TttNmifflscfciComnt Vrijdag 24 Febrnari 1922. No. 7266. T"W J±I_E33DIE3 ZBXjA.13. BINNEWLAND. GEMENGDE BERICHTEN, INGETROKKEN ZILVERBONS. GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. VAN Zooals wij reeds melddeD, kunnen de in- getrokken zilverbons van f 2.50 (model 1915), alsmede de ingetrokken zilverbons van 1 (model 1916) alsnog tot en met 81 Dec. 1922 ter inwisseling worden aan- geboden ten kantore van het Agentschap van het ministerie van Fiuancien te Am sterdam (Korte Spinhuissteeg no. 3). De /r/St.-Ct." deelt mede, dat de bons per post aan bovenstaand adres kunnen worden gezonden met duidelpke opgave van naam en adres van den afzender. Ter bevordering van eene spoedige afdoening zullen de inzenders goed doen, bij de bons te voegen een behoorljjk gefrankeerd en aan hen zelf geadresseerd formulier van een postwissel ten beloope van het bedrag der door hen ingezonden zilverbons. De gelegenheid tot inwisseling wordt niet meer opengesteld ten aanzien van de ingetrokken zilverbons van 1, 2,50 en fh van den ouden vorm (model 1914); op het oogenblik zjjn nog alleen in omloop de zilverbons van 1 en 2,50 van het nieuwste type. Van de laatstbedoelde zil verbons, welke dus niet behoeven te worden ingewisseld, dragen de bons van 1 de dagteekening 1 Febr. 1920, terwpl de bons van f 2,50 zijn gedagteekend 1 Juli 1918 of later. HET VOORU1TZICHT ONZER MAAT- SCHAPPIJ. Prof. v. Gjjn, in de Haagsche Post het vooruitzicht onzer maatschappij besprekend, blijkt nog altpd zeer pessimist „Wij staan, schrjjfc hp, naar miju mee- ning nog slechts aan het begin van de crisis. Ten aanzien van Duitschland meen ik, dat er reden is tot een zeer groot pessimisme. Men maakt zich thans blpde met de mo- gelykheid van een moratorium. Gesteld dit kwam echter en ware zoo gunstig, als maar denkbaar is, b.v, 10 jaar uitstel van alle schadeloosstelling anders dan krachtens de overeenkomst van Wiesbaden. Ik voor mp kan niet gelooven, dat het dan toch gelukken zoude, om Duitschlands econo- mischen toestand weer op een goede basis te krjjgen. Eerste eisch daartoe is, dat men ophoudt met bankbiljetten drukken en ik kan niet inzien, hoe men daarmede kan ophouden, zonder dat er groote troebelen ontstaan. Het wil toch niet anders zeggen, dan dat de duurte nog eeu geruimen tijd blijft toenemen t. w. totdat in Duitsch land de wereldprpzen bpca bereikt zjjn terwijl de kans op loonsverhoogingen, al dadelpk bij de publieke bedrpven, doch spoedig ook bij de particuliere ondernemin- gen verdwijnt. Wat nu reeds een deel der bevolking, de ambtelijke en intellectueele middenklasse, in sterke mate ondervindt, en dan nog sterker zal gaan ondervinden, dat zal ook de geheele arbeidersklasse treffen, te weten een volstrekte wanverhouding tusschen (de koopkracht van) het inkomen en de meest noodzakelpke levensbehoeften. Men zal, om tot staking van de bank- biljettenfabricage te komen, ook moeten ophouden met het toeleggen van groote bedragen op levensmiddelen, op het spoor- wegvervoer, de posterpen, enz. Dan zal in millioenen woningen hevig gebrek zijn intrede doen. Ik weet wel, dat dit toch onvermpdelijk is en veel heviger zal zijn, wanneer men nog een jaar voortgaat met het wirtschaften als men tot dusverre deed en dat in wer- kelpkheid neerkomt op het opsoupeeren van het nationale vermogen. Maar het oogen blik van de koersveranderiDg zal ook nu reeds uiterst pijnlpk zpn. Niets -kan m.i. Duitschland, ook als de Entente alles toegeeft, redden van een sterke decimeering van zijn bevolking, welke slechts in een geval door emigratie