ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7313.
Maandag 19 Juni 1922
70e Jaargang,
ri m 51
B©k©iidmaking.
BiNMEXLAND.
FEUILLETOH.
De Patient van dokter
V incent.
rn if
Onze abonnee's in het
buitenland worden ver-
zocht hunne abonne-
mentsgetden voor 1 Jul! in te
zenden, daar wij anders genoodzaakt zijn
de toezending van ons bla<J te staken.
DE U1TGEEFSTER.
Abonnementsprijs per 3 maanden voor
Belgie, Frankrijk en Duitschland f 3,35, voor
Noord-Amerika en Ned.-Indie f 2,70.
DE HAAGSCHE CONFERENTIE.
Verboden vruchten smaken zoet. De
Haagsche conferentie is althans voor
de pers zulk een verboden vrucht. Zij
wordt in besloten mileu gehouden en het
Vredespaleis is voor deze gelegenheid ge-
isoleerd.
Wellicht juist daarom verdrong zich Don-
derdagmiddag op het plein voor den Pa-
leistuin een massa belangstellenden, die na
tuurlijk door de politie op respectabelen
afstand werden gehouden.
De joumalisten en persfotografen moch-
ten eenige stapjes vender komen. Tot vlak
voor den ingang van het massale tuinhek,
bij het kleine portiershuisje.
Daar zagen we de gedelegeerden tus
schen twee uur en half drie voorbijtrekken.
Bijna zonder uiizondering per auto. De
enkele uitzondering was te voet.
Aan de vlaggen herkende men de lading.
Britsche, Fransche, Belgische, Japansche
en allerlei andere nationaliteiten wisselden
elkander af. Alle gedelegeerden tip-top in
't zwart, sommigen pour tirer half quatres
epingles. Maar de persbroeders mochten
buiten blijven!
Op zeker moment evenwel gebeurde er
'n verrassing.
Een buitenlandsche journalist liep regel-
recht langs de bewakers en prevelde iets
van „bureau d'information".
De bewaker dacht, met 'n gedelegeerde
te doen te hebben en liet onzen collega
passeeren.
Daarop volgden plots tien, twinlig ande
re collega's en eer het bewakingscordon
er erg in had, waren we alien in de mar-
meren hall van het Vredespaleis!
Enkele collega's, waaronder ook wij, pe-
netreerden op die manier vreedzaam tot in
de conferentiezaal, in de veronderstelljng,
dat de geheimhouding op hoogst bevel was
opgeheven.
„Quelle delegation?", informeerde een
der leden van de commissie van ontvangst.
„Delegationde la presse" was ons
antwoord.
„Ah, monsieur, vous n'avez pas entree!"
Waarop wij ons bescheidenlijk uit de
zaal verwijderen, vergezeld door eenige
collega's van wie de rest buiten de detxr
was gebleven.
Intusschen was een internationaal ge-
sprek bij de journalisten onderling ont-
staan, waaruit, vooral bij de.. Franschen
en Engelschen, ontevredenheid over de
regeling viel te distilleeren.
Eindelijk kwam Minister van Karnebeek
tusschenbeide.
Met zeer elegante gebaren trachtte on
ze bewindsman de buiten- en binneniand-
collega's te doen gelooven dat de geheim-
houding heusch niet was opgeheven en
dat de dames en heeren van de pers buiten
het gebouw behoorden te blijven.
„Cette seance n'est pas publique, mes
sieurs herhaalde de Minister tot driemaal
toe. Na afloop kunt u alles te weten ko-
men, wat gepubliceerd mag worden
De journalisten evenwel bleven in het
gebouw, doch buiten de conferentieZaal
wachten.
£n hiermee ging de Minister naar bm-
nen, waar een goede honderd gedelegeer
den hem wachtten, tot het uit§preken van
de openingsrede.
Rede van Minister Van Karnebeek.
Minister Van Karnebeek heeft de con
ferentie geopend met het uitspreken van
de volgende rede:
Het zij mij veroorloofd' u te begroeten
uit naam van Harer Majesteit's Regeering
I en eenige welkomstwoorden tot u te rich-
ten bij het begin van uw beraadslagingen.
