m% i
algemeen nieuws- en aqvertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen.
No. 7334.
Maandag 7 Augustus 1922.
70e Jaargang.
BUIT EN L A N P~
BINNFKiAKD.
TELEURGESTELD VERTROUWEN
IN ZAKENLEIDERS.
In de wekelijksche schetsen van Geld-
en Fondsenmarkt in de N. R. Crt. wordt
in verband met de blijvend flauwe stem
ming io p de fondsenmarkt te Amster
dam het volgende opgemerkt:
De schier eindelooze reeks van jaar-
verslagen, vvelke nauwelijks iets anders
bevatten dan jammerklachten der direc-
ties omtrent den bedroevenden gang van
zaken in hun ondernemingen, om dan vrij-
wel steiselmatig te besluiten met de me-
dedeeling dat omvangrijke, vaak in de
tientallen millioenen loopende veriiezen de
resultaten zijn van het afgesloten boek
jaar, zoodat kapitaalsafschrijvingen en ai-
geheele opoffering der gekweekte reser
ves niet zelden de aandacht vragen vormt
ongetvvijfeld de hoofdoorzaak van de vrij-
wel algemeene afzijdigheid, welke het pu-
bliek ten opzichte van den beurshandel
blijft betrachten.
Indien slechts de overtuiging leefde dat
de vele Jobstijdingen, waarmede aandeel-
houders zoo rijkelijk worden bedeeld, ge-
heel op rekening zijn te stellen van de
alom Jieerschende economische crisis, dan
zouden steilig de verschillende berichten,
welke er op wijzen, dat de conjunctuur
hier en daar eenige neiging tot verbete-
ring vertoont, wel voldoende zijn om ook
ten onzent tot een herstel van vertfrouwen
bij te dragen. Vele aandeelen in werkelijk
gezonde buitenlandsche ondernemingen,
waarvoor thans op een koers^ die zich vaak
tientallen procenten, onder hun intrinsieke
waarde beweegt, nauwelijks een kooper te
vinden is, zou men dan niet langer voor
afbraakprijzen van de hand behoeven te
doen.
Helaas echter is het niet zoozeer de
vrees voor een verscherping van de crisis
welke den ondernerningslust van ons ka-
pitaal zoozeer bekoeld heeft, dan wel
een algemeen mistrouwen in de kunde en
laat het hooge woord er dan maar uit-
komen de rechtschapenheid van velen,
die zich hebben opgeworpen als de lei-
ders maar in al te vee lgevallen overdui-
delijk gebleken is, ifiet alleen het noodige
doorzicht, maar wat erger is, vaak ook
het noodige verantwoordelijkheidsgevoei
ontbreekt. De algemeen gevoelde teleur-
stclling van den zoo onverwacht ingetre-
den terugslag van den toestand, wordt spe-
ciaal hier te lande op den achtergrond
gedrongen, door wantrouwen in de per-
sonen. Hierdoor is 'n verbitterde stemming
gekweekt, welke minder gemakkelijk zal
worden vergeten, dan de ontstemmingover
veriiezen, die hun oorzaak vonden in een
malaise, waaronder de geheele wereld ge-
bukt gaat.
Goed vertrouwen is nu eenmaal een eer-
ste voorwaarde voor een bloeiend be-
drijfsleven, doch juist dit vertrouwen
heeft, door de zonderlinge praktijken, wel
ke, zooals thans telkens aan het 1 icht komt
in tal van gevallen in toepassing zijn ge-
bracht, een geduchten knak gekregen. Den
aandeelhouder, die verlies op verlies te
boeken krijgt, omdat hij zich door een op-
pervlakkige en zelden opzettelijk onjuiste
voorlichting tot deelneming liet bewegen
in allerlei ondernemingen, welke thans als
gevolg van een onoordeelkundige leiding
tot ondergang gedoemd zijn, of die tot de
ontstellende gewaarworden komt, dat zijn
kapitaal hetwelk hij goed belegd waande,
slechts werd dienstbaar gemaakt aan een
onverantwoordelijke zij het dan mis
schien dikwijls onbewuste speculatie-
zucht zijner geldnemers, vergaat de lust
om zijn spaarpenmngen andermaal in de
waagschaal te stellen. Of is het iets an
ders dan speculeeren met de hun toever-
trouwde gelden, wanneer de directies,
PEUILLETON.
