LANDBOUWBERICHTEW.
FREDIKBKURTS33L
konden worden geleverd, was ook voor de
suikerfabriek ,,Sas van Gent" nadeelig, zoo-
als zij dat in het algemeen voor de stiiker-
industrie was, omdat daar bij kwatn een
aanzienlijke da'ling in den suikerprijs.
Er is inderdaad nog een grooten voorraad
in het entrepot aanweztg, doch volgens ge-
sioten overeenkomsten moet er ook voor
raad suiker aanwezig blijven, ter voorzie-
ning in de behoeften der clienteele. En nu is
het zeker voor de fabriek een iiohtpunt, dat
er zoo'n grooten voorraad is. daar de prijs,
na de zeer groote inzinking, op de werelct-
markt reeds weer een tamelijke stijging aan-
geeft.
Gok moet niet uit het oog worden verloren
dat aan 80 der leveranciers htinne bieten
reeds ten voile zijn betaald, en dat boven-
bedoelde leveranciers reeds f 18 per 1000
K. G. ontvingen. Wanneer men dan daar
tegenover stelt, dat door andere fabrieken.
nog slechts een gemiddelde van 15 werd
betaald, een zelfs maar f 8, werpt dit wel
een geheel ander licht op den stand der
In verband met de verschillende toopende
geruchten. hebben wij gemeend deze inlich-
tingen aan onze lezers niet te moeten ont-
houden.
WEER GARNIZOEN TE MIDDELBURG.
Zooals bekend mag worden verondersteld,
behoorden bij de garnizoenen, die zouden
worden opgeheven o.a., dat te Middelburg
en te Vlissingen. Toen dit officieel was,
heeft een comite met kracht gewerkt om als-
nog garnizoen voor Zeeland te behouden.
Requesten werden verzonden, duizenden
handteekeningen verzameld, en audienties
werden aan het comite verleend door H. M.
de Koningin en door den Minister van Oor-
log. Het resultaat was, dat besloten werd
met het oog op de moeilijke reisgelegen-
heden, alsnog twee schoolcompagnien,
waarbij de miliciens uit Zeeland beneden de
Ooster-Schelde zouden worden ingedeeld,
en behoorende tot het 14e regiment infan-
terie te Middelburg, in plaats van te Bergen
op Zoom in'garnizoen te brengen en ook de
staf van het 14e regiment Middelburg als
verblijfplaats aan te wijzen.
Dinsdagmorgen nu zijn de dienstplich-
tigen van bedoelde compagnien van Bergen
op Zoom naar Middelburg overgeplaatst en
in laatstgenoemde plaats met groote vreug-
de ontvangen. Aan het station werden zij
verwelkomd door het Middelburgsch mu-
ziekkorps met het Wilhelmus en het Zeeuw-
sche Volkslied en toegesproken door den
commandant van het 14e regiment, overste
Gleijsteen en den burgemeester van Middel
burg, den heer P. Dumon Tak.
Hierna werd met de muziek voorop naar
de Markt gemarcheerd, waar front werd ge-
maakt voor het stadhuis tot het betuigen van
den militairen eer aan de op de pui verza-
melde militaire- en burgerautoriteiten en de
leden van bedoeld comite tot behoud van het
garnizoen.
Bij aankomst in de kazerne, werden de
mannen toegespioken door den voorzitter
van het comite, den heer H. A. Enkelaar, die
er o.a. op wees, dat men in de eerste plaats
H. M. de Koningin dankbaar moet zijn voor
het behoud van het garnizoen.
De tocht door de stad had plaats onder
groote belangstelling van de ingezetenen en
velen hadden ter eere der militairen de vlag-
gen uitgestoken. Door het comite werden de
120 soldaten en ook de muzikanten, die wel-
willend hunne medewerking verleenden, ont-
haald.
Na afloop zond het comite een telegram
aan H. M. de Koningin, waarin dankbaar
van de ontvangst wordt melding gemaakt.
MIDDELBURG.
Hedenmorgen brak brand uit in het bij-
kantoor der levensverzekering maatschappii
Utrecht". Door het krachtig optreden van
den brandweer kon de brand beperkt blij
ven tot zolder en dak. Het benedengedeelte
leed echter zeer groote waterschade.
UITVOER VAN AARDAPPELEN.
De minister van Landbouw heeft tot
nadere aankondiging dispensatie verleend
van het verbod tot uitvoer van aardap-
pelen.
Deze beschikking treedt in werking met
ingang van 12 dezer.
BORSSELE.
Alhier werd Maandag door het bestuur
der waterkeering van den calamiteuzen pol
der Borssele aanbesteed het herstel, de ver-
nieuwing en het onderhoud tot 30 April
1923, van de aarde-, kram-, rijs- en steen-
glooiingswerken aan voornoemde water
keering.