Ik behoef nauwelijks den oorsprong van
uw tegenwoordigheid hier ter plaatse in
herfnnering te brengen. Hij ligt nog verscti
in het geheugen en dagteekent van Genua,
waar resoluties werden aangenomen, wel-
ke het bijeenkomen te 's-Gravenhage van
twee com missies beoogden tot onderzoek
van de tusschen de sovjet-regeering en de
andere regeeringen bestaande meemngs-
verschillen, benevens een voorafgaande ge-
dachtenwissehng nopens de voorwaande,
waaronder de deskundigen-commissie de
Russische delegatie zal ontmoeten.
De Nederlandsche regeering gehoor ge-
vend aan den door de conferentie van
Genua eenstemmig aangenomen wensch;
acht zich gelukkig u te ontvangen en u gast
vrijheid te verleenen. Zij heeft het voor-
stel cm de xe Genua opgenomen onderhan-
delingen door een meer diepgaande studie
van eenige onbeslist gebleven belangrijke
vraagstukken te doen volgen gunstig ont
vangen, daar zij van oordeel is, dat het
zijn voordeel kan hebben een nernieuwde
poging te doen om het vraagstuk van het
herstel van Rusland en van den vrede in
Europa op een collectieven grondslag op
te lossen. In dien gedachtengang heeft
Nederland daartoe bewogen door een ge-
voel van plicht, aan zyjn tradities ontleend
zich bereid verklaard de hulpmiddeten ter
beschikking te stellen van het 1 and en met
name van deze stad, welke door haar lig-
ging en haar gesteldheid reeds menig-
maal diensten heeft bewezen aan de In
ternationale samenwerking.
Mijne heeren. Het is niet aan mij u
richtlijnen aan te geven en het ligt met in
mijn oedoeling op de vraagstukken, welke
de commissies zullen ter hand nemen, m
te gaan. Gij zijt door den president van de
conferentie van Genua, in overeenstem-
ming met de Nederlandsche regeering uit-
genoodigd geworden en het staat aan u
straks zelf de voorwaarden vast te ^tellen,
waaronder uw arbeid op de overeengeko-
men basis zal plaats vinden.
Maar ik moge hieraan toevoegen, dat de
beste wenschen van het Nederlandsche volk
voor den goeden uitslag .van uw inspan-
nihg u vergezellen. Wat u wacht, is een ar
beid van studie en van voorbereidende on-
derhandeling. De taalc is moeilijk, gezien
de diepgaande verschillen in beginsel en
methode, die sovjet-Rusland en de andere
hier vertegenwoordigde Staten verdeeld
houden. En dit probleem is des te moeilij-
ker op te lossen, waar het in Rusland toe-
gepaste systeem juist het beletsel schijnt
te zijn voor het economische herstel van
dat ongelukkige land. De conferentie van
door
HAEDON HILL.
(Geautoriseerde Vertaling.)
31)
Ze voelde zich boos worden, toen La
dy "Uvedale aan het ontbijt reeds aar.-
kondigde dat z!e dien morgen haar stief-
dochter op de wandeling wilde vergezel
len. En aat voorstel kwam Clarice nog
vreemder voor, doordat mevrouw er zelf
niet heel veel pleizier in scheen te heb
ben. Lady Uvedale scheen erg uit haar
hutneur te zijn en die onvriendelijke stem
ming schreef Clarice in haar onschuld toe
aan het feit, dat Lady Uvedale zich een
slachtoffer van haar plicht voelde. En dat
had het meisje nog zoo mis met, alleen
was Lady Uvedale niet zoo onzelfzuch-
tig, als naar dochter dacht.
Zij gingen wat later dan anders op weg,
want Lady Uvedale kon nu eenmaal niet
in het publiek verschijnen, zonder bijzon-
der zorg te besteden aan haar kapsel en
kleeding, maar zoodra waren ze niet op
den boulevard, of Clarice kreeg een heel
andere meening over haar chaperonne. De
dames wandelden stemmig naast elkaar,
genietend van den zonneschijn, nu en dan
een algemeene opmerking makend, toen
Cosmo Lynne van den tegenovergestelden
kant aankwam. Clarice kreeg een gioeiende
kleur, want zij vreesde een onaangename
ontmoeting, nu Lady Uvedale vast be
sloten scheen den jongen man te negee-
ren. Het was de eerste keer, dat zij ge
legenheid vinden kon om zijn groet on-
beantwoord te Iaten.
