AL6EBEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Maandag 29 Mei 1922. 70e Jaargang. Bekendmaking'. buTtTnT and. 7305 BINNENLAND. FITJILLETOH. De Patient van dokter Vincent. DE KON1NKLIJKE F AMI LIE NAAR NOORWEGEN. Onder persoonlijk toezidht van den heer F. W. van de Roemer, directeur der Rata- vieriijn, en de hofmaarschalk der Koningin. Jhr. Boreel, is de „Batavier V" voor de Noorsche vacantiereis der Koninldijke fami- lie in orde gebraeht. Er is, deelt het .Hbl mede, geen moeite gespaard, om aan de Ko ningin het besef bij te brengen, dat, zij het voor eenige weken, het stoomschip haar vol- ledig domein is. Alle hutten, die naar den grooten salon voeren, zijn onder leiding van den heer M. P. Mutters volledig uitgebro- ken en opnieuw ingericht voor de nieuwe bestemming. Aan de eene zijde zijn alle hut- ten en suite ingericht voor de prinses en haar speciale opvoedster, freule Sloet, en voorts voor mevrouw Roell en haar dochter, terwijl op het einde van deze huttenreeks Dr. Car- sten, de kinderarts, die de reis meemaakt, een verblijf heeft gevonden, met apotheek als anderzins tip top ingericht. Aan de andere zijde zijn hutten, achter- eenvolgens van den Prins en de Koningin, met toilette, garderobekamer enz. Beide reeksen hutten komen uit in den salon, die onveranderd is gelaten, behoudens dat de meubelen eenigszins zijn versehikt, ten einde een vleugel te kunnen plaatsen. In het benedenschip eerste klasse zijn even- eens alle hutten uitgebroken, teneinde een- persoonsverblijven te kunnen krijgen voor den hertog van Mecklenburg en den schil- der Gorter, benevens de andere leden van het gevolg. De tweede klasse is ingericht voor het bedienend personeel, terwijl voorts aan de ruimen enkele veranderingen zijn aangebracht, in verband met het meevoeren van levensmiddelen. De twee luxe hutten op het bovendek, toegang gevende tot een spe- cialen salon, die Voor huiskamer zal dienst doen, zijn uitgebroken, teneinde aan de Ko ningin aan de eene zijde een werkkamer, aan de andere een schildersatelier te verschaffen. Een deel van het sloependek eindelijk is tot promenadedek gepromoveerd, waar met keu- rige rieten meubelen en tapijten een behoor- lijk en ludhtig zitje is verkregen. De romp van het schip is opnieuw geheel zwart geschilderd met oranje biezen. Bij gebrek aan tijd moest worden afgezien van het aanvankelijk voornemen, aan het schip de witte jachtkleur te geven. Om kwart over zeven Vrijdagavond arri- veerde de Koningin met haar zwager, hertog Adolf van Mecklenburg en Prinses Juliana aan de Boompjes te Rottefdam om zich in te sohepen op de ,,Batavier V". Het hooge ge- zelschap ging onmiddellijk aan boord. De heeren A. G. Kroller en W. F. van de Roemer hadden zich ter ontvangst aan de valreep opgesteld. De Koningin was in die- pen rouw, Prinses juliana droeg een rouw- band om den arm. Aan boord werd de Koningin begroet door burgemeester Zimmerman. Een dochtertje van dr. Cartens bood bloemen aan. Aan de Koningin werd door den heer Krol ler, aan de Prinses door den heer Van de Roemer een in marokijnleder gebonden reis- journaal aangeboden. Dit reisjournaal droeg door HAEDON HILL. (Geautoriseerde Vertaling.) Guyse ging eens na, in hoeverre deze mededeeling hem van nut kon zijn in het zaakje, dat hij nu ter hand had genomen. Dezen zelfden ochtend wilde hij nog een belangrijken stap doen. Over het geheel genomen echter zou hij liever gezien heb ben, dat deze bijomstandigheden zich niet hadden voorgedaan, maar hij geloofde