»|Ei» IgPlp ^1 4 M H i 11« ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN. m iw hTMerWetT" f No. 7344, Wo ens dag 30 Augustus 1923. 70e Jaar gang. 4f®| ip M is® tpi HIMDERWET. Bekendmaking. Geldleening^ ad^y" 4000, m mmm m ml m III Isaifi m, ru m m **Sfcv Gemeente ZAAMSLAG. 8IWWEHLAWD. FEUILLETON. De Patient van dokter Vincent. Burgemeester en Wethouders der Gemeente ZAAMSLAG, maken bekend, dat ingevolge leeningsbesluit, in obligatifin van /400,— rentende maximum 6 de inschrijving is opengesteld tot en met 9 September a.s., des voormiddags ten 10 nre. De storting moet geschieden voor of op 1 October a.s., in den voormiddag bij den Gemeente-Ontvanger. Het leeningsbesluit ligt ter Gemeente- secretarie ter inzage. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JOH. DF. FEIJTER Pzn., Voorzitter. STOLK Lzn., Secretaris. DE FEESTEN TE GRONINGEN. De Koninklijk Familie werd Maandag- middag te 12 uur op het stadhuis door den burgemeester met een hartelijke rede toegesproken. .door HAEDON HILL. (Geautoriseerde Vertaling.) Dit voorval werd behoorli|k in de cou- ranten uitgesponnen en nu begon er tee- kening in de zaak te komen. Het bleek, dat er ten slotte niet alfiijd in Scotland Yard werd geslapen, en dat de modedokter niet ontsnapt was aan de aandacht van dat veel gesmade bureau. Twee detec tives trokken naar Rockhaven en namen de zaak op nun eigen manier in hhnden. Daar ze toch in het hotel logeerden, her- nieuwden ze natuurlijk de kennismakiiig met Signor Biffa, die ze nog als keener in het Stromboli-restaurant gekend had- den. Maar de gesprekken, die ze met den gerant voerden, waren wel verdacht lang. En al die dagen kon Cosmo zich geen oogenblikje vrijmaken, overkropt met werk als hij was, nu hij ook de praktijk van Tyzard er bij moest waarnemen. En de scheiding van Clarice vond hij moei- Iijk te dragen. Eigenlijk wist hij ook niet precies, wat of hij doen moest. Hij wist heel goed, dat hij eigenlijk alles wat hij wist ter kennis van de autoriteiten moesti brengen, maar hij wilde Clarice niet bloot- stellen aan al de ellende, die een gerech- lijk onderzoek voor haar zou me&rengen. Als hij een woord losljet en als men de hi nd kon leggen op Guyse en Tyzard, dan zou er een proces aanhangig worden ge- Hierop werd door H. M. de Koningin het volgende geantwoord: Mijnheer de Burgemeester, U dankend voor de woorden, waarmede U ons namens het gemeentebeshnir van j Groningen en de burgerij hebt welkom ge- j heeten, is het mij aangenaam JJ de ver- zekering te geven, dat het ons een bijzon- dere voldoening is, tegenwoordig te kun nen zijn bij de herdenking van het feit van nationale beteekenis: het ontzeti van Groningen in het jaar 1672. Wij gevoelen ons een met Groningens burgerij in haar blijdschap en dankbaarr heid, dat het moedig standhouden ^ge- kroond werd met de overwinning en met de bevrijding van de noordelijke gewes- ten, gevolgd floor die van geheel den va- derlandschen bodem. Hulde aan haar wak- kere voorzaten, met name den dapperen Rabenhaupt. Hun daad zal steeds eenlich- tend voorbeeld zijn in donkere tijder., want hun zelfopoffering en toewijding maakte het schier onmogelijke mogelijk. Ons volk heeft altijd op ondubbelzinnige wijze ge- toond, hoezeer het zijn hoogste goederen weet te waardeeren. In Godsvrucht en vrijheid groot gewor- den, dankt het daaraan zijn nationale een- heid en daardoor zijn onafhankelijkszin, de rijke ontplooii'ng