3uTt1'nT"a ¥d!
Bank de noodige geneeskundige luilp en
verpleging kon worden verschaft, zich in
hun bedreigde gezondheid hersteld hebben
gezien, zijn de levende bewijzen, hoeveel
leed onverzacht zou zijn gebleven, hoeveel
arbeiders hun arbeidskracht zouden hebben
verloren, indien Uwe actie tegen de Invalidi-
teitswet doel zou hebben getroffen.
NEDERLANDSCHE NEUTRALITEIT EN
BELGISCH ANNEXIONISME,
De voormalige minister van buiteiiland-
sche Zaken in net Beigische oorlogsminis-
terie-De Brocqueville, de heer Beyens,
heefi in „Le Flambeau'' merkwaardigt din-
gen gescire»e i over he. Belg.sche annexio-
nisme. /.ijn mededeelingen Devestigen, dat
dit annexionisme reeds in id lb uitging
op het inpalmen van Zeeuwsch-Vlaandeien
en van Walcheren en Zuid-Beveland
(slechts subsidiair alleen Zeeuwsch-Vlaan-
deren), precies zooals wij destijds her-
haaldelijk hebben betoogd. En dat de
Beigische regeering van die plannen vol-
strekt niet arxeeng was, biijkt daaruit, dat
de heer Beyens ze voordroeg in een nota
aan Lord Grey.
Maar tevens verneemt men nu van baron
Beyens, dat Lord Grey die annexatieplan-
nen a twees, omdat de Engelsche regeering
gebonden was door haar verklaring van
eerbiediging der Nederlandsche neutrali-
te it, die ze aflegde bij den aanvang van
dtn oorlog. Als men zich nu herinnert,
dat deze verklaring (evenals van Duitsch-
land) rechtstreeks verband hield met on-
ze eigen neutraliteitsverklaring, die na.
tuurlijk mets zou hebben beteekend, als
we niet klaar hadden gestaan om haar te
dotn eerbiedigen, dan kan men nagaaai,
welk stuk van Zeeland thans Belgisch zou
wezen indien wij niet een talrijk en pa-
raat leger hadden gehad.
Om van Limdurg nog geheel te zwijgen.
(Hbl)
ONGERUSTHEID BIJ DE SIGAREN-
FABRIKANTEN.
In de kringen der sigarenfaorikanten ziet
men met gropte ongerustheid de naaste
toekomst tegemoet. Doordien de regeering,
die op naar beurt weer gedupeero wordt
door den drukker, de fabrikanten niet van
sigarenringen kan voorzien, staat een groo-
tc stagnatie in het bedrijf te wachten.
Hier en daar heeft men zich reeds ge-
noodzaakt gezien, werkliedeu te ontslaan,
en indien de toestand niet spoedig ver-
ar.dert, zullen vele fabrikanten dit voor-
beeld inoeten volgen.
De minister heeft verklaard, dat, bij
gebrek aan ringen, de sigaren zonder ban-
derolles kunnen worden 'afgeleverd, mits
aar. de zending een accljnskwitantie wordt
toe gevoegd.
De winkeliers weigeren echter die on-
geringde sigaren in onlvangst te nemen.
ecr.sdtels omdat zij den rompslomp van cte
accijnskwitanties niet wenschen, maar meer
nog omdat de clientele bezwaar maakt,
voor sigaren zonder banderolles den ver-
hoogden prijs te betalen.
Zooals gezegd, zien de sigarenfabrikan-
ten de naaste toekomst duister in, tenzij
de regeering of haar drukker voor een
spoedige en geregelde aflevering van de
door de wet voorgeschreven kenmerken
zorgt.
DE RUSSISCHE POLIT1EK.
Volgens berichten uit Reval, spelen de
tegtrsianders van de compromispolniek,
thans in verband met het onvrijwiHige
aftreden van Lenin, het hooid ureigend
omhoog. Zelfs gaat het zeer besliste ge-
rucht, uat de politieke positie der gunste-
lingen van Lenin, Tsjitsjerin en Krassin,
zeer wankei is. Zelfs moet, indien men
althans de mededeelingen uit kringen der
Sovjet-legatie te Berlijn mag gelooven,
Tsjitsjerin leitelijk reeds van zijn post als
volkscornmissaris voor Buitenlandsche Aan-
gclegenheden ontheven zijn. Daardoor zou
ook verklaard worden, dat hij zoo iang
getalma heeft Genua te verlaten en thans
in deze zoo ernstfge politieke momenten
te Berlijn blijft hangen.