Maar tot haar niet geringe verbazing
zag Clarice, dat alles heel anders liep
dan ze verwacht had. Cosmo was wat
sneller gaan Ioopen, om alles zou gauw
mogelijk voorbij te laten zijn, maar La
dy Uvedale bleef staan en keek hem vrien-
delijk glimlachend aan.
„Hoe maakt u het, dokter Lynne?" Zij
reikte hem allerhartel'ijkst de hqnd. „lk
heb van dit meiske gehoord dat u zich
hier gevestigd heeft. Wat is de wereld toch
onbegrijpelijk klein."
Zoo overrompeld en absoluut niet be-
grijpend, waarom zij plotseling haar vij-
andige houding had laten varen, kon Cos
mo niet dadelijk de juiste woorden vin
den. Hij voelde zich allesbehalve op zijn
gemak, toen hij een paar beleefdheden
mompelde en scheen meteen te willen
doorloopen. Mevrouw liet dat echter niet
toe en hield hem bijna met geweld te-
gen. En Clarice, die niet begreep, waar
om hij niet profiteerde van deze gun-
stl^e verandering in de gedragingen van
haar stiefmoeder, keek hem eens verwij-
tend aan.
„Nu wij u eenmaal gevonden hebben.
laten wij u niet meer gaan, zonder een af-
spraak te hebben gemaakt," zeide Lady
Uvedale allerbeminnelijkst. „Komt u nu
vanmiddag eens bij mij theedrinken?"
„U bent heusch al te vriendelijk, maar
ik moet vanmiddag een bezoek buiten het
dorp maken in Compton Parva, vijf ki
lometer hier vandaan. Daar heb ik een
patient," antwoordde Cosmo stijfjes.
„Nu, dan morgenmiddag. U zult toch
wel niet elken dag zoo ver Jioeven te
gaan?"
En Clarice keek hem aan met groote
smeekende oogen en steunde het verzoek
van haar moeder.
„Nu, laten .we het dan op morgen hou-
Genua, welke in Nederland met jevendige 1
en voortdurende belangstelling gevolgd
werd, heeft, hoewel Jmar arbeid niet met
onmiddellijke praktische resultaten be-
kroond werd, de groote verdienste gehad,
dat zij den weg opende tot de mogelijk-
heid van later gezamenlijk beraad, waar-
van het bewogen Europa en Rusland, met
zijn ondervinaing voor oogen, partij zullen
kunnen trekken. Na de sensationeele epi
sode van het eerste contact is een nieuwe
phase ingetreaen, waarin het er op aan-
komt, de elementaire feiten te verzamelen,
te onderzoeken en te toetsen, de afstan-
den te meten, die behoefte te wegen en de
indrukken van het eerste uur te ontleden.
Het is de phase van het wel overwogen
en geordende onderzoek, een atmosfeqr
vorderde van rust en evenwicht, die, in
het kader van een verstandige en gere-
gelde publiciteit, bescherming verleent
aan de verantwoordelijkheden en eerbied
inboezemt aan ongeduidigen aandrang van
buixen, waardoor op internationale bijeen-
komsten de wcrking van goede bedoelin-
gen vaak werd bemoeilijkt en incidenten
werden vergroot.
Mijne heeren. Ik hoop, dat gij die gun-
stige atmosfeer, die ge zoekt, hier zult
vinden. Zij moge, met het aandeel, dat het
aan uwe beraadslagingen zal nemen, de
bijdrage zijn van Nederland, welks ob-
jectieve geest u omringt, aan den teeren
arbeid^ welken gij geroepen zijt te vol-
brengen. Gij zuit zetelen in dit Paleis dat,
terzijde geiegen te midden van een schoo-
ne natuur, gewijd is aan de internationale
samenwerking en de internationale
justitie en aan denkbeelden die, verheven
boven de menschelijke ellende, veroorlo-
ven nimmer te wanhopen.