toch niet, dat deze nieuwe verwikkeling hem in den weg zou staan. Hij en Stella waren overeengekomen om hun kennismaking verder af te breken, en waren als goede vrienden gescheiden, en het was niet waar- schijnlijk, dat ze iets wist van het eigenlijk karakter van haar vader of van de firma Guyse, Sleath etc. En zelfs al wist zij alles, dan nog zou Stella Sleath, die hij onder een andeyen naam in, Londen had leereh kennen, hem weinig in den weg leggen. Haar geweten was zeer ruim. Misschien moest ze omgekocht worden, maar dat zou niet zoo heel veel kosten, gezien het aan deel, dat haar vader in deze zaak had. Dat bedacht Guyse allemaal heel vlug, want hij begreep wel, dat het van het hoogste belang was om den kruiperigen Italiaan niet te laten zien, hoezeer de laat- ste mededeeling hem getjroffen had. Hi} dronk zijn kop koffie leeg en stond op. „Dat is dus in orde, Otto, zeide hij. „Je hebt het goed bedoeld, maar je was op een verkeerd spoor. Als fk de schoone Stella weer zie, zullen we geen ruzie samen op de eerste biadzij het volgende opschrift: Batavier V", Dagboek over de reis naar de Noorsche Fjorden, zomer 1922". Op het reis journaal der Koningin was een gestyleerde gekrooode W aangebracht, op dat der Prin ses een gestyleerde gekroonde J. Dadelijk nadat het gezelschap aan boord was, werd de valreep ingehaald, werden de trossen losgegooid en werd de Batavier naar de boei gesleept, waar het schip bij plaats nam, om naar zeemansgebruik, des nachts halfeen, dus als Vrijdag verloopen was, te vertrekken. (Alvorens zich aan boord te begeven. had den Prins Hendrik en hertog Adolf een tochtje door de havens met de Lotos" ge- maakt). NEDERLAND EN BELGIE. In de Belgische Kamey heeft de oud- minister Poullet gesproken over de re- geeringsverklaring van I heunis, waarin de wensch uitgedrukt werd om hartelijke be- trekkingen aan te knoopen met Nederlarid. Er zijn velen in deze Kainer, aldus spreker die, evenals ik, deze uitmuntende wooyden door daden gevolgd wenschen te zien. Wij hebben met genoegen vernomien, dat de onderhandelingen weer aangeknoopt zijn. Men denke trouwens aan de Belgisch-Ne- derlandsche commissie, waarin gezagheb- bende personen van alle partijen samen- werkten en waarvan Beernaert de ziel was. Deze commissie ijverde voor economische financieele en intellectueete toenadering. Politiek was uitgesloten wegens onze neu- traliteit. De oorlog heeft dadelijk bewezen, dat deze goede verstandhouding een eisch is. Wat zou onze toestand geweest zijn, indien Nederland, ongerust door de on- bekookte uitlatingen van een deel onzer pers over annexatie, zich in de armen van Duitschland had geworpen? Denk aan het gevaar, indien Duitschland aldus meester- schap had gekregen met alleen over de havens in de Noordzee, maar ook in de ko- lonien. Stel u het duikbootgevaar voor. Men spreekt over de quaestie der Belgi sche veiligheid. Ik onderschat de belangen niet, maar de tot nu toe aangewende mid- delen leiden niet tot het gewenschte doel. In verb and met het laatste herinnerde Poullet aan de annexionistische drijverijen, die hij schandvlekt. De Fransche gezant in Den Haag, verhaalt Poullet, deed onlangs een studiereis in Nederland en kwam ook te Maastricht. Daar werd hij ontvangen op het stadmtis. De heer Benoist herinnerde aan Neerland's leus „Ik zal handhaven" In zijn woorden lag de veroordeeling van het annexionisme. Poullet besloot, dat Beljgie zijn eer en de rec'ntvaardigheid moet dienen door het aanknoopen van broederlijke