3uTt1'nT"a ¥d! Bank de noodige geneeskundige luilp en verpleging kon worden verschaft, zich in hun bedreigde gezondheid hersteld hebben gezien, zijn de levende bewijzen, hoeveel leed onverzacht zou zijn gebleven, hoeveel arbeiders hun arbeidskracht zouden hebben verloren, indien Uwe actie tegen de Invalidi- teitswet doel zou hebben getroffen. NEDERLANDSCHE NEUTRALITEIT EN BELGISCH ANNEXIONISME, De voormalige minister van buiteiiland- sche Zaken in net Beigische oorlogsminis- terie-De Brocqueville, de heer Beyens, heefi in „Le Flambeau'' merkwaardigt din- gen gescire»e i over he. Belg.sche annexio- nisme. /.ijn mededeelingen Devestigen, dat dit annexionisme reeds in id lb uitging op het inpalmen van Zeeuwsch-Vlaandeien en van Walcheren en Zuid-Beveland (slechts subsidiair alleen Zeeuwsch-Vlaan- deren), precies zooals wij destijds her- haaldelijk hebben betoogd. En dat de Beigische regeering van die plannen vol- strekt niet arxeeng was, biijkt daaruit, dat de heer Beyens ze voordroeg in een nota aan Lord Grey. Maar tevens verneemt men nu van baron Beyens, dat Lord Grey die annexatieplan- nen a twees, omdat de Engelsche regeering gebonden was door haar verklaring van eerbiediging der Nederlandsche neutrali- te it, die ze aflegde bij den aanvang van dtn oorlog. Als men zich nu herinnert, dat deze verklaring (evenals van Duitsch- land) rechtstreeks verband hield met on- ze eigen neutraliteitsverklaring, die na. tuurlijk mets zou hebben beteekend, als we niet klaar hadden gestaan om haar te dotn eerbiedigen, dan kan men nagaaai, welk stuk van Zeeland thans Belgisch zou wezen indien wij niet een talrijk en pa- raat leger hadden gehad. Om van Limdurg nog geheel te zwijgen. (Hbl) ONGERUSTHEID BIJ DE SIGAREN- FABRIKANTEN. In de kringen der sigarenfaorikanten ziet men met gropte ongerustheid de naaste toekomst tegemoet. Doordien de regeering, die op naar beurt weer gedupeero wordt door den drukker, de fabrikanten niet van sigarenringen kan voorzien, staat een groo- tc stagnatie in het bedrijf te wachten. Hier en daar heeft men zich reeds ge- noodzaakt gezien, werkliedeu te ontslaan, en indien de toestand niet spoedig ver- ar.dert, zullen vele fabrikanten dit voor- beeld inoeten volgen. De minister heeft verklaard, dat, bij gebrek aan ringen, de sigaren zonder ban- derolles kunnen worden 'afgeleverd, mits aar. de zending een accljnskwitantie wordt toe gevoegd. De winkeliers weigeren echter die on- geringde sigaren in onlvangst te nemen. ecr.sdtels omdat zij den rompslomp van cte accijnskwitanties niet wenschen, maar meer nog omdat de clientele bezwaar maakt, voor sigaren zonder banderolles den ver- hoogden prijs te betalen. Zooals gezegd, zien de sigarenfabrikan- ten de naaste toekomst duister in, tenzij de regeering of haar drukker voor een spoedige en geregelde aflevering van de door de wet voorgeschreven kenmerken zorgt. DE RUSSISCHE POLIT1EK. Volgens berichten uit Reval, spelen de tegtrsianders van de compromispolniek, thans in verband met het onvrijwiHige aftreden van Lenin, het hooid ureigend omhoog. Zelfs gaat het zeer besliste ge- rucht, uat de politieke positie der gunste- lingen van Lenin, Tsjitsjerin en Krassin, zeer wankei is. Zelfs moet, indien men althans de mededeelingen uit kringen der Sovjet-legatie te Berlijn mag gelooven, Tsjitsjerin leitelijk reeds van zijn post als volkscornmissaris voor Buitenlandsche Aan- gclegenheden ontheven zijn. Daardoor