De Patient van dokter
Vincent.
door
HAEDON HILL.
(Geautoriseerde Vertaling.)
50)
„Ja, ze heeft mij geholpen,, zooals ik u
gerapporteerd heb. Zij was achter het een
en ander gekomen, dus achtte ik het 't
beste om haar ook in de zaak te betrekken.
Maar zij heeft zeff te veel op haar kerf-
stok om het ons lastig te maken."
Signor Biffa drentelde als gewoonlijk in
de vestibule en Guyse beval hem onmid-
dellijk een rijtuig voor te laten komen en
legde meteen uit, dat de heer Cronin een
vriend was van lady Uvedale's overleden
echtgenoot. De Amerikaan wilde lady Uve-
dale nu een bezoek brengen, maar kon
zoover niet loopen.
De Signor boog herhaaldelijk voor den
vertegenwoordiger van den Amerikaan-
schen Mammon, en zond toen eenige on-
dergeschikten uit om het bestelde rijtuig
te halen. Hij ging zelfs zoover, dat hij
met eigen hand het portier voor de hee-
ren opende. Hij glimlachte tot het rijtuig
uit het gezicht was en keek toen opeeng
somber. Door de vestibule ging hij naar
de telepnooncel en sloot behoedzaam de
deur achter zich dicht. Toen belde hij
het woonhuis van den heer Samuel Sleath
op.
„Neen, ik ben het dienstmeisje," was
het antwoord. „Juffrouw Stella is een
poosje geleden uit het hotel teruggeko-
men, maar ze is alweer uit."
,,Waar is ze heen?"
zooals het herhaaldelijk blijkt geschied te
zijn door inkoop van eigen aandeelen
ter beurze het vertrouwen trachten te her-
stellen,dat zij niet zonder reden onder hun
voeten voefen wegzinken? Meermalen
maakte men het nog bonter, door ter be-
reiking van hetzelfde doel met een val-
sche of dubbelzinnige voorstelling van za
ken te trachten, de koersen van eigen aan
deelen kunstmatig op te zetien, tengevolge
van vvelke praktijken de belangen van der-
den op een roekelooze en onverantwoorde
lijke wijze op het spel werden gezet.
DE roESTAND.
Lloyd George's rede in het Lagerhuis be-
vat, hoe algemeen en voorzichhg ze ook
gehouden was, enkele belangrijke dingen,
schrijft de N. R. Crt. Zijn poging om den
arbeid der politici en diplomaten te en
sedert Versailles te verdedigen, was niet
overtuigend, al is er veel waars in zijn be-
toog dat regelingen, waarbij gelijkgerech-
tigde partijen met zee uiteenloopende be
langen betrokken zijn, uit den aard der
zaak tal van tekortkomingen vertoonen, die
eerst later, als de omsxandigheden zich
hebben gewijzigd, in hun geheelen om-
vang aan het licht komen.
Op de regeling der schadevergoeding is
deze verklaring ten voile van toepassing.
Aan den betalingsstaat, het vorige jaar te
Londen vastgesteld en Duitschland bij ul
timatum opgelegd, houdt niemand meer
vast, zelfs Poincare niet, die mits de onder-
linge schulden der geallieerden worden
geschrapt, bereid is de obligaties C, ter
nominale waarde van een 80 milliard goud-
mark, te laten vervallen. De Duitsche ver-
plichtingen zouden dan tot 50 milliard
worden verminderd.
Op het eerste gezicht lijkt dat een aan-
merkelijke concessie, men moet echter be-
denken, dat Frankrijk daarmee beoogt,
naast Belgie eigenlijk de eenige schuld-
eischer van Duitschland te worden en zijn
lastigsten partner, Engeland, uit te scha-
kelen.
Lloyd George heeft deze schaduwzijde
van de voorstellen die Poincare, naar de
Fransche pers meldt, mee naar Londen
neemt, dadelijk doorzien en ondubbelzinnig
verzekerd, zich in de bjjeenkomst van
Maandag te zullen verzetten tegen elke op-
lossing van de moeilijkheden op Enge-
land's kosten. „Ieder verschijnt daar te
Londen met dezelfde rechten. Engeland
heeft zijn aanspraken, Frankrijk, Belgie en
Italie de hunne, maar Engeland moet daar
als volkomen gelijke beschouwd worden
en welk besluit ook genomen wordt, of
wij voorstellen voor het oogenblik een
moratorium te verleenen of een verlaging
der annuiteiten, het mag niet gaan ten kos-
te van Engeland, het moet een korting
zijn, welke alien treft."
