a UIT L N LA"K 0. lis GEZOiSDEN MEDEDEELLNGEM. lil'rilis een zakH A- J- Gre- UlUllu nadinesaus in ieder pakje A. J. F.'h Aniaaadtjcaipua- din£. lydehjke Reclame:. 4 en nummers lot coekenriing, lngevolge de bepaiingen oer woningwei, ran voorscnoi- ten uit s Rijks kas ten ocnoeve vaii uen bouw, neizij an gemeentcwege, neizij uocr eerie ingevoige de vvonmgwei toe- ge.ate.i vvonmgcorporaiie, van aroeidcrs- woniiigeii, aismeae van ouitengewone jaariijKSCiie bijaragen in de oetjiiiiig van oe ter zaxe van ae ioegekende voorschoi- ten verscnuidigde annimeiten, onder oepa- ling, aai uueriijx na net einde van net expioitadejaar lyii in nadere overwegiug zal women gencnien of deze oijdragen opnieuw zuiien women verleend, iietzij lot Uezeiide, hetzij tot verminderde oe- dragen, dan wet dienen te vervallen; ge- let op de bepaiingen der Woningwet en op aie van net Woningbesluit oepaald, .dat de bij fie bedoelde K. B. toegexende bijdragen tot dezelfde maximum bedra- gen ook na het einde van het exploitatie- jaar 1921 aan de belangheibbende gemeen- ten worden toegekend, met bepahng, dat de ministers van Arbeid en van Financien telken jare in verband met de uitkomsten ''van de exploitatie der met de voorschot- ten gebouvvde wonmgen zullen nagaan of, en zoo ja, in hoeverre hare handhaving noodig is, en onder voorwaarde, dat de gemeenten, indien de bijdrage is verstrekt ten behoeve van de exploitatie van een door een toegelaten woninglichaam ge- sticht complex, aan die corperaties zuiien verleenen bijdragen op den voet van het- geen te dien aanzien voor elke gemeente in het desbetreffende K. B. is bepaald. OVERWERKVeRQUNNINQEN. Het Vtrbond van Ned. Fabr. Vereen. te 's-Oravenhage vestigr de aandacht op de onlangs piaats gevonden wijziging van de Arbeidswet 1919, waarbij de mogelijkheid is geopend om na verkregen overeenstem- ming zoowel van de Vakvereen. van werk- gevers, als van arbeiders in een bedrijf uen Minister van Arbeid te verzoeken eene verschuiving van arbeidstijd mogelijk te maken. Hiernaast is de mogelijkheid bestaan ge- bleven, om als tot dusverre, bij het dis- trictshoofd, of in beroep bij den Minister eene gewone overwerkvergunning aan te vragen. In een dagblad bericht, biijkbaar van ar- beiderszijde afkomstig, en dat betrekking heeft op eene aanvrage om overwerkver gunning van de Heveafabrieken te Hevea- dorp, wordt de indruk gevestigd, dat voor elke overwerkvergunning eene voorafgaan- de overeenstemming met de Vakver. van Arb. wordt vereischt. Dit is niet juist in verband met het reeds vermeldde. Uit het hierboven bedoelde bericht blijkt dui- delijk hoe van arb. zijde de voorstelljng verbreid wordt, dat eene goedgunstige be- schikking op eene overwerkvergunning niet meer mogelijk is, zonder de toestemming van de vakv. der arbeiders, tgrwijl het ook alleszins waarschijniijk is, dat deze vakv. er bij den Minister en bij de districtshoof- den op aandringen, om wanneer eene ge wone overwerkvergunning op grond van art. 2S lid 1, en volgende, wordt aange- vraagd, den betrokken industrieel in over- weging te geven eerst te ,.probeeren het met de vakv. v. arb. eens Te worden, en dan de overwerkvergunning aan te vra gen. Bij voorkomend geval verzoek het Ver- bondsbestuur op de hoogte te worden ge- steld, omdat het van oordeel is, dat de industrieel die op grond van art. 28, lid 1, eene overwerkvergunning aanvraagt, daarop binnen den kortst mogelijken tijd eene beschikking mag eischen. KLACHTEN OVER VeRSPILLINO. Het Ccrrespondentiebureau Be'infante schrijft: Naar aanleiding van de berichten over verspilijng van 's lands gelden bij Kolo- nien en aan de fontein op het