n m i P2 A 70® Jaargang. algemeen NIEUWS- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen. Onze StatenvertaliBg. r s Grafzerkeu es Immm in artisMe limering. Scjiocrsteeumsintels enz. No. 7830 Vrijdag 28 Juli 1922, STEENHOUWERIJ 6. J. H0EK, I ft 11 m m m li JSF EBBSTB BZL-A-iD ~~B I N N E N L A N 0. B B C L A M E MIDDELBURG, Vfterscheweg 250. YLISSINGEN, Villapark, Eindonnt Electr. BUfTENLM N D. K pRb 91 H.H Brievengaar- ders enz., worden verzocht de abonne- mentsgelden van de Ter Neuzensche Courant over het 2de kwartaal 1922, op onze postrekening 38200 te doen overschrijven v66r 1 Aug. a. s. Firma P. J. VAN DE SANDE. Uitg. Ter Neuzen. I. Het is waarlijk geen klacht, die sedert hex jaar 1777 niet meer behoeft te worden ge- uit, dat men bij het denken aan-, en spreken over de Nederlandsche Bijbelvertaling, nooit hooger (verder) ging dan tot de Synode van Dordrecht. Zelf de kundige Wagenaar in zijn Vaderl. Historie (deel X, blad. 314) ging niet verder terug dan Dordt, terwijl wij tpch in elk geval bij 1571 moeten beginnen. De Luther-vertaling (en bij gevolg ook aiies wat als overzetting van Luthers vertaling uitkwam) voldeed niet. Aldegonde getuigt: „Dat onder de overzettingen van onze Kerken geene was, die zoo ver afweek van de Hebreeuwsche waarheid als de overzet ting D. Lutheri", en de Nederduitsche (van 'n Embdensch ouderling Van Wingen) was nog veel slechter. Daarom werd in 1571 te Embden op een synode, die gehouden werd in de Fransohe kerk boven het Stadhuis (nu een meelzolder) op initiatief van Marnix voorgesteld, of het niet nuttig zou zijn, aan 'n verbeterde Vlaamsche (d. i. Nederduit sche) overzetting te arbeiden. Er werd ech ter besloten, om de zaak te laten rusten tot eene algemeene kerkvergadering. In 1574 werd te Dordt eveneens tot uitstel besloten „tot de Fransche en Latijnsche overzetting in het licht zouden wezen". De Nationale Synode van 1578 vond de zaak toch wel erg noodig en besloot eene herziening naar de Fransche, Latijnsche en Heidelbergsche ver taling op te dragen aan Aldegonde, en Dathenus! Zoo moest ook dit plan wel op niets uitloopen. 1581 besloot Middelburg om de vertaling te verdeelen over de 4 classes van Antwer- pen, Gent, Delft en Utrecht; ieder zou een stuk voor haar rekening nemen, maar de zware tijden en het wachten op eene nieuwe Fransche vertaling, die te Geneve onder- handen was, deed ook nu de zaak misluk- ken. Waar nog bij kwam, dat men niet ten onrechte vreesde, dat door zoo velerlei per sonen, aan verscheiden plaatsen wonend, de eenheid der vertaling schade zou lijden. Eindelijk kwam de Nationale Synode van Den Haag in 1586, „waar men meende meerder licht in dit stuk te ontmoeten", en waar bericht was ingekomen van Philips van Marnix, Heere van St. Aldegonde, dat hij dit werk „voor syn particulier begast hadde" (dus: uit eigen liefhebberij reeds ter hand had genomen). Overeenkomstig zijn wensch werd hij aangezocht, en zou hij zijn arbeid eerst laten lezen aan bekwame Kerkendienaren in Zeeland en vervolgens aan anderen in andere gewesten „fteoogende daarmede, dat niet als eens mans werk, maar 'n werk der geheele Kerke van Neder- land zoude in het lidht komen". Aldegonde verschoonde zich echter later „als geen tijd hebbende tot zoo zwaarwichtig een werk". Delft (1587) sloeg min of meer weer den weg in van Middelburg, en verkoos tot over- zetters Jacobus Kimedoncius, Hieronimus Bastingius, Arnoldus Cornelii en Wernerus Helmichius. Overal elders werd van dit be- siuit kennis gegeven, en tevens werd be richt, dat de dominees van hun ambtsbezig- heden zouden worden vrijgesteld