AL6EMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREH.
Levert de fljoste soorten HONINGKOEK.
No, 7266.
Vrijdag 24 Februari 1922,
70e Jaargang.
Bekendmaking.
Eubiotiek.
TKU
Stoom-, Koek- A.Ba«chuitfabriek
„ST, AMTOflHE"
binnenland.
BEKENDMAKING.
BEKENOMAKING.
Ojislagplaats Yoor Ter HeHzei en Gwtreken: Firma Wed. A. H. DONZE,
8UITEN LAND.
EERSTE BLAD
Men moet van dezen vreamden tite) nu
maar niet te erg schrikken. 't Woord ziet er
wat barbaarsch uit, de zaak daarentegen
is van zeer goeden aard en zelfs van uiter-
mate hoog belar.g. Wij willen dien vreem-
den naam dan ook wel dadelijk vertalen,
maar de juiste vertaling is een veel te lange
uitdrukking om die als titel boven dit artike!
te kunnen gebruiken. Eubiotiek toch is de
kunst om gezond en gelukkig te leven en om
ziekten te voorkomen. Een professor in de
Eubiotiek bestaat er nog niet, een lector ook
nog niet. Voorshands is er denkelijk ook niet
veel kans, dat er een hoogleeraar in dit vak,
in dit onderdeel der Geneeskunde, zal wor
den benoemd, gezien den zoo desolaten toe-
stand der Nederlandsche geldmiddelen.
Toen Cyrus zich er tegenover zijn vader
Cambyses op beroemde, dat hij het leger van
kundige artsen had voorzien, moet deze
geantwoord hebben: „Gij spreekt van
artsen, mijn zoon; dieze genezen de ziekten,
zooals de kleermakers gescheurde kleeren
oplappen, van veel meer belang is echter
de voorzorg voor de gezondheid, het voor
komen van ziekten. Zorg er daarom liever
boven alles voor, dat het leger niet ziek
wordt."
Wie dit antwoord hoort, weet nu ook in-
eens wat Eubiotiek bedoelt. Natuurlijk (la-
ten wij dit tot voorkoming van mogelijk
misverstand nog maar aanstonds op den
voorgrond mogen plaatsen) natuurlijk
bedoelt de Eubiotiek en wie haar aanhangt
of voorstaat niet tetoochenen het vreeselijke
feit, dat wij, menschen, tenslotte het leven
en nooit en nergens in onze handen
hebben. Geioochend wordt niet. dat er een
Hoogere Macht is, die onze dagen weet en
bepaalt, en wie dus, als schrijver dezes, iets
over de Eubiotiek in het midden wenscht te
FEUILLETON.
Hij was door dit lange verhaal buiten
adem geraakt en na een oogenblik te hebben
uit gehijgd, hernam hij:
Eindelijk komt u mij verlossen... ik dank
u wel heeren... het is niet te vroeg... want
vreeselijke pijn in mijn heele ribben-
kast... en dan die krampen in mijn maag.
slinden W C' alIee" een 08 kunnen *er"
Moulin zeide:
Ik ben ook blij, dat wij je gevonden heb-
en, maar om je de waarheid te zeggen
kwamen wij eigenlijk niet voor jou hier in
den kelder zoeken.
Naar wien dan?
De Bretonsche.
Het dienstmeisje van mevrouw Laroche?
Juist.
u? angsdRen toon vroeg Piednoir:
a h^bt haar dan niet aan de klau-
we" van Galgenaas ontrukt?
is.met hem weggereden in een
terug W,mLW,J .,r\den Gros-Caillou hebben
huis Ji v,nden; wij hebben zelfs het
hehLn If Waar zij haar heen Rebracht
dfn io far wat er van haar zelf gewor-
d-n is. dat weten wij niet.
haar hjk ha3r "iet terugvinden, maar alieen
brengen, houdt onder en bij alles ten sterk-
ste rekening met het feit, dat wij sterfeiijkc
menschen zijn, en dat „de dood wenkt ieder
uur", terwijl dus niemand onzer zijn levens-
lot of levensduur zelf heeft of vermag te
bepalen.
Dit dus eenvoudig erkennend, vragen wij
ons nu alieen bij en in de Eubiotiek af: Wat
kan een mensch, voor zoover het van hem
of van haar afhangt, er aan doen om zoo
ge >nd en lang mogelijk te leven en om.
ziekten te voorkomen. Voorkomen is toch
beter dan genezen!