Binnenhof in de pers de laatste dagen verschenen. kan worden medegedeeld, dat de nieuwe afdeeling rijksgebouwen bij Financien, wel: ke eerst 1 Aug. jl. is opgericht en aus zeker niet aansprakelijk kan worden ge- steld voor onderhanden zijnde of reeds aanbestede werken, terstond een onderzoek heeft ingesteid. '„De zich iedere acht jaar herhalende groote beurt" van de fontein op het Bin nenhof wordt erkend een dwaasheid te zijn; -eenvoudig verven in de ouitenlucht was noodig, doch vergulden onder een speciaai gebouwde keet behoorde achter- wege te blijven, en biijft thans zelfs ach- terwege, ondanks de keet en ondanks het feit, dat de gelden gevoteerd werden. Wat de f 60.000 van Kolonien aangaat: ten eerste kost de geheele betegeling en vioer bij den achteringang van het oude gebouw (de tegels in het nieuwe gebouw ziin qiet nieuw, doch vanaf de opleve- ring aanwezig) niet 50, doch 4 mille (pre- •cies f 4022.50 alies 'inbegrepen) en ten tweede vverd ten vorige jare met het oog op de aanstaande betegeiing der geteerde lamfcriseering niet behandeid doch ge- teerd geiaten. De aannemer der onder- houdsvverken verfde toen eigener bewe- ging die lambriseering, waarvoor noch eenige post beschikbaar vvaSj noch eenig geld voidaan werd. Dat gelden zijn toe- gestaan, zal bij de Rijksgebouwen verder geenszins voldoende zijn, Dm ook het op- maken daarvan te rechtvaardigen. De er- kenning van de fonteinkwestie bewijst dat inderdaad nog fouten worden begaan. De reorganisatie van de gebouwendiensten kan niet in eens aan aile verkeerde toe- standen een eind maken. De afdeeling rijksgebouwen zal, wil zij slagen in haar bezuinigingsstreven, den steun en de voor- lichting behoeven zoo van pers, ambtena- ren als publiek; zij zou gaarne dien steun ontvangen in ruil voor de vroegere scherpe en niet steeds billijke critiek op de (hjks- bouwmeesters. Zij hoopt,Mat men, in stede van „te vechten tegen de bierkade" za"l willen helpen strijden voor verbetering. DE TOESTAND. De jongste rede van Poincare berust weer op de bekende stellingen dat Duitschland in 1914 de niets kwaads vermoedende geai- lieerdc.i ruw-weg op het lijf is gevallen en zich na de nederlaag aan de betaling van het geiag tracht te onttrekken door op een voorgewend bankroet aan te sturen. Dit- maal icrijgen de vroegere bondgenooten van Frankrijk ook een veeg uit de pan, omdat zij, oevangen in het heilig egoi'sme, waarop een hunner (Italie) zicli eens heeft beroemd, de Fransche schadevergoedingspolitiek niet willen volgen, doch hun tijd verdoen met on- vrucritbare onderhandelingen en compro- missen ten koste van Frankrijk. Veel ingang zal deze al te simplistische voorsteliing wel nergens meer vinden; ze kan ten hoogste nog dienen om het Fransche volk het isolement, waarin het meer en meer geraakt, aannemelijk te maken en de schuld ervan op de anderen te laden. Praktische beteekenis heeft ze overigens niet. Van gewicht was daarentegen de verkla- ring, dat Frankrijk het te Londen ingeno- men standpunt: geen moratorium zonder onderpanden, niet zal loslaten, wat er ook moge gebeuren. „Het zal er niet naar stre- ven zich die onderpanden voor goed toe te eigenen, doch ze alleen bewaren in aller be- lang, totdat Duitschland zich van zijn schuld heeft gekweten." In deze woorden ligt de kern van de rede, die wel mag worden beschouwd als een na- drukkelijke wenk aan de commissie van her- stel om Frankrijk inzake de onderpanden zijn zin te geven, daar het ze anders zou moeten nemen. Uit hetgeen de Duitscne bladen over de gisteren te Berlijn begonnen onderhandelin gen met Bradbury en Mauclere weten mee te deelen, valt af te leiden, dat