van zijn geestelijk leven, den hoogen bloei der wetenschap en de ontwikkelijk van zijn krachten op stof- felijk gebied. De gehechtheid aan zijn hoogste goe deren blijft de beste waarborg voor de toekomst. Dit bewustzifn vormii den niet genoeg te waardeeren grondslag, waarop wij ondanks de moejlijke omstandigheden met vertrouwen voortgaan te arbeiden en te bouwen voor de toekomst. Met groote waardeering begroet fk steeds dien geest van opofferende toewij ding, die ingeeft voor het vaderland te doen wat de hand vindt om te doen. Onze voile aandacht en werkkracht schenkende aan de nooden en vragen van onzen tijd en ons in eendracht sterkl ge- voelende, moge het zijn, zooals vanouds in moeilijke dagen: „Oranje met Neder- land". DE KABINETSCR1S1S. Wij lezen in het Hdbl.: Van doorgaans goedingelichte zijde ver- nemen wij, dat de MaandagmidGbg Te 's-Gravenhage gehouden vergadering der Anti-Revolutionaire Kamerclub de oplossing van de kabinetscrisis een belangrijke schrede verder heeft gebracht. Er zal nog eenig overleg worden gepleegd met de ver- tegenwoordigers der Christelijk-Historische en Roomsch-Katholieke fracties. Doch het staat thans vrijwel vast, dat overeenstem- min.g omtrent het werkprogram van ^le op de drie rechtsche partijen steunende regee- ring zal worden verkregen. Bezuiniging op de staatsuitgaven en versobering in den openbaren dienst staan in dat werkprogram op den voorgrond. Bij den verderen gang van zaken zal met bekwamen spoed worden gehandeld. Het ligt namelijk in de bedoeling, met de kabi- netsformatie gereed te komen voor de Ko ningin de Scandinavische reis aanvaardt. MINISTER VAN 1JSSELSTEYN. Het schijnt thans vast te staan, dat de Minister van Landbouw geen deel meer uit zal maken van het nieuwe kabinet. Immers bij de opening van de landbouwtentoon- stelling te Groningen gewaagde hij van: „het eind van mijn ministerschap". Al eer- der had de Minister in een tafelrede dien indruk gewekt, waarop toen echter eeniger- mate een tegenspraak, in elk geval een ver- zachtende omschrijving is gevolgd. EEN GEDENKRAAM. In September zal in de Scheldestraat te 's-Gravenhage geopend worden de Dr. A. Kuyperschool. In deze school wordt een gedenkraam geplaatst, gewijd aan het leven en den arbeid van hem, wiens naam de maakt, zooals er in geen jaren geweest was en Clarice zou ais getuige tegen haar stief- moeder moeten optreden. En dat wiide hij haar besparen., Hij had nog altijd geen besluit genomen, toen een van de beide detectives hem op den morgen van den derden dag staande hield, juist toen hij zijn bezoeken wilde beginnen. „We hebben een karweitje voor u, dok ter wilt u met ons meegaan om eens naar uw collega Tyzard te kijken?" zeide de geheime politieagent. „Er zijn nog twee anderen ook bij. Het is alleen voor den vorm, want leven zit er in geen van drieen meer. Zij zitten in een onderaardsch ver- trek, dat achter den kelder van Tyzard be- gint en dat we gevonden hebben, toen we huiszoeking deden." Eer. half uurtje later, nadat Cosmo vol afschuw het onderzoek had volbracht, con- stateerde hij, dat Leeman Tyzard gestor- ven was van angst toen hij den afschuwe- lijken moord zag plegen op den man die daar met een onherkenbaar, verbrand ge- Iaat neerlag en uit wiens papieren bleek, dat hij Guyse was, De doodsoorzaak was moeilijker vast te stellen bij den ouden man, dien nog nooit iemand gezien had, maar Cosmo meende te mogeri aannemen, dat hij gestorven was tengevolge van de groote inspanning, 'die hem de worsteling met Guyse moest hebben gekost. „Zou ik ook mogen vragen, wat u uit dit alles besluit?" vroeg Cosmo, toen ze weer buiten waren.