ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No. 7313. Maandag 19 Juni 1922 70e Jaargang, ri m 51 B©k©iidmaking. BiNMEXLAND. FEUILLETOH. De Patient van dokter V incent. rn if Onze abonnee's in het buitenland worden ver- zocht hunne abonne- mentsgetden voor 1 Jul! in te zenden, daar wij anders genoodzaakt zijn de toezending van ons bla<J te staken. DE U1TGEEFSTER. Abonnementsprijs per 3 maanden voor Belgie, Frankrijk en Duitschland f 3,35, voor Noord-Amerika en Ned.-Indie f 2,70. DE HAAGSCHE CONFERENTIE. Verboden vruchten smaken zoet. De Haagsche conferentie is althans voor de pers zulk een verboden vrucht. Zij wordt in besloten mileu gehouden en het Vredespaleis is voor deze gelegenheid ge- isoleerd. Wellicht juist daarom verdrong zich Don- derdagmiddag op het plein voor den Pa- leistuin een massa belangstellenden, die na tuurlijk door de politie op respectabelen afstand werden gehouden. De joumalisten en persfotografen moch- ten eenige stapjes vender komen. Tot vlak voor den ingang van het massale tuinhek, bij het kleine portiershuisje. Daar zagen we de gedelegeerden tus schen twee uur en half drie voorbijtrekken. Bijna zonder uiizondering per auto. De enkele uitzondering was te voet. Aan de vlaggen herkende men de lading. Britsche, Fransche, Belgische, Japansche en allerlei andere nationaliteiten wisselden elkander af. Alle gedelegeerden tip-top in 't zwart, sommigen pour tirer half quatres epingles. Maar de persbroeders mochten buiten blijven! Op zeker moment evenwel gebeurde er 'n verrassing. Een buitenlandsche journalist liep regel- recht langs de bewakers en prevelde iets van „bureau d'information". De bewaker dacht, met 'n gedelegeerde te doen te hebben en liet onzen collega passeeren. Daarop volgden plots tien, twinlig ande re collega's en eer het bewakingscordon er erg in had, waren we alien in de mar- meren hall van het Vredespaleis! Enkele collega's, waaronder ook wij, pe- netreerden op die manier vreedzaam tot in de conferentiezaal, in de veronderstelljng, dat de geheimhouding op hoogst bevel was opgeheven. „Quelle delegation?", informeerde een der leden van de commissie van ontvangst. „Delegationde la presse" was ons antwoord. „Ah, monsieur, vous n'avez pas entree!" Waarop wij ons bescheidenlijk uit de zaal verwijderen, vergezeld door eenige collega's van wie de rest buiten de detxr was gebleven. Intusschen was een internationaal ge- sprek bij de journalisten onderling ont- staan, waaruit, vooral bij de.. Franschen en Engelschen, ontevredenheid over de regeling viel te distilleeren. Eindelijk kwam Minister van Karnebeek tusschenbeide. Met zeer elegante gebaren trachtte on ze bewindsman de buiten- en binneniand- collega's te doen gelooven dat de geheim- houding heusch niet was opgeheven en dat de dames en heeren van de pers buiten het gebouw behoorden te blijven. „Cette seance n'est pas publique, mes sieurs herhaalde de Minister tot driemaal toe. Na afloop kunt u alles te weten ko- men, wat gepubliceerd mag worden De journalisten evenwel bleven in het gebouw, doch buiten de conferentieZaal wachten. £n hiermee ging de Minister naar bm- nen, waar een goede honderd gedelegeer den hem wachtten, tot het uit§preken van de openingsrede. Rede van Minister Van Karnebeek. Minister Van Karnebeek heeft de con ferentie geopend met het uitspreken van de volgende rede: Het zij mij veroorloofd' u te begroeten uit naam van Harer Majesteit's Regeering I en eenige welkomstwoorden tot u te rich- ten bij het