betrekkingen met Nederland. Hier in de Kamer, zooals dat ook wel op banketten gebeurt, zijn wij het daarover alien eens, doch buiten komen dan toch tegenstrijdige uitlatingen los. Bij de voortzetting van het debat in de Belgische Kamer over de buitenlandsche politiek zeide de leider van de conserva- tieve groep der Katholieke partij Seghers o. m.:( „Het defensieve verdrag, dat met En- geland zal worden gesioten, zal wellicht dc voorlooper zijn van een Nederlandsch-Bel- gische entente. Onze betrekkingen met Nederland zijn den laatsten tijd zeer verbeterd^ zoodat mag worden ver- wacht, dat men binnenkort in beide landen de noodzakelijkheid zal fnz'ien van een vrien'Cfschappelij'ke overeenkomst, waarbij men elkaars rechten wederzijds.eerbiedigt.' Ook de liberate leider Hymans, oud-Mi- nister van Buitenlandsche Zaken, wijdde enkele woorden aan deze kwestie. Spreker zeide dienaangaande: „Ik heb steeds een solide vriendsChap maken. Dat is allemaal vooroij. Nu moet ik even een briefje schrijven en hoop, dat je er lemand mee kan sturen naar een villa op den Boulevard, „Hei- deoord". Signor Biffa verzekerde, dat zijn oude begunstiger net zooveel boodschaploopers kon krijgen als hij wilde, en dat hij allies zelfs zich in het stof wentelen wilde doen om zijn stommiteit weer goed te maken. „Een is gonoeg", zeide Guyse koytaf. „Luister nog eens even, Otto. Dat briefje is aan een dame en behelst een verzoek aan haar om hier te komen. In welke ka mer kunnen we nu eens ongestoord pra- ten, zonder dat het aanstoot geeft?" „De kleine salon woyd't nooit gebruikt 's morgens, want alle gasten zijn naar het strand," zeide de gerant. „Best. Als de dame dus komt, dan moet je haar in den kleinen salon laten en mij roepen. Ik ben in de rookkamer of in den tuin. Zend nu iemand bij mij; het briefje is dadelijk klaar." Guyse ging aan de schrijftafel zitten, en na de enveloppe geadyesseerd te hebben, schreef hij een paar regels. Toen gaf hi het briefje aan den piccolo, die al stone te wachten. Hij rekte zich uit, geeuwde en drentelde den tuin in, waar hij het zich gemakkelijk maakte. Het was een prachtige zomerdag, en de meeuwen wiekten snel langs den azuur-blauwen hemel. Het ge- krijsch van de vogels herinnerde hem aan een ander gekrijsch, zoo vaak gehoond boven slagvelden. Maar hij schudde die onaangename gedachten van zich af. Voor alsnog was er geen reden voor. Ajls hij, inplaats van te genieten van een verloren half-uurtje den piccolo in de ves tibule was gevolgd, hadden zijn gedachten allicht een andere wending genomen. Sig ior Biffa zatin het glazen hokje, toen de Nederland voor oogen gehouden, en ge- loof, dat de Belgische regeering hetzelfde doet, hetgeen natuurlijk is, waar het hier een nabuurstaat betreft. Maar wij hebben een entente van defensieven aard voorge- steld, vooral met het oog op het „gat van Limburg." Ook hebben wij een nieuwen status voor de Schelde voorgesteld.. Plotse- ling heeft zich echter een hinderpaal voor gedaan, namelijk de Wielingenkwestie. Zoo fang Nederland deze aanspraken op de souvereine rechten van onze temtcriale wa- teren handhaaft, bestaan er belemmeringen voor een toenadering. Ik wil geen com- mentaar geven, maar alleen een feit con- stateeren, dat door den heer Poullet werd verzwegen." Tenslotte gaf de socialistische afgevaar- digde Hublin nog een tpelichting op zijn interrupties van ..Woensdag. De heer Hu- bin, de man van de befaamde interpellate over de Orangisten, heeft zich steeds doen kennen als een bestrijder