m% i algemeen nieuws- en aqvertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen. No. 7334. Maandag 7 Augustus 1922. 70e Jaargang. BUIT EN L A N P~ BINNFKiAKD. TELEURGESTELD VERTROUWEN IN ZAKENLEIDERS. In de wekelijksche schetsen van Geld- en Fondsenmarkt in de N. R. Crt. wordt in verband met de blijvend flauwe stem ming io p de fondsenmarkt te Amster dam het volgende opgemerkt: De schier eindelooze reeks van jaar- verslagen, vvelke nauwelijks iets anders bevatten dan jammerklachten der direc- ties omtrent den bedroevenden gang van zaken in hun ondernemingen, om dan vrij- wel steiselmatig te besluiten met de me- dedeeling dat omvangrijke, vaak in de tientallen millioenen loopende veriiezen de resultaten zijn van het afgesloten boek jaar, zoodat kapitaalsafschrijvingen en ai- geheele opoffering der gekweekte reser ves niet zelden de aandacht vragen vormt ongetvvijfeld de hoofdoorzaak van de vrij- wel algemeene afzijdigheid, welke het pu- bliek ten opzichte van den beurshandel blijft betrachten. Indien slechts de overtuiging leefde dat de vele Jobstijdingen, waarmede aandeel- houders zoo rijkelijk worden bedeeld, ge- heel op rekening zijn te stellen van de alom Jieerschende economische crisis, dan zouden steilig de verschillende berichten, welke er op wijzen, dat de conjunctuur hier en daar eenige neiging tot verbete- ring vertoont, wel voldoende zijn om ook ten onzent tot een herstel van vertfrouwen bij te dragen. Vele aandeelen in werkelijk gezonde buitenlandsche ondernemingen, waarvoor thans op een koers^ die zich vaak tientallen procenten, onder hun intrinsieke waarde beweegt, nauwelijks een kooper te vinden is, zou men dan niet langer voor afbraakprijzen van de hand behoeven te doen. Helaas echter is het niet zoozeer de vrees voor een verscherping van de crisis welke den ondernerningslust van ons ka- pitaal zoozeer bekoeld heeft, dan wel een algemeen mistrouwen in de kunde en laat het hooge woord er dan maar uit- komen de rechtschapenheid van velen, die zich hebben opgeworpen als de lei- ders maar in al te vee lgevallen overdui- delijk gebleken is, ifiet alleen het noodige doorzicht, maar wat erger is, vaak ook het noodige verantwoordelijkheidsgevoei ontbreekt. De algemeen gevoelde teleur- stclling van den zoo onverwacht ingetre- den terugslag van den toestand, wordt spe- ciaal hier te lande op den achtergrond gedrongen, door wantrouwen in de per- sonen. Hierdoor is 'n verbitterde stemming gekweekt, welke minder gemakkelijk zal worden vergeten, dan de ontstemmingover veriiezen, die hun oorzaak vonden in een malaise, waaronder de geheele wereld ge- bukt gaat. Goed vertrouwen is nu eenmaal een eer- ste voorwaarde voor een bloeiend be- drijfsleven, doch juist dit vertrouwen heeft, door de zonderlinge praktijken, wel ke, zooals thans telkens aan het 1 icht komt in tal van gevallen in toepassing zijn ge- bracht, een geduchten knak gekregen. Den aandeelhouder, die verlies op verlies te boeken krijgt, omdat hij zich door een op- pervlakkige en zelden opzettelijk onjuiste voorlichting tot deelneming liet bewegen in allerlei ondernemingen, welke thans als gevolg van een onoordeelkundige leiding tot ondergang gedoemd zijn, of die tot de ontstellende gewaarworden komt, dat zijn kapitaal hetwelk hij goed belegd waande, slechts werd dienstbaar gemaakt aan een onverantwoordelijke zij het dan mis schien dikwijls onbewuste speculatie- zucht zijner geldnemers, vergaat de lust om zijn spaarpenmngen andermaal in de waagschaal te stellen. Of is het iets an ders dan speculeeren met de hun toever- trouwde gelden, wanneer de directies, PEUILLETON. De Patient van dokter Vincent. door HAEDON HILL. (Geautoriseerde Vertaling.) 