zou ook verklaard worden, dat hij zoo iang getalma heeft Genua te verlaten en thans in deze zoo ernstfge politieke momenten te Berlijn blijft hangen. Te 'Rome heeft het bericht, dat het Italiaansch-Russische ontwerp-handelsver— drag niet door Moskou geratificeerd is, een groote indruk verwekt. Men meent hierin de bevestiging te zien van Tsjit- sjerins aftreden. Gezien het feit, dat de weigering om het verdrag te ratificeeren reeds van Moskou kwam, voordat Tsjit sjerin, die het verdrag geteekend heeft, daar aangekomen kon zijn om nadere uit- eenzettingen te geven, meent men te Rome te weten, dat tot de vervanging van Tsjit sjerin door Joffe en Litwinof toen reeds in principe besioten was, en dat de be- kendmaking van het desbetreffende de creet slechts vertraagd is ten gevolge van de verwarring, welke te Moskou heerscht, in verband met Lenin's ziekte. Hetschijnt dat de positie van Krassin al even weinig zeker is. Zijn reis naar Moskou zou ten doel hebben verdere toelichting te ge ven van zijn daden. Lenin zal, zooals ge- meld, vervangen worden door Kamenef, Rvkof en Stalin. Men beschouvvt een en ander als het begin van een splitsing in de communistische partij. ONRUST TE MOSKOU. Volgens uit Reval ontvangen berichten wordt de toestand in Rusland zeer alar- meerend ten gevolge van het ontslag van Lenin. Voor het oogenblik zijn de leden van het triumviaal, Stalin, Rykof en Ka menef de baas, maar hun macht wordt btdreigd door de extremisten. De komst van Krassin te Moskou wordt verklaard door zijn wensch om ,all zijn invloed aan te wenotn om de opgewonden stemming bij de linkerzijde te kalmeeren. Van andere zijde verneemt men, dat Trotzki troepen concentreert in Je na- bijheid van de hoofdstad om eventuee! zijn aanspraken als opvolger van Lenen kracht bij te zetten. Wordt het niet spoedig kalm te Moskou, dan kunnen zich nog wel eens de gebeur- tenissen van October 1917 herhalen. DE PRINS VAN WALES TE LONDEN AANGEKOMEN. „Welkom thuis" is te Londen de prins van Wales door millioenen personen loe- geroepen. Hij werd verwelkomd met een geestdrift, die zijn ontzaglijke populariteit bewees. Dc enorme drukte evenaarde die van prinses Mary's Huwelijk. Uren voor en na de aankomst van den prins wemel- de het in de straten van Londen van meuwsgierigen, grootendeels vrouwen. Rijk en arm vereenigde zich bij de indrukwek- kende verwelkoming. De groote volkswij- ken om het Paddington Station waren te hoop geloopen. Om halfvier kwam de prins met den extra-trein uit Plymouth aan^op- gewacht door heel de koninklijke familie, alle ministers en een talrijk gedistingeerd gezelschap. Flij stapte hier zeer vergenoegd en la- chend uit den trein, regelrecht in de ar- mer. van zijn moeden De koning toonde zich niet minder vergenoegd zijn oudsten zoon terug te zien na een afwezigheid van acht maanden. Nadaf de prins links en rechts handen had gedrukt en groeten had gewlsseld, stapte hij met den ko ning in een open hofrijtuig voor een lan- gen triomftocht naar het Buckingham-pa- leis. Zoodra het rijtuig buiten het station was verschenen, weergalmde de heldere zon- nige lucht van jubelkreten, die een half uui lang onafgebroken langs heel de route aanhielden. De tocht ging door Hvde- Park, waar een enorme massa was samen- gestroomd en overal stond het gecstdrif- tige publiek van 10 tot 20 rijen dik aan beide kanten van den weg. Duizenden vensters waren verhuurd en de wegen wa ren