Kamer Yan Koophandel en Fabrieken voor
Zeeuwsch-Vlaanderen, te Ter Neuzen.
BURGERLIJKEN STAND.
HONTENISSE.
KOEWACHT.
INGEZONDEN STUKKEN.
t Buiten verannvDordelijktieid tier Redactm
Geachte Redactie!
In Uw blad van 4 dezer komt een antwoord
van den heer Wiechmann, Directeur der Gas-
fabriek te Axel, voor op een door ons inge-
zonden stuk aangaande de voorlichting van de
inwoners van Axel op het punt van electrici-
teitslevering.
De heer Wiechmann meent, door het Rijks-
instituut in Duitschland in de zaak te betrek-
ken, zijn bewij.s kracht te kunnen bijzetten.
Her Rijksinstituut heeft door een laboratorium-
proef een gasverbruik zoo als de heer Wiech
mann heeft opgegeven, vastgesteld. Wij vragen
ons nu af hoe is nu de practijk? Om zulk een
verbruik per kaars te hebben moeten druk,
quaiiteit van het gas en de brander in uit-
stekenden staat zijn.
Zulks komt nergens en nooit voor, want of
aan het een of aan het ander mankeert wat,
hoe goed een gasdirecteur zijn bedrijf ook
moge behartigen. Wat nu het gebruik van een
gaslamp betreft, zoo weet iedereen, dat gas-
licht onnoodig en lang blijft branden, daar men
tegen het ontsteken van de lamp en het bre-
ken van het kousje door het ontsteken opziet.
Deze dingen komen bij het gebruik van elec-
triciteit niet voor. Vandaar, dat in de practijk
om de hierboven opgesomde redenen 1 K. W. (J.
met 3 M3. gas vergeleken kan worden. Onze
vergelijking is dus niet gebaseerd op een
theoretisch bewijs, geleverd door een iaborato-
riumproef, waarbij alle toestellen in prima orde
zijn en het licht niet langer brandt dan de
proef duurt, maar op de practijk en daarop
komt het naar onze meening in dit geval aan.
Vender meent de heer Wiechmann, tot sta
ving van hetgeen in de circulaire aan de in
woners van Axel staat, nog een aanhaling te
moeten doen uit een adviesschrijven van ons
aan het gemeentebestuur omtrent het electri
eiteitsverbruik voor kracht, doch hij weet zeer
goed, dat, toen wij een' oogenblik 3800 M*.
gas vergeleken met 5000 K. W. U., dit slechts
diende om een schatting van slechts 1200 K
W. U. te motiveeren.
Bij de vergelijking van 3800 MJ. gas met
5000* KW. U. hebben wij aangenomen, dat dc
gasmotoren volbelast hadden gewerkt. Dit is
in de practijk hoogst zelden het geval, want
eerstens wordt een gasmotor, indien hij weik
doet, zelden volbelast en ten tweede draait hij
dikwijls tijden zonder eenig werk te verrich-
ten, omdat men er tegen opziet na stopzetten
den motor weer aan te si aan en men tevens
niet de risico wil hebben, dat hij niet aanslaan
zal Verder mag bovendien ook niet uit het
oog verloren worden, dat eene gasmotor, in
dien deze niet volbelast draait, naar verhou-
ding belangrijk meer gas vraagt dan wanneer
hij volbelast loont. Een electromotor daaren-
teeen heeft naar mate zijn beiastlng afneemt
vrijwel in dezelfde verhouding minder electri-
citeit noodig.
Wij hebben in ons adviesschrijven tegenover
SS00 M\ gas het in de practijk gelijkwaardige
electriciteitsverbruik van 1200 K. W. U. gezet,
waarmede wij in dat betreffende schrijven
consequent gerekend hebben. Wanneer ook voor
kracht een verhouding gemaakt moet worden,
dan stellen wij 1 K. W. U. in de practijk gelijk
met ruim 3 M3. gas. Voor dezelfde hoeveelheid
verrichten arbeid zou in Axel een verhouding
tot stand komen van 20 cent voor electriciteit
tegenover ruim 30 cent voor gas.
Mijnheer de Redacteur, het is missehien
jammer voor den heer Wiechmann, dat de
practijk anders spreekt dan hij wel zou wen
schen. maar daaraan is nu eenmaai niets te
doen.
Wij komen thans nog even terug op de be-
antwoording door den heer Wiechmann van
de door ons aangehaalde voorbeelden in Micl-
delburg, dus voorgekomen in Nederland.
Het is ten eene male onwaar, dat voor gas-
verlichting die verscheidenheid in lichtsterkten
be staat als voor electrische verlichting. Wy
noodigen den heer Wiechmann uit m Iw blad
(indien, U, mijnheer de Redacteur, hem daai-
toe in de gelegenheid wilt stellen) de adressen
van leveranciers op te geven die gloeikousjea
verkoopen voor lichtsterkten van 5, 10, 16, 25,
32, 50. 100, 150 200, 300, 400, 600, 1000, 2000
en 3000 kaarsen.
