»|Ei» IgPlp
^1
4 M H
i 11«
ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN.
m iw
hTMerWetT"
f
No. 7344,
Wo ens dag 30 Augustus 1923.
70e Jaar gang.
4f®| ip M
is® tpi
HIMDERWET.
Bekendmaking.
Geldleening^ ad^y" 4000,
m mmm
m ml m III Isaifi m, ru m m
**Sfcv
Gemeente ZAAMSLAG.
8IWWEHLAWD.
FEUILLETON.
De Patient van dokter
Vincent.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
ZAAMSLAG, maken bekend, dat ingevolge
leeningsbesluit, in obligatifin van /400,—
rentende maximum 6 de inschrijving is
opengesteld tot en met 9 September a.s., des
voormiddags ten 10 nre.
De storting moet geschieden voor of op
1 October a.s., in den voormiddag bij den
Gemeente-Ontvanger.
Het leeningsbesluit ligt ter Gemeente-
secretarie ter inzage.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DF. FEIJTER Pzn., Voorzitter.
STOLK Lzn., Secretaris.
DE FEESTEN TE GRONINGEN.
De Koninklijk Familie werd Maandag-
middag te 12 uur op het stadhuis door
den burgemeester met een hartelijke rede
toegesproken.
.door
HAEDON HILL.
(Geautoriseerde Vertaling.)
Dit voorval werd behoorli|k in de cou-
ranten uitgesponnen en nu begon er tee-
kening in de zaak te komen. Het bleek,
dat er ten slotte niet alfiijd in Scotland
Yard werd geslapen, en dat de modedokter
niet ontsnapt was aan de aandacht van
dat veel gesmade bureau. Twee detec
tives trokken naar Rockhaven en namen
de zaak op nun eigen manier in hhnden.
Daar ze toch in het hotel logeerden, her-
nieuwden ze natuurlijk de kennismakiiig
met Signor Biffa, die ze nog als keener
in het Stromboli-restaurant gekend had-
den. Maar de gesprekken, die ze met den
gerant voerden, waren wel verdacht lang.
En al die dagen kon Cosmo zich geen
oogenblikje vrijmaken, overkropt met
werk als hij was, nu hij ook de praktijk
van Tyzard er bij moest waarnemen. En
de scheiding van Clarice vond hij moei-
Iijk te dragen. Eigenlijk wist hij ook niet
precies, wat of hij doen moest. Hij wist
heel goed, dat hij eigenlijk alles wat hij
wist ter kennis van de autoriteiten moesti
brengen, maar hij wilde Clarice niet bloot-
stellen aan al de ellende, die een gerech-
lijk onderzoek voor haar zou me&rengen.
Als hij een woord losljet en als men de
hi nd kon leggen op Guyse en Tyzard, dan
zou er een proces aanhangig worden ge-
Hierop werd door H. M. de Koningin
het volgende geantwoord:
Mijnheer de Burgemeester,
U dankend voor de woorden, waarmede
U ons namens het gemeentebeshnir van j
Groningen en de burgerij hebt welkom ge- j
heeten, is het mij aangenaam JJ de ver-
zekering te geven, dat het ons een bijzon-
dere voldoening is, tegenwoordig te kun
nen zijn bij de herdenking van het feit
van nationale beteekenis: het ontzeti van
Groningen in het jaar 1672.
Wij gevoelen ons een met Groningens
burgerij in haar blijdschap en dankbaarr
heid, dat het moedig standhouden ^ge-
kroond werd met de overwinning en met
de bevrijding van de noordelijke gewes-
ten, gevolgd floor die van geheel den va-
derlandschen bodem. Hulde aan haar wak-
kere voorzaten, met name den dapperen
Rabenhaupt. Hun daad zal steeds eenlich-
tend voorbeeld zijn in donkere tijder., want
hun zelfopoffering en toewijding maakte
het schier onmogelijke mogelijk. Ons volk
heeft altijd op ondubbelzinnige wijze ge-
toond, hoezeer het zijn hoogste goederen
weet te waardeeren.