rijkelijk versierd, maar nibts maakte zoo'n grooten indruk als het overtalrijke volk, dat uren wachtte om den prins maar eventjeis te zien en hem zoo levendig toe- juichte, dat deze thuiskomst hem wel zijn leven lang heugen zal. De vreemdelingen, die het aansciiouwden moeten zijn getroffen door de groote aan- hankelijkheid van het Britsche volk aan zijn koninklijk huis. ZUID-SERVIE DOOR EEN WOLK- BREUK GETEISTERD. In de omgevfng van Kumanovo, Krina en Palanka, in Zuid-Servie, hebben wolk- breuken groote schade aangericht. Ook menschenlevens zijn verloren gegaan; het aantal dooden is echter nog niet vast- gesteld. Vooral tn Krina en Palanka had de wolkbreuk zeer ernstige gevolgen, daar ze plaats vond na middernacht, terwijl de be- woners sliepen. Acht-en-vijftig huizen stort- ten in en weruen met het huisraad door de waiermassa's meegevoerd. Een groote hoeveelheid vee is omgekomen. 500 VALSCHE CHEQUES. Een bende Internationale dieven is er m gesfaagd om bij een drukkerij te "Milaan. door tusschenkomst van een wertJman, che- queboekjes van de Italiaansche handelsbank te stelen; zij had 500 valsche cheques van 97.000 francs elk opgemaakt, met het doel deze in de verschillende Europeesche hoofdsteden te innen. Een dezer cheques is te Weenen geincasseerd, andere werden te Parijs aangeboden. In de Fransche hoofd stad zijn naar aanleiding van dit berichx door de recherche uit Milaan twee leden der bende aangehouden, die getracht had den verscnillende cheques te innen bij het filiaal van de Banco di Roma. Zij hebben volledig bekend. TER NEUZEN, 23 Juni 1922. PERSONEEL RIJKSBELASTINGEN. Bij het dezer dagen te Breda gehouden examen voor rijksklerk der directe belastin- gen enz. zijn o.m. geslaagd de heeren M. P. Harte (van Ter Neuzen), thans werkzaam aan de inspectie te Hulst en de heer P. Hoondert, werkzaam op het ontvangkantoor aldaar. GESLAAGD. Te Rolduc is geslaagd voor het examen jj hoogere handelsschool de heer Jos. van der Heijden te Clinge en voor het eindjexamen H. B. S. 5jarigen cursus, de heer C. Ver- haegen van Graauw. PROVINC1 ALE STATEN VAN ZEELAND. (Zomerzitting). Gedeputeerde Staten stellen voor de vol- gende opcenten gedurende 1923 te hef- fen op de rijksbelastingen50 opcenten op dc hcofdsom van de grondbelastingj voor ongebouwde en gebouwde eigendom- men en de personeele belasting en 20 op- j centen op de hoofdsom van de vermogens- en de inkomstenbelasting HET AANTAL KIEZERS. Het totaal aantal kiezers voor de Twee- de Kamer bedraagt in den kieskring Mid- delburg 119.631, verdeeld over IS? stem- districten. ZAAMSLAG. Woensdag 1.1. werd alhier door notaris Dregmans, krachtens het Burgerlijk Wet- boek verkocht^ een woonhuis en toebe- hooren, staanue bij de Rozemarijnstraat, groot 1 A. 12 c.A. en bewoond door W. Meijer. Kooper werd D. Dees voor 1S25 gulden. Bij de wed. J. B. werden door lmn eigen hond 39 kuikens doodgebeten. Slechts een bleef in leven. ST. JANSTEEN. Door het openkrabben van een puistje j ontstond bij P. de R. alhier, bloedvergifti- ging, aan de gevolgen daarvan is de onge- lukkige kort daarop overleden. (Zel.). Zeeuwsch-Vlaamsch Zendingsfeest te Axel, op Donclerclagr 22 Juni. Het was reeds ruim 11 uur, toen Ds. G. van Dis het feest opende en de aanwezigen liet zingen het bekende lied Ps. 68 10: Gelooft zij God met diepst fcntzag, enz. Na voorlezing van Jesaia 55 en het uit- spreken van een gebed, heette Ds. Van Dis de schare welkom. Hij