AL6EBEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Maandag 29 Mei 1922.
70e Jaargang.
Bekendmaking'.
buTtTnT and.
7305
BINNENLAND.
FITJILLETOH.
De Patient van dokter
Vincent.
DE KON1NKLIJKE F AMI LIE NAAR
NOORWEGEN.
Onder persoonlijk toezidht van den heer
F. W. van de Roemer, directeur der Rata-
vieriijn, en de hofmaarschalk der Koningin.
Jhr. Boreel, is de „Batavier V" voor de
Noorsche vacantiereis der Koninldijke fami-
lie in orde gebraeht. Er is, deelt het .Hbl
mede, geen moeite gespaard, om aan de Ko
ningin het besef bij te brengen, dat, zij het
voor eenige weken, het stoomschip haar vol-
ledig domein is. Alle hutten, die naar den
grooten salon voeren, zijn onder leiding van
den heer M. P. Mutters volledig uitgebro-
ken en opnieuw ingericht voor de nieuwe
bestemming. Aan de eene zijde zijn alle hut-
ten en suite ingericht voor de prinses en haar
speciale opvoedster, freule Sloet, en voorts
voor mevrouw Roell en haar dochter, terwijl
op het einde van deze huttenreeks Dr. Car-
sten, de kinderarts, die de reis meemaakt,
een verblijf heeft gevonden, met apotheek als
anderzins tip top ingericht.
Aan de andere zijde zijn hutten, achter-
eenvolgens van den Prins en de Koningin,
met toilette, garderobekamer enz. Beide
reeksen hutten komen uit in den salon, die
onveranderd is gelaten, behoudens dat de
meubelen eenigszins zijn versehikt, ten einde
een vleugel te kunnen plaatsen.
In het benedenschip eerste klasse zijn even-
eens alle hutten uitgebroken, teneinde een-
persoonsverblijven te kunnen krijgen voor
den hertog van Mecklenburg en den schil-
der Gorter, benevens de andere leden van
het gevolg. De tweede klasse is ingericht
voor het bedienend personeel, terwijl voorts
aan de ruimen enkele veranderingen zijn
aangebracht, in verband met het meevoeren
van levensmiddelen. De twee luxe hutten op
het bovendek, toegang gevende tot een spe-
cialen salon, die Voor huiskamer zal dienst
doen, zijn uitgebroken, teneinde aan de Ko
ningin aan de eene zijde een werkkamer, aan
de andere een schildersatelier te verschaffen.
Een deel van het sloependek eindelijk is tot
promenadedek gepromoveerd, waar met keu-
rige rieten meubelen en tapijten een behoor-
lijk en ludhtig zitje is verkregen.
De romp van het schip is opnieuw geheel
zwart geschilderd met oranje biezen. Bij
gebrek aan tijd moest worden afgezien van
het aanvankelijk voornemen, aan het schip
de witte jachtkleur te geven.
Om kwart over zeven Vrijdagavond arri-
veerde de Koningin met haar zwager, hertog
Adolf van Mecklenburg en Prinses Juliana
aan de Boompjes te Rottefdam om zich in te
sohepen op de ,,Batavier V". Het hooge ge-
zelschap ging onmiddellijk aan boord.
De heeren A. G. Kroller en W. F. van de
Roemer hadden zich ter ontvangst aan de
valreep opgesteld. De Koningin was in die-
pen rouw, Prinses juliana droeg een rouw-
band om den arm.
Aan boord werd de Koningin begroet door
burgemeester Zimmerman. Een dochtertje
van dr. Cartens bood bloemen aan.
Aan de Koningin werd door den heer Krol
ler, aan de Prinses door den heer Van de
Roemer een in marokijnleder gebonden reis-
journaal aangeboden. Dit reisjournaal droeg
door
HAEDON HILL.
(Geautoriseerde Vertaling.)
Guyse ging eens na, in hoeverre deze
mededeeling hem van nut kon zijn in het
zaakje, dat hij nu ter hand had genomen.