50) „Ja, ze heeft mij geholpen,, zooals ik u gerapporteerd heb. Zij was achter het een en ander gekomen, dus achtte ik het 't beste om haar ook in de zaak te betrekken. Maar zij heeft zeff te veel op haar kerf- stok om het ons lastig te maken." Signor Biffa drentelde als gewoonlijk in de vestibule en Guyse beval hem onmid- dellijk een rijtuig voor te laten komen en legde meteen uit, dat de heer Cronin een vriend was van lady Uvedale's overleden echtgenoot. De Amerikaan wilde lady Uve- dale nu een bezoek brengen, maar kon zoover niet loopen. De Signor boog herhaaldelijk voor den vertegenwoordiger van den Amerikaan- schen Mammon, en zond toen eenige on- dergeschikten uit om het bestelde rijtuig te halen. Hij ging zelfs zoover, dat hij met eigen hand het portier voor de hee- ren opende. Hij glimlachte tot het rijtuig uit het gezicht was en keek toen opeeng somber. Door de vestibule ging hij naar de telepnooncel en sloot behoedzaam de deur achter zich dicht. Toen belde hij het woonhuis van den heer Samuel Sleath op. „Neen, ik ben het dienstmeisje," was het antwoord. „Juffrouw Stella is een poosje geleden uit het hotel teruggeko- men, maar ze is alweer uit." ,,Waar is ze heen?" zooals het herhaaldelijk blijkt geschied te zijn door inkoop van eigen aandeelen ter beurze het vertrouwen trachten te her- stellen,dat zij niet zonder reden onder hun voeten voefen wegzinken? Meermalen maakte men het nog bonter, door ter be- reiking van hetzelfde doel met een val- sche of dubbelzinnige voorstelling van za ken te trachten, de koersen van eigen aan deelen kunstmatig op te zetien, tengevolge van vvelke praktijken de belangen van der- den op een roekelooze en onverantwoorde lijke wijze op het spel werden gezet. DE roESTAND. Lloyd George's rede in het Lagerhuis be- vat, hoe algemeen en voorzichhg ze ook gehouden was, enkele belangrijke dingen, schrijft de N. R. Crt. Zijn poging om den arbeid der politici en diplomaten te en sedert Versailles te verdedigen, was niet overtuigend, al is er veel waars in zijn be- toog dat regelingen, waarbij gelijkgerech- tigde partijen met zee uiteenloopende be langen betrokken zijn, uit den aard der zaak tal van tekortkomingen vertoonen, die eerst later, als de omsxandigheden zich hebben gewijzigd, in hun geheelen om- vang aan het licht komen. Op de regeling der schadevergoeding is deze verklaring ten voile van toepassing. Aan den betalingsstaat, het vorige jaar te Londen vastgesteld en Duitschland bij ul timatum opgelegd, houdt niemand meer vast, zelfs Poincare niet, die mits de onder- linge schulden der geallieerden worden geschrapt, bereid is de obligaties C, ter nominale waarde van een 80 milliard goud- mark, te laten vervallen. De Duitsche ver- plichtingen zouden dan tot 50 milliard worden verminderd. Op het eerste gezicht lijkt dat een aan- merkelijke concessie, men moet echter be- denken, dat Frankrijk daarmee beoogt, naast Belgie eigenlijk de eenige schuld- eischer van Duitschland te worden en zijn lastigsten partner, Engeland, uit te scha- kelen. Lloyd George heeft deze schaduwzijde van de voorstellen die Poincare, naar de Fransche pers meldt, mee naar Londen neemt, dadelijk doorzien en ondubbelzinnig verzekerd, zich in de bjjeenkomst van Maandag te zullen verzetten tegen elke op- lossing van de moeilijkheden op Enge- land's kosten. „Ieder verschijnt daar te Londen met dezelfde rechten. Engeland heeft zijn aanspraken, Frankrijk, Belgie en Italie de hunne, maar