Te 'Rome heeft het bericht, dat het
Italiaansch-Russische ontwerp-handelsver—
drag niet door Moskou geratificeerd is,
een groote indruk verwekt. Men meent
hierin de bevestiging te zien van Tsjit-
sjerins aftreden. Gezien het feit, dat de
weigering om het verdrag te ratificeeren
reeds van Moskou kwam, voordat Tsjit
sjerin, die het verdrag geteekend heeft,
daar aangekomen kon zijn om nadere uit-
eenzettingen te geven, meent men te Rome
te weten, dat tot de vervanging van Tsjit
sjerin door Joffe en Litwinof toen reeds
in principe besioten was, en dat de be-
kendmaking van het desbetreffende de
creet slechts vertraagd is ten gevolge van
de verwarring, welke te Moskou heerscht,
in verband met Lenin's ziekte. Hetschijnt
dat de positie van Krassin al even weinig
zeker is. Zijn reis naar Moskou zou ten
doel hebben verdere toelichting te ge
ven van zijn daden. Lenin zal, zooals ge-
meld, vervangen worden door Kamenef,
Rvkof en Stalin. Men beschouvvt een en
ander als het begin van een splitsing in
de communistische partij.
ONRUST TE MOSKOU.
Volgens uit Reval ontvangen berichten
wordt de toestand in Rusland zeer alar-
meerend ten gevolge van het ontslag van
Lenin. Voor het oogenblik zijn de leden
van het triumviaal, Stalin, Rykof en Ka
menef de baas, maar hun macht wordt
btdreigd door de extremisten. De komst
van Krassin te Moskou wordt verklaard
door zijn wensch om ,all zijn invloed aan
te wenotn om de opgewonden stemming
bij de linkerzijde te kalmeeren.
Van andere zijde verneemt men, dat
Trotzki troepen concentreert in Je na-
bijheid van de hoofdstad om eventuee!
zijn aanspraken als opvolger van Lenen
kracht bij te zetten.
Wordt het niet spoedig kalm te Moskou,
dan kunnen zich nog wel eens de gebeur-
tenissen van October 1917 herhalen.
DE PRINS VAN WALES TE LONDEN
AANGEKOMEN.
„Welkom thuis" is te Londen de prins
van Wales door millioenen personen loe-
geroepen. Hij werd verwelkomd met een
geestdrift, die zijn ontzaglijke populariteit
bewees.
Dc enorme drukte evenaarde die van
prinses Mary's Huwelijk. Uren voor en
na de aankomst van den prins wemel-
de het in de straten van Londen van
meuwsgierigen, grootendeels vrouwen. Rijk
en arm vereenigde zich bij de indrukwek-
kende verwelkoming. De groote volkswij-
ken om het Paddington Station waren te
hoop geloopen. Om halfvier kwam de prins
met den extra-trein uit Plymouth aan^op-
gewacht door heel de koninklijke familie,
alle ministers en een talrijk gedistingeerd
gezelschap.
Flij stapte hier zeer vergenoegd en la-
chend uit den trein, regelrecht in de ar-
mer. van zijn moeden De koning toonde
zich niet minder vergenoegd zijn oudsten
zoon terug te zien na een afwezigheid van
acht maanden. Nadaf de prins links en
rechts handen had gedrukt en groeten
had gewlsseld, stapte hij met den ko
ning in een open hofrijtuig voor een lan-
gen triomftocht naar het Buckingham-pa-
leis.
Zoodra het rijtuig buiten het station was
verschenen, weergalmde de heldere zon-
nige lucht van jubelkreten, die een half
uui lang onafgebroken langs heel de route
aanhielden. De tocht ging door Hvde-
Park, waar een enorme massa was samen-
gestroomd en overal stond het gecstdrif-
tige publiek van 10 tot 20 rijen dik aan
beide kanten van den weg. Duizenden
vensters waren verhuurd en de wegen wa
ren rijkelijk versierd, maar nibts maakte
zoo'n grooten indruk als het overtalrijke
volk, dat uren wachtte om den prins maar
eventjeis te zien en hem zoo levendig toe-
juichte, dat deze thuiskomst hem wel zijn
leven lang heugen zal.
