NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No. 7279
Maandag £7 Maart 1922,
70e Jaargan;
M P SPi U ft W HI i
BUITENLAWD
Het gedenkteeken aan den
Tasdijk.
jPfffiLwnm3w*L -MnmrawKgsftifliaiMKiriP^Kfcaafi^
be®?®
DE STRIJD TUSSCHEN ,,N AT" EN
„DROOG"AMERIKA.
Naar uit Washington aan de Parijsche
uitgave van de „Chicago Tribune" wordt
gemeid, bereiden de voor- en tegenstan-
ders van het drankverbod in de Vereenig-
de Staten zich op een hevigen strijd voor,
daar beide partijen hopen, in her nieuwe
Congres de overhand te zullen verkrijgen.
De voorstanders verklaren, dat zij zoo-
wel repubiikeinen als democraten zullen
steunen, zonder ouderscheid te maken
tusschen de verschillende politieke nuan
ces, en zij beweren, over voldoenden fi-
nancieelen steun door middel van vrijwil-
lige bijdragen te beschikken, om een ver-
kiezingscampagne met succes te kunnen
voeren.
De „natten" daarentegen, die t.en einde
raad zijn door de buitensporige prijzen,
welke voor sterken drank wordeti ge-
vraagd en door de maatregelen der re-
geering om den clandestienen verkoop on-
mogelijk te maken, hebben te kennen ge-
geven, dat zij besloten zijn, op genade of
ongenade te strijden. Teneinde de open-
bare meening voor zich te winnen, drin-
gen zij niet aan op de weder-invoering
van cafe's doch beperken zij hun actie tot
het ijveren voor een verzoek der geheele
natie tot het toelaten van iichte wijnen en
bier.
Wanneer de „natten" er echter niet in
mochten slagen, hiervoor voldoende aan-
hangers te winnen, dan zullen zij, naar
beweerd wordt, met den steun van de
tabakstrust, een nationale verbodscampag-
ne organiseeren tegen tabak, theaters en
andere „publieke vermakelijkheden" en al-
les in het werk stellen om het drankver
bod in zijn strengsten vorm door te voe
ren, in de hoop, dat zij hierdoor een on-
weerstaanbare nationale reactie tegen al
dergelijke verboden in het leven zullen
roepen, waardoor dan tevens het drank
verbod uit de wereld zou raken.
TER NEUZEN, 27 Maart 1921.
TRAMLIJNEN IN ZEEUWSCH-
VLAANDEREN.
Een wetsontwerp is ingediend tot ver-
klaring van het algemeen nut der onteige-
ning ten 'behoeve van den aanleg van
een tramweg van Breskens over Cadzand
en Retranchement naar Sluis met zijbjnen
van Cadzand naar de haven van Cadzand
en van Retranchement naar de Belgische
grens in de richting van Knocke.
Onder dagteekening van 25 Juni 1919
is met de Stoomtram-Maatischappij „Bres-
kensMaldeghem" een overeenkomst ge-
sloten, waarbij haar concessie is verleend
voor den aanleg van dezen tramweg met
zijlijnen. Voor dezen aanleg is toepassing
der onteigeningswet noodig.
QRENSCONTROLE.
Naar we vernemen bestaat het plan, de
passencontrole aan de Nederl. grenssta-
tions met ir.gang van 15 Mei a.s. wederom
op te dragen aan de brigades der Kon.
Marechaussee in de betreffende grensge-
meenten. (Hbl.)
DE KAMER VAN KOOPHANDEL.
Naar wij vernemen zal de oude Kamer
van Koophandel op Vrijdag 31 Maart voor
het laatst bijeenkomen en zoovee! moge-
fijk alles afdoen. De nieuwe Kamer is bij
eengeroepen tegen Zaterdag 1 April, 2.30
uur. Zij zal dan worden geinstalleerd.
UlTVOER VAN AARDAPPELEN.
De uitvoer van aardappelen kan thans
langs de volgende grensstations geschie-
den: Harlingen, Amsterdam, Rotterdam'
Nieuwe Schans, Coevorden, Zevenaar>
Eijsden, Baarle-Nassau, Roosendaal, Hans-
weert, Sas van Gent, Valkenswaard, Ede,
Hulst, Budel, De Kempen, en Venlo.
Voorts kan uitvoer van aardappelen
plaats vinden op:
Dinsdag. langs de grensstations Ossen-
drecht en Wernhout.
Woensdag langs het grensstation Reuzel.
Donderdag langs het grensstation Itter-
voort, en exporteurs zullen in de gelegen-
heid zijn, aardappelen langs het grens
station IJzendijkeVeldzicht uifc te voe
ren, nadat vooraf overleg is gepleegd met
den controleur van de Nederlandsche Uit-
voermaatschappij, den heer H. van Doe-
selaar te Hoek.
BELGISCHE VLUCHTELINGEN.
Men schrijft uit Sas van Gent aan he!
rlbl.
Nog steeds herbergen Sas van Gent en
waarschijnhjk ook andere grensplaatsen tal
van Belgische vluchtelingen, die voor ver-
meende of werkelijke handelsoperatien
met de Diutschers zijn veroordeeld of
wrer vonnis nog moet geveld worden
l>e straffen op vermeld misdrijf zijn niet
gering en varieeren van eenige maanden
tot vele jaren, ja enkele tot levenslange
gevangenisstraf, terwijl boeten zijn opge-
legd tot vele duizenden francs. Bij de
meeste vluchtelingen begint echter, wijl
zij zonder middelen van bestaan zijn, geld-
gebrek te heerschen en zoo zien velen
zich genoopt zich op genade of ongenade
in handen der justitie te stellen.
Dezer dagen vertrokken weer enkelb,
wien 4 en 7 jaren en 11 jaren kerkerstraf
wacht. Allen hopen op revisie van hun
vei vonn's of op latere amnestie.
i>eh,4 Zo"der Pas zijnde kunnen zij niet an-
lers dan tersluiks over de grenzen gaan.
m koos den weg over Sluis, een ander
1 Vrijdagavond te voet naar Gent om
aan te melden.
OOSTBURG.
j In de Vrijdag alhier gehouden vergade-
j ring van het hoofdstemoureau ter verkie-
J zing van een lid van den gemeenieraad
i noodig wegens ontslagneming van deh
heer I. Risseeuw Iz., werd benoemd de
j heer A. P. M. Meijer.
MIDDELBURG.
j Zaterdag heeft op de algemeene be-
graafplaats alhier de teraardebesteding
plaats gehad van jhr. mr. E. A. O. de
Casernbroot, oud-lid van Ged. Staten van
Zeeland en kamerheer in buitengewonen
dienst van de Koningin, H. M. had zich
doen vertegenwoordigen door haar ka
merheer R. A. baron van HardenbTpek
van Lockhorst. Verder waren op het kerk-
hof aanwezig de commissaris der Konin
gin, jhr. mr. J. W. Quarles van Ufford,
de cud-commissaris mr. H. J. Dijckmees-
ter, leden van Ged. en Prov. Staten, amb-
tenaren der provincie en tal van andere
belangstellenden. Vijf bloemstukken, waar-
onder een van Cigd. Staten en den griffier
der Staten, dekten de kist.
Aan de groeve werd niet gesproken;
alleen zegde de oudsce zoon van den
overledene dank aan de Koningin, dat zij
zich deed vertegenwoordigen, en aan de
overige talrijke aanvvezigen voor hun te-
genwoordigheid.
Wij braken ons verslag omtrent de feestetijke
onthulling van het watersnood-monument aan
den Tasdijk af, op het tijdstip, dat Z. K. H.
Prins Hendrik met eenige andere genoocigden
ter, huize van den burgemeester Coliot
u'Escury de lunch gebruikten.
Alvorens naar binnerr te gaan had de Prins
zich nog den commandant der eerewaeht, den
heer Jac. Neeteson, laten voorstellen. De Prins
verklaarde de eerewaeht zeer op prijs te stel
len, roemde de Weeding der miters en zeide,
van haar optreden mededeeling te zullen doen
aan H. M. de Koningin. De miters waren ge-
kieed in witte broeken, donkere jassen en zwar-
te hoeden met pluimen.
Omstreeks 3 uur begon het opstellen van den
stoet, die geopend werd door de eerewaeht van
Kloosterzande en gesloten door die van Lams-
waarde. Voorts namen er in plaats de muziek-
gezelschappen van Kloosterzande, Lamswaarde
en Ter Hole, Handboogsocieteiten met banie-
ren, de zangvereeniging De Lofstem, korps
vrijwillige landstorm van Hontenisse c.a.,
fietsclub De Toeristen van Ter Hole en ver-'
schillende duivensocieteiten. Vooral de laatsten
trokken met hun fraai versierde, met duiven
gevulde hokken, allerwege de aandacht.
In afwijking met het aanvankelijk voorne-
men, dat de Prins ook in den stoet zou mee-
rijden, vertrok de stoet eerst naar den Tasdijk,
om daar nabij het monument de aangewezen
plaatsen in te nemen. Eene talrijke menigte van
Hontenisse en uit de omgeving was daar reeds
bij een en op het podium voor de officieele be
langstellenden uit de omgeving bemerkten wij
tal van vertegenwoordigers van gemeente- en
polderbesturen, die door hunne aanwezigheid
belanstelling in deze gebeurtenis kwamen be-
toonen.
Het was reeds vier uur gepasseerd, toen de
Frins met zijn gevolg per auto ter plaatse ar-
riveerde. Hij was vergezeld van zijn adjudant
Jhr. Von Miihlen.
Onder de tegenwoordigen merkten wij voorts
op de Commissaris der Koningin in Zeeland,
Jhr. Quarles van Ufford, de heer J. A. van
Rompu, lid van Ged. Staten, Van Oordt, Hoofd-
ingenieur van den Rijks Waterstaat, en Van
Leeuwen, Hoofdingenieur van den Prov. Wa
terstaat, de heer Panthaleon, Baron Van Eck,
generaal-majoor inspecteur der genie, luite-
nant-kolonel Thomson, van de Kon. Mare
chaussee, I. G. J. Kakebeeke, inspecteur van
den landbouw, Jhr. Repelaar van Driel. admi-
strateur van het Kroondomein, S. van Eeghen,
voorzitter van het algemeen watersnood co-
mite, de Statenleden de heeren Ph. J. van
Dixhoom, Dumoleijn en F. van Waesberghe,
M. Eijke, oud-opzichter van den Prov. Water
staat en voorts de hierboven gemeid e ge
meente- en waterschapsbesturen uit Oostelijk
Zeeuwsch-Vlaanderen.
De Kamerleden de heeren Fmijtier, De
Muralt en Heemskerk, hadden bericht gezonden
door de Kamerzitting verhinderd te zijn.
Nadat alien hunne plaatsen hadden ingeno-
men, de gasten op de daarvoor gestelde po-
diums, nam de heer K. J. A. G. baron Collot
d'Escury, burgemeester van Hontenisse en
voorzitter van de feestcommissie, het woord,
en gaf in een duidelijk uitgesproken, goed ge-
documenteerde rede uiting aan de gevoelens
die hem, en naar hij overtuigd was ook alle
gemeentenaren, bezielden. Hij sprak ongeveer
als volgt:
Koninklijke Hoogheid, Dames en Heeren!
Voor mim 16 jaar en wel op 12 Maart 1906
werd Zeeland getroffen door eene ramp, die
zich in die Provincie sedert menschen heugenis
niet meer had voorgedaan. Een zware storm,
gepaard aan een bijzonder hoog watergetijde
deed zeer vele dijken bezwijken en zette onder-
scheidene polders onder water. In Zeeuwsch-
Vlaanderen werden getroffen de gemeenten
Graauw, Hontenisse, Ossenisse en Philippine.
Ruim 1400 H.A. bouw- en weiland met de daar-
op staande hoeven en gebouwen werden geheel
onder water gezet. De gemeente Hontenisse
leed ongetwijfeld het zwaarst, in die gemeente
overstroomden ruim 800 H.A., terwijl, en dit
was wel het ergste, door het bezwijken van den
binnendijk bij Kruisdorp de dorpen Klooster
zande en Groenendijk met de gehuchten Noord-
straat en Knapaf te samen met ongeveer 2000
mwoners voor het grootste deel onder water
kwamen.
Verlies aan menschen levens kwam gelukkig
niet voor, wel verdronken er heel wat land-
bouwdieren, terwijl vele inwoners geheel dak-
lcos werden en met medeneming van het hoogst
noodige hunne woningen moesten verlaten en,
of in enkele hoogere gelegene gebouwen of in
andere gemeenten een onderdak moesten zoe-
ken. Al werden zij ook overal liefderijk ont-
vangen en opgenomen zoo was de toestand
toch zoo droevig mogelijk. Veel ellende en ge-
brek werd dan ook in die dagen geleden.
Hulp wilde men reed,, dadelijk van alie zijden
verschaffen. Gemakkelijk ging dat in den aan-
vang evenwel niet. De tram uit Hulst kon niet
verder dan hier aan den Tasdijk komen. Verder
tot Kloosterzande alies water. De gewone Pro-
vinciale en andere stoom'oooten konden wel
Walsoorden bereiken doch vandaar kon men
naar de dorpen slechts per roeiboot komen en
die booten ontbraken bjjna geheel. Er begon
aan vele zaken gebrek te komen, terwijl men
tcngevolge van het gemis aan werkvolk niet
met kracht aan het dichten der dijken koncie
beginnen, iets wat ook om uitbreiding van de
ramp te voorkomen zoo hoog noodig was.
Vrij spoedig kwam er gelukkig verbetering.
Met roeibooten die van elders werden aange-
yoerd, braclit men leve. '-middelen, dekens, enz.
terwijl, door Zijne Excelientie den Minister van
Oorlog een detachement genietroepen, oor-
spronkelijk 110 later 160 man sterk onder bevel
van den toenmaligen kapitein, thans generaa:
Panthaleon Baron van Eck, werd besehikbaar
gesteld, ter verleening van hulp bij het dichten
der dijken.
Waar er nu intusschen ook enkeie dijkwer-
kers gekomen waren, werd onder leiding van
het bestuur van het Calamiteus Waterschar
Walsoorden gesteund door de ambtenaren van
den Provincialen Waterstaat en de officieren
van de genie met kracht aan de dijken begon-
nen. Ook de besturen van de aanliggende pol
ders Kengstdijk- en Kruispolder deden wat
mogelijk was om uitbreiding der overstroomin
te voorkomen. Na ongeveer 4 weken was dan
ook het gevaar voor uitbreiding nagenoeg ge
weken en de doorbraak in den binnendijk bij
Kruisdorp gedicht.
Tn al dien tijd bleef de stemming moedeloos,
de vrees voor uitbreiding der overstrooming
bleef, waar zooveel gaten in de dijken waren,
bij het voortdurend ruwe weer bestaan, terwijl
ieder hoe 1 anger hoe meer ging beseffen welke
groote verliezen geleden waren en hoe donker
de toekomst er ujt zag. Onderscheidene ge
bouwen zoo huizen als schuren waren gedeel-
telijk vernield, huisraad, voorraden veevoeder
enz. waren bedorven, of zeer beschadigd, ter
wijl de te velde staande winteroogst verloren
was. Op eene oogst in het loopend jaar kon
niemand rekenen, terwijl er gezien het vrij hoog
zoutgehalte van het Scheldewater, volgens het
oordeel der deskundigen ook in de eerstvolgen-
df jaren slechte uitkomsten te verwachten
waren. Wat zoo iets voor eene streek die bijna
uitsluitend direct of indirect van den landbouw
leeft, beteekent, begrijpt ieder uwer.
In die moedelooze tijden kwam het bericht
dat het bezoek van Hare Majesteit onze ge-
eerbiedigde Koningin en van Uwe Koninklijke
Hoogheid verwacht werd. De tijding kwam
eerst in den laten morgen en juist 16 jaar ge
leden ongeveer op het zelfde uur als dit oogen-
blik en op dezelfde plaats had ons gewest het
zoo groote voorrecht, dat hoog bezoek te ont-
vangen.
Ons alien was reeds bekend de groote liefde
cn de groote toewijding van H. M. de Koningin
voor haar volk. Van nabij hadden wij dat even
wel nog niet aanschouwd. Ieder die toen Hare
Majesteit gezien heeft, die gehoord heeft de
woorden van troost gesproken tot de dakloozen
opgenomen in het R. K. Liefdehuis te Groe
nendijk en in particuliere woningen, die getuige
was hoe Hare Majesteit met Uwe Koninklijke
Hoogheid, niettegenstaande het ongunstige
weder in een open roeiboot de gemeente heeft
doorkruist, was onder den indruk en kreeg
nieuwen moed.
Reeds dat bezoek is reden van groote dank-
baarheid aan Hare Majesteit en. Uwe Konin
klijke Hoogheid.
Er is evenwel meer. Waar Hare Majesteit
niet alleen woorden van trocst had gesproken,
doch ook hulp had toegezegd bleken dit geen
ijdele woorden te zijn. Ik wil daarover niet uit-
weiden, doch slechts vaststellen, dat wat Hare
Majesteit in deze streken in particuliere mid
delen voor de inwoners gedaan heeft, noo.it zal
worden vergeten. En het is daarom dat ik uit-
roep: Leve Hare Majesteit onze geeerbiedigde
Koningin. Leve Zijne Koninklijke Hoogheid
de Prins der Nederlanden, en wat ik daaraan
zoo gaame toevoeg, Leve Hare Koninklijke
Hoogheid Prinses Juliana. Leve Hare Maje
steit de Koningin Moeder.
Tn 1914 kwam alhier het denkbeeld op om bij
de lOjarige herdenking van den watersnood
een gedenkteeken op te richten, herinnerde niet
alleen aan dien watersnood, doch aan de groote
hulp in die tijden van alien en zoo in het bij
zonder van Hare Majesteit de Koningin onder-
vonden.
Van die plannen kwam uit den aard der zaalc
niets. De geweldige gebeurtenissen in dat jaar
aangevangen waren oorzaak, dat men zich
slechts moest bepalen tot het tegenwoordige en
dat het niet mogelijk was het verleden rustig
te herdenken.
Nu de tijden, al zijn zij nog verre van nor-
maal, iets rustiger geworden zijn meende ons
comite in staat te zijn het oude denkbeeld weder
op te vatten. Wij gingen aan het werk en het
resultaat is, dat heden een gedenkteeken ver-
vaardigd door den beeldhouwer Dirk Wolbers
te 's-Gravenhage, dien ik gaame hulde breng
voor de opvatting van zijn werk en voor de
schoone uitvoering, kan onthuld worden.
Op zeer hoogen prijs wordt het door ons co
mite, ja door onze geheele streek, gesteld, dat
Uw Koninklijke Hoogheid bereid is gevonden
op dezen voor ons zoo gedenkwaardigen dag
ir> ons midden te zijn. Weest U overtuigd, dat
wijkennende Uwe wanne belangstelling voor
al wat de ingezetenen van ons land betreft, Uwe
Koninklijke Hoogheid zeer dankbaar zijn voor
Uwe overkomst. Mag ik Uwe Koninklijke
Hoogheid namens alien dien dank hier eerbiedig
overbrengen.
Voor ik nu de booge eer zal hebben Uwe
Koninklijke Hoogheid uit te noodigen den
sluier van het gedenkteeken weg te trekken, zij
het mij vergund, namens ons comite, namens
de gemeente Hontenisse, ja namens de geheele
streek een oprecht woord van dank te brengen
aan alien, die in die moeilijke dagen nevens
H. M. de Koningin hulp hebben verleend en
eveneens aan hen. die hebben medegewerkt
om de aan de dijken gemaakte schade zoo
spoedig en goed mogelijk te verhelpen.
Toen de ramp bekend was geworden werd
aan onze streek door geheel Nederland steun
verleend, van alle zijden kwam hulp. Aan alien
daarvoor onzen hartelijken dank. Wil steun
goed geveven worden dan is regeling noodig en
die regeling werd gegeven door het Nationaal-
nn later door het Zeeuwsch Watersnood comite.
Wij hebben het vroote voorrecht in ons midden
1c zien de heer Van Eeghen uit Amsterdam, die
ons ook tjjdens den watersnood bezocht, de j Hiema maakte de Prins het koord, dat het
ma" (i!e steet'K bereid is bij nationale rampen j omhulsei vasthield ios, dit viel weg en'het eon-
voudige, doch werkelijke iraaie monument
met alleen zeer belangrijken finantieelen steun
te geven, doch tevens en dit is haast nog van
meer waarde, dien steun in goede banen te
leiden. Aan hem en aan het algemeen water
snood comite onze hulde.
Nevens den heer Van Eeghen, hadden zij zoo
gaame begroet, Jhr. Mr. de Casernbroot, die
met zijnen ijvervoilen secretaris Mr. J. J.* van
Deinse zooveel gedaan heeft voor de regeling
van de vergoedingen Dit heeft helaas niet mo-
gen zyn. Jhr. De Casernbroot die beloofd had
te zullen komen overleed betrckkelijk onver-
wachts voor een paar dagen. Het zij mij ver
gund hulde te brengen aan de nagedachtenis
aan den man die zooveel voor Zeeland in'het
algemeen en voor het provinciaal Watersnood
comite in het bijzonder heeft gedaan, zijn
naam zal hier lang in eere blijven.
Mr. Van Deinse zal wei onzen dank aan het
provinciaal comite overbrengen voor al wat
door hem gedaan is.
Hulde ook aan den heer Kakebeeke vroeger
Kijkslandbouwleeraar in Zeeland, nu Inspec
teur van den landbouw, die met den heer Huij-
zinga de landbouwschade regelde en zooveel
goede adviezen aan de overstroomden voor de
te volgen cultuur gaf.
Ook aan alien in den omtrek, die tijdens den
watersnood met alleen de uit hunne woningen
gedreven landbouwers, doch ook hunne dieren
opnamen, dank, in het bijzonder aan de be
sturen der Landbouw-maatschappijen in dit ge
west, die daartoe hebben medegewerkt.
Dat de dijken betrekkelijk zoo spoedig en
goed gedicht werden was ongetwijfeld het re
sultaat van aller groote inspanning en steun.
Dank daarvoor aan de verschillende autori-
teiten, die daartoe medegewerkt hebben, in de
eerste plaats aan het bestuur onzer Provincie
Het is ons comite een groot voorrecht het hoofd
van deze Provincie Jhr. Mr. Quarles van
Ufford met vertegenwoordigers van H. H.
Gedeputeerde Staten aanwezig te zien. Onzen
oprechten dank voor hunne tegenwoordigheid.
Leed doet het ons comite, dat de Oud-Commis-
saris Mr. Dijckmeester door omstandigheden
geen gevolg kan geven aan de uitnoodiging om
hier tegemvoordig te zijn, gaame hadden wij
hem die tijdens den watersnood aan 't hoofd
van ons gewest stond onzen dank willen bren
gen.
Zeer missen wij ook de heeren Hoogerwaard en
Sibmacher-Zij nen, respectievelijk Hoofdinge
nieur en Ingenieur van den Provincialen Wa
terstaat tijdens de overstrooming. Beiden
brachten door hunne zeer gewaardeerde advie
zen veel bij tot een spoedig herstel van den
toestand, gaame brengen wij hen daarvoor
hulde. Op prijs stellen wij ook de tegenwoor
digheid van den heer Eijke, toenmaals op-
zichter van den Provincialen Waterstaat, ook
voor hem waren het zware dagen, dank voor
zijne toewijding. De heeren Van Oordt en Van
Leeuwen, respectievelijk Hoofdingenieur-Direc-
teur van den Rijks Waterstaat en Hoofdinge
nieur van den Provincialen Waterstaat zeggen
wij dank voor hunne zeer gewaardeerde aan
wezigheid
Er waren in den beginne ik heb dit reeds
in den aanvang van mijne toespraak vermeld
heel wat moeilijkheden. Een van de ergste was
het gemis van werkvolk voor het dichten van
den binnendijk. Groot was dan ook de voldoe-
ning toen de genietroepen te Walsoorden aan-
kwamen. De troepen waren nog geen 10 minuten
aan den wal of zij waren reeds aan het werk
om te trachten en dit gelukkig met succes den
op dien stormachtigen dag sterk bedreigden
binnendijk van den Noorddijkpolder te be-
houden.
Met voile toewijding hebben die troepen on
der de uitstekende leiding hunner officieren
mim 3 weken hier gewerkt.
Hun toenmaligen commandant wil in zijne
tegenwoordige kwaliteit van Inspecteur der
genie, wel onze oprechte hulde aannemen, voor
het onder zijne bevelen staande wapen, hem,
majoor Becking en kapitein Vaillant onzen op
rechten dank voor de leiding.
Hulde ook aan de besturen der verschillende
polders voor den zoo grooten ijver en de toe
wijding in die dagen betoond. Hen alien bij
r.amen noemen zouden mij te ver voeren.
Gaame brengt ons comite hen oprechten dank
evenals aan den waterbouwkundigen H. J. Vis-
ser en aan de opzichters, die hem zoo krachtig
hebben bijgestaan.
Een woord van lof ook de aan verschillende
aannemers die de dijken hersteld hebben.
Zeer aangenaam is ons comite ook de aan
wezigheid van luitenant-kolonel Thomson. Als
districts-commandant der Koninklijke mare
chaussee te Vlissingen was hij gedurende bijna
den geheelen watersnood hier. Aan de toewij
ding van hem en de onder hem staande mare-
chaussee's is het ongetwijfeld voor een zeer
groot deel te danken dat in die moeiliike dagen
de veiligheid niets te wenschen overliet en dat
er, terwijl vele hoeven en woningen leeg ston-
den en heel wat goederen onbeheerd lagen na
genoeg niets gestolen of verloren geraalct is.
Hem en de toen onder hem staande onder-
officieren en marechaussee's onzen oprechten
dank.
Wanneer wij U Jhr. Repelaar van Driel, ad
ministrated' van het Kroondomein welkom
heeten en U danken voor Uwe tegenwoordig
heid, dan denken wij aan al wat U helaas over-
leden vader en ambtsvoorganger in die dagen
gedaan heeft, aan zijne groote toewijding toen
betoond.
Ten slotte een woord van welkom aan onze
overige genoodigclen. U alien afzonderliik toe
te spreken zoude te veel tijd eischen. Mag i1"
mij er toe bepalen om te zeggen, dat het door
ons op zeer hoogen prijs gesteld wordt, zoo veel
autoriteiten en belangstellenden vereenigd te
zien. Zeer dank voor Uwe tegenwoordigheid.
Koninklijke Hoogheid mag ik nu de vriiheid
nemen U eerbiedig te verzoeken het gedenk
teeken te onthullen.
Waar de heer Collot d'Escury met dankbaar-
heid gewaagde van de dankbaarheid voor de
weldaden der Koningin en hij ziin ..leve's"
voor de leden van onze Vorstelijke Familie uit-
sprak, werd zijne rede met donderende instem-
ming door de talrijke menigte onderbroken.
Alvorens aan het verzoek tot onthulling van
het gedenkteeken te voldoen, nam Z. K. H.
Prins Hendrik het woord, en verklaarde. dat
het hem een eer was, te zijn uitgenoodigd voor
de onthulling van dit monument, dat een her-
irnering is aan den watersnood in 1906. doch
dat hij hoopt, dat tot in het verre nageslacht
zal getuigen, hoe moedig men die watersnood-
ramp heeft bestreden en te boven gekomen is.
vgrtoonde zich voor aller oog.
f iSet gedenkteeken is gep:aatst op ue hoek
van de Tasdijk en de weg naar Hulst, het punt
tot waar de landerijen onder water hebben ge-
staan, en waar H. M. de Koningin uit het rij-
tuig stapte, toen zij 23 Maart 1906 de geteis-
terde streek bezocht.
De hoofdvorm van het monument is die van
een flauw gebogen muur waarvan de bocht, be
groote hoek vormt die beide wegen met elkan-
der maken.
In deze muur van blanke ,,Euoiiie" steen is
de voorstelling gebeiteld van de watersnood.
Het is een lange relief, op het middengedeeite
ziet men de watervlakte met een ondergeloopen
boerderij. Links is deze af gesloten door de
voorstelling van de doorbraak, waar mannen
bezig zijn nog te behouden en te herstellen van
den dijk wat mogelijk is, rechts is een groep
vluchtelingen van de ramp die op een droog
gedeelte een toevlucht hebben gezocht.
Boven dit relief staat de volgende inscriptie:
„Ter herinnering aan den watersnood van 12
Maart 1906, en uit dankbaarheid aanH. M. Onze
Koningin Wilhelmina voor haar bezoek en hare
zoo ruimschoots verleende steun."
De voet van het gedenkteeken is versierd
met een golfmotief waarin het wapen van
Zeeland, de blokken die de muur beeindigen,
dragen, de een, de lamskop als motief uit het
wapen van Lamswaarde, de andere de honden-
kop met de Oranjeboom uit het wapen van
i Hontenisse. Die het ontwerp maakte is Dirk
UVolbers uit 's Gravenhage.
T)e Chr. zangvereeniging De Lofstem zong
het eerste couplet van het Wilhelmus, waama
St. Cecilia van Kloosterzande het Zeeuwsche
Volkslied speelde, terwijl de Prins het monu
ment bezichtigde.
Ook de duivenhokken werden geopend en de
vele tientallen duiven verhieven zich klapwie-
kend in kringen hoog in de lucht, om spoeditr
den weg naar hunne gewone hokken te nemen.
Hierop werd het woord gevoerd door den
Commissaris der Koningin, den heer' Quarles
van Ufford, die verklaarde gaarne de uitnoodi
ging om bij deze plechtigheid tegenwoordig te
zijn, te hebben aangenomen. Het thans onthulhe
monument herinnert ook aan den strijd, die Ce
Zeeuwen steeds hebben bestreden en nog voort
durend moeten bestrijden: het water, dat, op-
gezweept door den sterken wind een groote
kracht ontwikkelt, en soms op het onverwachts
komt aanrukken, zooals ook in 1906 het geval
geweest is. Toch heeft men ook toen dien
vijand overwonnen, voomamelijk door de toen
zoo mooi tot uiting gekomen offervaardigheid
en hulpvaardigheid van het Nederlandsche
volk, waarbij H. M. de Koningin en Z. K. H.
de Prins voorgingen en blijken gaven van toe
wijding. Met genoegen heeft spreker sinds zrjn
optreden als Commissaris in deze provincie
steeds waargenomen, hoe groot en oprecht
wederkeerig de liefde is, tusschen de Koningin
en het Zeeuwsche volk. Hij brengt hulde aan
het comite, dat dit monument heeft gesticht, in
het bijzonder aan den heer Collot d'Escury, die
daarvan de ziel is.
De woorden werden met een „leve de Com
missaris!" beantwoord.
Generaal Van Eck sprak een woord van dank
voor de woorden, ten opzichte van het korps
der genie geuit. Inderdaad, het in 1906 door
hem aangevoerde detachement kon reeds ter-
stond na de aankomst aan het werk, om de be-
dreigde punten voor verdere inundatie te be-
hceden. Er moest hard worden gewerkt, maar
toch herinnert hij zich met genoegen die dagen,
daar alles werd gedaan hetgeen onder die om
standigheden mogelijk was, om het den officie
ren en manschappen zoo goed mogelijk te ma
ken en persoonlijk brengt hij daarvoor zijn b;j-
zonderen dank aan de echtgenoote van den
burgemeester, mevr. Collot d'Escury, die zich
bij vele besiommeringen in die dagen, ook dat
tot taak gesteld had.
De luitenant-kolonel Thomson, van de Kon.
marechaussee verklaarde ten zeerste getroffen
te zijn, dat de diensten die door de marechaus
see in die dagen waren bewezer., hier heden
waren gememoreerd. Hij verklaarde die woor
den van dank aan zijn korps te zullen over
brengen.
Ten slotte sprak de heer Mr. Van Deinse, naar
hij zeide in plaats en namens iemand, dien men
hier noode mist, den heer Mr. De Casernbroot,
die deze week is overleden. De heer De Casern
broot begreep destijds, dat er een centraal punt
moest zijn voor het regelen van de hulp. Van
daar de oprichting van het provinciaal water-
snoodcomite, dat de aanleiding is geweest van
de vriendschap die tusschen spreker en den
overleden sindsdien is ontstaan. Er werd toen
op verschillende punten samenwerking verkre-
gen en hij herdenkt daarvoor dankbaar de na
gedachtenis van den heer De Casernbroot.
De heer Collot d'Escury noodigde alsnu de
gasten namens het gemeentebestuur van Hon
tenisse op het raadhuis. Men verliet dus de
plaats der onthulling, om zich naar Klooster
zande te begeven.
De gasten werden daar in de versierde raad-
zaal ontvangen. Aan den Prins en andere hee
ren werden daar nog vertoond een kaart met
betrekking tot de overstrooming in 1906 en
verschillende foto's van dien tijd. Voor de gas
ten waren nog briefkaarten uit dien tijd be
sehikbaar.
De Prins onderhield zich met verschillende
autoriteiten en ondertussehen werden varver-
schingen aangeboden.
Aan den Prins werd een bronzen plaqueue
van het monument aangeboden en een tweede
werd gezonden aan H. M. de Koningin.
Te half zes verliet de Prins de feestvierende
gemeente, tot Walsoorden uitgeleid door den
burgemeester, die bij zijn terugkomst in de
raadzaal mededeelde, dat de Prins hem had
verzocht nogmaals zijn dank te betuigen aan
alien die tot het welslagen van het feest had
den medegewerkt en daarbij belangstelling had
den betoond, ook aan de verschillende vereeni-
gingen en de autoriteiten, ook aan die uit de
omliggende gemeenten.
Nu stonden nog op het programma concer-
ten van de verschillende muziekgezelschappen
en het zanggezelsehap, op de Markt te Kloos
terzande.
Ondanks het minder aangename weer heersch-
te er steeds een aangename stemming. En als
we de Maartsche buien van de laatste dagen,
b.v. die van Zaterdag, nagaan, mogen we voor
de plechtigheid nog van geluk spreken, daar zij
ten slotte in alle opzichten geslaagd is.