n m i P2
A
70® Jaargang.
algemeen NIEUWS- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen.
Onze StatenvertaliBg.
r
s
Grafzerkeu es Immm in artisMe limering.
Scjiocrsteeumsintels enz.
No. 7830
Vrijdag 28 Juli 1922,
STEENHOUWERIJ 6. J. H0EK,
I
ft
11
m
m m li JSF
EBBSTB BZL-A-iD
~~B I N N E N L A N 0.
B B C L A M E
MIDDELBURG, Vfterscheweg 250. YLISSINGEN, Villapark, Eindonnt Electr.
BUfTENLM N D.
K
pRb
91
H.H Brievengaar-
ders enz., worden
verzocht de abonne-
mentsgelden van de Ter Neuzensche
Courant over het 2de kwartaal 1922,
op onze postrekening 38200 te doen
overschrijven v66r 1 Aug. a. s.
Firma P. J. VAN DE SANDE.
Uitg. Ter Neuzen.
I.
Het is waarlijk geen klacht, die sedert hex
jaar 1777 niet meer behoeft te worden ge-
uit, dat men bij het denken aan-, en spreken
over de Nederlandsche Bijbelvertaling, nooit
hooger (verder) ging dan tot de Synode
van Dordrecht. Zelf de kundige Wagenaar
in zijn Vaderl. Historie (deel X, blad. 314)
ging niet verder terug dan Dordt, terwijl wij
tpch in elk geval bij 1571 moeten beginnen.
De Luther-vertaling (en bij gevolg ook aiies
wat als overzetting van Luthers vertaling
uitkwam) voldeed niet. Aldegonde getuigt:
„Dat onder de overzettingen van onze
Kerken geene was, die zoo ver afweek van
de Hebreeuwsche waarheid als de overzet
ting D. Lutheri", en de Nederduitsche (van
'n Embdensch ouderling Van Wingen) was
nog veel slechter. Daarom werd in 1571 te
Embden op een synode, die gehouden werd
in de Fransohe kerk boven het Stadhuis (nu
een meelzolder) op initiatief van Marnix
voorgesteld, of het niet nuttig zou zijn, aan
'n verbeterde Vlaamsche (d. i. Nederduit
sche) overzetting te arbeiden. Er werd ech
ter besloten, om de zaak te laten rusten tot
eene algemeene kerkvergadering. In 1574
werd te Dordt eveneens tot uitstel besloten
„tot de Fransche en Latijnsche overzetting
in het licht zouden wezen". De Nationale
Synode van 1578 vond de zaak toch wel erg
noodig en besloot eene herziening naar de
Fransche, Latijnsche en Heidelbergsche ver
taling op te dragen aan Aldegonde,
en Dathenus! Zoo moest ook dit plan
wel op niets uitloopen.
1581 besloot Middelburg om de vertaling
te verdeelen over de 4 classes van Antwer-
pen, Gent, Delft en Utrecht; ieder zou een
stuk voor haar rekening nemen, maar de
zware tijden en het wachten op eene nieuwe
Fransche vertaling, die te Geneve onder-
handen was, deed ook nu de zaak misluk-
ken. Waar nog bij kwam, dat men niet ten
onrechte vreesde, dat door zoo velerlei per
sonen, aan verscheiden plaatsen wonend,
de eenheid der vertaling schade zou lijden.
Eindelijk kwam de Nationale Synode van
Den Haag in 1586, „waar men meende
meerder licht in dit stuk te ontmoeten", en
waar bericht was ingekomen van Philips
van Marnix, Heere van St. Aldegonde, dat
hij dit werk „voor syn particulier begast
hadde" (dus: uit eigen liefhebberij reeds
ter hand had genomen). Overeenkomstig
zijn wensch werd hij aangezocht, en zou hij
zijn arbeid eerst laten lezen aan bekwame
Kerkendienaren in Zeeland en vervolgens
aan anderen in andere gewesten „fteoogende
daarmede, dat niet als eens mans werk,
maar 'n werk der geheele Kerke van Neder-
land zoude in het lidht komen". Aldegonde
verschoonde zich echter later „als geen tijd
hebbende tot zoo zwaarwichtig een werk".
