I'er 1ST mensclu Courant Vrljdag 3 Maart 1922. No. 7269. TWBBDB BLAD. BINNENLAND. BUITENLAND. SEMENGDE BERICHTEN. (St.-Ct.) (Vervolg). (Wordt vervolgd). V Afl DE KAMERVERK1EZINGEN. Ecn persbureau meldt, dat rar. P. Rink en dr. C. Lely zich bij de komende ve:- kiezingen niet meer voor het Kamerlid nwatschap beschikbaar zullen stellen. DE NIEUWE Dl ENST PL ICH T WET. De Minister van oorlog heeit in zake de nieuwe Dienstplichtwel een schrijver gconden aan de burgemeesters, waaraai. het volgende is ontleend: In verband met de nieuwe regeling zal ook een reorganisatie van het leger plants hebben. Deze zal, evenwel niet dadehjk bii het inwerking treden van de Dienst- phchtwet in haar gehee) tot stand komen. Zoo zullen de provinciate adjudanten en de landweerdistrictscoinniandanfcen, wier betrekkingen komen te vervallen, nog eeni- gen tijd in functie biijven en eerst op een nader te bepalen datum hun werk- zaamheden overdragen aan de coinman- danten van de 24 indeelingsdistricten d»e ook reeds met ingang van 1 Maart a.s. belast worden met een groot deel der werkzaamheden, thans behoorende tot de taak der militiecommissarjfcsen. Wanneer veranderingen intredeh, die u behoort te weten, zal ik ze daarvan ken- nis geven. In het algemeen kunt u dus bij het doen van opgaven aan of het voeren van briefwisseling met tmljfcaire autori- teiten op den bestaanden voet doorgaan, totdat verandering daaromtrent ter uwer kennis komen. Voor het overige worde, zoolang geen wijzigingen tot stand komen bij verschil- lende verrichtingen gehandeld in den zih van de tot dusver geldende bepalingen. Als voorbeeld noem ik het opmaken van lnlijvingsstaten, het bijhouden van de ver- lofgangersregisters van militie en land- weer en de registers van den landstorm, opgaven van verhuizing van verlofgangers, opgaven van overtredingen enz. enz. Wat overtredingen betreft, zal er echter rekening mede gehouden moeten worden, dat de verplichtingen van verlofgangers verandering ondergaan. O. m. komt het voorschrift omtrent vergunning tot ver- blijf in het buitenland enz. voor groot-ver- lofgangers te vervallen. Ook de voorschriften bij verhuizing in acht te nemen, luiden in de nieuwe we# anders dan in de Militie- en de Land- weerwet. Ten einde belanghebbenden met de nier- bedoelde van 1 Mrt. a.s. of geldende ver plichtingen bekend te maken, verzoek ik u bij openbare kennisgeving onder hun aandacht te brengen den inhoud van art. 40, art. 41, eerste en tweede lid, art. 31„ derde lid, alsmede van art. 4 der wet. Aan de hierbij betrokken personen, die in het buitenland wonen, gelieve u een persoon- lijke kennisgeving omtrent deze aangele- genheid te zenden. In hoeverre een der- gelijke kennisgeving ook aan de overigen zal worden uitgereikt, laat ik aan u over. Het verdient aanbeveling de verlofgan gers er op te wijzen, dat de opgaaf, die zijj bij adresverandering ingevolge het der de lid van art. 40 moeten doen, ook moeti geschieden bij verandering van adres bin- nen de gemeente. Met betrekkjng tot het laatste lid van art. 40 ware in de- ken- nisgevingen te vermelden, dat de groot- verlofganger, die de buitenlandsche zee- vaart of de zeevisscherij buitenslands uit- oefent, in het vervolg daartoe geen ver gunning meer behoeft, doch moet zorgen, dat (de burgemeeister van de gemeenfe waar hi} laatstelijk ais grootjverlofganger werd ingeschreven, voortdurend op de< hoogte is van de reizen, die hij doet of- schoon bij de Dienstplichtbeschikking nfen we modellen zullen worden ingevoerd, ligt het in de bedoeling, zooveel mogelijk de gelegenheid open te houden om djt jaar nog de oude modellen te biijven vol- gen. Uw aandacht zij, nog in het bijzonder gevestigd op de overgangsbepalingen, ge- legen in dat art. 50 en 51. (Corr. Bur UIT- EN DOORVOER VAN GEDISTJLLLEERD. De Minister van Financien brengt ter kennis van belanghebbenden, dat bij uit- voer ter zee van gedistelleerd met afschrij- ving of teruggaaf van den accijns