van de Neder- landsch-Belgische toenadering. Ook nu weer deed hij een onverzoenljjken toon hooren. Spreker erkende, dat de congres- sen der Belgische arbeidspartij zich tegen de annexatie hebben verzet, doch er op, dat zijn partij zich heeft uitgesproken voor internationalisatie der groote rivieren en betoogde ten sjotte, dat ook de Schelde een vrijc rivier moet wor den, (hetgeen, zooals men v/eet, reeds lang het geval is, althans in den zin van bedoel- de resoluties, die alleen Jiet vrije handel£- verkeer in vredestijd beoogen. Mr. H. SMEENGE. Mr. Harm Smeenge is Zaterdag te Am sterdam, ter gelegerrheid van zijn 70sten ver- jaardag, op verschillende wijze gehuldigd voor zijn onvermoeide werkzaamheid op ve- lerlei terrein: de volksontwikkeling in den ruimsten zin, het ambachts en nijverheidson- derwijs, de zorg voor het schipperskind, de belangen van de visscherij, de binnenscheep- vaart, enz. TEGEN DE HOOGE SPOORWEG- T AR1EVEN. Door het lnter-provinciaal comite voor herinvoering van de degressie in het spoorwegreizigerstarief (herinvoering o.a. van kilometerkaarten) is tot de gemeente- besturen in Groningen, Drente, Zeeland en Limburg het verzoek gericht om aan zijn adres aan de 2de Kamer tot hersttel dier degressie, adhaesie te betuigen. Verscheidene gemeentetesturen hebben aan dit verzoek reeds gevolg gegeven. Officieel bericht daarover kwam in van de gemeentebesturen van Zuidbroek, Leens, Uithuizen, Hoogezand, de Wijk, Delfzijl, Marum, Nw. Schans en Veen- dam. "'DE CONFERENT1E TE DEN HAAG. Naar de „Rsb." verneemt is omtrent de huisvesting der verschillende delegaties te 's-Gravenhage nog niets definitiefs beslist, wijl hierover eerst gisteren de besprekingen zouden worden gevoerd met Mr. R. Patijn, die Donderdagavond uit Genua is terugge- keerd. Wel is beslist, dat de verschillende delegaties in de Scheveningsche hotels wor- deft ondergebracht. Voor de buitenlandsche journalisten wordt een speciaal huis ge- huurd, waar extra telefoonleidingen worden aangebracht en verder alle faciliteiten wor den verleend, die voor een vlugge journali- stiek gewenscht zijn. Ook is thans beslist, dat de conferentie in het Vredespaleis gehouden zal worden, waartegen aanvankelijk eenige technische bezwaren bestonden. Wat de bewaking der verschillentjje dele gaties betreft, zeer waarschijnlijk zullen hiervoor geen extra politieversterkingen worden gerequireerd. Men meent met eigen politie de veiligheid veel beter te kunnen ga- randeeren. DE TABAKSWET. Te Eindhoven heeft een vergadering van sigarenfabrikanten plaats gehad, waariri ook het Tweede Kamerlid de heer J. J. Wintermans aanwezig was. De bespreking liep in hoofdzaak over art. 11 der Tabaks- wet inzake de onmiddellijke betaling van banderoles en zegels. Een der fabrikanten die het iniatief tot de vergadering had ge nomen, was reeds eerder met den heer Wintermans in verbinding getreden over de mogelijkheid, dat de Minister de bandero les en zegels op crediet zou verkrijgbaar stellen. Hierover heeft de heer Winter mans met den Minister gecorrespondeerd de Minister had geantwoord, dat voorloo- pig 50 pet. crediet op de in ontvangst genomen banderoles zal verleend worden. De vergadering nam hiervan met genoegen kennis, doch getracht zal worden, het cre- dietpercentage hooger te doen opvoeren of de zegels in depot te ontvangen, met maandelijksche verrekening van het ver- bruik, zooals in Duitschland. Mr. F. J. M. A. REECKERS t- Zaterdag is in den ouderdom van bijna 80 jaar overleden de