Engeland moet daar als volkomen gelijke beschouwd worden en welk besluit ook genomen wordt, of wij voorstellen voor het oogenblik een moratorium te verleenen of een verlaging der annuiteiten, het mag niet gaan ten kos- te van Engeland, het moet een korting zijn, welke alien treft." Deze verklaring, welke Poincare verwit- tigt, dat Engeland niet voornemens is ten bate van Frankrijk over de brug te komen, maakt meteen een eind aan de onduide- lijkheid in de nota van Balfour, waarop in ons Beursoverzicht is gewezen. Enge land zal zijn aanspraken op Duitschland slechts verminderen als de anderen het ook doen. Met klem heeft de eerste minister voorts uiteengezet van hoeveel belang het voor geheel Europa is, om Duitschland een rust- poos te gunnen en met den druk niet te ver te gaan. Dit was een duidelijke wenk aan Frankrijk om met zijn voorgenomen sancties het land niet tot wanhoopsdaden te d rijven. Duitschland heeft inderdaad behoefte aan een vrij langen termijn om op adem te komen. Wie redeneert als de Daily Ex press en in Frankrijk doen zeer velen dat en beweert, dat 75 pet. van den Duitschen rijkdom van voor den oorlog Een hoonend lachje. „Ik zal haar niet verraden. Htt zou mij mijn dienst kunnen kosten. Met wien spreek ik?" „lk ben de gerant van het hotel Metro- pole. Ik wil jouw madame heusch geen kwaad doen, meiske. Maar zij heeft haar beurs laten liggen hier, propvol, met wat je noemt, het slijk der aarde." „Bedoel je geld?" „En of. Bankpapier en goud. En ik wil het haar liever teruggeven, eer zij naar de politie loopt, omdat ze in mijn hotel bestolen is." „0, dat maakt verschil, ofschoon de he- mel mag weten, 'waar ze de duiten van daan haalt. Zij is een bezoek gaan brengen bij mevrouw Lynne, de moeder van den nieuwen dokter." „Dank je", en meteen belde Biffa af. Hij ging weer in zijn kantoortje en schuierde zich eens ter dege af, terwijl een vroolijk deuntje fluitend. Daarna borstelde hij zijn dun zwart snorretje, draaide het eens op en zette toen een vilten hoed op zijn sfuike haren. En zoo aangedaan gine hij naar buiten. HOOFDSTUK XXXI. Sigor Biffa's hofmakerij. Toen Signor Biffa den tuin van het hotel uitkwam, sloeg hij rechts af en ging de straat in, waar dokter Lynne zijn be- scheiden woning had. Toen hij den hoek omsloeg, passeerde Cosmo Lynne hem op de fiets. De jonge dokter trapte zoo hard als hij kon en scheen te zeer in gedachten verdiept te zijn, om den gerant te zien, dien hij toch misschien niet eens zou her- kend hebben. De voorbijschietende gedaan- te bracht een wreed lachje te voorschijn op het donkere aanzijn van den Italiaan, nog aanwezig is, en de depreciatie van de valuta slechts een soort camouflage, praat onzin. De vrede van Versailles heeft het rijk drie kwart van zijn ijzererts, het meerendeel van zijn zinkmijnen, de kalx- groeven in den Elzas, al zijn kolonien, zijn nederzettingen in China, zijn concessies in Marokko, zijn handelsvloot, veel spoor- wegmateriaal en zijn handelsondernemiu- gen in de Entente-landen doen veriie zen, de verplichtelevering van kolen nood- zaakt de Duitsche nijverheid met dure ko len uit he t buitenland te werken en bovendien is op belangrijke takken van nij verheid als synthetische kleurstoffen en chemicalien, koolte -producten enz. een servituut gelegd. Dit onvolledige staatje toont voldoenue aan, hoe ongerijmd het is, te spreken van een onverarmd Duitschland. DUITSCHLANDS ANTWOORD. Poincare's laatste dreigement is Vrijdag- avond door de Duitsche regeering beant- woord, en, zooals te verwachten was, ne- gatief. Gepubliceerd wordt de