Delft (1587) sloeg min of meer weer den
weg in van Middelburg, en verkoos tot over-
zetters Jacobus Kimedoncius, Hieronimus
Bastingius, Arnoldus Cornelii en Wernerus
Helmichius. Overal elders werd van dit be-
siuit kennis gegeven, en tevens werd be
richt, dat de dominees van hun ambtsbezig-
heden zouden worden vrijgesteld en toch
gesalarieerd zouden blijven. Wel kwamen
er geen tegenbedenkingen in tegen dit plan,
maar het liep toch op niets uit, omdat er
geen geld was.
In 1591 besloten de Algemeene Staten.
dat drie predikanten, een uit Flolland, een
uit Zeeland en een uit Friesland ieder de La
tijnsche overzetting van Junius en Tremel-
lius in het Nederlandsch zouden overzetten
en dan zouden vergelijken. Maar dit be-
sluit werd door verzuim van den Griffier
niet aan de Kerk meegedeeld! Misschien
maar heel gelukkig.
Leiden besloot in 1592 tweeerlei: of, dat
men bij Aldegonde zou aanhouden, of, dat
men bij het besluit van 1587 zou blijven.
Maar nu herinnerden zich de Alg. Staten
opeens hun besluit van 't vorig jaar. De
Heeren waren intusschen wijzer geworden,
begrepen, dat, wat't vorig jaar was voorge-
riomen, een „overzettinge van 'n overzet-
tinge" zou worden, en gevoelden ook 't be-
zwaar van de verschillende dialecten (zie
1581). Dus vonden de Alg. Staten nu goed,
dat men dit werk aan Aldegonde zou opleg-
gen (onder eisch van revisie van bekwame
personen). Den Briel ging in 15*93 op dien
weg door en benoemde naast Aldegonde
vijf overzieners (een uit Zuid-Holland, een
uit Noord-Holland, een uit Zeeland, een uit
Friesland en een uit Gelderland, Utrecht en
Overijsel samen). Deze drie gewesten had-
den namelijk niet alleen geklaagd over
schaarschheid van leeraren in 't algemeen,
maar ook en wel bijzonder over gebrek aan
„doorgeleerde" mannen. Zuid-Holland
koos Helmichius en als diens secundus Cor
nelii.
15 September 1594 werd Aldegonde in de
vergadering van Hunne Hoogmogenden
ontboden. „Aldegonde, na eerst heuschelijk
zich verschoohd te hebDen, nam eindelijk
dien last op zich." Hij zou le Leiden moe
ten gaan wonen, om te kunnen profiteeren
van de openbare ooekerij en van den om-
gang met de- Hoogleeraren. Le Long deelt
niede, dat hij 'n jaargeld kreeg van J 1400
plus 400 voor huishuur. Ook vermoedt
men, dat Aldegonde protessor honorarius
is geworden, omdat in de Alma Acad. Leid.
zijn beela staat tusschen Carolus Gallus en
Franciscus Junius, hoogleeraren in de god-
geleerdheid, en hij prijkt met den titel
„Theo,logus".
Nu kozen ook de andere gewesten hun j
revisorenAlkmaar koos in 1594 Petrus i
Plancius, Zeeland: Daniel du Dieu, Fries- j
land koos Drusius, terwijl Overijsel spijt j
scheen te krijgen en Baudartius voorsteide,
toen te Kampen en later te Zutphen, die j
echter in 1595 te Leiden niet aanwezig was. j
Daar werd in dat jaar door Aldegonde een
en ander met zijn revisoren besproken en
onder meer vastgesteld, dat men zoude in
't overzetten willen gebruicken d' algemein-
ste, claerste en suiverste tale".
Dus was 't werk begonnen, maar al heel
kort daarna werd Marnix als gezant naar
Frankr'ijk gezonden. Voor zijn vertrek gat
hij nog wel Genesis in handen zijner revi
soren over, maar hij erkende zelf, dat hij het
„niet zoo bearbeid had, als hij zelt wel ge-
wenscnt had.Toen hij, thuisgekomen, met
ernst zijn werk wilde hervatten, overviel
hem de dood 15 Dec. 1598. „60 jaren oud
sloot hij voor deze wereld zijne oogen".