begin van uw beraadslagingen. Ik behoef nauwelijks den oorsprong van uw tegenwoordigheid hier ter plaatse in herfnnering te brengen. Hij ligt nog verscti in het geheugen en dagteekent van Genua, waar resoluties werden aangenomen, wel- ke het bijeenkomen te 's-Gravenhage van twee com missies beoogden tot onderzoek van de tusschen de sovjet-regeering en de andere regeeringen bestaande meemngs- verschillen, benevens een voorafgaande ge- dachtenwissehng nopens de voorwaande, waaronder de deskundigen-commissie de Russische delegatie zal ontmoeten. De Nederlandsche regeering gehoor ge- vend aan den door de conferentie van Genua eenstemmig aangenomen wensch; acht zich gelukkig u te ontvangen en u gast vrijheid te verleenen. Zij heeft het voor- stel cm de xe Genua opgenomen onderhan- delingen door een meer diepgaande studie van eenige onbeslist gebleven belangrijke vraagstukken te doen volgen gunstig ont vangen, daar zij van oordeel is, dat het zijn voordeel kan hebben een nernieuwde poging te doen om het vraagstuk van het herstel van Rusland en van den vrede in Europa op een collectieven grondslag op te lossen. In dien gedachtengang heeft Nederland daartoe bewogen door een ge- voel van plicht, aan zyjn tradities ontleend zich bereid verklaard de hulpmiddeten ter beschikking te stellen van het 1 and en met name van deze stad, welke door haar lig- ging en haar gesteldheid reeds menig- maal diensten heeft bewezen aan de In ternationale samenwerking. Mijne heeren. Het is niet aan mij u richtlijnen aan te geven en het ligt met in mijn oedoeling op de vraagstukken, welke de commissies zullen ter hand nemen, m te gaan. Gij zijt door den president van de conferentie van Genua, in overeenstem- ming met de Nederlandsche regeering uit- genoodigd geworden en het staat aan u straks zelf de voorwaarden vast te ^tellen, waaronder uw arbeid op de overeengeko- men basis zal plaats vinden. Maar ik moge hieraan toevoegen, dat de beste wenschen van het Nederlandsche volk voor den goeden uitslag .van uw inspan- nihg u vergezellen. Wat u wacht, is een ar beid van studie en van voorbereidende on- derhandeling. De taalc is moeilijk, gezien de diepgaande verschillen in beginsel en methode, die sovjet-Rusland en de andere hier vertegenwoordigde Staten verdeeld houden. En dit probleem is des te moeilij- ker op te lossen, waar het in Rusland toe- gepaste systeem juist het beletsel schijnt te zijn voor het economische herstel van dat ongelukkige land. De conferentie van door HAEDON HILL. (Geautoriseerde Vertaling.) 31) Ze voelde zich boos worden, toen La dy "Uvedale aan het ontbijt reeds aar.- kondigde dat z!e dien morgen haar stief- dochter op de wandeling wilde vergezel len. En aat voorstel kwam Clarice nog vreemder voor, doordat mevrouw er zelf niet heel veel pleizier in scheen te heb ben. Lady Uvedale scheen erg uit haar hutneur te zijn en die onvriendelijke stem ming schreef Clarice in haar onschuld toe aan het feit, dat Lady Uvedale zich een slachtoffer van haar plicht voelde. En dat had het meisje nog zoo mis met, alleen was Lady Uvedale niet zoo onzelfzuch- tig, als naar dochter dacht. Zij gingen wat later dan anders op weg, want Lady Uvedale kon nu eenmaal niet in het publiek verschijnen, zonder bijzon- der zorg te besteden aan haar kapsel en kleeding, maar zoodra waren ze niet op den boulevard, of Clarice kreeg een heel andere meening over haar chaperonne. De dames wandelden stemmig naast elkaar, genietend van den zonneschijn, nu en