Deze verklaring, welke Poincare verwit-
tigt, dat Engeland niet voornemens is ten
bate van Frankrijk over de brug te komen,
maakt meteen een eind aan de onduide-
lijkheid in de nota van Balfour, waarop
in ons Beursoverzicht is gewezen. Enge
land zal zijn aanspraken op Duitschland
slechts verminderen als de anderen het
ook doen.
Met klem heeft de eerste minister voorts
uiteengezet van hoeveel belang het voor
geheel Europa is, om Duitschland een rust-
poos te gunnen en met den druk niet te
ver te gaan. Dit was een duidelijke wenk
aan Frankrijk om met zijn voorgenomen
sancties het land niet tot wanhoopsdaden
te d rijven.
Duitschland heeft inderdaad behoefte aan
een vrij langen termijn om op adem te
komen. Wie redeneert als de Daily Ex
press en in Frankrijk doen zeer velen
dat en beweert, dat 75 pet. van den
Duitschen rijkdom van voor den oorlog
Een hoonend lachje. „Ik zal haar niet
verraden. Htt zou mij mijn dienst kunnen
kosten. Met wien spreek ik?"
„lk ben de gerant van het hotel Metro-
pole. Ik wil jouw madame heusch geen
kwaad doen, meiske. Maar zij heeft haar
beurs laten liggen hier, propvol, met wat
je noemt, het slijk der aarde."
„Bedoel je geld?"
„En of. Bankpapier en goud. En ik wil
het haar liever teruggeven, eer zij naar
de politie loopt, omdat ze in mijn hotel
bestolen is."
„0, dat maakt verschil, ofschoon de he-
mel mag weten, 'waar ze de duiten van
daan haalt. Zij is een bezoek gaan brengen
bij mevrouw Lynne, de moeder van den
nieuwen dokter."
„Dank je", en meteen belde Biffa af.
Hij ging weer in zijn kantoortje en
schuierde zich eens ter dege af, terwijl een
vroolijk deuntje fluitend. Daarna borstelde
hij zijn dun zwart snorretje, draaide het
eens op en zette toen een vilten hoed op
zijn sfuike haren. En zoo aangedaan gine
hij naar buiten.
HOOFDSTUK XXXI.
Sigor Biffa's hofmakerij.
Toen Signor Biffa den tuin van het
hotel uitkwam, sloeg hij rechts af en ging
de straat in, waar dokter Lynne zijn be-
scheiden woning had. Toen hij den hoek
omsloeg, passeerde Cosmo Lynne hem op
de fiets. De jonge dokter trapte zoo hard
als hij kon en scheen te zeer in gedachten
verdiept te zijn, om den gerant te zien,
dien hij toch misschien niet eens zou her-
kend hebben. De voorbijschietende gedaan-
te bracht een wreed lachje te voorschijn
op het donkere aanzijn van den Italiaan,
nog aanwezig is, en de depreciatie van
de valuta slechts een soort camouflage,
praat onzin. De vrede van Versailles heeft
het rijk drie kwart van zijn ijzererts, het
meerendeel van zijn zinkmijnen, de kalx-
groeven in den Elzas, al zijn kolonien, zijn
nederzettingen in China, zijn concessies
in Marokko, zijn handelsvloot, veel spoor-
wegmateriaal en zijn handelsondernemiu-
gen in de Entente-landen doen veriie
zen, de verplichtelevering van kolen nood-
zaakt de Duitsche nijverheid met dure ko
len uit he t buitenland te werken en
bovendien is op belangrijke takken van nij
verheid als synthetische kleurstoffen en
chemicalien, koolte -producten enz. een
servituut gelegd. Dit onvolledige staatje
toont voldoenue aan, hoe ongerijmd het is,
te spreken van een onverarmd Duitschland.
DUITSCHLANDS ANTWOORD.