Alkmaar besloot in 1599, „wijl het stuk
der vertaling stilstond", die van Zuid-Hoi-
land te onderhouden over bekwame man
nen, wien men dit werk gerust kon toever-
trouwen. Zuid-Holland benoemde in 1599:
Arnoldus Cornelius en Wern. Helmichius
(beiden predikanten te Delft) en als revisor
Gomarus. De meeste gewesten keurden uit
goed. Ook de Synode van Noord-Floilanu
hebbende tot voorzitter Jacobus Arminius
vond het best, maar toen Zuid-Holland
voorsloeg geen anderen tot het overzien toe
te laten dan die de Nederl. Geloofsbelijdenis
en den Catechismus hadden onderteekend,
berichtte Noord-Holland: „dat tot deze zakt
alleen personen gebruikt zouden worden,
van welke men getuigenisse haode, dat zij
onzen godsdienst beleden en van leven en
wandel godzalig waren". Zeeland bleet
intussciien van gevoelen, dat men al genoeg
deed, wanneer men de oude vertaling fflcr
en daar wat verbeterde 1
Intusschen verwisselde Helmichius in
1602 Delft met Amsterdam „zijnde daartoe
bevorderd door Arminius". Beide vertalers
zouden verlichting krijgen in hun ambts-
werk, maar daar kwam weinig of niets van
terecht en dat was al mee de voornaamste
reden, waarom het werk weinig opschoot,
waar nog bij kwam, dat de pest te Amster
dam vreeselijk woedde. Eindelijk werden
dan toch beiden „ontlast van den predik-
dienst in de weke", terwijl zij het werk al-
dus verdeeld hadden: Helmichius ontwierp
eerst 'n vertaling, dan overwoog Cornelius
daarna ging alles weer terug naar Hel
michius, die vervolgens alles doorzond naar
de revisoren. In 1604 was Helmichius op de
helft vanGenesis 6 gekomen. In 1605
stierf Cornelius, en moest Helmichius dus in
zijn eentje doorgaan.
Baudartius, de Overijselsche revisor
intusschen in Gelderland woonachtig
later een der voornaamste vertalers kon
intusschen niet stilzitten. Hij bood der
Synode van Gelderland aan om de Hoog-
duitsche vertaling van den Bijbel van Jo
hannes Piscator in het Nederduitsch over te
zetten, en kreeg daartoe de gevraagde
machtiging. In 1606 gaf Baudartius toen
onder groot opzien zijn „Wegbereider" uit.
Helmichius bracht er 'n uitgebreid betoog
tegen in (V. Druten zegt p. 701,,toorhende
zonder te zondigen, ontlaadde hij zijn vol
gemoed"). En ook liet hij zien, dat hij
(Helmichius) niet had stilgezeten, want op
4 hoofdstukken na was Genesis gereed. De
Noord-Hollandsche Synode wensohte van
iedere classis een predikant, die den 2en
van Hooimaand te Amsterdam zou moeten
komen, omafschriften te maken voor
de revisoren, terwijl Helmichius dan nog
gauw Genesis 4750 zou afmaken. Nu
Gelderland zag, dat 't meenens werd, be
sloot de Synode van Bommel, dat Baudar
tius zijn werk „tot nader last" zou staken.
Maar den 29sten van Oogstmaand stierf
Helmichius en nu bleef alles steken tot de
I Synode van Dordt in 1618.
KAMERFRACTIE VAN DEN
VR1JHEIDSBOND.
De fractie van Tweede Kamerleden, be-
hoorende tot den Vrijheidsbond, heeft tot
voorzitter gekozen mr. Dresselhuys, tot
secretaris den heer Boon en tot penning-
meesteresse mej. Joh. Westerman.
CHRISTELIJK-HISTOR1SCHE
KAMERFRACTIE.
In de Woensdag gehouden vergadering
van de Christelijk-Historische Kamerfrac-
tie is tot voorzitter gekozen mr. J. Schok-
king, tot ondervoorzitter de heer B. J.
Gerritson, en tot secretaris-penningmees-
ter de heer H. W. Tilanus.
UIT HET SPOORWEG-
BEDRIJF.