De Nederlandsche regeering en het Ne
derlandsche volk zullen uwen arbeid met
het grootste belangstelling volgen en zul
len het mogelijke doen om de taak van
deze conferentie te vergemakkelijken.
Weest welkom!
Minister Van Karnebeek voorzitter.
In de eerste middagzitting van de con
ferentie tot het houden van prelimenaire
besprekingen over het Russische vraag
stuk, is Minister Van Karnebeek tot voor
zitter benoemd. (H. Crt.)
De ..Standaard" wijst er op, dat het hoofd-
bezwaar tegen de Haagsche conferentie
wordt belichaamd in de klacht, dat er in het
confereeren met de machthebbers in Rusland
een zekere erkenning ligt als wettige regee
ring:
„Men ziet daarin niet ten onrechte het
aanvaarden van het „fait accompli", het zich
al te spoedig neerleggen bij verhoudingen,
uie niet erkend kunr.en worden zonder den
grondslag van het staatkundig en maat-
schappeliik leven in Europa, in heel de we
reld ernstig te schaden.
Wij erkennen het sow-jet-bewind wel niet
door de conferentie te aanvaarden, maar er
zit och een begin van zulke erkenning in.
in elk geval is het feit, dat wie met Rus
land in aanraking wil komen, zich moet neer
leggen bij de gedachte, dat de bolsjewisten
de feiteli.ike machthebbers in Rusland zijn.
De vraag rijst of in heel deze onderhan-
deling de stoffelijke belangen niet te zeer op
den voorgrond zijn geplaatst. Of er niet een
miskenning in ligt van de waarheid, dat er
van een stoffelijken wederopbouw in Europa
geen sprake kan zijn als de basis der goede
geestelijke beginselen niet weer in haar voile
waarde wordt erkend.
De heeren uit Rusland zwijgen over den
geestelijken ondergrond van hun streven
nieh West-Europa doet daar thans liefst wel
het zwijgen toe en zegt telkens weer: laat dit
toch rusten en trachten wij zaken te doen.
den," zeide Cosmo, die zich volkomen be-
wust was, dat hi| al een heel droevig fK
guur sloeg.
„Wij logeeren op „Heideoord", hier aan
den boulevard. Dat monster van een huis
daar," wees mevrouw met een minach-
tend gebaar den trots van juffrouw Jes-
sop. „Zult u het niet vergeten? Half vijf
precies. Ik ben toch zoo blij hier in dit
afschuwelijke oord een ouden vriend te
hebben ontmoet."
Cosmo nam zijn hoed af en ging ver-
der. Hij siste van woede. Dat overbodige
opgeven van het adres had hem bewe
zen, dat Lady Uvedale geen eerlijk spel
speelde. Hij voelde, dat er met hem werd
gespeeld, zooals de kat met de rnuis, maar
het was nu juist zoo wanhopig, dat hij
niet begreep wat er eigenlijk mee werd
bedoeld. Hij had, nadat Guyse 's nachts
bij hem had Ingebroken en na Stella
Sleath's plotselinge verschijning, aidoor
geweten, dat hij zich op dun ijs had ge-
waagd en dat er krachten tegen hem
werkten, die hij niet mocht onderschatten.
En nu weer deze plotselinge verandering
van tactiek bij de aanstichtster van het
complot bij de vrouw die hem zoo
kort geleden nog had beleedigd en ge-
hoond. Hij tastte nu geheel in het duis-
ter.
Hij was nu van het spoor gebracht. Zijn
tegenstanders waren hem te slim af ge-
weest. En dat alles had hij wel gevreesd,
toen Stella zoo onmiddellijk verschenen
was, nadat Guyse gemeend had het schei-
kundig onderzoek onmogelijk gemaakt te
hebben. Nu was hij' er echter zeker van,
en zijn krijgslist, die slechts diende om
tijd te winnen, was niet alleen mislukt,
maar werd nu zelf zijn ongeluk. Maar
hoe kon dat? Wat wilden ze toch, en bo-
venal wat moest hij verwachten van de
Men kari van anti-revolutionnair stand-
punt deze houding niet toejuichen.