dan een algemeene opmerking makend, toen Cosmo Lynne van den tegenovergestelden kant aankwam. Clarice kreeg een gioeiende kleur, want zij vreesde een onaangename ontmoeting, nu Lady Uvedale vast be sloten scheen den jongen man te negee- ren. Het was de eerste keer, dat zij ge legenheid vinden kon om zijn groet on- beantwoord te Iaten. Maar tot haar niet geringe verbazing zag Clarice, dat alles heel anders liep dan ze verwacht had. Cosmo was wat sneller gaan Ioopen, om alles zou gauw mogelijk voorbij te laten zijn, maar La dy Uvedale bleef staan en keek hem vrien- delijk glimlachend aan. „Hoe maakt u het, dokter Lynne?" Zij reikte hem allerhartel'ijkst de hqnd. „lk heb van dit meiske gehoord dat u zich hier gevestigd heeft. Wat is de wereld toch onbegrijpelijk klein." Zoo overrompeld en absoluut niet be- grijpend, waarom zij plotseling haar vij- andige houding had laten varen, kon Cos mo niet dadelijk de juiste woorden vin den. Hij voelde zich allesbehalve op zijn gemak, toen hij een paar beleefdheden mompelde en scheen meteen te willen doorloopen. Mevrouw liet dat echter niet toe en hield hem bijna met geweld te- gen. En Clarice, die niet begreep, waar om hij niet profiteerde van deze gun- stl^e verandering in de gedragingen van haar stiefmoeder, keek hem eens verwij- tend aan. „Nu wij u eenmaal gevonden hebben. laten wij u niet meer gaan, zonder een af- spraak te hebben gemaakt," zeide Lady Uvedale allerbeminnelijkst. „Komt u nu vanmiddag eens bij mij theedrinken?" „U bent heusch al te vriendelijk, maar ik moet vanmiddag een bezoek buiten het dorp maken in Compton Parva, vijf ki lometer hier vandaan. Daar heb ik een patient," antwoordde Cosmo stijfjes. „Nu, dan morgenmiddag. U zult toch wel niet elken dag zoo ver Jioeven te gaan?" En Clarice keek hem aan met groote smeekende oogen en steunde het verzoek van haar moeder. „Nu, laten .we het dan op morgen hou- Genua, welke in Nederland met jevendige 1 en voortdurende belangstelling gevolgd werd, heeft, hoewel Jmar arbeid niet met onmiddellijke praktische resultaten be- kroond werd, de groote verdienste gehad, dat zij den weg opende tot de mogelijk- heid van later gezamenlijk beraad, waar- van het bewogen Europa en Rusland, met zijn ondervinaing voor oogen, partij zullen kunnen trekken. Na de sensationeele epi sode van het eerste contact is een nieuwe phase ingetreaen, waarin het er op aan- komt, de elementaire feiten te verzamelen, te onderzoeken en te toetsen, de afstan- den te meten, die behoefte te wegen en de indrukken van het eerste uur te ontleden. Het is de phase van het wel overwogen en geordende onderzoek, een atmosfeqr vorderde van rust en evenwicht, die, in het kader van een verstandige en gere- gelde publiciteit, bescherming verleent aan de verantwoordelijkheden en eerbied inboezemt aan ongeduidigen aandrang van buixen, waardoor op internationale bijeen- komsten de wcrking van goede bedoelin- gen vaak werd bemoeilijkt en incidenten werden vergroot. Mijne heeren. Ik hoop, dat gij die gun- stige atmosfeer, die ge zoekt, hier zult vinden. Zij moge, met het aandeel, dat het aan uwe beraadslagingen zal nemen, de bijdrage zijn van Nederland, welks ob- jectieve geest u omringt, aan den teeren arbeid^ welken gij geroepen zijt te vol- brengen. Gij zuit zetelen in dit Paleis dat, terzijde geiegen te midden van een schoo- ne natuur, gewijd is aan de internationale samenwerking en de internationale justitie en aan denkbeelden die, verheven boven de menschelijke