LANDBOUWBERICHTEW. FREDIKBKURTS33L konden worden geleverd, was ook voor de suikerfabriek ,,Sas van Gent" nadeelig, zoo- als zij dat in het algemeen voor de stiiker- industrie was, omdat daar bij kwatn een aanzienlijke da'ling in den suikerprijs. Er is inderdaad nog een grooten voorraad in het entrepot aanweztg, doch volgens ge- sioten overeenkomsten moet er ook voor raad suiker aanwezig blijven, ter voorzie- ning in de behoeften der clienteele. En nu is het zeker voor de fabriek een iiohtpunt, dat er zoo'n grooten voorraad is. daar de prijs, na de zeer groote inzinking, op de werelct- markt reeds weer een tamelijke stijging aan- geeft. Gok moet niet uit het oog worden verloren dat aan 80 der leveranciers htinne bieten reeds ten voile zijn betaald, en dat boven- bedoelde leveranciers reeds f 18 per 1000 K. G. ontvingen. Wanneer men dan daar tegenover stelt, dat door andere fabrieken. nog slechts een gemiddelde van 15 werd betaald, een zelfs maar f 8, werpt dit wel een geheel ander licht op den stand der In verband met de verschillende toopende geruchten. hebben wij gemeend deze inlich- tingen aan onze lezers niet te moeten ont- houden. WEER GARNIZOEN TE MIDDELBURG. Zooals bekend mag worden verondersteld, behoorden bij de garnizoenen, die zouden worden opgeheven o.a., dat te Middelburg en te Vlissingen. Toen dit officieel was, heeft een comite met kracht gewerkt om als- nog garnizoen voor Zeeland te behouden. Requesten werden verzonden, duizenden handteekeningen verzameld, en audienties werden aan het comite verleend door H. M. de Koningin en door den Minister van Oor- log. Het resultaat was, dat besloten werd met het oog op de moeilijke reisgelegen- heden, alsnog twee schoolcompagnien, waarbij de miliciens uit Zeeland beneden de Ooster-Schelde zouden worden ingedeeld, en behoorende tot het 14e regiment infan- terie te Middelburg, in plaats van te Bergen op Zoom in'garnizoen te brengen en ook de staf van het 14e regiment Middelburg als verblijfplaats aan te wijzen. Dinsdagmorgen nu zijn de dienstplich- tigen van bedoelde compagnien van Bergen op Zoom naar Middelburg overgeplaatst en in laatstgenoemde plaats met groote vreug- de ontvangen. Aan het station werden zij verwelkomd door het Middelburgsch mu- ziekkorps met het Wilhelmus en het Zeeuw- sche Volkslied en toegesproken door den commandant van het 14e regiment, overste Gleijsteen en den burgemeester van Middel burg, den heer P. Dumon Tak. Hierna werd met de muziek voorop naar de Markt gemarcheerd, waar front werd ge- maakt voor het stadhuis tot het betuigen van den militairen eer aan de op de pui verza- melde militaire- en burgerautoriteiten en de leden van bedoeld comite tot behoud van het garnizoen. Bij aankomst in de kazerne, werden de mannen toegespioken door den voorzitter van het comite, den heer H. A. Enkelaar, die er o.a. op wees, dat men in de eerste plaats H. M. de Koningin dankbaar moet zijn voor het behoud van het garnizoen. De tocht door de stad had plaats onder groote belangstelling van de ingezetenen en velen hadden ter eere der militairen de vlag- gen uitgestoken. Door het comite werden de 120 soldaten en ook de muzikanten, die wel- willend hunne medewerking verleenden, ont- haald. Na afloop zond het comite een telegram aan H. M. de Koningin, waarin dankbaar van de ontvangst wordt melding gemaakt. MIDDELBURG. Hedenmorgen brak brand uit in het bij- kantoor der levensverzekering maatschappii Utrecht". Door het krachtig optreden van den brandweer kon de brand beperkt blij ven tot zolder en dak. Het benedengedeelte leed echter zeer groote waterschade. UITVOER VAN AARDAPPELEN. De minister van Landbouw heeft tot nadere aankondiging dispensatie verleend van het verbod tot uitvoer van aardap- pelen. Deze beschikking treedt in werking met ingang van 12 dezer. BORSSELE. Alhier werd Maandag door het bestuur der waterkeering van den calamiteuzen pol der Borssele aanbesteed het herstel, de ver- nieuwing en het onderhoud tot 30 April 1923, van de aarde-, kram-, rijs- en steen- glooiingswerken