ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. STEENHOUWERIJ G. J. HOEK, till s GrafzerkBn en Monnmenten in artistieke niiYoering. No 7342 70e Jaargang. Vrijdag 25 Augustus 1922. Leden Commissies. 0n23 StatexLVsnaling. 99ml Schoorsteen.mantels enz. BEBSTE BLAD. Gemeente-Begrooting. B B G L A M B MIDDELBURG, Veerscheweg 250. VLISSINGEN, Villapark. Eindpunt Electr. Tram. II BINNENLAND. BUITENLA NO. De Burgemeester van TER NEL ZEN maakt bekend, dat de loting voor de lichting van 1923 voor deze gemeente zal plaats hebben op het Gemeentehuis, op Woensdag, den 27,le" September 8922, des voormiddags te 0 uur. Wie aan de loting deelnemen. De ingeschrevenen, die aan de loting moeten deelnemen, worden uitgenoodigd om op het hierboven vermeide uur ter aange- geven plaatse aanwezig te zijn. Wijze van loting. Bezwaren tegen de Noting. Bezwaren, niet ingericht of niet in geleverd op de hiervoren atfngegeven wijze, kunnen geen gevolg hebben. ill. Bogerman was de eerste, die te Leiden aanwezig was (zeker omdat hij het verst af woonde), trouwens was het toch pas Slachtmaand 1625 en Grasmaand 1626 volgde Baudartius. Bucerus schijnt in Oogst- of Herfstmaand gevolgd te zijn (Vere had eeist geweigerd hem te laten gaan)den 3den van Slachtmaand werden zij drieen in Den Haag ontboden om af- spraken te maken. Ook werd over de kosten, die zij te Leiden „ter oorzake van de duurte als anderszins dragen moesten, gesproken, alsook over hun huishuur, afschrijvers, vuur, licht, boeken en dgl." Hun werd gezegd, het werk in vier stukken te verdeelen, en dan vragen, waarom zij het dus vertaaid hadden. Hij, die iets voorstelde, zou met korte woor den zijn gevoelen en de voornaamste reden daarvoor zeggen. De zake in omvrage ge- bracht zijnde, zou elk op zijn beurte met ja of neen, immers kort, zijn gevoelen zeggen; eindelijk, wat eenmaal met de meeste stem- men afgedaan was, zou naderhand niet weer geopperd mogen worden". (Den der- tigsten van Hooimaand kwam Larenus en den 4den van Oogstmaand volgde eindelijk ook Fullenius). Maar zooals het met be- stekken wel eens meer gaat ook hier kon men zich aan 't bestek niet houden! Speciaal a d r e s voor stuk voor stuk te vertalen en aan de over- zieners te zenden. Als wedde werd vast- gesteld boven wat ieder op zijn standplaat's kreeg (en behield) /600's jaars plus f 300 voor huishuur, /200 voor 'n afschrijver (Bogerman, die er al een jaar was, kreeg 1100 en 75 voor boeken; Baudartius f 575 en /62 voor boeken). De professoren kregen gelijke toelagen, alleen niet voor huishuur, omdat zij te Leiden woonden. En later kregen de vertalers van het N. T. gelijke bezoldiging toegezegd, maar pas toen zij 't Evangelie van Mattheus af hadden. Den 13den van Slachtmaand 1626 be- gonnen de overzetters hun werk, dat is dus precies 8, zegge acht jaar na de opening van de Nationale Synode! Voorzitter van de drie vertalers van 't O. T. was Bogerman, schrijver der hande- lingen Baudartius, en verdediger der over- zetting in zware plaatsen Bucerus. Zij be- gonnen met de eigenlijke vertaling den 24sten van Slachtmaand en „na ernstige aanroepinge van God, 't welk in iedere vergadering onderhouden is." Men ver- gaderde ten huize van Bogerman, en hield zich niet aan het voorschrift van de indee- ling. Maar het werk van het afschrijven viel niet mee, en dus besloot men alles te laten drukken en maakte ten deze een af- spraak met Andries Klonck. In de rijen der vertalers en overzieners kwamen intusschen heel wat veranderingen: Hommius werd in 1628 vervangen door