Poincare's laatste dreigement is Vrijdag-
avond door de Duitsche regeering beant-
woord, en, zooals te verwachten was, ne-
gatief. Gepubliceerd wordt de antwoorci-
nota pas vanmiddag, maar van den inhoud
is het volgende bekend geworden:
„De Duitsche regeering herinnert er u
aan", begint ze vermoeid haar verdediging
tegen Poincare's felheid, „dat zij feitelijk
veel te ver gaat met aldoor uw nota's voor
ernst te nemen. Al dat gedoe met u alleen
heevt geen zin, daar uw vrienden totnutoe
niet geantwoord hebben op onze eerste
nota-om-vergunning der maandelijksche
betalingen.
De vervaldatum van den eerstvolgen-
den termijn van 2 millioen pond sterling, is
15 Augustus. De Duitsche regeering kan
dus twee dingen doen: eerstens wachten,
tot de andere geallieerden een gezamen-
lijk antwoord sturen voor den 15den Au
gustus, en ten tweede, onderdehand haar
uiterste best doen, de benoodigde beta-
lingsgelden bijeen te krijge'n. In ieder geval
zal zij haar best doen, zelfs als Engeland
en Belgie niets van zich laten hooren.
Hoe wij de zaak keeren en overwegen,
nergens vinden wij het recht, dat Frankrijk
zich aanmatigt ons te bedreigen met nieu-
we dwangmaatregelen. En als het waar is,
dat Frankrijk toch zijn dwangmaatregelen
wenscht toe te passen, en nog wel op grond
van het Verdrag van Versailles, dan herin
nert de Duitsche regeering de Fransche er
aan, dat in het Vredesverdrag niets anders
staat, dan dat de geallieerden hoogstens
mogen overgaan tot het in beslag nemen
van de bedragen, welke uit de liquidatie
der Duitsche eigendommen in het buiten
land afkomstig zijn.
Verder wijst ,de Duitsche regeering de
Fransche er nog eens nadrukkelijk op, dat
de mark niet meer schijnt te zijn, wat ze
vroeger was
Spijkerhard is de Fransche hooge „poli-
tiek" van Poincare; de laatste Duitsche
nota zal dus hoogstens „voor nota" wor
den aangenomen, meer niet. En als het een
beetje wil, dan beleven we binnenkort, hoe
Frankrijk, langs een langen, gezochten om-
weg, een van zijn doeleinden heeft bereikt:
want tot dwangmaatregelen, die er aange-
kondigd zijn, behooren ook de afscheiding
van het Rijnland van Duitschland, zoodat
het een onnoodige bufferstaat vormt, tus-
schen Frankrijk en het Duitsche rijk.
De republiek Rijnland krijgt dan een
eigen parlement, een afzonderlijke finan-
cieel regime, en de geallieerden zullen er
vriendelijk toezicht uitoefenen.
Wie den Rijn uit Duitschland snijdt, treft
het in zijn slagader. Gerust kunnen wij nu
reeds voorspellen, dat Duitschland, mocht
genoemdd maatregel getroffen worden,
doodbloedt.
Maar het doodbloeden van Duitschland
zal aan Frankrijk zelf veel geld kosten, zoo-
veel geld, dat het later zijn verloren goeden
naam misschien niet meer kan terugkoopen
in de wereld.
en wekte bij hem gedachten aan een don-
ker laantje en een dolkmes.
Maar al spoedig klaarde het gelaat van
den Signor op.
„Een minnaar zal toch niet wegvliegen
van de vrouw, die hij aanbidt, alsof men
hem op de hielen zat," mompelde hij bij
zichzelf. „lk maak er mij veel te druk
over; maar het is toch tijd, dat ik een
eind maak aan die onzekerheid en haar
de kracht van mijn, wat je noemt straf-
fende hand toon."
Hij had hard geloopen voor iemand, die
zoo corpulent was, als hij, maar nu hij zich
niet meer ongerust behoefde te maken,
hield hij zijn passen wat in. Bepaald lang-
zaam liep hij langs de hooge taxishaag,
die den dokterstuin van den weg scheidde.
Hij kon er niet overheen kijken, maar
toen hij langs het hekje ging en even op
zij keek, zag hij, dat Stella Sleath juist
op de stoep afscheid nam van mevrouw
Lynne. Biffa keerde zich om en liep een
vijftig ellen terug, om zich nogmaals om
te draaien en Stella tegemoet te gaan,
toen ze het hek uitkwam. Ze zag er zeer
temeergeslagen uit, en toen ze den Italiaan
zag, kwam er een trek van ergernis op
haar mooi gezichtje.