Verder trachf de heer Wiechmann m zyn
ingezonden stuk Uw lezers in den waan te
brengen alsof de door ons medegedeelde prac-
tische resultaten in Middelburg verkregen
zouden zijn onder de tegenwoordige omstan-
digheden, namelijk bij een gasprijs van 14 cent
per Ms en een electriciteitsprijs van 27 cent,
pev K.' W. U. Hieruit blijkt duidelijk welke
middelen te baat genomen worden om ons te
be-trijden, want in ons ingezonden stuk stond
duidelijk, dat de door ons vermelde resultaten
bereikt zijn, toen het gas 7'/2 cent per M en
de electriciteitsprijs 25 cent per K. W. U. was,
toen dus de eenheidsprijs voor electriciteit ruim
3 rnaal zoo hoog was als die voor gas. Voor
zulke practische resultaten moeten nu eenmaai
de theoretische wijken.
U, mijnheer de Redacteur, vriendelijk dankend
voor de verleende plaatsruimte.
Hoogachtend,
N. V. Provinciale Zeeuwsche Electriciteits-
Maatschappij
Middelburg, 6 September 1922.
Vergadering op Zaterdag 26 Augustus 1922.
Voorzitter de heer J. A. van Rompu.^
Verder tegenwoordig de heeren Nolson,
Thielman, De Feijter, Neeteson, Van Melle,
Risseeuw, Van Waesberghe, De Vrieze, Ste
vens, Oggel en Van 't Hoff.
Afwezig met kennisgeving de heer Catsman,
en de heer Van de Walle.
fVervolg).
38. Werkloosheid te Ter Neuzen.
Een schrijven van Gedeputeerde Staten 'I in
Zeeland, waarin de meening der Kamer ge-
vraagd wordt over de vraag, of in Ter Neu
zen in de eerstkomende tijden eene zoodanige
werkeloosheid verwacht wordt, dat daarvoor
uitgaven als door het gemeentebestuur op de
begrooting voor 1922 gebracht, voor dat be-
stuur noodzakelijk zullen worden gemaakt.
(Op de begrooting is uitgetrokken f 4000
voor de categorie A, d.w.z. de zoogenaamde
„uitgetrokkenen", daarvoor betaalt het rijk
505 terug; voorts is f 3000 geraamd voor de
categorien B, C en D, de dubbel uitgetrok-
kenen, reglementair nog niet rechthebbenden
en ongeorganiseerden, is 3000 uitgetrokken,
hetgeen geheel ten laste der gemeente komt).
Het Bureau stelt voor, aan het Gedeputeerd
college te adviseeren het door het gemeente
bestuur op de begrooting uitgetrokken bedrag
goed te keuren. Het Bureau neemt aan, dat
het door het gemeentebestuur uitgetrokken
bedrag berust op bij haar, in verband met den
toestand der laatste jaren berustende statis-
tieken.
Voor zoover het thans te voorzien is, is voor
Ter Neuzen in de eerste tijden nog geen be-
duidende vermindering der werkloosheid te
wachten. Van alle havenplaatsen is die al-
hier het ernstigst getroffen, omdat de zeevaart
nog steeds zoo goed als stil ligt. Wat het
havenbedrijf beteekent heeft men kunnen er-
varen, toen door buitengewone omstandig
heden elders, alhier schepen kwamen om te
lossen of te laden. Men kan het ook thans
■weer zien, bij het aanvoeren van enkele hout-
ladingen. Het aantal werkloozen, dat anders
gemicideld de 100 overtreft, daalt dan terstond
tot een paar tientallen.
OndanKs die enkele ladingen hout, valt nog
niet op een geregelde vaart van schepen te
rekenen. Daaitoe werken ook de omstandig
heden niet mede. De oude loskaden aan het
spoor verkeeren alle in bouwvalligen toestand.
Een deel is zeifs niet meer bruikbaar. Daar-
door heeft men, bij die luttele aanvoeren,
reeds terstond met gebrek aan ruimte te
kampen.
Er liggen thans, door de zorg van het rijk,
2 mooie havens, waarin diepgaande schepen
kunnen meeren, doch die kunnen voor het hier
noodig gebruik nog niet in aanmerking komen,
omdat net havenplateau nog niet met den
spoorweg is verbonden en van rails voorzien,
en er ook krar.en ontbreken.
Dit was dan o.m. ook oorzaak, dat een firma
alhier dezer dagen in de onmogelijkheid was
voor het maken eener offerte voor het lossen
van groote stoomschepen van schip op wagon
en omgekeerd. Dit werkt dus ook allermmst
mede, voor vermindering van werkloosheid.
Reeds tijden? de laatste oorlogsjaren is
door de oude Kamer in medewerking van den
gemeenteraad cn de Maritime Vereeniging er
op aangedrongen, een en ander gereed te
maken tegen den lijd dat de havens konden
noodig zijn. Verschillende conferenties zijn ge-
houden, adressen gericht, telegrammen ver-
zonden, waaruit ten duidelijkste de urgentie
van een en ander wercl aangetoond, zoo weer
by vernieuwing in de laatste weken. Thans n.
er toezegging, dat tot gedeeltelijke uitvoering
der noodige voorzieningen zal worden over-
gegaan. inmiddels zijn reeds mooic kansen
voorbij.
Overigens dient er de aandacht op gevestigd,
dat een groot deel der transportarbeiders
smds den crisistijd heeft getracht cioor andeien
dan havenarbeid in zijn levensonderhoud te
voorzien, en daarin ook betrekkelijk slaagde.
Na den oorlog, toen de mobilisatie eindigde
en weer veel jonge krachten naar iiuis kwa
men, ging dit moeielijker. Op het land had
men toen die krachten niet meer noodig. De
gewezen gemobiliseerden kwamen voor een
deel het leger der werkloozen nog vergrooten.