en toch gesalarieerd zouden blijven. Wel kwamen er geen tegenbedenkingen in tegen dit plan, maar het liep toch op niets uit, omdat er geen geld was. In 1591 besloten de Algemeene Staten. dat drie predikanten, een uit Flolland, een uit Zeeland en een uit Friesland ieder de La tijnsche overzetting van Junius en Tremel- lius in het Nederlandsch zouden overzetten en dan zouden vergelijken. Maar dit be- sluit werd door verzuim van den Griffier niet aan de Kerk meegedeeld! Misschien maar heel gelukkig. Leiden besloot in 1592 tweeerlei: of, dat men bij Aldegonde zou aanhouden, of, dat men bij het besluit van 1587 zou blijven. Maar nu herinnerden zich de Alg. Staten opeens hun besluit van 't vorig jaar. De Heeren waren intusschen wijzer geworden, begrepen, dat, wat't vorig jaar was voorge- riomen, een „overzettinge van 'n overzet- tinge" zou worden, en gevoelden ook 't be- zwaar van de verschillende dialecten (zie 1581). Dus vonden de Alg. Staten nu goed, dat men dit werk aan Aldegonde zou opleg- gen (onder eisch van revisie van bekwame personen). Den Briel ging in 15*93 op dien weg door en benoemde naast Aldegonde vijf overzieners (een uit Zuid-Holland, een uit Noord-Holland, een uit Zeeland, een uit Friesland en een uit Gelderland, Utrecht en Overijsel samen). Deze drie gewesten had- den namelijk niet alleen geklaagd over schaarschheid van leeraren in 't algemeen, maar ook en wel bijzonder over gebrek aan „doorgeleerde" mannen. Zuid-Holland koos Helmichius en als diens secundus Cor nelii. 15 September 1594 werd Aldegonde in de vergadering van Hunne Hoogmogenden ontboden. „Aldegonde, na eerst heuschelijk zich verschoohd te hebDen, nam eindelijk dien last op zich." Hij zou le Leiden moe ten gaan wonen, om te kunnen profiteeren van de openbare ooekerij en van den om- gang met de- Hoogleeraren. Le Long deelt niede, dat hij 'n jaargeld kreeg van J 1400 plus 400 voor huishuur. Ook vermoedt men, dat Aldegonde protessor honorarius is geworden, omdat in de Alma Acad. Leid. zijn beela staat tusschen Carolus Gallus en Franciscus Junius, hoogleeraren in de god- geleerdheid, en hij prijkt met den titel „Theo,logus". Nu kozen ook de andere gewesten hun j revisorenAlkmaar koos in 1594 Petrus i Plancius, Zeeland: Daniel du Dieu, Fries- j land koos Drusius, terwijl Overijsel spijt j scheen te krijgen en Baudartius voorsteide, toen te Kampen en later te Zutphen, die j echter in 1595 te Leiden niet aanwezig was. j Daar werd in dat jaar door Aldegonde een en ander met zijn revisoren besproken en onder meer vastgesteld, dat men zoude in 't overzetten willen gebruicken d' algemein- ste, claerste en suiverste tale". Dus was 't werk begonnen, maar al heel kort daarna werd Marnix als gezant naar Frankr'ijk gezonden. Voor zijn vertrek gat hij nog wel Genesis in handen zijner revi soren over, maar hij erkende zelf, dat hij het „niet zoo bearbeid had, als hij zelt wel ge- wenscnt had.Toen hij, thuisgekomen, met ernst zijn werk wilde hervatten, overviel hem de dood 15 Dec. 1598. „60 jaren oud sloot hij voor deze wereld zijne oogen". Alkmaar besloot in 1599, „wijl het stuk der vertaling stilstond", die van Zuid-Hoi- land te onderhouden over bekwame man nen, wien men dit werk gerust kon toever- trouwen. Zuid-Holland benoemde in 1599: Arnoldus Cornelius en Wern. Helmichius (beiden predikanten te Delft) en als revisor Gomarus. De meeste gewesten keurden uit goed. Ook de Synode van Noord-Floilanu hebbende tot voorzitter Jacobus Arminius vond het best, maar toen Zuid-Holland voorsloeg geen anderen tot het overzien toe te laten dan die de Nederl. Geloofsbelijdenis