ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
STEENHOUWERIJ G. J. HOEK,
till
s
GrafzerkBn en Monnmenten in artistieke niiYoering.
No 7342
70e Jaargang.
Vrijdag 25 Augustus 1922.
Leden Commissies.
0n23 StatexLVsnaling.
99ml
Schoorsteen.mantels enz.
BEBSTE BLAD.
Gemeente-Begrooting.
B B G L A M B
MIDDELBURG, Veerscheweg 250.
VLISSINGEN, Villapark. Eindpunt Electr. Tram.
II
BINNENLAND.
BUITENLA NO.
De Burgemeester van TER NEL ZEN
maakt bekend, dat de
loting voor de lichting van 1923
voor deze gemeente zal plaats hebben op
het Gemeentehuis, op Woensdag,
den 27,le" September 8922, des
voormiddags te 0 uur.
Wie aan de loting deelnemen.
De ingeschrevenen, die aan de loting
moeten deelnemen, worden uitgenoodigd om
op het hierboven vermeide uur ter aange-
geven plaatse aanwezig te zijn.
Wijze van loting.
Bezwaren tegen de Noting.
Bezwaren, niet ingericht of niet in
geleverd op de hiervoren atfngegeven
wijze, kunnen geen gevolg hebben.
ill.
Bogerman was de eerste, die te Leiden
aanwezig was (zeker omdat hij het verst
af woonde), trouwens was het toch pas
Slachtmaand 1625 en Grasmaand 1626
volgde Baudartius. Bucerus schijnt in
Oogst- of Herfstmaand gevolgd te zijn
(Vere had eeist geweigerd hem te laten
gaan)den 3den van Slachtmaand werden
zij drieen in Den Haag ontboden om af-
spraken te maken. Ook werd over de kosten,
die zij te Leiden „ter oorzake van de duurte
als anderszins dragen moesten, gesproken,
alsook over hun huishuur, afschrijvers, vuur,
licht, boeken en dgl." Hun werd gezegd,
het werk in vier stukken te verdeelen, en dan
vragen, waarom zij het dus vertaaid hadden.
Hij, die iets voorstelde, zou met korte woor
den zijn gevoelen en de voornaamste reden
daarvoor zeggen. De zake in omvrage ge-
bracht zijnde, zou elk op zijn beurte met ja
of neen, immers kort, zijn gevoelen zeggen;
eindelijk, wat eenmaal met de meeste stem-
men afgedaan was, zou naderhand niet
weer geopperd mogen worden". (Den der-
tigsten van Hooimaand kwam Larenus en
den 4den van Oogstmaand volgde eindelijk
ook Fullenius). Maar zooals het met be-
stekken wel eens meer gaat ook hier kon
men zich aan 't bestek niet houden!
Speciaal a d r e s voor
stuk voor stuk te vertalen en aan de over-
zieners te zenden. Als wedde werd vast-
gesteld boven wat ieder op zijn standplaat's
kreeg (en behield) /600's jaars plus f 300
voor huishuur, /200 voor 'n afschrijver
(Bogerman, die er al een jaar was, kreeg
1100 en 75 voor boeken; Baudartius
f 575 en /62 voor boeken). De professoren
kregen gelijke toelagen, alleen niet voor
huishuur, omdat zij te Leiden woonden.
En later kregen de vertalers van het N. T.
gelijke bezoldiging toegezegd, maar pas
toen zij 't Evangelie van Mattheus af
hadden.
Den 13den van Slachtmaand 1626 be-
gonnen de overzetters hun werk, dat is dus
precies 8, zegge acht jaar na de opening
van de Nationale Synode!
Voorzitter van de drie vertalers van
't O. T. was Bogerman, schrijver der hande-
lingen Baudartius, en verdediger der over-
zetting in zware plaatsen Bucerus. Zij be-
gonnen met de eigenlijke vertaling den
24sten van Slachtmaand en „na ernstige
aanroepinge van God, 't welk in iedere
vergadering onderhouden is." Men ver-
gaderde ten huize van Bogerman, en hield
zich niet aan het voorschrift van de indee-
ling. Maar het werk van het afschrijven
viel niet mee, en dus besloot men alles te
laten drukken en maakte ten deze een af-
spraak met Andries Klonck.