nestor der Eerste Ka mer en een harer meest geziene en be- kwame leden: mr. F. J. M. A. Reekers'r De heer Reekers had een langdurige po- litieke loopbaan achter zich. Den 8sten November 1921 heeft de voorzitter der Eerste Kamer, wiens plaats hij in de laat ste vergaderingen tijdens diens ongesteld- heid nog heeft ingenomen, zijn 25-jarig jubileum als lid der Kamer herdaclft. Daar- voor was hij zestien jaren (18781894) lid van de Tweede Kamer geweest In zijn woonplaats Amsterdam heeft Mr. Reekers zitting gehad in den gemeenteyaad en kor- ten tijd was hij ook wethouder. Hij be- hoorde tot de Roomsch-fKatholieke Staats- partij. (Al trad de heer Reekers in den laatsten tijd bij het klimmen van de jaren eenigs zins op den achtergrond, men mocht hem als spreker gaarne hooren. Hij had altijd iets kernachtigs in zich. Als een krom- gegroeide knoestige eik, dien de wind van zijn stemgeluid deed kraken, zoo stond hij in zijn ouderdom nog in zijn bank, als hij het woord voerde. Er waren weinig le den, wier ernst zoo in de eerste plaats uit hun redevoeringen sprak. Het was een po- litieke figuur in den goeden zin van het woord en zijn invloed strekte zich tot bui ten zijn fractie uit. De heer Reekers was den 6den Juni 1842 geboren, studeerde te Amsterdam en promoveerde in 1867 te Utrecht. In de Eerste Kamer had Fjij zitting voor Gelderland, in de Tweede Kamer voor Haarlemmermeer. Verder heeft hij o.m. deel uitgemaakt van de Staatscommissie voor Grondwetsherziening van 1910. Aan de voorstellen inzake de Grondwetsherzie ning van minister Ruys de Beerenbrouck was ook zijn laatste redevoering van 19 April gewijd. DE TOESTAND. Wanneer de termijn (ditmaal 31 Mei) na- dert binnen welken een ultimatum van de gealiieerdeg aan het Duitsche rijk ver- strijkt, pleegt het niet alleen tusschen Fin- geland en Frankrijk, maar ook te Berlijn in den boezem van de Duitsche regeering te „kriseln". schrijft de N. R.. Crt. D< wereld is gaandeweg zoo aan het verschijn- sel gewend geraakt, dat niemand meer de schrik om het hart slaat. Wij gaan daarotn piccolo de koffiekamer uitkwam, en wenkte den jongen zwijgend bij zich. Een oogen- blik nam hij den brief van Guyse op, toen gaf hij hem weer aan den jongen met het bevel zich zooveel mogelijk te haasten. Signor Biffa wendde een absolute onverschilligheid voor, toen Guyse langs hem heen naar buiten drentelde. Maar toen grepen zijn magere, bruine vingers haastig naar den telephoonhoorn. ;,Mijnheer Sleath, woonhuis?" vroeg hij, toen hij verbinding gekregen had. „Ja", was het antwoord. „Is juffrouw Sleath thuis?" „Daar spreekt u mee." „Goeden morgen, Signora. U spreekt met Otto Bifaf. Weet u, dat ik de eer heb kapitein Guyse te huisvesten al sedert drie dagen?" „Ik wist ten minste, dat hij in Rock- haven was", kwam voorzichtig het ant woord. ,,En omdat het niets voor hem is om in een van die vuile pensions hieM te gaan, begree pik, dat hij in het hotel zou zijn. Ik heb er anders niet hard over getobd.. We zijn al lang heel vriendschap- pelijk gescheiden. Je kunt hier heusch: geen kwaad brouwen, rakkerd." „Wat zegt u daar? Kwaad," klonk het verontwaardigd. „Ik Otto Biffa, wilde u, wat je noemt, een dienst bewijzen, een dienst aan de dame, die ik zoo bewondetrt Ik dacht, dat het u wel zou inteitesseeren wat of de kapitein hier in dit gat uitvoert. Hij komt hier niet om schelpjes te zoeken geloof dat maar vrij, Signora." „Zoo iets bespottelijks denk ik ook niet. Jij schijnt te branden van verlangen om te vertellen, wat