en dat is de reden, dat men werkkrachten moet af wij zen, die van hier uit aangeboden worden. Zoo ongeveer meent hij, dat wel de bedoeling van den heer Neeteson is. De heer NEETESON deelt mede, dat meermalen getracht is, met Hollandsche werk lieden te werken, maar het bleek, dat het niet gaat. De fabrieken hebben er ook geen finan- cieel beiang bij, met Belgische werklieden te werken, daar aan hen hetzelfde loon wordt betaald als aan de Hollandsche en de over- eenkomsten over het aigemeen ook worden aangeguan met de Nederlandsche organisaties. Hij herhaalt echter, dat het z. i. niet op den weg der Kamer ligt om te oordeelen, met welk personeel de fabrieken werken moeten. De heer VAN MELLE acht het ook zeer moeiiijk voor de Kamer om daarover een oor deel uit te spreken, dat is een teer punt. De heer VAN 'T HOFF merkt op, dat de kwestie er door de mededeelingen van den heer Neeteson wel wat anders voor komt te staan, maar meent toch, dat er wel aanleiding was om de directies eens een zachten wenk te geven, om indiens zulks mogelijk is zoo veel mogelijk Nederlandsche menschen te nemen, want anders kon het ook wel eens een gewoonte worden om Beigen te nemen. De heer NEETESON vraagt, of de Kamer dan haar doei niet zou voorbij streven, als ze zou gaan aanwijzen met welke werkmenschen de industrien moeten werken. De heer OGGEL acht dat niet op den weg der Kamer liggend. Hij meent, dat de direc teur der Arbeidsbeurs kan geprezen worden, dat hij wil trachten de menschen geplaatst te krijgen, maar het ligt niet op den weg der Kamer daarop verder aan te dringen. De heer VAN 't HOFF merkt op, dat de Kamer in het advies niet zegt, dat er iets ge- beuren moet, maar Ged. Staten vragen naar de waarheid en die mag toch medegedeeld worden De heer NEETESON zou het een groote fout achten, indien de zinsnede betreffende de suikerfabrieken er in werd opgenomen, zonder meer. Als dit er in blijft, zou er z. i. ook aan moeten toegevoegd worden, hetgeen hij heeft meegedeeld, opdat daaruit dan blijkt, dat het geen onwil is der directies, dat ze de Hollandsche werklieden niet nemen. Die menschen zijn niet geschikt om op fabrieken te werken. De heer NOLSON geeft nog te kennen, dat het Bureau alleen bedoeld heeft, een overzicht te geven van den toestand zooals die is. Ove rigens hoopt hij, dat Gedeputeerde Staten in het vervolg zulke vragen niet meer zullen stellen, want het komt hem voor, dat de Kamer zich toch niet moet gaan bemoeien met c!e rekening der gemeente Ter Neuzen of met welke gemeente van het vierde of vijfde district ook. Missehien kan aan het verlangen van den heer Neeteson worden tegemoetgekomen, door de bewuste clausule omtrent de suikerfabrie ken er uit te lichten. De heer NEETESON: Of wel door ze nader toe te lichten. De heeren RISSEEUW en VAN 'T HOFF verklaren nog, dat zij, indien zij van begin af anders waren ingelicht, zij wellicht niet zoo zouden gesproken hebben als ze thans deden. De heer OGGEL wijst er nog op, dat, indien men de zinsnede gewijd aan de suikerfabrieken schrapt, die betreffende de spiegelglasfabriek er ook wel uitgelicht zou moeten worden. De heer NEETESON heeft er geen over- wegend bezwaar tegen om ze te laten staan, indien ze dan maar voldoende worden toege- licht. De VOORZITTER vraagt, of de Kamer er mede genoegen neemt, indien het Bureau het schrijven zoodanig verandert, dat het op dat punt in algemeene trekken wordt gesteld. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 39. Kilometerboekjes. Ingekomen is een missive van de Kamer te Tilburg, waarin den steun der Kamer ver- zocht wordt, voor een door haar tot de Direc tie der Nederlandsche spoorwegen gericht verzoek, tot weder invoering van Kilometer boekjes. Het verzoek is gegrond op de overweging, dat afschaffing dier boekjes een nadeel is ge- weest voor den handeldrijvenden en indu- strieelen middenstand. Voor de meesten dier zaken is het niet loonend een volledig abonne- ment aan te schaffen, daar hun arbeidsveld zich uitteraard meestal niet verder uitstrekt dan de omgeving. Daardoor ontbreekt voor het kleinbedrijf een voordeelige manier van reizen, terwijl het grootbedrijf, dat dagelijks en over groote tra- jecten haar personeel laat reizen, in een zeer bevoorrechte positie verkeert, ten gevolge de regeling van algemeene of groepsabonne- menten. Door wederinvoering van Kilometerboekjes, ware aan die achterstelling een eind te maken, waarom de Kamer die wederinvoering drin- gend verzoekt. Het Bureau stelt voor, op dit verzoek niet in te gaan. Bij de groote tel'corten, die de spoorwegen thans reeds hebben te boeken, zijn verzoeken als deze, aangezien niet kan worden verwacht, dat inwilliging, vermeerdering yan vervoer, en dus langs dien weg versterking van inkomsten zou kunnen tengevolge hebben, moeielijk voor inwilliging vatbaar. De heer OGGEL is voor, dit adres te steunen, opdat de kleinhandel ook van goed- koop reizen zou kunnen profiteeren. De heer VAN MELLE voorziet niet, dat men het krijgen zal. De heer VAN WAESBERGHE wil het adres ook steunen, omdat hij door goedkooper tarief meer reizigers verwacht. Het is thans treurig, zoo weinig passagiers men bij het reizen in de treinen aantreft. Deze rijden voor het kleine aantal passagiers toch. Als er meer reizigers komen, zonder dat de ex- ploitatiekosten verhoogen, leidt het tot ver sterking der inkomsten. Het komt dan voortr ook ten voordeele van den ldeinen midden stand. Met algemeene stemmen wordt besloten het verzoek te steynen. 10. Financieele moeilijkheden voor de am- bachtsscholen ten plattelande. De heer RISSEEUW: In de vorige vergade ring heb ik onder de aandacht van de Kamer gebracht, of het niet noodig is, dat de Kamer zijne medewerking verleent om er toe te ge- raken dat de druk die de gemeenten wordt op- gelegd, speciaal de kleine plaatsen, te helpen verlichten. In het bijzonder heb ik het oog op Oostburg en Hulst. Ter Neuzen zal ook den druk ondervinden, maar daarvan is het zielental grooter. Voor- af wil ik gaarne een ldein stukje geschiedenis, een klein overzicht, geven hoe de kleine plaat sen in deze impasse zijn geraakt. In den loop der jaren was gebleken, dat in Zeeuwsch-Vlaanderen, zoowel aan deze als aan gene zijde van den Braakman, behoefte aan dit onderwijs bestond. De aanstaande am- bachtsman-patroon, maar ook de knecht, moest even goed als bij andere vakken zich meer en meer gaan onderwerpen, aan den aigemeen zich openbarenden eisch, zijn praktijkjaren, door een theoretische leerschool te doen voor- afgaan. Meer en meer wordt van hem geeischt. In beide streken werden energieke menschen gevonden, die de zaak aanpakten; de school werd gesticht in een bepaalde plaats, zooveel mogelijk in een centrum geiegen; het rijk, de provincie droeg bij, ook de gemeenten, niet alleen in stichtingskosten, maar ook in jaar- lijksche subsidies, en met de contribution van de leden, en eenige particuliere inkomsten, veelal van verlotingen en de zaak liep. De re- geering bracht alien lof aan het particuliere initiatief en men droomde er nog niet van, dat binnen niet al te korten tijd de besturen van de scholen, zouden worden gedegradeerd tot marionetten, en tot deurwaarders voor de respectievelijke gemeenten, om hun jaarlijks te beteekenen, de verplichting zooveel bij te dragen. Was dit alles voorzien, niet onmogelijk, dat in onze streek geen enkele ambachtsschool stond. Ik bepaal me bij het verdere tot de school te Oostburg, waarvah ik de geheele levens- geschiedenis, zoowat heb medegemaakt. Waar alles bijna klopt met de geschiedenis te Hulst, kunnen we ze voor beiden ongeveer gelijk