en den Catechismus hadden onderteekend, berichtte Noord-Holland: „dat tot deze zakt alleen personen gebruikt zouden worden, van welke men getuigenisse haode, dat zij onzen godsdienst beleden en van leven en wandel godzalig waren". Zeeland bleet intussciien van gevoelen, dat men al genoeg deed, wanneer men de oude vertaling fflcr en daar wat verbeterde 1 Intusschen verwisselde Helmichius in 1602 Delft met Amsterdam „zijnde daartoe bevorderd door Arminius". Beide vertalers zouden verlichting krijgen in hun ambts- werk, maar daar kwam weinig of niets van terecht en dat was al mee de voornaamste reden, waarom het werk weinig opschoot, waar nog bij kwam, dat de pest te Amster dam vreeselijk woedde. Eindelijk werden dan toch beiden „ontlast van den predik- dienst in de weke", terwijl zij het werk al- dus verdeeld hadden: Helmichius ontwierp eerst 'n vertaling, dan overwoog Cornelius daarna ging alles weer terug naar Hel michius, die vervolgens alles doorzond naar de revisoren. In 1604 was Helmichius op de helft vanGenesis 6 gekomen. In 1605 stierf Cornelius, en moest Helmichius dus in zijn eentje doorgaan. Baudartius, de Overijselsche revisor intusschen in Gelderland woonachtig later een der voornaamste vertalers kon intusschen niet stilzitten. Hij bood der Synode van Gelderland aan om de Hoog- duitsche vertaling van den Bijbel van Jo hannes Piscator in het Nederduitsch over te zetten, en kreeg daartoe de gevraagde machtiging. In 1606 gaf Baudartius toen onder groot opzien zijn „Wegbereider" uit. Helmichius bracht er 'n uitgebreid betoog tegen in (V. Druten zegt p. 701,,toorhende zonder te zondigen, ontlaadde hij zijn vol gemoed"). En ook liet hij zien, dat hij (Helmichius) niet had stilgezeten, want op 4 hoofdstukken na was Genesis gereed. De Noord-Hollandsche Synode wensohte van iedere classis een predikant, die den 2en van Hooimaand te Amsterdam zou moeten komen, omafschriften te maken voor de revisoren, terwijl Helmichius dan nog gauw Genesis 4750 zou afmaken. Nu Gelderland zag, dat 't meenens werd, be sloot de Synode van Bommel, dat Baudar tius zijn werk „tot nader last" zou staken. Maar den 29sten van Oogstmaand stierf Helmichius en nu bleef alles steken tot de I Synode van Dordt in 1618. KAMERFRACTIE VAN DEN VR1JHEIDSBOND. De fractie van Tweede Kamerleden, be- hoorende tot den Vrijheidsbond, heeft tot voorzitter gekozen mr. Dresselhuys, tot secretaris den heer Boon en tot penning- meesteresse mej. Joh. Westerman. CHRISTELIJK-HISTOR1SCHE KAMERFRACTIE. In de Woensdag gehouden vergadering van de Christelijk-Historische Kamerfrac- tie is tot voorzitter gekozen mr. J. Schok- king, tot ondervoorzitter de heer B. J. Gerritson, en tot secretaris-penningmees- ter de heer H. W. Tilanus. UIT HET SPOORWEG- BEDRIJF. Aan een artikel in „Het Seinlicht", het orgaan van den Protestantsch-Christelijken Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel, over de reeds door den minister van Wa- terstaat goedgekeurde 10 pet. loonsverla- ging van het personeel der groote werk- plaatsen en de opnieuw door, den Raad van Comtnissarissen aangekondigde ver- laging der loonen voor het geheele spoor- wegpersoneei, onneenen wij het volgende: „Wij wenschen in zoo ernstige bedrijfs- aangelegenheid, waarbij het personeel di rect is betrokken, als mede-verantwoorde- iijke menschen te worden erkend. En dan is het niet voldoende, dat de raad van commissarissen alleen aan de ministers een langen brief schtijft. Dan eischen wij dat door de regeering zelf een grondig onderzoek zal ingesteid worden naar de rekening over 1921 en de boeken en be- scheiden