ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Levert de fijnste soorten HONINGKOEK.
No 7315
Vrijdag 23 Juni 1922.
7Qe Jaargang.
Bekendmaking.
Verkoop grasgewas.
Uit het hooge Noorden,
B I N mT N L A N D.
Stoom-, Koek- Beschuitfabriek
„ST. JtMTOIfSE"
Zitting centraal stembureau
verkiezing Gemeenteraad.
Bakkersnachtarbeid.
Qpsiagplaats voor Ter Nenzen en Omstreken Firma Wed. A. H. DGNZE,
EEBSTB BXiA-IP.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, verzoeken voor a.s. Maan-
dag 26 Juni 1922, 's namiddags
3 uur, inschrijvingen voor den verkoop
van het grasgewas op de nieuwe algemeene
begraafplaats te Ter Neuzen. Hetgrasmoet
v66r 4 Juli a.s. worden gemaaid doch mag
ter pldatse worden gedroogd.
Ter Neuzen, 231Juni 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
Ja HUFZINGA, Burgemeester.
A. P. DE VOS, L° Secretaris.
xxv.
In deze maand bestaat de Broeder-
gemeente of de Herrnhutters twee eeuwen.
Dit merkwaardige gezelschap protestanten
verdient het ruimschoots, dat iets over hen
wordt verteld, juist omdat ons land groote
verplichtingen aan hen heeft ter wille van
Suriname.
Er waren n.l. in Moravie een aantal pro
testanten, die nog behoorden tot de aldaar
vroeger bestaan hebbende Broederkerk. Een
tiental hunner zocht een nieuwe woonpiaats,
waat zij rustig konden leven. Zij vonden
toen een toevlucht op het landgoed van den
graaf von Zinzendorf. Op den 17en Juni
1722 werd de eerste boom omgehouwen voor
hun nieuw verblijf, dat Herrnhut genoemd
werd.
Nicolaas Ludwig von Zinzendorf, geb.
26 Mei 1700 te Dresden, zelf opgevoed in het
weeshuis te Halle was een zeer vroom man.
Nadat hij te Wittenberg en te Utrecht in de
rechten en in de theologie had gestudeerden
in 1721 tot landraad te Dresden was be
noemd, vestigde hij zich op zijn landgoed
Berthelsdorf. Hier ontving hij het tiental
zwervers en bracht met hen zijn plan ten uit-
v°er een nieuwe godsdienstige sekte te stich-
ten. Steunend op de prediking van Jezus
Christus zocht hij een bovenal praktische
vroomheid, gepaard met een gemeenschap-
pelijk samenleven met huiselijke godsdienst-
oefeningen, terwijl men zich sterk voor de
zending interesseerde. Toen hem in 1727
het houden van godsdienstoefeningen werd
verboden, nam hij zijn ontslag uit den
staatsdienst, deed in 1734 onder een aange-
nomen naam te Stralsund het candidaats-
examen in de theologie en liet hij zich in
1737 wijden tot bisschop der broederge-
meente. Een tiental jaren was hij uit zijn
vaderland gebannen. Hij reisde door Euro-
pa, West-Indie en Amerika ter propaganda
en schreef een groot aantal godsdienstige
werkjes, waaronder een gezangboek voor de
Herrnhutters. In 1760 is hij overleden.
Die evangelische broedergemeente telt tal
van „kolonien" in Duitschland, Rusland,
Engeland, Zweden, Amerika en in ons 'and,
en wal te Zeist, alwaar men eenige groote
eenvoudige gebouwen kan zien. Behalve de
„kolonien" heeft men ook ,,societeiten'
(gezelschappen) o.a. te Amsterdam. Het
aantal leden dgr broederschap zal wel circa
25000 zijn, waarvan het grootste deel in
Europa woont. Maar het aantal per-
sonen, dat er toe behoort is zeker
tien maal grooter. De eigenaardige wijze,
waarop de sekte is ingericht, kan alleen
toegepast worden in kleine gemeenten. In
een groote gemeente zou zij niet aan haar
doel kunnen beantwoorden, n.l. het bevor-
deren van het heil van ieder gemeentelid in
het bijzonder en het onderhouden van een
innige gemeenschap van alles. Vriendschap-
pelijke intieme verhoudingen kunnen slechts
tot haar recht komen in kleine gezelschap
pen.