De vreemdelingen, die het aansciiouwden
moeten zijn getroffen door de groote aan-
hankelijkheid van het Britsche volk aan
zijn koninklijk huis.
ZUID-SERVIE DOOR EEN WOLK-
BREUK GETEISTERD.
In de omgevfng van Kumanovo, Krina
en Palanka, in Zuid-Servie, hebben wolk-
breuken groote schade aangericht. Ook
menschenlevens zijn verloren gegaan; het
aantal dooden is echter nog niet vast-
gesteld.
Vooral tn Krina en Palanka had de
wolkbreuk zeer ernstige gevolgen, daar ze
plaats vond na middernacht, terwijl de be-
woners sliepen. Acht-en-vijftig huizen stort-
ten in en weruen met het huisraad door
de waiermassa's meegevoerd. Een groote
hoeveelheid vee is omgekomen.
500 VALSCHE CHEQUES.
Een bende Internationale dieven is er m
gesfaagd om bij een drukkerij te "Milaan.
door tusschenkomst van een wertJman, che-
queboekjes van de Italiaansche handelsbank
te stelen; zij had 500 valsche cheques van
97.000 francs elk opgemaakt, met het doel
deze in de verschillende Europeesche
hoofdsteden te innen. Een dezer cheques
is te Weenen geincasseerd, andere werden
te Parijs aangeboden. In de Fransche hoofd
stad zijn naar aanleiding van dit berichx
door de recherche uit Milaan twee leden
der bende aangehouden, die getracht had
den verscnillende cheques te innen bij het
filiaal van de Banco di Roma. Zij hebben
volledig bekend.
TER NEUZEN, 23 Juni 1922.
PERSONEEL RIJKSBELASTINGEN.
Bij het dezer dagen te Breda gehouden
examen voor rijksklerk der directe belastin-
gen enz. zijn o.m. geslaagd de heeren M. P.
Harte (van Ter Neuzen), thans werkzaam
aan de inspectie te Hulst en de heer P.
Hoondert, werkzaam op het ontvangkantoor
aldaar.
GESLAAGD.
Te Rolduc is geslaagd voor het examen jj
hoogere handelsschool de heer Jos. van der
Heijden te Clinge en voor het eindjexamen
H. B. S. 5jarigen cursus, de heer C. Ver-
haegen van Graauw.
PROVINC1 ALE STATEN
VAN ZEELAND.
(Zomerzitting).
Gedeputeerde Staten stellen voor de vol-
gende opcenten gedurende 1923 te hef-
fen op de rijksbelastingen50 opcenten
op dc hcofdsom van de grondbelastingj
voor ongebouwde en gebouwde eigendom-
men en de personeele belasting en 20 op- j
centen op de hoofdsom van de vermogens-
en de inkomstenbelasting
HET AANTAL KIEZERS.
Het totaal aantal kiezers voor de Twee-
de Kamer bedraagt in den kieskring Mid-
delburg 119.631, verdeeld over IS? stem-
districten.
ZAAMSLAG.
Woensdag 1.1. werd alhier door notaris
Dregmans, krachtens het Burgerlijk Wet-
boek verkocht^ een woonhuis en toebe-
hooren, staanue bij de Rozemarijnstraat,
groot 1 A. 12 c.A. en bewoond door W.
Meijer.
Kooper werd D. Dees voor 1S25 gulden.
Bij de wed. J. B. werden door lmn
eigen hond 39 kuikens doodgebeten.
Slechts een bleef in leven.
ST. JANSTEEN.
Door het openkrabben van een puistje j
ontstond bij P. de R. alhier, bloedvergifti-
ging, aan de gevolgen daarvan is de onge-
lukkige kort daarop overleden. (Zel.).
Zeeuwsch-Vlaamsch
Zendingsfeest te Axel,
op Donclerclagr 22 Juni.