Dezen zelfden ochtend wilde hij nog een
belangrijken stap doen. Over het geheel
genomen echter zou hij liever gezien heb
ben, dat deze bijomstandigheden zich niet
hadden voorgedaan, maar hij geloofde toch
niet, dat deze nieuwe verwikkeling hem
in den weg zou staan. Hij en Stella waren
overeengekomen om hun kennismaking
verder af te breken, en waren als goede
vrienden gescheiden, en het was niet waar-
schijnlijk, dat ze iets wist van het eigenlijk
karakter van haar vader of van de firma
Guyse, Sleath etc. En zelfs al wist zij alles,
dan nog zou Stella Sleath, die hij onder
een andeyen naam in, Londen had leereh
kennen, hem weinig in den weg leggen.
Haar geweten was zeer ruim. Misschien
moest ze omgekocht worden, maar dat zou
niet zoo heel veel kosten, gezien het aan
deel, dat haar vader in deze zaak had.
Dat bedacht Guyse allemaal heel vlug,
want hij begreep wel, dat het van het
hoogste belang was om den kruiperigen
Italiaan niet te laten zien, hoezeer de laat-
ste mededeeling hem getjroffen had. Hi}
dronk zijn kop koffie leeg en stond op.
„Dat is dus in orde, Otto, zeide hij.
„Je hebt het goed bedoeld, maar je was
op een verkeerd spoor. Als fk de schoone
Stella weer zie, zullen we geen ruzie samen
op de eerste biadzij het volgende opschrift:
Batavier V", Dagboek over de reis naar de
Noorsche Fjorden, zomer 1922". Op het reis
journaal der Koningin was een gestyleerde
gekrooode W aangebracht, op dat der Prin
ses een gestyleerde gekroonde J.
Dadelijk nadat het gezelschap aan boord
was, werd de valreep ingehaald, werden de
trossen losgegooid en werd de Batavier
naar de boei gesleept, waar het schip bij
plaats nam, om naar zeemansgebruik, des
nachts halfeen, dus als Vrijdag verloopen
was, te vertrekken.
(Alvorens zich aan boord te begeven. had
den Prins Hendrik en hertog Adolf een
tochtje door de havens met de Lotos" ge-
maakt).
NEDERLAND EN BELGIE.
In de Belgische Kamey heeft de oud-
minister Poullet gesproken over de re-
geeringsverklaring van I heunis, waarin de
wensch uitgedrukt werd om hartelijke be-
trekkingen aan te knoopen met Nederlarid.
Er zijn velen in deze Kainer, aldus spreker
die, evenals ik, deze uitmuntende wooyden
door daden gevolgd wenschen te zien. Wij
hebben met genoegen vernomien, dat de
onderhandelingen weer aangeknoopt zijn.
Men denke trouwens aan de Belgisch-Ne-
derlandsche commissie, waarin gezagheb-
bende personen van alle partijen samen-
werkten en waarvan Beernaert de ziel was.
Deze commissie ijverde voor economische
financieele en intellectueete toenadering.
Politiek was uitgesloten wegens onze neu-
traliteit. De oorlog heeft dadelijk bewezen,
dat deze goede verstandhouding een eisch
is. Wat zou onze toestand geweest zijn,
indien Nederland, ongerust door de on-
bekookte uitlatingen van een deel onzer
pers over annexatie, zich in de armen van
Duitschland had geworpen? Denk aan het
gevaar, indien Duitschland aldus meester-
schap had gekregen met alleen over de
havens in de Noordzee, maar ook in de ko-
lonien. Stel u het duikbootgevaar voor.
Men spreekt over de quaestie der Belgi
sche veiligheid. Ik onderschat de belangen
niet, maar de tot nu toe aangewende mid-
delen leiden niet tot het gewenschte doel.
In verb and met het laatste herinnerde
Poullet aan de annexionistische drijverijen,
die hij schandvlekt. De Fransche gezant in
Den Haag, verhaalt Poullet, deed onlangs
een studiereis in Nederland en kwam ook
te Maastricht. Daar werd hij ontvangen op
het stadmtis. De heer Benoist herinnerde
aan Neerland's leus „Ik zal handhaven"
In zijn woorden lag de veroordeeling van
het annexionisme.
Poullet besloot, dat Beljgie zijn eer en
de rec'ntvaardigheid moet dienen door het
aanknoopen van broederlijke betrekkingen
met Nederland. Hier in de Kamer, zooals
dat ook wel op banketten gebeurt, zijn wij
het daarover alien eens, doch buiten komen
dan toch tegenstrijdige uitlatingen los.