Een deel der transportarbeiders vond werk
bij bedijkingswerken in den Brakman, aan
nieuwe havenwerken en woningbouw en siuis-
werken. Die buitengewone werken zijn inmid
dels voltooid en nieuwe zijn niet in het voor-
uitzicht, terwijl er wegens de algemeene ma
laise ook geen kans is buiten Zeeuwsch-Vlaan-
deren werk te verkrijgen.
De omstandigheid dat de Ter Neuzensche
reederijen, onder directie van deii heer A. C.
Lensen, hare stoomschepen in de vaart kan
houden en deze, behoudens een deel der of-
ficieren, heeft bezet met bemanning, in hoofd-
zaak behoorende tot den kring der transport
arbeiders, verminderde sinds het vorig jaar het
aantal werkloozen met gemiddeld 70, hetgeen
dus een gelukkige omstandigheid is, doch ook
voor het oogenblik vrijwel het eenige lichtpunt.
De hervatting van de exploitatie der cokes-
fabriek te Sluiskil heeft het aantal werkloozen
in Ter Neuzen niet in die mate verminderd,
als verwacht werd. Blijkens eene mededeeling
van een lid van den gemeenteraad, in een der
vergaderingen, hebben verschillende werk-
lieden, die er vroeger werkten, en aan wie bij
het sluiten der fabriek wegens den oorlog, was
toegezegd, dat zij bij hervatting der werk-
zaamheden zouden herplaatst worden, nog
niets vernomen en kunnen zij niet in de ge
legenheid komen zich in verbinding te stellen
met den directeur.
De herhaalde pogingen van den directeur
der districts-arbeidsbeurs te Ter Neuzen om
ongeschoolde werkkrachten geplaatst te krij-
gen aan de industrieele ondernemingen te Sas
van Gent, hebben tot nu toe zeer weinig re-
sultaat op geleverd. Met name op de Spiegel-
glasfabriek werken slechts 9 procent Neder-
landsehe arbeiders. En juist in de laatste dagen
kwam bij de arbeidsbeurs een klacht in, dat
aldaar voor hulp bij montagewerk een 12-tal
ongeschoolde Belgische werkkrachten waren
aangenomen.
Of gedurende de laatste maanden van het
jaar de werkloosheid beduidend zal afnemen,
kan afhangen van de houding der directies
van de suikerfabrieken te Sas van Gent. De
directeur der arbeidsbeurs is daaromtrent op
grond zijner ervaring niet hoopvol gestemd.
Die fabrieken worden tijdens de campagne ook
voor 50 door Belgische werkkrachten bezet
en slechts aan de oude suikerfabriek is het
sinds den oorlog aan een 30tal werklieden ge-
lukt, daar tijdens de campagne te werk ge
steld te worden.
In vlasserijen hebben tijdens de crisisjaren
talrijke werklieden werk gevonden. Nevens de
zwingelaars konden daarbij ook ongeschoolde
krachten gebruikt worden. Een weinig hoop-
voile toestand waarin die industrie thans ver-
keert, geeft geen uitzicht, dat zij aanleiding
zal zijn voor verminderde werkloosheid.
Ten slotte merkt het Bureau op, dat, indien
de toestanden rooskleuriger zouden worden
dan het deze thans moet schetsen, er toch geen
bezwaar zou zijn het door Burgemeester en
Wethouders van Ter Neuzen op de begrooting
gebrachte en door de gemeenteraad goed-
gekeurde bedrag toe te staan, daar de gelden,
indien ze niet noodig zijn, ook niet worden
gebruikt. Het Bureau heeft er zich van kun
nen overtuigen, dat zoowel door de arbeids-
bemiddeling als door de besturen der organi-
saties strenge controle wordt uitgeoefend op
de werklieden tegen fraude. Indien door de
werkgevers steeds op de loonboekjes wordt
aangeteekend het aan werknemer uitbetaalde
loon, kon het niet voorkomen, dat een werk
nemer uitkeering zou ontvangen waarop hij
volgens zijn verdiensten geen aanspraak kan
maken en evenzoo kan het niet voorkomen,
dat zij die werk zouden weigeren uitkeering
genieten, indien de werkkrachten via de Ar
beidsbeurs worden aangevraagd.
De heer NEETESON is van oordeel, dat
de Kamer, door een dergelijk advies uit te
brengen,-zich op een pas begeeft, dat niet het
hare is. Hij stelt daarom voor, als advies alleen
te geven de eerste zinsnede, &n alzoo te ein-
digen bij het woord „statistieken".
Dat de Kamer verklaart, dat er werkeloos
heid heerscht, daarmede kan hij instemmen,
maar hij acht het verkeerd, om officieel als
Kamer van Koophandel zich er verder in te
mengen en de autoriteiten industrien te gaan
aanwyzen, aan wie die werkloosheid als het
ware zou te wijten zijn. Hij zou liever gezien
hebben, dat de Kamer zich daar geheel buiten
had gehouden. Indien een dergelijk advies tot
gevoig had, dat de buitenlandsche werklieden
buiten het land werden gehouden en de in
dustrie met Nederlandsche arbeiders moest
werken, zou dat een ramp voor Sas van Gent
beteekenen
De SECRETARIS deelt mede, dat het Bu
reau wel met eenige bevreemding de vraag van
Gedeputeerde Staten heeft ontvangen, om over
dit onderwerp van advies te dienen. Omdat de
leden van het Bureau wonen in de gemeente
die het betreft, was het mogelijk uit persoon-
lijke wetenschap en voorts uit inlichtingen,
verkregen van den Directeur der Districts-
Arbeidsbeurs, een gedocumenteerd advies te
ontwerpen.