Het was reeds ruim 11 uur, toen Ds. G.
van Dis het feest opende en de aanwezigen
liet zingen het bekende lied Ps. 68 10:
Gelooft zij God met diepst fcntzag, enz.
Na voorlezing van Jesaia 55 en het uit-
spreken van een gebed, heette Ds. Van Dis
de schare welkom. Hij sprak de hoop uit,
voor een goeden dag. Een zendingsdag
geeft veel te denken. Wat hebben wij veel
voorrechten ontvangen, wij die leven onder
het Evangelie van Jezus Christus, Een zen
dingsdag geeft daarom ook veel te danken,
en tevens ook veel te bidden, dat het werk
van de uitbreiding van het Evangelie zijn
loop moge hebben. Er zijn in dat werk wel
veel moeilijkheden en raadselen maar we
mogen in 't geloof zeggen: 't Is Uwe zaak,
waarvoor wij staan, Heer Jezus! d'Uwe al
leen. Dat ontslaat ons niet van ijver en
trouw. Neen, het make ons juist getrouwer
in en voor dit werk en doe ons vuriger bid
den voor de heidenwereld, voor de zende-
lingen, maar zeker ook voor ons zelf, dat
wij meer arbeiders in den dienst van Jezus
Christus mogen zijn. Dat God deze zen
dingsdag moge gebruiken om ons alien te
geven vernieuwde ijver voor Zijn Koninkrijk.
Na het zingen van een lied trad Ds. H. M.
E. Bremer van Breskens op, om te spreken
over „De tweede bede" uit het Onze Vader:
Uw Koninkrijk kome! Het koninkrijk Gods
is Jezus Christus, wij bidden dus in de 2de
bede: Kom, Heere Jezus! Deze rijke Heer
komt met overvloedige, eeuwige zegeningen.
Daarvan genieten wij, terwijl de heidenen
zooveel missen. Kennis van den waarach-
tigen God bezitten wij, de heidenen maken
zich gedrochten van goden. Vergeving van
zonden kennen wij, de heidenen zoeken in de
grootste opofferingen verzoening, maar vin-
den niet. Kracht tot heiliging schenkt Jezus
ons, de heiden blijft slaaf van de zonde.
De bijbel, de brief, die God aan Zijne kin-
deren heeft gegeven, geeft licht; de heidenen
moeten het doen met hun toovenaars en
priesters, die sluwe bedriegers zijn. In het
koninkrijk Gods wordt ons troost in lijden
geboden, de heiden weet in ellende geen
uitweg. In het sterven geeft Jezus ons hoop,
voor den heiden blijft het de donkerste
nacht. Al deze dingen worden ons aange
boden in het koninkrijk Gods. Leeft dat
koninkrijk Gods nu in ons? dat is de eerste
vraag. We zijn toch niet als de dorre tak-
ken aan een boom, waar de levenssappen
niet meer kunnen doordringen? Onze leven
de Heiland worstelt om die doode zielen en
vraagt ons of we ons hart voor Hem willen
openen. Dan leeft het Godsrijk in ons en
als het met die allerinwendigste zending in
orde is kunnen we iets doen voor de uitwen-
dige zending. Een blik op de wereldkaart
laat ons nog uitgestrekte velden zien waar
gewerkt worden moet. Indie, Azie, Afrika
bergen honderden millioenen Boeddhisten
en Mohamedanen. Als christelijke gemeente
worden we geroepen te arbeiden voor de
uitbreiding van 't Godsrijk onder hen. Wij
mogen dat doen; welk een voorrecht, dat
God ons daartoe roept; het zij ons geen
drukkende last, maar blijdschap en lust.
Wij moeten dat doen, innerlijk gedrongen.
Wij, gezeten aan den rijken dischvangeeste-
lijke zegeningen mogen de arme kinderen
daarbuiten, de heidenen, niet van gebrek
laten omkomen. Wij kunnen dat doen, wij
kunnen bidden en onze offers geven. De
zendelingen zijn de strijders in de verte, wij
zijn de thuisblijvers die hen op allerlei wijze
steun kunnen bieden. Willen wij ook? Zeg
niet er is in eigen land nog zooveel te doen.