„Zeg eens, Otto, wat is er met je hotel
gebeurd, dat je je plichten zoo verwaar-
loost, terwijl je een Amerikaanschen mil-
lionnair op je vreemdelingenlijst hebt
staan?" riep ze uit. „Ze sturen je weg,
mannetje, en dan zal je je toevlucht nog
moeten zoeken tot dat draaiorgeltje als
je tenminste niet liever een *ijswagentje
hebt."
„Als ik mij uit de zaken terugtrek, dan
zal ik heusch niets behoeven te verdienen
met een draaiorgeltje, mademoiselle", ant-
woordde Biffa waardig. „Ik ben dezen kant
De oorlogsschulden.
Maandag a.s. beginnen de Londensche
besprekingen en alle betrokkenen wagen
zich aan voorspellingen, maar niemand weet
waaraan zich te houden. In Frankrijk had
men gehoopt, dat Lloyd George het een en
ander aanvechtbaars zou losgelaten hebben,
maar hoe men de rede van Vrijdag ook be-
studeert, er staat alleen in, dat hij verstan-
dig wenscht te doen, als een ander onver-
standig doet. Die ander kan men gerust
vertalen door „Frankrijk".
Even dus is er een stilstand, ja een stilte.
Als het maar geen stilte is, die een storm
voorafgaat. Hoogstens weet men, dat Ame-
rika hardnekkig van het boschje „neutrali-
teit" zoogenaamd onverschillig op de loer
wil blijven liggen, dat Frankrijk even hard
nekkig wenscht te stormen, dat Engeland
hardnekkig wenscht te remmen en dat Bel
gie hardnekkig wil blijven doorgaan voor
een land, dat groot, oud en wijs genoeg is
om mee te praten met de grooten, die zich
zijn vrienden noemen.
Vrijdag heeft opnieuw een hoog finan-
1 cieel Amerikaan gezegd: ,,Wij bemoeien
j ons niet met het interne Europeesche ge-
zanik, maar wel willen wij geld zien, voor
de hulp, die wij aan Europeesche landen
geschonken hebben, om den oorlog te voe-
ren, dien zij zoo graag wilden voeren. Laat
Europa zich ontwapenen en zijn vuile
wasch opruimen en bezuinigen."
Die woorden werken op Frankrijk als
een roode lap op een stier: „Willen wij zelf
niet de dupe worden, dan moeten wij
Duitschland de dupe maken van de finan-
cieele ineenstorting van Europa", jamme-
ren de Franschen: „het hemd is nader dan
de rok, dus dan moet Duitschland er maar
aan gelooven."
„Hoho, kalm aan", vermanen de Engel-
sche plannen en redevoeringen der laatste
dagen, ,,er zijn nog andere en betere mid-
delen, om een uitweg te vinden. Zie de nota
van Balfour".
Duitschland, dat al niet veel anders meer
doen kan, dan 's avonds in de kranten lezen
wat er telkens over hem besloten en bedis-
seld is, is blij verrast geweest van Balfour's
nota en even weldadig heeft men zich er
gevoeld over de debatten in het Engelsche
Lagerhuis. „Daar heeft men onze eer willen
redden en dat is al heel wat" schrijft de
Vossische Ztg., „zelfs al worden wij de
dupe van de ineenstorting van Europa".
Zoover is het dus al met het oude Europa
gekomen, dat men voor enkele maanden
sprak van een herstel van Europa, en van
een mogelijke voorkoming van een ineen
storting en dat men nu reeds van die ineen
storting spreekt en schrijft als van een feit,
hetwelk zich binnen afzienbaren tijd zal
voltrekken.
Het kan zeer „interessant" zijn in een
tijd te leven, waarin zooveel ,,geschiedenis"
gemaakt wordt; voorshands lijkt het ver-
kieslijker in een tijd te leven, „waarin niets
gebeurt", maar waarin kalme welvaart en
tevredenheid der volken deel zijn.
Getallen.
In baar geld heeft Duitschland betaald
aan de Commissie van Herstel 77 millioen
pond sterling, gelijkstaande aan 30 milliard
papieren marken.
Aan schepen, steenkolen, e.d. leverde het
voor een bedrag van 100 millioen pond
sterling.
De mijnen in het Saar-gebied brachten
voor Frankrijk op 23 millioen pond sterling.