< „Zeker, dokter, Want er zai natuurlijk een gerechtelijk onderzoek moeten volgen, ik geloof echter niet, dat we het geheele geval kunnen ophelderen," antwoordde de school draagt en die in het bijzonder in de Residentie zoovele van zijn meest vrucht- bare jaren heeft doorleefd. Als straks de school geopend wordt, kan er aan dit ge denkraam misschien niet de noodige aan dacht worden besteed en daarom vestigt de schrijver van de „Haagsche Brieven" in "de Stand." er nu reeds de aandacht op. Het raam is 3.88 M. lang en 1.87 breed en geeft dus een geheel van ruim 7 vierk. M. In het midden leest men boven- aan: Dr. ABRAHAM KUYPER. Strijder voor de v:ijmaking van het onderwijs in Nederland. Rechts staat de uil, als symbool der wetenschap en links een opengeslagen boek (de Bijbel). Daaronder in het midden de bekende Kuyperkop, geflankeerd door de vier emblemen der wetenschappen: theolo- gie, rechtswetenschappen en de staats- wetenschappen. Boven het portret van Dr. Kuyper zelf met het onderschrift: Terar dum prosim. Onder den Kuyper-kop: Maassluis 1837 s"-Gravenhage 1920 en dan het woord, eens door Kuyper tot de christelijke onderwijzers gesproken: „Gij hebt met het kind in de armen de wacht bij het kruis betrokken; laat dat kind nooit los en laat dat kruis nooit los!" Daaronder volgt een stuk, waarop te zien is het geboortehuis van Dr. Kuyper te Maassluis en daarnaast: het eerste optreden van Dr. Kuyper in de Nieuwe Kerk te Am sterdam. In een volgend stuk: het gebouw der Vrije Universiteit te Amsterdam en het huis van Dr. Kuyper te Amsterdam. Het onderste vak geeft de nieuwe Dr. Kuyperschool te zien en aan de zijden vin- den wij afgebeeld de Standaard en de Heraut (d.w.z. niet de bladen van dezen naam, maar de figuren te paard, die als heraut dienst doen en de standaard ophef- fen). Verder vindt men aan de zijkanten: het wapen van Utrecht en de Dom: het wapen van Den Haag en het z.g.n. Kuyper- huis; het wapen van Beesd en het kerkje daar en het Nederlandsche wapen met het Torentje op het Binnenhof. NEDERLAND EN DE RANDSTATEN. Naar aanleiding van het bericht, aan het Hbl. on'tleend, over een verzoek van de Nederlandsche regeering aan de Pool- sche om tot onderhiurdeUngen te komen over een handelsverdrag, deelt de parle- ments-redacteur van Het Volk nog mee, dat hem te bevoegder plaatse is meege- deeld, dat dit bericht een uitvloeisel moet' zijn van het feit, dat een aanvang is ge- maakt pogingen om te geraken tot eeniger- lei regeling op handelsgebied tusschen ons land en de nieuwgevormde staten als Fin land, Polen, Tsjecho-Slowakije, Estland, Letland, enz. Men denkt zich de regelingen, die van deze onderhandelingen het gevolg zouden kunnen worden, als overeenkomsten min of meer in den trant van de regelingen, die thans tusschen Nederland en verschil- Iende staten bestaan, op den voet van meest-begunstiging enz. en in verband met den economischen toestand van de onder- scheiden landen. De Nederlandsche gezant te Kopenha- gen, die bij de randstaten geaccrediteerd is, heeft bezoeken in de hoofdsteden daar- van afgelegd. PENSIOENPREMIE VOOR AMBTENAREN. Volgens de Katholieke vakbewegings- kringen zou het Kabinet de premiestorting voor het pensioen der ambtenaren hebben bepaald op 5 pet. van het jaarloon voor het eigen pensioen en op 3,5 pet. voor het weduwen- en weezenpensioeneen ge- zamenlijke korting dus van 8,5 pet. op het salaris. PREMIESTORTING VOOR AMBTE- naarspensioenen. In leidende kringen van de R.