algemeen nieuws- en advertentieblad voor zeeuwsch-vlaanderen.
Aaiibesteding.
No, 7306
Woensdag 31 Mei 1922.
70e Jaargang.
HIHDERWET.
kf
Wegens het
Pinksterfeest zal
a.s. Maandag GEEN nummer
van dit blad verschijnen.
Het uitdiepen der haven
aan den Kleinen Huis-
senspolder,
BINNENLANO.
FEUILLETON.
De Patient van dokter
Vincent.
BUITENLA ND.
Burgemeester en Wethouders van
ZAAMSLAG, zullen op Dinsdag den 13den
Juni 1922 des voormiddags 9b2 ure ten
Raadhuize dier Gemeente, trachten aan te
besteden
Gezegelde inschrijvingsbiljetten kunnen
tot op het uur der aanbesteding franco ter
secretarie worden bezorgd.
Nadere inlichtingen zijn te bekomen bij
den Havenmeester 1. Wisse.
Zaamslag, den 30sten Juni 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH. DE FEIJTER, Burgemeester.
J. STOLK Lzn, Secretaris.
EEN NEDERLANDSCH VOORSCHOT
AAN DUITSCHLAND?
Staatssecretaris Bergmann is Zaterdag
uit Parijs naar Den Haag vertrokken. Ver
schillende bladen brengen deze reis in
verband met plannen betreffende een voor-
schot, dat Nederland aan Duitschland zal
verstrekken om den einder dezer maand
vervallende termijn der schadeloosstelling
te voldoen.
Voorts wordt beweerd, dat deze reis in
verband staat met de schadeloosstelljngs-
leening waarbij Nederland een belangrijke
rol zou spelen. (Tel.)
Jhr. Mr. A. F. DE SAVORN1N LOHMAN
Maandag herdacht de grijze staatsman
jhr. mr. A. F. de Savomin Lohman zijn
85en jaardag.
door
HAEDON HILL.
(Geautoriseerde Vertaling.)
25) - u j -
„Dat moest zoo zijn, maar dat is het
helaas niet," antwoordde Lady Uvedale
kwaad. „Dat lastige kind zweilft hier
ergens rond om dien jongen scheepsdokter
van de „Melita" na te kunnen loopen.
Aan boord al hadden ze alleen maar oogen
voor elkaar, en nu heeft het noodlot ge-
wild, dat hij zich hier in Rockhaven zou
vestigen. Ik kan mifn stiefdochter niet al-
tijd achterna gaan en met haar over die
ellendige keien hier stron^pelen."
Kapitein Guyse keek deelnemend naar
de dunne Fransche schoentjes, die me-
vrouw Uvedale droeg.
„Ja, ja, dat begj-ijp ik wel en je zult
je hier natuurlijk erg vervelen," zeide hij
vriendelijk. „Ik hoop nu alle verantwoor-
delijkheid van je schouders te kunnen ne
men. Maar laat ik beginnen met te zeggen
dat ik in hoofdzaak ter wille van dokter
Lynne hier ben gekomen om de zaken wat
beter te regelen. Ik denk, dat je wel zult
staan te kijken van den raad, dien ik je
nu geven ga."
„Wat dan, Walter?" en als Lady Uve
dale maar niet zoo zwaar geblanket was,
zou ze er heusch meisjesachtig hebben uit-
gezien, toen ze hulpeloos haar handen
vouwde. Zij zag er uit als een bang kindje,
dat op stoutigheden is betrapt.
Guyse glimlachte eens even. „Dokter
Geboren te Groningen heett hij daar
gestudeerd en is er 11 Maart 1861 gcpro-
moveerd, zoodat hij reeds 61 jaar zijn
ineestertitel voert; sinds eenige jaren ook
honoris causa.
Na van 1862 tot 1884 eerst rechter te
Appingedam, toen rechter en raadsheer
in 's Hertogenbosch te zijn geweest, werd
hij hoogleeraar aan de Vrije Universiteit.