ellende, veroorlo- ven nimmer te wanhopen. De Nederlandsche regeering en het Ne derlandsche volk zullen uwen arbeid met het grootste belangstelling volgen en zul len het mogelijke doen om de taak van deze conferentie te vergemakkelijken. Weest welkom! Minister Van Karnebeek voorzitter. In de eerste middagzitting van de con ferentie tot het houden van prelimenaire besprekingen over het Russische vraag stuk, is Minister Van Karnebeek tot voor zitter benoemd. (H. Crt.) De ..Standaard" wijst er op, dat het hoofd- bezwaar tegen de Haagsche conferentie wordt belichaamd in de klacht, dat er in het confereeren met de machthebbers in Rusland een zekere erkenning ligt als wettige regee ring: „Men ziet daarin niet ten onrechte het aanvaarden van het „fait accompli", het zich al te spoedig neerleggen bij verhoudingen, uie niet erkend kunr.en worden zonder den grondslag van het staatkundig en maat- schappeliik leven in Europa, in heel de we reld ernstig te schaden. Wij erkennen het sow-jet-bewind wel niet door de conferentie te aanvaarden, maar er zit och een begin van zulke erkenning in. in elk geval is het feit, dat wie met Rus land in aanraking wil komen, zich moet neer leggen bij de gedachte, dat de bolsjewisten de feiteli.ike machthebbers in Rusland zijn. De vraag rijst of in heel deze onderhan- deling de stoffelijke belangen niet te zeer op den voorgrond zijn geplaatst. Of er niet een miskenning in ligt van de waarheid, dat er van een stoffelijken wederopbouw in Europa geen sprake kan zijn als de basis der goede geestelijke beginselen niet weer in haar voile waarde wordt erkend. De heeren uit Rusland zwijgen over den geestelijken ondergrond van hun streven nieh West-Europa doet daar thans liefst wel het zwijgen toe en zegt telkens weer: laat dit toch rusten en trachten wij zaken te doen. den," zeide Cosmo, die zich volkomen be- wust was, dat hi| al een heel droevig fK guur sloeg. „Wij logeeren op „Heideoord", hier aan den boulevard. Dat monster van een huis daar," wees mevrouw met een minach- tend gebaar den trots van juffrouw Jes- sop. „Zult u het niet vergeten? Half vijf precies. Ik ben toch zoo blij hier in dit afschuwelijke oord een ouden vriend te hebben ontmoet." Cosmo nam zijn hoed af en ging ver- der. Hij siste van woede. Dat overbodige opgeven van het adres had hem bewe zen, dat Lady Uvedale geen eerlijk spel speelde. Hij voelde, dat er met hem werd gespeeld, zooals de kat met de rnuis, maar het was nu juist zoo wanhopig, dat hij niet begreep wat er eigenlijk mee werd bedoeld. Hij had, nadat Guyse 's nachts bij hem had Ingebroken en na Stella Sleath's plotselinge verschijning, aidoor geweten, dat hij zich op dun ijs had ge- waagd en dat er krachten tegen hem werkten, die hij niet mocht onderschatten. En nu weer deze plotselinge verandering van tactiek bij de aanstichtster van het complot bij de vrouw die hem zoo kort geleden nog had beleedigd en ge- hoond. Hij tastte nu geheel in het duis- ter. Hij was nu van het spoor gebracht. Zijn tegenstanders waren hem te slim af ge- weest. En dat alles had hij wel gevreesd, toen Stella zoo onmiddellijk verschenen was, nadat Guyse gemeend had het schei- kundig onderzoek onmogelijk gemaakt te hebben. Nu was hij' er echter zeker van, en zijn krijgslist, die slechts diende om tijd te winnen, was niet alleen mislukt, maar werd nu zelf zijn ongeluk. Maar hoe kon dat? Wat wilden ze toch, en bo- venal wat moest hij verwachten van de Men kari van anti-revolutionnair stand- punt