kan worden verkregen, t.w. als in een aangren- zend of zeer naburig land als b.v. Rusland een bevolkingsluchtledig ontstaat. Emigratie naar verre landen vereischt veel te veel kapitaal en maakt daardoor de zaak voor de achterblpvenden weinig beter. De terugslag van een reusaohtige inzin- king (juister gezegd het aan het licht komen van de werkelpkheid) in Duitschland, welke wellicht tot hevige beroeringen aanleiding zal geven, zal in ons land sterk gevoeld wordeD. Ik geloof daarom niet, dat de balansen per 31 December 1921 en de vermogens- cijfers per 1 Mei 1922 ons reeds het ergste te zien zullen geven. Het scbijnt mp onjuist, te meenen, dat deze cpfers nu weder als abnormaal laag zullen moeten worden beschouwd, geljjk zoovelen doen die deels wellicht om de onaangename consequenties welke het onder de oogen zien van de waarheid medebrengt - het nog maar niet van zich kunnen afzetten als zoude de welvaartslpn van 1919 en 1920 maar weinig boven bet normale zpn gegaan, zoodat de inzinking van thans een tpdelpke uitbuiging van' de normale lpn naar onderen te zien geeft. Neen, nog ge- rnimen tpd zal deze, indien niet verder be- nedenwaarts, in elk geval niet opwaarts gericht zpn. Misschien zal het wel weder tpdelpk gaan lpken alsof zulks het geval ismisschien zal een verdere daling van den gulden beneden zpn goudwaarde tenge- volge van een te groote ruimte aan geld- middelen, voortvloeiende nitdecredieteischen der openbare lichamen, ook te onzent weer j een schpnbare welvaart doen ontstaan, maa' het zoude niets zijn dan een hernieuwde koorlsaanval, welke weer een bios op de wangen van den patient zoude brengen, maav hem innerlijk nog meer zoude verzwakken. HET UITBRENGEN VAN STEMMEN BIJ AFWEZIGHE1D IN DE WOONPLAATS. De Tweede-Kamerleden Albarda, .bchaper, Hiemstra, Rugge en Brautigam hebben een voorstel van wet tot wpz.ging van de Kies- wet ingediend. In de memorie van toe- lichticg herinneren de voorstellers aan het bij de behandeling van het wetsontwerp tot wijziging van de Kieswet iDgediende amen- dement-Albarda beoogende om het mogelijk te maken, dat kiezers, die op den dag van de stemming in de gemeente, waar zij op de kiezerslpst voorkomen, niet aan de stem ming kunnen deelnemen, in de gelegenheid worden gesteld hun stem op een anderen dag uit te brengen. De bedenkingen van practischen aard, te- gen de regeling in dit amendement vervat, gaven den voorstellers echtei aanleiding het in te trekken. Bp die gelegenheid verklaarde de heer Albarda echter dat, indien de Re- geering te dezer zake niet spoedig met een wettelpke regeling zou komen, hp een ini- tiatief voorstel zou indienen. Nu de heeren Albarda c.s. de zekerheid hebben gekregen, dat van de liegeering in- derdaad geen regeling der hier bedoelae ma- terie is te verwachten, bieden zjj thans aan de Kamer 'n zoodanig voorstel van wet aan. Het stelsel van dit wetsvoorstel is ont- leend aan een der beide wetsontwerpen in het voorjaar van 1918 door het Oentraal Stembureau met een advies aan den toen- maligen Minister van Binnenlandsche Zaken aangeboden. Volgens dit stelsel zal de kie- zer, die voorziet, dat hij op den stemmings- dag in een andere gemeente dan die, waar hp op de kiezerslpst voorkomt, zal vertoeven, indien hp aan zekere bepalingen heeft vol- daan, op den stemmingsdag zijn stem kun nen uitbrengen in de gemeente, waar hp zich dan bevindt. De kiezer heeft slechts den wensch daartoe, uiterljjk 14 dagen voor den dag der stemming, in persoon en op de door de wet voorgeschreven wijze ter secre- tarie van eenige gemeente in