antwoorci- nota pas vanmiddag, maar van den inhoud is het volgende bekend geworden: „De Duitsche regeering herinnert er u aan", begint ze vermoeid haar verdediging tegen Poincare's felheid, „dat zij feitelijk veel te ver gaat met aldoor uw nota's voor ernst te nemen. Al dat gedoe met u alleen heevt geen zin, daar uw vrienden totnutoe niet geantwoord hebben op onze eerste nota-om-vergunning der maandelijksche betalingen. De vervaldatum van den eerstvolgen- den termijn van 2 millioen pond sterling, is 15 Augustus. De Duitsche regeering kan dus twee dingen doen: eerstens wachten, tot de andere geallieerden een gezamen- lijk antwoord sturen voor den 15den Au gustus, en ten tweede, onderdehand haar uiterste best doen, de benoodigde beta- lingsgelden bijeen te krijge'n. In ieder geval zal zij haar best doen, zelfs als Engeland en Belgie niets van zich laten hooren. Hoe wij de zaak keeren en overwegen, nergens vinden wij het recht, dat Frankrijk zich aanmatigt ons te bedreigen met nieu- we dwangmaatregelen. En als het waar is, dat Frankrijk toch zijn dwangmaatregelen wenscht toe te passen, en nog wel op grond van het Verdrag van Versailles, dan herin nert de Duitsche regeering de Fransche er aan, dat in het Vredesverdrag niets anders staat, dan dat de geallieerden hoogstens mogen overgaan tot het in beslag nemen van de bedragen, welke uit de liquidatie der Duitsche eigendommen in het buiten land afkomstig zijn. Verder wijst ,de Duitsche regeering de Fransche er nog eens nadrukkelijk op, dat de mark niet meer schijnt te zijn, wat ze vroeger was Spijkerhard is de Fransche hooge „poli- tiek" van Poincare; de laatste Duitsche nota zal dus hoogstens „voor nota" wor den aangenomen, meer niet. En als het een beetje wil, dan beleven we binnenkort, hoe Frankrijk, langs een langen, gezochten om- weg, een van zijn doeleinden heeft bereikt: want tot dwangmaatregelen, die er aange- kondigd zijn, behooren ook de afscheiding van het Rijnland van Duitschland, zoodat het een onnoodige bufferstaat vormt, tus- schen Frankrijk en het Duitsche rijk. De republiek Rijnland krijgt dan een eigen parlement, een afzonderlijke finan- cieel regime, en de geallieerden zullen er vriendelijk toezicht uitoefenen. Wie den Rijn uit Duitschland snijdt, treft het in zijn slagader. Gerust kunnen wij nu reeds voorspellen, dat Duitschland, mocht genoemdd maatregel getroffen worden, doodbloedt. Maar het doodbloeden van Duitschland zal aan Frankrijk zelf veel geld kosten, zoo- veel geld, dat het later zijn verloren goeden naam misschien niet meer kan terugkoopen in de wereld. en wekte bij hem gedachten aan een don- ker laantje en een dolkmes. Maar al spoedig klaarde het gelaat van den Signor op. „Een minnaar zal toch niet wegvliegen van de vrouw, die hij aanbidt, alsof men hem op de hielen zat," mompelde hij bij zichzelf. „lk maak er mij veel te druk over; maar het is toch tijd, dat ik een eind maak aan die onzekerheid en haar de kracht van mijn, wat je noemt straf- fende hand toon." Hij had hard geloopen voor iemand, die zoo corpulent was, als hij, maar nu hij zich niet meer ongerust behoefde te maken, hield hij zijn passen wat in. Bepaald lang- zaam liep hij langs de hooge taxishaag, die den dokterstuin van den weg scheidde. Hij kon er niet overheen kijken, maar toen hij langs het hekje ging en even op zij keek, zag hij, dat Stella Sleath juist op de stoep afscheid nam van mevrouw Lynne. Biffa keerde zich om en liep een vijftig ellen terug, om zich nogmaals om te draaien en Stella tegemoet te gaan, toen ze het hek uitkwam. Ze zag er zeer temeergeslagen