de commis sie van herstel inderdaad haar best zal doen, aan Frankrijk's eisch van productieve onder panden tegemoet te komen. De vraag biijft echter of Frankrijk zich met tegemoet- komingen, die aanmerkelijk beneden zijn Londensch program blijven zal tevreden stellen. Poincare's rede zou het tegendeei doen vermoeden, maar tusschen woord en daad ligt nog een groote afstand. Misschien heeft de eerste minister slechts zoo stellig gesproken om de commissie van herstel tot ingrijpende maatregelen aan te porren. Over de onderlinge schulden bevat de rede de opmerkelijke verklaring dat Frank rijk niet van plan is vooralsnog zijn schul- denaren (Italie, Roemenie en Servie) te manen en dus niet bij machte is zijn eigen schulden aan Engeland af te doen. Ook Poincare wenscht een conference over de regeling van de onderlinge vorderingen, doch hij wil deze biijkbaar gescheiden hou- den van de schadevergoeding. De Oostenrijksche regeering, die te Lon- 'den aan doovemansdeur heeft geklopt, schijnt thans een wanhoopsdaad in den zin te hebben. De uiteenloopende lezingen daar- omtrent wekken den indruk dat zij zelf nog niet goed weet aan wiens handen zij het be- heer over den desolaten boedel zal toever- trouwen. Het is ook nog lang niet zeker, dat't zij de Volkenbond, Italie of een andere staat zich met dat beheer zou willen belas- ten. Het denkbeeid van Schanzer om het staatje door een ekonomische aansluiting bij Italie en Tsjecho Slowakije uit de nesten te helpen, heeft wellicht nog de minste schaduwzijden. BELGIE. Tot de voorwaardelijk in vrijheid gestelde politiek-gevonnisden in Belgie behoort ook Jof van Extergem. In den Vlaamschen tekst van zijn voorwaardelijke invrijheidsteiling staat dat van Extergem moet „zich onthou- den van aile medewerking of deelname aan openbare vergaderingen van politieken aard", m. a. w. mag hij wel artikelen van politieken aard schrijven en politieke ver gaderingen bijwonen en er het woord voe- ren, zoolang deze niet openbaar zijn. Van Extergem had voor aile zekerheid den minister van deze, zijn opvatting kennis ge- geven. De procureur des konings deelde hem daarop mee, dat, volgens kennisgeving van den procureur-generaal te Antwerpen, hem aile deelneming aan politieke actie en elke politieke medewerking aan de pers was verboden, zulks steunende op de Fransche tekst: „ne pas participer a une collabora tion ono a des reunions publiques de carac- rere politique". De procureur was van mee- ning, dat de Fransche tekst de officieele was, maar van Extergem wendde zich op nieuw tot den minister en wees er hem op, dat de Vlaamsche tekst overeenkwam met een verklaring destijds door Emile Vander- velde als minister van justitie afgelegd. Ten slotte heeft hij bericht ontvangen, dat de Vlaamsche tekst als officieel moet worden beschouwd. Jef zal nu zelf de redactie van zijn blaadje Zelfstandig Vlaanderen, onder de zinspreuk: „Voor Vlaanderen tegen de Belgische eenheid, onder de leus: „Er zijn geen Belgen; er zijn slechts Vlamingen en Walen", op zich nemen, tot dusverre door zijn vrouw gevoerd en het woord voeren op een ,,besloten" bijeenkomst, waarvoor ieder belangstellende een „introductie" kan be- komen. Over de zinspreuk van Zelfstandig Vlaan deren is „Vrouw Jef van ExtergemHore- m.ans", de huidige uitgeefster-opstelster, ook al eens lastig gevallen. Toen zij kon aantoonen, dat deze woorden ontleend zijn aan een brief van Destree aan den koning, heeft men haar verder maar ongemoeid geiaten. UIT RUSLAND. De Hollandsche hulp. Het Nederlandsch Nansen Comite zendt ons een gedeelte van een brief, midden in de Russische hongergebieden geschreven en kort