sprak de hoop uit, voor een goeden dag. Een zendingsdag geeft veel te denken. Wat hebben wij veel voorrechten ontvangen, wij die leven onder het Evangelie van Jezus Christus, Een zen dingsdag geeft daarom ook veel te danken, en tevens ook veel te bidden, dat het werk van de uitbreiding van het Evangelie zijn loop moge hebben. Er zijn in dat werk wel veel moeilijkheden en raadselen maar we mogen in 't geloof zeggen: 't Is Uwe zaak, waarvoor wij staan, Heer Jezus! d'Uwe al leen. Dat ontslaat ons niet van ijver en trouw. Neen, het make ons juist getrouwer in en voor dit werk en doe ons vuriger bid den voor de heidenwereld, voor de zende- lingen, maar zeker ook voor ons zelf, dat wij meer arbeiders in den dienst van Jezus Christus mogen zijn. Dat God deze zen dingsdag moge gebruiken om ons alien te geven vernieuwde ijver voor Zijn Koninkrijk. Na het zingen van een lied trad Ds. H. M. E. Bremer van Breskens op, om te spreken over „De tweede bede" uit het Onze Vader: Uw Koninkrijk kome! Het koninkrijk Gods is Jezus Christus, wij bidden dus in de 2de bede: Kom, Heere Jezus! Deze rijke Heer komt met overvloedige, eeuwige zegeningen. Daarvan genieten wij, terwijl de heidenen zooveel missen. Kennis van den waarach- tigen God bezitten wij, de heidenen maken zich gedrochten van goden. Vergeving van zonden kennen wij, de heidenen zoeken in de grootste opofferingen verzoening, maar vin- den niet. Kracht tot heiliging schenkt Jezus ons, de heiden blijft slaaf van de zonde. De bijbel, de brief, die God aan Zijne kin- deren heeft gegeven, geeft licht; de heidenen moeten het doen met hun toovenaars en priesters, die sluwe bedriegers zijn. In het koninkrijk Gods wordt ons troost in lijden geboden, de heiden weet in ellende geen uitweg. In het sterven geeft Jezus ons hoop, voor den heiden blijft het de donkerste nacht. Al deze dingen worden ons aange boden in het koninkrijk Gods. Leeft dat koninkrijk Gods nu in ons? dat is de eerste vraag. We zijn toch niet als de dorre tak- ken aan een boom, waar de levenssappen niet meer kunnen doordringen? Onze leven de Heiland worstelt om die doode zielen en vraagt ons of we ons hart voor Hem willen openen. Dan leeft het Godsrijk in ons en als het met die allerinwendigste zending in orde is kunnen we iets doen voor de uitwen- dige zending. Een blik op de wereldkaart laat ons nog uitgestrekte velden zien waar gewerkt worden moet. Indie, Azie, Afrika bergen honderden millioenen Boeddhisten en Mohamedanen. Als christelijke gemeente worden we geroepen te arbeiden voor de uitbreiding van 't Godsrijk onder hen. Wij mogen dat doen; welk een voorrecht, dat God ons daartoe roept; het zij ons geen drukkende last, maar blijdschap en lust. Wij moeten dat doen, innerlijk gedrongen. Wij, gezeten aan den rijken dischvangeeste- lijke zegeningen mogen de arme kinderen daarbuiten, de heidenen, niet van gebrek laten omkomen. Wij kunnen dat doen, wij kunnen bidden en onze offers geven. De zendelingen zijn de strijders in de verte, wij zijn de thuisblijvers die hen op allerlei wijze steun kunnen bieden. Willen wij ook? Zeg niet er is in eigen land nog zooveel te doen. De heidenen missen alle aanraking met het niet versagen. Zoolang wij gelooven in de macht van onzen Heere Jezus Christus, blij- ven we aan den arbeid. Hij verwakkert ons telkens weer. Goden en volkeren zullen aan Zijne voeten vallen; maar doen wij onzen plicht in dit groote werk? Er gaan