langs eene der uiterste wachten Helder, Vlie- reede, Ameland, Oostmahom, Delfzijl en Termunterzijl met een zeeschip van geen grooter inhoud dan van 100 regSsterton van 2.83 M3. of met een binnenschip van geen grooter laadvermogen dan van 300 duizend kilogram, voor het verkrijgen van afschrijving ofteruggaaf van den accijns door den belanghebbende een bewijs van aankomst van het gedistilleerd in het land van bestemming moet worden over- gelegd. Als zoodanig bewijs zal worden geyorderd eene verklaring van de douane- auioriteit i n het land van bestemming, in- houdende dat het gedistilleerd behoorlijk ten in- ol doorvoer is aangegeven. Het bewijs moet inhouden: narnen van af- zender en van geadresseerde, plaats van afzending en van bestemming, zoomede t aantal en de soort, het bruto gewicht en de soort van de colli. De handteeke- nrng van dengene, die het bewijs he eft afgegeven, moet zijn gelegaliseerd door den Nederlandschen consul of oonsulai- ren-ambtenaar ter plaatse. Bij doorvoer van gedistilleerd zal, wan neer de wederuitvoer langs de landzijde plaats heeft of ter zee langs eene der bo- vengenoemde uiterste wachten met een vaartuig als vorenomschreven, het docu ment waarop de wederuitvoer geschiedt, alleen dan als gezuiverd worden be schouwd, wanneer een bewijs van aan komst in het aangrenzende land of in het land van bestemming wordt overge- Iegd. In geval van doorvoer langs de zeezij1- de zal een gelijk bewijs van aankomst wor den gevorderd als bij uitvoer van gedis tilleerd ter zee. Voor zoover doorvoer langs de land zijde betreft, zal overlegging van bevvijzen van bewijzen van aankomst op dezelfde wijze worden gevorderd als thans geschied ten aanzien van gedistilleerd, dat langs de rivieren en te land wordt uitgevoerd. DE TOESTAND. Lord Allenby, de Britsche hooge com- missaris van Egypte, is daar teruggekeerd met de onafhankelijkverklaring van hert land als vrijwiilig geschenk van Engeland aan het Egyptische volk in zijn zak. Daar- mee wordt het in het November 1914 in- gestelde protectoraat afgeschaft, behou- dens de reeds bekende waarborgen tot verzekering van de rijksverbindingswegen het wezen van buitenlandsche invloeden. het bestuur van Soedan enz. Toen Alien- by naar Engeland ontboden werd op het oogenblik, dat ook de nieuwe politiek van de Engelsche regeering bekend werd ge- maakt, wist men nog volstrekt niet, dat juist de hooge oommissaris de man was, die Londen had aangeraden een vrijzin- nigen koers tegen Egypte in te slaan. Hij was pas de uitvoerder geweest van stren- ge maatregelen tot verzekering van rust en orde en onwihekeurig vereenzelvigde men hem met de mifitaire partij, die te Londen aan het werk was geweest, om de aanneming van de aanbevelingen van Lord Milner's commissie te verhinderen. Achteraf is gebleken, dat Lord Allenby zooveel vertrouwen in de Egyptenaren heeft, dat hij beschouwd mag worden als de vader van het nieuwe beleid, en de bevolking heeft zich voor dit vertrouwen erkentelijk getoond, door hem met geesfc- drift binnen te halen. Bij ontstentehis van een Ministerie, heeft de hooge commissa- ris de verklaring rechtstreeks aan den Sultan ter hand gesteld, maar het vormen van een nieuwe regeering tot uitvoering van het daarin vervatte program kan nu niet lang meer op zich laten wachten. Zoo gauw mogelijk dient er aan den over- gangstoestand, waarin alleen de Sultait uit naam van het volk kan spreken, een einde te komen en de verklaring die nu nog van een kant komt, door een Ministe rie met een volksvertegenwoordiging ac'n- ter zich bekrachtigd te worden. Sarwat- pasja was, na het aftreden* van Adly-pas- ja, genoemd voor het ainbt van eerste- Minister. De aangekondigde annestie maakt het mogelijk, Zagloel-pasja en zijn raadslieden uit hun ballingsoord naar Egypte terug te brengen. Zijn positie is wel Vergeleken met die van de Valera in den Ierschen Vrijstaat. Maar in Egypte lijkfc ons d? strooming onder de openbare