De heidenen missen alle aanraking met het
niet versagen. Zoolang wij gelooven in de
macht van onzen Heere Jezus Christus, blij-
ven we aan den arbeid. Hij verwakkert ons
telkens weer.
Goden en volkeren zullen aan Zijne voeten
vallen; maar doen wij onzen plicht in dit
groote werk? Er gaan zooveie menschen
naar Indie, maar zij verloochenen den Hei
land. Kunnen uit ons midden niet meer
menschen gaan om jezus te dienen? Hoe
klein is in Indie 't aantal zendelingen! Dra-
gen wij persoonlijk genoeg bij voor dit
heerlijke werk? Onderzoeken we ons vooral
of wij leven in 't geloof in den levenden
Heiland. En laat ons onderling de verschil-
len wegdoen en de handen ineenslaan voor
't zendingswerk De zendingswereld heeft
zoo noodig onze krachten, ons gebed. Ver
sagen we niet Draagt de banier van Jezus
uit, Hij zal heerschen, sterkt U in Hem.
In de pauze die nu intrad werd op ver-
dienstelijke wijze gezongen door de zang-
vereenigingen: „Hoop op Zegen" en ,,Asaf",
van Axel. Wat was het heerlijk op die
schoone weide, als in koor de lofliederen
ter eer van God weergalmden.
Te 2 uur, zong de toegestroomde schare,
eerst eenige liederen, waarna de heer N.
Baas uit Amsterdam het woord voerde. In
Amsterdam, zoo begon hij, denkt men bij
't noemen van den naam Zeeland, alleen aan
oesters en mosselen; de Zeeuw is in zijn
oog een visscher. Daarmede is de Zeeuw
in geen slecht gezelschap. Jezus beste
discipelen waren het ook. Maar Jezus heeft
dien trek naar het visschen bij zijne discipe
len geadeld. Hij riep hen en zei: Volg mij
na en en ik zal U maken tot visschers van
menschen. Jezus volgen, dat is in Hem ge
looven, maar ook wandelen in Zijne voet-
stappen. Dat brengt in ons leven een ge-
stadigen strijd. Alles verlaten eischt Jezus
van Zijne jongeren, hoe noemt men dat in
onzen tijd: dwaasheid. Toch gaat niets af
van dien eisch. De christen, de kerk moet
licht uitschijnen in de donkere wereld, als
een vuurtoren, die staat aan het strand. In
dat licht komen de afdwalende schepen vei-
lig in de haven. Voor elkanders heil moe
ten de menschen zorg dragen, dat is beter
dan elkander porren te geven. Heeft de kerk
geen tijd om te zoeken naar de zielen der
afgedwaalden?
Dat visscherswerk is een middel van be-
staan. Vroeger stond Zeeland in beteekenis
naast Holland, groot was het in den han-
del. De verlanding, de aanslibbing heeft
Zeeland op den achtergrond gebracht, en
nu heeft het zooveie doode steden. Als de
kerk aan verlanding gaat lijden krijgen wC
doode kerken. De kerk moet voor alle lagen
van ons volk, ook de afgedwaalden, een
hart hebben.
Als de kerk nalaat het zout der aarde te
zijn, zal de Heer de kerk zich tegen haar
keeren. Wordt dus visschers van menschen!
en neemt over de deugden van den visscher.
i Wat is hij eenvoudig Laat ons niet zulke
1 plechtige of deftige christenen zijn. Gemeen-
I N (J E Z 0 N DEN M E D E D E E L I N G E N.
Evangelie. Zeg niet 't kost te veel geld.
Onze Heiland gaf Zijn bloed voor ons, wat
wil onze liefde voor Hem niet geven? Duizend 1
maal meer wordt er jaarlijks voor tabak,
alcohol, bioscoop en theater gegeven. Zeg
niet: laat de heiden in zijp eenvoudig bij-
geloof. Het is bittere ellende in het hart van
den heiden.
Groote angst voor allerlei geesten drijft
hem. Laat ons willen medewerken biddend
en arbeidend aan de komst van Gods ko-
ninkrijk! Heerlijk, eens zal het Godsrijk in
Zijne voile heerlijkheid gekomen zijn. Nog
heerlijker als ook wij dan daarin zullen zijn i
en met ons de heidenen, door ons gebed of
door onzen arbeid tot Jezus gebracht.