In Juni 1879 werd de heer de Savornip
Lohman lid van de Tweede Kamer, waarin
hij zitifng heeft gehad tot 8 Febraari 1921
met een tusschenpoos van 17 Februari 1890
tot 21 Augustus 1891 als Minister van Bin-
vr:enlandsctie Zaken en van Juni 1892 tot Fe
bruari 1894 als lid van de Eerste Kamer.
Sinds 1909 is hij Minister van staat*
Van „de Nederlander" is de heer De
Savomin Lohman van 1894 tot 1921 hoofd-
redacteur geweest.
DE HANDELSRECHTER.
Onder het«opschrift ,.De handelsrechter.
Een kleine wetswijziging", schrijft Mr. C.
J. Pekelharing te Amsterdam, in het Week-
blad van het Recht:
,,Zou het niet overweging verdienen, na
den kinderrechter en den politierechter,
den handelsrechter in te voeren? Als zoo
danig stel ik miji voor een alleen recht-
sprekenden rechter, die bevoegd is na de
conclusie van antwoord (of repliek) op
verzoek van een der procureurs en na-
raadpleging met beide procureurs aan
verder concludeeren een eind te maken
en een dag aan te wijzen voor de rrronue-
linge behandeling, waarbij tevens iedere
partij getuigen kan meebrengen en ook
de partijen zelve gehoord kunnen worden
Zonder twijfel zouden vele eenvoudige
handelszaken aldus snel kunnen worden
afgedaan.
,,Men verzamelt op deze wijze tevens
studiemateriaal voor een nieuW wetboek
van burgerlijke rechtsvordering.
Daarbij kan misschien blijken, dat men
met enkele kleine wijzigingen in het tc-
genwoordige wetboek zal kunnen vol-
staan en naar een nieuw wetboek niet
eens verlangt.
Alles zal afhangen van de practische
toepassing door den handelsrechter en de
balie. Strikt noodtg lijkt h^t mij den han
delsrechter niet meer te dwingen in de
strafkamers of de instructie, de kennis en
de routine te verliezen, die hij in jaren
van handelspraktijk heeft verkregen. Zoo
wel voor het strafrecht als voor het ci-
vielrecht is m.i. die wissehverking uit den
booze. Wie raad noodig heeft voor zijri
oogen, raadpleegt niet bij voorkeur een
oogarts, die de laatste twee of vier jaren
gedetacheerd is geweest bij de interne af-
deeling. En omgekeerd.
Eerder zou de gelegenheid open moeten
worden gesteld voor sperialisatie, bijv.
scheepszaken, assurantie, bankwezen, graan-
zaken enz.
De rechtspraak zou formeel even vrij
moeten zijn als de arbitrage. Een uit-
spraak van den geoefenden handelsrech
ter op dezelfde snelle en onvormelijke wij
ze verkregen als arbitrage zal door velen
boven arbitrage worden verkozen. Ook
thans wordt dikwijls in belangrijke han
delszaken gearbitreerd nagenoeg zonder
schriftelijke voorbereiding. De vier conclu-
sies zijn dus niet onmisbaar.
Wanneer er in de groote handelscentr?
3 a 10 handelsrechters waren en in de ove-
rige plaatsen naar verhouding, zou er van
achterstand geen sprake meer behoeven
te zijn"
OPHEFFING DER R1JKSSCHJPPERS-
BEURZEN TE WACHTEN.
Opi de vragen van het Tweede Kamerlid
Rugge betreffende het voornemen der re-
geering tot opheffing der Rijksschippers-
Lynne is de eenige sta-in-den-weg." Hij
liet zijn stem tot een vertrouwelijk gefluis-
ter dalen: „Die hofmakerij van hem heeft
niet veel om het lijf, maar wat erger is, hij
schijnt de lucht van onze plannen te heb
ben gekregen, en alls wij niet heel snel han-
delen, dan kan hij oils, om het eens pla>t
uit te drukken, nog we! eens een vuile
pijp laten rooken."