In Godsvrucht en vrijheid groot gewor-
den, dankt het daaraan zijn nationale een-
heid en daardoor zijn onafhankelijkszin,
de rijke ontplooii'ng van zijn geestelijk
leven, den hoogen bloei der wetenschap en
de ontwikkelijk van zijn krachten op stof-
felijk gebied.
De gehechtheid aan zijn hoogste goe
deren blijft de beste waarborg voor de
toekomst. Dit bewustzifn vormii den niet
genoeg te waardeeren grondslag, waarop
wij ondanks de moejlijke omstandigheden
met vertrouwen voortgaan te arbeiden en
te bouwen voor de toekomst.
Met groote waardeering begroet fk
steeds dien geest van opofferende toewij
ding, die ingeeft voor het vaderland te
doen wat de hand vindt om te doen.
Onze voile aandacht en werkkracht
schenkende aan de nooden en vragen van
onzen tijd en ons in eendracht sterkl ge-
voelende, moge het zijn, zooals vanouds
in moeilijke dagen: „Oranje met Neder-
land".
DE KABINETSCR1S1S.
Wij lezen in het Hdbl.:
Van doorgaans goedingelichte zijde ver-
nemen wij, dat de MaandagmidGbg Te
's-Gravenhage gehouden vergadering der
Anti-Revolutionaire Kamerclub de oplossing
van de kabinetscrisis een belangrijke
schrede verder heeft gebracht. Er zal nog
eenig overleg worden gepleegd met de ver-
tegenwoordigers der Christelijk-Historische
en Roomsch-Katholieke fracties. Doch het
staat thans vrijwel vast, dat overeenstem-
min.g omtrent het werkprogram van ^le op
de drie rechtsche partijen steunende regee-
ring zal worden verkregen. Bezuiniging op
de staatsuitgaven en versobering in den
openbaren dienst staan in dat werkprogram
op den voorgrond.
Bij den verderen gang van zaken zal met
bekwamen spoed worden gehandeld. Het
ligt namelijk in de bedoeling, met de kabi-
netsformatie gereed te komen voor de Ko
ningin de Scandinavische reis aanvaardt.
MINISTER VAN 1JSSELSTEYN.
Het schijnt thans vast te staan, dat de
Minister van Landbouw geen deel meer uit
zal maken van het nieuwe kabinet. Immers
bij de opening van de landbouwtentoon-
stelling te Groningen gewaagde hij van:
„het eind van mijn ministerschap". Al eer-
der had de Minister in een tafelrede dien
indruk gewekt, waarop toen echter eeniger-
mate een tegenspraak, in elk geval een ver-
zachtende omschrijving is gevolgd.
EEN GEDENKRAAM.
In September zal in de Scheldestraat te
's-Gravenhage geopend worden de Dr. A.
Kuyperschool. In deze school wordt een
gedenkraam geplaatst, gewijd aan het leven
en den arbeid van hem, wiens naam de
maakt, zooals er in geen jaren geweest was
en Clarice zou ais getuige tegen haar stief-
moeder moeten optreden. En dat wiide hij
haar besparen.,
Hij had nog altijd geen besluit genomen,
toen een van de beide detectives hem op
den morgen van den derden dag staande
hield, juist toen hij zijn bezoeken wilde
beginnen.
„We hebben een karweitje voor u, dok
ter wilt u met ons meegaan om eens
naar uw collega Tyzard te kijken?" zeide
de geheime politieagent. „Er zijn nog twee
anderen ook bij. Het is alleen voor den
vorm, want leven zit er in geen van drieen
meer. Zij zitten in een onderaardsch ver-
trek, dat achter den kelder van Tyzard be-
gint en dat we gevonden hebben, toen we
huiszoeking deden."
Eer. half uurtje later, nadat Cosmo vol
afschuw het onderzoek had volbracht, con-
stateerde hij, dat Leeman Tyzard gestor-
ven was van angst toen hij den afschuwe-
lijken moord zag plegen op den man die
daar met een onherkenbaar, verbrand ge-
Iaat neerlag en uit wiens papieren bleek,
dat hij Guyse was, De doodsoorzaak was
moeilijker vast te stellen bij den ouden
man, dien nog nooit iemand gezien had,
maar Cosmo meende te mogeri aannemen,
dat hij gestorven was tengevolge van de
groote inspanning, 'die hem de worsteling
met Guyse moest hebben gekost.