nemen. De uitgaven en ontvangsten konden zich tot in de eerste mobilisatiejaren gelijk houcfen, langzamerhand, door stijging van de uitgaven voor materialen, vuur en licht en de duurte- toeslagen aan het personeel, werd de finan cieele toestand moeilijker, hoewel het rijk extra bij dragen gaf voor duurtetoeslag voor het personeel. Evenwel de tekorten werden grooter, en de bijdragen van gemeenten en particulieren hielden daarmee geen gelijken tred. Het rijk stelde een salarisregeling vast, dat uitgekeerd moest worden aan leeraren van scholen, die gesubsidieerd werden; wij konden daaraan niet voldoen, omdat ons de middelen daartoe ontbraken, en wij de schuld van de vereeniging niet hooger wenschten op te voe- ren, dan bij eventueele likwidatie het gebouw en de inventaris opbrengen zou. Op het ge bouw rust nog een hypothecaire schuld van f 11000. Dp uitgaven beliepen in 1909 ongeveer f 9000; in 1916 f 13.000; in 1921 f 20.000. Salarisverhooging vrijwillig hebben wij nooit gegeven, alleen in den vorm van duurtetoe- slagen, hebben wij de salarissen vermeerderd. Toen het ontwerp Nijverheidsonderwijswet bekend werd, heeft ons bestuur de gevaren inziende voor onze school en de gemeenten, getracht in allerlei vorm hulp te vinden om de zware financieele moeilijkheden te voor komen, te meer daar de provincie, ook zijn subsidie zou intrekken bij de invoering van de Wet op het N. O. Inmiddels was dit ontwerp wet geworden in Nov. 1921 en gaf men terugwerkende kracht tot 1 Januari 1921. Wij hebben bij de regeering het voorstel ge- daan de school over te nemen en rijksschool te maken; daamaar had men geen ooren. Hoe wel alles gereglementeerd is, is het besjtuui van een ambachtsschool tot figuranten ge degradeerd. Wij hebben toen voorgesteld te likwideeren, maar de regeering, die anders wel eens 6 maanden noodig had, om brieven te beantwoorden, was er toen vroeg bij de inspecteur te sturen, met de boodschap, inge- val van likwidatie, komen de leeraren op wachtgeld en dus toch voor rekening van de vereeniging. Onze reclames hielpen niets, wij hebben er op gewezen of dit soms de belangstelling was voor Zeeuwsch-Vlaanderen, die men in zulke mooie woorden deed weerklinken; het slot van het lied is geweest, dat wij hebben moeten betalen, een 10.000 gulden schuld hebben, waarvan een f 6000 is terug te vorderen op de gemeenten, die er geen zin in hebben voor- loopig te betalen, omdat zy meenen, dat dit niet meer kan over 1921, daar de rekeningen over dit jaar zijn gesloten, en het Rijk te laat is om in November aan te kondigen, dat in Januari van hetzelfde betaald moet worden. Nu zou ik tot deze conclusie kunnen komen: Bij de wet op het Nijverheidsonderwijs, is er te weinig rekening gehouden met welke moeilijkheden kleine plaatsen te kampen kun nen hebben, die een Ambachtsschool bezitten. De plaats die zoo'n school heeft, heeft deze toevallig niet alleen voor zich zelf, maar in het beiang van de geheele streek waarin deze plaatsjes liggen, Frappanter voorbeeld dan hier in Zeeuwsch-Vlaanderen zal wel moeiiijk zijn aan te halen. Dit is 6ok gebleken op een conferentie van Besturen van Ambachtsscholen in deze pro vincie, waar duidelijk bleek, dat de groote plaatsen zich niets druk maakten om deze wet, neen er op vooruitgingen, want nu eerst moeten de omliggende gemeenten, die jongens op deze school hebben, bij betalen. Van de netto-exploitatierekening, wordt 70 betaald door het Rijk, 30 door de gemeente waar de school gevestfgd is, die daarvan de helft kan verhalen, op de plaatsen, die leerlingen sturen. Wij hebben uitgerekend, dat zoo on geveer door een buitengemeente f 125 per leerling moet worden betaald. Dit moet de gemeente waar de school gevestigd is boven dien betalen, per leerling. Voor de gemeente Oostburg, die ruim 2500 