Aan een artikel in „Het Seinlicht", het
orgaan van den Protestantsch-Christelijken
Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel,
over de reeds door den minister van Wa-
terstaat goedgekeurde 10 pet. loonsverla-
ging van het personeel der groote werk-
plaatsen en de opnieuw door, den Raad
van Comtnissarissen aangekondigde ver-
laging der loonen voor het geheele spoor-
wegpersoneei, onneenen wij het volgende:
„Wij wenschen in zoo ernstige bedrijfs-
aangelegenheid, waarbij het personeel di
rect is betrokken, als mede-verantwoorde-
iijke menschen te worden erkend. En dan
is het niet voldoende, dat de raad van
commissarissen alleen aan de ministers
een langen brief schtijft. Dan eischen wij
dat door de regeering zelf een grondig
onderzoek zal ingesteid worden naar de
rekening over 1921 en de boeken en be-
scheiden open en bloot zullen worden ge-
legd, zoodat ook d - besturen der organi-
saties daarvan inza^e kunnen krijgen. Dan
vragen wij, gelijk reeds eerder door ons
in een or.derhoud met den minister op
2 November gevraagd werd, dat eqn com-
missie zal worden benoemd van terzake
deskundiger.. die een onderzoek zal instel-
len op welke wijze buiten de bezoldiging
om kan worden bezuinigd en moeten de
directie en de regeering de consequentie
durven aanvaarden, dat in zulk eene com-
missie aan de vertegenwoordigers van het
personeel het recht van mede-beslissing
worde gegeven.
En als dan nog, indien het resultaat zou
.blijven beneden verwachting, tot loons-
verlaging zou moeten worden overgegaan,
dan moet niet bij de werkplaatsers, doch
van bovenaf aan, dat is bij het salaris van
de directie enz. worden begonnen. Als er
in het belang van heel de volkswelvaart
in Nederland een offer moet worden ge-
bracht, dan niet slechts een groep van
nijvere werkers, maar dan door alien en
allereerst door hen, die, gezien hun in-
komsten, wel wat kunnen missen".
Het bestuur van het N. A. S. heeft
vergaderd met het bestuur van den bij
deze vakcentrale aangesloten Federatieven
Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel,
ter bespreking van den ingetreden toe-
stand bij de spoorwegen, met betrekking
tot de vanwege de directie der Neder
landsche spoorwegen aangekondigde ver-
slechteringen voor het personeel.
De vergadering stelde vast, dat de or-
ganisaties dienen samen te werken om
krachtig stelling te kunnen nemen tegen
verdere verslec'nteringen en om de reeds
mgevoerde verslechteringen ongedaan te
maken. Besloten werd, aan de,belangheb-
bende organisatitfs, v, aarin personeel der
spoorwegen is georganiseerd, den volgen-
den brief te zenden: Het bestuur van den
onafhankelijken bond van spoor- en tram
wegpersoneel besprak in zijn jongste ver
gadering opnieuw den toestand waarin het
personeel der spoorwegen is gekomen naar
aanieiding van de aangekondigde loonsver-
Tagingen, diensttijdveriengingen en anders-
zins.
Algemeen was het bestuur van oordeel,
dat er door de gezameniijke organisaties
krachtig stelling moet worden genomen
ter voorfcoming van verdere verslechterin-
gen en oi* de reeds ingevoerde *\^ersrech-
teringen ongedaan te maken.
Voor dit doel verklaart ons bestuur zich
gaarne bereid met uw organisatie samen-
werking aan te gaan.
Gaarne vernemen wij uw beslissing in
deze voor of uiterlijk 29 dezer.
BEIEREN.
De Beiersche regeering en de meerder-
heid waarop zij in de kamer steunt (Beier
sche volkspartij, middenpartij en boere'n-
bond), hebben weer een sterke bevlieging
van onafhankelijkheidszin schrijft de
N. R. Crt. lets nieuws is dit niet onder
de republiek en is het ook niet geweest
onder het keizerrijk. Toen Bismarck te
Versailles met zijn ouden meester koning
Wilhelm I overhoop lag, omdat deze den
titel van „keizer van Duitschland" wensch-
te, of in het geheel geen keizer wilde
zijn," wist hij dat alleen de titel van
„Duitsch Keizer" voor den koning van
Beieren aannemelijk was. Door kiespijn
gekweld schreef de koning van Beieren
van zijn bed aan Wilhelm, 1 dat zijn land
de gevraagde concessies alleen aan den
„Duitschen Keizer" kon doen. Bismarck
wist uit ervaring hoe ver het Beierschle
zelfbewustzijn ging, Beieren trad slechts
tot het nieuwe Duitsche rijk toe, met
voorbehoud van een extra portie „Reser-
valrechte", meer dan eenige andere Duit
sche bondsstaat zicn wist te verzekeren en
waarvan het voornaamste recht was, dat
Beieren zijn eigen leger en militaire in-
stellingen behield.