Natuurlijk wordt daarbij pdc niet van ac
vrroiiderstelling uitgegaan. dat "een Ian-:
levei steeds een zegen zoude zijn. Er zijn
van die levens. die naaons gevoel te iang
worden gerekt, menschen, die zichzelf er
anderen alieen maar tot last zijn. die buiten
het leven staan, zoo-goed-als/of ook wel:
geheel voor dezulken is het leven geen
geen echt leven meer. Zij ieven niet, zeggen
de menschen dan wel eens niet onaardig;
zij worden geleefd.
En evenmin wordt beweerd, dat zooge-
naamd ievensgeluk, uitwendige voorspoed
gezondheid en kracht altijd beslist noodlg
znuden moeten zijn om een mensch waarlijk
gelukkig te maken. Gezondheid en ievens
geluk". heeft Prof. Pel gezegd en geschre-
ven, „zijn geen identieke begrippen, ook nl
worden beide dikwijls vereenzeivigd". En de
beroemde hoogleeraar laat dan nog volgen:
,,Ik heb menigen gezonde leeren kennen,
met wiens ievensgeluk het droevig gesteld
was, en ik heb eveneens vele zieken terzijde
gestaan, voor wie het leven een vreugde
was."
Dit alles volmondig erkend zijnde, mee-
nen wij echter, dat toch aan de genoemde
Eubiotiek wel wat meer waarde en invloed
mocht worden toegekend en dat wel eens
wat meer aandacht aan haar mag worden
gewijd. Er behoeft dan nog niet dadelijk
weer een nieuw ,,vak van nnderwijs" van
te worden gemaakt en er behoeft aan onze
toekomstige staatsburgers en -burgeressen
nog minder een examen in dit vak te worden
afgenomen.
Het eerste wat er nu valt op te merken
in verband met de Eubiotiek is zeker wel
dit, dat in vroeger en later tijd een heirleger
van geneesmiddelen, kuren en allerlei dwaze
maatregelen een groote rol hebben gespeeld
op dit terrein. op dezeifde wijze ongeveer
-als deze of andere voofbehoed middelcn 6bfc
werden aangewend tegen allerlei andere
ongaarnegezienegebeurtenissen, als: ouder-
dom, hongersnood, aanvallen van wilde die-
ren, verliezen bij wedstrijden, enz. Welke
merkwaardige overtuigingen hierbij gehui-
digd werden, vertelt dezeifde, reeds ge
noemde Amsterdamsche hoogleeraar, die in
1902 zijn Rectorale Oratie aan de Eubiotiek
wiidde, en die bij deze gelegenheid melding
maakte van de zoogenaamde Gerokomie,
dat is de gewoonte, om oude en afgeleefde
menschen door de nabijheid van jeugdige en
frissche personen te verjongen. Van weinig
bekendheid zal het wel zijn, dat niemand
minder dan onze groote geneeskundige Her
man Boerhave een bejaard Amsterdamsch
burgemeester tusschen twee jeugdige per
sonen liet slapen, waarbij hij zelf verzekerde.
dat de oude man hierdoor zichtbaar mon-
terder en krachtiger was geworden Na
tuurlijk ligt ook aan deze dwaling een kern
van waarheid en juistheid ten grondslag.
Immers, wie zal het durverr tegenspreken.
dat de omgang met de jeugd, die bezield en
opgewekt is, ook het hart en gemoed van
ouderen kan verlcwikken en opbeuren? Kin-
deren houden de ouders jong. Voor een der-
gelijke bedkuur voelen wij echter heel wei
nig, of liever niets.
Het is ook nog niet zoo veel jaren geleden,
dat een der eerste physiologen van Frank-
rijk, wiens naam duizenden grooten eerbied
afdwong, op lateren ieeftijd zelfs zoogenaam
de verjongingskuren bij bejaarden door het
mspuiten van bepaalde stoffen onder de
huid durfde aanbevelen. in den aanvang
hebben deze „Brown-S5quardsche" inspui-
tingen biijkbaar veel sensatie verwekt, nu
Wat weet jij daarvan?
Zij hadden besloten, haar den hals af te
snijden.
Vervloekt!
In welke straat van den Gros-Caillou vond
u het rijtuig terug.
Rue du Commerce.
Dat dacht ik wel.
Waarom?
Omdat Micaud daar gewoond heeft en die
buurt is bij uitstek geschikt om een kwade
streek uit te halen.tr zijn er al heel wa;
gebeurd daar in dat huis.
Het is juist voor het huis waar Micaud
gewoond heeft, dat ik het rijtuig zag staan.