Als kapitein Guyse gemecnd had, dat hij
zijn bezoekster met deze mededeeling ge-
rus't zou stellen, dan had hij zich leelijk
vergist. Zij scheen een oogenblik flauw
te zullen vallen. Guyse zag, dat hij niet te
ver moest gaan.
„Hoor eens Adele," zeide hij, haar bij
haar doopnaam noemend, iets, wat hij zel-
den deed. „Laten we eerst eens een glaas-
je panje nemen om wat te bedaren."
Hij belde en pas toen de Zwitsersche
kellner hen bediend had, en er weer wat
kleur op Lady»JUvedale's wangen was ge
komen, ging hij verder met zijn verhaal.
„We moeten er nu geen doekjes om win-
den," ging hij voort. „De anderen, die
hierbij betrokken zijn, gaan mij niet aan,
maar ik maak mij ongerust over jou. Ik
geloof inderdaad niet, dat Lynne argwaan
heeft gekregen door iets, dat hij hier in
Rockhaven gehoord heeft. Ik ben veeleer
overtuigd, dat er vroeger iets moet zijn
voorgevallen, dat te zamen met een onge-
lukkig toeval hier hem tegen ons in het
harnas heeft gejaagd."
Misschien heeft hij iets gehoord, dat
tegen Sir Vincent pleit," meende Lady
Uvedale.
„Aangezien Sir Vincent een onbesproken
naam heeft, is dat zeer onwaarschijnlijk,"
antwoordde Guyse koel. „Neen, Adele, die
vlieger gaat niet op. Ga nu maar eens
goed na, wat er allemaal op de „Melita"
is voorgevallen, en tracht je dan eens te
beurzen luidt het antwoord van den Minis
ter van Landbouw als volgt:
Het ligt inderdaad in het voornemen van
den Minister de Rijksschippersbeurzen op
te heffen, nu de kosten dier beurzen niet
meer gedekt kunnen worden door de op-
brengst der bijdragen, die tot voor korteri
tijd van de schippers geheven werden
De Minister heeft zich toch steeds op
het standpunt gesteld, dat het bedrijf de
kosten van die inrichtingen diende te dra-
gen.
Daarbij'komt, dat het ongunstige oordeei
in het Voorloopig Versing over het bij de
Staten-Generaal aanhangige wetsontwerp
omtrent de Rijksschippersbeurzen geuit, bij
den Minister een gegronden twijfel heeft
doen rijzen of er tot handhaving van deze
instellingen we! een meerderheid in de
Volksvertegenwoordiging zou te vinden zijn
Opheffing van Rijksschippersbeurzen zal
dit voordeel met zich brengen, dat thans
de practijk uitspraak zal kunnen. doen of
inderdaad doOr het vervallen dezer instel
lingen beiangrijk nadeelen veroorzaakt zul
len worden,
Maatregelen zijn door den Minister ge-
nomen, opdat hij, ook in de toekomst, ge-
regeld op de hoogte zal kunnen blijven
van de toestanden, die in het samenge-
steide hinnenscheepvaartbedrjjf heerschen.
VLEESCHKEUR1NGSWET.
De Ministers van Arbeid en van Finan-
cien hebben bepaald:
lo. Als eerste kantoren in den zin van
art. 27, eerste lid, der Vfeeschkeuringswet
(Stbl. 1919, no. 524) worden aangewezen
de volgende gemeenten: Alkmaar, Haarlem
Amsterdam, Harlingen, Groningen, Alrnelo
Deventer, Utrecht, Leiden, 's-Gravenhage,
Rotterdam, Hoek van Holland, Vlissingen,
Breda, Tilburg, 's Hertogenbosch, Eind
hoven, Arnhem, Nijmegen en Maastricht.
2o. Wanneer ingevoeid vleesch, dat
door afkoeling verduurzaamd is, vervoerd
wordt naar een der eerste kantoren, niet
zijnde grenskantoren van de invoerrechten,
moet het vervoermiddel, waarin het vleesch
is geladen, aan de bovenbedoelde grens
kantoren worden verzegeld door de amb-
tenaren der invoerrechten.