deze houding niet toejuichen. Aan den anderen kant mag niet worden vooxbiigezien, dat het uitschakelen van het groote Russische.rijk uit het verkeer, door de barriere rondom Ruslands grens getrokker doOr de Marxistische moraal en bolsjewis- tische practijk een ernstige hinderpaal is voor de economische wederopleving van Europa. Hoe het ook ga, het Russische probleem blijft van ontzaglijke beteekenis en het be- hoeft dus niet te verwonderen, dat het de Staatslieden en economen geen' oogenblik met rust laat, en dat na elke mislukte po ging tot oplossing daarvan een nieuwe poging wordt gewaagd. Men zegt, dat Genua wezenlijk resultaat zou hebben gebracht, als de Duitschers zich door de Russen niet hadden laten overbluf- fen en niet waren gekomen tot het sluiten van het verdrag van Rapallo. Maar ont- kend kan niet, dat elk van de partijen in Genua van dat oogenblik af aan met eenig wantrouwen zag naar de andere of ook zij" niet een kansje zouden wagen. Het heeft soms den schijn, alsof Rusland de positie van een rijke erfdochter in neemt omzwermd door aanbidders. Toch is het eerste deel dezer vergelijking slechts schijn. Want de erfenis is reeds lang doorgebracht. Wat er overbleef zijn slechts vele mogelijk- heden van wederopbloei, van winst voor het verkeer, als Rusland daarin weer een plaats verkrijgt, mogelijkheden, die echter zeer nauw samenhangen met de beginselen, die Ruslands leven voor de toekomst zullen be- heerschen. Onze gereserveerdheid in Genua tegen- over de Russische vertegenwoordigers, was dus zeer verklaarbaar en valt te prijzen. En het stemt niet heel aangenaam, dat wij desniettemin, toch aangewezen werden om de zwaarzieke uit Genua hier te ont vangen. Zooals de zaken nu stonden, kon onze Regeering niet weigeren. Tot dankbaarheid, dat de conferentie tenslotte Haagsche Conferentie werd, kun nen wij echter niet komen." DE BEROOIDE SCHATKIST. In ons Avondblad van 31 Mei hebben wij, schrijft het Hbl., een bespreking gewijd aan den toestand van onze staatsfinancien en de dreigende debacle, wegens het geweldige te kort op onze Slaatsbegrooting. Wij wezen er op, dat dit tekort het volgend jaar nog sterk zal toenemen, door tal van nieuwe, reeds goedgekeurde uitgaven en door de met stelligheid te verwachten vermindering van ontvangsten, voornamelijk uit de inkomsten belasting. Onder die omstandigheden kan alleen een sterk doorgevoerde bezuiniging het evenwicht in onze financien herstellen en de groote gevaren voorkomen, welke onver mijdelijk uit een ,,Defizitwirtschaft" en de daarmede gepaard gaande groote vermeer- dering van den bankbiljettenomloop zouden moeten voortvloeien. Gelukkig begint men zich van den ernst van dit probleem meer en meer van verschil- lende zijden rekenschap te geven. Echter duiken in verband hiermede af en toe phan- tastische plannen op, die niet tot een verbe- tering, maar slechts tot een verergering van den toestand aanleiding zouden kunnen geven, indien er niet dadelijk krachtig stel- ling tegen wordt genomen. Zoo heeft „De Tijd" jl. Zaterdag een ar- tike! geplaatst, met de onderteekening „H.", waarin niet meer of minder wordt aanbevo- len dan een surseance van betaling voor de aflossing der crisisleeningen. De schrijver meent, dat dit moratorium al dadelijk eenig soulaas zou geven en een glimpje van vreug- de zou brengen op het gelaat der gens tail- ables et corveables a merci. „lndien zulk een schorsing wordt uitgevoerd, zullen de inge- houden millioenen een belangrijken post