hij hier uitvoert, en aange- zien ik dadelijk moet afbellen, deedt je beter te zeggen wat je op |iet hart hebt, al kan het mij geen zier schelen." „Hij heeft zooeven een briefje aan Lady Uvedale gestuurd pm haar te vragen hier bij hem te komen. Ik ken die dame van a an zien een mooie vrouw, maar geen aristocrate. Verieden week is ze een keer of vijf in het hotel geweest en heeft cognac en likeur gedronken^ terwijl ze de kranten las." Stella Sleath gaf nu niet zoo gauw ale den vorigen keer antwoord pn terwijl hij wachtte, vertoonde zich een breede grijns over het gelaat van Signor Biffa. „Byavo Otto. Je maakt bergen van mols- hoopen," klonk het eindelijk spottend. „Dank je wef hoor. Bonjour." Maar Signor Biffa bleef heel opgewekt kijken, toen hij den hooyn weer op de haak hing.. „Dat heeft 't 'm gedaan", mom^elde hij in het Engelsch, want hij bleef altijd trouw aan de taal van zijn tweede vadeyland. „Als we nou maar onzen tijd afwachten, dan kunnen we nog wel eens een aardig- heidje zien gebeuren." HOOFDSTUK XV. In het kleine salon. Het kleine salon in het hotel te Rock- haven zoo genoemd ter onderscheiding van het reusachtige vertrek, waar de dames na het diner samenkwamen werd bijna uitsluitend door de hotelgasten gebruikt om hun kennissen van buitenaf te ontvah- gen. Anders werd er weinig gebruik van gemaakt, want het lag aan den achterkant van het hotel en zag niet uit op de zee. Een uurtje nadat het briefje van kapi tein Guyse was weggebracht, werd Lady Uvedale in dit vertrek gelaten door Signor Biffa in hoogsteigen persoon. Na een oogenblik wachtens voegde de kapitein zich bij haar, ze stond snel op, toen ze hem zag, en fluistexrie opgewonden, kla- gend: „Walter, dat voorspelt niets goeds. vermoedelijk veilig als wij evenmin geloo- ven, dat de Franschen na 31 Mei dade lijk het Roergebied zullen binnenrukken als dat te Berlijn de regeering overboord gaat en het Duitsche Rijk het schouwspel te zien zal geven van een tijdelijk ont- redderd schip, waarvan niemand het roer wil overnemen. Wat de crisis in de Entente betreft, zij is nog geenszins acuut, want te Parijs moet de commissie van herslteH nog verslag uitbrengen over hare onder- hande'ingen met de ver egenwoordigers der Duitsche regeering, Hermes en Bergmann, en verder i s er bericht, dat er een nieuwe ontmoeting tusschen Lloyd George en Poin- care in het begin van de volgende maand in de maak is. Men behoeft dus nog niet ongeduldig of bezorgd te zijn, te meer omdat men zich te Parijs er ook terdege rekenschap van zal geven, dat een zelfstan- dige ganctie-politiek tegen Duitschland voorloopig de laatste restjes van de goede. verstandhouding tusschen Engeland en Frankrijk zou wegvagen en tegelijk' ook de veelbelovende Parijsche onderhan delingen van vertegenwoordigers der haute finance over .een internationale leening aan Duitschland te niet zou doen. Het cri- sisje te Berlijn kwam of komt beer op een verschil van meening tusschen rijkskan- gelier Wirth en Hermes, den rijksminister van financien, over de voorloopige afspra- ken, die de laatste met de commissie van herstel heeft gemaakt. Het paradoxale ge- val doet zich hierbij1 voor, dat Wirth, die als lid van het centrum in die partij links staat en altijd de nakoming van Duitsch- land's verplichtingen heeft willen nastre- ven, in oppositie is gekomen, met Hey- mes, een man van den rechtervleugel van het centrum, den favoriet van de groote Duitsche industrie en geen al te geest- driftig aanhanger van Wirth's