nadat de Hollandsche huljp was aangekomen. Wij ontleenen er het volgende aan: Diemitriefka, 23 Juli 1922. Thans tellen wij slechts enkele weken later, en het is alsof het leven is terug- gekeerd. Door de gunstige ligging heb ik Diemitriefka als basis van mijn actie in het Oostelijk district gekozen en waar ik nier nu woon, kom ik natuurlijk in nog veel nauwer contact met de menschen hier dan met die in de andere dorpe.:. Daardobr leert men ae menscnen eersi recht kenden. Prachtige typen zijn er onder. Zoo b.v. mijn ouae vriend ngor lvanovitch w.as vroeger vermogend boer. Heeft door ae tijden en aen misoogst alies verloren. Nau- weiijks het veege iijt gered. woorit etii paar huizen van mij ar en daardoor noud in zoa's avonus nog af eens een buurpraat- je op zijn oankje voor het huis. De stum- pera is oijna blind. Weet ge wqt hij gister- avond tegen mij zeide? „Meen je aai ik blind ben? Meen je dat ik niet zie, hoe Diemitriefka sedert jouw komst veranderd is? Zie jij dan zelf niet, dat de menschen uit den doode zijn opgestaan? Zie jij dan niet, dat de Kinderen weer spelen en vech ten?" „ja Egor lvanovitch", is mijn ani- woord, „het wil mij ook zoo voorkomen." Het is werkelijk, zooals de man zegt, het is gewoon verbazingwekkend hoe spoedig een fceetje goede voeding onder onze strenge controle de menscnen als 't ware weer m het leven terugroep'i. Evenais zoo- veel anderen, heeft Egor Ivanovitsch een vrees, en die is, dat Holland zich terug zai trekken. Reeds het woord Holland doec den menschen een kruis slaan. Een ander goed vriend is geworden de oude Djedeska (oom)Fedoi. Oud, stram type, stapt op een goeden avond mijn hut- je binnen. Dient zich als volgt aan: „Hier oen ix," „ja zeg ik, dat zie ik, maar wie is ik?" „Wel, zegt hij, ken jij Djedeska Eedot niet?" Op zijn rug liad hij een zak, welken hij op den grond zette. Daarin bevonden zicii 2U0 mooie frissche augurken. „En die kom ik jou nu brengen." „Maar Djedeska, wat scheelt je toch, ik heb die niet noodig." „Wat zegt hij, jij zoudt niet van mij aan willen nemen?" "Weet je wat jij gedaan hebt?" Als jij niet gekomen waart, had minstens de helft van mijn gezin reeds op het kerkhof gelegen. Dit is het eenige wat ik voor je doen kan, doch als' het moet, wil ik graag voor je sterven." Ook Djedeska was eens vvelgesteld; anal- fabeet, doch door noesten vlijt en een ge- zond verstand zichzelf opgewerki, thans arm als een kerkrat. Wij hebben hier thans ook een kinder- tafel, waar dageiijks eenige honderden kin deren een voedzame soep krijgen van Hol landsche soeptabletten en margarine en wat meel toegevoegd. Een genot, die sium- perdies te zien smullen. Zij eten aan tafels buiten onder een overkapping, steeds ten getale van circa 100 en tvorden door eenige nonnetjes bediend, die ook voor de zinde- lijkheid en orde moeten zorgen. Er zijn verschrikkelijke hongertypen bij. Het is heiaas een droevig feit, dat, hoe- wel de oogst in de meeste plaatsen zeer goed is, een verdere hongersnood voor de deur staat in vele andere plaatsen. Er is n.l. nergens te veel gezaaid, wat te begrij- pen is na den hongersnood, terwijj in de meeste plaatsen slechts zeer, zeer weinig ishiitgezaaid. Dat is ook in de Hollandsche aistricten het geval. Keeren wij den men schen thans den rug toe, dan moeten ze ker 60 tot 70 pet. in de a.s. winter, van honger sterven, daar zij nergens hulp kun- nen verwachten. Gelukkig hebben wij nog eenige reserven en kunnen nog wel een tijdje doorgaan, doch hoe lang nog? Wij houden strenge schifting, zcodat zij, die iets geoogst hebben, buiten onze hulp val- len, zoolang zij zelf iets hebben. De men schen zijn het