meening, die met het aanbod van de Engelsche re geering genoegen wil nemen, nog vrij wat sterker dan daar. EEN TROUW ROODBORSTJE. In het najaar van 1919 werd door den heer G. van der Wal te Enschede een ver- kleumd roodborstje opgenomen. In In voorjaar van 1920 werd zijn kooitje ge- opend en nadat het diertje nog ettelijke keeren in de woning van zijn gastheer te ruggekeerd was, verdween het. Tegen den winter van 1920—1921 kwam het terug en zocht zijn kooitje weer op. In het voorjaar van 1921 kreeg het opnieuw de vrijheid, doch einde December j.l. kwam het vogeltje nogmaals terug en woont nu weer bij dt heer Van der Wal. EEN PECHVOGEL. James Smith, eigenaar van een restau rant in West-Virginia, had genoeg van het leven vertelt de Daily Express. Daarom ging hij naar een brug in de buurt van zijn huis en bond het eene eind van een touw om zijn hals en het andere ejnd aan de brug- leuning. Zijn kleeren begoot hij met petro leum en vervolgens stak hij een hoop papier aan. Met de eene hand nam hij nog een flinken teug antimonium, terwijl de andere hand een geladen revolver omklemde. Toen hij op de leuning van de brug wilde klimmen, gleed hij uit, de revolver ging te vroeg af en het schot raakte het touw in plaats van zijn hoofd. Een vlammende toorts gelijk, viel hij in het ijskoude water. Het onverwachte bad maakte hem misselijk, zijn maag gaf het ver- gif terug en het water doofde de vlammen uit. Toen zwom hij naar den oever. Hij zou het leven nog maar eens aanzien. GEMEENTERAAD VAN AXEL. Vergadeiing van Dinsdag 21 Februari 1922, des voormiadags 2 ure. V oorzitter de heer F. Blok, Burgemeester. Tegenwoordig de leden: J. M. Oggel, C. Th. van de Bilt, A E. C. Krujjsse, J. Wejjns, j. de Kraker, J. Dekker, J. M. Baert, F. Dieleman, J. de Feijter en M. Koster, benevens de Secre- taris. Afwezig de heer Ph. J. van Dixhoorn. 12. oorstel om aan de vereeniging Zelf- standigheid een bedrag van f 100 toe te kennen voor uitkeeringen. De VOORZITTER deelt mede, dat bij Burge meester en Wethouders is ingekomen een schrjjven van het bestuur der vereeniging „Zelfstandigheid", dat daarbij het college in kennis stelt, dat op 23 Juli 1921 is opgericht genoemde vereeniging, waaraan verbonden is een werkloozenkas welke thans 24 leden telt. Op de statuten is bjj Kon. Desiuit van 21 Nov. 1921 de vereischte goedkeuringverkregen 7,jj deelen voorts mede, dat het reglement der kas bij den directeur van den dienst der arbeidsbemiddeling in behandeling is, doch dat door den iange tijd die voor de behandeling daarvan noodig blijkt, de hoop bij de vereeni- gmg afneemt, nog dezen winter van een uit- keenng te genieten en dat den leden in plaats daarvan teleurstelling bezorgd wordt. Deze teleurstelling spruit vooral voort uit de omstandigheid, omdat in de nieuwsbladen gelezen is, dat door het rijk en gemeenten ook uitkeering verstrekt wordt aan ongeorganiseer- den, terwijl de leden der vereeniging nu van af 23 Juu i9Zi premie hebben betaald en zij dezen winter bij werkloosheid nog buitenge- sloten biijven van het ontvangen van steun. Naar aanleiding van de besprekingen, ge houden in de vergadering op 14 Januari 1922 besloot het bestuur, om Burgemeester en Wet houders beleefd te verzoeken, te willen over- wegen, of er geen middelen kunnen gevonden worden, om aan de werklooze leden van de kas eenigen steun te verleenen. Hoewel de definitieve goedkeuring van het reglement nog niet is verkregen, is het bestuur toch van meening, dat het goed doet, bij dit schrijven een reglement toe te zenden. Aangezien de kas op 1 Januari f 157,80 in- hield en het bestuur ingevolge artikel 15 van het reglement gebonden aan de goedkeuring van het gemeentebestuur voor het uitzetten van dat geld bij een kassier, wordt goedkeu ring gevraagd voor de voorgenomen wijze van belegging. Op dat schrijven d.d. 16 Januari 1.1. is ge- volgd een schrijven d.d. 30 Januari 1.1., waarin het bestuur te kennen geeft, dat het verheugd was uit