Een totaal bedrag van 450 millioen pond
sterling dus.
Groot-Brittannie ontving daarvan 66 mil
lioen pond sterling, en besteedde dat prac-
tisch aan de kosten van zijn bezettings-
leger aan den Rijn. Teruggeloopen zijn die
kosten tot 2 millioen pond sterling per jaar.
Aan kapitalen, benoodigd voor handels-
doeleinden, heeft Duitschland uitgevoerd
hoogstens een som van 100 millioen pond
i sterling.
uitgekomen, omdat ik gehoord heb, dat
u hier was, en ik wil u zoo gaarne dienen
nog even gaarne, als toen ik arme Otto
van het Stromboli restaurant was. Ik heb
voor u berichten, die zullen u interessee-
ren. De nobele capitano heeft de kennis
gemaakt met den Amerikaan, die niet hee-
lemaal spreekt met een Anxerikaansch ac
cent."
Stella liep door om aan den strakken
blik van de git-zwarte oogen van signor
Biffa te ontkomen, maar ze duidde met een
gebaar aan, dat hij met haar mede mocht
gaan.
„Het is geen ongewoon verschijnsel, dat
de kapitein genegenheid opvat voor rijke
menschen, Otto," zeide ze met een ge-
dwongen lachje. „Dat moest je toch we
ten."
„Ja, er is echter nog meer, dat, wat je
noemt, de aandacht trekt," hield de ge
rant van het hotel vol. „De capitano en
monsieur Cronin hebben ons mooiste rij
tuig genomen en zijn een bezoek gaan
brengen bij lady Uvedale."
Dezen keer maakte zijn mededeeling wel
indruk. Zijn schoone gezellin haalde eens
diep adem en mompelde bij zich zelf:
„Dan wak ik maar net op tijd." Maar
luider voegde zij er bij: „Dat is heel inter-
ressant Otto, maar wat gaat mij dat eigen
lijk aan? De kapitein en ik kenneti eikaar
nauwelijks, nu wij beiden zoo deugdzaam
zijn geworden. Ik denk nu niet, dat hij
het aangenaam vond om zoo plotseling
te ontdekken, dat ik mijn domicilie in
Rockhaven had, evenmin als het een pret-
tige verrassing voor mij was om hem daar
zoo eensklaps te zien opduiken en
„Wat je noemt roet in mijn eten gooien"
kwam Otto nu plotseling. „Luister nu eens,
mademoiselle", ging hij voort op gebie-
Engeland heeft van Amerika geleend 850
millioen pond sterling. De Britsche oorlog-
schuld bedraagt 2.000 millioen pond ster
ling. UHgegeven ten behoeve van den oor
log en van de geallieerden heeft Groot-
Brittannie ruim 7700 millioen gond sterling.
Het schuldverminderingsvoorstel van Bal
four heeft een groot recht van bestaan en
dient wel overwogen te worden, maar niet
te lang, want dan verloopt alles weer.
Engeland's schuldenlast verhoudt zich tot
de volgende getallen van andere linden:
Engeland 7766, de Ver. Staten van Amerika
5147, Frankrijk 6340 pond sterling.
Per hoofd bedraagt de schuld voor een
Engelschman 181, voor een Franschman
162 en voor een Amerikaan 47 pond
sterling.
Daarom, dat Balfour clem'entie inroept
voor den Engelschen belastingbetaler.
Ziedaar enkele cijfers, die de Engelsche
kanselier van de schatkist Vrijdag in het
Lagerhuis noemde in zijn redevoering over
het schuldverminderingsvraagstuk.
Aan de Chicago Tribune ontleenen wij de
getallen, die Poincare ter overweging zal
geven in Londen.
Het bedrag der Duitsche schadeloosstel-
lingsschulden wordt in 3en verdeeld, in A-
schulden, B-schulden en C-schulden.
De A- en de B-schulden loopen over een
bedrag van 50.000.000.000 gouden marken
en de C-schulden over het resteerende be
drag van 82.000.000.000 gouden marken.
Over de laatste zullen later bepalingen
worden getroffen, maar over de eerste zoo
spoedig mogelijk.
De afdoening der A- en B-bedragen zul
len worden besteed aan het herstel van de
verwoeste gebieden in Frankrijk, Italie en
Belgie. Frankrijk krijgt het meest en wel
85 Als alles naar wensch verloopt, zou
Engeland ook nog wat krijgen.