Hollandsche volk zeer dank- baar, voor de tot nu toe verleende hulp, doch zien met angsf en beven den tijd tegemoet, dat wij weg zullen gaan. Ze zeggen geiaten: „AIs Holland ons niet helpt, gaan wij alien het graf in; ons lot is handen van God en Holland," DUITSCHLANDS SCHADE VERGOEDING. De leden der Commissie van Herstel, Bradbury en Mauciere, zijn Zondagavond te Berlijn aangekomen. Maandag zouden zij hun besprekingen met de verschillende autoriteitgn beginnen. Men verwacht van die besprekingen een oplossing van de kwestie van een moratorium en trouwens van het geheele vraagstuk der schadeioos- stelling. De vertegenwoordigers der afzon- derlijke landen zullen ook tot deze bespre kingen genoodigd worden, zoodat zij onmid- dellijk van den stand van zaken op de hoog te zullen zijn. De Parijsche correspondenten der Engel- sche pers melden, dat in weerwii van het uiterste standpuni door een deel der Fran sche pers ingenomen, toch een meer ver- zoenende geest bemerkbaar wordt, niet al leen bij de Fransche leden der Commissie van Herstel, doch ook aan de Quai d'Orsay zelf, Het bezoek aan Berlijn van den Brit- schen gedelegeerde en den Franschen voor- zitter van de Waarborgscommissie ge- schiedt in overeenstemming met de wen- schen van de Fransche, zoowel als van de Duitsche regeering. Ook eerstgenoemde ziet geen bezwaar in het voeren van bespre kingen, die tot het doel kunnen leiden. Het is een open geheim, vervolgt de Times, dat de voorstellen tot invoering van andere waarborgen niet alleen van Britsche, doch ook van Fransche zijde zijn gekomen. De Westminster Gazette herinnert er aan, dat tijdens de Londensche conference Engeland bereid was, de waarborgen die reeds door Duitschland waren goedge- keurd, zooals zij door de Garantie Com missie waren geformuleerd en die groote wijzigingen en hervormingen in de finan- cieele politiek van Duitschland noodig zouden hebben gemaakt, aanstonds in te voeren bij het toestaan van het moratorium Poincare evenwel eischt andere, onaan- neemlijke garanties, die eigenlijk straf- maatregelen waren of in tegenspraak met den geest van een moratorium zouden heb ben gewerkt. Het blad hoopt, dat de Com missie van Herstel in staat zal zijn, andere waarborgen te formuleeren, die aanneme lijk en onschadelijk zullen blijken en waar- door een uitweg uit het moeras zal kun nen worden gevonden. Met'het oog op den nieuwen dalenden tendenz van de markt, wijst de Duitsche regeering er op, dat er volgens haar mee- ning geen reden is voor een paniek-stem- ming. De Rijksregeering koopt op't oogen- blik geen dieviezen en is dit ook voor den eerstvolgenden tijd niet van plan. De be- talingen aan de verrekenbureaux zijn vobr den tijd van vier weken opgeschort, terwijl de betalingeri voor de schadevergoeding eveneens voorloopig zijn opgeschort. De vrees voor eerlang te verwachten maatregelen van Fransche zijde, rneent de Rijksregeering als overdreven te moeten kwaliiiceeren. Zij waarschuwt derhaive voor een overdreven opwinding. De Londensche bladen wijden aile be- schouwingen aan de geweldige daiing der mark. De Daily Telegraph zegt, dat de debacle werd toegeschreven aan totaai on- gegronde gerucnten over te stappen, die de Lransche regeering zou wilien gaan doen, hoewel feitelijk ailes er op wijst, dat net tot belangrijke concessies inzake de schade vergoeding zai komen. De Times bespreekt eveneens die ge- ruchten en zegt, dat de Fransche persorga- nen, die de onmiddellijke bezetting van het Roergebied in uitzicht stellen of de toepas- sing van andere dergelijke drastische maat regelen, hun eigen land een slechten dienst bewijzen en de geringe