In de rijen der vertalers en overzieners
kwamen intusschen heel wat veranderingen:
Hommius werd in 1628 vervangen door
Lindanus, in plaats van Plancius kwam
Rolandus, in plaats van Geldorpius: Nieu-
husius; Utrecht benoemde voor Teeck-
mannus: Van Renesse, hoogleeraar te
Breda; Friesland zag Lubbertus' plaats
ingenomen door Fullenius, en Groningen
koos voor Ubbo Emmius, die 9 Dec. 1625
stierf, ruim 78 jaar oud: Henricus Alting.
De vertalers van het N. T. hielden er eene
andere werkwijze op na: ieder van hen zou
het geheele werk vertalen, terwijl zij ten
huize van Rolandus vergaderden. Eind
1628 waren zij klaar met Mattheus.
In 1631 stierven Rolandus en Bucerus.
Voor Rolandus was er eerst geen opvolger,
eindelijk na lang wachten - werd hij ver
vangen door Prof. Widmarius van Gronin
gen. Bucerus overleed den 7den van Oogst
maand, hij was bezig met Ezech. 21, en
werd opgevolgd door Prof. Thysius „dan
deze, het werk van naderbij beschouwende,
kreeg een wederzin in hetzelve en berouw,
dat hij er in bewilligd had". En al had
Baudartius geklaagd, dat hij zijn gansche
leven nog niet geblokt had, ,,als hij nu in
zijn ouderdom nog blokken moeste, zijnde hij
omtrent 67 jaren en Bogermannus zwak van
ligchaam en zeer gekweld met steen von-
den beiden goed om zonder Thysius door te
gaan."
De revisie begon in 1632. Allen revisoren
werd gelast om den eersten van Hooimaand
van dat jaar te Leiden present te zijn. De
overzetters hadden voor de revisie e_en
voorstel gedaan, dat echter de goedkeuring
van de heeren revisoren niet kon weg-
dragen. De vertalers „vermaenden nog, dat
zij een en hetzelfde woord niet overal met
hetzelfde woord hadden overgezet, als de
stoffe een ander vereischte. Ook hadden zij
wel eens verscheiden Hebreeuwsche woorden
met een zelfde Duitsch woord vertaaid, vol-
gende daarin den overvloed of het gebrek
onzer tale. Geleerde uitlandsche woorden
hadden zij, hoewel die somtijds zeer dien- j
stig geweest zouden zijn, zooveel doenlijk
vermijd, behalve zeer weinige, welke zoo
gemeen zijn als de inlandsche." Den lOden
van Louwmaand, toen alles afgedrukt was,
zond Baudartius de „kleine" Profeten aan
de overzieners, ,,hetwelk Larenus (te Vlis-
singen) diezelfde maand ontving, die er dat
getuigenisse van gaf, dat hij niet twijfelde,
wanneerjiet uitgekomen zou zijn, of alle de j
oogen, die het zagen, zouden het prijzen,
behalve eenige knorrepotten, wien nimmer j
genoegen gegeven kon worden." Dat de
revisor Widmarius ernst met zijn werk j
maakte, bleek wel; hij kreeg de stukken wat j
laat naar zijn zin „waarom hij de jongelin-
gen, die van elders om zijn onderwijs te
genieten aan zijn huis metterwoon gekomen
waren, hun afscheid gaf, en nacht en dag
aan het overzien van het werk arbeidde,
om op zijn tijd gereed te wezen". En zeker
moet als een bijzonderheid worden vermeld,
dat men alle vrijmoedigheid had om met de
overziening der Apocriefe boeken eenigszins
de hand te lichten. Den eersten van Louw
maand waren alien present behalve Larenus
van Zeeland en Fullenius van Friesland, die
men niet wou laten gaan; Larenus niet,
omdat hij het te Vlissingen veel te druk had.
Bovendien had hij zoo juist zijn „lieve
Huysvrouw verloren int craem, hem achter-
latende negen kinderen". Hoofdbezwaar
was en bleef echter, „dat de gelegenheit
onser Kercke soodanich is, dat wij de
presentie onses Medebroeders niet en con-
nen missen, hebbende hier een gemeynte soo
groot ende lastich, dat wij over jaer ende
dach versocht hebben aen de Mog. Heeren
Staten van Seelant een vijfden Predicant'
En Leeuwarden miste Bogerman nu al acht
jaren en ging Fullenius nu ook nog weg,
dan zouden er nog maar drie predikanten
daar overblijven.