Nadat een lied gezongen was trad als
tweede spreker op Ds. W. Faber van Se- i
rooskerke. Hij begon er op te wijzen, dat j
onze gezichtskring over't algemeen beperkt j
is, eng het kringetje van onze gedachten.
Ieder leeft zijn eigen leventje en de christen
peinst over de vraag: hoe wordt ik zalig. j
Beter, meer christelijk is't, buiten dat krin-
getje te treden en ook te vragen naar het
zieleheil .van anderen.
De profeten in Israel, hoewel nationaal,
hadden ook een ooj?:voor't heil der volke-
ren. Dit standpunt namen ook de apostelen
van Jezus Christus in, in het bijzonder de
apostel Paulus. In het: Paulus waarheen?
'k Ga de wereld bekeeren gaf de Genestet 1
weer de ruimte van den blik van dien heidee-
apostel. Deze uitgebreidheid van hun ge-
zichtskring danken profeten eri apostelen: i
1°. aan het geloof in een God; 2°. aan j
't geloof, dat het geheele menschelijk ge- j
slacht uit eenen bloede is voortgekomen; 3°.
aan de overtuiging, dat elk mensch verge
ving van zonden noodig heeft; 4°. aan't ge
loof aan een nieuwe toekomst, een nieuwen
hemel en een nieuwe aarde. Nu wordt de
geheele wereld, zendingswereld. Voor den
christen wordt 't eerst duidelijk hoe groot
de wereld is: Dat brengt tot den christen
zware verplichtingen. De eene naam, die
ter zaligheid gegeven is moet aan alle 1600
millioen menschen bekend worden. En het
zendingswerk is geen gemakkelijke zege-
tocht, zooals iemand die de handelingen der
apostelen leest zou kunnen denken. Boed-
dhisme, Mohamedanisme, Animisme zijn
thans geduchte vijanden. Paulus trad op in
een wereld die op godsdienstig gebied, ja
op elk gebied haar zelfvertrouwen verloren
had. Thans verkeeren we in een ontwakende
wereld.
Door den oorlog heeft die zending een
knak gekregen. Boeddhisten en Mohame
danen gevoelen zich als de meerderen van
de Christenen. Wie zal't winnen? Laat ons
zaam en nederig, komen we nader tot de
menschen voor wie we iets willen zijn. In
ons spreken over de geestelijke dingen zij
geen preektoon, hang den heer niet uit! We
kunnen toch wel indruk maken. Als Jezus'
apostelen het eenvoudig zeiden: het konink
rijk Gods is gekomen, zal dat wel indruk
geinaakt hebben. Vooral wees eenvoudig bij
het spreken over geestelijke bevindingen.
Stel uw strijd, uw bdetekamp of boetekramp
niet te donker voor! Spreek zoo min mogelijk
over uzelf en maak zooveel mogelijk in uw
getuigenis Jezus groot. Een visscher heeft
overleg. Dobber, snoer, lood, deeg, alle
moet in orde kijn. Elke visch heeft zijn eigei
deeg. Daaraan denke de visscher, die zie
len vangen wil. Het deeg moet wel zoet zijn
maar de scherpe haak met weerhaak mag
niet ontbreken. Wees niet te bang om scherp
te zijn en het geweten te treffen. Welk een
moeite getroost de visscher zich. Hij moet er
op uit. De visch komt niet tot hem, maar hij
moet naar de visschen toe. Het visschen bh
nacht en noodweer, doet denken aan het
werk der middernachtzending in de groote
steden. Wie heeft er genoeg medelijden voor
die velen, die diep in de zonde wegzinken?
De visscher moet verder geduld hebben, en
niet telkens den hengel ophalen om te zien
of er al wat aan zit, dan vangt hij niet. Wij
moeten als christenen niet vragen naar re
sultaat of eer, wij werken voor den Heer.
Voor de vangst zorgt Hij. De maaiers zijn
de engelen. Daarboven vinden we, na al ons
arbeiden voor den Heer, de vr.uchten van het
zaad.