Wat de verdiensten der broedergemeente
voor de zending betreft, deze zijn zeer groot
Zij heeft steeds haar taak gezocht onder de
armste, ongelukkigste en minst beschaafde
volken. De arme bewoners van het Hima-
lajagebergte, de Eskimo's van Labrador en
Alaska, de kaffers van Zuid-Afrika, de ne-
gerslaven van Zuid-Amerika, en de melaat-
schen ziedaar de vrienden, die zij zich zocht.
Tot in het ontoegankelijk T ibet zijn zij door-
gedrongen. Met een honderdtal zendings-
stations en enkele honderden mannelijke er
vrouweiijke zendelingen, die zich ook wijden
aan ziekenverpleging wordt intensieve ar-
beid verricht. Een deel harer inkomsten
wordt getrokken uit den handel. Zij heeft
hier o.a. de handelsfirma C. Kersten en Co.
De broedergemeente heeft onder leiding
van den graaf von Zinzendorf in 1727 hare
geloofsregels opgesteld. Natuurlijk zijn die
gebaseerd op de prediking van Christus. !r
de groote hoofdlijnen zijn zij gematigd
rechtzinnig, maar sterke nadruk wordt ge-
•legd op de toepassing in de levenspraktijk.
Wat dit aangaat, is er overeenkomsf met de
Kwakefs en met de Doopsgezinden, welke
laatsten ook (vooral vroeger in Duitschland)
nu nog in Amerika vele gemeenten tellen,
alwaar zuik een gemeenschapsleven zoo
goed mogelijk wordt toegepast, een commu-
nisrne in religieuzen zin, dat zich zeer scherr
vooral in geestesrichting onderscheidt van
het hedendaagsch revolutionnair communis-
me. Juist om de toetreding van protestanten
van verschillende kerken mogelijk te maken
is de geioofsbelijdenis zoo opgesteld, dat
aan de Lutherscnen en Gereformeerden be-
vredigen kan. Het leerstellige daarvan zul-
len wij hier laten rusten. Alleen^ merkejj
dtfarvan op, dat" zij leereri': "de" vrrzoening
van de geheele mcnschheid met God door
Christus en dat zij nadruk leggen op de hei-
ligende kracht van Jezus' leven als mensch.
De liefde tot Christus,'gewekt door het ge-
loof, is de grondslag der heiligmaking. Ook
na de bekeering blijft men zondig en on-
volmaakt.
Hun organisatie bedoelt de gemeenschap
der gemeenteleden met Christus. Daarom is
de gemeente volgens geslacht, ouderdom en
levenswijze verdeeld in „koren". Men heeit
een koor van kinderen, van knapen, meis-
jes, ongehuwde broeders, ongehuwde zus-
ters, weduwnaars en weduwen. Ieder dier
'koren heeft een koorverzorger, die belast is
met de inwendige aangelegenheden en een
bestuurder, die voor de uitwendige zorgt. Bij
de vrouweiijke koren zijn die betrekkingeii
aan vrouwen opgedragen.
In het broederhuis wonen de ongehuwde
broeders, waar zij allerlei handwerken uit-
oefenen. In het zusterhuis zijn de onge
huwde zusters bijeen, behalve zij die tot de
huisgezinnen behooren of aldaar in dienst
zijn. Voor het onderhoud betalen zij een
kleine geldsom. Het gehuwde koor bestaat
uit de gezamentlijke echtparen, die wel in
afzond£rlijke huizen wonen, maar toch onder
een bestuurder gesteld zijn. De bestuurders
brengen de omstandigheden der verschillen
de koren ter kennis van de „oudsten" der
gemeente. Naast dit college van oudsten,
waarin de leeraar en de koorbestuurders zit
ting hebben, is er een college van opzieners,
dat zorgt voor de gelden voor voedingsmid-
delen, op het handhaven van de orde en voor
het uit den weg ruimen van oneenigheden.