Om dat geld uit Duitschland te persen,
zijn een aantal maatregelen noodig op fi-
nancieel, economisch en administratief ge-
bied, voor de tenuitvoerlegging, waarvan
zich vooral Frankrijk schijnt te willen in-
spannen.
Ook zal er wel een internationale leening
noodig zijn, waarvan het nog maar beter Is
het bedrag voorloopig stil te houden: de
wereld mocht eens al te erg schrikken.
DE BOLSJEWIEKEN MAKEN ZICH VAN
DE SAFE VAN DEN NOORSCHEN
CONSUL MEESTER.
Volgens een V. D.-bericht uit Christiania
hebben de bolsjewieken, naar „Aftenpos-
ten meldt, de safe van den voormaligen
Noorschen consul, Hombo, te Moskou la-
tn springen, en zich meester gemaakt van
den inhoud, bestaande uit geldswaardige
papieren van Noorsche, Amerikaansche,
Servische, Bessarabische, Duitsche en Rus-
sichse onderdanen.
Het Noorsche Ministerie van Buiten
landsche Zaken bevestigt dit bericht, dat
afkomstig is van de Noorsche handelsdele-
gatie te Moskou. Deze delegatie deelt
mede, dat de bolsjewieken al eerder een
dergelijke poging hadden gedaan met de
verklaring, dat zulks op bevel van de Sov-
jet-regeering geschiedde. De delegatie
heeft toen geprotesteerd en de Sowjet-
regeering verzocht niet tot daden over te
gaan, voor instructies uit Christiania waren
ontvangen. De Sowjet-regeering antwoord-
de, dat zij hieraan geen gevolg kon geven,
aanzien het gebouw, waarin de safe zich
bevindt, geen exterritoriale rechten had, de
safe niet voorzien was van het consulaire
zegel en officieele stukken bevatte, die
aan Russen toebehoorden.
De consul Holmbo verklaarde, toen, dat
de safe voorzien was van het Noorsche en
het Romeensche consulaire zegel en dat er
geen officieele stukken, aan Russen be-
hoorend, in waren.
Het gebeurde werd aan de Noorsche'han-
delsdelegatie te Moskou meegedeeld door
dtnden toon. „Als kapitein roet in het
eten heeft gegooid, dan zal ik Otto
Biffa een anderen schotel voor u klaar
maken, al moest ik er mijn vingers mee
verbranden. Ik ben nu niet langer Otto
de eenvoudige kellner, die kruipt en fooi-
en aanneemt. Ik ben nu een persoon van
gewicht, met een kapitaaltje op de bank
en ik weet een heeleboel."
Stella keerde haar gezicht naar hem toe
en keck hem verschrikt aan- Hij liep kalm
voort. „0, ik ben er van overtuigd, dat
je nooit een gelegenheid voorbij hebt laten
gaan, om iets te brouwen, wat je iater van
nut zou kunnen zijn," zeide ze. „Maar het
zou tijd en moeite sparen, als je nu maar
meteen zeide, wat je bedoelt en wat je
wilt hebben."
„Ik bedoeldat u dien jongen dokter
niet langer moet naloopen en ik wil heb
ben de schoone Mademoiselle Stella!"
„Brutale aap! Hoe krijg je het in je
hoofd! Wat heb ik met dokter Lynne te
maken en wat jij met mij?" zij kon niet
meer uit haar woorden komen van drift.
Signor Biffa luisterde bedaard, tot ze
uitgeput zweeg. Toen begon hij koppig
van voren af aan. „Ik zeg het niet, maar
heel Rockhaven vertelt, dat u den jongen
man naloopt en uw netten naar hem uit-
zet. En ik heb zooveel met u te maken,
dat ik een goede man voor *u zal zijn.
Als u „neen" zegt, dan zal ik het hier lee-
lijk warm voor u maken. Ik ben, wat je
noemt, van alles op de hoogte en ik zal
een betrouwbare getuige zijn, als "de kapi
tein zijn troef uitspeelt, waarvoor hij nu
de kaarten heeft geschud. En u zult er
lcelijk bij ziji*„ mademoiselle, als u niet
wilt met mij trouwen."
(Wordt vervolgd.)
mm* js^mc^sssassjic.
CO U RANI