Den 9den van Hooimaand 1632 vergader
den dus Thysius, Polyander, Widmarius,
Theckmannus, Revius en Gomarus met
Bogermannus en Baudartius. Bogerman
deed het gebed. Zijn secundus was Polyan
der, terwijl Revius de pen voerde. Hunne
Hoogmogenden vroegen, hoeveel tijd zij
dachten noodig te hebben, en zij gaven ten
antwoord: acht maanden. Beloofd werd een
wedde van 4 daags; zij maakten een be
stek „Hoe wij in acht maanden volgens onze
Missive aen haer Hoog Mog. de Revisie des
Ouden Testaments, met Gods hulpe, mogen
eyndigen, gedaen den 26 July 1632'
Iederen dag zou men vijf hoofdstukken af-
doen en over den Nederlandschen stijl zou
niet worden gesproken: wat men daarover
vte zeggen had, zou men den Voorzitter
schriftelijk ter hand stellen, en Bogerman,
Revius en Gomarus zouden daarover apart
oordeelen (voor welken arbeid de Zater-
dagmiddagen werden gereserveerd). Iederen
morgen zou men drie uur aan het werk
besteden, en steeds met klokslag beginnen;
wie na het gebed kwam, zou vallen in de
boete van 3 stuivers. Was men aan de
Historische boeken, dan zou men daags 6
hoofdstukken doen en bij de andere schrift-
gedeelten 4 kapittels. „Wijders zou een
iegelijk op zijn beurte zijn bedenkinge op de
6 of 4 hoofdstukken achtereen voorstellen.
Men zou op het voorgestelde de overzetters
HET KON1NKL1JK BEZOEK AAN
SCANDINAVIe.
De Koningin zal op haar officieel bezoek
met den Prins aan Scandinavie vergezeld
worden door mevr. Van Loon, dame du
palais, waarnemend grootmeesteres; jkyr.
Van Swinderen, hofdame; mej. Van Rijn
van Alkemade, lectrice; jhr. mr. dr. Van
Karnebeek, minister van Buitenlandsche
Zaken; vice-admiraal Baduin, adjudant-ge-<
neraal en chef van Hr. Ms. Militaire Huis;
graaf Du Monceau, opper-ceremoniemees-
ter en grootmeester; jhr. mr. Van Te«s,
chef van het kabinet der Koningin; "jhr.
Von Miihlen, adjudant van den Prins; jhr.
Sickingha, kamerheer; jhr. Van Reygers-
berg Versluys, adjudant en jhr. Von rieij
den, ordonnance-officier.
Naar het Corr. Bur. voorts mededeelt,
gaat de reis van Apeldoorn via Groningen,
Warnemunde, Gjedser, Kopenhagen, Mal-
mo, Stockholm, Christiania, Kopenhagen,
terug naar Apeldoorn.
De reis zal. geheel met den koninkliijken
hoftrein gemaakt worden. Verder ligt het)
in de bedoeling, dat de koningin bij haar
bezoek aan de Scandinavische hooidste-
den de aldaar gevestigde vaderlandsche
kolonies zal ontvangen en zal die ontvangst
telkens plaats hebben aan boord van een
der Nederlandsche oorlogsbodems.
Naar uit Kopenhagen wordt gemeld zaj
de koninklijke familie Dinsdagmiddag 5
September aldaar aankomen en officieel
aan het station ontkangen worden. Later
zal in het stadhuis een receptie plaats
vinden, die gevolgd zal worden door een
bezoek aan het kasteel Rothenborg en een
feestmaaltijd in het koninklijk paleis te
Amalienborg.
Woensdag zullen de koninklijke gasten
het corps diplomatique ontvangen alsme-
de de Hollandsche kolonie te Kopenhagen.
Daarna volgen een bezoek aan het Na
tion aal museum van schoone kunsten en
een tochtje naar het kastteel Frederiksborg
in Noord-Seeland, terwijl 's avonds een
galavoorstelling in den Kon. SchouWburg
ter eere van de Koninklijke gasten zal
worden gegeven.