In buitengewone zaken valt de beslissing,
nadat nog een aantal gemeenteleden aan die
colleges toegevoegd zijn. De kerkelijke be-
diening wordt uitgeoefend door bisschop-
pen, presbyters of predikers en door dia-
conen, die de predikers helpend ter zijde
staan.
Eerst was de graaf von Zinzendorf de al
gemeene, leider. Na zijn dood werden een
tweetal synoden (1764 en 1769) gehouden,
waarin de kerkelijke verordeningen werden
vastgesteld. Thans worden de aangelegen
heden van de geheele broederschap behar-
tigd door een vergadering der oudsten der
vereeniging die te Berthelsdorf of Herrnhut
bijeenkomt. Daarbij zijn drie afdeelingen:
een voor de geestelijke belangen en het on-
derwijs, een voor de uitwendige stoffelijke
belangen, en een voor de zending. Geen
gemeente mag iets belangrijks ondernemen
zonder de goedkeuring dezer vergadering.
Deze benoemt ook (behalve in Amerika en
Engeland) de bestuurders en leeraars. In de
beide genoemde landen benoemen de ge
meenten. Het opperbestuur is een synode,
waarbij ook afgevaardigden der gemeenten
verschijnen. Die synode vergadert somtijds
een paar maanden lang.
Door deze vergadering te Herrnhut wor
den een maandblad en een jaarboek uitge-
geven, ook ee'n verzameling van dagteksten
uit den bijbel. De gemeente houdt des
avonds iederen dag een godsdienstoefening.
In piaats van een altaar staat er een tafei
met een groen kleed. Gedurende een half
uur wordt een korte preek gehouden, een
gedeelte uit den bijbel verklaard, gezongen
en gebedcn. Des Zondags heeft een preek
piaats.
Ook hebben zij bijzoodere gedenkdagen,
nl. op 1 Maart de herinnering aan de instel-
ling der oudsten, op 13 Augustus aan de
vernieuwde organisatie der broederschap in
1727 en op 6 Juli aan den marteldood van
Johannes Husz. door wiens prediking oud-
fijds de broederschap was ontstaan in Bo-
he men.
Eens per maand vie re n zij het avondmaal,
nadat enkele uren te vojen de;gemeenteleden
eerst een „liefdemaaltijd" hebben gehouden,
waarbij thee en gebkk wordt genuttigd.
Als een lid overlijpt klinkt van den toren
Mhzuingeschal, waf&rbij ieder koor zijn eigen
dooden-melodie heeft. Er wordt niet ge-
rouwd over de dooden. De lijken begraaft
men in een lichtgeverfde kist op een mooi
kerkhof, alwaar de leden op Paschen komen
om zich te verblijden in de hoop der opstan-
ding. Daaraan giiat de voetwassching op
Witten Donderdag vooraf.
De verdiensten der broederschap op het
gehied van het onde^wijs zijn niet gering.
Men heeft voortrefxelijke kostscholen, alwaar
ook vele kinderen van andersdenkenden wor
den opgevoed. In Silezie, Engeland en Ame
rika zijn theologische seminaries tot oplei-
iing van leeraars. Maar aangezien zij een
reine levenswandel hooger stellen dan ge-
leerdheid, hebben zij betrekkelijk weinig ge-
leerden. Zij handhaven eenvoud en zuiver-
heid van zeden in het dagelijksch leven, gaan
sober gekleed, terwijl de zusters een muts
dragen. De kleur van het lint wijst het koor
aan, waartoe zij behooren. Dansen is ver
boden, ook gezelschapspelen tusschen jon-
gens en meisjes. Wie zich niet goed ge-
draagt. wordt van het avondmaal uitgeslo-
ten en desnoods uit de gemeente verbannen,
maar dit komi zelden voor, omdat men ge-
woon is ijverig onder toezicht te arbeiden.
Nog iets over hun arbeid Jn Suriname (on-
ze West-lndische .kolonie). Sinds 1735 zijn
hier de zendelingen der Herrnhutters werk-
zaarn onder de hatf-wilde bosch-negers.