„Zou ik ook mogen vragen, wat u uit
dit alles besluit?" vroeg Cosmo, toen ze
weer buiten waren.<
„Zeker, dokter, Want er zai natuurlijk
een gerechtelijk onderzoek moeten volgen,
ik geloof echter niet, dat we het geheele
geval kunnen ophelderen," antwoordde de
school draagt en die in het bijzonder in de
Residentie zoovele van zijn meest vrucht-
bare jaren heeft doorleefd. Als straks de
school geopend wordt, kan er aan dit ge
denkraam misschien niet de noodige aan
dacht worden besteed en daarom vestigt de
schrijver van de „Haagsche Brieven" in "de
Stand." er nu reeds de aandacht op.
Het raam is 3.88 M. lang en 1.87
breed en geeft dus een geheel van ruim 7
vierk. M. In het midden leest men boven-
aan:
Dr. ABRAHAM KUYPER.
Strijder voor de v:ijmaking van het
onderwijs in Nederland.
Rechts staat de uil, als symbool der
wetenschap en links een opengeslagen boek
(de Bijbel). Daaronder in het midden de
bekende Kuyperkop, geflankeerd door de
vier emblemen der wetenschappen: theolo-
gie, rechtswetenschappen en de staats-
wetenschappen. Boven het portret van Dr.
Kuyper zelf met het onderschrift: Terar
dum prosim.
Onder den Kuyper-kop: Maassluis 1837
s"-Gravenhage 1920 en dan het woord, eens
door Kuyper tot de christelijke onderwijzers
gesproken: „Gij hebt met het kind in de
armen de wacht bij het kruis betrokken;
laat dat kind nooit los en laat dat kruis
nooit los!"
Daaronder volgt een stuk, waarop te zien
is het geboortehuis van Dr. Kuyper te
Maassluis en daarnaast: het eerste optreden
van Dr. Kuyper in de Nieuwe Kerk te Am
sterdam. In een volgend stuk: het gebouw
der Vrije Universiteit te Amsterdam en het
huis van Dr. Kuyper te Amsterdam.
Het onderste vak geeft de nieuwe Dr.
Kuyperschool te zien en aan de zijden vin-
den wij afgebeeld de Standaard en de
Heraut (d.w.z. niet de bladen van dezen
naam, maar de figuren te paard, die als
heraut dienst doen en de standaard ophef-
fen). Verder vindt men aan de zijkanten:
het wapen van Utrecht en de Dom: het
wapen van Den Haag en het z.g.n. Kuyper-
huis; het wapen van Beesd en het kerkje
daar en het Nederlandsche wapen met het
Torentje op het Binnenhof.
NEDERLAND EN DE RANDSTATEN.
Naar aanleiding van het bericht, aan
het Hbl. on'tleend, over een verzoek van
de Nederlandsche regeering aan de Pool-
sche om tot onderhiurdeUngen te komen
over een handelsverdrag, deelt de parle-
ments-redacteur van Het Volk nog mee,
dat hem te bevoegder plaatse is meege-
deeld, dat dit bericht een uitvloeisel moet'
zijn van het feit, dat een aanvang is ge-
maakt pogingen om te geraken tot eeniger-
lei regeling op handelsgebied tusschen ons
land en de nieuwgevormde staten als Fin
land, Polen, Tsjecho-Slowakije, Estland,
Letland, enz.
Men denkt zich de regelingen, die van
deze onderhandelingen het gevolg zouden
kunnen worden, als overeenkomsten min
of meer in den trant van de regelingen,
die thans tusschen Nederland en verschil-
Iende staten bestaan, op den voet van
meest-begunstiging enz. en in verband met
den economischen toestand van de onder-
scheiden landen.
De Nederlandsche gezant te Kopenha-
gen, die bij de randstaten geaccrediteerd
is, heeft bezoeken in de hoofdsteden daar-
van afgelegd.
PENSIOENPREMIE VOOR
AMBTENAREN.