zooveie menschen naar Indie, maar zij verloochenen den Hei land. Kunnen uit ons midden niet meer menschen gaan om jezus te dienen? Hoe klein is in Indie 't aantal zendelingen! Dra- gen wij persoonlijk genoeg bij voor dit heerlijke werk? Onderzoeken we ons vooral of wij leven in 't geloof in den levenden Heiland. En laat ons onderling de verschil- len wegdoen en de handen ineenslaan voor 't zendingswerk De zendingswereld heeft zoo noodig onze krachten, ons gebed. Ver sagen we niet Draagt de banier van Jezus uit, Hij zal heerschen, sterkt U in Hem. In de pauze die nu intrad werd op ver- dienstelijke wijze gezongen door de zang- vereenigingen: „Hoop op Zegen" en ,,Asaf", van Axel. Wat was het heerlijk op die schoone weide, als in koor de lofliederen ter eer van God weergalmden. Te 2 uur, zong de toegestroomde schare, eerst eenige liederen, waarna de heer N. Baas uit Amsterdam het woord voerde. In Amsterdam, zoo begon hij, denkt men bij 't noemen van den naam Zeeland, alleen aan oesters en mosselen; de Zeeuw is in zijn oog een visscher. Daarmede is de Zeeuw in geen slecht gezelschap. Jezus beste discipelen waren het ook. Maar Jezus heeft dien trek naar het visschen bij zijne discipe len geadeld. Hij riep hen en zei: Volg mij na en en ik zal U maken tot visschers van menschen. Jezus volgen, dat is in Hem ge looven, maar ook wandelen in Zijne voet- stappen. Dat brengt in ons leven een ge- stadigen strijd. Alles verlaten eischt Jezus van Zijne jongeren, hoe noemt men dat in onzen tijd: dwaasheid. Toch gaat niets af van dien eisch. De christen, de kerk moet licht uitschijnen in de donkere wereld, als een vuurtoren, die staat aan het strand. In dat licht komen de afdwalende schepen vei- lig in de haven. Voor elkanders heil moe ten de menschen zorg dragen, dat is beter dan elkander porren te geven. Heeft de kerk geen tijd om te zoeken naar de zielen der afgedwaalden? Dat visscherswerk is een middel van be- staan. Vroeger stond Zeeland in beteekenis naast Holland, groot was het in den han- del. De verlanding, de aanslibbing heeft Zeeland op den achtergrond gebracht, en nu heeft het zooveie doode steden. Als de kerk aan verlanding gaat lijden krijgen wC doode kerken. De kerk moet voor alle lagen van ons volk, ook de afgedwaalden, een hart hebben. Als de kerk nalaat het zout der aarde te zijn, zal de Heer de kerk zich tegen haar keeren. Wordt dus visschers van menschen! en neemt over de deugden van den visscher. i Wat is hij eenvoudig Laat ons niet zulke 1 plechtige of deftige christenen zijn. Gemeen- I N (J E Z 0 N DEN M E D E D E E L I N G E N. Evangelie. Zeg niet 't kost te veel geld. Onze Heiland gaf Zijn bloed voor ons, wat wil onze liefde voor Hem niet geven? Duizend 1 maal meer wordt er jaarlijks voor tabak, alcohol, bioscoop en theater gegeven. Zeg niet: laat de heiden in zijp eenvoudig bij- geloof. Het is bittere ellende in het hart van den heiden. Groote angst voor allerlei geesten drijft hem. Laat ons willen medewerken biddend en arbeidend aan de komst van Gods ko- ninkrijk! Heerlijk, eens zal het Godsrijk in Zijne voile heerlijkheid gekomen zijn. Nog heerlijker als ook wij dan daarin zullen zijn i en met ons de heidenen, door ons gebed of door onzen arbeid tot Jezus gebracht. Nadat een lied gezongen was trad als tweede spreker op Ds. W. Faber van Se- i rooskerke. Hij begon er op te wijzen, dat j onze gezichtskring over't algemeen beperkt j is, eng het kringetje van onze gedachten. Ieder leeft zijn eigen leventje en de christen peinst over de vraag: hoe wordt ik zalig. j Beter, meer christelijk is't, buiten dat krin- getje te treden en ook te vragen naar het zieleheil .van anderen. De profeten in Israel, hoewel nationaal, hadden ook een ooj?:voor't heil der volke- ren. Dit standpunt namen ook de apostelen van Jezus Christus in, in het bijzonder de apostel Paulus. In het: Paulus waarheen? 