Donderdag zullen de Hollandsche kolo
nies op Amager bezocht worden, terwijl
dan tevens een bezoek zal worden gebracht
1 aan de Nederlandsche tentoonstelling.
i Vrijdag 8 September zal de koninklijke
familie weer naar Stockholm vertrekken
MINISTER DE V1SSER.
i Het Hbl. verneemt uit zeer betireuw-
bare bron, dat de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen, ruim drie we-
ken geleden officieel aan den Ministerraad
j heeft geschreven, dat hij zich niet meer
voor een portefeuille beschikbaar stelt. In-
tusschen is, zoowel van de zijde van zijn
I ambtsgenooten als van die zijner partijge-
nooten, zooveel aandrang op hem uitge-
i oefend om op zijn besluit terug te komen,
dat hij voor zichzelf gevoelt aan dien aan-
drang gevolg te moeteiT geven, wanneer
daar niet een ander zou worden gevonden
in de Chr. Hist. Partij, die zijn plaats zou
kunnen en willen innemen. In ieder geval
i heeft de heer De Visser niet het voorne-
men zich geheel aan het politieke leven
te onttrekken, maar zal hij, indien de
omstandigheden hem niet doen aanblijven
als Minister, zijn plaats als lid van de
Tweede Kamer innemen.
DE KAB1NETSCR1SIS.
Aan het Hbl. wordt uit 's Gravenhage
gemeld, dat de conferentie, die de tijdelijke
voorzitter van den ministerraad, jhr. Ruys
i de Beerenbrouck, Woensdag m zijn de-
partement gehouden heeft met' de verte-
genwoordigers der drie rechtsche fracties
in de Tweede Kamer, de heeren Nolens,
Schokking en De Monte VerLoren, tot
zeer laat in den namiddag geduurd heeft.
Het is dus blijkbaar niet gemakkelijk ge-
vallen overeenstemming te verkrijgen over
hot ontwerp-regeeringsprogram, dat aan
de rechtsche partijen is voorgelegd. In dit
verband vermeld het blad geruchten, die
de ronde doen, als zou de kabinetsforina-
teur zelf (blijkens uitlatingen aan derden)
vreezen zijn opdracht niet tot- een goed
einde te kunnen brengen.
DE DROGGMAKING DER ZUIDERZEE.
tot lid en secretaris de heer J. F. Ligtf;n-
berg, ingenieur bij den dienst der Zuider-
zeewerken, te 's-Gravenhage.
tot leden de heeren. 1. V. J. P. de Blccq
van Kuffeler, hoofdingenieur bij den dienst
der Zuiderzeewerken te's Gravenhage; 2 Z.
M. F. Visser, hoogleeraar aan de Land-
bouwhoogeschool te Wageningen; 3. S.
Smeding, rijkslandbouwconsulent en direc-
teur der Rijkslandbouwwinterschcol te
Schagen; 4. K. Breebaart Jzn., lid der Pro-
vinciale Staten van Noord-Holland te Win-
kel; 5. T. A. Hettinga, te Cornjum.
EEN ZEER GROOTE GIFT.
Het Ned. Nansen Comite te Amsterdam
ontving van iemand, die onbekend wenscht
te blijven, een gift van 7.000 gld., welke
buitengewoon dankbaar werd aanvaard,
daar, indien het Comite thans uili ^eld-
gebrek gedwongen zou zijn hare werk-
zaamheden niet te voltooien, een grooti
deel der door haar gevoede menschen toch
den allerafschuwelijksten dood tegeiqoet
zou gaan. v 1
De gever heeft door zijn gift de basis
gelegd voor de 300.000 gld., wellke het
Comite nog noodig heeft, om zijne actie
tot den volgenden oogst voort,, te zetten.
Het Comite hoopt, dat velen, dit voorbeeld
zullen volgen, opdat de bewoners van de
Hollandsch-Russische dorpen Holland niet
het wreede verwijt zullen maken, van met
zijn hulp enkele maanden te vroeg te zijn
opgehouden."
NIET VOLDOEN AAN DE VLEESCH-
KEURINGSWET.
De raad der gemeente Bergh besloot op
grond der hooge kosten, niet te voldoen aan
de bepalingen der Vlee,schkeuringswet. Zoo
wel de vaststelling der betrekkelijke veror-
deningen als' de benoeming van een keur-
meester en van een hulp-keurmeester wer
den van de agenda afgevoerd.