Aan den anderen kant mag niet worden
vooxbiigezien, dat het uitschakelen van het
groote Russische.rijk uit het verkeer, door de
barriere rondom Ruslands grens getrokker
doOr de Marxistische moraal en bolsjewis-
tische practijk een ernstige hinderpaal is
voor de economische wederopleving van
Europa.
Hoe het ook ga, het Russische probleem
blijft van ontzaglijke beteekenis en het be-
hoeft dus niet te verwonderen, dat het de
Staatslieden en economen geen' oogenblik
met rust laat, en dat na elke mislukte po
ging tot oplossing daarvan een nieuwe
poging wordt gewaagd.
Men zegt, dat Genua wezenlijk resultaat
zou hebben gebracht, als de Duitschers zich
door de Russen niet hadden laten overbluf-
fen en niet waren gekomen tot het sluiten
van het verdrag van Rapallo. Maar ont-
kend kan niet, dat elk van de partijen in
Genua van dat oogenblik af aan met eenig
wantrouwen zag naar de andere of ook zij"
niet een kansje zouden wagen.
Het heeft soms den schijn, alsof Rusland
de positie van een rijke erfdochter in neemt
omzwermd door aanbidders. Toch is het
eerste deel dezer vergelijking slechts schijn.
Want de erfenis is reeds lang doorgebracht.
Wat er overbleef zijn slechts vele mogelijk-
heden van wederopbloei, van winst voor het
verkeer, als Rusland daarin weer een plaats
verkrijgt, mogelijkheden, die echter zeer
nauw samenhangen met de beginselen, die
Ruslands leven voor de toekomst zullen be-
heerschen.
Onze gereserveerdheid in Genua tegen-
over de Russische vertegenwoordigers, was
dus zeer verklaarbaar en valt te prijzen.
En het stemt niet heel aangenaam, dat
wij desniettemin, toch aangewezen werden
om de zwaarzieke uit Genua hier te ont
vangen.
Zooals de zaken nu stonden, kon onze
Regeering niet weigeren.
Tot dankbaarheid, dat de conferentie
tenslotte Haagsche Conferentie werd, kun
nen wij echter niet komen."
DE BEROOIDE SCHATKIST.
In ons Avondblad van 31 Mei hebben wij,
schrijft het Hbl., een bespreking gewijd aan
den toestand van onze staatsfinancien en de
dreigende debacle, wegens het geweldige te
kort op onze Slaatsbegrooting. Wij wezen
er op, dat dit tekort het volgend jaar nog
sterk zal toenemen, door tal van nieuwe,
reeds goedgekeurde uitgaven en door de met
stelligheid te verwachten vermindering van
ontvangsten, voornamelijk uit de inkomsten
belasting. Onder die omstandigheden kan
alleen een sterk doorgevoerde bezuiniging
het evenwicht in onze financien herstellen en
de groote gevaren voorkomen, welke onver
mijdelijk uit een ,,Defizitwirtschaft" en de
daarmede gepaard gaande groote vermeer-
dering van den bankbiljettenomloop zouden
moeten voortvloeien.
Gelukkig begint men zich van den ernst
van dit probleem meer en meer van verschil-
lende zijden rekenschap te geven. Echter
duiken in verband hiermede af en toe phan-
tastische plannen op, die niet tot een verbe-
tering, maar slechts tot een verergering van
den toestand aanleiding zouden kunnen
geven, indien er niet dadelijk krachtig stel-
ling tegen wordt genomen.
Zoo heeft „De Tijd" jl. Zaterdag een ar-
tike! geplaatst, met de onderteekening „H.",
waarin niet meer of minder wordt aanbevo-
len dan een surseance van betaling voor de
aflossing der crisisleeningen. De schrijver
meent, dat dit moratorium al dadelijk eenig
soulaas zou geven en een glimpje van vreug-
de zou brengen op het gelaat der gens tail-
ables et corveables a merci. „lndien zulk een
schorsing wordt uitgevoerd, zullen de inge-
houden millioenen een belangrijken post op-
leveren om de begrootingen der eerste jaren
sluitend te maken. Men kan dan later ver-
der zien. Er is niets oneervols in geiegen
(wij citeeren nog altijd) als men zijn onver-
mogen bloot legt aan schuldeischers, die
geen haaien zijn en er het grootste belang bij
hebben, dat hun vorderingen integral blij
ven, al worden ze op wat langer baan ge-
schoven."