En daar heeft Soufflard haar vermoord,
dat durf ik u wel te verzekeren.
Milloc verbleekte.
Maar, zeide hij, wij hebben alles doorzocht,
van den zolder tot den kelder, waar wij haar
rok gevonden hebben, meer niet. Wat haar
lichaam betreft...
Piednoir viel hem eensklaps in de rede:
Haar lichaam? Dat hebben zij begraven.
Er volgde een lang stilzwijgen.
Milloc voelde hoe zijn knieen onder hem
knikten en hij beefde over zijn geheele
lichaam, alsof hij de koorts had.
Eindelijk vroeg hij, terwijl hij de handen
tegen zijn voorhoofd drukte en merkbaar
moeite had om zijn helderheid van denk-
vermogen te bewaren:
Waar hebben zij haar begraven?
In een kiein hoekje, dat in geval van nooc
voor dergelijke plechtigheden bij uitstek ge
schikt is en dat u toch niet zou kunnen vin-
zijn zij al iang weer vergeten. Om misschien
in nieuweren vorm weer terug te keeren?
Dit is zeker we[ bewezen en dus ais vast-
staand it aohten: dat de constitutie, het ge-
stel van den mensch van het allerhoogste
belang is voor het ontstaan en den loop van
ziekten en voor de reactie op schadelijke in-
vloedcn. En dus zai bij een goede Eubiotiek
alle aandacht er op gericht moeten worden
om 's menschen constitutie te versterken en
goed te houden.
Het >.ij ns dan ver mrloofd uit de mooie,
maar zeer uim>erige*>ratie van Prof. Pel
uit )2 eenige usu, dzaken hier mede te
dfci n, iiwij echter >o vrij zuilen zijn hier
en daar van kanttcekeningen of uitwerking
te voorzien.
De r. Kfgleeraar wees er b.v. op, hoe door
i lam en op regeimatige tijden te eten,
de spijzen fijn te kau-.en en te zorgen, da:
dc maag behoorlijk !r-ebereide spijzen ont-
vangt. ma: akwaien voorkomen kunnen wor
den; hoc net n; te vast aansnoeren van
sommige kleeren, zwe-rfnieren en galsieen-
vorming en het vermijden van een te sterxe
oi te eenzijdige voeding, vetzucht kan voor
komen. hoe de tijdigc voorziening van het
gebit de zoogenaamde wolf en het slapen
met gesloten mond, keel- en oorziekten kan
voorkomen.
Mogen dan al de ooi zaken van de ziekten
siechts in weinig gevallen kunnen worden
vernietigd, toch blijft over, dat het weer-
standsvermogen van het organisme tegen
allerlei schadelijke invloeden kan worden
verhoogd. Echter zal het voor menigeen
uitermate troostrijk zijn te hooren, hoe een
knappe geneeskundige als Prof. Pel was,
met overtuiging heeft ujtgesproken: „De er-
varing leert, dat men in den regel niet de
•iekte als zoodanig, doth siechts de vatbaar-
heid, de dispositie, dus een zekere zwakte
van aanleg van bepaalde organen erft."
Hieruit blijkt dus zonndklaar, hoe ontzaglijk
veel er op dit terrein nog valt te winnen en
te herstellen.
Deze hoogleeraar is dan ook al evenmin
als de meeste zijner hooggeleerde collega's
of zeer geleerde leerlingen een voorstander
van alcoholmisbruik. Hij herinnert aan hei
bekende versje, dat de oude waag van een
provinciestadje in Friesland versiert:
De tappers worden dik en vet,
de drinkers dun en mager;
de drinker gaat naar 't pandjeshuis,
vie tapper naar den-siager.
„Geen middel", zoo schrijft hij, „dat op
zoo bedenkelijke wijze het weerstandsver-
mogen aantast en de vatbaarheid voor ziek-
te verhoogt, als de in overmaat gedronken
alcohol." En met betrekking tot de uitwei-
ding, die de hoogleeraar dan nog vercier
over dit onderwerp zich veroorlooft, zegt hij:
„Vergeef deze uitweiding hier ter plaatsc
aan iemand, die de slachtoffers van de ai-
coholisohe dranken bij duizenden kan tellen
en bij wien het bitter lijden van de aan den
drank verslaafden te diep in de herinnerln
is gegrift, om dit ooit te kunnen vergeten."
En iets verderop zegt hij zelfs: „Ik acht
geen middel te kras om onze natie van den
afschuwelijken drankduivel, die de volkswe;
vaart ondermijnt en de moraliteit van net
volk bedreigt, te verlossen."