Onder de nieuwe republiek heeft Beieren
van groote zelfverloocuemng blijk gegeven
door zich de beiangrijke Reservatrechte af
te laten nemen, (zoo heeft het ten slotlie
zelfs zijn eigen postzegels opgegeven, na-
dat de oude voorraad met „Deutsches
Reich" overdrukt was), maar de oude Ba-
juvaarsche trots komt toch nog telkens
om den hoek kijken. Verleden jaar was
er geharrewar met de rijksregeering, omdat
Beieren den uitzonderingstoestand die daar
nog gehandhaafd werd, niet wilde afschaf-
fen, nu is er nieuw geharrewar om iets
tegenstelds: Beieren wil zich niet van gan-
scher harte schikken, nu het rijk voor zijn
geheele gebied bij een bijzondere wet een
uitzonderingstoestand invoert. De uitzon
deringstoestand dien Beieren wilde hand-
haven, was echter tegen links gericht, de
nieuwe uitzonderingswet van het rijk keert
zich in het wezen van de zaak tegen rechts,
voortgekomen als zij is uit de republikein-
sche actie na den moord op Rathenau.
De voornaamste bedenkingen van de re
geering te Munchen gelden de Si nstellling
van het nieuwe staatsgerechtshof, dat zij
••V
Speciaal adres voor
zoo maar gelijkstelt met een bolsjewistisch
uitzonderingshof van de kracht van dat
netwelk thans te Moskou tegen poiitieke
tegenstanders woedt, en verder de be-
voegdheid van de rijkspolitie, om binnen
het rijk geen bondsstaatsgrenzen te er-
kennen bij de vervolging van lieden die
tegen de republiek en hare dienaren mis-
dreven hebben. Beieren is weer op het
bedingen van „Reservatrechte" uit. De re-
publikeinsche arbeiaers in Duitschland
dreigen, tegenover het gezwaai met den
Beierschen dorschvlegel, dat zij den kolen-
aanvoer naar Beieren zullen atsnijden. En
zoodoende is in Duitschland weer de ge-
bruikeiijke „ernstige toestand" ontstaan,
die er, nu eens, in de buitenlajndsche,
dan weer in de binnenlandsche poiitieK,
intreedt met de regelmatigheid van de
perioden der anderdaagsche koois. Als net
bericht van de Vorwarts waar is, dat va-
cantiereizigers in Beieren daarom het mooie
land in paniek ontvluchten, bewijst dit
slechts dat iemand die ver van huis is,
zich gauwer door angst laat bevangen
dan in gewone omstandigheden. Want het
is al meermalen gebleken dat met onder-
handelinger. tusschen Berlijn en Munchen
waarbij over en weer gegeven en genomen
wordt, heel wat te bereiken is. De Duitsche
pers heeft hare lezers erg gewend aan
srerk gepeperde berichten en bovendien
is de koers van de mark zoo iets wisselval-
ligs, dat voor menschen die op voordeel
uit zijn, het verspreiden van schrik en
angst in Duitschland een tweede natuur
is geworden, die hen in staat steit van
afbrokkelende noteeringen te leven.
Ayan Beieren wordt voor het overige
bewaarheid, dat een land dat de verschrik-
gen van het bolsjewisme gekend en daar
na overwonnen heeft, een groote, vrucht-
bare akker voor het zaad van de reactie
wordt. De knuisten van den Beierschen
boer hebben 11a het korte roode interreg
num de orde in de steden hersteld en hij
blijft sterk wantrouwig tegen elke golf
van repubiikanisme uit het Noorden. De
boerenstand is er ook sterk gehecht aan
het oude koningshuis. Kroonprins Rup-
precht wordt in Beieren vereerd als de
man, die al de moeite en zorgen met zijn
troepen in het veld gedeeld heeft, ook na
de nederlaag, in het land is gebleven. De
republikeinsche zwart-rood-gouden vlag is
te Munchen slechts in enkele exeinpllaren
aanwezig en wordt alleen voor den dag
gehaald bij een bezoek van den rijks-
president, als wanneer zij nog door wak-
Kere brandweermannen bijzonderlijk be-
schermd moet worden tegen brandstich-
tingspogingen van nationalen kant. De de-
mocraten, sociaal-democraten en de ver
dere elementen vpn links zijn in Beieren
op het oogenblik de eenigen, die aan den
kant van het rijk staan. Na den moord
op Rathenau had de democratische parfij
dadelijk een stel van eischen geformuleerd,
om aan de sluipmoordpolitiek van de ge-
heime reactionnaire genootschappen een
einde te maken. Maar de Munchner Neu-
este l)lachrichten, die toch doorgaat voor
het orgaan van die partij, had daar allerlei
op af te dingen en sprak zelfs van een
ongehoorde schending van de beginselen
der partij die alleen in het bolsjewistische
Rusland mogelijk zou zijn. Uit zulke uitin-
gen blijkt dat er van de democraten zelfs
nog een reenter vleugei afvalt. op wien
de Duitsche republiek niet behoeft te re-
kenen.