aan voornoemde water keering. Ingeschreven hadden: B. Oosters te Willemstad voor 13.0673; W. Verlinde te Ter Neuzen voor f 12.490; V. C. Bolier te Middelburg voor 12.400; C. Klaassen te Zaamslag voor 12.380; L. Minderhoud te Westkapelle voor 12.197; L. van Boven en J. Wolse te Elle- woutsdijk voor f 12.177; N. van de Linde te Scharendijke voor 11.964; W. L. Klos te Scherpenisse voo>- f 11.950; Jan Verheijcke te Ellewoutsdijk voor 11.950; J. de Bree te Ter Neuzen voor f 11.900; A. de Bruijn te Ter Nelizen voor j 11.709; J. van 't Hof en J. Tholens te Hoek voor 11.520; J. van Drongelen te Hoek voor f 11.415. Het werk is gegund aan J. van Drongelen te Hoek. BRESKENS. Wegens het heerschen van de griep in onze gemeente is de openbare school alhier ge- sloten. RIJKSSTEUN AAN DE PAARDEN- FOKKERIJ. Door het Koninklijk Nederlandsch Land- bouw-Comite is aan den minister van Landbouw aangeboden een adres van de groep „Paardenfokkerij" van dit Comite, mede namens het Drentsch- en Friesch Paardenstamboek, betreffende de wensche- lijkheid van Rijkssteun in zAe paarden- fokkerij. In dit adres wordt o.m. betoogd, dat de toestand van de paardenfokjcerij na de invoering van de Paardenwet met groote schreden is vooruitgegaan. Ook het vereenigingsleven onder de paardenfokkers is sterk toegenomen. Het adres wijst verder op de groote na- deelen, die een eventueele intrekking van de Paardenwet tengevolge zou hebben. Den minister werd daarom met verfrou- wen in dringende overweging gegeven;, om ifiet over te gaan tot het intrekken der Paardenwet 1918 en tevens niet de subsidieering van de paardenfokkerij te doen beeindigen. rechtzakenT" Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Zitting van 11 April 1922. Heden werden de volgende zaken be- handeld: A. de B., oud 20 j., vlasser te Koewacht, gedetineerd, werd beklaagd, dat hij te Koe wacht heeft weggenomen omstreeks Januari 1922 drie bankbiijetten van 10, 8 of 11 Maart 1922 een bankbiljet van 100, toebe- hoorqpde aan J. Goossens. Eisch 6 maander. gevangenisstrai. J. A. G., oud 28 j., veldarbeider te Sluis, werd ten laste gelegd, dat hij op 12 Maart j.l. te Sluis opzettelijk een ruit in de woning van L. Verheijke heeft vernield en L. Ver- heijke heeft mishandeld. Eisch 20 of 20 dagen hechtenis. P. A. de N., oud 19 j., opperman te Hulst, werd beklaagd, dat hij op 12 Febr. j.l. te Hulst getracht heeft de deur van het pak- huis van H. P. Borgsteijn te openen, om daar sigaren en sigaretten weg te nemen, terwijl de verdere uitvoering niet is vol- tooid doordat Borgsteijn, die leven hoorde, licht had ontstoken, waarna beklaagde is weggeloopen. Eisch 6 maanden gevangenisstraf. C. P. R., oud 23 j., werkman te Hulst, werd ten laste gelegd, dat hij op 5 Maart j.l. te Hontenisse C. M. O. Cruijsbergs ge- welddadig bij zijn keel heeft gepakt en tegen zijn hoofd geslagen. Eisch 10 of 10 dagen hechtenis. C. v. L., oud 34 j., handelaar te Sluis, werd beklaagd, dat hij op 3 Nov. j.l. door listige kunstgrepen en een samenweefsel van verdichtselen de firma Wessels en Van Sugen te Bodegraven heeft bewogen eerl partij keukengerei ter waarde van f 150 aan een opgegeven adres te 's Heerenhoek te zenden, welke goederen hij zich daarna heeft toegeeigend. Eisch 9 maanden gevangenisstraf. De rechtbank te Middeiburg heeft uit- spraak gedaan in civiele vordering van Mr. Hagedoorn uit Den Haag tegen W. N. J., wethouder van Souburg, welke vordering betrof f 210, die gedaagde aan den advocaaf schuldig zou zijn, wegens een door hem ge- vraagde bijstahd in een strafzaak voor het gerechtshof te's Gravenhage. Gedaagde had een stuk geteekend, dat betaalbaar zou zijn bij een kassierskantoor te Middelburg, doch deze firma verklaarde geen gelden van J. onder zich te hebben. De rechtbank stelde nu den gedaagde in het ongelijk en veroordeelde hem tot betaling van alle kosten. VOOR GEBRU1K GESCHIKT? De vorige week diende voor het kanton- gerecht te Utrecht een zaak, waarin het de bedoeling was een principieele besl'is- sing uit te lokken. Een dokter had tegen een huis aan den Catherijnesingel een motorfiets neergezet, of volgens de terminologie van het pro- ces-verbaal een tweewielig motorrijtuig. Het stond daar zonder het toezicht, dat de verordening eischt, en zonder dat het voor onmiddellijk gebruik ongeschikt was. De verdediging, die gevoerd werd door rnej. mr. Simons, wilde het bewijs leveren .dat het motorrijtuig wel voor onmfadellijk gebruik ongeschikt was en fiadtiaarvoor als ge'tuige deskundige mee- gebracht den handelaar, die de fiets ver- kocht had, en die verklaarde, dat de eige- naar van den motor een schroefje had weggenomen, waardoor de massadraad los kwam te zitten en de stroom was uitge- schakeld. Zijn conclusie was;, dat door deze handeling de motor voor onmiddel lijk gebruik ongeschikt was geworden, en inderdaad heeft de agent het motorryluig moeten slepen,. het berijden was hem niet mogelijk. De ambtenaar van het O.M. kwam in zijn requisitoir tot de conclusie, dat hier geen strafbaar feit in 't spel was. De mo torfiets kon niet gebruikt worden als mo- torrijwiel. Wel gaf spreker toe, dat een deskundige, die een schroefje bij zich heeft, betrekkelijk gemakkelijk het rijwiel weep gesghikt maakt voor het gebrujki maar dit neemt niet weg, dat het op het moment onbruikbaar was. Spreker had de ze zaak niettemin doorgang laten vinden, omdat hij een principieele beslissing wenschte uit te lokken van den kanton- rechter. Inmiddels concludeerde hij tot vrij- spraak. Mej. mr. Simons sloot zich bij de con clusie van den ambtenaar aan. U. D. Goede Vrijdag 14 April. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. (Vervolg). Yerzoek tot handhaving van de Paardenwet. Ned. llervormde Kerk. Ter Neuzen. 9i u., Ds. A. Timmerman, Bediening van het II. Avondmaal en 2 u., Ds. A. Timmerman. Sluiskil. 2 i,., dhr. L. Dek. Zaamslag. 9£ Ds. G. van Dis en 2£ u., Ds. G. van Dis, bevestiging nieuwe lid- maten. Gereformeerde Gemeente (Vlooswjjkstraat.) Ter Neuzen. Vrijdagavond 6 u. (nieuwe tijd), Ds. Neerbos. Vergadering van Donderdag 6 April 1922, des namiddags 2 uur. Voorzitter de heer J. Huizinga, burge meester. Tegenwoordig de leden: L. J. Geelhoedt, I.. T. van Hasselt, J. J. de Jager, D. Scheele, P. van Cadsand, F. B. G. de Meijer, H. J. Ccrlsen, N. A. Hamelink, P. C. Geensen en L. J. van Driel; later ook de heer G. de Ridder. Afwezig de heeren H. J. van den Ouden en R. G. E. Nolson. 2. Voorstel tot verhooging van de uitkee- ring aan werkloozen. Naar aanleiding van het in hunne handen om bericht en raad gestelde adres van het bestuur van de Christelijke Transportarbeidersvereeni- ging, waarin verzocht wordt de door den raad in zijne vergadering van 26 Januari 11. vast- gestelde bedragen voor uitkeering, te willen verhoogen, stellen burgemeester en wethouders voor, overwegende dat de uitkeeringen voor de categorien, door den Minister van Binnenland- sche Zaken onder B, C en D bedoeld in zijne eirculaire no. 2088, van 7 December 1.1., te laag zijn, aan genoemde categorien denzelfden steun te verleenen, als gegeven wordt aan de cate- gorie A en zulks met ingang van 1 April 1922 tot en met 3 Juni 1922. Medegedeeld wordt, dat dit voorstel uitgaat van de meerderheid van het dagelijksch bestuur. De heer SCHEELE merkt op, dat hij in de vergadering van 26 Januari 11., toen dit punt ter sprake kwam, niet tegenwoordig was. Als hij zich goed herinnert, was er toen een voor stel van de meerderheid van burgemeester en wethouders om een lagere uitkeering te geven, dan door den minister in zijne regeling was aan- gegeven. Nu is er een voorstel van de meerder heid van burgemeester en wethouders om wel uit te keeren volgens den door den minister aangegeven maatstaf. Hij vraagt te worden ingelicht naar de n otieven van die verande- ring in het college. De heer HAMELINK vindt het altijd aan- genaam, dat organisaties opkomen voor de belangen hunner leden, maar hij meent, dat deze organisaties dat niet op het juiste oogen- blik hebben gedaan. De Christelijke organi saties komen thans met een verzoek tot den gemeenteraad om een regeling in te voeren, die pas met de algemeene stemmen van hunne rechtsche vertegenwoordigers tegen is ver- worpen. Spreker gelooft, dat het voor de Christelijke organisaties meer op den weg ge- legen had, om die afgevaardigden op een an- deren tijd eens aan de ooren te trekken en hun duidelijk te maken, dat zij beter voor hen hebben te zorgen, dat zij vroeger wel om hunne stemmen hebben gebedeld, maar dat zij hen thans niet kennen, en dat die organisaties zullen hebben te overwegen, of zij in de toe- komst geen afgevaardigden zullen kunnen krij- gen. die het heter zouden doen. want hier staa* toch, dat door de verwerping van het voorstel van den heer Nolson, gesteund door de heeren Hamelink en Geelhoedt, waarin de bedragen van den minister werden overgenomen, de toestand der gezinnen der werkloozen zeer ge- drukt is gebleven. Het deed spreker goed, dat het hier eens kon worden gezegd, dat de afgevaardigden dier vereenigingen de oorzaak zijn, dat ze nu dit adres tot den raad moeten richten. Spreker vestigt daarop niet de aandacht, om, niet het oog op politiek fortuin ziin eigen richting in de hoogte te steken, maar hij wijst er op, dat dit adres een slag is in het aange- zicht der afgevaardigden van de rechtsche richting. Hij moet verklaren, dat hij in de vergade ring van 26 Januari met zijn fractie bepaald perplex stond van de stemmen die door de rechtsche leden tegen het voorstel van den heer Nolson werd uitgebracht, omdat zij zoo unaniem tegen stemden, zonder te voren met een enkel woord van hunne meening daartegen te hebben doen blijken, zonder dat zij ook maar in een enkel opzicht hun stem hadden gemotiveerd. Het heeft dan ook nog een punt van be- raadslaging uitgemaakt, om die houding eens in een openbare vergadering te laten bespre- ken, doch de overweging, dat de betrokken werklieden daarmede in geenerlei opzicht zouden geholpen zijn, heeft van dat plan doen afzien. Doch al geven de organisaties met dit adres een slag in het aangezicht hunner eigen af gevaardigden, zoo wil spreker wel verklaren, dat hij en zijn fractie zullen stemmen voor het voorstel van burgemeester en wethouders. Er is de vorige maal, in verband met de dis- cussie over de werkloozen en ook al vroeger, gesproken over de bioscoop. Spreker wil nu, in verband met de wyziging in de houding van burgemeester en wethouders wel eens een gratis film afdraaien, De adressanten beVoeper zich op het voor stel van den heer Nolson. Nu wi! spreker eens wijzen op een vreemde omstandigheid. Door burgemeester en wethouders werd voorgesteld om niet op de cijfers van den minister in te gaan. Men kon verwachten, dat spreker's fractie zich met hand en tand tegen dat voor stel zou verzetten. Maar ziet, toen dat voor stel aan de orde kwam, zonder dat dit van de zijde van burgemeester er. wethouders nader werd toegelicht, zonder dat een ander ge- legenheid had er iets van te zeggen, werd terstond het woord verleend aan den heer Nol son, die met een afwijkend voorstel kwam, Dit deed spreker eigenaardig aan. Immers, de meerderheid van het college behoort tot de partij van den heer Nolson, al heeft een der leden zich daarvan afgescheiden, en neemt hij ook nu nog een andere houding aan. Hij ziet in die wijze van behandeling der zaak niets anders dan een toeleg om hem spreker den loef af te steken, want het stond toch wel vast, dat spreker en de S. D. A. P. fractie er wel tegen op komen zou. Spreker wijst er voorts op, dat de minister reeds verschillende malen de uitkeeringen had gedrukt, doch dat hij de overtuiging is toege- daan, dat de menschen moeten geholpen wor den om dezen tijd door te komen. Hij had daarom een norm gesteld, waarmede z.i. kon voldaan worden aan de eerste levensbehoeften. Het was dus een punt van zeer ernstigen aard. De minister meende, dat het niet minder kon. Burgemeester en wethouders van Ter Neuzen. de meerderheid althans. achtte dat het nog minder zou gaan. En ziet, in de vergadering doet een der leden een voorstel om hooger te gaan en een lid van het college van burgemeester en wet houders draait terstond om. Het moet toch wel eigenaardig aandoen, het lijkt als het ware op een onderlinge afspraak. om een an der vliegen af te vangen. Spreker heeft er destijds geen aanmerlung op willen maken, omdat het geenszins de be doeling zijner fractie geweest is, om den nood der werkloozen te gebruiken tot propaganda- middel en zij hebben toen steun verleend aan het voorstel van den heer Nolson gesteund door den heer Geelhoedt, omdat zij meenden daarmede te handelen in het belang der werk loozen. Indien echter de heer Geelhoedt van begin af dat denkbeeld in de vergadering van burgemeester en wethouders had gesteund, dan was waarschijnlijk toen de uitgebreide discussie achterwege gebleven en ook thans wel niet meer noodig geweest. Hij hoopt, dat het adres werkelijk door de besturen der vereenigingen»is opgesteld. want het zou wel den schijn verwekken, dat het. in de pen is gegeven, nadat van een veranderde meening van burgemeester en wethouders is gebleken. Op die veranderde meening komt spreker nog nader neer. Hij is van meening, dat in een zaak als deze, burgemeester en wethou ders een zoo volledig mogelijk onderzoek be- hooren in te stellen, alvorens zich een oordeel te vormen, en als zij dit gedaan hebben be hoort het vast te staan, omdat het op degelijke gronden moet berusten. Als echter, zooals de heer Geelhoedt in Januari verklaarde, de ver gadering eener gewone commissie vergade ring voldoende was. om hem tot een andere overtuiging te brengen, dan moet ziin over tuiging toch niet op vasten bodem hebben ge- staan. Spreker heeft een en ander hierover in het midden meenen te moeten brengen, omdat de voorsteller van de Januari-vergadering, de heer Nolson. niet tegenwoordig is. Ook bespreekt hij nog het voorstel van bur gemeester en wethouders in de vorige verga dering gedaan, om het adres te stellen in hunne handen om bericht en raad, opdat dan ook inmiddels kon afgewacht worden het ant- woord van den minister op het dezerzijds ge daan verzoek, om buitengewone bijdrage van rijkswege. Hij betoogt, dat dit uitstel oveir- bodig is geweest, want het was toen voor den raad wel al duidelijk, dat, na de zwenking van den heer Geelhoedt, van burgemeester en wethouders een voorstel zou komen, aan adressanten tegemoet te komen, tenzij er weer een vergadering zou gehouden zijn, waarin de heer Geelhoedt weer tot andere gedachten gebracht werd. Men leeft soms nog snel, al zijn we niet meer in de dagen van November 1918. Spreker's fractie is ten voile bereid, te stemmen voor het voorstel van burgemeester en wethouders. De heer GEELHOEDT betoogt, dat de heer Hamelink de zaak nopens de wijziging in spreker's standpunt verkeerd voorstelt; hij heeft dit in de Januari-vergadering trouwens reeds duidelijk genoeg uiteengezet. Toen de eirculaire van den Minister in de vergadering van burgemeester en wethouders behandeld werd, heeft de meerderheid haar voorstel ook niet gedaan in de overtuiging, dat het zoo voldoende was, doch omdat bij burgemeester en wethouders ook de overwe ging gold: hoe komen we aan de dubbeltjes? Daar zagen zij geen kans voor. Het noodige bedrag werd toen gerekend op /II.000 voor een geheel jaar. Burgemeester en wethouders wisten niet, waar ze dat vandaan moesten halen, omdat ze van oordeel waren, dat het niet mogelijk was de belastingposten nog hooger te stellen. Het was dus alleen mogeliik, door het op andere posten der begrooting te vinden. Spreker heeft reeds in de vorige be- spreking de reden van zijn veranderd stand punt meegedeeld. In de vergadering der fi- nancieele commissie zijn eenige posten be- sproken, gevoteerd voor uitvoering van wer- ken, die zouden kunnen worden achterwege gelaten, waardoor dan de middelen voor deze zaak werden gevonden. Had spreker in de vergadering van burgemeester en wethouders reeds geweten, wat hij wist toen de finan- cieele commissie vergaderde, dan zou ziin standpunt in deze zaak terstond anders zijn geweest, maar spreker wist niet hoe aan het geld te komen. De heer HAMELINK: U had dat toen reeds moeten weten. De heer VAN CADSAND: Is het dan nu bekend waar het feld vandaan moet komen? De VOORZITTER: Dat is reeds de vorige maal medegedeeld. De heer COLSEN meent. zich ook onder de door den heer Hamelink aangevallen recht sche leden te kunnen scharen, doch merkt op, dat die ieden niet alleen hebben op te komen voor de belangen van de tot hunne partij be- haorende werklieden, doch voor de belangen van het algemeen, ook voor die van de belas- tingbetalers en daar hij van meening was, dat het eindbedrag der uitkeeringen te hoog zon loopen in verband met de beschikbare mid delen, heeft hij tegen het voorstel van den heer Nolson gestemd. De heer DE MEIJER zou met het eerste gedeelte van het voorstel kunnen meegaan, doch het laatste zou hij willen laten zooals het is. Naar aanleiding der bemerkingen van den heer Hamelink moet hij hier voorts verklaren, dat hij om geen enkele stem wenscht te bede- len, en als sprekers tijd om is en de kiezers die hem afvaardigden meenen een betere te kunnen krijgen, dan moeten ze die nemen, dat laat hem volkomen koud. Wat de zaak waar het hier over gaat be- treft, zou hij geen onderscheid willen maken en alien gelijk stellen. De heer VAN CADSAND verklaart, den heer Hamelink bij lange na niet hebben kun nen volgen in zijne uitvoerige politieke rede, zooals deze gewoon is die hier te houden. Het spijt hem wel, dat dit zich zoo telkens her- haalt. Als er een besluit genomen is, dat niet valt in den geest der burgerij, wordt er latere vergaderingen weer getracht, dat er toch door te krijgen, en dan krijgt men hier weer zoo'n politieke rede, want uit die zaken meent de heer Hamelink politieke munt te kunnen si aan. Spreker zal zich echter in het uitbren- gen zijner stem niet door kiezersvrees laten bei'nvloeden, doch zijn stem volgens zijn over tuiging uitbrengen. Wil men hem dan later niet meer kiezen, dit laat hem gewoonweg koud. Hij heeft in Januari het voorstel van burgemeester en wethouders gesteund, dat college is thans van standpunt veranderd, doch spreker zal hen in dit opzicht niet volgen. De VOORZITTER kan naar hij meent, over deze zaak kort zijn. De heer Hamelink heeft een verdenking geuit, als zou er bij de vorige behandeling deze zaak getracht zijn politiek voordeel te behalen en er op deze manier een buitengewone zaak van gemaakt. die echter tot zijn gewone proporties teruggebracht heel eenvoudig is. In de vergadering van burgemeester en wethouders moest advies worden uitgebracht, wisten zij nog niet van de eirculaire van den Minister betreffende de mogeliikheid van steun. Toen wisten zij ook niet, dat het bedrag niet hooger zou zijn dan nu gebleken is. Zij raamden toen het noodige bedrag aanzienlijk hooger. Er werd besproken. dat van de begrooting zou kunnen worden teruggenomen den post voor vemieuwing van den Nieuwstraat ad 6000, terwijl op eenige andere posten nog 1000 was te vinden. Het voorstel was echter niet behandeld door de financieele commissie en deszelfs voor zitter maakte dienaangaande terecht aanmerking. Zoo kwam het voorstel van bur gemeester en wethouders in de vergadering der financieele commissie, waar, nadat een overzicht van de zaak gegeven was. de mee ning werd uitgesproken, dat het wel mogeliik was een hoogere uitkeering te geven. rekening houdeftde met de toezegging van den minis ter en ihdien het werk voor de Nieuwstraat werd uitgesteld. Ofschoon het wel noodig ge- acht wordt, dat die straat wordt verbeterd, achtte men het toch van meer belang, dat de behoeftige werkloozen voldoende ondersteu- ning zouden kri.igen De zaak is dus op zuiver practische gronden besnroken. De vader van de cijfers van het voorstel, van burgemeester en wethouders, zooals het in de vergadering van den gemeenteraad is gekomen, is eigenlijk de voorzitter dezer ver gadering. De kwestie is lang en breed over- wogen en de Vermoedeliike gevolgen nage- gaan en het resultaat dier overwegingen is geweest, dat ze. ofschoon met een bezwaard gemoed, die ciifers hebben moeten voorsteller. Toen zijn burgemeester en wethouders ook naar Den Haag geweest, om te vragen om buitengewone steun, voor deze zaak. doch men heeft in Middelburg geadviseerd, dat de be- lastingen in deze gemeente nog niet, van dien aard ziin, dat de gemeente voor dien bijzon- deren steun in aanmerking zou komen. Burgemeester en wethouders hebben nu be- rekend. dat. indien voor de uitkeeringen aan de werkloozen de ciifers waren vevolgd van den minister, die ook door den heer Nolson ziin voorgesteld. daarvoor in de afgeloonen drie maanden zou noodig geweest ziin f 875, terwiii nu is uitgekeerd 694,64. alzoo slech+s een verschil van f 175. Voor de aanstaande drie maanden zal het bedrag zeker niet hoo ger worden dan f 1000. daar mag aarvenomen worden, dat de werkloosheid zal afnemon Dan worden alle categorien gelijk gesteund. Spre ker wijst er op, dat dit bedrag niet groot is, als men in aanmerking neemt, dat ti.jdens den oorlog aan het Steuncomite f 1200 tot 1500 over sommige maanden werd bijgedragen. De meerderheid van burgemeester en wet houders heeft daarom gemeend, met voile ge- rustheid haar voorstel te kunnen doen en daar- bij zit geen enkele politieke berekening op den voorgrond, die is er ook in geen enkel opzicht b(i in het spel. Die blijkt meer uit de redenee- ring van den heer Hamelink ten opzichte yan de rechtsche werklieden. Spreker wijst er op, dat bij die werklieden in de eerste plaats hun principe, en dan het eigen belang. Hij wil niet beweren, dat er ook geen onder loopen, die er anders over denken, maar men heeft in iedere partij van die afwjjkingen. Met betrekking tot de financien meenen burgemeester en wethouders, dat er geen be- zwaar is, om dit voorstel aan te nemen. Dit zal dan gelden van 1 April tot 3 Juni a.s. In dien het dan nog noodig zou blijken. moet het weer opnieuw bij den raad komen. De heer VAN DRIEL meent een mededee- ling te kunnen doen, die de discussies zeer kan bekorten en het ook gemakkelijker kan maken voor een beslissing, n.l., dat de uit keeringen aan de werkloozen reeds zijn ver- minderd, aangezien de minister het grondloon heeft teruggebracht van 24 tot fl9; voorts is het 'bedrag, dat in de laatste maanden moest worden uitgekeerd hooger. omdat de minister er ook onder gebracht heeft de niet- georganiseerden en hen die nog geen 26 we- ken lid eaner organisatie waren. De heer VAN HASSELT meent te hebben bemerkt, dat de heer Scheele er bepaald prijs op stelde, zijne meening over deze zaak te ken nen. Hij heeft die de vorige maal reeds duide lijk te kennen gegeven, doch wil die nog wel eens herhalen. Hij vindt het een groote moeili.ikheid, om hierin tot een bevredigende opiossing te ko men. De vraag waar het hier om gaat is: hoe- ver kunnen we in deze gaan met het oog op onze beschikbare financien en de belastingbo- talers. En ook in de vorige vergadering heeft het verschil tusschen mij en voomamelijk den heer Hamelink er over geloopen, dat we die grens niet even hoog trekken. We leven in een tijd van malaise, niet en- kelen, maar de geheele natie, en we moeten trachten dien tijd door te komen. Dit kunnen we doen door den arbeid te steunen, dat deze in stand blijft, voor het opbouwen der maet- s< happij, in het belang onzer natie, doch dit kunnen we slechts doen voor zoover onze mid delen daartoe toereikend zijn. want als we dat gaan doen ten koste van het kapitaal, den anderen factor voor het bestaan onzer natie, gaan we den verkeerden weg uit. Als men maar steeds de belastingen gaat verhoogen, en maar zegt: we halen het, waar wat te halen is, gaat het den verkeerden kant op. Men moet met allerlei factoren rekening houden. Wegens de zware belastingen, zijn reeds bezitters van belangrijke fortuinen uit ons land vertrokken. Voorts zijn door ver schillende oorzaken millioenen verloren. Hij is ook van meening, dat steun behoort te worden verleend, maar die steun aan de eene groep mag ten slotte niet verleend wor den ten koste van den ondergang van een andere groep. Waar is nu de grens voor steun- verleening aan de arbeiders? De minister heeft dien bepaald op /II per week en bur gemeester en wethouders zijn met een voor stel gekomen van f 8. Daardoor is de thans aan de orde zijnde kwestie ontstaan. Spreker blijft bij zijn oude standpunt, dat met de thans bestaande regeling de factor bereikt is, tot v/aar de gemeente gaan kan. De heer SCHEELE dankt den heer Van Hasselt voor zijne toelichting. Hij had ove- rigens ook wel den indruk gekregen. dat er in" de behandeling dezer zaak weer een wed- ijver zat tusschen den heer Nolson en den heer Hamelink, zooals de raad daarvan meer- malen getuige is, wie het voor de werklieden mooiste voorstel zal doen, en ditmaal is het kluifje den heer Hamelink heelemaal ontgaan. Ook hem is het al meermalen opgevallen, dat de heer Geelhoedt er in de vergadering van den gemeenteraad, als de heer Nolson zich uitsprak in afwijking met een voorstel van burgemeester en wethouders, als de kip- pen bij was, om steeds de zijde van den heer Nolson te k'ezen. Hij kan zich dat wel voor- stellen, dat leden van dezelfde richting elkaar steunen en voor elkaars argumenten voelen, en hij gunt dat den heer Geelhoedt ook wel. maar het heeft dan toch geen bewijs van vast- heid van lijn bij dezen. Aan den heer Hamelink merkt hij op. dat, als de Christelijke werkliedenvereenigingen hier komen met een adres, zulks hun voile recht is, maar dat dit daarom nog niet wil zeggen, dat de Christelijke groep in den ge meenteraad maar aan hun verlangen heeft tegemoet te komen. En als ze in hun wen- schen worden teleurgesteld, als hun verzoek niet kan worden ingewilligd. zal dat voor hen nog geen reden zijn om bij de stembus op een andere partij over te gaan, daarvoor zit hen het beginsel te diep, en mochten er ook al zijn bij wie dat niet het geval is, dan kun nen deze zegt spreker gerust op u of een ander overgaan. En wanneer men het volgend jaai, als ne raad weder moet gevormd worden en men hem als God hem het leven spaart liever door een ander vervangt, dan zal hij zich daarin ook verheugen, als het dan maar betere leden zijn dan de thans zittenden. Misschien zitten er ook onder die chfistelijke werldie- den zeif wel goede krachten, Als ze die naar voren willen brengen, moeten ze mij niet ont- zien, maar ik zal ook hen niet ontzien, ik ste! mij in dat opzicht op hetzelfde standpunt als den heer De Meijer. Ik ben het ook eens met de stelling van den heer Van Hasselt, er is overal malaise en waar moet het heen, als we maar blijven voortgaan met het voteeren van hoogere uit keeringen Moet dan alies ten onder gaan ten koste van den arbeid Men zal toch met kun nen tegenspreken, diat er nu een tijd geko men is voor vermindering van loon, on dat cte loonen reeds zijn verminderd. Spreker zal niet beantwoorden de vraag, of een vermin dering tot 12 en 15 per week met te ver gaat maar als de raad nu gaat toegeven, aan verhooging der uitkeeringen voor de werkloozen, zouden de uitkeeringen ten slotte hooger zijn dian het peil van het loon en to zou de uitkeering zeker een nadeel worfflm voor den arbeid. Hij wijst er op, dat het ook nog de vraag is, of niet de tijd zal komen. wit er ook de noodzakelijkheid tot vermindernig der gemeentelijke uitgaven onder de ooge* moet worden gezien. Hii acht het wel jammer voor de arbeideiv, dat de toestandep, zoo zijn, evenwel. zij hefc- ben maar 8 uur" per dag te werken, maer spreker kan wel verzekeren, dat er hier men schen zijn, die misschien wel 16 uur periter werken en die onder zoo grooten dmk zitton dat zij met moeite voor zich en de hunne* een droog stuksken brood kunnen bemech- t,!En nu zegt de meerderheid van burge meester en wethouders wel, dat ze het geld gevonden hebben, zeker, dat kunnen ze altiid vinden. want als het er niet is, dan halen ze het maar uit den hoofdelijken omslag, dorfc in dit verband wil spreker wel eens wiizen on een groote advertentie, die dezer dagen in de Nieuwe Rotterdamsche Courant stond: „Lieve

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 2