het raadsverslag te hebben vemomen, dat het gemeentebestuur zich heeft aangeslo- ten, om uitvoering te geven aan den door den Minister van Arbeid genomen maatregel voor het verleenen van steun aan de werkloozen- kassen. Overwegende, dat de vereeniging ,,Zelfstan- digheid" overeenkomstig het reglement nog geen aanspraak mag maken om volgens -het reglement de daarvoor gestelde subsidie te kunnen aanvragen, meent het bestuur niet langer te mogen nalaten een anderen uitweg te kiezen, tot het verkrijgen van subsidie ten bate van de werklooze leden harer vereeniging. Het bestuur is van oordeel, dat door het be- staan der vereeniging de leden door het betalen hunner wekelijksche contributie toonen, in den werktijd iets te willen afstaan, om daardoor in den winter bij werkloosheid gesteund te kun nen worden en dat deze vereeniging haar be- staan alleszins waardig mag geacht worden. Om dit voortbestaan te kunnen waarborgen en het toenemen van het ledental te kunnen verzelceren, is het van zeer veel belang, dat dezen winter nog een uitkeering kan worden gedaan. Daar de vereeniging dit echter uit eigen middelen niet kan doen, verzoekt zij het daarheen te leiden, dat door de gemeente aan de vereeniging een buitengewone subsidie wordt verleend, berekend aan 200 procent van de in kas zijnde gelden op 31 Dec. j.l. welk bedrag is 157,80. Indien Burgemeester en Wethouders hier- over een persoonlijk onderhoud noodig oor- deelden, was het bestuur daartoe gaarne bereid. Burgemeester en Wethouders hebben daarop een opgaaf gevraagd van de thans werklooze leden der vereeniging, welke opgaaf daarop is ontvangen. Zij stellen voor, aangezien de vereeniging „Zelfstandigheid" eene vereeniging is, die thans nog niet in aanmerking komt om met rijkssteun uitkeeringen aan werkloozen te doen, en die datum eerst 23 Februari zal zijn, toe te kennen een bedrag van 100, om aan de ge- zinnen die het dringend noodig hebben een voorloopige uitkeering te doen. De VOORZITTER licht dit voorstel nog nader toe, met de mededeeling, dat de leden van „Zelfstandigheid" ook eerst 6 maanden contributie moeten hebben betaald eer hun uit keering kan worden gedaan. Die datum zal op 23 Februari vervuld zijn. Burgemeester en Wethouders willen nu de vereeniging in staat stellen om aan hunne werklooze leden reeds voor dien tijd een uitkeering te doen hetgeen bij andere vereenigingen al mag geschieden en meenen op grond van verkregen inliehtin- gen, dat 100 voldoende zal zijn. De heer WEIJNS meent, dat toch meer ge vraagd is. De heer OGGEL bevestigt dit, ze hebben f 178,50 in kas en vragen een toeslag van 200 alzoo /370. De VOORZITTER: En Burgemeester en Wethouders stellen voor om f 100 te geven. De heer OGGEL: Er zijn er bij, die werke- lijk ondersteuning noodig hebben. De VOORZITTER: Het is onze bedoeling, dat het alleen gegeven wordt voor de vaders van gezinnen, niet voor de ongehuwden. De heer WEIJNS: Als ze het er mede kunnen doen, heeft hij er geen bezwaar tegen, maar het zou hem spijten, als ze er niet mee toe- kwamen. Het is een inderdaad nuttige vereeni ging en het zou jammer zijn, als ze te weinig kreeg. De VOORZITTER: Burgemeester en Wet houders denken, dat ze met het voorgestelde bedrag wel zullen toekomen. De heer DIELEMAN heeft gemeend, oyer deze zaak eens inlichtingen te moeten inwin- nen en heeft zich daarvoor vervoegd bij den secretaris der vereeniging, die hem alle ge- wenschte inlichtingen heeft verschaft. Hem is daarbij gebleken, dat het doel en streven ge- heel overeenkomstig de wettelijke bepalingen is omschreven en dat deze vereeniging voor- nemens is, het beoogde doel, de werkloozen- verzekering, goed aan te pakken, al is het ook, dat ze bij de oprichting met vele moeilijkheden hebben te kampen. Zij heeft dus alleszins recht van bestaan. Speker wil erkennen, dat er aan zulke instel- lingen schaduwzijden kleven, maar we moeten toch ook niet uit het oog verliezen de voor- deelen. Een groote