kansen nog verkleinen, die er bestaan om uit de tegen- woordige uiterst gevaarlijke crisis zonder kleerschanren uit te komen. Algemeen is men opgelucht over het besluit der Commis sie van Herstel om twee harer leden naar Berlijn te zenden om daar een en ander te onderzoeken, alvorens de beslissing over het moratorium'wordt genomen. Zoodoende wordR naar men hoopt, de kan's verkleind op onaangename verschillen van meening in den boezem der commissie -zelf en krijgen de staatslieden der Entente meer tijd om de niet minder onaangename gevolgen te over- peinzen, die een b/euk of een onafhankelijk optreden zou kunnen hebben. GASTVRIJ AMERIKA. Een Schotsche ingenieur, aldus de j.Dai- ly Chronicle" werd eenigen tijd g&leden door een Britsche firma uitgezonden naar Amerika, om daar onderricht te geven in het gebruik van eenige piachines aan de machinisten van een firma in de Vereenig- de Staten. Vergezeld van zijn vrouw. begaf hij zich op reis, in gelukkige onwetenheid van het geen hem daar wachtte. Toen het schip namelijk in Amerika was aangekomen liet men hem daar niet toe, opi grond van de een of andere bepaling; der beruchte im- migratiewet. De ingeniaur deed een be roep op de regeering te Washington, doch deze handhaafde het besluit der immigra- tie-autoriteiten. In afvvaciwing van het resultaat 'van zijn protest moesten de ingenieur en zijn echt- genoote een behar.deiing ondergaan, die verre van aangenaam was. Hij werd met vijf en dertig andere mannen in een siaap- kamer gebracht, die zeven bij vier meter groot was. De bedden stonden drie hoog haven elkaar. Onder zich iiadaen,.,de- man nen slechts siaaldrahdj" en haven zfch al leen een paar smerige dekens. Om zich tc wasschen werd een stukje zeep verstrekt en een paar papieren servetjes bij wijze van hariddoek. De ingenieur zag ervan af, het voedsel te beschrijven; zelfs hetgeen hij erbij kocht, was bijna oneetbaar. De „slaapkamer" voor vrouwen en kin deren waren al even weelderig ingericht, vanaaar, dat velen er de voorkeur aan ga- ven, den nacht op een stoel door te bren gen. Er waren lieden bij, wien het volstrekt niet aan geld ontbrak. De ingenieur sprak een tngelsche dame, die drieduizend dollar bij zich had. „Tosn mijn vrouw aan iemand van het personeel haar nood klaagde", verklaarde de ingenieur bij zijn terugkeer in Engeland „kreeg zij ten antwoord: „Waarom gaat u dan niet terug. We hebben. u hier niet noodig." HET PROCES DE BEUCKELAERE. De tegenstanaers van De Beuckelaere en dat zijn feitelijk al zijn rechters en zijn auditeur-militair incluis, probeeren langs allerlei slinksche wegen hem te brandmer- ken als landverrader en hem te betichten van allerlei kuiperijen, tegen het Belgische gezag in den oorlogstijd. Tot zelfs rappor- ten van Duitsche spionnen worden er met de haren bij gesleept en dan nog wel rap- porten, waarvan niet vast te stellen is, of de onderteekeningen geschreven, of op een bedriegelijke wijze nagemaakt zijn. Dan: het zijn rapporten in verband met een van de duistere kwesties die het Belgische leger betreffen, n.l. toen een der divisies begon te wankelen, en de soldaten overliepen naar de Duitschers. Diezelfde Duitschers hebben het ontstaan van de Vlaamsciie Frontpartij in de hand gewerkt, en .menige studenten- organisatie, weike ontevreden was over het Belgische regeeringsbeleid, in het geheim gesteund. Als de voornaamste worden de rapporten-Stahle beschouwd, en daarin komt de naam van De Beuckelaere maar eens voor, en dan nog niet erg verdacht. Die documenten zijn alleen interessant voor hen, die zich nog. niet genoeg ver- baasd hebben over de verwikkeldheid van de grootere en kleinere