Lindanus, in plaats van Plancius kwam Rolandus, in plaats van Geldorpius: Nieu- husius; Utrecht benoemde voor Teeck- mannus: Van Renesse, hoogleeraar te Breda; Friesland zag Lubbertus' plaats ingenomen door Fullenius, en Groningen koos voor Ubbo Emmius, die 9 Dec. 1625 stierf, ruim 78 jaar oud: Henricus Alting. De vertalers van het N. T. hielden er eene andere werkwijze op na: ieder van hen zou het geheele werk vertalen, terwijl zij ten huize van Rolandus vergaderden. Eind 1628 waren zij klaar met Mattheus. In 1631 stierven Rolandus en Bucerus. Voor Rolandus was er eerst geen opvolger, eindelijk na lang wachten - werd hij ver vangen door Prof. Widmarius van Gronin gen. Bucerus overleed den 7den van Oogst maand, hij was bezig met Ezech. 21, en werd opgevolgd door Prof. Thysius „dan deze, het werk van naderbij beschouwende, kreeg een wederzin in hetzelve en berouw, dat hij er in bewilligd had". En al had Baudartius geklaagd, dat hij zijn gansche leven nog niet geblokt had, ,,als hij nu in zijn ouderdom nog blokken moeste, zijnde hij omtrent 67 jaren en Bogermannus zwak van ligchaam en zeer gekweld met steen von- den beiden goed om zonder Thysius door te gaan." De revisie begon in 1632. Allen revisoren werd gelast om den eersten van Hooimaand van dat jaar te Leiden present te zijn. De overzetters hadden voor de revisie e_en voorstel gedaan, dat echter de goedkeuring van de heeren revisoren niet kon weg- dragen. De vertalers „vermaenden nog, dat zij een en hetzelfde woord niet overal met hetzelfde woord hadden overgezet, als de stoffe een ander vereischte. Ook hadden zij wel eens verscheiden Hebreeuwsche woorden met een zelfde Duitsch woord vertaaid, vol- gende daarin den overvloed of het gebrek onzer tale. Geleerde uitlandsche woorden hadden zij, hoewel die somtijds zeer dien- j stig geweest zouden zijn, zooveel doenlijk vermijd, behalve zeer weinige, welke zoo gemeen zijn als de inlandsche." Den lOden van Louwmaand, toen alles afgedrukt was, zond Baudartius de „kleine" Profeten aan de overzieners, ,,hetwelk Larenus (te Vlis- singen) diezelfde maand ontving, die er dat getuigenisse van gaf, dat hij niet twijfelde, wanneerjiet uitgekomen zou zijn, of alle de j oogen, die het zagen, zouden het prijzen, behalve eenige knorrepotten, wien nimmer j genoegen gegeven kon worden." Dat de revisor Widmarius ernst met zijn werk j maakte, bleek wel; hij kreeg de stukken wat j laat naar zijn zin „waarom hij de jongelin- gen, die van elders om zijn onderwijs te genieten aan zijn huis metterwoon gekomen waren, hun afscheid gaf, en nacht en dag aan het overzien van het werk arbeidde, om op zijn tijd gereed te wezen". En zeker moet als een bijzonderheid worden vermeld, dat men alle vrijmoedigheid had om met de overziening der Apocriefe boeken eenigszins de hand te lichten. Den eersten van Louw maand waren alien present behalve Larenus van Zeeland en Fullenius van Friesland, die men niet wou laten gaan; Larenus niet, omdat hij het te Vlissingen veel te druk had. Bovendien had hij zoo juist zijn „lieve Huysvrouw verloren int craem, hem achter- latende negen kinderen". Hoofdbezwaar was en bleef echter, „dat de gelegenheit onser Kercke soodanich is, dat wij de presentie onses Medebroeders niet en con- nen missen, hebbende hier een gemeynte soo groot ende lastich, dat wij over jaer ende dach versocht hebben aen de Mog. Heeren Staten van Seelant een vijfden Predicant' En Leeuwarden miste Bogerman nu al acht jaren en ging Fullenius nu ook nog weg, dan zouden er nog maar drie predikanten