-K. vak- detective. „Waar die oude hermiet zoo opeens vandaan komt, is mij een raadsel, maar diens geschiedenis zal Leeman Ty zard wel gekend hebben. Van Sir Vincent Carnac en kapitein Guyse wisten we het een en ander. Deugen deden ze geen van beiden en altijd speelden ze onder een deken, maar wat ie eigenlijk precies uit- voerden daar hebben we nooit recht ach ter kunnen komen. De kapitein zorgde er voor, dat Sir Vincent het goede soort pa- tienten kreeg, geloof ik. Ze hadden hier zeker ook weer een fraaie onderneming op touw gezet, waarin dokter Tyzard de behulpzame hand bood. Carnac was na tuurlijk de manke gast in het hotel. Iemand moet hun het vuur al heel na aan de sche- nen hebben gelegd, anders hadden ze het niet zoo ver laten komen. Biffa heeft ons een paar belangrijke aanwijzingen gegeven. U kan ons bijvoorbeeld niet wat licht in deze duisternis ontsteken, dokter? Cosmo dacht even na. Met uitzondering van Sleath, die „er vandoor" was en op wien in het geheel geen verdenking scheen te vallen, waren alle misdadigers, die een werkzaam aandeel hadden genomen, nu dood. Hij zou zorgen, dat lady Uvedale geen kwaad meer kon uitrichten, en dan zou Clarice buiten gevaar zijn. Hij zag er dus volstrekt de noodzakelijkheid niet van in, om haar aan alle onaangenaamheden bloot te stellen, die zij bij een gerechtelijk onderzoek zou hebben te verduren, ais Lady Uvedale gearresteerd werd. „Neen, ik geloof niet, dat ik u hierin helpen kan," zeide hij. „Maar ik begrijp niet goed, hoe u er bij komt om een man van Sir Vincent Carnac's reputatie te ver- denken?" beweging verluidt, dat de regeering beslo- ten heeft, met ingang van 1 Januari 1923 weer c!e pensioenstorting te heffen van de j rijksambtenaren. EEN POOLSCH-NEDERLANDSCH HANDELSVERDRAG? Aan het Hbl. wordt gemeld: Voigens de Poolsche bladen leeft de Nederlandsche regeering verzocht -om het aanknoopen van onderhandelingen inzake het sluiten van een handelsverdrag. Het Poolsche kabinet zou speciaai belang stellen in de vilthoedenindustrie, daar Po- ien tot de landen behoort, die de meest'e hazenveilen bewerken, terwijl het geen vilthoedenindustrie bezit. DE HERSTELLING VAN DE OMGEVING DER CRANJE-GRAVEN IN DE NIEUWE KERK TE DELFT. in verbanu met de plannen tot restaura- tie van het koor der Nieuwe Kerk te Delft scnrijft de heer A. M. v. H. het volgende: Het koor van de Nieuwe kerk te Delft zal gerestaureerd worden. In alle provin- cieen van het land neboen zich comite's gevormd om bijdragen tot het doel in te zameien. inderaaad geldt het hier een ianosoelang. Dit koor immers bevat de gedenkteekenen en de graven van onze Uranje-vorsten. Dit teit zelf is aigemeen bekend, maar Ijet is weilicht met over- bodig, dat eenige bijzonderheden worden medegedeeid aarigaande de kerk, het koor, de monumenten en de Oranjes, die in net koor rusten. De Nieuwe Kerk, oorspronkelijk gewijd aan de Heilige Maagd, later aan St Ursula, is in gothischen stijl gebouwd van 1383 tot 1496. Zij heeft een toren en bestaat voorts uit een schip van drie beuken en een koor. Door goed bedoelde, 'maar slecht uitge- voerde herstellingen in de eerste helft der 19e eeuw heeft het inwendige zeer geleden. Een vlakke