'k Ga de wereld bekeeren gaf de Genestet 1 weer de ruimte van den blik van dien heidee- apostel. Deze uitgebreidheid van hun ge- zichtskring danken profeten eri apostelen: i 1°. aan het geloof in een God; 2°. aan j 't geloof, dat het geheele menschelijk ge- j slacht uit eenen bloede is voortgekomen; 3°. aan de overtuiging, dat elk mensch verge ving van zonden noodig heeft; 4°. aan't ge loof aan een nieuwe toekomst, een nieuwen hemel en een nieuwe aarde. Nu wordt de geheele wereld, zendingswereld. Voor den christen wordt 't eerst duidelijk hoe groot de wereld is: Dat brengt tot den christen zware verplichtingen. De eene naam, die ter zaligheid gegeven is moet aan alle 1600 millioen menschen bekend worden. En het zendingswerk is geen gemakkelijke zege- tocht, zooals iemand die de handelingen der apostelen leest zou kunnen denken. Boed- dhisme, Mohamedanisme, Animisme zijn thans geduchte vijanden. Paulus trad op in een wereld die op godsdienstig gebied, ja op elk gebied haar zelfvertrouwen verloren had. Thans verkeeren we in een ontwakende wereld. Door den oorlog heeft die zending een knak gekregen. Boeddhisten en Mohame danen gevoelen zich als de meerderen van de Christenen. Wie zal't winnen? Laat ons zaam en nederig, komen we nader tot de menschen voor wie we iets willen zijn. In ons spreken over de geestelijke dingen zij geen preektoon, hang den heer niet uit! We kunnen toch wel indruk maken. Als Jezus' apostelen het eenvoudig zeiden: het konink rijk Gods is gekomen, zal dat wel indruk geinaakt hebben. Vooral wees eenvoudig bij het spreken over geestelijke bevindingen. Stel uw strijd, uw bdetekamp of boetekramp niet te donker voor! Spreek zoo min mogelijk over uzelf en maak zooveel mogelijk in uw getuigenis Jezus groot. Een visscher heeft overleg. Dobber, snoer, lood, deeg, alle moet in orde kijn. Elke visch heeft zijn eigei deeg. Daaraan denke de visscher, die zie len vangen wil. Het deeg moet wel zoet zijn maar de scherpe haak met weerhaak mag niet ontbreken. Wees niet te bang om scherp te zijn en het geweten te treffen. Welk een moeite getroost de visscher zich. Hij moet er op uit. De visch komt niet tot hem, maar hij moet naar de visschen toe. Het visschen bh nacht en noodweer, doet denken aan het werk der middernachtzending in de groote steden. Wie heeft er genoeg medelijden voor die velen, die diep in de zonde wegzinken? De visscher moet verder geduld hebben, en niet telkens den hengel ophalen om te zien of er al wat aan zit, dan vangt hij niet. Wij moeten als christenen niet vragen naar re sultaat of eer, wij werken voor den Heer. Voor de vangst zorgt Hij. De maaiers zijn de engelen. Daarboven vinden we, na al ons arbeiden voor den Heer, de vr.uchten van het zaad. Daarop werden weer eenige liederen ge zongen. Ds. J. P. v. Bruggen van Delfs- haven trad nu op. Voor hem heeft de ver- binding: Zending en feest iets ongeoor loofds. Niet omdat hij zoo stijf i's, maar omdat de zending zoo in druk verkeert in onze