Naast een waarschuwing tegen overmatig
alcoholgebruik voigt bij Professor Pel ook
een ernstig woord tegen te overvloedlj
vleesch'gebruik. Kortom, hij vat vrijwel al
les samen in deze woorden: „In het betrach-
ten van de matigheid ligt het geheim van
de levenskunst."
Er zijn echter nog meer dingen, waar-
tegen de strijd moet worden gevoerd, willen
wij er een gezonde en goede Eubiotiek op
na houden.
Daar is het noodzakelijk vermijden van
overdaad en weelde, vooral ook bij onze
kinderen, en op haast ieder terrein. Naast
gebrek aan maatzin ziet de professor ais
groote kwaal van den tegenwoordigen tijd:
ons gebrek aan eenvoud. Hij zegt: „Een
eenvoudiger levenswijze zou de genoegens
des levens en de ware levensvreugde ntet
weinig verhoogen, zij zouden ons minder
B B O Xj .A. IsAl IEX
J OH. v. d. SftHEF.-*. d. HEIJCF N, Tiibupg.
Grussiers en Winkeiiers schrijft ons nog heden en wij maken U bemonsterde efferte.
Aanbevolen m|e r k e n
Souden Helm - De Pare) - Idua! - Reclame Cantiij - Reclame Ontbljt.
verplichtingen opleggen, minder offers van
ons vergen, de gevolgen van een te luxueusc
levenswijze voorkomen en onze gezond
heid ongerept laten. Doch zwaarder nog
dan dit alles weegt bij mij de opvoedende
kracht, die van haar zou uitgaan, en die in
de eerste plaats ten goede zou komen aan
ons zenuwstelsel."
Ook de beteekenis van den arbeid moet
worden genoemd in een, of maar eenigs-
zins compleete Eubiotiek. „Geregelde, liefst
zonder overhaasting verrichte, dagelijksche
arbeid, op ieder gebied, is een kostelijk voor-
behoed- en geneesmiddel tegen veel stoornis-
»en in het zenuwleven." Prof. Pel meent
en hij komt dan ook daarbij met krachi
en ktem in verzet tegen wat in zijne en nog
meer in onze dagen hier en daar (en zelis
Iuide) wordt gepredikt! dat ook voor de
minder bevoorrechten de geregelde dage
lijksche arbeid het fundament kan zijn voor
hun gezondheid zoowel ais voor hun ievens
geluk. Maar hij meent daarnaast evenzeer,
dat reeds uit een hygienisch en physioio-
gisch oogpunt een rustdag op de zeven voor
den werkzamen mensch een weldadige be
teekenis heeft.
Wie tot zoover onze mededeelingen en ge-
dachten gang heeft gevolgd, zal bemerkt
hebben, dat een goede Eubiotiek eigenlijk
niets anders voorschrijft, dan wat iedereen,
die ernstig te rade gaat met zijn ervaring
en geweten, zelf wel kan weten. Les hoeft
men er dus niet in te hebben.
Er is bij de Eubiotiek eigenlijk maar een
gevaar, dit, dat men meent iets bijzonders
te moeten doen. Als Prof. Pel een lange lijst
geeft van beroemde mannen, die bizonder
°ud zijn geworden, en als hij achtereen-
volgens genoemd heeft: Keizer Wilhelm cien
Eerste, Gladstone, Von Moltke, Bismarck,
Thiers, Leo XIII enz., vraagt hij: En war
hebben deze menschen nu gedaan om zoo
oud te worden en daarbij zoo krachtig naar
lichaam en geest te.blijven? Het antwoorj
mag en kan dan luiden: ,,Zij hebben niets
bijzonders gedaan, maar zij hebben veel na-
gelaten, en zij hebben alien zonder uitzon-
dering een verstandige levenswijze gevolgd.
Naast arbeidzaamheid hebben zij de matig
heid en den eenvoud betracht, zij zijn daar-
OP J ACHT NAAR ALCOHOL.
Reuter's bjjz. ti. meidt «it Miami (fl«-
nda) dat beambten van het drankverbed ia
viiegtuigen, gewapend mat nsachinegewera*,
den Briteehen echoenar yAnnabeRa" m
beslag namen, welke elfdaizaad kitfjei
whiskey rervoerde.
TER NEUZEN, 24 Februari im
RIJKSPOSTiSPAARBANK.