Ingeschreven hadden:
B. Oosters te Willemstad voor 13.0673;
W. Verlinde te Ter Neuzen voor
f 12.490; V. C. Bolier te Middelburg voor
12.400; C. Klaassen te Zaamslag voor
12.380; L. Minderhoud te Westkapelle voor
12.197; L. van Boven en J. Wolse te Elle-
woutsdijk voor f 12.177; N. van de Linde te
Scharendijke voor 11.964; W. L. Klos te
Scherpenisse voo>- f 11.950; Jan Verheijcke
te Ellewoutsdijk voor 11.950; J. de Bree
te Ter Neuzen voor f 11.900; A. de Bruijn te
Ter Nelizen voor j 11.709; J. van 't Hof en
J. Tholens te Hoek voor 11.520; J. van
Drongelen te Hoek voor f 11.415. Het werk
is gegund aan J. van Drongelen te Hoek.
BRESKENS.
Wegens het heerschen van de griep in onze
gemeente is de openbare school alhier ge-
sloten.
RIJKSSTEUN AAN DE PAARDEN-
FOKKERIJ.
Door het Koninklijk Nederlandsch Land-
bouw-Comite is aan den minister van
Landbouw aangeboden een adres van de
groep „Paardenfokkerij" van dit Comite,
mede namens het Drentsch- en Friesch
Paardenstamboek, betreffende de wensche-
lijkheid van Rijkssteun in zAe paarden-
fokkerij.
In dit adres wordt o.m. betoogd, dat
de toestand van de paardenfokjcerij na
de invoering van de Paardenwet met
groote schreden is vooruitgegaan.
Ook het vereenigingsleven onder de
paardenfokkers is sterk toegenomen.
Het adres wijst verder op de groote na-
deelen, die een eventueele intrekking van
de Paardenwet tengevolge zou hebben.
Den minister werd daarom met verfrou-
wen in dringende overweging gegeven;,
om ifiet over te gaan tot het intrekken
der Paardenwet 1918 en tevens niet de
subsidieering van de paardenfokkerij te
doen beeindigen.
rechtzakenT"
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Zitting van 11 April 1922.
Heden werden de volgende zaken be-
handeld:
A. de B., oud 20 j., vlasser te Koewacht,
gedetineerd, werd beklaagd, dat hij te Koe
wacht heeft weggenomen omstreeks Januari
1922 drie bankbiijetten van 10, 8 of 11
Maart 1922 een bankbiljet van 100, toebe-
hoorqpde aan J. Goossens.
Eisch 6 maander. gevangenisstrai.
J. A. G., oud 28 j., veldarbeider te Sluis,
werd ten laste gelegd, dat hij op 12 Maart
j.l. te Sluis opzettelijk een ruit in de woning
van L. Verheijke heeft vernield en L. Ver-
heijke heeft mishandeld.
Eisch 20 of 20 dagen hechtenis.
P. A. de N., oud 19 j., opperman te Hulst,
werd beklaagd, dat hij op 12 Febr. j.l. te
Hulst getracht heeft de deur van het pak-
huis van H. P. Borgsteijn te openen, om
daar sigaren en sigaretten weg te nemen,
terwijl de verdere uitvoering niet is vol-
tooid doordat Borgsteijn, die leven hoorde,
licht had ontstoken, waarna beklaagde is
weggeloopen.
Eisch 6 maanden gevangenisstraf.
C. P. R., oud 23 j., werkman te Hulst,
werd ten laste gelegd, dat hij op 5 Maart
j.l. te Hontenisse C. M. O. Cruijsbergs ge-
welddadig bij zijn keel heeft gepakt en tegen
zijn hoofd geslagen.
Eisch 10 of 10 dagen hechtenis.
C. v. L., oud 34 j., handelaar te Sluis,
werd beklaagd, dat hij op 3 Nov. j.l. door
listige kunstgrepen en een samenweefsel
van verdichtselen de firma Wessels en Van
Sugen te Bodegraven heeft bewogen eerl
partij keukengerei ter waarde van f 150 aan
een opgegeven adres te 's Heerenhoek te
zenden, welke goederen hij zich daarna heeft
toegeeigend.
Eisch 9 maanden gevangenisstraf.
De rechtbank te Middeiburg heeft uit-
spraak gedaan in civiele vordering van Mr.
Hagedoorn uit Den Haag tegen W. N. J.,
wethouder van Souburg, welke vordering
betrof f 210, die gedaagde aan den advocaaf
schuldig zou zijn, wegens een door hem ge-
vraagde bijstahd in een strafzaak voor het
gerechtshof te's Gravenhage. Gedaagde had
een stuk geteekend, dat betaalbaar zou zijn
bij een kassierskantoor te Middelburg, doch
deze firma verklaarde geen gelden van J.
onder zich te hebben. De rechtbank stelde nu
den gedaagde in het ongelijk en veroordeelde
hem tot betaling van alle kosten.