partijtjes, die el kaar dwars hebben gezeten en zitten in het in verschillende kampen verdeelde Belgie. De eene inlichtingendienst schijnt de andere verdrongen te hebben, de spionnen hebben elkaar in den weg geloopen, zooveel zijn er geweest. De naam activisme schijnt niet een bepaalde soort menschen bedoeld te hebben, maar verscheidene soorten. Een der rapporten Stahle schijnt over den acti vist De Beuckelaere te handelen, en nu wil- de auditeur-militair, dat Stahle een zeer geloofwaardig mensch zou zijn. Zooiets maakt in heel Belgie een pijnlijken indruk; niemand of hij beschouwt een konkelaar als Stahle toch wel als een hoogst onbe- trouwbaar getuige a charge van den gema- tigden activist De Beuckelaere, wiens on- schuld steeds duidelijker werd. „Hoewel ieder ontwikkeld soldaat inlich- tingen kon geven aan de Duitschers over de wantoestanden aan het Vlaamsche front", verdedigde De Beuckelaere zich, „heb ik bij herhaling mijn makkers verbo den ook maar iets te zeggen". Brochures en pamfletjes zijn afkomstig, zooals De Beuckelaere verder aantoonde, niet van zijn hand, maar van de hand van een zeke- ren De Schaepdrijwr en behandelen aile- gevallen uit diens divisie. Geen defaitisme is hem ooit aan te wrijven geweest. Wat de Duitsche rapporten betreft: De Beuckelaere toonde heel scherpzinnig aan, dat zij met elkaar in tegenspraak zijn op verschillende markante punten. Verscheiden getuigen, waarvan de open- bdar aanklager veel succes verwachtte ten nadeele van De Beuckelaere, vallen erg tegen: zoo de kolonel Tasnier, die alleen maar weet te vertellen, dat de Duitsche stukken zoo lastig te ontcijferen waren, en vo! onoplosbare moeilijkheden zijn gebleven en eveneens zoo professor Willus uit Leu- ven, de schrijver van de opzienbarende brochures „FIamenpolihV' en het „Zwart- boek van het Activistenverraad". Laatstge- noemde weigert ver strekkende iniichtingen te gevenuit vaderlandslievende rede- nen! Op zoowat aile vragen gaf hij ten antwoord: ,,Dat is het geheim van onzen inichtingendienst". Het Brusselsche blad Laatste Nieuws kan zijn woede niet langer bedwingen over de wijze, waarop het proces De Beuckelaere wordt gevoerd: „Het gaat falikant ver- keerd zoo Duitsche soldaten, of wie weet, Duitsche spionnen zouden te getuigen heb ben tegen een man als De Beuckelaere! Dat is iaag en gerneen. Het proces wordt bezoe- deld, dat wij aan "te hooren hebben verkla- ringen van menschen, die in den oorlogs tijd het minste werk hebben verricht, dat wij kennen: uitdaging en verklikken. Het proces wordt een schandaal, bedreven tegen aile rechtgeaarde Vlamingen. De menschen die met geweld De Beuckelaere's ongeluk \H!len, zijn nog erger dan de menschen, die indertijd door.een Van Cauwelaert en een Huysman tot zwijpen zijn gebracht. De rechtbank van De Beuckelaere is een nog treuriger verschijnsel dan de activisten, die Belgie's ondergang hebben gewild." In het proces-de Beuckelaere werd Maan dag de ter dood veroordeelde dr. August Borms als getuige gehoord. RAMAEKERS EN VLAANDEREN. De Nederlandsche teekenaar Ramaekers ligt met de Vlamingen overhoop. Hij had voor de Brusselsche „Soir" een teekening gemaalct waarin De Beuckelaere voorge- steld werd als een overlooper. De „Gazet van Antwerpen" dringt er naar aanleiding hiervan op aan, dat Ramaekers over de grens zal worden gezet als vreemdeling, die kwaad komt stoken en zich bemoeit met binnenlandsche aangelegenheden, die hem niet aangaan. De Brusselsche redacteur van de „Maas- bode" schrijft over het geval: De plaat van Louis Ramaekers gaat voort de grootste verontwaardiging te verwekken in het Vlaamsche land. Thans is het