De Minister van Waterstaajt heeft inge-
steld een commissie, aan welke wordt op-
gedragen een hernieuwd onderzoek in te
stellen naar de baten, welke van de afslui-
ting en droogmaking der Zuiderzee mogen
worden verwacht, vvaarbij zij in het bij-
zonder hare aandacht zal hebben te wij-
den aan de wijze van verkavelSng der
aan te winnen gronden en ^an de voordee-
len voor de omliggende provincien ten
aanzien van afwatering en zoetwatervoor-
ziening.
In die commissie zijn benoemd:
tot lid en voorzittjer de heer "dr. H. J.
Lovink, oud-directeur-generaal van den
landbouw, te 's-Gravenhage;
MICHAEL COLLINS GEDOOD.
Michael Collins werd Dinsdag van uit
een hinderlaag in de buurt van Bandon
(Cork) doodgeschoten.
Collins, die een inspectiersis maakte,
kwam Zondag uit Dublin te Cork aan en
bezocht Maandag en Dinsdag de voorpos-
ten.
Vergezeld door eenige stafofficieren reed
hij Dinsdagmiddag te half zeven In een
open auto, begeleid door een aantal man-
schappen in een tweede auto, van Bandon
naar Macroom, toen een sterke troep re-
bellen onverwachts van uit een hinderlaag
een salvo op de vrijstaters Joste. De aan-
val werd afgeslagen, waarbij de rebellen
zware verliezen leden. Toen het gevecht
bijna was afgeloopen, werd Collins door
een kogel in het hoofd getroffen. Hij
stierf in enkele minuten. Zijn iaatsje woor
den waren: vergeef het hun.
Het lijk van Collins werd naar Cork
vervoerd en vandaar per stoomschip naar
Dublin.
Een V. D.-bericht meldt nog de vol-
gende per radiogram ontvangen bizonder
heden in zake den aanslag op Collins.
Door het eerste salvo der rebellen werd
niemand gewond. Collins en de zijnen
zochten onmiddellijk te dekken en foe-
antwoordden het vuur. De strijd duurde
ongeveer een half uur. Collins zelf nam
er krachtig aan deel, Juist toen de aan*
vallers aanstalten schenen te maken om
terug te trekken, viel Collins doodelijk
gewond neer en hij: stierf even later. De
strijd werd nog voortgezet en generaal
Dalton, een dergenen die "Collins verge-
zelden, werd daarbij licht gewond,
Te Dublin is de consternatie groot en
alle zaken zijn gesloten.
De regeering van den Ierschen Vrijstaat
heeft een manifest gepubliceerd, gericht
tot de bevolking, waarin hulde wordt ge
bracht aan het genie en den meed van
Collins.
De tijding van den dood van Collins
is door het opperbeve! van het leger van
Zuid-lerland en de onderteekening dra-
gende van Richard Mufcahy bekend
gemaakt, tegelijk met he(< bevel dat er
geen daden van weerwraak mogen wor
den gepleegd. De kennisgeving luidt:
„Ieder donker uur dat Collins doorleef-
de, scheen zijn schitterende kracht nog te
stalen en zijn vroolijke dapperheid nog te
sterken. Zijn onafgedaan levenswerk moet
door u alien worden voortgezet. Laat uw
eer niet worden besmet door wreede daden
van weerwraak." J
Mede is bekend gemaakt, dat de Dail
Eireann onverwijld zal worden bijeenge-
roepen. y
Collins was nog maar 33 jaai oud. Het
eerst vestigde hij de aandacht' op zich
als een handig en onvindbaar aanvoerder
tegen de Britsche strijdkrachtlen voor den
Ierschen Vrijstaat in het leven was geroe-
pen. Zijn onversaagdheid dwong zjjn toen-
malige vijanden, hem te achten. Toen de
wapenstilstand tot stand kwam, maakte
hij deel uit van de lersche delegatie, die
besprekingen hield met Britsche Ministers,
en spoedig bewees hij, even verstandig te
zijn in den raad als hij zich onversaagd had
betoonlci in het veld. Krachtig verdedigde
hij het Engelsch-Iersche verdrag, dat hij
had mee onderteekend, en dat de in-
stemming vond van de groote meerderheid
der Ieren, ten spijt van het verzej) van
De Valera en diens onverzoenlijken. Kort-
om Collins was een man, the zoowel kon
vechten als zijn woord houden. Hij was
geengageerd met een Iersch meisje; maar
het huwelijk was uitgesteld tot dat de
IICHE
Burgemeester en Wethmiders van TER NEUZEN
brengen ter openbare kennis, dat de Raad dier ge-
meente heeft benoemd
tot leden van de Commissie van bijstand in net
beheer en onderhoud der plaatselijke vverken en
eigendoramen, de heeren
J. J. DE JAGER, P. VAN CADSAND en G. DE RIDDER.
tot leden der finaneieele commissie, de heeren
A. J. HARTE, R. G. E. NOLSON en F. B. G. DE MEIJER.
tot leden der commissie voor de strafverordeningen,
de heeren
H. J. COLSEN. F. B. G. DE MEIJER en
H. J. VAN DEN OUDEN.
Ter Neuzen, den 24 Augustus 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HU1ZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN,
Gelet op artikel 203 der Gemeentewet,
brengen bij deze ter openbare kennis van de in-
o-ezetenen, dat de Begrooting van de plaatselijke
Fnkomsten en uitgaven dezer gemeente, voor het
iaar 1923 op heden aan den Raad is aangeboden en
voor een tijdvak van veertien dagen, voor een ieder
ter lezing is nedergelegd op de secretane der ge
meente. alwaar tegen betaling der kosten afschnften
kunnen worden verkregen.
Ter Neuzen, den 24 Augustus 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Aan de loting nemen deel alle voor de lichting
ingeschreven person enmet uitzondering van lien,
omtrent wie voor den dag van aanvang der loting
blijkt, dat zij
a. bij onherroepelijk geworden uitspraak voorgoed
ongeschikt verklaard of uitgesloten zijn;
b. zijn overleden;
c. hebben opgehouden Nederlander te wezen en
ook geen ingezetene zijn
d. als niet-Nederlander hebben opgehouden inge
zetene te zijn
e. als ingezetene, niet-Nederlander, behooren tot
een Staat, waar de Nederlanders niet aan verplichten
krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien
van den dienstplicht het beginsel van wederkeerig-
heid is aangenomen
f. terecht in een andere gemeente zijn inge
schreven.
De loting geschiedt ten overstaan van den Districts-
commandant. De ingeschrevenen worden in de volg-
orde van het alphabetisch register afgeroepen, ten
einde zelf een nummer trekken. Blijkt niet, dat de
afgeroepen ingeschrevene aanwezig is, of is deze staat
buiten of onwillig een nummer te trekken, dan wordt
de wettige vertegenwoordiger opgeroepen. Blijkt
niet, dat deze aanwezig is of is deze buiten staat of
onwillig een nummer te trekken, of acht de Districts-
commandant het niet aannemelijk, dat de verschij-
nende persoon de opgeroepene is, dan geschiedt het
trekken door den Burgemeester. het lid van den
gemeenteraad of den ambtenaar der gemeente, bij
de loting tegenwoordig. Het lotingsbiljet wordt alsdan
bewaard ter secretarie van de gemeente, voor welke
geloot werd. Aldaar kan de loteling het biljet binnen
drie maanden na de trekking afhalen of doen afhalen.
Door belanghebbende lotelingen of door hun
wettigen vertegenwoordiger kunnen tegen de wijze,
waarop de loting is geschied, bezwaren vvorden inge-
bracht bij den Commissaris der Koningin. Het be-
zwaarschrift kan op ongezegeld papier worden gesteld,
doch moet, met redenen omkleed en onderteekend,
binnen tien dagente rekenen van den dag, waarop
de loting is afgeloopen, tegen bewijs van ontvangst
worden ingeleverd bij den Burgemeester. ^an de
uitspraak van den Commissaris der Koningin zal
een afscbrift ter gemeentesecretaiie gedurende tien
dagen ter inzage worden gelegd, waarvan openbare
kennisgeving zal geschieden. Het ter inzage leggen
van dat afschrift zal tevens bij persoonlijke kennis
geving worden bekendgemaakt aan hen, die de be
zwaren inbrachten.
Ter Neuzen, 25 Augustus 1922.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Onderzoek naar de baten.