Voor het bovenbedoelde vervoer van een
grenskantoor der invoerrechten tot een der
eerste kantoren, mogen slechts vervoermid
delen worden gebruikt. die voor verze-
geling vatbaar zijn.
Na aankomst aan het eerste kantoor ont-
doen de ambtenaren der invoerrechten al-
daar het vervoermiddel van het zegel, na
den ambtenaar bedoeld in art. 27 der
Vleeschkeuringswet, verwittigd te hebben
van het tijdstip van ontzegeling.
De St.ct. noi 3 bevat een beschikking
van den Minister van Arbeid, betreffende
het vervoer van ingevoerd vleesch in de
bovengenoemde gemeenten.
DE REORG'ANISATIE DER WET OP
HET LAGER ONDERW1JS.
Naar het Hbl. verneemt, zullen de voor-
stellen, die de regeering voorne-
mens is ter vermindering van de finan-
cieele lasten der lager onderwijs-wet te
doen, zoowel betrekking hebben op de
mateneele eischen waaraan thajis de
schoollokaliteiten te voldoen hebben, als
op de interne inrichting der school. De
cijfers dezer dagen genoemd als te ver-
wachten voordeelen uit deze bezuiniging
zijn uiteraard nauwelijks te schatten, otn-
dat deze ook de uitgaven der gemeenten
raken. De mogelijkheid dat aan een onder-
wijzer twee klassen zullien worden opge-
dragen en dat dus het aantal leerlingen
per onderwijzer en per lokaal zeer zal wor
den vergroot, ligt voor de hand. Verder
verluidt, dat voikomen vrijheid van het
aantal leerlingen per school overwogen
wordt, waardoor de eisch van splitsing
der groote scholen zou komen te verval
len.
Ook zal door verhooging der minimum-
getallen het stichten van uiterst kleine
scholen tegengegaan worden; wat het Mulo
betreft, staat nog niet vast of dat getal
24 of 30 (thans 18) zal worden; de minister
schijnt voor het cijfer van 30 te gevoelen
op grond, dat de Mulo'-scholen in haar
nieuwen wettelijken vorm volstrekt met
bedoeld zijn als typen van scholen, waar-
van er in elke gemeente een of meer zijn
moetenN maar als scholenv die de behoet-
ten eener streek moeten dekken. Het is
duidelijk, dat daardoor op den duur het
aantal kleine Mul°-scholen zal afnemen,
hetgeen te meer noodig is, omdat de noo-
dige leerkrachten zoo uiterst moeilijk zijn
te bekomen.
DE CAND1DATENL1JSTEN.
De Res.-bode heeft het aantal ingediende
lijsten in de verschillende kieskringen geteld
en de volgende uitslag verkregen:
Kieskring: Den Haag: 22 lijsten.
Tilburg: 25 lijsten.
Arnhem: 22 lijsten.
Nijmegen: 23 lijsten.
Rotterdam: 33 lijsten.
Den Haag: 34 lijsten.
s Leiden: 33 lijsten.
Dordrecht: 35 lijsten.
Amsterdam: 46 lijsten.
De Helder: 24 lijsten.
Haarlem: 30 lijsten.
Middelburg: 27 lijsten.
Utrecht: 31 lijsten.
Leeuwarden: 24 lijsten.
Zwolle: 22 lijsten.
Groningen: 23 lijsten.
Assen: 22 lijsten.
Maastricht: 24 lijsten.
Amsterdam slaat dus veruit het record.
In het geheel zijn 53 verschillende lijsten
ingediend.
AFSCHAFFING VAN DE LUCHT-
POSTZEGELS.
De Directeur-Generaal der Posterijen en
Telegrafie maakt bekend, dat met ingang
van 1 Juni a.s. ue luchtpostzegels buiten
gebruik worden gesteld. Het luchtrecht
van stukken en postpakketten, welke van
dien datum af per luchtpost zijn te ver-
zenden, is door middel van gewone fran-
keerzegels te voldoen.