Men moet natuurlijk dankbaar zijn voor
elk blijk van belangstelling in het netelige
probleem van onze staatsfinancien, maar
wanneer die belangstelling zich uit in een
zoo wilden en ondoordachten vorm als die
an het bovenbedoelde artikel, dan kan dit
de zaak, waarom het gaat niet anders dan
schaden. Bij de uitgifte der crisisleeningen
heeft de Staat zich verbonden, bepaalde be-
dragen aan rente en aflossing te betalen. De
schrijver van het artikel ziet dan ook wel in,
dat men zich van die aangegane verplichtin-
gen maar niet willekeurig kan afmaken. Hij
meent, dat hiertoe een wet noodig.zal zijn.
Maar ook bij de wet kan de Staat niet be-
sluiten, verplichtingen, die hij op zich heeft
genomen, te negeeren, zonder zich schuldig
te maken aan woordbreuk, die een verderfe-
lijken invloed zou moeten uitoefenen op het
Staatscrediet.
De ontwrichting der Staatsfinancien zou
door zulk een maatregel niet worden voor
komen, maar integendeel eerst recht worden
uitgelokt. Immers zouden de houders van
schatkistpapier, opgeschrikt door zulk een
willekeurige afwijking van de leenings-voor-
waarden, stellig niet bereid zijn, den Staat
verder crediet te geven, terwijl plaatsing van
nieuwe leeningen in binnen- en buitenland
vrijwel onmogelijk zou worden, wanneer de
Staat zich niet aan de voorwaarden der oude
leeningen hield.
En dan nog. Weet men, welke besparing
door zulk een moratorium zou worden be-
reikt? Het uitstaand bedrag der crisisleenin
gen is thans ca. /1.20 milliard. Aan rente
moet hierop jaarlijks ca. 65 millioen wor
den betaald, aan aflossing circa f 20 mil
lioen. Het moratorium, dat de schrijver in
,,De Tijd" aanbeveelt, zou alleen op de af
lossing betrekking kunnen hebben. Men zou
dus circa 20 millioen tijdelijk besparen.
Het tekort voor de volgende *>egrooting
wordt echter, zooals wij in ons artikel van
31 Mei uiteen hebben gezet, indien geen zeer
drastische besparingen plaats vinden, op
f 120 a 140 millioen geraamd.
Een maatregel als die, welke in „De Tijd"
wordt aanbevolen, zou dus niet meer dan
het zesde of zevende gedeelte van dit tekort
dekken, en zou dus volkomen onvoldoende
zijn, om ook maar in het minst orde op zaken
te stellen. Wij zouden dus niet alleen onzen
goeden naam verspelen, maar hiervoor niet
eens ook maar eenigermate ge5onde finan
cien inruilen.
Neen, langs dien weg kan de oplossing
niet worden gevonden. Er is slechts een mid-
del, om orde op zakeg te stellen, en te voor
komen, dat wij op den duur naar Russisc
toestanden toegaan. Dit middel is een stren-
ge doorgevoerde bezuiniging op alle Staats-
uitgaven. Hoe eerder men zich hiervan re
kenschap geeft, des te beter zal het zijn voor
alle kringen der samenieving.
DE TABAKSWET.
De Sigarenfabrikantenvereeniging „Het
Oosten" heeft den volgenden brief gezonden
aan alle politieke partijen:
De Sigarenfabrikantenvereeniging ,,Het
Oosten" in de naaste toekomst in de gele
genheid te zijn bij de regeering met succes
te kunnen aandringen tot opheffing der ta-
vrouw, die hij al eens betrapt had in de
apotheek
Op die lahtste vraag vond hij twee ant-
woorden of zij had haar pogingen op
geven, nu zij zag, dat zij verdacht werd,
en trachtte nu, als schild tegen het nood—
lottig onderzoek, goede vrienden met hem
te worden of zij trachtte hem in een
val te lokken om hem van de baan te heb
ben, als. het rapport van de scheikundigen
verwacht kon worden. Hij geloofde dan
maar liever het eerste, maar besloot toch
op zijn hoede te zijn voor mogelijk ver
raad.