uit, en toen ze den Italiaan zag, kwam er een trek van ergernis op haar mooi gezichtje. „Zeg eens, Otto, wat is er met je hotel gebeurd, dat je je plichten zoo verwaar- loost, terwijl je een Amerikaanschen mil- lionnair op je vreemdelingenlijst hebt staan?" riep ze uit. „Ze sturen je weg, mannetje, en dan zal je je toevlucht nog moeten zoeken tot dat draaiorgeltje als je tenminste niet liever een *ijswagentje hebt." „Als ik mij uit de zaken terugtrek, dan zal ik heusch niets behoeven te verdienen met een draaiorgeltje, mademoiselle", ant- woordde Biffa waardig. „Ik ben dezen kant De oorlogsschulden. Maandag a.s. beginnen de Londensche besprekingen en alle betrokkenen wagen zich aan voorspellingen, maar niemand weet waaraan zich te houden. In Frankrijk had men gehoopt, dat Lloyd George het een en ander aanvechtbaars zou losgelaten hebben, maar hoe men de rede van Vrijdag ook be- studeert, er staat alleen in, dat hij verstan- dig wenscht te doen, als een ander onver- standig doet. Die ander kan men gerust vertalen door „Frankrijk". Even dus is er een stilstand, ja een stilte. Als het maar geen stilte is, die een storm voorafgaat. Hoogstens weet men, dat Ame- rika hardnekkig van het boschje „neutrali- teit" zoogenaamd onverschillig op de loer wil blijven liggen, dat Frankrijk even hard nekkig wenscht te stormen, dat Engeland hardnekkig wenscht te remmen en dat Bel gie hardnekkig wil blijven doorgaan voor een land, dat groot, oud en wijs genoeg is om mee te praten met de grooten, die zich zijn vrienden noemen. Vrijdag heeft opnieuw een hoog finan- 1 cieel Amerikaan gezegd: ,,Wij bemoeien j ons niet met het interne Europeesche ge- zanik, maar wel willen wij geld zien, voor de hulp, die wij aan Europeesche landen geschonken hebben, om den oorlog te voe- ren, dien zij zoo graag wilden voeren. Laat Europa zich ontwapenen en zijn vuile wasch opruimen en bezuinigen." Die woorden werken op Frankrijk als een roode lap op een stier: „Willen wij zelf niet de dupe worden, dan moeten wij Duitschland de dupe maken van de finan- cieele ineenstorting van Europa", jamme- ren de Franschen: „het hemd is nader dan de rok, dus dan moet Duitschland er maar aan gelooven." „Hoho, kalm aan", vermanen de Engel- sche plannen en redevoeringen der laatste dagen, ,,er zijn nog andere en betere mid- delen, om een uitweg te vinden. Zie de nota van Balfour". Duitschland, dat al niet veel anders meer doen kan, dan 's avonds in de kranten lezen wat er telkens over hem besloten en bedis- seld is, is blij verrast geweest van Balfour's nota en even weldadig heeft men zich er gevoeld over de debatten in het Engelsche Lagerhuis. „Daar heeft men onze eer willen redden en dat is al heel wat" schrijft de Vossische Ztg., „zelfs al worden wij de dupe van de ineenstorting van Europa". Zoover is het dus al met het oude Europa gekomen, dat men voor enkele maanden sprak van een herstel van Europa, en van een mogelijke voorkoming van een ineen storting en dat men nu reeds van die ineen storting spreekt en schrijft als van een feit, hetwelk zich binnen afzienbaren tijd zal voltrekken. Het kan zeer „interessant" zijn in een tijd te leven, waarin zooveel ,,geschiedenis" gemaakt wordt; voorshands lijkt het ver- kieslijker in een tijd te leven, „waarin niets gebeurt", maar waarin kalme welvaart en tevredenheid der volken deel zijn. Getallen. In baar geld heeft Duitschland betaald aan de Commissie van Herstel 77 millioen pond sterling, gelijkstaande aan 30 milliard papieren marken. Aan schepen, steenkolen, e.d. leverde het voor een bedrag van 100 millioen