Bij de voortzetting van het debat in de
Belgische Kamer over de buitenlandsche
politiek zeide de leider van de conserva-
tieve groep der Katholieke partij Seghers
o. m.:(
„Het defensieve verdrag, dat met En-
geland zal worden gesioten, zal wellicht dc
voorlooper zijn van een Nederlandsch-Bel-
gische entente. Onze betrekkingen
met Nederland zijn den laatsten tijd
zeer verbeterd^ zoodat mag worden ver-
wacht, dat men binnenkort in beide landen
de noodzakelijkheid zal fnz'ien van een
vrien'Cfschappelij'ke overeenkomst, waarbij
men elkaars rechten wederzijds.eerbiedigt.'
Ook de liberate leider Hymans, oud-Mi-
nister van Buitenlandsche Zaken, wijdde
enkele woorden aan deze kwestie. Spreker
zeide dienaangaande:
„Ik heb steeds een solide vriendsChap
maken. Dat is allemaal vooroij. Nu moet
ik even een briefje schrijven en
hoop, dat je er lemand mee kan sturen
naar een villa op den Boulevard, „Hei-
deoord".
Signor Biffa verzekerde, dat zijn oude
begunstiger net zooveel boodschaploopers
kon krijgen als hij wilde, en dat hij allies
zelfs zich in het stof wentelen wilde
doen om zijn stommiteit weer goed te
maken.
„Een is gonoeg", zeide Guyse koytaf.
„Luister nog eens even, Otto. Dat briefje
is aan een dame en behelst een verzoek
aan haar om hier te komen. In welke ka
mer kunnen we nu eens ongestoord pra-
ten, zonder dat het aanstoot geeft?"
„De kleine salon woyd't nooit gebruikt
's morgens, want alle gasten zijn naar het
strand," zeide de gerant.
„Best. Als de dame dus komt, dan moet
je haar in den kleinen salon laten en mij
roepen. Ik ben in de rookkamer of in den
tuin. Zend nu iemand bij mij; het briefje
is dadelijk klaar."
Guyse ging aan de schrijftafel zitten, en
na de enveloppe geadyesseerd te hebben,
schreef hij een paar regels. Toen gaf hi
het briefje aan den piccolo, die al stone
te wachten. Hij rekte zich uit, geeuwde
en drentelde den tuin in, waar hij het zich
gemakkelijk maakte. Het was een prachtige
zomerdag, en de meeuwen wiekten snel
langs den azuur-blauwen hemel. Het ge-
krijsch van de vogels herinnerde hem aan
een ander gekrijsch, zoo vaak gehoond
boven slagvelden. Maar hij schudde die
onaangename gedachten van zich af. Voor
alsnog was er geen reden voor.
Ajls hij, inplaats van te genieten van een
verloren half-uurtje den piccolo in de ves
tibule was gevolgd, hadden zijn gedachten
allicht een andere wending genomen. Sig
ior Biffa zatin het glazen hokje, toen de
Nederland voor oogen gehouden, en ge-
loof, dat de Belgische regeering hetzelfde
doet, hetgeen natuurlijk is, waar het hier
een nabuurstaat betreft. Maar wij hebben
een entente van defensieven aard voorge-
steld, vooral met het oog op het „gat van
Limburg." Ook hebben wij een nieuwen
status voor de Schelde voorgesteld.. Plotse-
ling heeft zich echter een hinderpaal voor
gedaan, namelijk de Wielingenkwestie. Zoo
fang Nederland deze aanspraken op de
souvereine rechten van onze temtcriale wa-
teren handhaaft, bestaan er belemmeringen
voor een toenadering. Ik wil geen com-
mentaar geven, maar alleen een feit con-
stateeren, dat door den heer Poullet werd
verzwegen."