VOOR GEBRU1K GESCHIKT?
De vorige week diende voor het kanton-
gerecht te Utrecht een zaak, waarin het
de bedoeling was een principieele besl'is-
sing uit te lokken.
Een dokter had tegen een huis aan den
Catherijnesingel een motorfiets neergezet,
of volgens de terminologie van het pro-
ces-verbaal een tweewielig motorrijtuig.
Het stond daar zonder het toezicht, dat
de verordening eischt, en zonder dat het
voor onmiddellijk gebruik ongeschikt was.
De verdediging, die gevoerd werd
door rnej. mr. Simons, wilde het bewijs
leveren .dat het motorrijtuig wel voor
onmfadellijk gebruik ongeschikt was en
fiadtiaarvoor als ge'tuige deskundige mee-
gebracht den handelaar, die de fiets ver-
kocht had, en die verklaarde, dat de eige-
naar van den motor een schroefje had
weggenomen, waardoor de massadraad los
kwam te zitten en de stroom was uitge-
schakeld. Zijn conclusie was;, dat door
deze handeling de motor voor onmiddel
lijk gebruik ongeschikt was geworden, en
inderdaad heeft de agent het motorryluig
moeten slepen,. het berijden was hem niet
mogelijk.
De ambtenaar van het O.M. kwam in
zijn requisitoir tot de conclusie, dat hier
geen strafbaar feit in 't spel was. De mo
torfiets kon niet gebruikt worden als mo-
torrijwiel. Wel gaf spreker toe, dat een
deskundige, die een schroefje bij zich
heeft, betrekkelijk gemakkelijk het rijwiel
weep gesghikt maakt voor het gebrujki
maar dit neemt niet weg, dat het op het
moment onbruikbaar was. Spreker had de
ze zaak niettemin doorgang laten vinden,
omdat hij een principieele beslissing
wenschte uit te lokken van den kanton-
rechter. Inmiddels concludeerde hij tot vrij-
spraak.
Mej. mr. Simons sloot zich bij de con
clusie van den ambtenaar aan. U. D.
Goede Vrijdag 14 April.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
(Vervolg).
Yerzoek tot handhaving van de Paardenwet.
Ned. llervormde Kerk.
Ter Neuzen. 9i u., Ds. A. Timmerman, Bediening
van het II. Avondmaal en 2 u., Ds.
A. Timmerman.
Sluiskil. 2 i,., dhr. L. Dek.
Zaamslag. 9£ Ds. G. van Dis en 2£ u., Ds.
G. van Dis, bevestiging nieuwe lid-
maten.
Gereformeerde Gemeente
(Vlooswjjkstraat.)
Ter Neuzen. Vrijdagavond 6 u. (nieuwe tijd), Ds.
Neerbos.
Vergadering van Donderdag 6 April 1922,
des namiddags 2 uur.
Voorzitter de heer J. Huizinga, burge
meester.
Tegenwoordig de leden: L. J. Geelhoedt, I..
T. van Hasselt, J. J. de Jager, D. Scheele, P.
van Cadsand, F. B. G. de Meijer, H. J. Ccrlsen,
N. A. Hamelink, P. C. Geensen en L. J. van
Driel; later ook de heer G. de Ridder.
Afwezig de heeren H. J. van den Ouden en
R. G. E. Nolson.
2. Voorstel tot verhooging van de uitkee-
ring aan werkloozen.
Naar aanleiding van het in hunne handen om
bericht en raad gestelde adres van het bestuur
van de Christelijke Transportarbeidersvereeni-
ging, waarin verzocht wordt de door den raad
in zijne vergadering van 26 Januari 11. vast-
gestelde bedragen voor uitkeering, te willen
verhoogen, stellen burgemeester en wethouders
voor, overwegende dat de uitkeeringen voor de
categorien, door den Minister van Binnenland-
sche Zaken onder B, C en D bedoeld in zijne
eirculaire no. 2088, van 7 December 1.1., te laag
zijn, aan genoemde categorien denzelfden steun
te verleenen, als gegeven wordt aan de cate-
gorie A en zulks met ingang van 1 April 1922
tot en met 3 Juni 1922.
Medegedeeld wordt, dat dit voorstel uitgaat
van de meerderheid van het dagelijksch bestuur.