V oral hier hebben zij zeer gezegend weten
te arbeiden, want onder deze allerarmsten
hebben-zij dertigduizend zielen, die door hen
worden verzorgd, verdeeld over eenige
r laatseliike gemeenten met een achttal pre-
d kanten benevens 380 inlandsche hulppre-
dikers, terwijl zij zorgen voor tientallen
s. u.len met eenige euizenden kinderen. Eeh-
ier het gevolg van dgg grcjptep wereldofftlog,
iv^rit"'zij nad8en vooral bezittingen in
Duitschland. is geweest, dat ook dit zen-
dingsgenootschap in financieele moeilijk-
heden geraakt is. Voegen wij nog bij hun
verdiensten: de verpleging der melaatschen,
dan mag getuigd worden, dat de Herrnhut
ters een merkwaardige maar ook zegenrijk
arbeidende geloofsgemeenschap vormen.
T. g. T.
B H O L A M a
Oe conferentie te 's Gravenhage.
De zitting van Woensdag.
Gmtrent de ochtendzitting van Woens-
dag heeft de vertegenwoordiger der Brit-
sche delegatie, de heer Steward, in de
persconferentie met de Engelsche en Ne-
derlandsche journalisten medegedeeld, dat
de besprekingen aanvingen met een be-
vestiging van de verkiezing van minister
Van Karnebeek tot president d'honneur.
Op voorstel van Sir 'Philipp Lloyd Grea-
me, werd daama de heer Patijn "benoemd
tot president van de niet-Russische com-
missie. De heer Patijn verklaarde de be-
noeming te aanvaarden en nam den voor-
zitterszetel in van den heer Van Karne
beek, die voor zijn heengaan zijn beste
wenschen uitte voor het succes van de
werkzaamheden der commissie. Op voor
stel van den heer Alphaud, van de Fran-
sche delegatie, werTi de heer 'Cattier, van
de Beigische delegatie, benoemd tot vice-
president van de groote commissie.
De eerste vertegenwoordiger vail Japan
stelde voor het voorzitterschap van de sub-
corn missie voor den privaten eigendom aan
te bieden aan de Engelschen, dat van de
sub-commissie voor de schulden aan de
Franschen en dat van de sub-commissie
voor de credieten aan de italiaansche de
legatie. Dienovereenkomstig werden tot
voorzitters dier commissies benoemd resp.
de heeren Graeme, Alphand en Romano,
die elk vgor zich een korte redevoerjng!
hidden, waarin zij verklaarden de benoe-
ming te aanvaarden. De jtaiiaansche ver
tegenwoordiger verklaarde het er mede
eens te zijn, dat de president en de vice-
president van de groote commissie met de
presidenten der sub-oommissies een „bu-
reau de Presidence" vormen, of, zooals
de Engelschen het noemden, een „s"tan-
ding orders committee", dat geen ander
dan formed voorbereidend en bemidde-
lend werk zou doen, en niet zich zal mo-
gen bezighouden met de zakelijke werk
zaamheden der sub-commissies.
De heer Cattier bracht ter sprake de
kwestie van het contact tusschen de niet-
Russische en de Russische commissie, en
gat in overweging aan den heer Patijn een
mandaat te geven, dat hij, en hij alleen,
in persoonlijk contact zou treden met den
president der Russische delegatie, om een
uiteenzetting te geven van de samenstelling
der groote commissie en hare verdeeling
in sub-commissies en aan de Russen te
vragen, hun commissie te verdeelen in
dezelfde sub-commissies, zoodat ^en direct
contact tusschen de verschillende sub-com
missies mogelijk zou zijn.
Zou de Russische president het er mee
JOH. v, d. SANDE-v. d. HEIJDEN, Tilburg.
Grossiers en Winkeliers schrijft ons nog heden en wij maken U bemonsterde offerte
Aanbevolen merken:
Gouden Helm - De Parel - ideaal - Reclame Candij - Reclame Ontbijt.
eens kunnen zijn, dan zouden de sub-com
missies met elkaar in direct contact kun
nen treden door middel hunner- presiden
ten.