dagen. En daar hebben wij alien mee schuld aan. Alleen als we 't oog richten op de toekomst waarin we gelooven, dat n.l alle volken voor Jezus zullen buigen, dan kunnen we hier feestvieren, immers een voorsmaak hebben van dat heerlijke feest dat door Christus komen zal: De zendings wagen knarst aan alle kanten. Uit Indie komen de roepstemmen: zendt ons mannen en vrouwen, die Jezus willen brengen. En we moeten antwoorden: we hebben ze niet Kunnen we dan feestvieren? Alleen de ge dachte: eens alles aan Jezus voeten geeft ons hoop en moed en zekerheid, ondanks bezwaren en tekorten. Want Jezus heeft zijn eerewoord gegeven. Dat is het woord van Jezus, waarbij de stervende Livingstone (Mei 1873) in het hartje van Afrika in zijn dagboek de laatste aanteekeningen had ge- maakt: Ik ben met ulieden, alle de dagen tot aan de voleinding der wereld. Dat is, teekende Livingstone aan, het allerheiligste woord van eer, dat ooit gesproken is. Die dag zal komen. Dat eerewoord, die belofte is echter alleen voor degenen die uitgaan om op de een of andere wijze in den dienst van ezus te staan. Dat eerewoord is voor ons als we zendingsmenschen zijn. Jammer, dat wij soms steunend op andere middelen wil len verder gaan. Wij denken soms, dat het zendingswerk wel meer gebaat zou zijn als we de publieke opinie maar mee hadden. Deze gedachte is verkeerd. Laat de publie- f opinie maar tegen zijn, als wij maar Christus brengen dan hebben we meer aan Zijn eerewoord. Anderen meenen, 't zou beter gaan, als we de kerken maar mee hadden. Och de kerken hebben al genoeg te doen en sommige kerken kunnen nog niet eens behoorlijk hUn predikanten betalen. Niet de kerk, maar Christus moet met ons zijn. Als we maar geld hadden zegt een an der, dan waren we geholpen. Neen ook dat niet, zending is een zaak van geloof. Wij willen niet leven bij het eerewoord van den rijkfdaalder, maar van Christus. Is nu de zending geloofszaak dan is ze ook een zaak van het offer. We moeten niet maar naast andere dingen ook een beetje aan de zen ding doen; we moeten haar liefhobben, haar willen dienen. Het is een zeer moeilijke tijd voor de zending, het geloof van de zending- menschen wordt zeer beproefd. Alles dringt tot vertrouwen op Christus alleen. Zoo zul len deze moeilijke dagen later blijken de ineest gezegende dagen geweest te zijn. Het echte zendingsgeloof zal nooit besehaamd worden. De voleinding komt. Jezus heeft ziin woord gegeven. Waar Jezus Christus het offer gebracht heeft en het offer van ons vraagt, laten we dat offer Hem brengen. Nadat de schare, die nu wel op een paar duizend kan geschat worden nog eenige lie deren heeft gezongen, treedt de laatste spreker op: Ds. P. de Groot van Rotterdam. Hij had 11 Juni in Rotterdam gezien op den Roomschen ianddag een schare van 32 duizend menschen die met hunne wap- perende vaandels een optocht hielden. Op een vaandel had hij een kruis gezien met de woorden: in hoc sigus vincis, in dit teeker. overwint gij. Het kruis van Chris tus is niet slechts een oppervlakkig tee- ken. Voor den Christen lijft daarin de overwinning, de ware vrijheid. Die banier des kpuises moet ook voor de volkeren, de heidenen worden ontplooid. Jesaia zegt dit in zijn profeties Hoofdstuk II 10. Zendingswerk is 't planten van die banier, opdat de heidenen haar zien mogen. Dat is het werk van de kerk, die is een kruis- gemeente, maar ook een zendingsgemeente. Dat brengt alleen medicijn. Ook