Volgens de Katholieke vakbewegings-
kringen zou het Kabinet de premiestorting
voor het pensioen der ambtenaren hebben
bepaald op 5 pet. van het jaarloon voor
het eigen pensioen en op 3,5 pet. voor
het weduwen- en weezenpensioeneen ge-
zamenlijke korting dus van 8,5 pet. op
het salaris.
PREMIESTORTING VOOR AMBTE-
naarspensioenen.
In leidende kringen van de R.-K. vak-
detective. „Waar die oude hermiet zoo
opeens vandaan komt, is mij een raadsel,
maar diens geschiedenis zal Leeman Ty
zard wel gekend hebben. Van Sir Vincent
Carnac en kapitein Guyse wisten we het
een en ander. Deugen deden ze geen van
beiden en altijd speelden ze onder een
deken, maar wat ie eigenlijk precies uit-
voerden daar hebben we nooit recht ach
ter kunnen komen. De kapitein zorgde er
voor, dat Sir Vincent het goede soort pa-
tienten kreeg, geloof ik. Ze hadden hier
zeker ook weer een fraaie onderneming
op touw gezet, waarin dokter Tyzard de
behulpzame hand bood. Carnac was na
tuurlijk de manke gast in het hotel. Iemand
moet hun het vuur al heel na aan de sche-
nen hebben gelegd, anders hadden ze het
niet zoo ver laten komen. Biffa heeft ons
een paar belangrijke aanwijzingen gegeven.
U kan ons bijvoorbeeld niet wat licht in
deze duisternis ontsteken, dokter?
Cosmo dacht even na. Met uitzondering
van Sleath, die „er vandoor" was en op
wien in het geheel geen verdenking scheen
te vallen, waren alle misdadigers, die een
werkzaam aandeel hadden genomen, nu
dood. Hij zou zorgen, dat lady Uvedale
geen kwaad meer kon uitrichten, en dan
zou Clarice buiten gevaar zijn. Hij zag er
dus volstrekt de noodzakelijkheid niet van
in, om haar aan alle onaangenaamheden
bloot te stellen, die zij bij een gerechtelijk
onderzoek zou hebben te verduren, ais
Lady Uvedale gearresteerd werd.
„Neen, ik geloof niet, dat ik u hierin
helpen kan," zeide hij. „Maar ik begrijp
niet goed, hoe u er bij komt om een man
van Sir Vincent Carnac's reputatie te ver-
denken?"
beweging verluidt, dat de regeering beslo-
ten heeft, met ingang van 1 Januari 1923
weer c!e pensioenstorting te heffen van de j
rijksambtenaren.
EEN POOLSCH-NEDERLANDSCH
HANDELSVERDRAG?
Aan het Hbl. wordt gemeld:
Voigens de Poolsche bladen leeft de
Nederlandsche regeering verzocht -om het
aanknoopen van onderhandelingen inzake
het sluiten van een handelsverdrag.
Het Poolsche kabinet zou speciaai belang
stellen in de vilthoedenindustrie, daar Po-
ien tot de landen behoort, die de meest'e
hazenveilen bewerken, terwijl het geen
vilthoedenindustrie bezit.
DE HERSTELLING VAN DE OMGEVING
DER CRANJE-GRAVEN IN DE NIEUWE
KERK TE DELFT.
in verbanu met de plannen tot restaura-
tie van het koor der Nieuwe Kerk te Delft
scnrijft de heer A. M. v. H. het volgende:
Het koor van de Nieuwe kerk te Delft
zal gerestaureerd worden. In alle provin-
cieen van het land neboen zich comite's
gevormd om bijdragen tot het doel in te
zameien. inderaaad geldt het hier een
ianosoelang. Dit koor immers bevat de
gedenkteekenen en de graven van onze
Uranje-vorsten. Dit teit zelf is aigemeen
bekend, maar Ijet is weilicht met over-
bodig, dat eenige bijzonderheden worden
medegedeeid aarigaande de kerk, het koor,
de monumenten en de Oranjes, die in net
koor rusten.
De Nieuwe Kerk, oorspronkelijk gewijd
aan de Heilige Maagd, later aan St Ursula,
is in gothischen stijl gebouwd van 1383 tot
1496. Zij heeft een toren en bestaat voorts
uit een schip van drie beuken en een koor.