op- leveren om de begrootingen der eerste jaren sluitend te maken. Men kan dan later ver- der zien. Er is niets oneervols in geiegen (wij citeeren nog altijd) als men zijn onver- mogen bloot legt aan schuldeischers, die geen haaien zijn en er het grootste belang bij hebben, dat hun vorderingen integral blij ven, al worden ze op wat langer baan ge- schoven." Men moet natuurlijk dankbaar zijn voor elk blijk van belangstelling in het netelige probleem van onze staatsfinancien, maar wanneer die belangstelling zich uit in een zoo wilden en ondoordachten vorm als die an het bovenbedoelde artikel, dan kan dit de zaak, waarom het gaat niet anders dan schaden. Bij de uitgifte der crisisleeningen heeft de Staat zich verbonden, bepaalde be- dragen aan rente en aflossing te betalen. De schrijver van het artikel ziet dan ook wel in, dat men zich van die aangegane verplichtin- gen maar niet willekeurig kan afmaken. Hij meent, dat hiertoe een wet noodig.zal zijn. Maar ook bij de wet kan de Staat niet be- sluiten, verplichtingen, die hij op zich heeft genomen, te negeeren, zonder zich schuldig te maken aan woordbreuk, die een verderfe- lijken invloed zou moeten uitoefenen op het Staatscrediet. De ontwrichting der Staatsfinancien zou door zulk een maatregel niet worden voor komen, maar integendeel eerst recht worden uitgelokt. Immers zouden de houders van schatkistpapier, opgeschrikt door zulk een willekeurige afwijking van de leenings-voor- waarden, stellig niet bereid zijn, den Staat verder crediet te geven, terwijl plaatsing van nieuwe leeningen in binnen- en buitenland vrijwel onmogelijk zou worden, wanneer de Staat zich niet aan de voorwaarden der oude leeningen hield. En dan nog. Weet men, welke besparing door zulk een moratorium zou worden be- reikt? Het uitstaand bedrag der crisisleenin gen is thans ca. /1.20 milliard. Aan rente moet hierop jaarlijks ca. 65 millioen wor den betaald, aan aflossing circa f 20 mil lioen. Het moratorium, dat de schrijver in ,,De Tijd" aanbeveelt, zou alleen op de af lossing betrekking kunnen hebben. Men zou dus circa 20 millioen tijdelijk besparen. Het tekort voor de volgende *>egrooting wordt echter, zooals wij in ons artikel van 31 Mei uiteen hebben gezet, indien geen zeer drastische besparingen plaats vinden, op f 120 a 140 millioen geraamd. Een maatregel als die, welke in „De Tijd" wordt aanbevolen, zou dus niet meer dan het zesde of zevende gedeelte van dit tekort dekken, en zou dus volkomen onvoldoende zijn, om ook maar in het minst orde op zaken te stellen. Wij zouden dus niet alleen onzen goeden naam verspelen, maar hiervoor niet eens ook maar eenigermate ge5onde finan cien inruilen. Neen, langs dien weg kan de oplossing niet worden gevonden. Er is slechts een mid- del, om orde op zakeg te stellen, en te voor komen, dat wij op den duur naar Russisc toestanden toegaan. Dit middel is een stren- ge doorgevoerde bezuiniging op alle Staats- uitgaven. Hoe eerder men zich hiervan re kenschap geeft, des te beter zal het zijn voor alle kringen der samenieving. DE TABAKSWET. De Sigarenfabrikantenvereeniging „Het Oosten" heeft den volgenden brief gezonden aan alle politieke partijen: De Sigarenfabrikantenvereeniging ,,Het Oosten" in de naaste toekomst in de gele genheid te zijn bij de regeering met succes te kunnen aandringen tot opheffing der ta- vrouw, die hij al eens betrapt had in de apotheek Op die lahtste vraag vond hij twee ant- woorden of zij had haar pogingen op geven, nu zij