daar overblijven. Den 9den van Hooimaand 1632 vergader den dus Thysius, Polyander, Widmarius, Theckmannus, Revius en Gomarus met Bogermannus en Baudartius. Bogerman deed het gebed. Zijn secundus was Polyan der, terwijl Revius de pen voerde. Hunne Hoogmogenden vroegen, hoeveel tijd zij dachten noodig te hebben, en zij gaven ten antwoord: acht maanden. Beloofd werd een wedde van 4 daags; zij maakten een be stek „Hoe wij in acht maanden volgens onze Missive aen haer Hoog Mog. de Revisie des Ouden Testaments, met Gods hulpe, mogen eyndigen, gedaen den 26 July 1632' Iederen dag zou men vijf hoofdstukken af- doen en over den Nederlandschen stijl zou niet worden gesproken: wat men daarover vte zeggen had, zou men den Voorzitter schriftelijk ter hand stellen, en Bogerman, Revius en Gomarus zouden daarover apart oordeelen (voor welken arbeid de Zater- dagmiddagen werden gereserveerd). Iederen morgen zou men drie uur aan het werk besteden, en steeds met klokslag beginnen; wie na het gebed kwam, zou vallen in de boete van 3 stuivers. Was men aan de Historische boeken, dan zou men daags 6 hoofdstukken doen en bij de andere schrift- gedeelten 4 kapittels. „Wijders zou een iegelijk op zijn beurte zijn bedenkinge op de 6 of 4 hoofdstukken achtereen voorstellen. Men zou op het voorgestelde de overzetters HET KON1NKL1JK BEZOEK AAN SCANDINAVIe. De Koningin zal op haar officieel bezoek met den Prins aan Scandinavie vergezeld worden door mevr. Van Loon, dame du palais, waarnemend grootmeesteres; jkyr. Van Swinderen, hofdame; mej. Van Rijn van Alkemade, lectrice; jhr. mr. dr. Van Karnebeek, minister van Buitenlandsche Zaken; vice-admiraal Baduin, adjudant-ge-< neraal en chef van Hr. Ms. Militaire Huis; graaf Du Monceau, opper-ceremoniemees- ter en grootmeester; jhr. mr. Van Te«s, chef van het kabinet der Koningin; "jhr. Von Miihlen, adjudant van den Prins; jhr. Sickingha, kamerheer; jhr. Van Reygers- berg Versluys, adjudant en jhr. Von rieij den, ordonnance-officier. Naar het Corr. Bur. voorts mededeelt, gaat de reis van Apeldoorn via Groningen, Warnemunde, Gjedser, Kopenhagen, Mal- mo, Stockholm, Christiania, Kopenhagen, terug naar Apeldoorn. De reis zal. geheel met den koninkliijken hoftrein gemaakt worden. Verder ligt het) in de bedoeling, dat de koningin bij haar bezoek aan de Scandinavische hooidste- den de aldaar gevestigde vaderlandsche kolonies zal ontvangen en zal die ontvangst telkens plaats hebben aan boord van een der Nederlandsche oorlogsbodems. Naar uit Kopenhagen wordt gemeld zaj de koninklijke familie Dinsdagmiddag 5 September aldaar aankomen en officieel aan het station ontkangen worden. Later zal in het stadhuis een receptie plaats vinden, die gevolgd zal worden door een bezoek aan het kasteel Rothenborg en een feestmaaltijd in het koninklijk paleis te Amalienborg. Woensdag zullen de koninklijke gasten het corps diplomatique ontvangen alsme- de de Hollandsche kolonie te Kopenhagen. Daarna volgen een bezoek aan het Na tion aal museum van schoone kunsten en een tochtje naar het kastteel Frederiksborg in Noord-Seeland, terwijl 's avonds een galavoorstelling in den Kon. SchouWburg ter eere van de Koninklijke gasten zal worden gegeven. Donderdag zullen de Hollandsche kolo nies op Amager bezocht worden, terwijl dan tevens een bezoek zal worden gebracht 1 aan de Nederlandsche tentoonstelling. i Vrijdag 8 September zal de koninklijke familie weer naar Stockholm vertrekken MINISTER DE V1SSER. i Het Hbl. verneemt uit zeer betireuw- bare bron, dat de Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen, ruim drie we- ken geleden officieel aan den Ministerraad j heeft geschreven, dat hij zich niet meer voor een portefeuille beschikbaar stelt. In- tusschen is, zoowel van de zijde van zijn I ambtsgenooten als van die zijner partijge- nooten, zooveel aandrang op hem uitge- i oefend om op zijn besluit terug te komen, dat hij voor zichzelf gevoelt aan dien aan- drang gevolg te moeteiT geven, wanneer daar niet een ander zou worden gevonden in de Chr. Hist. Partij, die zijn plaats zou kunnen en willen innemen. In ieder geval i heeft de heer De Visser niet het voorne- men zich geheel aan het politieke leven te onttrekken, maar zal hij, indien de omstandigheden hem niet doen aanblijven als Minister, zijn plaats als lid van de Tweede Kamer innemen. DE KAB1NETSCR1SIS. Aan het Hbl. wordt uit 's Gravenhage gemeld, dat de conferentie, die de tijdelijke voorzitter van den ministerraad, jhr. Ruys i de Beerenbrouck, Woensdag m zijn de- partement gehouden heeft met' de verte- genwoordigers der drie rechtsche fracties in de Tweede Kamer, de heeren Nolens, Schokking en De Monte VerLoren, tot zeer laat in den namiddag geduurd heeft. Het is dus blijkbaar niet gemakkelijk ge- vallen overeenstemming te verkrijgen over hot ontwerp-regeeringsprogram, dat aan de rechtsche partijen is voorgelegd. In dit verband vermeld het blad geruchten, die de ronde doen, als zou de kabinetsforina- teur zelf (blijkens uitlatingen aan derden) vreezen zijn opdracht niet tot- een goed einde te kunnen brengen. DE DROGGMAKING DER ZUIDERZEE. tot lid en secretaris de heer J. F. Ligtf;n- berg, ingenieur bij den dienst der Zuider- zeewerken, te 's-Gravenhage. tot leden de heeren. 1. V. J. P. de Blccq van Kuffeler, hoofdingenieur bij den dienst der Zuiderzeewerken te's Gravenhage; 2 Z. M. F. Visser, hoogleeraar aan de Land- bouwhoogeschool te Wageningen; 3. S. Smeding, rijkslandbouwconsulent en direc- teur der Rijkslandbouwwinterschcol te Schagen; 4. K. Breebaart Jzn., lid der Pro- vinciale Staten van Noord-Holland te Win- kel; 5. T. A. Hettinga, te Cornjum. EEN ZEER GROOTE GIFT. Het Ned. Nansen Comite te Amsterdam ontving van iemand, die onbekend wenscht te blijven, een gift van 7.000 gld., welke buitengewoon dankbaar werd aanvaard, daar, indien het Comite thans uili ^eld- gebrek gedwongen zou zijn hare werk- zaamheden niet te voltooien, een grooti deel der door haar gevoede menschen toch den allerafschuwelijksten dood tegeiqoet zou gaan. v 1 De gever heeft door zijn gift de basis gelegd voor de 300.000 gld., wellke het Comite nog noodig heeft, om zijne actie tot den volgenden oogst voort,, te zetten. Het Comite hoopt, dat velen, dit voorbeeld zullen volgen, opdat de bewoners van de Hollandsch-Russische dorpen Holland niet het wreede verwijt zullen maken, van met zijn hulp enkele maanden te vroeg te zijn opgehouden." NIET VOLDOEN AAN DE VLEESCH- KEURINGSWET. De raad der gemeente Bergh besloot op grond der hooge kosten, niet te voldoen aan de bepalingen der Vlee,schkeuringswet. Zoo wel de vaststelling der betrekkelijke veror- deningen als' de benoeming van een keur- meester en van een hulp-keurmeester wer den van de agenda afgevoerd. De Minister van Waterstaajt heeft inge- steld een commissie, aan welke wordt op- gedragen een hernieuwd onderzoek in te stellen naar de baten, welke van de afslui- ting en droogmaking der Zuiderzee mogen worden verwacht, vvaarbij zij in het bij- zonder hare aandacht zal hebben te wij- den aan de wijze van verkavelSng der aan te winnen gronden