zoidermg verbergt in het mid- denschip en het koor de oorspronkelijke gewelven; de rnuren en de zandsteenen zuilen zijn bedekt door een dikke laag kalk. bertijds waren van buiten tegen het koor huisjes aangebouwd en in verband hier- mede zijn verscheiden koorramen gedeelte- lijk dicht gemetseld. De huisjes zijn thans verdwenen, maar de ramen bleven tot dus- verre niisvormd. Ook de ongelijke vloer van het koor heeft verniewing noodig. Midden in dit armelijke en zwaar ge- schonden koor prijkt nu het prachtige praaigraf van Prins Willem I, gebouwd op last van de Staten-Generaal door Hen- drik de Keijzer en zijn oudsten zoon Pie- ter in de jaren 1614—1622. Op een stee- nen verhooging staat de tombe, eveneens van steen, waarop een witmarmeren beeld van den Prins rust. Aan het hootdeinde is een tweede beeld geplaatst, dat den Vorst voorstelt in wapenrusting, zittend op een zetel met kussen. Dit beeld is van metaal. Aan het voeteinde staat een prach tige metalen Faam, Om de tombe verheffen zich 22 zuilen van zwart manner, met wit marmeren voetstukken en kapi- tooen. Zij zijn bekroond met gebogen fron tons van wit mariner. Tusschen de kolom- men zijn nissen van wit marmer opgesteld behangen met gekleurde wapenschilden. Op voetstukken en in steenen nissen staan aan de vier hoeken van het gedenkteeken metalen vrouwenbeelden, die de Gerech- tigheid, de Vrijheid, den Godsdienst en de Dapperheid voorstellen van passende attributen voorzien zijn. Op verschillende plaatsen zijn opschrif- ten aangebracht o.a. Je maintiendrai piete et justice (Ik zal godsdienst en gerechtig- heid handhaven). Een zwarte steenen plaat draagt in gulden letters een opsoinming in het latijn van de groote daden, door den Prins verricht. Rechts achter het monument bij den koorwand, ziet men het gedenkteeken van koning Willem I, in 1847 door W. Geefs vervaardigd. Op een granieten voetstuk De detective lachte eens. „Waarde dok ter," zeide hij, „als u maar eens wat meer wist van die „goede reputaties" van philanthropen en adel, dan zoudt u rillen van afschuw. Sir Vincent Carnac is zelfs een paar jaar geleden onder een anderen naam verhoord en heiaas vrijgesproken, omdat men hem beschuldigde van moord op een oom van hem. Met diens geld is het hem gelukt om uw ambt fie aanvaar- den. En dien moord heeft hij begaan, dok ter, zoo zeker als tweemaai twee vier is. Het is een vreemde wereld en heel veel vertrouwen in de menschen hebben wij in ons vak niet meer." „Dat is de Sinai, liefste. Daar gindsch, die donkerblauwe schaduw. Nu zijn we op dezelfde plaats, voor zoover ik dat ten- minste op zee bepalen kan, waar de „Me- lita" was, toen je mij zoo'n verdriet deedt, door met te vertellen, dat je van Marseille af over land verder zou reizen om mij alleen achter te laten." ,,Nu, deze reis zal ik dan maar heelemaal met je maken," zeide mevrouw Clarice Lynne met een ondeugenden blik naar haar man, die naast haar op een dekstoel zat. „Zeg, zouden we genoeg ijs hebben. Ik verlang zoo naar een koude kwast." „Zebby", riep Cosmo. Uit het kajuithuis van het mooie jacht, dat de Roode Zee doorploegde, kwam een keurig knechtje te voorschijn, dat met grooten ernst de bevelen aanhoorde. „Dat lieve kind", zeide Clarice weemoe- dig, toen hij weer verdwenen was. „Wat zou er zonder hem van ons geworden zijn." „Toe, denk daar nu niet aan," smeekte leunt het wit marmeren beeld van den Ko ning tegen een liggenden leeuw, eveneens