zag, dat zij verdacht werd, en trachtte nu, als schild tegen het nood— lottig onderzoek, goede vrienden met hem te worden of zij trachtte hem in een val te lokken om hem van de baan te heb ben, als. het rapport van de scheikundigen verwacht kon worden. Hij geloofde dan maar liever het eerste, maar besloot toch op zijn hoede te zijn voor mogelijk ver raad. Hij ging dus den volgenden dag op het afgesproken uur naar „Heideoord", tot groote vreugde van juffrouw Jessop, die hem binnenliet. „Hebben ze u geroepen, dokter en heb ben ze dien kwakzalver laten zitten?' vroeg deze waardige vrouw eer zij hem den weg naar de zitkamer wees. „Neen hoor, ik kom geen doktersvisite maken, jk kom bij de familie theedrinken" glimlachte hij, haar met den vinger drei gend over haar partijdigheid. Het goede menschje moest eens weten, dat hij haar man had aangezet om haar waterreservoir schoon te maken en het water te laten on derzoeken, dan zou ze wel niet zoo vrien delijk tegen hem zijn. Clarice en haar moeder waren alleen en het bezoek, dat hij zoo zeer gevreesd had, ging heel kalm voorbij. Cosmo lette scherp op, maar hij kon niets verdachts vinden in de wijze van ontvangst. Lady Uvedale was een allerliefste gastvrouw en wist uitste- kend, hoe ze zich houden moest tegenover den scheepsdokter, met wien ze had ge- reisd en dien ze nu toevallig weer hier had ontmoet, na verloop van maanden. Zij scheen zich ditmaal beter te kunnen be- dwingen dan den vorigen dag, en was niet meer zoo druk en opg^wonden als bij de eerste ontmoeting. En eerst toen Cosmo opstond om af- scheid te nemen overdreef zij haar rol iets, maar zoo weinig, "Qat hij het niet niet eens merkte, zich er tenminste niet voldoende rekenschap van gaf. „Hoor eens, dokter Lynne. Ik word nu zoo langzamerhand een dagje ouder," zei de ze rne't een geaffecteerd lachje. „En ik moet bekennen, dat ik dit plaatsje, waar we alleen voor de gezondheid van Clarice zijn, nu niet zoo heel aantrekkelijk vind. Bovendien kan ik haar buitenshuis piet altijd naloopen. U zult toch nog wel niet zoo'n drukke praktijjc hebben, dat u niet wat tijd over hebt voor goede werken. Kunt u niet eens met ons meisje uitgaan en haar de bezienswaardigheden van deze schoone gemeente laten zien. Kunt u roei- en?" Zij geleek nu meer op een moeder die haar dochter graag ,getrou\vd wil zien, dan op de strenge vrouw, die alle jonge- lieden op een afstand hield. „Zeker kan ik roeien. Ik ben immers zoo half en half een zeeman," antwoprdde Cosmo met eelF kleur van plezier Jjij dit vooruitzicht. „Och, maar natuurlijk," knikte mevrouw. „Hoe dom van me om dat te vergeten. fs het dan te veel van u gevergd, als ik u vraag om Clarice nu en dan eens mee te nemen, als u tijd hebt, natuurlijk. Ik wil; haar liever niet alleen laten gaan met de eigenaars van de booten van wie ik niets weet, behalve dat ze booten verhuren. Maar met u zal ze overal veilig zijn, en Clarice is zoo graag op het water. U zoudt er mij heusch een dienst mee bewijzen." (Wordt vervolgd.) De Burgemeester van TER NEUZEN brengt ter kennis van houders van machtigingen tot het voor- handen hebbeu van vnurwapenen en munitie dat op Maandag 3 «Juli, Dinsdag 4 Juli en Woensdag 5 Juli aanstaande telkens des voormiddags tusschen 911 uur (Zomertijd) op het Politiebureau gelegenheid feestaat om hunne maehtiging te doen vernieuwen. Ter Neuzen, den 19 Juni 1922. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. 1

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1