het Rpk ken- baar te maken. De burgemeesters van de be- trokken gemeenten zorgen dan voor de noo- dige handelingen, waardoor de kiezer tot het stemmen in de door hem aangewezeD ge meente gelegenheid verkrpgt, en waardoor voorkomen wordt, dat hp op meer dan een plaats zpn stem uitbrengen kan. EEN ONTPLOFFING. Op de Jobannampn te Beuthen heeft in een waschgelegenheid in een badketel een ontploffing plaats gehad. Juist bevonden zich 200 man van een der mpnploegen in het bad. Een 25 tal mijnwerkers werden door het rondspattende kokende water ge- wond. Een van hen is overleden, 7 hebben zeer ernstige brandwonden, 44 mijnwerkers lichte verwondingen bekomen. GESLOTEN. Na het ongeluk in de Knickerboeker- bioscoop te Washington, waar tpdens een voorstelling het dak onder een sneeuwlaag bezweek en instortte, waarbjj meer dan 100 menschen den dood vonden, hebben 7 schouwburgen te Washington last ge kregen hun deuren te sluiten wegens het groote brandgevaar of den slechten bouw- trant. PANNEKOEKEN. Onder de ingekomen stukken in de jongste raadsvergadering van Schoonebeek was, volgens het //Vad.", het verzoek van be- woners van bet Nieuw-Schoonebeekerveld om een commissie te willen instellen, die tot taak krijgt te onderzoeken, »welke ar- beiders in het Schoonebeekerveld de vette pannekoeken eten en deze personen door poblicatie in de Emmer Ct. aan de alge- meene verachting prijs te geven". EEN VERSTOORD BAL. Zondagavond half twaalf zag een bewoner van het Rokin te Amsterdam dat eenige personen uit een raam van de zolderver- dieping van het perceel Rokin 71 een sleutel aan een touw naar beneden lieten zakken, welke door twee menschen werd aangepakt, die zich met dezen sleutel toegang tot het huis verscbaften. De man dacht met in- brekers te doen te hebben en waarschuwde de politie. Twee rechercheurs togen op onderzoek uit. De bewoners van het huis wilden niet voldoen aan het bevel der politie-mannen ,/banden op". Een der rechercheurs heeft daarop twee schoten gelost. Bij nader onderzoek bleek, dat een aantal studenten bier een apachen- bal hielden. Een hunner had de vliering in huur en gaf daar af en toe bals voor vrienden. Toen de rechercheurs kwamen opdagen meenden de studenten dat hun optreden bij de vertooning hoorde. ONGEWENSCHTE GASTEN. In de R.K. pastorie te Schulder bp Gul- pen, zpn een dezer avonden een drietal personen binnengedrongen. Zij overvielen de huishoudster, bonden den pastoor Yossen aan een stoel vast en dwongen hem onder bedreiging met een revolver, den sleutel van de brandkast over te geven. De boeven konden echter 't slot der kast niet spoedig geopend krpgen. Zp maakt en daarop den pastoor weer los en wilden hem dwingen de kast te openen. Intusschen was het de huishoudster, na 'n worsteling met een der bandieten, gelukt buiten de pastorie te komen. Op haar hulpgeroep sloeg het drietal op de vlucht, met medeneming van een pzeren kistje met geld. Hoewel er spoedig van alle kanten hulp opdaagde, mocht bet niet direct gelukken, het gevaarlpk trio aan te houden. Nader meldt men, dat twee der inbrekers zpn gearresteerd eif dat de derde voort- vluchtig is. Het zijn alleen bekenden bij de justitie. DE GEMASKERDE AANVAL OP EEN PASTOOR. De daders van de gemaskerden overval met geweldpleging op den pastoor te Scheu- ler, bp Valkenburg, op Woensdag jl., zpn door het beleidvol optreden van den brig.