Tenslotte gaf de socialistische afgevaar-
digde Hublin nog een tpelichting op zijn
interrupties van ..Woensdag. De heer Hu-
bin, de man van de befaamde interpellate
over de Orangisten, heeft zich steeds doen
kennen als een bestrijder van de Neder-
landsch-Belgische toenadering. Ook nu
weer deed hij een onverzoenljjken toon
hooren. Spreker erkende, dat de congres-
sen der Belgische arbeidspartij zich tegen
de annexatie hebben verzet, doch
er op, dat zijn partij zich heeft
uitgesproken voor internationalisatie der
groote rivieren en betoogde ten sjotte, dat
ook de Schelde een vrijc rivier moet wor
den, (hetgeen, zooals men v/eet, reeds lang
het geval is, althans in den zin van bedoel-
de resoluties, die alleen Jiet vrije handel£-
verkeer in vredestijd beoogen.
Mr. H. SMEENGE.
Mr. Harm Smeenge is Zaterdag te Am
sterdam, ter gelegerrheid van zijn 70sten ver-
jaardag, op verschillende wijze gehuldigd
voor zijn onvermoeide werkzaamheid op ve-
lerlei terrein: de volksontwikkeling in den
ruimsten zin, het ambachts en nijverheidson-
derwijs, de zorg voor het schipperskind, de
belangen van de visscherij, de binnenscheep-
vaart, enz.
TEGEN DE HOOGE SPOORWEG-
T AR1EVEN.
Door het lnter-provinciaal comite voor
herinvoering van de degressie in het
spoorwegreizigerstarief (herinvoering o.a.
van kilometerkaarten) is tot de gemeente-
besturen in Groningen, Drente, Zeeland
en Limburg het verzoek gericht om aan
zijn adres aan de 2de Kamer tot hersttel
dier degressie, adhaesie te betuigen.
Verscheidene gemeentetesturen hebben
aan dit verzoek reeds gevolg gegeven.
Officieel bericht daarover kwam in van
de gemeentebesturen van Zuidbroek,
Leens, Uithuizen, Hoogezand, de Wijk,
Delfzijl, Marum, Nw. Schans en Veen-
dam.
"'DE CONFERENT1E TE DEN HAAG.
Naar de „Rsb." verneemt is omtrent de
huisvesting der verschillende delegaties te
's-Gravenhage nog niets definitiefs beslist,
wijl hierover eerst gisteren de besprekingen
zouden worden gevoerd met Mr. R. Patijn,
die Donderdagavond uit Genua is terugge-
keerd. Wel is beslist, dat de verschillende
delegaties in de Scheveningsche hotels wor-
deft ondergebracht. Voor de buitenlandsche
journalisten wordt een speciaal huis ge-
huurd, waar extra telefoonleidingen worden
aangebracht en verder alle faciliteiten wor
den verleend, die voor een vlugge journali-
stiek gewenscht zijn.
Ook is thans beslist, dat de conferentie in
het Vredespaleis gehouden zal worden,
waartegen aanvankelijk eenige technische
bezwaren bestonden.
Wat de bewaking der verschillentjje dele
gaties betreft, zeer waarschijnlijk zullen
hiervoor geen extra politieversterkingen
worden gerequireerd. Men meent met eigen
politie de veiligheid veel beter te kunnen ga-
randeeren.
DE TABAKSWET.
Te Eindhoven heeft een vergadering van
sigarenfabrikanten plaats gehad, waariri
ook het Tweede Kamerlid de heer J. J.
Wintermans aanwezig was. De bespreking
liep in hoofdzaak over art. 11 der Tabaks-
wet inzake de onmiddellijke betaling van
banderoles en zegels. Een der fabrikanten
die het iniatief tot de vergadering had ge
nomen, was reeds eerder met den heer
Wintermans in verbinding getreden over de
mogelijkheid, dat de Minister de bandero
les en zegels op crediet zou verkrijgbaar
stellen. Hierover heeft de heer Winter
mans met den Minister gecorrespondeerd
de Minister had geantwoord, dat voorloo-
pig 50 pet. crediet op de in ontvangst
genomen banderoles zal verleend worden.
De vergadering nam hiervan met genoegen
kennis, doch getracht zal worden, het cre-
dietpercentage hooger te doen opvoeren
of de zegels in depot te ontvangen, met
maandelijksche verrekening van het ver-
bruik, zooals in Duitschland.