De heer Graeme verklaarde zich rnet dit
voorstel te kunnen vereenigen.
Het werd aangenomen.
De Nederlandsche gedelegeerde, prof.
Struycken, vroeg daarna of eenig telegram
was ontvangen van de Russische autoritei-
ten betreffende de samenstelling hunner
commissie.
De president verklaarde, dat het niet ge-
makkeiijk was, een antwoord te geven. Hij
wist alleen, dat geen telegram was ont
vangen, waarin officieel mededeeling ge-
daan werd van de samenstelling der Rus
sische commissie. Wel was een telegram
ontvangen uit Moskou, waarin vijf namen
werden genoemd van heeren, voor wie
men pas-faciliteiten aanvroeg. Aangeno
men mocht dus worden, dat binnenkort
wel een officieel telegram zal worden ont
vangen, waarin deze namen worden ge
noemd als leden der Russische commissie.
De vergadering was het er over eens,
dat de niet-Russische sub-commissies zoo
spoedig mogelijk zelfstandig moesten ver-
gaderen, teneinde eenige noodzakelijke
preleminaire, formeele werkzaamheden at
te doen. Elke sub-commissie zai haar eigen
preleminaire werkzaamheden zelfstandig re-
geren.
TOEPASSING VAN DE INVALIBITE1TS-
- WET.
Bij de wet van 24 December 1921. tot wij-
ziging van de Invaliditeitswet is gelijk
bekend >- de loongrens van de invaliditeits
wet verhoogd van 2000 op f 3000, maar
die verhooging van de loongrens was slechts
een tijdelijke maatregel, welke voorloopig
van kracht zou blijven tot 1 Juli van dit
jaar.
Aangezien nu de regeering geen ontwerp
van wet aanhangig heeft gemaakt, waar-
door deze voorloopige verlenging bestendigci
zou worden en de regeering met het oog op
de ontbinding van de Staten-Generaal geen
gelegenheid meer heeft, alsnog een wets-
ontwerp diengaande in te dienen, staat het
vast, dat met 1 Juli a.s. de loongrens voor
de Invaliditeitswet zai terugvallen op 1200.
Er rijst nu dus de vraag, voor welke ar-
beiders na 1 juli zegeltjes geplakt moeten
worden.
Het bestuur van de Vereeniging van Ne
derlandsche Werkgevers heeft, waar het
juridisch meeningsverschil over deze vraag
nog niet in hoogste instantie door den Cen-
trale Raad van Beroep is opgelost, zich in
verbinding gesteld met den Minister van
Arbeid. ingevolge het met hem gepleegde
overleg heeft het bestuur zijn leden gead-
viseerd, met het plakken van zegels door te
gaan voor alle arbeiders, die op 1 Juli reeds
verzekeringsplichtig waren en 'alleen niet te
plakken voor diegenen, die na 1 Juli voor
het eerst in loondienst tegen een loon van
meer dan 1200 werkzaam worden.
Hierbij moet in aanmerking worden ge-
nomen, dat een ontslag uit de dienstbetrek-
king de verplichte verzekering voor den ar-
beider niet doet ophouden; pas wanneer een
arbeider sedert zes maanden werkloos is,
kan hij vervallenverklaring van de .verzeke
ring eischen. Het geval, waarin voorloopig
alleen niet geplakt behoeft te worden, zal
zich dus in hoofdzaak voordoen bij perso-
nen, die voor het eerst in dienstbetrekking
gaan.
Mocht het juridisch meeningsverschil,
waarvan hierboven melding is gemaakt, in
dien zin worden opgelost, dat ook voor an-
dere arbeiders na 1 Juli op grond van het
terugvallen van de loongrens, niet geplakt
behoeft te worden, dan zullen de ten on-
rechte geplakte bedragen den werkgevers
onverminderd worden gerestitueerd. Tot
deze restitutie zal de Minister van Arbeid
zijn voile medewerking alsdan verleenen.