pond sterling. De mijnen in het Saar-gebied brachten voor Frankrijk op 23 millioen pond sterling. Een totaal bedrag van 450 millioen pond sterling dus. Groot-Brittannie ontving daarvan 66 mil lioen pond sterling, en besteedde dat prac- tisch aan de kosten van zijn bezettings- leger aan den Rijn. Teruggeloopen zijn die kosten tot 2 millioen pond sterling per jaar. Aan kapitalen, benoodigd voor handels- doeleinden, heeft Duitschland uitgevoerd hoogstens een som van 100 millioen pond i sterling. uitgekomen, omdat ik gehoord heb, dat u hier was, en ik wil u zoo gaarne dienen nog even gaarne, als toen ik arme Otto van het Stromboli restaurant was. Ik heb voor u berichten, die zullen u interessee- ren. De nobele capitano heeft de kennis gemaakt met den Amerikaan, die niet hee- lemaal spreekt met een Anxerikaansch ac cent." Stella liep door om aan den strakken blik van de git-zwarte oogen van signor Biffa te ontkomen, maar ze duidde met een gebaar aan, dat hij met haar mede mocht gaan. „Het is geen ongewoon verschijnsel, dat de kapitein genegenheid opvat voor rijke menschen, Otto," zeide ze met een ge- dwongen lachje. „Dat moest je toch we ten." „Ja, er is echter nog meer, dat, wat je noemt, de aandacht trekt," hield de ge rant van het hotel vol. „De capitano en monsieur Cronin hebben ons mooiste rij tuig genomen en zijn een bezoek gaan brengen bij lady Uvedale." Dezen keer maakte zijn mededeeling wel indruk. Zijn schoone gezellin haalde eens diep adem en mompelde bij zich zelf: „Dan wak ik maar net op tijd." Maar luider voegde zij er bij: „Dat is heel inter- ressant Otto, maar wat gaat mij dat eigen lijk aan? De kapitein en ik kenneti eikaar nauwelijks, nu wij beiden zoo deugdzaam zijn geworden. Ik denk nu niet, dat hij het aangenaam vond om zoo plotseling te ontdekken, dat ik mijn domicilie in Rockhaven had, evenmin als het een pret- tige verrassing voor mij was om hem daar zoo eensklaps te zien opduiken en „Wat je noemt roet in mijn eten gooien" kwam Otto nu plotseling. „Luister nu eens, mademoiselle", ging hij voort op gebie- Engeland heeft van Amerika geleend 850 millioen pond sterling. De Britsche oorlog- schuld bedraagt 2.000 millioen pond ster ling. UHgegeven ten behoeve van den oor log en van de geallieerden heeft Groot- Brittannie ruim 7700 millioen gond sterling. Het schuldverminderingsvoorstel van Bal four heeft een groot recht van bestaan en dient wel overwogen te worden, maar niet te lang, want dan verloopt alles weer. Engeland's schuldenlast verhoudt zich tot de volgende getallen van andere linden: Engeland 7766, de Ver. Staten van Amerika 5147, Frankrijk 6340 pond sterling. Per hoofd bedraagt de schuld voor een Engelschman 181, voor een Franschman 162 en voor een Amerikaan 47 pond sterling. Daarom, dat Balfour clem'entie inroept voor den Engelschen belastingbetaler. Ziedaar enkele cijfers, die de Engelsche kanselier van de schatkist Vrijdag in het Lagerhuis noemde in zijn redevoering over het schuldverminderingsvraagstuk. Aan de Chicago Tribune ontleenen wij de getallen, die Poincare ter overweging zal geven in Londen. Het bedrag der Duitsche schadeloosstel- lingsschulden wordt in 3en verdeeld, in A- schulden, B-schulden en C-schulden. De A- en de B-schulden loopen over een bedrag van 50.000.000.000 gouden marken en de C-schulden over het resteerende be drag van 82.000.000.000 gouden marken. Over de laatste zullen later bepalingen worden getroffen, maar over de eerste zoo spoedig mogelijk. De afdoening der A- en B-bedragen zul len worden besteed aan het herstel van de verwoeste gebieden