inwoners telt en een leerling of zeven stuurt wordt tot een bijdrage van f 3000 -f- f 875 voor leerlingen f 3875 per jaar. In onze omgeving, zoowel als in het vijfde district, telt men kleine plaatsen. Bijv. bij ons Nieuwvliet, een plaatsje van ruim 400 in woners, Stel voor, dat dit 5 leerlingen stuurt, wat is voorgekomen, dan kost dit 625. Ik mee.n duidelijk te hebben aangetoond, dat de wet er geen rekening heeft mede gehou den, dat de kleine plaatsen door Nijverheids onderwijswet te zwaar worden belast. Dat het dus de taak is ten eerste van het Rijk in dezen geest de wet te wijzigen, dat de kleine plaatsen in den een of anderen vorm worden geholpen, tweedens, dat de provincie bijspringt. Hetzij deze de gemeenten bij- springt of de scholen rechtstreeks steunt. Nu zou ik gaarne aan het oordeel der Ka mer onderwerpen, of zij genegen is adres- bewegingen in dezen geest te steunen, of zich rechtstreeks tot de betrokken lichamen te wenden. Ik meen, dat het op den weg ligt van de Kamer, om zich de belangen van het Anx- bachtsonderwijs aan te trekken, dat in onze streek er reeds zooveel heeft toe bijgedragen, en tal van jongens aan een mooie positie te helpen, en de ontwikkeling, den lust van de Ambachtslieden te helpen verhooren. Bij een goed ontwikkelde stand van ambachtslieden, kan iedereen slechts welvaren. Dat zij ook nota nemen mag van gegronde grieven, van de Vereenigingen die zich daar mede bemoeien, en de belangen der gemeenten die er in betrokken zijn, want ik zeg dit na- drukkelijk, omdat er enkelingen zijn die mee nen, waar de wet de gemeenten verplicht om te betalen, men er zich verder niet mede moet inlaten. Men moet er wel rekening mede houden, dat er slechts weinig meer zullen gevonden worden eerlang, die missehien lust zullen gaan gevoelen, om lid van een vereeniging te zijn, die indirect niets anders is dan een instelling, die de kleine gemeenten, financieel in groote moeilijkheden brengt, en nog minder liefheb- bers vinden zal, die lust gevoelen, een be- stuursfunctie te vervullen; kortom wanneer de zaak zoo blijft gaan als op dit oogenblik, zal het ambachtsonderwijS op de kleine plaatsen daaronder gaan lijden, of missehien verdwij- nen. Dat het ook de taak is van de Kamer, de belangen van dit onderwijs in het oog te houden, naast de belangen van de streek. De VOORZITTER is het er mede eens, dat het tegenwoordig voor een gemeente een twij- felachtige eer is, een ambachtsschool te heb ben, door de thans vastgestelde nieuwe rege- het rijk 70 der kosten betaald, en de overige 80 voor het overgroote deel drukken op de gemeenten waar die scholen zijn gevestigd. Zelfs wanneer de provincie subsidie zou geven, zou dit de gemeente nog niet ontlasten, daar het rijk dan die provin ciale subsidie van hare bijdrage zou aftrek- ken. De moeilijkheden zijn ontstaan, omdat de jaarwedden van het personeel zoo ontzet- tend door den Minister zijn opgedreven. De toestand i -i voor de besturen der scholen ook verre van aangenaam. Er staat tegenover dit en de groote financieele lasten, dat de am bachtsscholen zeer veel nut afwerpen en van groote beteekenis zijn voor het verder leven van de jongens die er van kunnen genieten. Hij is overtuigd, dat de Kamer met zeer veel genoegen de pegingen zal steunen, die, zooals de heer Risseeuw heeft aangekondigd, zullen worden ondemomen. De heer RISSEEUW deelt mede, dat het bestuur der school van Oostburg aan het De- partement van Binnenlandsche zaken de zaak besprak en er ook op wees, dat hulp van de provincie niet zou baten. Toen werd echter gezegd: ze hebben het vroeger wel gedaan. Men kwam er dus ook niet verder. Men houdt vol, in Den Haag, dat deze scholen van het particulier initiatief moeten uitgaan, maar het bestuur heeft ten slotte niets te vertellen. Indien dat van particulieren moet geschieden, laat die dan ook wat te vertellen hebben. Als het blijft, zooa^: het er nu voor staat, kunnen de scholen geen stand houden. De heer VAN 't HOFF betuigt ziin instem- miug met het bet'oog van den heer Risseeuw. Besloten wordt af te wachten hetgeen zal gedaan worden door de besturen der "betrokken schoten in Zeeuwsch-Vlaanderen. om alsdan die pogingen voor het behoud der ambachts scholen zoo krachtig mogelijk te steunen. (Wordt vervolgd). Huwelijks-aangiften. 