van wit marmer. Dit monument, afkom- stig uit net kasteel Rahe bij Aken, werd aangekocht door de regeering en in 1905 naar Delft overgebracht. Meer naar links is tegen den muur van het koor een gedenkteeken voor prins Wil lem George FrederiR, broeder van koning Willem I, aangebracht. Canova schiep dit schoone kunstwerk in de jaren 18061808. Het is van wit marmer en stelt in relief een vrouw voor, die voorover gebogen op een lagen stoel zit. Het hoofd rust op de rechterhand, de linker iigt in den schoot. Een pelikaan, het zinnebeeld der trouwe liefde vergezelt deze figuur, waarboven het woord: Pietas (Vrouwenliefde) is m- gebeiteld. Prins Willem George Frederik is uit den aard der zaak veel minder bekend dan zijn broeder. Op jeugdigen leeftijd onder- scneidde hij zich in den oorlog tegen Frankrij'k gedurende de jaren 1793 en 1794. Na het vertrek der stadhouderlijke fami lie in 1795 trad de prins in Oostenrijkschen dienst. Met het leger van den Nederrijn maakte hij den veldtocht van 1796 tegen de Franschen mee. Twee jaar later werd hij opperbevelhebber van het Oostenrijk- sche leger in Italie en kort daarna (6 Januari 1799) overleed hij te Padua, waar hij in de kerk van het Heremietenklooster werd begraven. Het gedenkteeken, een waar meesterwerk van Canova, heeft tot 1896 die kerk versierd, in dit jaar werden het stoffelijk overschot van den Prins en het monument naar Delft overgebracht. Links van dit kunstwerk bevindt zich een eenvoudig gedenkteeken van prins Willem- Alexander Ernest Casimir, zoon van koning Willem II, en de Russische grootvorstin Anna Paulowna. Hij overleed 22 October 1822, weinige maanden oud. Eenige schreden verder is het monument van Hugo de Groot, onzen grooten rechts- geleerde, geplaatst. De Delftenaar "H. v. Zwol vervaardigde het in 1781. Een stee nen verhevenheid van drie treden draagt twee hardsteenen pilasters, waarboven zich een frontispice verheft. Tusschen de pi lasters ziet men een nis, waarin een pyra- mide staat van zwarten steen, waarover een kleed hangt van wit marmer. nlen buste van De Groot is voor de pyramide geplaatst en zij wordt vergezeld door een kinderfiguur, met een neerhangende falc- kel in de hand. De andere hand rust op het wapenschild van De Groot. Links van de buste staat een witfie steen met een Latijnsch gedicht in zwarte letfiers, waar in de groote geleerde, het „prodigium Europae" het „wonder van Europa" wordt gehuldigd. De bezoeker wordt pijnlijk getroffen door de scherpe tegenstelling, welke be staat tusschen de ger.oemde, voor het meerendee! buitengecvoon luisterriike mo numenten en de troostelooze leelijkheid van de omgeving. Maar er is nog een be langrijke reden, die elk warm vaderlander de plannen tot restauratie van het koor moet doen steunen, onder het mausoleum van den grooten Zwifger ligt de grafkelder der Oranje's, aan wie het land zoo veel heeft te danken. De kelder is aangelegd in het laatst dier 16e eeuw en vergroot in 1822. De belangrijkste leden van het vor- stelijk geslacht, v/ier stoffelijk overschot hier is bijgezet, zijn: Prins Willem I, overleden 10 Juli 1584; Louise de Colignv, gemalin van den Prins, overleden 9 October 1620; prins Maurits, overleden 23 April 1625; prins Frederik Hendrik, overleden 14 Maart 1647; prins Willem 11, overleden 6 November 1650; Amalia van Solms, gemalin van Frede rik Hendrik, overleden 8 Augustus 1675; prins Willem IV, overleden 22 October 