Door goed bedoelde, 'maar slecht uitge-
voerde herstellingen in de eerste helft der
19e eeuw heeft het inwendige zeer geleden.
Een vlakke zoidermg verbergt in het mid-
denschip en het koor de oorspronkelijke
gewelven; de rnuren en de zandsteenen
zuilen zijn bedekt door een dikke laag
kalk.
bertijds waren van buiten tegen het koor
huisjes aangebouwd en in verband hier-
mede zijn verscheiden koorramen gedeelte-
lijk dicht gemetseld. De huisjes zijn thans
verdwenen, maar de ramen bleven tot dus-
verre niisvormd. Ook de ongelijke vloer
van het koor heeft verniewing noodig.
Midden in dit armelijke en zwaar ge-
schonden koor prijkt nu het prachtige
praaigraf van Prins Willem I, gebouwd
op last van de Staten-Generaal door Hen-
drik de Keijzer en zijn oudsten zoon Pie-
ter in de jaren 1614—1622. Op een stee-
nen verhooging staat de tombe, eveneens
van steen, waarop een witmarmeren beeld
van den Prins rust. Aan het hootdeinde
is een tweede beeld geplaatst, dat den
Vorst voorstelt in wapenrusting, zittend op
een zetel met kussen. Dit beeld is van
metaal. Aan het voeteinde staat een prach
tige metalen Faam, Om de tombe verheffen
zich 22 zuilen van zwart manner, met
wit marmeren voetstukken en kapi-
tooen. Zij zijn bekroond met gebogen fron
tons van wit mariner. Tusschen de kolom-
men zijn nissen van wit marmer opgesteld
behangen met gekleurde wapenschilden.
Op voetstukken en in steenen nissen staan
aan de vier hoeken van het gedenkteeken
metalen vrouwenbeelden, die de Gerech-
tigheid, de Vrijheid, den Godsdienst en
de Dapperheid voorstellen van passende
attributen voorzien zijn.
Op verschillende plaatsen zijn opschrif-
ten aangebracht o.a. Je maintiendrai piete
et justice (Ik zal godsdienst en gerechtig-
heid handhaven). Een zwarte steenen plaat
draagt in gulden letters een opsoinming in
het latijn van de groote daden, door den
Prins verricht.
Rechts achter het monument bij den
koorwand, ziet men het gedenkteeken van
koning Willem I, in 1847 door W. Geefs
vervaardigd. Op een granieten voetstuk
De detective lachte eens. „Waarde dok
ter," zeide hij, „als u maar eens wat meer
wist van die „goede reputaties" van
philanthropen en adel, dan zoudt u rillen
van afschuw. Sir Vincent Carnac is zelfs
een paar jaar geleden onder een anderen
naam verhoord en heiaas vrijgesproken,
omdat men hem beschuldigde van moord
op een oom van hem. Met diens geld is
het hem gelukt om uw ambt fie aanvaar-
den. En dien moord heeft hij begaan, dok
ter, zoo zeker als tweemaai twee vier is.
Het is een vreemde wereld en heel veel
vertrouwen in de menschen hebben wij in
ons vak niet meer."
„Dat is de Sinai, liefste. Daar gindsch,
die donkerblauwe schaduw. Nu zijn we op
dezelfde plaats, voor zoover ik dat ten-
minste op zee bepalen kan, waar de „Me-
lita" was, toen je mij zoo'n verdriet deedt,
door met te vertellen, dat je van Marseille
af over land verder zou reizen om mij
alleen achter te laten."
,,Nu, deze reis zal ik dan maar heelemaal
met je maken," zeide mevrouw Clarice
Lynne met een ondeugenden blik naar haar
man, die naast haar op een dekstoel zat.
„Zeg, zouden we genoeg ijs hebben. Ik
verlang zoo naar een koude kwast."
„Zebby", riep Cosmo.
Uit het kajuithuis van het mooie jacht,
dat de Roode Zee doorploegde, kwam een
keurig knechtje te voorschijn, dat met
grooten ernst de bevelen aanhoorde.