en ^an de voordee- len voor de omliggende provincien ten aanzien van afwatering en zoetwatervoor- ziening. In die commissie zijn benoemd: tot lid en voorzittjer de heer "dr. H. J. Lovink, oud-directeur-generaal van den landbouw, te 's-Gravenhage; MICHAEL COLLINS GEDOOD. Michael Collins werd Dinsdag van uit een hinderlaag in de buurt van Bandon (Cork) doodgeschoten. Collins, die een inspectiersis maakte, kwam Zondag uit Dublin te Cork aan en bezocht Maandag en Dinsdag de voorpos- ten. Vergezeld door eenige stafofficieren reed hij Dinsdagmiddag te half zeven In een open auto, begeleid door een aantal man- schappen in een tweede auto, van Bandon naar Macroom, toen een sterke troep re- bellen onverwachts van uit een hinderlaag een salvo op de vrijstaters Joste. De aan- val werd afgeslagen, waarbij de rebellen zware verliezen leden. Toen het gevecht bijna was afgeloopen, werd Collins door een kogel in het hoofd getroffen. Hij stierf in enkele minuten. Zijn iaatsje woor den waren: vergeef het hun. Het lijk van Collins werd naar Cork vervoerd en vandaar per stoomschip naar Dublin. Een V. D.-bericht meldt nog de vol- gende per radiogram ontvangen bizonder heden in zake den aanslag op Collins. Door het eerste salvo der rebellen werd niemand gewond. Collins en de zijnen zochten onmiddellijk te dekken en foe- antwoordden het vuur. De strijd duurde ongeveer een half uur. Collins zelf nam er krachtig aan deel, Juist toen de aan* vallers aanstalten schenen te maken om terug te trekken, viel Collins doodelijk gewond neer en hij: stierf even later. De strijd werd nog voortgezet en generaal Dalton, een dergenen die "Collins verge- zelden, werd daarbij licht gewond, Te Dublin is de consternatie groot en alle zaken zijn gesloten. De regeering van den Ierschen Vrijstaat heeft een manifest gepubliceerd, gericht tot de bevolking, waarin hulde wordt ge bracht aan het genie en den meed van Collins. De tijding van den dood van Collins is door het opperbeve! van het leger van Zuid-lerland en de onderteekening dra- gende van Richard Mufcahy bekend gemaakt, tegelijk met he(< bevel dat er geen daden van weerwraak mogen wor den gepleegd. De kennisgeving luidt: „Ieder donker uur dat Collins doorleef- de, scheen zijn schitterende kracht nog te stalen en zijn vroolijke dapperheid nog te sterken. Zijn onafgedaan levenswerk moet door u alien worden voortgezet. Laat uw eer niet worden besmet door wreede daden van weerwraak." J Mede is bekend gemaakt, dat de Dail Eireann onverwijld zal worden bijeenge- roepen. y Collins was nog maar 33 jaai oud. Het eerst vestigde hij de aandacht' op zich als een handig en onvindbaar aanvoerder tegen de Britsche strijdkrachtlen voor den Ierschen Vrijstaat in het leven was geroe- pen. Zijn onversaagdheid dwong zjjn toen- malige vijanden, hem te achten. Toen de wapenstilstand tot stand kwam, maakte hij deel uit van de lersche delegatie, die besprekingen hield met Britsche Ministers, en spoedig bewees hij, even verstandig te zijn in den raad als hij zich onversaagd had betoonlci in het veld. Krachtig verdedigde hij het Engelsch-Iersche verdrag, dat hij had mee onderteekend, en dat de in- stemming vond van de groote meerderheid der Ieren, ten spijt van het verzej) van De Valera en diens onverzoenlijken. Kort- om Collins was een man, the zoowel kon vechten als zijn woord houden. Hij was geengageerd met een Iersch meisje; maar het huwelijk was uitgesteld tot dat de IICHE Burgemeester en Wethmiders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat de Raad dier