Mr. F. J. M. A. REECKERS t-
Zaterdag is in den ouderdom van bijna
80 jaar overleden de nestor der Eerste Ka
mer en een harer meest geziene en be-
kwame leden: mr. F. J. M. A. Reekers'r
De heer Reekers had een langdurige po-
litieke loopbaan achter zich. Den 8sten
November 1921 heeft de voorzitter der
Eerste Kamer, wiens plaats hij in de laat
ste vergaderingen tijdens diens ongesteld-
heid nog heeft ingenomen, zijn 25-jarig
jubileum als lid der Kamer herdaclft. Daar-
voor was hij zestien jaren (18781894) lid
van de Tweede Kamer geweest In zijn
woonplaats Amsterdam heeft Mr. Reekers
zitting gehad in den gemeenteyaad en kor-
ten tijd was hij ook wethouder. Hij be-
hoorde tot de Roomsch-fKatholieke Staats-
partij.
(Al trad de heer Reekers in den laatsten
tijd bij het klimmen van de jaren eenigs
zins op den achtergrond, men mocht hem
als spreker gaarne hooren. Hij had altijd
iets kernachtigs in zich. Als een krom-
gegroeide knoestige eik, dien de wind van
zijn stemgeluid deed kraken, zoo stond
hij in zijn ouderdom nog in zijn bank, als
hij het woord voerde. Er waren weinig le
den, wier ernst zoo in de eerste plaats uit
hun redevoeringen sprak. Het was een po-
litieke figuur in den goeden zin van het
woord en zijn invloed strekte zich tot bui
ten zijn fractie uit.
De heer Reekers was den 6den Juni
1842 geboren, studeerde te Amsterdam en
promoveerde in 1867 te Utrecht.
In de Eerste Kamer had Fjij zitting voor
Gelderland, in de Tweede Kamer voor
Haarlemmermeer. Verder heeft hij o.m.
deel uitgemaakt van de Staatscommissie
voor Grondwetsherziening van 1910. Aan
de voorstellen inzake de Grondwetsherzie
ning van minister Ruys de Beerenbrouck
was ook zijn laatste redevoering van 19
April gewijd.
DE TOESTAND.
Wanneer de termijn (ditmaal 31 Mei) na-
dert binnen welken een ultimatum van de
gealiieerdeg aan het Duitsche rijk ver-
strijkt, pleegt het niet alleen tusschen Fin-
geland en Frankrijk, maar ook te Berlijn
in den boezem van de Duitsche regeering
te „kriseln". schrijft de N. R.. Crt. D<
wereld is gaandeweg zoo aan het verschijn-
sel gewend geraakt, dat niemand meer de
schrik om het hart slaat. Wij gaan daarotn
piccolo de koffiekamer uitkwam, en wenkte
den jongen zwijgend bij zich. Een oogen-
blik nam hij den brief van Guyse op,
toen gaf hij hem weer aan den jongen
met het bevel zich zooveel mogelijk te
haasten. Signor Biffa wendde een absolute
onverschilligheid voor, toen Guyse langs
hem heen naar buiten drentelde. Maar
toen grepen zijn magere, bruine vingers
haastig naar den telephoonhoorn.
;,Mijnheer Sleath, woonhuis?" vroeg hij,
toen hij verbinding gekregen had.
„Ja", was het antwoord.
„Is juffrouw Sleath thuis?"
„Daar spreekt u mee."
„Goeden morgen, Signora. U spreekt
met Otto Bifaf. Weet u, dat ik de eer heb
kapitein Guyse te huisvesten al sedert drie
dagen?"
„Ik wist ten minste, dat hij in Rock-
haven was", kwam voorzichtig het ant
woord. ,,En omdat het niets voor hem is
om in een van die vuile pensions hieM
te gaan, begree pik, dat hij in het hotel
zou zijn. Ik heb er anders niet hard over
getobd.. We zijn al lang heel vriendschap-
pelijk gescheiden. Je kunt hier heusch:
geen kwaad brouwen, rakkerd."
„Wat zegt u daar? Kwaad," klonk het
verontwaardigd. „Ik Otto Biffa, wilde u,
wat je noemt, een dienst bewijzen, een
dienst aan de dame, die ik zoo bewondetrt
Ik dacht, dat het u wel zou inteitesseeren
wat of de kapitein hier in dit gat uitvoert.