De vraag is echter eenmaai gesteld, en de
Wet legt der Kamer de verplichting op, advies
te geven. Ged. Staten hebben de vraag ge
steld, nadat zij reeds uitvoerig door het ge
meentebestuur van Ter Neuzen waren inge-
licht. Het college heeft zich dus thans blijk-
baar eens ter dege op de hoogte willen stellen,
Dit in het oog houdende, zou de Kamer naar
zijn meening in naar raaix tokon sciueten, m-
Uen zy er zicn uians iuU afmaken rnei een
vyfregehg auvxes. auvies uenoon toen
gesceunu us z,ja aoor.xeittn. Het Bureau heeft
xnans saamgevat de feiten die haar uit eigen
wetenscnap en uit arnbtelijke mededeelingen
bekend zyn geworden. Door die feiten mede
te deelen stelt men zich z. i. nog geen partij
in een zaak en naar zijn overtuiging heett dn.
ook' allermmst in de Dedoeling van het Bureau
geiegen, by het samenstelien van het concept.
De heer NEETESON blijft by zijn meening,
dat het mededeelen van die omstandigheden
met van belang zyn, en zeker zijn zij met in
net beiang der Industrie, de Beigen zijn daar
voor niet door Nederandsche werklieden te
vervangen.
De heer VAN 'T HOFF acht het een moei-
lijke taak. Volgens zijn standpunt, zou een
Nederlandseh werkman voor een Belg moeten
gaan. Maar als de heer Neeteson zegt, dat
dit niet kan, dan wordt het voor de Kamer
moeiiijk om een oordeel uit te spreken. Als
beginsel zou hij echter aannemen, dat het zoo
moest zijn. Overigens gelooft hij, dat de feiten
die in het advies worden aangehaaid, ad rem
zijn, en hij kan niet zeggen: iaat die er uit.
De heer RISSEEUW sluit zich aan bij den
heer Van 't Hoff. Hij heeft met belangstel-
iing het advies gelezen en hij zou ook zeggen,
laat die mededeelingen er niet uit, want dan
ontneemt men er de ziel aan. Hij moet even-
wel erkennen, dat hij er persoonlijk mets van
weet en er dus over de zaak zelf niet kan oor-
deefen
De heer DE FEIJTER wil er ter verduide-
lijkmg der woorden van den heer Neeteson op
wijzen, dat men voor veel werk nog niet ieder
een gebruiken kan die werkman is. Het betreft
hier z. g. bootwerkers. Maar, al kunnen die
menschen goed met een kromme piekhaak
overweg of met het lossen van minene, daar
om zijn ze nog niet geschikt voor fabrieks-
werk. Van alle werk moet men ervaring heb
ben. leder najaar kan hij dat ondervinden.
Hij heeft een vaste groep bietenladers van 6
personen, maar nu gebeurt het meestal op het
laatste, dat er nog een paar menschen by ge
nomen moeten worden en dan kan men het
verschii zien, dan kunnen die nieuwe menschen
lang niet zooveel werk verrichten als die 6
geroutineerde in bietenkruien.
In de fabrieken moet men ook wei'klieden
heoben die practisch op de hoogte zijn, en dat
is de reden, dat men werkkrachten moet af wij
zen, die van hier uit aangeboden worden. Zoo
ongeveer meent hij, dat wel de bedoeling van
den heer Neeteson is.
De heer NEETESON deelt mede, dat
meermalen getracht is, met Hollandsche werk
lieden te werken, maar het bleek, dat het niet
gaat. De fabrieken hebben er ook geen finan-
cieel beiang bij, met Belgische werklieden te
werken, daar aan hen hetzelfde loon wordt
betaald als aan de Hollandsche en de over-
eenkomsten over het aigemeen ook worden
aangeguan met de Nederlandsche organisaties.
Hij herhaalt echter, dat het z. i. niet op den
weg der Kamer ligt om te oordeelen, met
welk personeel de fabrieken werken moeten.
De heer VAN MELLE acht het ook zeer
moeiiijk voor de Kamer om daarover een oor
deel uit te spreken, dat is een teer punt.
De heer VAN 'T HOFF merkt op, dat de
kwestie er door de mededeelingen van den
heer Neeteson wel wat anders voor komt te
staan, maar meent toch, dat er wel aanleiding
was om de directies eens een zachten wenk te
geven, om indiens zulks mogelijk is zoo
veel mogelijk Nederlandsche menschen te
nemen, want anders kon het ook wel eens een
gewoonte worden om Beigen te nemen.
De heer NEETESON vraagt, of de Kamer
dan haar doei niet zou voorbij streven, als ze
zou gaan aanwijzen met welke werkmenschen
de industrien moeten werken.
De heer OGGEL acht dat niet op den weg
der Kamer liggend. Hij meent, dat de direc
teur der Arbeidsbeurs kan geprezen worden,
dat hij wil trachten de menschen geplaatst te
krijgen, maar het ligt niet op den weg der
Kamer daarop verder aan te dringen.