„Dat lieve kind", zeide Clarice weemoe-
dig, toen hij weer verdwenen was. „Wat
zou er zonder hem van ons geworden
zijn."
„Toe, denk daar nu niet aan," smeekte
leunt het wit marmeren beeld van den Ko
ning tegen een liggenden leeuw, eveneens
van wit marmer. Dit monument, afkom-
stig uit net kasteel Rahe bij Aken, werd
aangekocht door de regeering en in 1905
naar Delft overgebracht.
Meer naar links is tegen den muur van
het koor een gedenkteeken voor prins Wil
lem George FrederiR, broeder van koning
Willem I, aangebracht. Canova schiep dit
schoone kunstwerk in de jaren 18061808.
Het is van wit marmer en stelt in relief
een vrouw voor, die voorover gebogen op
een lagen stoel zit. Het hoofd rust op de
rechterhand, de linker iigt in den schoot.
Een pelikaan, het zinnebeeld der trouwe
liefde vergezelt deze figuur, waarboven
het woord: Pietas (Vrouwenliefde) is m-
gebeiteld.
Prins Willem George Frederik is uit
den aard der zaak veel minder bekend dan
zijn broeder. Op jeugdigen leeftijd onder-
scneidde hij zich in den oorlog tegen
Frankrij'k gedurende de jaren 1793 en 1794.
Na het vertrek der stadhouderlijke fami
lie in 1795 trad de prins in Oostenrijkschen
dienst. Met het leger van den Nederrijn
maakte hij den veldtocht van 1796 tegen
de Franschen mee. Twee jaar later werd
hij opperbevelhebber van het Oostenrijk-
sche leger in Italie en kort daarna (6
Januari 1799) overleed hij te Padua, waar
hij in de kerk van het Heremietenklooster
werd begraven. Het gedenkteeken, een
waar meesterwerk van Canova, heeft tot
1896 die kerk versierd, in dit jaar werden
het stoffelijk overschot van den Prins en
het monument naar Delft overgebracht.
Links van dit kunstwerk bevindt zich
een eenvoudig gedenkteeken van prins
Willem- Alexander Ernest Casimir, zoon
van koning Willem II, en de Russische
grootvorstin Anna Paulowna. Hij overleed
22 October 1822, weinige maanden oud.
Eenige schreden verder is het monument
van Hugo de Groot, onzen grooten rechts-
geleerde, geplaatst. De Delftenaar "H. v.
Zwol vervaardigde het in 1781. Een stee
nen verhevenheid van drie treden draagt
twee hardsteenen pilasters, waarboven zich
een frontispice verheft. Tusschen de pi
lasters ziet men een nis, waarin een pyra-
mide staat van zwarten steen, waarover
een kleed hangt van wit marmer. nlen
buste van De Groot is voor de pyramide
geplaatst en zij wordt vergezeld door een
kinderfiguur, met een neerhangende falc-
kel in de hand. De andere hand rust op
het wapenschild van De Groot. Links
van de buste staat een witfie steen met een
Latijnsch gedicht in zwarte letfiers, waar
in de groote geleerde, het „prodigium
Europae" het „wonder van Europa" wordt
gehuldigd.
De bezoeker wordt pijnlijk getroffen
door de scherpe tegenstelling, welke be
staat tusschen de ger.oemde, voor het
meerendee! buitengecvoon luisterriike mo
numenten en de troostelooze leelijkheid
van de omgeving. Maar er is nog een be
langrijke reden, die elk warm vaderlander
de plannen tot restauratie van het koor
moet doen steunen, onder het mausoleum
van den grooten Zwifger ligt de grafkelder
der Oranje's, aan wie het land zoo veel
heeft te danken. De kelder is aangelegd in
het laatst dier 16e eeuw en vergroot in
1822. De belangrijkste leden van het vor-
stelijk geslacht, v/ier stoffelijk overschot
hier is bijgezet, zijn:
Prins Willem I, overleden 10 Juli 1584;
Louise de Colignv, gemalin van den
Prins, overleden 9 October 1620;
prins Maurits, overleden 23 April 1625;
prins Frederik Hendrik, overleden 14
Maart 1647;
prins Willem 11, overleden 6 November
1650;
Amalia van Solms, gemalin van Frede
rik Hendrik, overleden 8 Augustus 1675;
prins Willem IV, overleden 22 October
1751;
Cosmo, „Dat is allemaai geleden en ver-
geten. Ik moet je een nieuwtje vertellen,
dat ik opgediept heb uit de Rcckhavensche
courant. Je weet wel, die is ons naar Port
Said opgestuurd. Signor Biffa, de gerant
van het hotel, is getrouwd met Stelia
Sleath. Een eigenaardig paar, maar we
moeten ze toch maar een cadeau zenden,
als wij weer terug zijn. Als Stella mij dien
dag niet gewaarschuwd had, aan zou het
plannetje van Sir Vincent gelukt zijn. Ge-
lukkig dat haar vader heeft kunnen ont-
snappen, dat heeft ons veel moeite be-
spaard, maar dit huwelijk verkiaart veel.