De oij het publiek voorhanden luchtpost
zegels kunnen tot en met 31 Aug. a.s. aan
alle kantoren der posterijen tegen andere
zegels en postwaarden en desgewenscht
tegen gereed geld worden ingewisseld.
Met ingang van 1 Juni a.s. zal het lucht
recht voor de briefport voor Belgie 5 cent
en voor Groot-Brittannie en Frankrijk 10
cent per 20 gram bedragen.
PETITJONNEMENT TEGEN DE VER-
ZEKERINGSWETTEN.
Het hoofdbestuur van den Bond voor
Staatspensionneering heeft den minister van
Arbeid meegedeeld, dat zijn Volkspetition-
nement tegen de Verzekermgswetten is ge-
steund door of namens 524.898 meerder-
jange Nederlandsche burgers en burge-
ressen. Dezen was gevraagd instemming
te betuigen:
lo. met de opvatting, dat het Staats-
pensioen, op 3 December 1919 toegekend
aan meer dan 300.000 Nederlandsche man-
nen en vrouwen, moet worden beschouwd
als een onvervreemdbaar recht ook van
hen, die na 3 December 1919 den 65-jari-
gen leeftijd bereikten;
2o. met een verzoek aan de regeering
om het recht op staatspensioen los te
maken uit de Invaliditeitswet en het bij
afzonderlijke wet toe te kennen aan alle
hennneren, of er niets is gebeurd, dat
een verklaring zou kunnen geven van Lyn-
ne's houding. In je eigen oelang moet ik
je verzoeken, om heel eerlijk tegenover mij
te zijn. Het is noodzakelijk, dat ik weet
met welke wapens hij ons bestrijden wil."
Een diepe stilte volgde. Zij keek met
niets-ziende oogen het raam uit; hij zag
haar onderzoekend aan.
„Het spijt me, maar ik moet heusch op
een verklaring aandringen," zeide hij ein-
delijk.
Toen begon ze te spreken, haastig, met
afgewenden blik en haar woordenstroom
had meer betrekking op verontschuldiging
van haar gedrag, dan op het voorval zelf.
„Zoo mal van dien vlegelachtigen dok
ter," ratelde ze. „lk had barstende hoofd-
pijn en ging in de apotheek om hem om
wat sulphonal of phenacytien of zooiets
te vragen en toen was hij er niet en toen
rommelde ik wat tusschen zijn fleschjes en j
instrumenten. Ik vond niet, wat ik zocht
maar ik kreeg een fleschje in handen,
waarop stond: Arsenicum, en alleen uit
nieuwsgierigheid, omdat ik dat goed nog
nooit had gezien, nam ik er den stop af
en rook er eens aan. Anders niets, zie je.
En juist op dat oogenblik kwam hij terug
en ik was zoo in de war, dat ik het flesch
je open liet staan."
Er was veel toe noodig om kapitein
Guyse zijn kafmte te doen verliezen, maar
deze openbaring bracht hem toch van zijn
stuk. „Daar heb je het, Adele. Ik dapht.
wel, dat er iets achter stak, maar hierop
was ik toch niet voorbereid," zeide hij.
„Ik wil de beide anderen hier nu nog
buiten beschouwing laten, maar je hebt
je zelf op twee manieren aan een groot
gevaar blootgesteld."
„Hoe?" bracht ze met moeite uit.
„Als Sir Vincent Carnac wist, dat je
hem in dat zaakje hebt betrokken, zonder
hem die malle streek van jou op de „Me-
lita" te vertellen, dan zou hij je wel eens
nader spreken, even goed als de rechter
geen medelijden met je zou hebben, als
Clarice Uvedale hier eens ernstig ziek
werd, en Cosmo Lynne getuigenis aflegde
van jouw vreemd bezoek aan zijn heilig-
dlom op het schip. Je zoudt eenvoudig
worden beschuldigd van poging tot moord
met voorbedachten rade. Toen het je den
eersten keer niet lukte, heb je blijkbaar
een tweede poging in het werk gesteld
met behulp van medeplichtigen. Jij bent
geen Lucre.tia Borgia, Adele, daar heb
je de capaciteiten niet voor. Ik ben niet
graag onhoffelijk, maar ik zie nog minder
graag een mooie vrouw in de gerechtszaal
voor een ouden rechter, die allerlei im-
pertinente vragen doet, om ten slotte een
zeer hard vonnis over haar uit te spreken."