Daarop werden weer eenige liederen ge
zongen. Ds. J. P. v. Bruggen van Delfs-
haven trad nu op. Voor hem heeft de ver-
binding: Zending en feest iets ongeoor
loofds. Niet omdat hij zoo stijf i's, maar
omdat de zending zoo in druk verkeert in
onze dagen. En daar hebben wij alien mee
schuld aan. Alleen als we 't oog richten op
de toekomst waarin we gelooven, dat n.l
alle volken voor Jezus zullen buigen, dan
kunnen we hier feestvieren, immers een
voorsmaak hebben van dat heerlijke feest
dat door Christus komen zal: De zendings
wagen knarst aan alle kanten. Uit Indie
komen de roepstemmen: zendt ons mannen
en vrouwen, die Jezus willen brengen. En
we moeten antwoorden: we hebben ze niet
Kunnen we dan feestvieren? Alleen de ge
dachte: eens alles aan Jezus voeten geeft
ons hoop en moed en zekerheid, ondanks
bezwaren en tekorten. Want Jezus heeft zijn
eerewoord gegeven. Dat is het woord van
Jezus, waarbij de stervende Livingstone
(Mei 1873) in het hartje van Afrika in zijn
dagboek de laatste aanteekeningen had ge-
maakt: Ik ben met ulieden, alle de dagen
tot aan de voleinding der wereld. Dat is,
teekende Livingstone aan, het allerheiligste
woord van eer, dat ooit gesproken is. Die
dag zal komen. Dat eerewoord, die belofte
is echter alleen voor degenen die uitgaan om
op de een of andere wijze in den dienst van
ezus te staan. Dat eerewoord is voor ons
als we zendingsmenschen zijn. Jammer, dat
wij soms steunend op andere middelen wil
len verder gaan. Wij denken soms, dat het
zendingswerk wel meer gebaat zou zijn als
we de publieke opinie maar mee hadden.
Deze gedachte is verkeerd. Laat de publie-
f opinie maar tegen zijn, als wij maar
Christus brengen dan hebben we meer aan
Zijn eerewoord. Anderen meenen, 't zou
beter gaan, als we de kerken maar mee
hadden. Och de kerken hebben al genoeg
te doen en sommige kerken kunnen nog
niet eens behoorlijk hUn predikanten betalen.
Niet de kerk, maar Christus moet met ons
zijn. Als we maar geld hadden zegt een an
der, dan waren we geholpen. Neen ook dat
niet, zending is een zaak van geloof. Wij
willen niet leven bij het eerewoord van den
rijkfdaalder, maar van Christus. Is nu de
zending geloofszaak dan is ze ook een zaak
van het offer. We moeten niet maar naast
andere dingen ook een beetje aan de zen
ding doen; we moeten haar liefhobben, haar
willen dienen. Het is een zeer moeilijke tijd
voor de zending, het geloof van de zending-
menschen wordt zeer beproefd. Alles dringt
tot vertrouwen op Christus alleen. Zoo zul
len deze moeilijke dagen later blijken de
ineest gezegende dagen geweest te zijn. Het
echte zendingsgeloof zal nooit besehaamd
worden. De voleinding komt. Jezus heeft
ziin woord gegeven. Waar Jezus Christus
het offer gebracht heeft en het offer van
ons vraagt, laten we dat offer Hem brengen.
Nadat de schare, die nu wel op een paar
duizend kan geschat worden nog eenige lie
deren heeft gezongen, treedt de laatste
spreker op: Ds. P. de Groot van Rotterdam.
Hij had 11 Juni in Rotterdam gezien op den
Roomschen ianddag een schare van 32
duizend menschen die met hunne wap-
perende vaandels een optocht hielden. Op
een vaandel had hij een kruis gezien met
de woorden: in hoc sigus vincis, in dit
teeker. overwint gij. Het kruis van Chris
tus is niet slechts een oppervlakkig tee-
ken. Voor den Christen lijft daarin de
overwinning, de ware vrijheid. Die banier
des kpuises moet ook voor de volkeren,
de heidenen worden ontplooid. Jesaia zegt
dit in zijn profeties Hoofdstuk II 10.
Zendingswerk is 't planten van die banier,
opdat de heidenen haar zien mogen. Dat
is het werk van de kerk, die is een kruis-
gemeente, maar ook een zendingsgemeente.