De heer SCHEELE merkt op, dat hij in de
vergadering van 26 Januari 11., toen dit punt
ter sprake kwam, niet tegenwoordig was. Als
hij zich goed herinnert, was er toen een voor
stel van de meerderheid van burgemeester en
wethouders om een lagere uitkeering te geven,
dan door den minister in zijne regeling was aan-
gegeven. Nu is er een voorstel van de meerder
heid van burgemeester en wethouders om wel
uit te keeren volgens den door den minister
aangegeven maatstaf. Hij vraagt te worden
ingelicht naar de n otieven van die verande-
ring in het college.
De heer HAMELINK vindt het altijd aan-
genaam, dat organisaties opkomen voor de
belangen hunner leden, maar hij meent, dat
deze organisaties dat niet op het juiste oogen-
blik hebben gedaan. De Christelijke organi
saties komen thans met een verzoek tot den
gemeenteraad om een regeling in te voeren,
die pas met de algemeene stemmen van hunne
rechtsche vertegenwoordigers tegen is ver-
worpen. Spreker gelooft, dat het voor de
Christelijke organisaties meer op den weg ge-
legen had, om die afgevaardigden op een an-
deren tijd eens aan de ooren te trekken en hun
duidelijk te maken, dat zij beter voor hen
hebben te zorgen, dat zij vroeger wel om
hunne stemmen hebben gebedeld, maar dat zij
hen thans niet kennen, en dat die organisaties
zullen hebben te overwegen, of zij in de toe-
komst geen afgevaardigden zullen kunnen krij-
gen. die het heter zouden doen. want hier staa*
toch, dat door de verwerping van het voorstel
van den heer Nolson, gesteund door de heeren
Hamelink en Geelhoedt, waarin de bedragen
van den minister werden overgenomen, de
toestand der gezinnen der werkloozen zeer ge-
drukt is gebleven.
Het deed spreker goed, dat het hier eens
kon worden gezegd, dat de afgevaardigden
dier vereenigingen de oorzaak zijn, dat ze nu
dit adres tot den raad moeten richten.
Spreker vestigt daarop niet de aandacht,
om, niet het oog op politiek fortuin ziin eigen
richting in de hoogte te steken, maar hij wijst
er op, dat dit adres een slag is in het aange-
zicht der afgevaardigden van de rechtsche
richting.
Hij moet verklaren, dat hij in de vergade
ring van 26 Januari met zijn fractie bepaald
perplex stond van de stemmen die door de
rechtsche leden tegen het voorstel van den
heer Nolson werd uitgebracht, omdat zij zoo
unaniem tegen stemden, zonder te voren met
een enkel woord van hunne meening daartegen
te hebben doen blijken, zonder dat zij ook
maar in een enkel opzicht hun stem hadden
gemotiveerd.
Het heeft dan ook nog een punt van be-
raadslaging uitgemaakt, om die houding eens
in een openbare vergadering te laten bespre-
ken, doch de overweging, dat de betrokken
werklieden daarmede in geenerlei opzicht
zouden geholpen zijn, heeft van dat plan doen
afzien.
Doch al geven de organisaties met dit adres
een slag in het aangezicht hunner eigen af
gevaardigden, zoo wil spreker wel verklaren,
dat hij en zijn fractie zullen stemmen voor
het voorstel van burgemeester en wethouders.
Er is de vorige maal, in verband met de dis-
cussie over de werkloozen en ook al vroeger,
gesproken over de bioscoop. Spreker wil nu,
in verband met de wyziging in de houding van
burgemeester en wethouders wel eens een
gratis film afdraaien,
De adressanten beVoeper zich op het voor
stel van den heer Nolson. Nu wi! spreker eens
wijzen op een vreemde omstandigheid. Door
burgemeester en wethouders werd voorgesteld
om niet op de cijfers van den minister in te
gaan. Men kon verwachten, dat spreker's
fractie zich met hand en tand tegen dat voor
stel zou verzetten. Maar ziet, toen dat voor
stel aan de orde kwam, zonder dat dit van de
zijde van burgemeester er. wethouders nader
werd toegelicht, zonder dat een ander ge-
legenheid had er iets van te zeggen, werd
terstond het woord verleend aan den heer Nol
son, die met een afwijkend voorstel kwam,
Dit deed spreker eigenaardig aan. Immers,
de meerderheid van het college behoort tot de
partij van den heer Nolson, al heeft een der
leden zich daarvan afgescheiden, en neemt hij
ook nu nog een andere houding aan.
Hij ziet in die wijze van behandeling der
zaak niets anders dan een toeleg om hem
spreker den loef af te steken, want het
stond toch wel vast, dat spreker en de S. D.