program te- genover de Entente. Wirth heeft echter dit program altijd gebaseerd op de mogelijk heid voor Duitschland om zijn verplichtin gen gestand te doen en juist ten opzichte van die mogelijkheid is, in verband met de voorloopige afspraken van Hermes, twijt'el bij hem gerezen. Hermes wil de geal- lieerden blijkbaar een eind tegemoet ko men op het stuk van nieuwe belastingen, de besnoeii'ng van te vermijden uitgaven enz. en Wirth meent dat men ten aanzien van de belastbaarheid van het volk de grens bereikt heeft De meerderheid van de leden van het rijksministerie schijnt aan den kant van Hermes te staan, omdat zij dezen steunen Jn de opvatting, dat men er alles op moet zetten om in de schade- vergoedingkwestie eindelijk tot een schap- pelijk vergelijk en uit de onzekerheid van de ultimatum-politiek te komen. Daar nu de Germania, het orgaan van het centrum1, aanneemt dat het verschil tusschen beide oewfndslieden van haar partij in der minne geschikt zal worden, mag men hoop hou- den, dat er geen ernstige jxditieke crisis uit voort zal komen. Trouwens wordt al de uitweg genoemd, dat men de vetzwa- ringen van de belastingen zal kunneh ver mijden door meevallers uit de opbrengst van de reeds bestaande en het aangaan van binnenlandsche leeningeh. Het tot- standkomen van de nieuwe regeling zal, naar de algemeene verwachting, samen- vallen met een verlenging van het voorloo pige, aan Duitschland verleende morato rium. TER NEUZEN, 29 MEI 1922. GEMEENTERAAD. In de op a.s. Donderdag 1 Juni, des na- middags 2 uur te houaen openbare vergade ring van den gemeenteraad, komen de vol gende punteri in behandeling: 1. Notulen. 2. Ingekomen stukken. 3. Voorstel van Burg, en Weth. om medewerking te weigeren aan den Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente, die een school of gelden en terrein verzoekt beschikbaar te stellen. 4. Benoeming van een oniderwijzeres aan school D. 5. Voorstel van Burg, en Weth. om gun- stig te besohikken op het verzoek van Waarom ben je hier in Rockhaven? En me dan nog zoo'n dringende boodschap te zenden. Dat deed de maat overloopen dat was de laatste druppel. Het was eigen lijk niet eens meer noodig om mij te ver tellen, dat onze plannen waren spaak ge- loopen, want ze wordt iederen dajj sterker en gezonder en heeft zelfs een aanbidder gevonden of liever gezegd een vroegere aanbidder van haar is weer komen opdui- ken. E)n ik had toch zoo Vast op jou ven tre uwd." Guyse nam haar keurig-geganteerd handje in de zijne en leidde zijn zenuwach- tige bezoekster naar haar stoel terug. Toen ging hij naar het raam en sloot het ge- ruischloos. „Ik zal niet ontkennen, dat er iets in de war is geloopen," zeide zij, weer naar haar toekomend en zijn stoel dicht genoeg bij den haren trekkend om1 een zeer ver- trouwelijk gesprek mogelijk te maken. „Maar mislukt is er nog niets en dat zal ook niet gebeuren, als ik maar mijn gang mag gaan. Eer ik echter verder ga, moet ik je mijn excuses aanbieden vooy mijn schijnbare onbeleefdheid, namelijk om jou hier te laten komen. Dat moet jou wel hoogst vreemd hebben toegeschenen, maar ik dacht, dat het misschien moeilijk zou zijn om je alleen te spreken in jouw pen sion." (Wordt vervolgd.) COURANT De Durgemee9ter der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering van den Gemeenteraad zal worden gehouden op nonderdag 4 .1 mi" 1828. des na- middags 2 uur. Ter Neuzen, den 27 Mei 1922. De Bnrgemeester voornoemd, J. HUIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1