open en bloot zullen worden ge- legd, zoodat ook d - besturen der organi- saties daarvan inza^e kunnen krijgen. Dan vragen wij, gelijk reeds eerder door ons in een or.derhoud met den minister op 2 November gevraagd werd, dat eqn com- missie zal worden benoemd van terzake deskundiger.. die een onderzoek zal instel- len op welke wijze buiten de bezoldiging om kan worden bezuinigd en moeten de directie en de regeering de consequentie durven aanvaarden, dat in zulk eene com- missie aan de vertegenwoordigers van het personeel het recht van mede-beslissing worde gegeven. En als dan nog, indien het resultaat zou .blijven beneden verwachting, tot loons- verlaging zou moeten worden overgegaan, dan moet niet bij de werkplaatsers, doch van bovenaf aan, dat is bij het salaris van de directie enz. worden begonnen. Als er in het belang van heel de volkswelvaart in Nederland een offer moet worden ge- bracht, dan niet slechts een groep van nijvere werkers, maar dan door alien en allereerst door hen, die, gezien hun in- komsten, wel wat kunnen missen". Het bestuur van het N. A. S. heeft vergaderd met het bestuur van den bij deze vakcentrale aangesloten Federatieven Bond van Spoor- en Tramwegpersoneel, ter bespreking van den ingetreden toe- stand bij de spoorwegen, met betrekking tot de vanwege de directie der Neder landsche spoorwegen aangekondigde ver- slechteringen voor het personeel. De vergadering stelde vast, dat de or- ganisaties dienen samen te werken om krachtig stelling te kunnen nemen tegen verdere verslec'nteringen en om de reeds mgevoerde verslechteringen ongedaan te maken. Besloten werd, aan de,belangheb- bende organisatitfs, v, aarin personeel der spoorwegen is georganiseerd, den volgen- den brief te zenden: Het bestuur van den onafhankelijken bond van spoor- en tram wegpersoneel besprak in zijn jongste ver gadering opnieuw den toestand waarin het personeel der spoorwegen is gekomen naar aanieiding van de aangekondigde loonsver- Tagingen, diensttijdveriengingen en anders- zins. Algemeen was het bestuur van oordeel, dat er door de gezameniijke organisaties krachtig stelling moet worden genomen ter voorfcoming van verdere verslechterin- gen en oi* de reeds ingevoerde *\^ersrech- teringen ongedaan te maken. Voor dit doel verklaart ons bestuur zich gaarne bereid met uw organisatie samen- werking aan te gaan. Gaarne vernemen wij uw beslissing in deze voor of uiterlijk 29 dezer. BEIEREN. De Beiersche regeering en de meerder- heid waarop zij in de kamer steunt (Beier sche volkspartij, middenpartij en boere'n- bond), hebben weer een sterke bevlieging van onafhankelijkheidszin schrijft de N. R. Crt. lets nieuws is dit niet onder de republiek en is het ook niet geweest onder het keizerrijk. Toen Bismarck te Versailles met zijn ouden meester koning Wilhelm I overhoop lag, omdat deze den titel van „keizer van Duitschland" wensch- te, of in het geheel geen keizer wilde zijn," wist hij dat alleen de titel van „Duitsch Keizer" voor den koning van Beieren aannemelijk was. Door kiespijn gekweld schreef de koning van Beieren van zijn bed aan Wilhelm, 1 dat zijn land de gevraagde concessies alleen aan den „Duitschen Keizer" kon doen. Bismarck wist uit ervaring hoe ver het Beierschle zelfbewustzijn ging, Beieren trad slechts tot het nieuwe Duitsche rijk toe, met voorbehoud van een extra portie „Reser- valrechte", meer dan eenige andere Duit sche bondsstaat zicn wist te verzekeren en waarvan het voornaamste recht was, dat Beieren zijn eigen leger en militaire in- stellingen behield. Onder de nieuwe republiek heeft Beieren van groote