factor is bij zulke instel- lingen eene goede controle. Er is op 27 October 1.1. reeds eene contribu- tieregeling aan den dienst der Werkloosheids- verzekering ingezonden, doch die is nog niet terugontvangen. De vele werkzaamheden op het betrokken bureau, zullen daarvan wel de oor- zaak zijn. Er blijkt echter uit de samenstelling der ver eeniging enz., dat het bestuur op goede bee- nen staat, en spreker meent, dat, zoo goed als aan de andere vereenigingen steun verleend wordt, dit ook aan deze kan geschieden. Op de in kas zijnde gelden, wordt den bijslag verleend van 100 procent, waarvan de helft door de gemeente en de helft door het rijk wordt gedragen. Ze hadden op 1 Januari in kas f 178,50, zoodat er hun, als de regeling reeds was ingetreden 178,50 bijslag zoude zijn ver leend. Door een omstandigheid, buiten den wil van het bestuur, kan de uitkeering nu nog niet in werking treden. Als de regeling was goedge- keurd, hadden ze reeds op 23 Januari 1.1. kun nen beginnen. Hun verzoek heeft de strekking, dat de raad den langen lijdensweg wat zal ver- zachten door 100 van het in kas zijnde be drag als bijslag toe te kennen, opdat ze met. uitkeeren van af 23 Januari zouden kunnen be ginnen en daar zullen ze dan tot Maart wel mede toekomen, terwijl ze volgens hun regle ment daama geen uitkeering meer geven. Spreker geeft Burgemeester en Wethouders in overweging hun voorstel van 100 te wijzi- gen in 100 van het op 1 Januari 1.1. in kas zijnde bedrag, opdat het bestuur der vereeni ging in staat zal zijn de verplichtingen na te komen. De VOORZITTER meent, dat er een misver- stand bestaat. Eerst op 23 Februari a.s. zal de termijn van 6 maanden zijn verloopen, dat de leden met het betalen van contributie zijn aan- gevangen. Is die datum voorbij, dan heeft de vereeniging den gemeenteraad niet meer noo dig, daar dan uitkeering moet worden gegeven volgens de wettelijke regeling. De heer DIELEMAN wijst er op, dat de ver eeniging volgens de statuten uitkeering geeft gedurende de maanden December, Januari en Februari. Hem is gezegd, dat met 23 Januari de termijn om was, dat de leden 6 maanden contributie hadden betaald. De VOORZITTER meent, dat dit een misver- stand is. Het bestuur heeft hem meegedeeld, dat de vereeniging dan 6 maanden bestaat. De heer DIELEMAN vraagt, of, wegens de ontstane vertraging, de vereeniging zoo noodig ook nog in de maand Maart uitkeering zou mogen geven. De gemeente kan de werkloozen goed controleeren. Als de gemeente thans geen bijdrage heeft, zal zij dat toch straks moeten doen, want het bedrag, dat de vereeniging in kas heeft wordt dan steeds grooter en daar moet toch straks honderd procent, dus een evengroote som worden bijgelegd. Het verschil tusschen hetgeen spreker wenscht en het voor stel van Burgemeester en Wethouders I- toch maar over f 78,50, en dat is dus alleen te beschouwen als een voorschot. De VOORZITTER merkt op, dat dit geen voorschot is, het is bepaald een gemeentelijke toelage, want het rijk betaalt daarin nog niets Hj. De heer DIELEMAN meent, dat de gemeente na 23 Februari die bijdrage van het rijk toch kan vragen. Hij meent, dat er wel veel kans is, dat men het zou krijgen als hij ziet, dat er zelfs gemeenten zijn die steun ontvangen voor uitkeering aan niet georganiseerden, en nog wel voor uitkeeringen tot in de maand Juni. De VOORZITTER noemt het onjuist, dat door het rijk steun zou worden verleend voor niet-georganiseerden, dat kan niet. Dan ge schiedt zulks van wege de gemeenten. De heer DIELEMAN bepleit opnieuw het verleenen van honderd procent bijslag en meent, dat de gemeente er dan, b.v. in verge- lijking van Ter Neuzen, zeer goedkoop afkomt. terwijl de vereeniging bovendien straks toch om dat bedrag komt, daar ze hoe langer ze wachten met uitkeering een hoe langer hoe zwaardere kas krijgen. Zijn inlichtingen verschillen met die van den Voorzitter, voor wat betreft de termijn van 6 maanden. Volgens hem hebben ze reeds 6 