ge- meente heeft benoemd tot leden van de Commissie van bijstand in net beheer en onderhoud der plaatselijke vverken en eigendoramen, de heeren J. J. DE JAGER, P. VAN CADSAND en G. DE RIDDER. tot leden der finaneieele commissie, de heeren A. J. HARTE, R. G. E. NOLSON en F. B. G. DE MEIJER. tot leden der commissie voor de strafverordeningen, de heeren H. J. COLSEN. F. B. G. DE MEIJER en H. J. VAN DEN OUDEN. Ter Neuzen, den 24 Augustus 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HU1ZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN, Gelet op artikel 203 der Gemeentewet, brengen bij deze ter openbare kennis van de in- o-ezetenen, dat de Begrooting van de plaatselijke Fnkomsten en uitgaven dezer gemeente, voor het iaar 1923 op heden aan den Raad is aangeboden en voor een tijdvak van veertien dagen, voor een ieder ter lezing is nedergelegd op de secretane der ge meente. alwaar tegen betaling der kosten afschnften kunnen worden verkregen. Ter Neuzen, den 24 Augustus 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. Aan de loting nemen deel alle voor de lichting ingeschreven person enmet uitzondering van lien, omtrent wie voor den dag van aanvang der loting blijkt, dat zij a. bij onherroepelijk geworden uitspraak voorgoed ongeschikt verklaard of uitgesloten zijn; b. zijn overleden; c. hebben opgehouden Nederlander te wezen en ook geen ingezetene zijn d. als niet-Nederlander hebben opgehouden inge zetene te zijn e. als ingezetene, niet-Nederlander, behooren tot een Staat, waar de Nederlanders niet aan verplichten krijgsdienst zijn onderworpen of waar ten aanzien van den dienstplicht het beginsel van wederkeerig- heid is aangenomen f. terecht in een andere gemeente zijn inge schreven. De loting geschiedt ten overstaan van den Districts- commandant. De ingeschrevenen worden in de volg- orde van het alphabetisch register afgeroepen, ten einde zelf een nummer trekken. Blijkt niet, dat de afgeroepen ingeschrevene aanwezig is, of is deze staat buiten of onwillig een nummer te trekken, dan wordt de wettige vertegenwoordiger opgeroepen. Blijkt niet, dat deze aanwezig is of is deze buiten staat of onwillig een nummer te trekken, of acht de Districts- commandant het niet aannemelijk, dat de verschij- nende persoon de opgeroepene is, dan geschiedt het trekken door den Burgemeester. het lid van den gemeenteraad of den ambtenaar der gemeente, bij de loting tegenwoordig. Het lotingsbiljet wordt alsdan bewaard ter secretarie van de gemeente, voor welke geloot werd. Aldaar kan de loteling het biljet binnen drie maanden na de trekking afhalen of doen afhalen. Door belanghebbende lotelingen of door hun wettigen vertegenwoordiger kunnen tegen de wijze, waarop de loting is geschied, bezwaren vvorden inge- bracht bij den Commissaris der Koningin. Het be- zwaarschrift kan op ongezegeld papier worden gesteld, doch moet, met redenen omkleed en onderteekend, binnen tien dagente rekenen van den dag, waarop de loting is afgeloopen, tegen bewijs van ontvangst worden ingeleverd bij den Burgemeester. ^an de uitspraak van den Commissaris der Koningin zal een afscbrift ter gemeentesecretaiie gedurende tien dagen ter inzage worden gelegd, waarvan openbare kennisgeving zal geschieden. Het ter inzage leggen van dat afschrift zal tevens bij persoonlijke kennis geving worden bekendgemaakt aan hen, die de be zwaren inbrachten. Ter Neuzen, 25 Augustus 1922. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Onderzoek naar de baten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1