- kommandant der marechaussee te Valken burg op een na, welke voortvluchtig is en vermoedelpk bp het volvoeren zijner daacT, door het zich te weer stellen van de huishoudster van den pastoor, letsel bekwam, gearresteerd. Het zpn jeugdige bandieten van omstreeks 20 jaar, waarvan er, reeds met de justitie in aanraking zijn geweest. Het parket is voor confrontatie ter plaatse geweest. Het gestadig bioscoop- bezoek zal aan de ontwerping van hun plan vermoedelpk niet vreemd zpn. VALUTA-WIN ST. Op de weekmarkten te Meppel, schrjjft de „Meppeler Crt." is gewoonlpk van alles en nog wat te koop. Maar water Vrijdag voor een marktventer werd aangeboden, is nog nooit voorgekomen. De man verkocht d.1. Oostenrijksche bankbiljetten van 1000 kronen voor den gulden. En hp vertelde daar bp, dat wanneer de kroon weer haar vroegere waarde kreeg, zulk een biljet 500 waard zou worden Ja als De man kreeg veel koopers. Maar de menschen. die beter op de hoogte waren, lieten zicb niet bedotten. De waarde van zulk een biljet is n.l. ongeveer 35 cent Z odat de koopman nog goede zaken maakt. HET SPROOKJE VAN BLAUWBAARD. Het sprookje van Blauwbaard speelt zich in den modernen tijd nog wel eens in het werkelijke leven af. Daarbp denken wij nog niet dadelpk aan gruwel-romans als het geval Landru, doch enkel aan de dage- ljjks voorkomende varianten, waarin vrouwe- lpke nieuwsgierigheidleidde totdeontdekking van een geheim in het leven van den man. hetgeen dan tot echtelpke narigheid of ontbinding van het huwelpk leidt. Zoo'n geval is nu dezer dagen voorgekomen in New York, en het draagt een bp uitstek Amerikaanschen stempel, wpl het rassen- vooroordeel er een hoofdrol in speelt. Joseph E. Bornn is een bekende figuur in de AmerikaaDSche dagbladwereld hp is sinds veertien jaar gehuwd met een Noorsche Het huwelpk werd te Londen voltrokken en Bornn had aan zpn vrouw gezegd, dat zpn vader een Nederlander was, zpn moeder een Spaansche, en dat hp zelf geboren werd in Deensch West-Indie. Bornn had in zpn huis e'en gesloten kast, waar mevr. B. niet in mocht komen. Toen hij nu onlangs voor zakon naar Chicago was, kon mevrouw haar nieuwsgierigheid niet langer bedwingen. Zp wist de kast open te krpgen, neusde in een bundel papieren en ontdekte, dat haar man negerbloed in de aderen heeft. Zij diende een eisch tot echtscheiding in. De zaak kwam voor en de rechter vroeg aan Bornn of hp een blanke is. Daarop luidde het antwoord/,Neen-\ Weer vroeg de rechter: //Is u dan een neger Hierop kwam de zonderlinge repliek//lk weet niet precies wat ik ben. Ik ben van zeer gemengden bloede, maar ik geloof niet dat ik eenig negerbloed in mp heb." De rechter behield zich nu zpn beslissing voor, daarbij opmerkende, dat het heel lastig was uit te maken, of Bornn een neger was of niet, als deze dat niet eens zelf wist. NOG GEEN GEHEEL-ONTHOUDING. Een van de grootste New-Yorksche levensverzekeringsmaatschapppen heeft ver- klaard dat in de Ver. Staten het aantal sterfgevallen aan alcoholisme gedurende 1921 met 50 pCt. tegen dat in 1920 is toegenomen. Het aantal dooden aan ziekten, als influenza, longontsteking, enz. was aan- merkelpk minder doch het sterftecpfer aan auto-ongelukken neemt gestadig toe. Vergadering van Vrijdag 17 Februari 1922, des namiddags 1,80 uur. Voorzitter de heer Joh. de Feijter, Burge- meester. Tegenwoordig de leden: J. de Visser, A. de Feijter, W. Scheele, P. Faas, C. A. Wisse, S. van Hoeve, D. G. Koopman, C. de Jonge, M. Kaijser, benevens de Seeretaris J. Stolk. Afwezig de heeren A. de Koeijer en J. Vinke. (Vervolg). 