maanden betaalt, en kunnen ze nu alleen door een administratieve fout nog niet uitkeeren. De VOORZITTER houdt vol, dat die 6 maan den nog niet verloopen zijn, en dat er dus geen sprake is van een administratieve fout. De wettelijke termijn is nog niet verstreken. Om dat er nu werkloosheid heerscht, willen Bur gemeester en Wethouders de vereeniging reeds in staat stellen uit te keeren en meenden, dat men voor de werkelijk noodhebbende leden met f 100 zou kunnen volstaan. Wil de raad er echter 200 van maken, dan kunnen Burge meester en Wethouders daar ook wel mee in- stemmen, maar ze hebben nu maar alleen ge- keken, fiaar hetgeen ze in dezen tijdelijken toestand noodig achtten. De heer KRUIJSSE meent, dat de redenee- ring van den heer Dieleman, dat het thans al leen een voorschot zou zijn, als de gemeente wat geeft, niet opgaat. Als er thans f 100 wordt gegeven, kan de gemeente die later niet van de wettelijke bijdrage aftrekken, dat zou niet opgaan. Wat de raad nu zal besluiten te geven is bepaald een cadeau en de raad wil dan daarmede de vereeniging de middelen aan de hand doen, om reeds over Januari en Februari met uitkeeringen te beginnen. De heer DIELEMAN zou het nog al erg vinden, als er nu geen middelen kunnen ver schaft worden, om deze nieuwe opgerichte vereeniging, die in moeilijkheid verkeert, te helpen. De leden hebben hun penningen ge- offerd om in werkloozen tijd uitkeering te kunnen krijgen en nu kan dat niet, zij het dan al niet wegens administratieve fouten, laat hij dan zeggen door achterlijkheid in de admini- stratie. De VOORZITTER maakt hem opmerkzaam, dat ook dit onjuist is, de termijn is nog niet verloopen. De heer DIELEMAN wil dan aannemen, dat de door den Voorzitter genoemde termijn van 23 Februari de juiste is, maar noemt dat dan toch een klein verschil en zou daarom de ver eeniging aan den gang willen helpen. Hij her- haalt, dat de vereeniging straks toch ook om dat geld komt, dat thans wordt gevraagd, want er moet 100 bij hun kasgeld gevoegd worden en als er steeds wordt gecontribueerd en niets uitgekeerd, wordt de kas steeds zwaar- der en moet men dus straks meer geven. Wat is er tegen, om hen in staat te stellen te be ginnen. De heer KRUIJSSE geeft te kennen, vol- komen mee te gaan met het voorstel om wat te geven, maar heeft alleen in het licht willen stellen, dat dit niet, zooals de heer Dieleman betoogt als een voorschot moet beschouwd worden, dat men later kan aftrekken. Het wordt dan een subsidie. De heer OGGEL is het daarmede eens, hij meent zelfs, dat die gift aanleiding kan geven en dat de later te verleenen wettelijke bijdrage hooger moet zijn, daar met deze gift het kas geld verhoogd wordt. De heer DIELEMAN verklaart zijn stelling. dat de gemeente thans de gelegenheid gevende met uitkeeringen te beginnen slechts een voor schot zou geven nader, door er op te wijzen, dat, als de vereeniging thans 200 in kas heeft, zij, als niet wordt uitgekeerd, het vol- gend jaar f 400 kasgeld bezit en dat er dan door rijk en gemeente f 400 moet worden bij - gelegd. Hij verzoekt Burgemeester en Wethou ders hun voorstel zoodanig te wijzigen, dat er een bijslag van 100 procent op het op 1 Janu ari in kas zijnde geld zal worden gegeven. De VOORZITTER geeft daartegen geen be zwaar. De heer-OGGEL sluit zich hierbij aan. De heer VAN DE BILT merkt op, dat ze 200 procent hebben gevraagd. Burgemeester en Wethouders hebben hen aan den gang wil len helpen, omdat er leden zijn, die het werke lijk noodig hebben. Als er 100 procent wordt gegeven, verschilt dat niet zooveel met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, zoo dat hij ook kan meegaan, om het voorstel al- dus.te wjjzigen. De heer DE KRAKER vraagt, of het dan de bedoeling is, de vereeniging f 178,50 kasgeld te verstrekken. De VOORZITTER: Neen, dat is dan een extra gift. Het gewijzigd voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt met algemeene stemmen aangenomen. 