de ,,V. O. S." (Vlaarnsch Oud-Strijdersblad), het orgaan van ruim 100.000 Vlaamsche frontsoldaten, dat, in een „Open brief" o.a. het volgende schrijft: „Er was een tijd, dat de IJzersoldaten en u samen den barbaarschen overweldiger be- streden; zij van in de „bloed"- en „modder- grachten" met het wapen in de vuist; u van uwe werkkamer, met het potlood tusschen de vingeren. Zij trotseerden vier jaar en een half een hel van vuur, staal en bioed voor de vrijheid van hun*land; u alleen de pu- blieke opinie uwer landgenooten. Zij hid den de borst vooruit, om indien het zoo wezen moest er het moordend staal te laten indringen; en u om er lintjes en deco- raties te laten opspelden. Zij werden in hun heldhaftig strijden vernederd en als mis- dadigers bewaakt; ep u werd als een ware held afgeschilderd en gevierd. Zij waren echter niet afgunstig op u, integendeel: velen van hen bewonderden u voor uwe kunst en „potlooddurf" Maar nu het er op aankomt de ware „IJzerhelden" te vieren en sommige men schen ze Iiever in de boeien willen doen slaan vinden wij u de eerste, om ze te bekladden en zelf de nagedachtenis van diegene, die voor de „groote zaak" gevallen zijn, te bezoedelen Welnu, wij vragen u met welk recht?? U, een vreemdeling, die door een groot aantal uwer landgenooten verloochend wordt, hebt hier in ons Belgische huishou- den niet in het het minste uwen neus tus schen te steken! Wij verbieden u man zonder vaderland nog langer modder te gooien naar de overgeblevenen van hen, die Belgie hebben helpen groot maken. VRIj EN GEVANGEN. Voor de rechtbank van Berlijn Moabit had zich Vrijdag een zekere Hoffmann, kweekeling uit een opvoedingsgesticht, die reeds vier jaar gevangenis achter den rug heeft, wegens diefstai te verantwoorden. De man werd tot negen maanden gevan- genisstraf veroordeeld. Nauwelijks was het vonnis geveld of de veroordeelde sprong plotseling over de balustrade van de bank der beklaagden en trachtte den uitgang der zaal te bereiken. De man koos voor zijn vlucht den weg langs de publieke tribune. Deze was geheel met oude kennissen van de justitie gevuld, die de achtervolging van Hoffman trachtten te belemmeren. De agent, die Hoffmann achtema was gerend, sloeg zich dapper door het gezei- schap heen en slaagde erin Hoffman op straat weer op te pakken. Voor een andere rechtbank te Moabit had zich Vrijdag de handelsreiziger Colin wegens verduistering van dameshoeden voor een totaai bedrag van 50.000 mark te verantwoorden. Cohn had deze hoeden in koffiehuizen aan kennissen verkocht en be- weerde thans, dat de koopers wel wisten hoe hij aan de hoeden was gekomen. Het gevolg een groot aantal lieden onder aan- klacht van heling eveneens op de bank der beklaagden moest piaats nemen. Al deze lieden hadden een onberispelijk ver- leden en waren woedend op Cohn, die hun de hoeden te koop had aangeboden, zeggend dat het onbruikbare monsters wa ren. Gohn hield echter steeds vol, dat de koopers wel wisten wat er aan de hand was en daarop werd een fabrikant, die hon derden arbeiders onder zijn bevelen heeft, zoo razend dat hij Cohn met een stoel te lijf ging. De verdediger en de aanwezige agenten moesten hun uiterste best doen om de orde op de bank der bekfaagden te herstellen. Cohn werd voorwaardelijk tot vijf maanden gevangenis veroordeeld. De medebeschuldigden werden vrijgesproken. DE WIJNOOGST IN FRANKRIJK. Naar de Fransche bladen melden, zal het jaar 1922 een uitmuntend wijnjaar zijn. Het „Petit Journal" zegt zelfs, dat het! wel licht een herhaling wordt van 1893, een jaar, dat enorme hoeveelheden wijn van

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 2