11. Verklaring welke verordeningen, tegen wier overtreding straf is bedreigd, die voortdurend en met uitsluiting van alle andere geldend blijven. Burgemeester en Wethouders bieden-ter vaststelling aan de navolgende verordening: De Raad der gemeente Zaamslag: overwegende, dat volgens art. 178 der ge- meentewet de Raad ten minste eenmaal in de vijf jaar moet verklaren, welke verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd, alsnog geldende zullen worden aangemerkt: besluit: te verklaren, dat de verordeningen, tegen welker overtreding straf is bedreigd, die voort- duren en met uitsluiting van alle andere gel dend blijven, zijn de volgende: Verordening op het gebruik der haven en kaai, aan den Kleinen Huissenspolder in de ge meente Zaamslag, d.d. 17 December 1897. Algemeene verordening van Politie voor de gemeente Zaamslag, d.d. 28 Juni 1904, laatselijk gewfjzigd den 7den Augustus 1916. Bouwverordening als bedoeld in art. 1 der Woningwet vastgesteld 27 Januari 1903. Verordening ter regeling van het verlteer op tie wegen in (te gemeente Zaamslag in verband met het gebruik van motorrijtuigen en -rijwie- len, vastgesteld 27 April 1920, laatselijk ge- wijzigd den 30sten Juli 1920. Verordening op de keuring van Waren in de gemeente Zaamslag, vastgesteld 10 Juni 1921. De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit voorstel om administratieve redenen thans nog niet kan behandeld worden, en dat het tot de volgende vergadering moet worden aange- houden. 12. Besteding van de geld«n verkregen door den verkoop van boomen. De VOORZITTER herinnert, dat Burgemees ter en Wethouders indertijd hebben voorgesteld om de gelden verkregen door den verkoop der boomen, te gebruiken voor aflossing van geld- leenihgen. In den raad gingen echter stemmen op, die dat bedrag liever zagen gebruikt voor het uitvoeren van een of ander noodzakelijk werk. Nu is het aan Burgemeester en Wethou ders bij hun gedurende den winter gebracht be- zoek aan de openbare school op het dorp, ge- bleken, dat het onderwijs zooveel hinder on dervindt van de daar gedurig voorbijrijdende wagens, waarom het zeer gewenscht zou zijn de bestrating bij de school te verbeteren. Ook is het gebleken, dat de keiweg in de Polder- straat dringend verbreeding behoeft. De lindeboomen zijn wat grooter geworden en ge durig blijven wagens met opperlast hooi en stroo er aan vastzitten. Burgemeester en Wethouders zouden nu de keien uit den weg bij de school in de Veerstraat over een zekere lengte willen uitbreken en gebruiken om den weg in den Polderstraat 30, 40 of 50 c.M. te verbreeden en dan ter vervanging van de keien in de Veerstraat een verharding aanbrengen van gewalste macadam of keien met platte koppen. Indien de raad vodr dat denkbeeld iets blijkt te voelen zouden Burgemeester en Wet houders in het voorjaar met een plan en be- grooting komen,maar wenscht de raad de gel den niet op die wijze te besteden, dan kan het indienen van een plan achterwege blijven. Het zou de bedoeling zijn de keien in de Veerstraat uit te breken van af de woning van den heer De Moor tot aan Abr. Dees, daar dit om nut te hebben ook ter weerszijden een eind voorbij de school behoort te gescliieden, en in de Polderstraat zou de weg verbreed worden van af de pastorie tot aan de woning van den wethouder De Feijter. De heer SCHEELE herinnert, ook nog te hebben gewezen op den weg in de Brouwerij en de wenschelijkheid heeft besproken om die te verleggen. Men zal er dan rekening mee moeten houden, dat men daar dan ook keien tekort zal komen. De heer KOOPMAN vertrouwt, dat Burge meester en Wethouders dan toch wel met een plan zullen komen, of ze den weg in de Veer straat met klinkers, beton of met asphalt wil len verharden. De VOORZITTER zegt dat toe; hij