Hij komt hier niet om schelpjes te zoeken
geloof dat maar vrij, Signora."
„Zoo iets bespottelijks denk ik ook niet.
Jij schijnt te branden van verlangen om te
vertellen, wat hij hier uitvoert, en aange-
zien ik dadelijk moet afbellen, deedt je
beter te zeggen wat je op |iet hart hebt,
al kan het mij geen zier schelen."
„Hij heeft zooeven een briefje aan Lady
Uvedale gestuurd pm haar te vragen hier
bij hem te komen. Ik ken die dame van
a an zien een mooie vrouw, maar geen
aristocrate. Verieden week is ze een keer
of vijf in het hotel geweest en heeft cognac
en likeur gedronken^ terwijl ze de kranten
las."
Stella Sleath gaf nu niet zoo gauw ale
den vorigen keer antwoord pn terwijl hij
wachtte, vertoonde zich een breede grijns
over het gelaat van Signor Biffa.
„Byavo Otto. Je maakt bergen van mols-
hoopen," klonk het eindelijk spottend.
„Dank je wef hoor. Bonjour."
Maar Signor Biffa bleef heel opgewekt
kijken, toen hij den hooyn weer op de
haak hing..
„Dat heeft 't 'm gedaan", mom^elde hij
in het Engelsch, want hij bleef altijd trouw
aan de taal van zijn tweede vadeyland.
„Als we nou maar onzen tijd afwachten,
dan kunnen we nog wel eens een aardig-
heidje zien gebeuren."
HOOFDSTUK XV.
In het kleine salon.
Het kleine salon in het hotel te Rock-
haven zoo genoemd ter onderscheiding
van het reusachtige vertrek, waar de dames
na het diner samenkwamen werd bijna
uitsluitend door de hotelgasten gebruikt
om hun kennissen van buitenaf te ontvah-
gen. Anders werd er weinig gebruik van
gemaakt, want het lag aan den achterkant
van het hotel en zag niet uit op de zee.
Een uurtje nadat het briefje van kapi
tein Guyse was weggebracht, werd Lady
Uvedale in dit vertrek gelaten door Signor
Biffa in hoogsteigen persoon. Na een
oogenblik wachtens voegde de kapitein
zich bij haar, ze stond snel op, toen ze
hem zag, en fluistexrie opgewonden, kla-
gend:
„Walter, dat voorspelt niets goeds.
vermoedelijk veilig als wij evenmin geloo-
ven, dat de Franschen na 31 Mei dade
lijk het Roergebied zullen binnenrukken
als dat te Berlijn de regeering overboord
gaat en het Duitsche Rijk het schouwspel
te zien zal geven van een tijdelijk ont-
redderd schip, waarvan niemand het roer
wil overnemen. Wat de crisis in de Entente
betreft, zij is nog geenszins acuut, want
te Parijs moet de commissie van herslteH
nog verslag uitbrengen over hare onder-
hande'ingen met de ver egenwoordigers der
Duitsche regeering, Hermes en Bergmann,
en verder i s er bericht, dat er een nieuwe
ontmoeting tusschen Lloyd George en Poin-
care in het begin van de volgende maand
in de maak is. Men behoeft dus nog niet
ongeduldig of bezorgd te zijn, te meer
omdat men zich te Parijs er ook terdege
rekenschap van zal geven, dat een zelfstan-
dige ganctie-politiek tegen Duitschland
voorloopig de laatste restjes van de goede.