3 Aug. Eduardus Jacobus de Jonghe, oud 28 j., jm. en Carolina Vermorken, oud 25 j., jd. 9 Aug. Pieter Cornelis Sponselee, oud 29 j., jm. en Eleonora Serafina van Overmeire, oud 22 j., jd. 10 Aug. Eduard Bertrand van Jole, oud 27 j., jm. en Euphemia Josephina van Dommelen, oud 22 j., jd. Petrus Johannes Everaaid, oud 23 j., jm. en Cordula Elisabeth PaulinaEveraert,oud29j.,jd. Petrus de Vree,oud 22 j.,jm. en Bertha Maria Mathilda Brijs- sinck, oud 20 j., jd. 29 Aug. Alphonsus Jacobus Tieleman, oud 28 j., jm. en Pharailda Prudentia Jonkheijm, oud 24 j., jd. Huwelijks-voltrekkingen 12 Aug. Petrus de Rooij, oud 19 j., jm. en Martha van Sikkelerus, oud 21 j., jd. 22 Aug. Eduardus Jacobus de Jonghe, oud 28 j., jm. en Carolina Vermorken, oud 25 j., jd. 24 Aug. Eduard Bertrant van Jole, oud 27 j., jm. en Euphe mia Josephina van Dommelen, oud23j,.jd. 26Aug. Petrus de Vree, oud 22 j jm. en Bertha Maria Mathil da Brijssinck, oud 20 j., jd. 28 Aug. Petrus Johannes Everaard oud 23 j jm. en Cordula Elisabeth Paulina Everaert, oud 28 j. jd. Geboorten. 1 Aug. Anna Paulina, d. van Wille- brordus van Gemst en van Maria Louisa van Over meire. Helena, d. van Eduard de Bakker en van Leonia Loffeber. 2 Aug. Elza, d. van Arthur Do- minicus Dumoleijn en van Elisabeth Bernadina Maria Timmermans. 6 Aug. Josephus Petrus, z. van Jan Francies Sponselee en van Elisabeth Maria Celpaart. 11 Ang. Joseph Ferdinand Petrus Marie, z. van Josephus Roelandt en van Leonie Goossens. 12 Aug. Robert Petrus Johan, z. van Rene Jacobus van Dor- selaar en van Mathilda van Remortel. 15 Aug. Joseph Leonardus, z. van Theodorus de Kock en van Margaretha Maria den Bulck. 18 Aug. Theodoor, z. van Jan Ivens en van Maria Heese. 20 Ang. Josephus. z. van Johannes Baptist van Geersdaele en van Rozalia Isabella de Vulder. 21 Aug. Cornelia Elisabeth, d. van Jan Baptist van Goethem en van Mathilda Louisa Roelans. 23 Aug. Johannes Fran- ciscus, z. van Leonardus Francies de Smit en van Paulina Rosalia Maas. Gerarda Maria, d. van Petrus Vioen en van Mathilda Frederica Virginia van Laere. Overlijden. 4 Aug. Hendrika Maria Eggermont, oud 65 j., echt. van Ludovicus Cornelissens. 15 Aug. Jan Menu, oud 80 j. echt. van Anna Maria Lemsen. 19 Aug. Petrus van Laar, oud 38 j. echt. van Anna Catharina Baart. 23 Aug Joseph Ferdinand Petrus Marie Roelandt, oud 12 d., z. van Josephus en van Leonie Goossens. 25 Aug. Maria de Smit, oud 11 m., d. van Jan F ancies en van Apolonia Cornelia Vink. Francies Neve, oud 73 j. echt. van Rozalia Isabella Kuijpers. '26 Aug. Livinus Calle. oud 56 j., echt. van Elizabeth Moorthamer. 26 Aug. Johan nes Theodorus Meeuwsen, oud 79 j. z. van Andrianus en van Catharina van But. Huwelijks-voltrekkingen. 12 Aug. Georges Edgard De Sutter (van Moerbeke B.) oud 29 j., jm. en Adrienne Clothilde Marie Remerij, oud 27 j jd. Geboorten. 1 Aug. Clara Josephina, d. van Henri- cus Dominicus Wijnacker en van Emelie Marie Ver- nimmen. 7 Aug Maria Louisa, d. van Emilius Buijs en van Amelia Leonia de Yliegher. 8 Aug. Rene Petrus, z. van Emerie Eulalie Wijnacker en van Hpberta Maria Suij. 9 Aug. Noscarina Clementina, d. van Alphonse van de Velde en van Martha de Meester. 18 Aug. Gaston Theophiel, z. van August van der Vloet en van Clemence De Vos.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 3