in Frankrijk, Italie en Belgie. Frankrijk krijgt het meest en wel 85 Als alles naar wensch verloopt, zou Engeland ook nog wat krijgen. Om dat geld uit Duitschland te persen, zijn een aantal maatregelen noodig op fi- nancieel, economisch en administratief ge- bied, voor de tenuitvoerlegging, waarvan zich vooral Frankrijk schijnt te willen in- spannen. Ook zal er wel een internationale leening noodig zijn, waarvan het nog maar beter Is het bedrag voorloopig stil te houden: de wereld mocht eens al te erg schrikken. DE BOLSJEWIEKEN MAKEN ZICH VAN DE SAFE VAN DEN NOORSCHEN CONSUL MEESTER. Volgens een V. D.-bericht uit Christiania hebben de bolsjewieken, naar „Aftenpos- ten meldt, de safe van den voormaligen Noorschen consul, Hombo, te Moskou la- tn springen, en zich meester gemaakt van den inhoud, bestaande uit geldswaardige papieren van Noorsche, Amerikaansche, Servische, Bessarabische, Duitsche en Rus- sichse onderdanen. Het Noorsche Ministerie van Buiten landsche Zaken bevestigt dit bericht, dat afkomstig is van de Noorsche handelsdele- gatie te Moskou. Deze delegatie deelt mede, dat de bolsjewieken al eerder een dergelijke poging hadden gedaan met de verklaring, dat zulks op bevel van de Sov- jet-regeering geschiedde. De delegatie heeft toen geprotesteerd en de Sowjet- regeering verzocht niet tot daden over te gaan, voor instructies uit Christiania waren ontvangen. De Sowjet-regeering antwoord- de, dat zij hieraan geen gevolg kon geven, aanzien het gebouw, waarin de safe zich bevindt, geen exterritoriale rechten had, de safe niet voorzien was van het consulaire zegel en officieele stukken bevatte, die aan Russen toebehoorden. De consul Holmbo verklaarde, toen, dat de safe voorzien was van het Noorsche en het Romeensche consulaire zegel en dat er geen officieele stukken, aan Russen be- hoorend, in waren. Het gebeurde werd aan de Noorsche'han- delsdelegatie te Moskou meegedeeld door dtnden toon. „Als kapitein roet in het eten heeft gegooid, dan zal ik Otto Biffa een anderen schotel voor u klaar maken, al moest ik er mijn vingers mee verbranden. Ik ben nu niet langer Otto de eenvoudige kellner, die kruipt en fooi- en aanneemt. Ik ben nu een persoon van gewicht, met een kapitaaltje op de bank en ik weet een heeleboel." Stella keerde haar gezicht naar hem toe en keck hem verschrikt aan- Hij liep kalm voort. „0, ik ben er van overtuigd, dat je nooit een gelegenheid voorbij hebt laten gaan, om iets te brouwen, wat je iater van nut zou kunnen zijn," zeide ze. „Maar het zou tijd en moeite sparen, als je nu maar meteen zeide, wat je bedoelt en wat je wilt hebben." „Ik bedoeldat u dien jongen dokter niet langer moet naloopen en ik wil heb ben de schoone Mademoiselle Stella!" „Brutale aap! Hoe krijg je het in je hoofd! Wat heb ik met dokter Lynne te maken en wat jij met mij?" zij kon niet meer uit haar woorden komen van drift. Signor Biffa luisterde bedaard, tot ze uitgeput zweeg. Toen begon hij koppig van voren af aan. „Ik zeg het niet, maar heel Rockhaven vertelt, dat u den jongen man naloopt en uw netten naar hem uit- zet. En ik heb zooveel met u te maken, dat ik een goede man voor *u zal zijn. Als u „neen" zegt, dan zal ik het hier lee- lijk warm voor u maken. Ik ben, wat je noemt, van alles op de hoogte en ik zal een betrouwbare getuige zijn, als "de kapi tein zijn troef uitspeelt, waarvoor hij nu de kaarten heeft geschud. En u zult er lcelijk bij ziji*„ mademoiselle, als u niet wilt met mij trouwen." (Wordt vervolgd.) mm* js^mc^sssassjic. CO U RANI

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1