verstandhouding tusschen Engeland
en Frankrijk zou wegvagen en tegelijk'
ook de veelbelovende Parijsche onderhan
delingen van vertegenwoordigers der haute
finance over .een internationale leening aan
Duitschland te niet zou doen. Het cri-
sisje te Berlijn kwam of komt beer op een
verschil van meening tusschen rijkskan-
gelier Wirth en Hermes, den rijksminister
van financien, over de voorloopige afspra-
ken, die de laatste met de commissie van
herstel heeft gemaakt. Het paradoxale ge-
val doet zich hierbij1 voor, dat Wirth, die
als lid van het centrum in die partij links
staat en altijd de nakoming van Duitsch-
land's verplichtingen heeft willen nastre-
ven, in oppositie is gekomen, met Hey-
mes, een man van den rechtervleugel van
het centrum, den favoriet van de groote
Duitsche industrie en geen al te geest-
driftig aanhanger van Wirth's program te-
genover de Entente. Wirth heeft echter dit
program altijd gebaseerd op de mogelijk
heid voor Duitschland om zijn verplichtin
gen gestand te doen en juist ten opzichte
van die mogelijkheid is, in verband met de
voorloopige afspraken van Hermes, twijt'el
bij hem gerezen. Hermes wil de geal-
lieerden blijkbaar een eind tegemoet ko
men op het stuk van nieuwe belastingen,
de besnoeii'ng van te vermijden uitgaven
enz. en Wirth meent dat men ten aanzien
van de belastbaarheid van het volk de
grens bereikt heeft De meerderheid van
de leden van het rijksministerie schijnt aan
den kant van Hermes te staan, omdat zij
dezen steunen Jn de opvatting, dat men
er alles op moet zetten om in de schade-
vergoedingkwestie eindelijk tot een schap-
pelijk vergelijk en uit de onzekerheid van
de ultimatum-politiek te komen. Daar nu de
Germania, het orgaan van het centrum1,
aanneemt dat het verschil tusschen beide
oewfndslieden van haar partij in der minne
geschikt zal worden, mag men hoop hou-
den, dat er geen ernstige jxditieke crisis
uit voort zal komen. Trouwens wordt al
de uitweg genoemd, dat men de vetzwa-
ringen van de belastingen zal kunneh ver
mijden door meevallers uit de opbrengst
van de reeds bestaande en het aangaan
van binnenlandsche leeningeh. Het tot-
standkomen van de nieuwe regeling zal,
naar de algemeene verwachting, samen-
vallen met een verlenging van het voorloo
pige, aan Duitschland verleende morato
rium.
TER NEUZEN, 29 MEI 1922.
GEMEENTERAAD.
In de op a.s. Donderdag 1 Juni, des na-
middags 2 uur te houaen openbare vergade
ring van den gemeenteraad, komen de vol
gende punteri in behandeling:
1. Notulen.
2. Ingekomen stukken.
3. Voorstel van Burg, en Weth. om
medewerking te weigeren aan den
Kerkeraad der Ned. Herv. gemeente,
die een school of gelden en terrein
verzoekt beschikbaar te stellen.
4. Benoeming van een oniderwijzeres aan
school D.
5. Voorstel van Burg, en Weth. om gun-
stig te besohikken op het verzoek van
Waarom ben je hier in Rockhaven? En
me dan nog zoo'n dringende boodschap te
zenden. Dat deed de maat overloopen
dat was de laatste druppel. Het was eigen
lijk niet eens meer noodig om mij te ver
tellen, dat onze plannen waren spaak ge-
loopen, want ze wordt iederen dajj sterker
en gezonder en heeft zelfs een aanbidder
gevonden of liever gezegd een vroegere
aanbidder van haar is weer komen opdui-
ken. E)n ik had toch zoo Vast op jou ven
tre uwd."
Guyse nam haar keurig-geganteerd
handje in de zijne en leidde zijn zenuwach-
tige bezoekster naar haar stoel terug. Toen
ging hij naar het raam en sloot het ge-
ruischloos.
„Ik zal niet ontkennen, dat er iets in
de war is geloopen," zeide zij, weer naar
haar toekomend en zijn stoel dicht genoeg
bij den haren trekkend om1 een zeer ver-
trouwelijk gesprek mogelijk te maken.
„Maar mislukt is er nog niets en dat zal
ook niet gebeuren, als ik maar mijn gang
mag gaan. Eer ik echter verder ga, moet ik
je mijn excuses aanbieden vooy mijn
schijnbare onbeleefdheid, namelijk om jou
hier te laten komen. Dat moet jou wel
hoogst vreemd hebben toegeschenen, maar
ik dacht, dat het misschien moeilijk zou
zijn om je alleen te spreken in jouw pen
sion." (Wordt vervolgd.)
COURANT
De Durgemee9ter der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat eene Openbare Vergadering
van den Gemeenteraad zal worden gehouden op
nonderdag 4 .1 mi" 1828. des na-
middags 2 uur.
Ter Neuzen, den 27 Mei 1922.
De Bnrgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.