in vde versplinterde wereld. Alles ligt verstrooid op politiek gebied. Volkerenbond en con- ferenties waren tot op dit oogenblik tever- geefs. We missen daar den naam van God. De kruisbanier van Christus wordt niet opgeheven. Ook de kerk ligt versplinterd. Ook daar is de kruisvaan alleen 't middef tot herstel. Het kruis predikt ons ver- brokenheid, alles zal tegen dat kruis te plettei loopen. Daar is de macht der zon de en der hel gebroken. De heidenen roe- pen in hun nood om hulp. Laten onder ons alle geschillen zwijgen. Wij hebben om niet't Evangelie ontvangen, hooren we der heidenen roepstemmen en geven we om niet. De kruisbanier wijst op strijd. Een banier geplant, is een oorlogsverkliaring. De kruisbanier heeft aan de gansche we reld den oorlog verklaard. Het gaat om de overwinning van den vorst der duister- nis of de triumf van Christus. Er is veel teleurstelling bij het zendingswerk. Doch geen moedeloosheid zij er. Yemidden van de teleurstellingen breidt God onzichtbaar voor ons Zijn rijk uit. Zions koning zal zegevieren ook onder de heidenen. De strijd is er tot aan den jongsten dag. 't Is een moeilijke tijd voor de zending, maar ook een prachtige tijd. De wereki zinkt ineen, zij wordt moedeloos. Voelt men dat het niet gaat buiten Christus? Een tegenslag moet niet ontmoedigen. Al wordt soms een deel van het legei ver- slagen, geen nood zoolang voor de veld- beerstaknl de banier maar blijft wap|Y- ren. Wie zal de kruisbanier van Curis- tus neerhaien? We moeten ons niet laten ontmoedigen, voortzetten den arbeid Laat ons maar niet te hoog gaan staan, neen steeds meer onder dc banier. De kerk van Christus zal er wel bij varen als zij met't oog op deze? arbeid wat meeiij een- drachtelijk wil samenwerken. En de triumf zal komen. De Romeinsche adelaar die voor niemand buigen wilde, mcest buigen voor 't vaandel van Chris tus. De deuren van Japan en China lang gesloten, zijn ook voor het Evangelie ge- opend. Twijfelen we maar niet, bespot- ting moeten we niet vreezen. Het Evan gelie des kruises kan het veel beter uit- houden tegen den spotter dan de spotter het uithouden zal tegen Christus. Laat er bij ons maar zijn veel behoet'te om te ervaren de gezegende uitwerking van Christus kruis, dan brengen we zegen. Laat het ons ook een weldaad zijn me- de te mogen heipen aan den uitbouw van Gods koninkrijk. Hoe heerlijk zal 't eens zijn als Hij komt en aan Zijne rech- terzijde ook staan zullen de heidenen, die eerst verstooten, zich onder de kruisba- nieren hadden geschaard. Laat ons dan ken voor het Evangelie en strijden we onder het vaandel van Jezus. Laten ook de moeders in ons midden hunne kinderen voor het zendingswerk op- wtkken, er zijn noodig jonge mannen vol des geloofs. Uit hel rijke program wordt nog een lied gezongen, waarna Ds. P. van Dijk van Zaamslag een slotwoord spreekt. Het vers dat gezongen was: Ruste op ons werk Uw zegen, ontferm' U Heer, achtte hij gesclhkt om als afscheidslied te zin gen. '1 Was uiterlijk een goede Jag, een heerlijke dag. Nu is de bede in ons hart om Gods zegen, opdat het werkelijk mo ge blijken een gezegende dag geweest te zijn. Hoe schoon zou de dag worden, als alien die het zendingsfeest bijwoonden ook "meer baden voor de zending. Wat de ver schillende sprekers gezegd hadden wordt nog in 7t kort aangestipt en daarna een woord van dank gebracht aan alien, die

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 2