De heer VAN 't HOFF merkt op, dat de
Kamer in het advies niet zegt, dat er iets ge-
beuren moet, maar Ged. Staten vragen naar de
waarheid en die mag toch medegedeeld
worden
De heer NEETESON zou het een groote
fout achten, indien de zinsnede betreffende
de suikerfabrieken er in werd opgenomen,
zonder meer. Als dit er in blijft, zou er z. i.
ook aan moeten toegevoegd worden, hetgeen
hij heeft meegedeeld, opdat daaruit dan blijkt,
dat het geen onwil is der directies, dat ze de
Hollandsche werklieden niet nemen. Die
menschen zijn niet geschikt om op fabrieken
te werken.
De heer NOLSON geeft nog te kennen, dat
het Bureau alleen bedoeld heeft, een overzicht
te geven van den toestand zooals die is. Ove
rigens hoopt hij, dat Gedeputeerde Staten in
het vervolg zulke vragen niet meer zullen
stellen, want het komt hem voor, dat de Kamer
zich toch niet moet gaan bemoeien met c!e
rekening der gemeente Ter Neuzen of met
welke gemeente van het vierde of vijfde
district ook.
Missehien kan aan het verlangen van den
heer Neeteson worden tegemoetgekomen, door
de bewuste clausule omtrent de suikerfabrie
ken er uit te lichten.
De heer NEETESON: Of wel door ze nader
toe te lichten.
De heeren RISSEEUW en VAN 'T HOFF
verklaren nog, dat zij, indien zij van begin
af anders waren ingelicht, zij wellicht niet
zoo zouden gesproken hebben als ze thans
deden.
De heer OGGEL wijst er nog op, dat, indien
men de zinsnede gewijd aan de suikerfabrieken
schrapt, die betreffende de spiegelglasfabriek
er ook wel uitgelicht zou moeten worden.
De heer NEETESON heeft er geen over-
wegend bezwaar tegen om ze te laten staan,
indien ze dan maar voldoende worden toege-
licht.
De VOORZITTER vraagt, of de Kamer er
mede genoegen neemt, indien het Bureau het
schrijven zoodanig verandert, dat het op dat
punt in algemeene trekken wordt gesteld.
Met algemeene stemmen wordt aldus be-
sloten.
39. Kilometerboekjes.
Ingekomen is een missive van de Kamer te
Tilburg, waarin den steun der Kamer ver-
zocht wordt, voor een door haar tot de Direc
tie der Nederlandsche spoorwegen gericht
verzoek, tot weder invoering van Kilometer
boekjes.
Het verzoek is gegrond op de overweging,
dat afschaffing dier boekjes een nadeel is ge-
weest voor den handeldrijvenden en indu-
strieelen middenstand. Voor de meesten dier
zaken is het niet loonend een volledig abonne-
ment aan te schaffen, daar hun arbeidsveld
zich uitteraard meestal niet verder uitstrekt
dan de omgeving.
Daardoor ontbreekt voor het kleinbedrijf
een voordeelige manier van reizen, terwijl het
grootbedrijf, dat dagelijks en over groote tra-
jecten haar personeel laat reizen, in een zeer
bevoorrechte positie verkeert, ten gevolge de
regeling van algemeene of groepsabonne-
menten.
Door wederinvoering van Kilometerboekjes,
ware aan die achterstelling een eind te maken,
waarom de Kamer die wederinvoering drin-
gend verzoekt.
Het Bureau stelt voor, op dit verzoek niet
in te gaan. Bij de groote tel'corten, die de
spoorwegen thans reeds hebben te boeken, zijn
verzoeken als deze, aangezien niet kan worden
verwacht, dat inwilliging, vermeerdering yan
vervoer, en dus langs dien weg versterking
van inkomsten zou kunnen tengevolge hebben,
moeielijk voor inwilliging vatbaar.
De heer OGGEL is voor, dit adres te
steunen, opdat de kleinhandel ook van goed-
koop reizen zou kunnen profiteeren.
De heer VAN MELLE voorziet niet, dat men
het krijgen zal.
De heer VAN WAESBERGHE wil het
adres ook steunen, omdat hij door goedkooper
tarief meer reizigers verwacht. Het is thans
treurig, zoo weinig passagiers men bij het
reizen in de treinen aantreft. Deze rijden
voor het kleine aantal passagiers toch. Als
er meer reizigers komen, zonder dat de ex-
ploitatiekosten verhoogen, leidt het tot ver
sterking der inkomsten. Het komt dan voortr
ook ten voordeele van den ldeinen midden
stand.
Met algemeene stemmen wordt besloten het
verzoek te steynen.
10. Financieele moeilijkheden voor de am-
bachtsscholen ten plattelande.
De heer RISSEEUW: In de vorige vergade
ring heb ik onder de aandacht van de Kamer
gebracht, of het niet noodig is, dat de Kamer
zijne medewerking verleent om er toe te ge-
raken dat de druk die de gemeenten wordt op-
gelegd, speciaal de kleine plaatsen, te helpen
verlichten.
In het bijzonder heb ik het oog op Oostburg
en Hulst.
Ter Neuzen zal ook den druk ondervinden,
maar daarvan is het zielental grooter. Voor-
af wil ik gaarne een ldein stukje geschiedenis,
een klein overzicht, geven hoe de kleine plaat
sen in deze impasse zijn geraakt.