13. Voorstel tot het aangaan eener geldlee- ning voor uitbreiaing van muntgasin- stallatiee. Burgemeester en Wethouders deelen mede, dat het aantal geplaatste muntgasmeters dat, hetwelk in de begrooting voor 1921 werd ge- raamd, verre overtreft en dit een totaal van 128 heeft bereikt. Dit is een gevolg van het raadsbesluit be- treffende aansluiting van den Ouden weg en van de Julianastraat. Er was op dien dienst uitgetrokken 2500, terwijl door de uitbreiding der verlichting het benoodigde bedrag f 8000 beloopt. Burgemeester en Wethouders stellen daar om voor, voor dekking van die hoogere uitgaaf aan te gaan eene geldleening van f 5500, ren- tende hoogstens 6% 's jaars, met jaarlijk- sche aflossing, te beginnen in 1923 van minstens f 500, rente en aflossing te voldoen uiterlijk 31 December van elk jaar, uit de ge- wone inkomsten? der gemeente. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 14. Verzoek van het gemeentebestuur van Ter Neuzen om eene bijdrage in d.e kos- ten van de districtsarbeidsbeurs. Bij Burgemeester en Wethouders is inge komen het volgende schrijven van het ge meentebestuur van Ter Neuzen: Op de begrooting der districtsarbeidsbeurs voor 1922, staat voor kosten dier beurs uitge trokken een bedrag van 1455, welk bedrag komt ten laste dezer gemeente. Dit heele be drag wordt thans betaald door <le gemeente Ter Neuzen alleen, terwijl die uitgaven ook ten goede komen Uwer gemeente. Waar toch goede samenwerking kan zijn tusschen het in Uwe gemeente bestaande correspondentschap en de districtsarbeidsbemiddeling, daar zal deze sa menwerking ten goede komen der werkloozen, wat toch zeer zeker ook in het belang Uwer gemeente is. Waar ook in Uwe gemeente een correspondentschap is dat behoorlijk funetion- neert. daar verzoeken wij U den raad LTwer ge meente voor tfe stellen aan onze gemeente eene bijdrage te verleenen in de kosten der districts arbeidsbeurs. De VOORZITTER deelt mede, dat Burge meester en Wethouders van Ter Neuzen zich deswege vermoedelijk gewend hebben tot de Regeering, want van den Minister van Arbeid is nog het volgende schrijven ontvangen: Mijn aandacht werd er op gevestigd, dat door door Uwe gemeente tot nu toe geen bijdrage werd verleend in de kosten der districtsarbeids beurs te Ter Neuzen. Het zal Uw college bekend zijn, dat het voor de arbeidsbemiddeling van groot belang is om in voortdurend contact te kunnen staan met vraag en aanbod naar en van arbeiders in an dere gemeenten van Nederland. De districts arbeidsbeurs te Ter Neuzen staat in voortdu- rende verbinding met de centrale Rijksarbeids- beurs en de districtsarbeidsbeurzen in geheel Nederland en zij vormt tevens het middelpunt van alle correspondentschappen in haar district. Hare werkzaamheid komt dus ook Uwe ge meente ten goede. Door de instelling van een correspondentschap der arbeidsbemiddeling heeft Uw gemeentebestuur blijk gegeven het belang der arbeidsbemiddeling voor- LTwe ge meente te erkennen. Doch zonder de districts arbeidsbeurs zou het correspondentschap aan- zienlijk aan beteekenis verliezen. Het komt mij daarom alleszins billijk voor, dat de gemeen ten, welke deel uitmaken van het district, door een vrijwillige jaarlijksche bijdrage het werk der intercommunale arbeidsbemiddeling steu- nen, daar de kosten der districtsarbeidsbeurs anders uitsluitend door het rijk en de gemeen te waar de districtsarbeidsbeurs is gevestigd, worden gedragen. Ik kan U in dit verband mededeelen, dat verreweg de meeste gemeen ten in alle districten deze bijdrage verleenen. Meestal wordt het bedrag der bijdrage bepaald naar het aantal inwoners. Het zal mij aange- naam zijn spoedig te vernemen of U aan mijn verzoek gevolg kunt geven en een bijdrage ton behoeve der districtsarbeidsbeurs te Ter Neu zen is of zal worden betaalbaar gesteld. De VOORZITTER geeft voorts te kennen, dat Burgemeester en Wethouders voorstellen op het verzoek afwijzend te beschikken. De heer KRUIJSSE kan in deze niet