zelfverloocuemng blijk gegeven door zich de beiangrijke Reservatrechte af te laten nemen, (zoo heeft het ten slotlie zelfs zijn eigen postzegels opgegeven, na- dat de oude voorraad met „Deutsches Reich" overdrukt was), maar de oude Ba- juvaarsche trots komt toch nog telkens om den hoek kijken. Verleden jaar was er geharrewar met de rijksregeering, omdat Beieren den uitzonderingstoestand die daar nog gehandhaafd werd, niet wilde afschaf- fen, nu is er nieuw geharrewar om iets tegenstelds: Beieren wil zich niet van gan- scher harte schikken, nu het rijk voor zijn geheele gebied bij een bijzondere wet een uitzonderingstoestand invoert. De uitzon deringstoestand dien Beieren wilde hand- haven, was echter tegen links gericht, de nieuwe uitzonderingswet van het rijk keert zich in het wezen van de zaak tegen rechts, voortgekomen als zij is uit de republikein- sche actie na den moord op Rathenau. De voornaamste bedenkingen van de re geering te Munchen gelden de Si nstellling van het nieuwe staatsgerechtshof, dat zij ••V Speciaal adres voor zoo maar gelijkstelt met een bolsjewistisch uitzonderingshof van de kracht van dat netwelk thans te Moskou tegen poiitieke tegenstanders woedt, en verder de be- voegdheid van de rijkspolitie, om binnen het rijk geen bondsstaatsgrenzen te er- kennen bij de vervolging van lieden die tegen de republiek en hare dienaren mis- dreven hebben. Beieren is weer op het bedingen van „Reservatrechte" uit. De re- publikeinsche arbeiaers in Duitschland dreigen, tegenover het gezwaai met den Beierschen dorschvlegel, dat zij den kolen- aanvoer naar Beieren zullen atsnijden. En zoodoende is in Duitschland weer de ge- bruikeiijke „ernstige toestand" ontstaan, die er, nu eens, in de buitenlajndsche, dan weer in de binnenlandsche poiitieK, intreedt met de regelmatigheid van de perioden der anderdaagsche koois. Als net bericht van de Vorwarts waar is, dat va- cantiereizigers in Beieren daarom het mooie land in paniek ontvluchten, bewijst dit slechts dat iemand die ver van huis is, zich gauwer door angst laat bevangen dan in gewone omstandigheden. Want het is al meermalen gebleken dat met onder- handelinger. tusschen Berlijn en Munchen waarbij over en weer gegeven en genomen wordt, heel wat te bereiken is. De Duitsche pers heeft hare lezers erg gewend aan srerk gepeperde berichten en bovendien is de koers van de mark zoo iets wisselval- ligs, dat voor menschen die op voordeel uit zijn, het verspreiden van schrik en angst in Duitschland een tweede natuur is geworden, die hen in staat steit van afbrokkelende noteeringen te leven. Ayan Beieren wordt voor het overige bewaarheid, dat een land dat de verschrik- gen van het bolsjewisme gekend en daar na overwonnen heeft, een groote, vrucht- bare akker voor het zaad van de reactie wordt. De knuisten van den Beierschen boer hebben 11a het korte roode interreg num de orde in de steden hersteld en hij blijft sterk wantrouwig tegen elke golf van repubiikanisme uit het Noorden. De boerenstand is er ook sterk gehecht aan het oude koningshuis. Kroonprins Rup- precht wordt in Beieren vereerd als de man, die al de moeite en zorgen met zijn troepen in het veld gedeeld heeft, ook na de nederlaag, in het land is gebleven. De republikeinsche zwart-rood-gouden vlag is te Munchen slechts in enkele exeinpllaren aanwezig en wordt alleen voor den dag gehaald bij een bezoek van den rijks- president, als wanneer zij nog door wak- Kere brandweermannen bijzonderlijk be- schermd moet worden tegen brandstich- tingspogingen van nationalen kant. De de- mocraten, sociaal-democraten en de ver dere