A. P. fractie er wel tegen op komen zou.
Spreker wijst er voorts op, dat de minister
reeds verschillende malen de uitkeeringen had
gedrukt, doch dat hij de overtuiging is toege-
daan, dat de menschen moeten geholpen wor
den om dezen tijd door te komen. Hij had
daarom een norm gesteld, waarmede z.i. kon
voldaan worden aan de eerste levensbehoeften.
Het was dus een punt van zeer ernstigen aard.
De minister meende, dat het niet minder kon.
Burgemeester en wethouders van Ter Neuzen.
de meerderheid althans. achtte dat het nog
minder zou gaan.
En ziet, in de vergadering doet een der
leden een voorstel om hooger te gaan en een
lid van het college van burgemeester en wet
houders draait terstond om. Het moet toch
wel eigenaardig aandoen, het lijkt als het
ware op een onderlinge afspraak. om een an
der vliegen af te vangen.
Spreker heeft er destijds geen aanmerlung
op willen maken, omdat het geenszins de be
doeling zijner fractie geweest is, om den nood
der werkloozen te gebruiken tot propaganda-
middel en zij hebben toen steun verleend aan
het voorstel van den heer Nolson gesteund
door den heer Geelhoedt, omdat zij meenden
daarmede te handelen in het belang der werk
loozen. Indien echter de heer Geelhoedt van
begin af dat denkbeeld in de vergadering van
burgemeester en wethouders had gesteund,
dan was waarschijnlijk toen de uitgebreide
discussie achterwege gebleven en ook thans
wel niet meer noodig geweest.
Hij hoopt, dat het adres werkelijk door de
besturen der vereenigingen»is opgesteld. want
het zou wel den schijn verwekken, dat het. in
de pen is gegeven, nadat van een veranderde
meening van burgemeester en wethouders is
gebleken.
Op die veranderde meening komt spreker
nog nader neer. Hij is van meening, dat in
een zaak als deze, burgemeester en wethou
ders een zoo volledig mogelijk onderzoek be-
hooren in te stellen, alvorens zich een oordeel
te vormen, en als zij dit gedaan hebben be
hoort het vast te staan, omdat het op degelijke
gronden moet berusten. Als echter, zooals de
heer Geelhoedt in Januari verklaarde, de ver
gadering eener gewone commissie vergade
ring voldoende was. om hem tot een andere
overtuiging te brengen, dan moet ziin over
tuiging toch niet op vasten bodem hebben ge-
staan.
Spreker heeft een en ander hierover in het
midden meenen te moeten brengen, omdat de
voorsteller van de Januari-vergadering, de
heer Nolson. niet tegenwoordig is.
Ook bespreekt hij nog het voorstel van bur
gemeester en wethouders in de vorige verga
dering gedaan, om het adres te stellen in
hunne handen om bericht en raad, opdat dan
ook inmiddels kon afgewacht worden het ant-
woord van den minister op het dezerzijds ge
daan verzoek, om buitengewone bijdrage van
rijkswege. Hij betoogt, dat dit uitstel oveir-
bodig is geweest, want het was toen voor den
raad wel al duidelijk, dat, na de zwenking van
den heer Geelhoedt, van burgemeester en
wethouders een voorstel zou komen, aan
adressanten tegemoet te komen, tenzij er weer
een vergadering zou gehouden zijn, waarin de
heer Geelhoedt weer tot andere gedachten
gebracht werd. Men leeft soms nog snel, al
zijn we niet meer in de dagen van November
1918. Spreker's fractie is ten voile bereid, te
stemmen voor het voorstel van burgemeester
en wethouders.
De heer GEELHOEDT betoogt, dat de heer
Hamelink de zaak nopens de wijziging in
spreker's standpunt verkeerd voorstelt; hij
heeft dit in de Januari-vergadering trouwens
reeds duidelijk genoeg uiteengezet.
Toen de eirculaire van den Minister in de
vergadering van burgemeester en wethouders
behandeld werd, heeft de meerderheid haar
voorstel ook niet gedaan in de overtuiging,
dat het zoo voldoende was, doch omdat bij
burgemeester en wethouders ook de overwe
ging gold: hoe komen we aan de dubbeltjes?
Daar zagen zij geen kans voor. Het noodige
bedrag werd toen gerekend op /II.000 voor
een geheel jaar. Burgemeester en wethouders
wisten niet, waar ze dat vandaan moesten
halen, omdat ze van oordeel waren, dat het
niet mogelijk was de belastingposten nog
hooger te stellen. Het was dus alleen mogeliik,
door het op andere posten der begrooting te
vinden. Spreker heeft reeds in de vorige be-
spreking de reden van zijn veranderd stand
punt meegedeeld. In de vergadering der fi-
nancieele commissie zijn eenige posten be-
sproken, gevoteerd voor uitvoering van wer-
ken, die zouden kunnen worden achterwege
gelaten, waardoor dan de middelen voor deze
zaak werden gevonden. Had spreker in de
vergadering van burgemeester en wethouders
reeds geweten, wat hij wist toen de finan-
cieele commissie vergaderde, dan zou ziin
standpunt in deze zaak terstond anders zijn
geweest, maar spreker wist niet hoe aan het
geld te komen.
De heer HAMELINK: U had dat toen
reeds moeten weten.
De heer VAN CADSAND: Is het dan nu
bekend waar het feld vandaan moet komen?
De VOORZITTER: Dat is reeds de vorige
maal medegedeeld.
De heer COLSEN meent. zich ook onder de
door den heer Hamelink aangevallen recht
sche leden te kunnen scharen, doch merkt op,
dat die ieden niet alleen hebben op te komen
voor de belangen van de tot hunne partij be-
haorende werklieden, doch voor de belangen
van het algemeen, ook voor die van de belas-
tingbetalers en daar hij van meening was, dat
het eindbedrag der uitkeeringen te hoog zon
loopen in verband met de beschikbare mid
delen, heeft hij tegen het voorstel van den
heer Nolson gestemd.
De heer DE MEIJER zou met het eerste
gedeelte van het voorstel kunnen meegaan,
doch het laatste zou hij willen laten zooals
het is.
Naar aanleiding der bemerkingen van den
heer Hamelink moet hij hier voorts verklaren,
dat hij om geen enkele stem wenscht te bede-
len, en als sprekers tijd om is en de kiezers
die hem afvaardigden meenen een betere te
kunnen krijgen, dan moeten ze die nemen,
dat laat hem volkomen koud.
Wat de zaak waar het hier over gaat be-
treft, zou hij geen onderscheid willen maken
en alien gelijk stellen.
De heer VAN CADSAND verklaart, den
heer Hamelink bij lange na niet hebben kun
nen volgen in zijne uitvoerige politieke rede,
zooals deze gewoon is die hier te houden. Het
spijt hem wel, dat dit zich zoo telkens her-
haalt. Als er een besluit genomen is, dat niet
valt in den geest der burgerij, wordt er latere
vergaderingen weer getracht, dat er toch door
te krijgen, en dan krijgt men hier weer zoo'n
politieke rede, want uit die zaken meent de
heer Hamelink politieke munt te kunnen
si aan. Spreker zal zich echter in het uitbren-
gen zijner stem niet door kiezersvrees laten
bei'nvloeden, doch zijn stem volgens zijn over
tuiging uitbrengen. Wil men hem dan later
niet meer kiezen, dit laat hem gewoonweg
koud. Hij heeft in Januari het voorstel van
burgemeester en wethouders gesteund, dat
college is thans van standpunt veranderd, doch
spreker zal hen in dit opzicht niet volgen.
De VOORZITTER kan naar hij meent, over
deze zaak kort zijn. De heer Hamelink heeft
een verdenking geuit, als zou er bij de vorige
behandeling deze zaak getracht zijn politiek
voordeel te behalen en er op deze manier een
buitengewone zaak van gemaakt. die echter
tot zijn gewone proporties teruggebracht heel
eenvoudig is.
In de vergadering van burgemeester en
wethouders moest advies worden uitgebracht,
wisten zij nog niet van de eirculaire van den
Minister betreffende de mogeliikheid van
steun. Toen wisten zij ook niet, dat het bedrag
niet hooger zou zijn dan nu gebleken is. Zij
raamden toen het noodige bedrag aanzienlijk
hooger.
Er werd besproken. dat van de begrooting
zou kunnen worden teruggenomen den post
voor vemieuwing van den Nieuwstraat ad
6000, terwijl op eenige andere posten nog
1000 was te vinden.
Het voorstel was echter niet behandeld door
de financieele commissie en deszelfs voor
zitter maakte dienaangaande terecht
aanmerking. Zoo kwam het voorstel van bur
gemeester en wethouders in de vergadering
der financieele commissie, waar, nadat een
overzicht van de zaak gegeven was. de mee
ning werd uitgesproken, dat het wel mogeliik
was een hoogere uitkeering te geven. rekening
houdeftde met de toezegging van den minis
ter en ihdien het werk voor de Nieuwstraat
werd uitgesteld. Ofschoon het wel noodig ge-
acht wordt, dat die straat wordt verbeterd,
achtte men het toch van meer belang, dat de
behoeftige werkloozen voldoende ondersteu-
ning zouden kri.igen De zaak is dus op zuiver
practische gronden besnroken.