geeft te kennen, dat de rijkswerken die met steenslag gemaakt zijn, ook niet alle goed uitkomen. De gemeente kan met die ervaring ook zijn voor- deel doen. De heer FAAS denkt, dat het veel geld zal kosten en vraagt, of dat werk nu in eens zoo noodig is; hij heeft vroeger nooit gehoord van dien hinder die men in de school van de wagens ondervindt. Het zal geen kleinigheid kosten en voor ingezetenen van Zaamslag zal er niet te veel werk aan zijn. 4 De VOORZITTER merkt op, dat men vroe ger aan de Veerstraat niet de losplaats van den tram had; alles komt er thans door en de school staat dicht aan den weg. Het is beslist onhoud- baar en de raad behoort te doen wat mogelijk is, om het onderwijs te verbeteren. De heer FAAS kan wel gelooven, dat het door de losplaats erger geworden is dan vroe- gej". De heer DE VISSER deelt mede, dat het njden van wagens soms een ganschen schooltijd aan- houdt. De heer FAAS: Ja, als het moet, dan moet het! De VOORZITTER merkt nog op, dat Burge meester en Wethouders met dit voorstel ook niet.zouden komen, als het niet noodig was om den'weg in de Veerstraat te verbreeden. De' heer FAAS vraagt, of dat ook wel zoo noodig is. De VOORZITTER acht dat, in verband met de wagens met opperlast en de boomen beslist noodzakelijk. De heer DE FEIJTER: De weg ligt tekort bij de boomen. De heer WISSE wijst er op, dat in de Pol derstraat ook een school staat; zullen de keien die niet deugen voor den weg voorbij de open- bare school dit wel doen in den weg voorbij de bijzondere school? De VOORZITTER antwoordt, dat dit niet hinderliik zal zijn; die school staat verder van den weg af en bovendien, tot zoover zal de weg ook niet verbreed worden. De heer DE VISSER: Daar is het gerij met wagens ook niet zoo druk. De heer WISSE: Maar het veroorzaakt toch ook daar veel geraas. De VOORZITTER: Maar het is er lang zoo druk niet, ook niet in de Ter Neuzensche ^De^heer SCHEELE stemt daarmede in; er rijdGn er in de Veerstraat tien tot twintig, tegen een in de Polderstraat. De heer WISSE acht het er toch ook hinder- lijk en vindt het jammer, dat die verandering van bestrating geen aanleiding kan geven tot werkverschaffing. De heer VAN HOEVE herinnert ook aan de besprekingen over de Axelsche straat. Hij meent, dat de klachten daarover bedoelen het deel van den weg tusschen het voetpad en de trambaan. Deze ligt zeer ongelijk en met groote stukken steen er in. Zou het niet mogelijk zijn die met een pios wat los te hakken en die groo te stukken er uit'te halen. Dit zou dan door menschen van Zaamslag kunnen gedaan wor den, en ook het later aanvullen met fijne maca dam. Dan zou dat veel verbeteren. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de aangekochte macadam lang uitblijft. Hij heett het al eens aan den heer Van der Peijl te Ter Neuzen gevraagd, wanneer ze zal geleverd wor den, doch nog geen definitief antwoord ont- vangen. Met de vorst was er toch ook niets aan te doen. Hij gelooft, dat, als het weer eens met fijne macadam bestrooid is, de toestand verbeteren zal. Hij vraagt de leden om nog wat geduld te hebben en eens te zien wat het wordt. Er is in de oorlogsjaren wegens de kosten zuinig macadam gestrooid maar dat is de paden niet ten goede gekomen. De heer VAN HOEVE gelooft, dat het toch wel noodig zal zijn, de groote stukken er uit te halen en dat was dan toch ook weer werkver schaffing. De VOORZITTER gelooft niet, dat de weg zal verbeteren als men die los sla&t. De heer KOOPMAN vraagt, of men het met eens met een eindje zou kunnen probeeren, dan kan men zien wie het't beste voor heeft. 