mee gaan met het voorstel van Burgemeester en Wethouders, vooral waar de Minister wenscht op de wenschelijkheid van het verleenen eener bijdrage, zou hij willen voorstellen eene bij drage te verleenen, berekend naar het voor de arbeidsbeurs betaalde som, gedeeld door het aantal inwoners waarvoor de districtsarbeids beurs werkt, vermenigvuldigd met het aantal inwoners dezer gemeente. Die instelling zal toch wel over meer gemeenten werken dan al leen Ter Neuzen en Axel, en het kan dus nooit een hoog bedrag zijn. VeTschillende bijdragen worden aldus berekend. Hij acht de districts arbeidsbeurs ook van belang voor het daarbij aangesloten correspondentschap Axel. De heer OGGEL kan niet inzien, dat het van veel beteekenis is en omdat zij het van weinig belang achten, stellen Burgemeester en Wet houders voor, het verzoek af te wijzen. De heer KRUIJSSE wijst er op, dat cle cor respondent toch geregeld met Ter Neuzen in correspondentie staat en dat het daar toch ook aan te danken is, dat er een aantal menschen uit deze gemeente op de cokesovens werken. Het gaat nu toch niet aan, om alle kosten op den hals van Ter Neuzen te schuiven. De heer DE KRAKER acht het ook billijk, dat eene bijdrage wordt verleend, als men er van geniet, moet men er ook wat voor over hebben. De heer VAN DE BILT stelt zich op het standpunt, dat men in Ter Neuzen zijn best heeft gedaan om die instelling er te krijgen en dat men die dan ook maar moet betalen. Men wil alles hebben, maar als men het heeft stum t men maar circulaires rond, om er ieder aan laten betalen. De heer KRUIJSSE meent hierin een zekei 1 jalouzie te bemerken, dat de arbeidsbeurs t" Ter Neuzen gevestigd is geworden, het was hem niet bekend, dat daarvoor hier ooit pogin- gen zijn aangewend, maar dan pleit het in elk geval voor Ter Neuzen, dat men daar meer op zijn quivive is geweest. In elk geval meent hij, dat dit geen reden mag zijn om aan ere beurs, die voor de gemeente nut heeft, steun te onthouden. De VOORZITTER acht de arbeidsbeurs, als deze goed gebruikt wordt, een nuttige instel ling. De heer VAN DE BILT verklaart er in het geheel niet jaloersch van te zijn. De heer KRUIJSSE meent dat toch uit zijn woorden te kunnen afleiden. De heer VAN DE BILT betwist dit, hij heeit er alleen op willen wijzen, dat zij die iets hen- ben willen en oprichten, dit ook maar moeten betalen. De heer DIELEMAN zou eerst wel eens wil len weten, wat het zou moeten kosten. Hij ge- looft voorts ook niet, dat die arbeidsbeurs voor Axel van zooveel belang is. Men heeft hier een correspondent, die zijn zaakjes wel weet en ook waar hij zich vervoegen moet. Ze hebben in Ter Neuzen altijd het een of ander en spreker ziet het nut dier beurs voor deze gemeente niet in. Hij gelooft niet, dat er velen door worden geholpen. De VOORZITTER herhaalt, het een nuttige instelling te achten. De heer DIELEMAN meent. dat dit u;i d^ hier nog steeds bestaande practijk niet blijkt. De menschen zoeken hier zelf hun patroon en de beste elementen vinden die ook het eerst. Dan gaan ze er geen stap verder voor. De plaatselijke toestanden maken ook een groot verschil. In Ter Neuzen is het wat anders, maar hier is het een landbouwbevolking, die niet zoekt door bemiddeling van de arbeids beurs aan werk te geraken. Zeker, er werken er aan de cokesfabriek, maar dat doen de men schen uit gebrek aan ander werk. Spreker kan verzekeren, dat de menschen uit deze gemeente zulk werk niet begeeren, doch liever op het land werken. Daar het voorstel van den heer Kruijsse al leen door den heer De Kraker, en dus onvol- doende gesteund wordt, blijft het buiten ver- dere behandeling. Het afwijzend voorstel van Burgemeester en Wethouders wordt aangenomen met 8 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de heeren Van de Bilt. De Feijter, Koster, Baert, Weijns, Dekker, Diele man en Oggel; tegen stemmen de heeren Kruijsse en De Kraker.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 5