De vader van de cijfers van het voorstel,
van burgemeester en wethouders, zooals het
in de vergadering van den gemeenteraad is
gekomen, is eigenlijk de voorzitter dezer ver
gadering. De kwestie is lang en breed over-
wogen en de Vermoedeliike gevolgen nage-
gaan en het resultaat dier overwegingen is
geweest, dat ze. ofschoon met een bezwaard
gemoed, die ciifers hebben moeten voorsteller.
Toen zijn burgemeester en wethouders ook
naar Den Haag geweest, om te vragen om
buitengewone steun, voor deze zaak. doch men
heeft in Middelburg geadviseerd, dat de be-
lastingen in deze gemeente nog niet, van dien
aard ziin, dat de gemeente voor dien bijzon-
deren steun in aanmerking zou komen.
Burgemeester en wethouders hebben nu be-
rekend. dat. indien voor de uitkeeringen aan
de werkloozen de ciifers waren vevolgd van
den minister, die ook door den heer Nolson
ziin voorgesteld. daarvoor in de afgeloonen
drie maanden zou noodig geweest ziin f 875,
terwiii nu is uitgekeerd 694,64. alzoo slech+s
een verschil van f 175. Voor de aanstaande
drie maanden zal het bedrag zeker niet hoo
ger worden dan f 1000. daar mag aarvenomen
worden, dat de werkloosheid zal afnemon Dan
worden alle categorien gelijk gesteund. Spre
ker wijst er op, dat dit bedrag niet groot is,
als men in aanmerking neemt, dat ti.jdens den
oorlog aan het Steuncomite f 1200 tot 1500
over sommige maanden werd bijgedragen.
De meerderheid van burgemeester en wet
houders heeft daarom gemeend, met voile ge-
rustheid haar voorstel te kunnen doen en daar-
bij zit geen enkele politieke berekening op den
voorgrond, die is er ook in geen enkel opzicht
b(i in het spel. Die blijkt meer uit de redenee-
ring van den heer Hamelink ten opzichte yan
de rechtsche werklieden. Spreker wijst er op,
dat bij die werklieden in de eerste plaats hun
principe, en dan het eigen belang. Hij wil
niet beweren, dat er ook geen onder loopen,
die er anders over denken, maar men heeft
in iedere partij van die afwjjkingen.
Met betrekking tot de financien meenen
burgemeester en wethouders, dat er geen be-
zwaar is, om dit voorstel aan te nemen. Dit
zal dan gelden van 1 April tot 3 Juni a.s. In
dien het dan nog noodig zou blijken. moet het
weer opnieuw bij den raad komen.
De heer VAN DRIEL meent een mededee-
ling te kunnen doen, die de discussies zeer
kan bekorten en het ook gemakkelijker kan
maken voor een beslissing, n.l., dat de uit
keeringen aan de werkloozen reeds zijn ver-
minderd, aangezien de minister het grondloon
heeft teruggebracht van 24 tot fl9; voorts
is het 'bedrag, dat in de laatste maanden
moest worden uitgekeerd hooger. omdat de
minister er ook onder gebracht heeft de niet-
georganiseerden en hen die nog geen 26 we-
ken lid eaner organisatie waren.
De heer VAN HASSELT meent te hebben
bemerkt, dat de heer Scheele er bepaald prijs
op stelde, zijne meening over deze zaak te ken
nen. Hij heeft die de vorige maal reeds duide
lijk te kennen gegeven, doch wil die nog wel
eens herhalen.
Hij vindt het een groote moeili.ikheid, om
hierin tot een bevredigende opiossing te ko
men. De vraag waar het hier om gaat is: hoe-
ver kunnen we in deze gaan met het oog op
onze beschikbare financien en de belastingbo-
talers. En ook in de vorige vergadering heeft
het verschil tusschen mij en voomamelijk den
heer Hamelink er over geloopen, dat we die
grens niet even hoog trekken.
We leven in een tijd van malaise, niet en-
kelen, maar de geheele natie, en we moeten
trachten dien tijd door te komen. Dit kunnen
we doen door den arbeid te steunen, dat deze
in stand blijft, voor het opbouwen der maet-
s< happij, in het belang onzer natie, doch dit
kunnen we slechts doen voor zoover onze mid
delen daartoe toereikend zijn. want als we dat
gaan doen ten koste van het kapitaal, den
anderen factor voor het bestaan onzer natie,
gaan we den verkeerden weg uit.
Als men maar steeds de belastingen gaat
verhoogen, en maar zegt: we halen het, waar
wat te halen is, gaat het den verkeerden kant
op.
Men moet met allerlei factoren rekening
houden. Wegens de zware belastingen, zijn
reeds bezitters van belangrijke fortuinen uit
ons land vertrokken. Voorts zijn door ver
schillende oorzaken millioenen verloren.