1 Juli a.s. is ook nog in ander opzicht
voor de toepassing van de Invaliditeitswet
van belang. Dan immers wordt voor het
eerst art. 33, dat tot nu toe door een over-
gangstermijn buiten werking was gesteld,
in vollen omvang van toepassing. Dit artikel
bepaalt, dat de arbeider, die den leeftijd
van 35 jaar bereikt heeft, en niet reeds ver-
plicht verzekerd is, ook niet meer onder de
verplichte verzekering kan komen. Van 1
Juli at zal dus hij, die den leeftijd van 35
jaar heeft bereikt, maar nog niet in de ver
plichte verzekering is opgenomen, daar bui
ten vallen, ook al zou hij overigens aan de
vereischten voor den verzekeringsplicht vol-
doen.
Voorts heeft het bestuur van de Vereeni
ging van Nederlandsche Werkgevers zijn
leden erop gewezen, dat sinds eenigen tijd
de werkgever bij den Raad van Arbeid het
verzoek kan indienen, .ten aanzien \an zijn
arbeiders den termijn van geldigheid van de
rentekaart op denzelfden dag te doen ein-
digen. De Raad van Arbeid zal over een
eventueel verzoek daartoe advies moeten
uitbrengen aan den Verzekeringsraad, die in
hoogste instantie al dan niet voorwaardelijk
op het verzoek beschikt.
HET STAATSPENSIOEN.
Op het adres van het hoofdbestuur van
den Bond van Staatspensionneering aan
den Minister van Arbeid, d.d. 26 Mei j.l.
gericht adres, heeft de Minister het volgende
geantwoord:
In antwoord op uw nevenvermeld schrij-
ven deel ik u mede, dat ik niet mijne mede
werking kan verleenen tot de invoering van
Staatspensioen."
Afgezien van de reeds tallooze malen Her-
haalde en u bekende prineipieele bezwaren
zou reeds de bedenkelijke toestand van
's Lands geldmiddelen zich tegen inwilltging
van het verzoek van uwen Bond verzetten.
Invoering van een staatspensioen van 3
gulden per week, zou naar uwe berekening
de eerstkomende jaren een uitgaaf vergen
van rond 45 millioen gulden. Dit bedrag zou
uiteraard moeten worden verminderd met
hetgeen zou worden bespaard op
a. de Staatsbijdrage, bedoeld bij art. 20
der invaliditeitswet;
b. de Staatsbijdragen, bedoeld bij het
eerste lid van art. 4 der Ouderdomswet
1919;
c. de Staatsbijdrage, bedoeld bij
't Tweede lid van dat wetsartikel.
Hoewei het juiste bedrag dier evemueele
vermindering op dit oogenblik niet valt aan
te geven, zou, naar mijn raming, die vermin
dering op ten hoogste 35 millioen gulden
kunnen worden gesteld, zoodat de meer-
derc kosten ten minste 10 millioen gulden
zouden bedragen. Bij die berekening ging ik
uit van een pensioen van 3 gulden per week.
Men zal er echter op mogen rekenen, dat dit
pensioenbedrag niet aan de "wenschen van
de voorstanders van het Staatspensioen zou
voldoen. Ook al zou voorloopig met dat
bedrag genoegen worden genomen, dan
zou, naar mijn overtuiging, al zeer spoedig
een agitatie worden gevoerd om dit bedrag
te verhoogen.
Wanneer ik aanteeken, dat verhooging
met 1 gulden per week aan den Staat jaar-
lijks rond 15 millioen gulden zou kosten,
behoef ik zeker niet verder te verduidelijken
tot welke schromelijke gevolgen voor de
Staatsfinancien deze verhooging zou leiden.