Dat brengt alleen medicijn. Ook in vde
versplinterde wereld. Alles ligt verstrooid
op politiek gebied. Volkerenbond en con-
ferenties waren tot op dit oogenblik tever-
geefs. We missen daar den naam van God.
De kruisbanier van Christus wordt niet
opgeheven. Ook de kerk ligt versplinterd.
Ook daar is de kruisvaan alleen 't middef
tot herstel. Het kruis predikt ons ver-
brokenheid, alles zal tegen dat kruis te
plettei loopen. Daar is de macht der zon
de en der hel gebroken. De heidenen roe-
pen in hun nood om hulp. Laten onder ons
alle geschillen zwijgen. Wij hebben om
niet't Evangelie ontvangen, hooren we der
heidenen roepstemmen en geven we om
niet. De kruisbanier wijst op strijd. Een
banier geplant, is een oorlogsverkliaring.
De kruisbanier heeft aan de gansche we
reld den oorlog verklaard. Het gaat om
de overwinning van den vorst der duister-
nis of de triumf van Christus. Er is veel
teleurstelling bij het zendingswerk. Doch
geen moedeloosheid zij er. Yemidden van
de teleurstellingen breidt God onzichtbaar
voor ons Zijn rijk uit. Zions koning zal
zegevieren ook onder de heidenen.
De strijd is er tot aan den jongsten dag.
't Is een moeilijke tijd voor de zending,
maar ook een prachtige tijd. De wereki
zinkt ineen, zij wordt moedeloos. Voelt
men dat het niet gaat buiten Christus?
Een tegenslag moet niet ontmoedigen. Al
wordt soms een deel van het legei ver-
slagen, geen nood zoolang voor de veld-
beerstaknl de banier maar blijft wap|Y-
ren. Wie zal de kruisbanier van Curis-
tus neerhaien? We moeten ons niet laten
ontmoedigen, voortzetten den arbeid Laat
ons maar niet te hoog gaan staan, neen
steeds meer onder dc banier. De kerk
van Christus zal er wel bij varen als zij
met't oog op deze? arbeid wat meeiij een-
drachtelijk wil samenwerken.
En de triumf zal komen. De Romeinsche
adelaar die voor niemand buigen wilde,
mcest buigen voor 't vaandel van Chris
tus. De deuren van Japan en China lang
gesloten, zijn ook voor het Evangelie ge-
opend. Twijfelen we maar niet, bespot-
ting moeten we niet vreezen. Het Evan
gelie des kruises kan het veel beter uit-
houden tegen den spotter dan de spotter
het uithouden zal tegen Christus. Laat
er bij ons maar zijn veel behoet'te om
te ervaren de gezegende uitwerking van
Christus kruis, dan brengen we zegen.
Laat het ons ook een weldaad zijn me-
de te mogen heipen aan den uitbouw
van Gods koninkrijk. Hoe heerlijk zal 't
eens zijn als Hij komt en aan Zijne rech-
terzijde ook staan zullen de heidenen, die
eerst verstooten, zich onder de kruisba-
nieren hadden geschaard. Laat ons dan
ken voor het Evangelie en strijden we
onder het vaandel van Jezus.
Laten ook de moeders in ons midden
hunne kinderen voor het zendingswerk op-
wtkken, er zijn noodig jonge mannen vol
des geloofs.
Uit hel rijke program wordt nog een lied
gezongen, waarna Ds. P. van Dijk van
Zaamslag een slotwoord spreekt. Het
vers dat gezongen was: Ruste op ons
werk Uw zegen, ontferm' U Heer, achtte
hij gesclhkt om als afscheidslied te zin
gen. '1 Was uiterlijk een goede Jag, een
heerlijke dag. Nu is de bede in ons hart
om Gods zegen, opdat het werkelijk mo
ge blijken een gezegende dag geweest te
zijn. Hoe schoon zou de dag worden, als
alien die het zendingsfeest bijwoonden ook
"meer baden voor de zending. Wat de ver
schillende sprekers gezegd hadden wordt
nog in 7t kort aangestipt en daarna een
woord van dank gebracht aan alien, die