In den loop der jaren was gebleken, dat in
Zeeuwsch-Vlaanderen, zoowel aan deze als aan
gene zijde van den Braakman, behoefte aan
dit onderwijs bestond. De aanstaande am-
bachtsman-patroon, maar ook de knecht, moest
even goed als bij andere vakken zich meer en
meer gaan onderwerpen, aan den aigemeen
zich openbarenden eisch, zijn praktijkjaren,
door een theoretische leerschool te doen voor-
afgaan. Meer en meer wordt van hem geeischt.
In beide streken werden energieke menschen
gevonden, die de zaak aanpakten; de school
werd gesticht in een bepaalde plaats, zooveel
mogelijk in een centrum geiegen; het rijk, de
provincie droeg bij, ook de gemeenten, niet
alleen in stichtingskosten, maar ook in jaar-
lijksche subsidies, en met de contribution van
de leden, en eenige particuliere inkomsten,
veelal van verlotingen en de zaak liep. De re-
geering bracht alien lof aan het particuliere
initiatief en men droomde er nog niet van, dat
binnen niet al te korten tijd de besturen van
de scholen, zouden worden gedegradeerd tot
marionetten, en tot deurwaarders voor de
respectievelijke gemeenten, om hun jaarlijks
te beteekenen, de verplichting zooveel bij te
dragen.
Was dit alles voorzien, niet onmogelijk, dat
in onze streek geen enkele ambachtsschool
stond.
Ik bepaal me bij het verdere tot de school
te Oostburg, waarvah ik de geheele levens-
geschiedenis, zoowat heb medegemaakt. Waar
alles bijna klopt met de geschiedenis te Hulst,
kunnen we ze voor beiden ongeveer gelijk
nemen.
De uitgaven en ontvangsten konden zich tot
in de eerste mobilisatiejaren gelijk houcfen,
langzamerhand, door stijging van de uitgaven
voor materialen, vuur en licht en de duurte-
toeslagen aan het personeel, werd de finan
cieele toestand moeilijker, hoewel het rijk
extra bij dragen gaf voor duurtetoeslag voor
het personeel. Evenwel de tekorten werden
grooter, en de bijdragen van gemeenten en
particulieren hielden daarmee geen gelijken
tred. Het rijk stelde een salarisregeling vast,
dat uitgekeerd moest worden aan leeraren van
scholen, die gesubsidieerd werden; wij konden
daaraan niet voldoen, omdat ons de middelen
daartoe ontbraken, en wij de schuld van de
vereeniging niet hooger wenschten op te voe-
ren, dan bij eventueele likwidatie het gebouw
en de inventaris opbrengen zou. Op het ge
bouw rust nog een hypothecaire schuld van
f 11000.
Dp uitgaven beliepen in 1909 ongeveer
f 9000; in 1916 f 13.000; in 1921 f 20.000.
Salarisverhooging vrijwillig hebben wij nooit
gegeven, alleen in den vorm van duurtetoe-
slagen, hebben wij de salarissen vermeerderd.
Toen het ontwerp Nijverheidsonderwijswet
bekend werd, heeft ons bestuur de gevaren
inziende voor onze school en de gemeenten,
getracht in allerlei vorm hulp te vinden om
de zware financieele moeilijkheden te voor
komen, te meer daar de provincie, ook zijn
subsidie zou intrekken bij de invoering van de
Wet op het N. O.
Inmiddels was dit ontwerp wet geworden in
Nov. 1921 en gaf men terugwerkende kracht
tot 1 Januari 1921.
Wij hebben bij de regeering het voorstel ge-
daan de school over te nemen en rijksschool
te maken; daamaar had men geen ooren. Hoe
wel alles gereglementeerd is, is het besjtuui
van een ambachtsschool tot figuranten ge
degradeerd. Wij hebben toen voorgesteld te
likwideeren, maar de regeering, die anders
wel eens 6 maanden noodig had, om brieven
te beantwoorden, was er toen vroeg bij de
inspecteur te sturen, met de boodschap, inge-
val van likwidatie, komen de leeraren op
wachtgeld en dus toch voor rekening van de
vereeniging.
Onze reclames hielpen niets, wij hebben er
op gewezen of dit soms de belangstelling was
voor Zeeuwsch-Vlaanderen, die men in zulke
mooie woorden deed weerklinken; het slot van
het lied is geweest, dat wij hebben moeten
betalen, een 10.000 gulden schuld hebben,
waarvan een f 6000 is terug te vorderen op
de gemeenten, die er geen zin in hebben voor-
loopig te betalen, omdat zy meenen, dat dit
niet meer kan over 1921, daar de rekeningen
over dit jaar zijn gesloten, en het Rijk te laat
is om in November aan te kondigen, dat in
Januari van hetzelfde betaald moet worden.
Nu zou ik tot deze conclusie kunnen
komen:
Bij de wet op het Nijverheidsonderwijs, is
er te weinig rekening gehouden met welke
moeilijkheden kleine plaatsen te kampen kun
nen hebben, die een Ambachtsschool bezitten.
De plaats die zoo'n school heeft, heeft deze
toevallig niet alleen voor zich zelf, maar in
het beiang van de geheele streek waarin deze
plaatsjes liggen, Frappanter voorbeeld dan
hier in Zeeuwsch-Vlaanderen zal wel moeiiijk
zijn aan te halen.