Hij ging dus den volgenden dag op het
afgesproken uur naar „Heideoord", tot
groote vreugde van juffrouw Jessop, die
hem binnenliet.
„Hebben ze u geroepen, dokter en heb
ben ze dien kwakzalver laten zitten?'
vroeg deze waardige vrouw eer zij hem
den weg naar de zitkamer wees.
„Neen hoor, ik kom geen doktersvisite
maken, jk kom bij de familie theedrinken"
glimlachte hij, haar met den vinger drei
gend over haar partijdigheid. Het goede
menschje moest eens weten, dat hij haar
man had aangezet om haar waterreservoir
schoon te maken en het water te laten on
derzoeken, dan zou ze wel niet zoo vrien
delijk tegen hem zijn.
Clarice en haar moeder waren alleen en
het bezoek, dat hij zoo zeer gevreesd had,
ging heel kalm voorbij. Cosmo lette scherp
op, maar hij kon niets verdachts vinden in
de wijze van ontvangst. Lady Uvedale was
een allerliefste gastvrouw en wist uitste-
kend, hoe ze zich houden moest tegenover
den scheepsdokter, met wien ze had ge-
reisd en dien ze nu toevallig weer hier
had ontmoet, na verloop van maanden. Zij
scheen zich ditmaal beter te kunnen be-
dwingen dan den vorigen dag, en was niet
meer zoo druk en opg^wonden als bij de
eerste ontmoeting.
En eerst toen Cosmo opstond om af-
scheid te nemen overdreef zij haar rol
iets, maar zoo weinig, "Qat hij het niet
niet eens merkte, zich er tenminste niet
voldoende rekenschap van gaf.
„Hoor eens, dokter Lynne. Ik word nu
zoo langzamerhand een dagje ouder," zei
de ze rne't een geaffecteerd lachje. „En
ik moet bekennen, dat ik dit plaatsje,
waar we alleen voor de gezondheid van
Clarice zijn, nu niet zoo heel aantrekkelijk
vind. Bovendien kan ik haar buitenshuis
piet altijd naloopen. U zult toch nog wel
niet zoo'n drukke praktijjc hebben, dat u
niet wat tijd over hebt voor goede werken.
Kunt u niet eens met ons meisje uitgaan
en haar de bezienswaardigheden van deze
schoone gemeente laten zien. Kunt u roei-
en?" Zij geleek nu meer op een moeder
die haar dochter graag ,getrou\vd wil zien,
dan op de strenge vrouw, die alle jonge-
lieden op een afstand hield.
„Zeker kan ik roeien. Ik ben immers zoo
half en half een zeeman," antwoprdde
Cosmo met eelF kleur van plezier Jjij dit
vooruitzicht.
„Och, maar natuurlijk," knikte mevrouw.
„Hoe dom van me om dat te vergeten.
fs het dan te veel van u gevergd, als ik
u vraag om Clarice nu en dan eens mee te
nemen, als u tijd hebt, natuurlijk. Ik wil;
haar liever niet alleen laten gaan met de
eigenaars van de booten van wie ik niets
weet, behalve dat ze booten verhuren.
Maar met u zal ze overal veilig zijn, en
Clarice is zoo graag op het water. U zoudt
er mij heusch een dienst mee bewijzen."
(Wordt vervolgd.)
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter
kennis van houders van machtigingen tot het voor-
handen hebbeu van vnurwapenen en munitie dat op
Maandag 3 «Juli, Dinsdag 4 Juli en Woensdag 5 Juli
aanstaande telkens des voormiddags tusschen 911
uur (Zomertijd) op het Politiebureau gelegenheid
feestaat om hunne maehtiging te doen vernieuwen.
Ter Neuzen, den 19 Juni 1922.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA. 1