Op spaarbankboekjes, uitgegevan te far
Nenzen en elders, werd in de loop der
maand Jannari 1922 teTerNeuzen ingelpgd:
21.871,49
en terugbetaald 13.044,81
Derhalve meer ingelegd dan
terugbetaald J 8826,68
Het aantal te Ter Nenzen nienw uitge-
geven spaarbankboekjes bedroeg 25.
Door tusschenkomst der te Ter Neuzen
gevestigde kantoren werd, ter Direetie op
staatsschuidboekjes ingesehreven een nomi-
naal bedrag van 1.100,
derhalve
schreven
meer in- dan afge-
1.100,—
Tot aankoop van nationale sehold ten
behoeve van inleggers, werd uitgeveerd 1
order, tot een nominaal bedrag van J 150,k
WINTERLEZING.
Stampvol was Woensdagavond weder het
gebouw der Ned. Herv. kerk alhier met toe-
hoorders, om te genieten van de laatste ie-
zing in dit seizoen, die vanwege het comite
voor Winterlezingen aihier gehouden wor
den. Als spreker trad op Dr. j. D. de Lind
van Wijngaarden, predikant te De Biit
Bij afwezigheid van den voorzitter, opende
de heer Christiaanse, secretaris van het co
mite, de bijeenkomst met gebed. Na het
- —j "'j" zingen van Ps. 103 1 en voorlezing van
b,J d®" ™8el vro£g naar bed gegaan en Ps. 19, heette hij de opgekomenen en in het
z,J zijn t.jdig opgestaan." j bijzonder den spreker hartelijk welkom dte
Een lang leven moge dan rfiet het aller- ttlKOir1' ait
voornaamste zijri, gezondheid blijft toch een
zeer groote schat. En wij die gelooven, dat
ons lichaam naar des Apostels woord is
„een tempel van den Heiligen Geest" hebben
ook op dit tempelgebouw met de meeste
nauwgezetheid acht te geven. Eubiotiek
moge nimmer een leervak worden, zij worde
niettemin door ons alien beoefend, tot zegen
van onszelf en tot heil ook van ons nage-
slacht!
Dr. BREDIUS VERLAAT ONS LAND.
Dr. Bredius, de bekende Haagsche kunst-
geleerde, heeft een villa bij Monte Carlo
gekocht en zal ons land verlaten. Hij is
daartoe genoodzaakt door de hooge belas
tingen, welke 56 tot 60 van zijn inkomen
bedragen.
den, maar wanneer u mij er heen wilt bren
gen, dan zal ik u de plaats aanwijzen,
Wij zuilen een rijtuig nemen en dadelijk
hier vandaan gaan! riep Milloc uit, want ik
moet vanmorgen nog, voor twaalven, met
volkomen zekerheid weten, wat er met dar
meisje is gebeurd.
Dadelijk, dat is goed en wel, antwoordce
Piednoir, maar ik zou eerst wel een stukje
brood willen eten.
Op bevel van Milloc nam de Bison in zijn
sterke armen Piednoir op, alsof hij niet
zwaarder had gewogen dan een kind en
droeg hem met de uiterste voorzichtigheid
de trap op.
In de Kiekeboe gaf men hem een paar
glazen wijn en eenige sneden brood en een
uur later reed hij in een rijtuig met de beice
politie-ambtenaren naar den Gros-Caiiiou.
Vrouw Pinchard was in „De GrijnzenGe
Aap" gebleven onder de bewaking en de
verantwoordelijkheid van den Bison, die,
waar hij zijn geweten al niet zuiver voelde
ten opzichte van Piednoir, beloofd had dat
hij op haar zou passen, tot men haar kwam
afhaien om haar naar de prefectuur re
brengen.
Na een half uur gereden te hebben bleef
het rijtuig, waar Milloc, Moulin en Piednoir
ingestapt waren, in de rue du Commerce,
staan voor het huis, dat Micaud bewoond
had.
Door het goede ontbijt, dat men aan Pied
noir had voorgezet, was hij weer een weinig
op kracht gekomen.
Leunend op den arm van Moulin stapte hij
uit het rijtuig, trad het leege huis binnen en
daalde de keldertrap af.
Eenmaal daar gekomen, wees hij hem een
hoek van den kelder aan.
Hier is de plek, zeide hij, waar zij haar be
graven moeten hebben.
Haastig zeide Milloc:
Wij moeten een schOp hebben.
Hiernaast is een huis in aanbouw, zeide
Moulin, daar zuilen zij er wel een voor ons
hebben en ik ga ze dadelijk halen.
Hij snelde de trap op.
Binnen een paar minuten was hij terug.