't Zou misschien meevallen. De heer SCHEELE betoogt, dat de bespro ken middelen niet voldoende zullen hebben, bij de woning van Van Fraaijenhove ligt de kei- baan beslist te hoog en zou deze dienen te worden veranderd. Dit zou naar hij meent zeer goed kunnen geschieden bij behoudt der ton- rondte van den weg. Als die weg wat lager kwam te liggen zouden de zijpaden van zelf ook beter komen te liggen. De VOORZITTER merkt op, dat de gemeen te zal koir. i te staan voor het uitvoeren van belangrijke bestratingswerken, althans beliang- rijker dan in langen tijd voorkwam. Het is zeker van beteekenis, voor de beste wijze van uitvoering, over de ervaring van verschillende menschen te kunnen beschikken, en daarom zou het z.i. toch wel gewenscht zijn, dat daar- voor een paar raadsleden aan Burgemeester en Wethouders werden toegevoegd. De heer SCHEELE zou volstrekt niet willen zeggen, dat Burgemeester en Wethouders in deze niet voor hun taak berekend zijn, maar heeft toch ook geen bezwaar, tegen het benoe- men van een tijdelijke commissieleden om Bur gemeester en Wethouders ter zijde te staan. De VOORZITTER geeft te kennen, dat hierop nader zal worden teruggekomen. 13. Aanleggen rioleering. De heer DE FEIJTER geeft te kennen, dat hij nu gaarne de beslissing zou vernemen om- trent de besproken rioleeringsplannen, waarbij ten behoeve der suatie van de gemeente d6or sprekers weide en voor gezamenlijke rekening een rioleering zou worden gelegd, waarop de gemeente dan verder een aansluitende riolee ring zou maken. De leden hebben het nu gis- vvon plaatselijk kunnen zien en spreker zou er nu gaarne aan beginnen, waarvoor hij de meening van den raad dient te kennen. Wil deze er niet op ingaan, dan kan spreker vol- staan met rioolbuizen van 10 c.M., maar moet de rioleering ook dienen voor de gemeente, dan moeten er van 30 c.M. gelegd worden. De VOORZITTER deelt mede, dat de uitvoe ring van het geheele plan, zooals Burgemees ter en Wethouders dat bedoelen, f 840 zal kos ten. Daarvan zou als aandeel van den heer De Feijter f 140 afgaan. Er zou echter ncg een eindje riool bij moeten komen, bij de Geref. kerk en ook een eindje bij Van Breen. Daar hij het werk reeds aan een ambachts- man heeft toegezegd, zou de heer De Feijter het deel van het werk dat ook voor zijn reke ning komt, zelf willen uitvoeren, onder voor- waarde, dat de gemeente de helft der kosten betaalt. Daartegen zal, meent spreker, wel geen bezwaar zijn. De heer KAIJSER is daar toch wel eenigs- zins huiverig voor. Hij zou het werk liever bij inschrijving zien aanbesteed. Zullen de am- bachtslieden er wel genoegen mede nemen. De VOORZITTER merkt op, dat die daarover niets te zeggen hebben, de heer De Feijter voert het door hem voorgenomen werk uit, als we er op ingaan met grootere buizen, en de ge meente betaald daarin de helft. De heer KAIJSER verklaart, het verkeerd begrepen te hebben, hij dacht, dat het de be doeling was, het geheele werk aan den am- bachtsman van den heer De Feijter te geven. Als het aansluitende werk van wege de ge meente wordt aanbesteed, heeft hij er niets tegen. De heer WISSE vraagt hoe het staat met het onderhoud van de door den heer De Feij ter aan te leggen rioleering. De heer DE FEIJTER: Och, daar zal geen onderhoud aan zijn, het worden stevige buizen. De heer KAIJSER meent, dat het toch wel goed zou moeten worden omschreven. De VOORZITTER is het daarmede eens, en er zou ook in moeten staan, dat de gemeente het recht heeft, om er in te sueeren. De heer DE FEIJTER ziet de noodzakelijk- heid er niet