elementen vpn links zijn in Beieren op het oogenblik de eenigen, die aan den kant van het rijk staan. Na den moord op Rathenau had de democratische parfij dadelijk een stel van eischen geformuleerd, om aan de sluipmoordpolitiek van de ge- heime reactionnaire genootschappen een einde te maken. Maar de Munchner Neu- este l)lachrichten, die toch doorgaat voor het orgaan van die partij, had daar allerlei op af te dingen en sprak zelfs van een ongehoorde schending van de beginselen der partij die alleen in het bolsjewistische Rusland mogelijk zou zijn. Uit zulke uitin- gen blijkt dat er van de democraten zelfs nog een reenter vleugei afvalt. op wien de Duitsche republiek niet behoeft te re- kenen. De toestand is nu zoo geworden, dat Beieren krachtens een bepaling in zijln eigen grondwet, evenals 'het rijk 11a den moord op Rathenau, een buitengewone verordening heeft uitgevaardigd, niet ech ter gedreven daar bezorgdheid voor de republiek of hare dienaren, maar als voor- zorgsmaatregel tegen „de opgewondenheid van het Beiersche volk, weike het gevolg is van de aanneming der wet tot bescher- nting der republiek." De eenige democraat in het mimsterie van graaf Lerchenfeld heeft daarop ontsiag genomen. Op zich- zelf zou zelfs de rijksregeering geen be- zwaar kunnen maken, dat de Beiersche maatregelen neemt tegen zulk een opge wondenheid. Maar men weet te Berlijn natuurlijk heel goed dat de verordening niet gebruikt zal worden, om opgewonden reactionairen in toom te houden, maar om de arbeiders in de steden met onder- drukkingsmaatregelen te verhinderen dat zij aan hunne republikeinsche gevoelens op actieve wijze lucht geven. Ook de Beiersche troepen zijn uit hun zomerkampen teruggeroepen, een gebaar dat meer op een tooneeleffect lijkt dan op iets anders, want natuurlijk denkt de Beier sche regeering er niet aan, om ter verde- diging harer rechten tegen het rijk naar de wapens te grijpen of zich er met geweld van los te scheuren. Er ligt ook zekere geruststelling in de gedachte dat een land, dat het in den vacantie-tijd van de toeris- Jen moet hebben, op dit oogenblik vol- strekt geen gewelddadige beroeringen kan velen. Wij zijn daarom geneigd le geloo- ven, dat men slechts aan het begin staat van onderhandelingen, zij het ook moei- lijke, maar toch onderhandelingen tusschen Berlijn en Munchen om tot een schappelijk vergelijk te komen. EEN PAUSELIJKE GIFT VAN 21/2 MILLIOEN LIRE. De Paus heeft een Apostolisch schrijveu gericht aan de Patriarchen, de Aartsbis- schoppen en de Bisschoppen, waarin Zijne Heiligheid met nadruk wijst op den onge- lukkigen toestand der bevolkingen in de door den hongersnood aangetaste gedeel- ten van Rusland. Zelfs met al de gaven, die voor dit doel zijn binnengekomen, kan de groote nood nog niet voldoende be- streden worden. De Paus doet derhalve wederom een beroep op de menschheid om steun en verklaart dat de Heilige Stoel zelve met een gift van 2,5 milljoen lire aan deze nieuwe steunverleening zal deel- nemen. DRANKVERBOD IN DE V. S. Het blad Literary Digest een zeer po pulate en alom in de Ver. Staten ver- spreide publicatie heeft onder haar lezers een enquete gehouden om hunmee- ning te weten te komen over het bestaande drankverbod. Uit de ingekomen antwoor- den bleek, dat onder degenen die zich de moeite hadden gegeven om hun mee- ning aan de ondervragers te doen kennen, de meerderheid tegen bestendiging van den bestaanden toestand gekant is. Niet minder dan-200.000 antwoorden waren in- AKWIjCaBSareilEaB V-I' VOTES? Ave *£77HBE5ESBF* D./ANTVOCRr I

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1