Met des te meer kracht mag ik mij tegen
Uwe denkbeelden verzetten, omdat ik meen
voldoende getoond te hebben niet blind te
zijn voor de belangen onzer bejaarde, maat-
schappelijk minder gunstig gesitueerde, bur
gers. Het zal U bekend zijn, dat op mijn
initiatief tot stand is gekomen de Ouder
domswet 1919, welke wet gedurende eenige
jaren aan de personen, die op 3 December
1919 ouder waren dan 34 jaar, en niet een
bepaalde welstandsgrens te boven gaan de
gelegenheid opent om tegen betaiing van
een weekpremie van slechts 39 centen. zich
met ingang van het 65e levensjaar een rente
van 3 gulden per week te verzekeren. Van
deze gelegenheid werd tot nogtoe door on-
geveer 250.000 personen gebruik gemaakt,
met dat gevolg, dat thans van de' ouderen
dan 60 jaar, die in de termen van deze ver
zekering vallen, rond 75 is verzekerd
Overigens opent, gelijk U mede bekend zal
zijn, bedoelde wet thans aan alle burgers de
gelegenheid zich op veilige wijze tegen een
redelijke premie bij de Rijksverzekerings-
bank een ouderdomspensioen te verzekeren.
Uwe mededeeling, dat door of namens
524.898 Nederlandsche meerderjarige vrou
wen en mannen met de actie van uwen bond
instemming is 'oetuigd, heeft op mij niet dien
indruk gemaakt, dien U er blijkbaar van
heeft verwacht.
IJwe actie tegen de lnvialiditeitswet, welke
bij het minder ontwikkelde deel van ons volk
den indruk moet achterlaten alsof die wet
een aaneenschakeling zou zijn van onrecht,
doet mij ernstig betwijfelen of U wel over
voldoende mate van bekendheid met de
voordeelen der bij die wet geregelde verze
kering beschikt, om het Nederlandsche volk
in deze aangelegenheid naar behooren te
kunnen voorlichten.
Ongetwijfeld is de Invaliditeitswet niet
vol maakt en zijn in het bijzonder de uitkee-
ringen welke die wet geeft, bescheiden.
Maar de honderden weduwen en weezen
van overleden verzekerden, die thans reeds
nadat de wet nog slechts ruim twee jaren
in werking is, en zij het ook op bescheiden
rente genieten en de honderden verzekerden
die tot nog toe doordat hun op kosten der
mHBB3JSIK!adS&&T a27W3H*emraBIR5»®mE3BnBEa
De Voorzitter van het centraal stembureau" voor
de verkiezing van de leden van den Gemeenteraad
maakt bekend, dat het centraal stembureau
een zitting zal houden in het gemeentehuis op
Zaterdag J Juli as., des voormiddags II uur,
tot het benoemd verklaren van een eandidaat, voor-
komende op de lijst waarop het uitvallend lid van
den gemeenteraad P. C. Geensen is gekozen.
Ter Netizen, '23 Juni 1922.
De Voorzitter voornoemd,
J. HUfZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN inaakt bekend,
dat ter gemeente-secretarie ter inzage ligt een aan-
vraag van AIJRIAAN JANSEN, om verg uniting
tot het verrichten van bakkersnachtarbeid tusschen
8 uur des namiddags en 6 uur des voormiddags in
het perceel Steenkamplaan no. 2.
Op Zaterdag 22 Juli a.s., des voormiddags 10 uur,
zal in het raadhuis gelegenheid hestaan om ten
overstaan van den Burgemeester bezwaren tegen
de aanvraag in te brengen.
Daarbij worden zoowel de aarivrager als zij, die
bezwaren inbrengen, in de gelegenheid gesteld zich
naar aanleiding van de bezwaren mondeling en
schriftelijk te verklaren.
Zoowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbren
gen, kunnen gedurende acht dagen voor het
bovengemelde tijdstip, ter secretarie der gemeente,
van de ter zake ingekomen schrjfturen kennis
n e m e n.
Ter Neuzen, den 22 Juni 1922.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter openbare kennis dat het voornemen be
staat een stukje gemeentegrond in den Roeiersgang
(gedeelte van sectie L. no. 374) aan den publieken
dienst te onttrekken.
Bezwaren tegen deze onttrekking kunnen tot en
met 28 Juni a.s. bij hen worden ingediend.
Ter Neuzen, 23 Juni 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester,
A. P. DE Y'OS. wnd Secretaris.