Dat was waarschijnlijk de afspraak. Biffa
mocht zijn aanstaanden schoonvader niet
verraden. De ex-burgemeester var. Rock-
haven zai nu wel een bloeiende boerderij
ergens in Californie bezitten."
„Alles is nu zoo goed en ik will nu
geen onaangename dingen meer aanroeren,
Maar wat zou er toch geworden zijn van
die ongelukkige vrouw in Parijs," zeide de
jonge vrouw, die 'n groot medeiijden voel-
de voor minderjbevoorrechten.
Cosmo gaf geen antwoord, want Zebby
uitgedost in wit linnen met zilveren knoo-
pen, kwam juist den verfrisschenden dronk
voor Clarice brengen, dus deed hij maar,
als had hij de vraag niet gehoord. Maar
dezelfde courant, ''die hem het andere
nieuwtje had meegedeeld, behelsde een be-
richtje, dat Lady Uvedale in het derde-
rangs pension te Parijs, waarheen men
haar had laten vertrekken, overleden was
ten gevolge van een overmatig gebruik!
van morphine. Maar hij wilde het schoone
heden nu niet bederven door zulk een wan-
klank uit het donkere verleden.
EINDE.
BHBnHHHHBMMBMMHMnnMMflMBn
mtatKBSBsaKKKKammBstssuemKmssmaMmastmKk.
- i
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend, dat het verzoek van CORNELIS 1
MEIJER te Ter Neuzen, oin op het perceel, ka-
dastraat bekend in sectie L, No. 1741 een motor tot
het malen van graan enz. te mogen plaatsen en in
werking brengen, door hen is ingewilhgd.
Ter Neuzen, 28 Augustus 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. HUIZ1NGA.
De Secretaris,
B. I. ZONNEVIJLLE.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter openbare kennis, dat ter gemeente-
secretarie ter inzage iigt een verzoek met bijlagen
van de ASSOCIATION COOPERATIEYE ZELAN-
DAISE DE CARBONISATION te Sluiskil, om
VERGTJyNIWG tot het weder in gebruik ne-
men van de Cokesovens met toebehooren. op de
perceelen, kadastraal bekend in Sectie G., no. 274,
1578 en 1585.
Op Maandag den 11 Sept. a.s., des namiddags drie
uur, zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om
bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in
te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe
te lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagenvoor het bovenge-
melde tijdstip, ter secretarie der gemeente kennis
nemen van de ter zake ingekomen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er op
gevestigd, dat voigens de bestaande jurisprudentie
niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen-
komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden
dag voor het gemeentebestuur zijn versehenen, ten
einde hun bezwaren mondeling toe te lichten_
Ter Neuzen, 28 Augustus 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. H U I Z I N G A.
De Secretaris,
B. I. ZONNEVIJLLE.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij
deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden, dat
het door den Directenr der Directe Belastingen enz.
te Breda den 24 Augustus 1922 invorderbaar
verklaarde kohier van de Personeelebelasting dezer
gemeente, over het jaar 1922, No. 21 (kom) op heden
aan den Ontvanger der Directe Belastingen, ter invor-
dering is ter hand ges^eld en dat ieder verplicht is
zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet,
te voldoen.
Ter Neuzen, den 29 Augustus 1922.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.