„Maar wat moeten we nu doen?"kreun-
de de vrouw van den ijzerfabrikant.
Guyse boog zich tot haar over. „Lynne
mag hier niet blijven," siste hij. „Dat is
de eenige manier om onaangename ont-
knoopingen te voorkomen en nog eenige
kans van slagen te hebben."
„Kan jij dan niet
„Neen... ten minste niet, zonder van
voren af aan te beginnen," beantwoordde
Guyse de half uitgesproken vraag. „Zooals
de zaken nu staan kan ik er alleen maar
mijn aandeel (in de winst bij vertiezen.
Lynne heeft tegen mij geen bewijzen en ik
heb geen redenen om te vermoeden, dat
bij mij eveneens verdenkt. Ik zou onder
het publiek zitten, terwijl jij en nog eep
paar anderen in het beklaagdebankje
plaats moesten nemen. En zoolang ik er
zelf nog niet bij betrokken ben, gevoel
ik, om je de waarheid te zeggen weinig
lust om met jullie die onaangename zit-
65jarigen, wier inkomen blijft beneden ze-
kcr bedrag;
3o. met een protest tegen de Invalidi
teitswet, voor zoover deze wet de belangen
der ouden van dagen binnen den krihg
harer bemoeiingen trekt en tegen al het
onrecht aan deze wet verbonden als: zwa-
re druk op economisch zwakke werkgevers
en op werknemers van meer gevorderden
leeftijd, lage uitkeeringen, dure bureaucra
tic, hinderlijk zegeltjes plakken enz. enz.
De bond heeft om verschillende redenen
voor deze actie zich moeten bepalen bij
enkele deelen van ons land.
TEGEN DE BALDADIGHE1D DER
STRAATJEUGD.
Aan het Rotterdamsche hoofdbureau van
politie zijn sedert eenfgen tijd vijf agenten
belast met het toezicht op de baldadige
straatjeugd. Natuuriijk zijn daarvoor vijf
zeer betrouwbare mannen uitgezocht, in
wie de superieuren ook eenig paedogogisch
talent meenden te zien. Deze agenten wor
den voikomen vrij gelaten, ze doen dienst
in. poiitiek of uniform naar het hun goed-
dunkt, per fiets of te voet. Hun chefs zijn
zeer over hun optreden te spreken. Tal
van gevallen van baldadigheid berechten
ze op de wijze, die hun in het speciale
geva! liet beste dunkt. Nu eens wordt een
jongen in handen gesteld van het hoofd
zijner school, dan weer wordt de jeugdige
boosdeener naar zjfn ouders gebracht, soms
ook moet vader of moeder hen op het bu
reau komen halen; in 't ergste geval wordt
proces-verbaal opgemaakt, terwijl als er
schade is aangericht deze zoo 't mogelijk
is, moet worden vergoed. Uit de laatste
rapporten door deze agenten-opvoeders in-
geleverd bleek, dat ze vooral tegengaan
het voetballen op straat, het slingeren met
touwen aan lantarenpalen, gooien met stee-
nen, bloemen plukken in parken, spelen
om geld, brandje stichten het zwanen en
eenden in de singels en vijvers plagen.
zweinmen en visschen op verboden plaat
sen, beschadigen van boomen en meer van
dat soort boosdoenerij. Zeventig a tach-
tig voetballen van allerlei grootte ontne-
men ze zoo per week den jeugdigen de-
linquenten, ongeveer een gelijk aantal slin-
gertouwen enz.
DE TOESTAND.
Er zal, schrijft de N. R. Crt. nog wat
heen en weer gepraat moeten worden tus
schen de commissie van herstel en de Dait-
sche regeering over de laatste nota
van deze, maar men is nu op den goetien
weg, aan het einde waarvan de Interna
tionale leening uitkomst moet brengen uit
de Duitsche nooden, tot er weer meu-
we komen. Want indien niet alle teekenen
bedriegen, krijgt Duitschland, zoo het zijn
financieele zorgen tegenover de geallieer-
den verlichten kan en de mark, dank zij
het in beginsel reeds vastgestelde de'flatie-
procedc, wat kan stijgen, met een economi-
sche crisis te kampen, die voor ahdere fan-
den dan tegelijk zal eindigen. Onze Ber-
lijnsche oud-correspondent heeft gisteren
in zijn brief over de wederwaardigheden
van een zuigeling de eerste teekenen van
die komende crisis al aangewezen. De voort
durende prijsstijging en de duidelijk waar-
neembare nadering van de Duitsche pro-
ductie-kosten tot de prijzen op de wereld-
markt baren veel zorg, zegt hij. Duitsche
inschrijvingen op de levering van locomo-
tieven aan Roemenie konden al niet met
Amerikaansche concurreeren. In andere be-
drijven die voor het buitenland werken vei>
mindert de omzet, enz. Eenige compen
sate is natuurlijk te verwachten, wat de
plaats te deelen, anders zou ik met plezier
nu reeds handelend optreden."
„Maar je weet er toch wel iets op. Ik
weet maar al te goed, hoeveel gevaar ik
loop. Ik wil heel, heel veel opofferen om
de gevolgen van.... nu laat ik het maar zeg
gen... mijn dwaasheid te ontkoinen. De
helft van haar vermogen en je weet hoe
aanzienlijk dat is."
„Dat weet ik, mijn beste," knikte Guyse.
„En daarom zou het jammer zijn dat for-
tuin te verbrokkelen. En aan die kleine
ingenue is het heelemaal niet besteed.
„En ik dan?" wilde Lady Uvedale weteu
en zjj verhief h aar stem tot een wat men
in 'n minder aristocratische omgeving,
krijschtoon zou noemen. Guyse legde haa:
met een handgebaar het zwijgen op. „Ik
zou dan nog slechter af zijn dan nu."
Haar stem brak.
„Zeker niet. Jij zou, net als ik, het heele
fortuin bezitten, want ik heb jou net zoo
graag als het geld. Ik zou deze afspraak
willen maken: Wij trouwen samen en zoo
krijg ik een allerliefste vrouw en wij dee
len samen alle moeite en zorgen, die het
mij kosten zal om jou uit de perikelen te
helpen. Dat zijn nu de voorwaarden, waar-
onder ik jou mijn diensten aanbied."
Lady Uvedale keek hem eens aan. Vrees
en hebzucht hadden de bovenhand en bc-
vendien meende £ij dat ze slechter kon
doen dan kapitein Guyse tot haar echtge-
noot te kiezen. Hij was een knappe ver-
schijning, een groote, forsche man, die
haar wel aantrok. En bovendien zou hij
haar heel veel angst kunnen besparen. Dat
gaf den doorslag, vooral na zijn levendige
schildering van de gerechtszaal.
(Wordt vervolgd).
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter openbare tennis, dat ter gemeente-
secietarie ter inzage ligt een verzoeli met bijlagen
van CORNELIS MEI.IER te Ter Neuzen, om
VERG TINNING tot bet plaatsen en in wer-
king brengen van een motor tot het malen van
Graan enz., op het perceel kadastraal bekend in
Sectle L, no. 1741.
Op Maandag 12 ,luni a.s., des namiddags drie
uur, zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om
bezwaren tegen de inwiliiging van dit verzoek in
te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe
te ljchten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben.
kunnen gednrende drie daqen, v6or het bovenge-
melde tijdstip, ter secretarie der gemeente kennis
nemen van de terzake ingekonren schrifturen.
De aandaeht van belanghebbenden vyordt er op
gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudence
niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen-
komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden
dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen, ten
einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. ggiS
Ter Neuzen, den 29 Mei 1922. I
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. HUIZINGA.
De Secretaris,
B. 1. ZONNEVULLE.