van in; verondersteld dat de grond later eens bij een anderen eigenaar in gebruik kwam, dan zou het toch niet aangaan dat deze een bestaanden toestand veranderde en het water opstopte Hij .wijst daarvoor op het voorbeeld van een in de nabijheid liggende sloot. Hij zou die, met de aangrenzende eige- naars toch niet mogen dempen. De VOORZITTER acht dat iets anders. die sloot is een bestaande toestand, die erkend is, maar door deze rioleering wordt een nieuwe toestand gemaakt. De heer VAN HOEVE meent, dat de riolee ring dan wel op den ligger zou moeten staan aangeteekend als uitwatering. Qpk hij acht een schriftelijk'bewijs noodig. De VOORZITTER meent, dat het voor den heer De Feijter geen bezwaar kan zijn en dat het voor de gemeente secuurder is. Hij zou een schriftelijk bewijs wenschen waarin, wordt om schreven, clat de helft van het onderhoud voor rekening der gemeente komt, maar dat de ge meente het recht verkrijgt om door die riolee ring water te loozen en ook op het terrein toe- gelaten moet worden, dat de riolen worden schoongemaakt of hersteld. De heer SCHEELE acht het de moeite niet waard, om voor een eindje riool van 71 meters nog te spreken van de helft van het onderhoud en zou dat geheel ten laste der gemeente wil len nemen. Hij acht schrift ook gewenscht. daar de zaak daardoor beter voor het nage- slacht duidelijk zal zijn en dat is we! noodig. want men weet, dat de wereld om de 20 of 30 jaar wisselt. De heer DE FEIJTER verklaart, geen be zwaar te hebben een schriftelijk bewijs te geven. De VOORZITTER: Het is voor u ook een waarborg, als het onderhoud dan niet behoor- lijk geschiedt, kunt u de gemeente op haren plicht wijzen. De heer SCHEELE vraagt, of het geheele werk niet dadelijk kan worden uitgevoerd, dat was werkverschaffing. De VOORZITTER geeft te kennen. dat wel getracht kan worden het zoo spoedig mogeliik te doen, maar er gaat toch nog eenigen tiid heen met de voorbereiding, daar het moet wor den aanbesteed. 14. Omvraag. a. De heer SCHEELE vraagt, waar de gel den zijn gedeponeerd, verkregen voor de ver- kochte boomen. De VOORZITTER antwoordt. dat dit nergens gedeponeerd is, dit is gewoon in de gemeente- kas gekomen bij den ontvanger en naar hij meent, is diens kas weer al leeg. De heer SCHEELE acht het geen bezwaar, dat dit geld reeds als kasgeld is gebruikt. maar wil toch de vraag stellen, hoe het gaat met de betaling van den hoofdelijken omslag. Hij heeft wel gehoord, dat zulks bij sommigen erg traag gaat. Hi.i zou daarop ook eens wi'- leo toezien. want die late of nalatige betalers zijn ten slotte oorzaak, dat de gemeente een groot bedrag moet uitgeven voor rente van kasgeld. Het vorig jaar zelfs f 300. Hii acht het gewenscht, dat er pressie op de be alu wordt uitgeoefend. De VOORZITTER moet erkennen, dat het bn sommigen een sleur is geworden om laat met de betaling te komen. Toch is er met nieuw- jaar wel wat verbetering gekomen. b. De heer KOOPMAN vraagt, of er nog geen antwoord is ingekomen van de Zeeuwsche Electriciteitsmaatschappij, omtrent het onder houd met den heer Streefkerk. De VOORZITTER antwoordt ontkennend. c. De heer KOOPMAN vraagt, of het ge- meentebestuur al aan het Domein heeft ge- schreven over het indijken van de schorren in en nabij deze gemeente. De VOORZITTER antwoordt ontkennend: eerst willen Burgemeester en Wethouders daar over eens spreken met de besturen der andere belanghebbende gemeenten. Hiema wordt de vergadering door den VOORZITTER door het uitspreken van het dankgebed gesloten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 5