Dit is 6ok gebleken op een conferentie van
Besturen van Ambachtsscholen in deze pro
vincie, waar duidelijk bleek, dat de groote
plaatsen zich niets druk maakten om deze
wet, neen er op vooruitgingen, want nu eerst
moeten de omliggende gemeenten, die jongens
op deze school hebben, bij betalen. Van de
netto-exploitatierekening, wordt 70 betaald
door het Rijk, 30 door de gemeente waar
de school gevestfgd is, die daarvan de helft
kan verhalen, op de plaatsen, die leerlingen
sturen. Wij hebben uitgerekend, dat zoo on
geveer door een buitengemeente f 125 per
leerling moet worden betaald. Dit moet de
gemeente waar de school gevestigd is boven
dien betalen, per leerling. Voor de gemeente
Oostburg, die ruim 2500 inwoners telt en een
leerling of zeven stuurt wordt tot een bijdrage
van f 3000 -f- f 875 voor leerlingen f 3875
per jaar.
In onze omgeving, zoowel als in het vijfde
district, telt men kleine plaatsen. Bijv. bij
ons Nieuwvliet, een plaatsje van ruim 400 in
woners, Stel voor, dat dit 5 leerlingen stuurt,
wat is voorgekomen, dan kost dit 625.
Ik mee.n duidelijk te hebben aangetoond, dat
de wet er geen rekening heeft mede gehou
den, dat de kleine plaatsen door Nijverheids
onderwijswet te zwaar worden belast.
Dat het dus de taak is ten eerste van het
Rijk in dezen geest de wet te wijzigen, dat de
kleine plaatsen in den een of anderen vorm
worden geholpen, tweedens, dat de provincie
bijspringt. Hetzij deze de gemeenten bij-
springt of de scholen rechtstreeks steunt.
Nu zou ik gaarne aan het oordeel der Ka
mer onderwerpen, of zij genegen is adres-
bewegingen in dezen geest te steunen, of zich
rechtstreeks tot de betrokken lichamen te
wenden.
Ik meen, dat het op den weg ligt van de
Kamer, om zich de belangen van het Anx-
bachtsonderwijs aan te trekken, dat in onze
streek er reeds zooveel heeft toe bijgedragen,
en tal van jongens aan een mooie positie te
helpen, en de ontwikkeling, den lust van de
Ambachtslieden te helpen verhooren. Bij een
goed ontwikkelde stand van ambachtslieden,
kan iedereen slechts welvaren.
Dat zij ook nota nemen mag van gegronde
grieven, van de Vereenigingen die zich daar
mede bemoeien, en de belangen der gemeenten
die er in betrokken zijn, want ik zeg dit na-
drukkelijk, omdat er enkelingen zijn die mee
nen, waar de wet de gemeenten verplicht om
te betalen, men er zich verder niet mede moet
inlaten.
Men moet er wel rekening mede houden,
dat er slechts weinig meer zullen gevonden
worden eerlang, die missehien lust zullen gaan
gevoelen, om lid van een vereeniging te zijn, die
indirect niets anders is dan een instelling, die
de kleine gemeenten, financieel in groote
moeilijkheden brengt, en nog minder liefheb-
bers vinden zal, die lust gevoelen, een be-
stuursfunctie te vervullen; kortom wanneer de
zaak zoo blijft gaan als op dit oogenblik, zal
het ambachtsonderwijS op de kleine plaatsen
daaronder gaan lijden, of missehien verdwij-
nen. Dat het ook de taak is van de Kamer,
de belangen van dit onderwijs in het oog te
houden, naast de belangen van de streek.
De VOORZITTER is het er mede eens, dat
het tegenwoordig voor een gemeente een twij-
felachtige eer is, een ambachtsschool te heb
ben, door de thans vastgestelde nieuwe rege-
het rijk 70 der kosten betaald,
en de overige 80 voor het overgroote deel
drukken op de gemeenten waar die scholen
zijn gevestigd. Zelfs wanneer de provincie
subsidie zou geven, zou dit de gemeente nog
niet ontlasten, daar het rijk dan die provin
ciale subsidie van hare bijdrage zou aftrek-
ken. De moeilijkheden zijn ontstaan, omdat
de jaarwedden van het personeel zoo ontzet-
tend door den Minister zijn opgedreven.
De toestand i -i voor de besturen der scholen
ook verre van aangenaam. Er staat tegenover
dit en de groote financieele lasten, dat de am
bachtsscholen zeer veel nut afwerpen en van
groote beteekenis zijn voor het verder leven
van de jongens die er van kunnen genieten.
Hij is overtuigd, dat de Kamer met zeer
veel genoegen de pegingen zal steunen, die,
zooals de heer Risseeuw heeft aangekondigd,
zullen worden ondemomen.
De heer RISSEEUW deelt mede, dat het
bestuur der school van Oostburg aan het De-
partement van Binnenlandsche zaken de zaak
besprak en er ook op wees, dat hulp van de
provincie niet zou baten. Toen werd echter
gezegd: ze hebben het vroeger wel gedaan.
Men kwam er dus ook niet verder. Men houdt
vol, in Den Haag, dat deze scholen van het
particulier initiatief moeten uitgaan, maar
het bestuur heeft ten slotte niets te vertellen.