Hij is ook van meening, dat steun behoort
te worden verleend, maar die steun aan de
eene groep mag ten slotte niet verleend wor
den ten koste van den ondergang van een
andere groep. Waar is nu de grens voor steun-
verleening aan de arbeiders? De minister
heeft dien bepaald op /II per week en bur
gemeester en wethouders zijn met een voor
stel gekomen van f 8. Daardoor is de thans
aan de orde zijnde kwestie ontstaan. Spreker
blijft bij zijn oude standpunt, dat met de thans
bestaande regeling de factor bereikt is, tot
v/aar de gemeente gaan kan.
De heer SCHEELE dankt den heer Van
Hasselt voor zijne toelichting. Hij had ove-
rigens ook wel den indruk gekregen. dat er
in" de behandeling dezer zaak weer een wed-
ijver zat tusschen den heer Nolson en den
heer Hamelink, zooals de raad daarvan meer-
malen getuige is, wie het voor de werklieden
mooiste voorstel zal doen, en ditmaal is het
kluifje den heer Hamelink heelemaal ontgaan.
Ook hem is het al meermalen opgevallen,
dat de heer Geelhoedt er in de vergadering
van den gemeenteraad, als de heer Nolson
zich uitsprak in afwijking met een voorstel
van burgemeester en wethouders, als de kip-
pen bij was, om steeds de zijde van den heer
Nolson te k'ezen. Hij kan zich dat wel voor-
stellen, dat leden van dezelfde richting elkaar
steunen en voor elkaars argumenten voelen,
en hij gunt dat den heer Geelhoedt ook wel.
maar het heeft dan toch geen bewijs van vast-
heid van lijn bij dezen.
Aan den heer Hamelink merkt hij op. dat,
als de Christelijke werkliedenvereenigingen
hier komen met een adres, zulks hun voile
recht is, maar dat dit daarom nog niet wil
zeggen, dat de Christelijke groep in den ge
meenteraad maar aan hun verlangen heeft
tegemoet te komen. En als ze in hun wen-
schen worden teleurgesteld, als hun verzoek
niet kan worden ingewilligd. zal dat voor hen
nog geen reden zijn om bij de stembus op een
andere partij over te gaan, daarvoor zit
hen het beginsel te diep, en mochten er ook
al zijn bij wie dat niet het geval is, dan kun
nen deze zegt spreker gerust op u of een
ander overgaan.
En wanneer men het volgend jaai, als ne
raad weder moet gevormd worden en men
hem als God hem het leven spaart liever
door een ander vervangt, dan zal hij zich
daarin ook verheugen, als het dan maar betere
leden zijn dan de thans zittenden. Misschien
zitten er ook onder die chfistelijke werldie-
den zeif wel goede krachten, Als ze die naar
voren willen brengen, moeten ze mij niet ont-
zien, maar ik zal ook hen niet ontzien, ik ste!
mij in dat opzicht op hetzelfde standpunt als
den heer De Meijer.
Ik ben het ook eens met de stelling van den
heer Van Hasselt, er is overal malaise en
waar moet het heen, als we maar blijven
voortgaan met het voteeren van hoogere uit
keeringen Moet dan alies ten onder gaan ten
koste van den arbeid Men zal toch met kun
nen tegenspreken, diat er nu een tijd geko
men is voor vermindering van loon, on dat cte
loonen reeds zijn verminderd. Spreker zal
niet beantwoorden de vraag, of een vermin
dering tot 12 en 15 per week met te ver
gaat maar als de raad nu gaat toegeven,
aan verhooging der uitkeeringen voor de
werkloozen, zouden de uitkeeringen ten slotte
hooger zijn dian het peil van het loon en to
zou de uitkeering zeker een nadeel worfflm
voor den arbeid. Hij wijst er op, dat het ook
nog de vraag is, of niet de tijd zal komen. wit
er ook de noodzakelijkheid tot vermindernig
der gemeentelijke uitgaven onder de ooge*
moet worden gezien.
Hii acht het wel jammer voor de arbeideiv,
dat de toestandep, zoo zijn, evenwel. zij hefc-
ben maar 8 uur" per dag te werken, maer
spreker kan wel verzekeren, dat er hier men
schen zijn, die misschien wel 16 uur periter
werken en die onder zoo grooten dmk zitton
dat zij met moeite voor zich en de hunne*
een droog stuksken brood kunnen bemech-
t,!En nu zegt de meerderheid van burge
meester en wethouders wel, dat ze het geld
gevonden hebben, zeker, dat kunnen ze altiid
vinden. want als het er niet is, dan halen ze
het maar uit den hoofdelijken omslag, dorfc in
dit verband wil spreker wel eens wiizen on
een groote advertentie, die dezer dagen in de
Nieuwe Rotterdamsche Courant stond: „Lieve