1751; Cosmo, „Dat is allemaai geleden en ver- geten. Ik moet je een nieuwtje vertellen, dat ik opgediept heb uit de Rcckhavensche courant. Je weet wel, die is ons naar Port Said opgestuurd. Signor Biffa, de gerant van het hotel, is getrouwd met Stelia Sleath. Een eigenaardig paar, maar we moeten ze toch maar een cadeau zenden, als wij weer terug zijn. Als Stella mij dien dag niet gewaarschuwd had, aan zou het plannetje van Sir Vincent gelukt zijn. Ge- lukkig dat haar vader heeft kunnen ont- snappen, dat heeft ons veel moeite be- spaard, maar dit huwelijk verkiaart veel. Dat was waarschijnlijk de afspraak. Biffa mocht zijn aanstaanden schoonvader niet verraden. De ex-burgemeester var. Rock- haven zai nu wel een bloeiende boerderij ergens in Californie bezitten." „Alles is nu zoo goed en ik will nu geen onaangename dingen meer aanroeren, Maar wat zou er toch geworden zijn van die ongelukkige vrouw in Parijs," zeide de jonge vrouw, die 'n groot medeiijden voel- de voor minderjbevoorrechten. Cosmo gaf geen antwoord, want Zebby uitgedost in wit linnen met zilveren knoo- pen, kwam juist den verfrisschenden dronk voor Clarice brengen, dus deed hij maar, als had hij de vraag niet gehoord. Maar dezelfde courant, ''die hem het andere nieuwtje had meegedeeld, behelsde een be- richtje, dat Lady Uvedale in het derde- rangs pension te Parijs, waarheen men haar had laten vertrekken, overleden was ten gevolge van een overmatig gebruik! van morphine. Maar hij wilde het schoone heden nu niet bederven door zulk een wan- klank uit het donkere verleden. EINDE. BHBnHHHHBMMBMMHMnnMMflMBn mtatKBSBsaKKKKammBstssuemKmssmaMmastmKk. - i Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend, dat het verzoek van CORNELIS 1 MEIJER te Ter Neuzen, oin op het perceel, ka- dastraat bekend in sectie L, No. 1741 een motor tot het malen van graan enz. te mogen plaatsen en in werking brengen, door hen is ingewilhgd. Ter Neuzen, 28 Augustus 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, J. HUIZ1NGA. De Secretaris, B. I. ZONNEVIJLLE. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter gemeente- secretarie ter inzage iigt een verzoek met bijlagen van de ASSOCIATION COOPERATIEYE ZELAN- DAISE DE CARBONISATION te Sluiskil, om VERGTJyNIWG tot het weder in gebruik ne- men van de Cokesovens met toebehooren. op de perceelen, kadastraal bekend in Sectie G., no. 274, 1578 en 1585. Op Maandag den 11 Sept. a.s., des namiddags drie uur, zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagenvoor het bovenge- melde tijdstip, ter secretarie der gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat voigens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen- komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn versehenen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten_ Ter Neuzen, 28 Augustus 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, J. H U I Z I N G A. De Secretaris, B. I. ZONNEVIJLLE. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden, dat het door den Directenr der Directe Belastingen enz. te Breda den 24 Augustus 1922 invorderbaar verklaarde kohier van de Personeelebelasting dezer gemeente, over het jaar 1922, No. 21 (kom) op heden aan den Ontvanger der Directe Belastingen, ter invor- dering is ter hand ges^eld en dat ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Ter Neuzen, den 29 Augustus 1922. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1