Indien dat van particulieren moet geschieden,
laat die dan ook wat te vertellen hebben. Als
het blijft, zooa^: het er nu voor staat, kunnen
de scholen geen stand houden.
De heer VAN 't HOFF betuigt ziin instem-
miug met het bet'oog van den heer Risseeuw.
Besloten wordt af te wachten hetgeen zal
gedaan worden door de besturen der "betrokken
schoten in Zeeuwsch-Vlaanderen. om alsdan
die pogingen voor het behoud der ambachts
scholen zoo krachtig mogelijk te steunen.
(Wordt vervolgd).
Huwelijks-aangiften. 3 Aug. Eduardus Jacobus de
Jonghe, oud 28 j., jm. en Carolina Vermorken, oud 25
j., jd. 9 Aug. Pieter Cornelis Sponselee, oud 29 j.,
jm. en Eleonora Serafina van Overmeire, oud 22 j.,
jd. 10 Aug. Eduard Bertrand van Jole, oud 27 j.,
jm. en Euphemia Josephina van Dommelen, oud 22
j., jd. Petrus Johannes Everaaid, oud 23 j., jm. en
Cordula Elisabeth PaulinaEveraert,oud29j.,jd. Petrus
de Vree,oud 22 j.,jm. en Bertha Maria Mathilda Brijs-
sinck, oud 20 j., jd. 29 Aug. Alphonsus Jacobus
Tieleman, oud 28 j., jm. en Pharailda Prudentia
Jonkheijm, oud 24 j., jd.
Huwelijks-voltrekkingen 12 Aug. Petrus de Rooij,
oud 19 j., jm. en Martha van Sikkelerus, oud 21 j.,
jd. 22 Aug. Eduardus Jacobus de Jonghe, oud 28 j.,
jm. en Carolina Vermorken, oud 25 j., jd. 24 Aug.
Eduard Bertrant van Jole, oud 27 j., jm. en Euphe
mia Josephina van Dommelen, oud23j,.jd. 26Aug.
Petrus de Vree, oud 22 j jm. en Bertha Maria Mathil
da Brijssinck, oud 20 j., jd. 28 Aug. Petrus Johannes
Everaard oud 23 j jm. en Cordula Elisabeth Paulina
Everaert, oud 28 j. jd.
Geboorten. 1 Aug. Anna Paulina, d. van Wille-
brordus van Gemst en van Maria Louisa van Over
meire. Helena, d. van Eduard de Bakker en van
Leonia Loffeber. 2 Aug. Elza, d. van Arthur Do-
minicus Dumoleijn en van Elisabeth Bernadina Maria
Timmermans. 6 Aug. Josephus Petrus, z. van Jan
Francies Sponselee en van Elisabeth Maria Celpaart.
11 Ang. Joseph Ferdinand Petrus Marie, z. van
Josephus Roelandt en van Leonie Goossens. 12 Aug.
Robert Petrus Johan, z. van Rene Jacobus van Dor-
selaar en van Mathilda van Remortel. 15 Aug.
Joseph Leonardus, z. van Theodorus de Kock en van
Margaretha Maria den Bulck. 18 Aug. Theodoor,
z. van Jan Ivens en van Maria Heese. 20 Ang.
Josephus. z. van Johannes Baptist van Geersdaele en
van Rozalia Isabella de Vulder. 21 Aug. Cornelia
Elisabeth, d. van Jan Baptist van Goethem en van
Mathilda Louisa Roelans. 23 Aug. Johannes Fran-
ciscus, z. van Leonardus Francies de Smit en van
Paulina Rosalia Maas. Gerarda Maria, d. van Petrus
Vioen en van Mathilda Frederica Virginia van Laere.
Overlijden. 4 Aug. Hendrika Maria Eggermont,
oud 65 j., echt. van Ludovicus Cornelissens. 15 Aug.
Jan Menu, oud 80 j. echt. van Anna Maria Lemsen.
19 Aug. Petrus van Laar, oud 38 j. echt. van Anna
Catharina Baart. 23 Aug Joseph Ferdinand Petrus
Marie Roelandt, oud 12 d., z. van Josephus en van
Leonie Goossens. 25 Aug. Maria de Smit, oud 11
m., d. van Jan F ancies en van Apolonia Cornelia
Vink. Francies Neve, oud 73 j. echt. van Rozalia
Isabella Kuijpers. '26 Aug. Livinus Calle. oud 56
j., echt. van Elizabeth Moorthamer. 26 Aug. Johan
nes Theodorus Meeuwsen, oud 79 j. z. van Andrianus
en van Catharina van But.
Huwelijks-voltrekkingen. 12 Aug. Georges Edgard
De Sutter (van Moerbeke B.) oud 29 j., jm. en
Adrienne Clothilde Marie Remerij, oud 27 j jd.
Geboorten. 1 Aug. Clara Josephina, d. van Henri-
cus Dominicus Wijnacker en van Emelie Marie Ver-
nimmen. 7 Aug Maria Louisa, d. van Emilius Buijs
en van Amelia Leonia de Yliegher. 8 Aug. Rene
Petrus, z. van Emerie Eulalie Wijnacker en van
Hpberta Maria Suij. 9 Aug. Noscarina Clementina,
d. van Alphonse van de Velde en van Martha de
Meester. 18 Aug. Gaston Theophiel, z. van August
van der Vloet en van Clemence De Vos.