De toestand is nu zoo geworden, dat
Beieren krachtens een bepaling in zijln
eigen grondwet, evenals 'het rijk 11a den
moord op Rathenau, een buitengewone
verordening heeft uitgevaardigd, niet ech
ter gedreven daar bezorgdheid voor de
republiek of hare dienaren, maar als voor-
zorgsmaatregel tegen „de opgewondenheid
van het Beiersche volk, weike het gevolg
is van de aanneming der wet tot bescher-
nting der republiek." De eenige democraat
in het mimsterie van graaf Lerchenfeld
heeft daarop ontsiag genomen. Op zich-
zelf zou zelfs de rijksregeering geen be-
zwaar kunnen maken, dat de Beiersche
maatregelen neemt tegen zulk een opge
wondenheid. Maar men weet te Berlijn
natuurlijk heel goed dat de verordening
niet gebruikt zal worden, om opgewonden
reactionairen in toom te houden, maar
om de arbeiders in de steden met onder-
drukkingsmaatregelen te verhinderen dat
zij aan hunne republikeinsche gevoelens
op actieve wijze lucht geven.
Ook de Beiersche troepen zijn uit hun
zomerkampen teruggeroepen, een gebaar
dat meer op een tooneeleffect lijkt dan op
iets anders, want natuurlijk denkt de Beier
sche regeering er niet aan, om ter verde-
diging harer rechten tegen het rijk naar
de wapens te grijpen of zich er met geweld
van los te scheuren. Er ligt ook zekere
geruststelling in de gedachte dat een land,
dat het in den vacantie-tijd van de toeris-
Jen moet hebben, op dit oogenblik vol-
strekt geen gewelddadige beroeringen kan
velen. Wij zijn daarom geneigd le geloo-
ven, dat men slechts aan het begin staat
van onderhandelingen, zij het ook moei-
lijke, maar toch onderhandelingen tusschen
Berlijn en Munchen om tot een schappelijk
vergelijk te komen.
EEN PAUSELIJKE GIFT VAN
21/2 MILLIOEN LIRE.
De Paus heeft een Apostolisch schrijveu
gericht aan de Patriarchen, de Aartsbis-
schoppen en de Bisschoppen, waarin Zijne
Heiligheid met nadruk wijst op den onge-
lukkigen toestand der bevolkingen in de
door den hongersnood aangetaste gedeel-
ten van Rusland. Zelfs met al de gaven,
die voor dit doel zijn binnengekomen, kan
de groote nood nog niet voldoende be-
streden worden. De Paus doet derhalve
wederom een beroep op de menschheid
om steun en verklaart dat de Heilige Stoel
zelve met een gift van 2,5 milljoen lire
aan deze nieuwe steunverleening zal deel-
nemen.
DRANKVERBOD IN DE V. S.
Het blad Literary Digest een zeer po
pulate en alom in de Ver. Staten ver-
spreide publicatie heeft onder haar
lezers een enquete gehouden om hunmee-
ning te weten te komen over het bestaande
drankverbod. Uit de ingekomen antwoor-
den bleek, dat onder degenen die zich
de moeite hadden gegeven om hun mee-
ning aan de ondervragers te doen kennen,
de meerderheid tegen bestendiging van
den bestaanden toestand gekant is. Niet
minder dan-200.000 antwoorden waren in-
AKWIjCaBSareilEaB
V-I'
VOTES? Ave *£77HBE5ESBF*
D./ANTVOCRr
I