Moulin was niet alieen.
in plaats van het werktuig dat hij was
gaan halen, bracht hij een oude vrouw mee.
Ik heb aan de deur deze brave vrouw
ontmoet, zeide hij, die mij vroeg wie ik was
en toen zij hoorde, dat wij van de politie
waren, zeide zij dat zij ons een verklaring
had te doen.
Spreek!
U zoekt een meisje, nietwaar? vroeg de
oude vrouw.
Ja.
Weinu, men heeft er een hier in dit huis
gebracht.
Hebt u dat gezien?
Ja.
Wanneer?
Gisteren.
Hoe laat?
Om 2 uur.
Waar?
Op de kleine binnenplaats, die achter het
daarna met zijn rede aanving.
Spreker had tot onderwerp gekozen: ,,He"
bestaan van God" en behandelde achtereen-
volgens „de bewijzen van het bestaan van
God" en „de wijze van het bestaan van God",
i Met nadruk wees hij er op, dat de gods-
dienst wel gaat boven maar niet tegen he
verstand.
Als bewijzen van het bestaan van God'
voerde spreker aan: 1°. Het Cosmoiogiscii
bewijs of bewijs van oorzaak en gevolg; 2°
het teleologisch bewijs of doelmatigheids-
bewijs; 3°. het etisch bewijs of eisch van
ledeiijkheidsbewijs; 4°. het antropologisch
bewijs of het bewijs, dat zich grondt op de
overtuiging van het gansche menschdom.
In eene keurige rede legde spreker deze
bewijzen nader uit, die, al zijn zij met geen
wiskunstige berekeningen te bewijzen, den
geloovige toch een wapen in den mond ge
ven om zich tegenover den atheist, wanneer
huis is.
Door mannen voortgesleept?
Welneen.
Hoe dan?
Zij is er geheel alieen gekomen, door uit
een kelderraampje te klimmen. kiik dit
hier... ja zeker.
Alieen zegt u?
Geheel alieen en in haar ondergoed dat
met bloed bevlekt was.
Milloc snelde naar de oude vrouw en
met van ontroering bevende stem vroeg hil
ls zij er nog?
Neen.
Is zij... weg gegaan?
Het scheen dat zij de kracht niet had om
te loopen, zij is daar den geheelen dng op
den grond blijven liggen, onbeweeglijk en
steunend. Ik heb haar gezien tot dat de
avond viel.
En vanmorgen?
Was zij er niet meer.
Weet u zeker dat het om 2 uur was dat
zij daar kwam?
Ja, dat weet ik volkomen zeker. Het sloeg
juist 2 uur toen zij uit dit kelderraam klom,
met groote moeite en veel inspanning en
daarop legde zij zich neder op de kleine
binnenplaats.
Milloc sloeg zich voor het voorhoofd. met
alle teekenen van groote wanhoop.
En om half drie doorzochten wij dit huis!
riep hij uit, wij zijn heen gegaan en hebben
haar daar laten liggen!
fWordt vervoigd).
NEUZENSCHE CO U RANT
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
maken bekend. dat. met het oog op de moeilijkheden
voor het verkeer des Woensdags, ter gelegenheid
van de markt, geen gelegenheid meer wordtgegeven
om aidaar goederen of waren ten verkoop aan te
bieden.
Voor dien verkoop zal vanaf 1 MAART a. s. ge
legenheid gegeven worden tot het opslaan van tenten
enz, op de MARKT, op door of in overleg met.
den Markimeeftrp te wijzen plnntsoi..
Ter Nenzen. 24 Febr. 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
.1. IIUIZ1NGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secreteris.
Naar aanleiding van een desbetretfend schrijven
van den Minister van Oorlog brengt de Burgemeester
van TER NEUZEN ter openbare kennis dat vanaf
1 MAART a. s. de bijzondere adresaanduiding»Plein
No. 28" op deomslagen van de bescheiden betreffende
kostwinnersvergoeding welke aan het ministerie
worden opgezonden, niet meer geplaatst moet worden.
Ter Neuzen, den 24 Febr. 1922.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij
deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden, dat
het door den Direeteur der Directe tielastingen enz.
te Breda den 21 Februari 1922 invorderbaar ver-
klaard kohier der Grondbelasting dezer gemeente, over
het jaar 1922, op heden aan den Ontvanger der
Directe Belastingen, ter invordermg is ter hand
gesteld en dat ieder verplicht is zijnen aanslag,
op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen.
Ter Nenzen, den 23 Februari 1922.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Driftig zeide Milloc: