AL6EMEEN NIEUWS- EN ADYERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREH. Levert de fljoste soorten HONINGKOEK. No, 7266. Vrijdag 24 Februari 1922, 70e Jaargang. Bekendmaking. Eubiotiek. TKU Stoom-, Koek- A.Ba«chuitfabriek „ST, AMTOflHE" binnenland. BEKENDMAKING. BEKENOMAKING. Ojislagplaats Yoor Ter HeHzei en Gwtreken: Firma Wed. A. H. DONZE, 8UITEN LAND. EERSTE BLAD Men moet van dezen vreamden tite) nu maar niet te erg schrikken. 't Woord ziet er wat barbaarsch uit, de zaak daarentegen is van zeer goeden aard en zelfs van uiter- mate hoog belar.g. Wij willen dien vreem- den naam dan ook wel dadelijk vertalen, maar de juiste vertaling is een veel te lange uitdrukking om die als titel boven dit artike! te kunnen gebruiken. Eubiotiek toch is de kunst om gezond en gelukkig te leven en om ziekten te voorkomen. Een professor in de Eubiotiek bestaat er nog niet, een lector ook nog niet. Voorshands is er denkelijk ook niet veel kans, dat er een hoogleeraar in dit vak, in dit onderdeel der Geneeskunde, zal wor den benoemd, gezien den zoo desolaten toe- stand der Nederlandsche geldmiddelen. Toen Cyrus zich er tegenover zijn vader Cambyses op beroemde, dat hij het leger van kundige artsen had voorzien, moet deze geantwoord hebben: „Gij spreekt van artsen, mijn zoon; dieze genezen de ziekten, zooals de kleermakers gescheurde kleeren oplappen, van veel meer belang is echter de voorzorg voor de gezondheid, het voor komen van ziekten. Zorg er daarom liever boven alles voor, dat het leger niet ziek wordt." Wie dit antwoord hoort, weet nu ook in- eens wat Eubiotiek bedoelt. Natuurlijk (la- ten wij dit tot voorkoming van mogelijk misverstand nog maar aanstonds op den voorgrond mogen plaatsen) natuurlijk bedoelt de Eubiotiek en wie haar aanhangt of voorstaat niet tetoochenen het vreeselijke feit, dat wij, menschen, tenslotte het leven en nooit en nergens in onze handen hebben. Geioochend wordt niet. dat er een Hoogere Macht is, die onze dagen weet en bepaalt, en wie dus, als schrijver dezes, iets over de Eubiotiek in het midden wenscht te FEUILLETON. Hij was door dit lange verhaal buiten adem geraakt en na een oogenblik te hebben uit gehijgd, hernam hij: Eindelijk komt u mij verlossen... ik dank u wel heeren... het is niet te vroeg... want vreeselijke pijn in mijn heele ribben- kast... en dan die krampen in mijn maag. slinden W C' alIee" een 08 kunnen *er" Moulin zeide: Ik ben ook blij, dat wij je gevonden heb- en, maar om je de waarheid te zeggen kwamen wij eigenlijk niet voor jou hier in den kelder zoeken. Naar wien dan? De Bretonsche. Het dienstmeisje van mevrouw Laroche? Juist. u? angsdRen toon vroeg Piednoir: a h^bt haar dan niet aan de klau- we" van Galgenaas ontrukt? is.met hem weggereden in een terug W,mLW,J .,r\den Gros-Caillou hebben huis Ji v,nden; wij hebben zelfs het hehLn If Waar zij haar heen Rebracht dfn io far wat er van haar zelf gewor- d-n is. dat weten wij niet. haar hjk ha3r "iet terugvinden, maar alieen brengen, houdt onder en bij alles ten sterk- ste rekening met het feit, dat wij sterfeiijkc menschen zijn, en dat „de dood wenkt ieder uur", terwijl dus niemand onzer zijn levens- lot of levensduur zelf heeft of vermag te bepalen. Dit dus eenvoudig erkennend, vragen wij ons nu alieen bij en in de Eubiotiek af: Wat kan een mensch, voor zoover het van hem of van haar afhangt, er aan doen om zoo ge >nd en lang mogelijk te leven en om. ziekten te voorkomen. Voorkomen is toch beter dan genezen! Natuurlijk wordt daarbij pdc niet van ac vrroiiderstelling uitgegaan. dat "een Ian-: levei steeds een zegen zoude zijn. Er zijn van die levens. die naaons gevoel te iang worden gerekt, menschen, die zichzelf er anderen alieen maar tot last zijn. die buiten het leven staan, zoo-goed-als/of ook wel: geheel voor dezulken is het leven geen geen echt leven meer. Zij ieven niet, zeggen de menschen dan wel eens niet onaardig; zij worden geleefd. En evenmin wordt beweerd, dat zooge- naamd ievensgeluk, uitwendige voorspoed gezondheid en kracht altijd beslist noodlg znuden moeten zijn om een mensch waarlijk gelukkig te maken. Gezondheid en ievens geluk". heeft Prof. Pel gezegd en geschre- ven, „zijn geen identieke begrippen, ook nl worden beide dikwijls vereenzeivigd". En de beroemde hoogleeraar laat dan nog volgen: ,,Ik heb menigen gezonde leeren kennen, met wiens ievensgeluk het droevig gesteld was, en ik heb eveneens vele zieken terzijde gestaan, voor wie het leven een vreugde was." Dit alles volmondig erkend zijnde, mee- nen wij echter, dat toch aan de genoemde Eubiotiek wel wat meer waarde en invloed mocht worden toegekend en dat wel eens wat meer aandacht aan haar mag worden gewijd. Er behoeft dan nog niet dadelijk weer een nieuw ,,vak van nnderwijs" van te worden gemaakt en er behoeft aan onze toekomstige staatsburgers en -burgeressen nog minder een examen in dit vak te worden afgenomen. Het eerste wat er nu valt op te merken in verband met de Eubiotiek is zeker wel dit, dat in vroeger en later tijd een heirleger van geneesmiddelen, kuren en allerlei dwaze maatregelen een groote rol hebben gespeeld op dit terrein. op dezeifde wijze ongeveer -als deze of andere voofbehoed middelcn 6bfc werden aangewend tegen allerlei andere ongaarnegezienegebeurtenissen, als: ouder- dom, hongersnood, aanvallen van wilde die- ren, verliezen bij wedstrijden, enz. Welke merkwaardige overtuigingen hierbij gehui- digd werden, vertelt dezeifde, reeds ge noemde Amsterdamsche hoogleeraar, die in 1902 zijn Rectorale Oratie aan de Eubiotiek wiidde, en die bij deze gelegenheid melding maakte van de zoogenaamde Gerokomie, dat is de gewoonte, om oude en afgeleefde menschen door de nabijheid van jeugdige en frissche personen te verjongen. Van weinig bekendheid zal het wel zijn, dat niemand minder dan onze groote geneeskundige Her man Boerhave een bejaard Amsterdamsch burgemeester tusschen twee jeugdige per sonen liet slapen, waarbij hij zelf verzekerde. dat de oude man hierdoor zichtbaar mon- terder en krachtiger was geworden Na tuurlijk ligt ook aan deze dwaling een kern van waarheid en juistheid ten grondslag. Immers, wie zal het durverr tegenspreken. dat de omgang met de jeugd, die bezield en opgewekt is, ook het hart en gemoed van ouderen kan verlcwikken en opbeuren? Kin- deren houden de ouders jong. Voor een der- gelijke bedkuur voelen wij echter heel wei nig, of liever niets. Het is ook nog niet zoo veel jaren geleden, dat een der eerste physiologen van Frank- rijk, wiens naam duizenden grooten eerbied afdwong, op lateren ieeftijd zelfs zoogenaam de verjongingskuren bij bejaarden door het mspuiten van bepaalde stoffen onder de huid durfde aanbevelen. in den aanvang hebben deze „Brown-S5quardsche" inspui- tingen biijkbaar veel sensatie verwekt, nu Wat weet jij daarvan? Zij hadden besloten, haar den hals af te snijden. Vervloekt! In welke straat van den Gros-Caillou vond u het rijtuig terug. Rue du Commerce. Dat dacht ik wel. Waarom? Omdat Micaud daar gewoond heeft en die buurt is bij uitstek geschikt om een kwade streek uit te halen.tr zijn er al heel wa; gebeurd daar in dat huis. Het is juist voor het huis waar Micaud gewoond heeft, dat ik het rijtuig zag staan. En daar heeft Soufflard haar vermoord, dat durf ik u wel te verzekeren. Milloc verbleekte. Maar, zeide hij, wij hebben alles doorzocht, van den zolder tot den kelder, waar wij haar rok gevonden hebben, meer niet. Wat haar lichaam betreft... Piednoir viel hem eensklaps in de rede: Haar lichaam? Dat hebben zij begraven. Er volgde een lang stilzwijgen. Milloc voelde hoe zijn knieen onder hem knikten en hij beefde over zijn geheele lichaam, alsof hij de koorts had. Eindelijk vroeg hij, terwijl hij de handen tegen zijn voorhoofd drukte en merkbaar moeite had om zijn helderheid van denk- vermogen te bewaren: Waar hebben zij haar begraven? In een kiein hoekje, dat in geval van nooc voor dergelijke plechtigheden bij uitstek ge schikt is en dat u toch niet zou kunnen vin- zijn zij al iang weer vergeten. Om misschien in nieuweren vorm weer terug te keeren? Dit is zeker we[ bewezen en dus ais vast- staand it aohten: dat de constitutie, het ge- stel van den mensch van het allerhoogste belang is voor het ontstaan en den loop van ziekten en voor de reactie op schadelijke in- vloedcn. En dus zai bij een goede Eubiotiek alle aandacht er op gericht moeten worden om 's menschen constitutie te versterken en goed te houden. Het >.ij ns dan ver mrloofd uit de mooie, maar zeer uim>erige*>ratie van Prof. Pel uit )2 eenige usu, dzaken hier mede te dfci n, iiwij echter >o vrij zuilen zijn hier en daar van kanttcekeningen of uitwerking te voorzien. De r. Kfgleeraar wees er b.v. op, hoe door i lam en op regeimatige tijden te eten, de spijzen fijn te kau-.en en te zorgen, da: dc maag behoorlijk !r-ebereide spijzen ont- vangt. ma: akwaien voorkomen kunnen wor den; hoc net n; te vast aansnoeren van sommige kleeren, zwe-rfnieren en galsieen- vorming en het vermijden van een te sterxe oi te eenzijdige voeding, vetzucht kan voor komen. hoe de tijdigc voorziening van het gebit de zoogenaamde wolf en het slapen met gesloten mond, keel- en oorziekten kan voorkomen. Mogen dan al de ooi zaken van de ziekten siechts in weinig gevallen kunnen worden vernietigd, toch blijft over, dat het weer- standsvermogen van het organisme tegen allerlei schadelijke invloeden kan worden verhoogd. Echter zal het voor menigeen uitermate troostrijk zijn te hooren, hoe een knappe geneeskundige als Prof. Pel was, met overtuiging heeft ujtgesproken: „De er- varing leert, dat men in den regel niet de •iekte als zoodanig, doth siechts de vatbaar- heid, de dispositie, dus een zekere zwakte van aanleg van bepaalde organen erft." Hieruit blijkt dus zonndklaar, hoe ontzaglijk veel er op dit terrein nog valt te winnen en te herstellen. Deze hoogleeraar is dan ook al evenmin als de meeste zijner hooggeleerde collega's of zeer geleerde leerlingen een voorstander van alcoholmisbruik. Hij herinnert aan hei bekende versje, dat de oude waag van een provinciestadje in Friesland versiert: De tappers worden dik en vet, de drinkers dun en mager; de drinker gaat naar 't pandjeshuis, vie tapper naar den-siager. „Geen middel", zoo schrijft hij, „dat op zoo bedenkelijke wijze het weerstandsver- mogen aantast en de vatbaarheid voor ziek- te verhoogt, als de in overmaat gedronken alcohol." En met betrekking tot de uitwei- ding, die de hoogleeraar dan nog vercier over dit onderwerp zich veroorlooft, zegt hij: „Vergeef deze uitweiding hier ter plaatsc aan iemand, die de slachtoffers van de ai- coholisohe dranken bij duizenden kan tellen en bij wien het bitter lijden van de aan den drank verslaafden te diep in de herinnerln is gegrift, om dit ooit te kunnen vergeten." En iets verderop zegt hij zelfs: „Ik acht geen middel te kras om onze natie van den afschuwelijken drankduivel, die de volkswe; vaart ondermijnt en de moraliteit van net volk bedreigt, te verlossen." Naast een waarschuwing tegen overmatig alcoholgebruik voigt bij Professor Pel ook een ernstig woord tegen te overvloedlj vleesch'gebruik. Kortom, hij vat vrijwel al les samen in deze woorden: „In het betrach- ten van de matigheid ligt het geheim van de levenskunst." Er zijn echter nog meer dingen, waar- tegen de strijd moet worden gevoerd, willen wij er een gezonde en goede Eubiotiek op na houden. Daar is het noodzakelijk vermijden van overdaad en weelde, vooral ook bij onze kinderen, en op haast ieder terrein. Naast gebrek aan maatzin ziet de professor ais groote kwaal van den tegenwoordigen tijd: ons gebrek aan eenvoud. Hij zegt: „Een eenvoudiger levenswijze zou de genoegens des levens en de ware levensvreugde ntet weinig verhoogen, zij zouden ons minder B B O Xj .A. IsAl IEX J OH. v. d. SftHEF.-*. d. HEIJCF N, Tiibupg. Grussiers en Winkeiiers schrijft ons nog heden en wij maken U bemonsterde efferte. Aanbevolen m|e r k e n Souden Helm - De Pare) - Idua! - Reclame Cantiij - Reclame Ontbljt. verplichtingen opleggen, minder offers van ons vergen, de gevolgen van een te luxueusc levenswijze voorkomen en onze gezond heid ongerept laten. Doch zwaarder nog dan dit alles weegt bij mij de opvoedende kracht, die van haar zou uitgaan, en die in de eerste plaats ten goede zou komen aan ons zenuwstelsel." Ook de beteekenis van den arbeid moet worden genoemd in een, of maar eenigs- zins compleete Eubiotiek. „Geregelde, liefst zonder overhaasting verrichte, dagelijksche arbeid, op ieder gebied, is een kostelijk voor- behoed- en geneesmiddel tegen veel stoornis- »en in het zenuwleven." Prof. Pel meent en hij komt dan ook daarbij met krachi en ktem in verzet tegen wat in zijne en nog meer in onze dagen hier en daar (en zelis Iuide) wordt gepredikt! dat ook voor de minder bevoorrechten de geregelde dage lijksche arbeid het fundament kan zijn voor hun gezondheid zoowel ais voor hun ievens geluk. Maar hij meent daarnaast evenzeer, dat reeds uit een hygienisch en physioio- gisch oogpunt een rustdag op de zeven voor den werkzamen mensch een weldadige be teekenis heeft. Wie tot zoover onze mededeelingen en ge- dachten gang heeft gevolgd, zal bemerkt hebben, dat een goede Eubiotiek eigenlijk niets anders voorschrijft, dan wat iedereen, die ernstig te rade gaat met zijn ervaring en geweten, zelf wel kan weten. Les hoeft men er dus niet in te hebben. Er is bij de Eubiotiek eigenlijk maar een gevaar, dit, dat men meent iets bijzonders te moeten doen. Als Prof. Pel een lange lijst geeft van beroemde mannen, die bizonder °ud zijn geworden, en als hij achtereen- volgens genoemd heeft: Keizer Wilhelm cien Eerste, Gladstone, Von Moltke, Bismarck, Thiers, Leo XIII enz., vraagt hij: En war hebben deze menschen nu gedaan om zoo oud te worden en daarbij zoo krachtig naar lichaam en geest te.blijven? Het antwoorj mag en kan dan luiden: ,,Zij hebben niets bijzonders gedaan, maar zij hebben veel na- gelaten, en zij hebben alien zonder uitzon- dering een verstandige levenswijze gevolgd. Naast arbeidzaamheid hebben zij de matig heid en den eenvoud betracht, zij zijn daar- OP J ACHT NAAR ALCOHOL. Reuter's bjjz. ti. meidt «it Miami (fl«- nda) dat beambten van het drankverbed ia viiegtuigen, gewapend mat nsachinegewera*, den Briteehen echoenar yAnnabeRa" m beslag namen, welke elfdaizaad kitfjei whiskey rervoerde. TER NEUZEN, 24 Februari im RIJKSPOSTiSPAARBANK. Op spaarbankboekjes, uitgegevan te far Nenzen en elders, werd in de loop der maand Jannari 1922 teTerNeuzen ingelpgd: 21.871,49 en terugbetaald 13.044,81 Derhalve meer ingelegd dan terugbetaald J 8826,68 Het aantal te Ter Nenzen nienw uitge- geven spaarbankboekjes bedroeg 25. Door tusschenkomst der te Ter Neuzen gevestigde kantoren werd, ter Direetie op staatsschuidboekjes ingesehreven een nomi- naal bedrag van 1.100, derhalve schreven meer in- dan afge- 1.100,— Tot aankoop van nationale sehold ten behoeve van inleggers, werd uitgeveerd 1 order, tot een nominaal bedrag van J 150,k WINTERLEZING. Stampvol was Woensdagavond weder het gebouw der Ned. Herv. kerk alhier met toe- hoorders, om te genieten van de laatste ie- zing in dit seizoen, die vanwege het comite voor Winterlezingen aihier gehouden wor den. Als spreker trad op Dr. j. D. de Lind van Wijngaarden, predikant te De Biit Bij afwezigheid van den voorzitter, opende de heer Christiaanse, secretaris van het co mite, de bijeenkomst met gebed. Na het - —j "'j" zingen van Ps. 103 1 en voorlezing van b,J d®" ™8el vro£g naar bed gegaan en Ps. 19, heette hij de opgekomenen en in het z,J zijn t.jdig opgestaan." j bijzonder den spreker hartelijk welkom dte Een lang leven moge dan rfiet het aller- ttlKOir1' ait voornaamste zijri, gezondheid blijft toch een zeer groote schat. En wij die gelooven, dat ons lichaam naar des Apostels woord is „een tempel van den Heiligen Geest" hebben ook op dit tempelgebouw met de meeste nauwgezetheid acht te geven. Eubiotiek moge nimmer een leervak worden, zij worde niettemin door ons alien beoefend, tot zegen van onszelf en tot heil ook van ons nage- slacht! Dr. BREDIUS VERLAAT ONS LAND. Dr. Bredius, de bekende Haagsche kunst- geleerde, heeft een villa bij Monte Carlo gekocht en zal ons land verlaten. Hij is daartoe genoodzaakt door de hooge belas tingen, welke 56 tot 60 van zijn inkomen bedragen. den, maar wanneer u mij er heen wilt bren gen, dan zal ik u de plaats aanwijzen, Wij zuilen een rijtuig nemen en dadelijk hier vandaan gaan! riep Milloc uit, want ik moet vanmorgen nog, voor twaalven, met volkomen zekerheid weten, wat er met dar meisje is gebeurd. Dadelijk, dat is goed en wel, antwoordce Piednoir, maar ik zou eerst wel een stukje brood willen eten. Op bevel van Milloc nam de Bison in zijn sterke armen Piednoir op, alsof hij niet zwaarder had gewogen dan een kind en droeg hem met de uiterste voorzichtigheid de trap op. In de Kiekeboe gaf men hem een paar glazen wijn en eenige sneden brood en een uur later reed hij in een rijtuig met de beice politie-ambtenaren naar den Gros-Caiiiou. Vrouw Pinchard was in „De GrijnzenGe Aap" gebleven onder de bewaking en de verantwoordelijkheid van den Bison, die, waar hij zijn geweten al niet zuiver voelde ten opzichte van Piednoir, beloofd had dat hij op haar zou passen, tot men haar kwam afhaien om haar naar de prefectuur re brengen. Na een half uur gereden te hebben bleef het rijtuig, waar Milloc, Moulin en Piednoir ingestapt waren, in de rue du Commerce, staan voor het huis, dat Micaud bewoond had. Door het goede ontbijt, dat men aan Pied noir had voorgezet, was hij weer een weinig op kracht gekomen. Leunend op den arm van Moulin stapte hij uit het rijtuig, trad het leege huis binnen en daalde de keldertrap af. Eenmaal daar gekomen, wees hij hem een hoek van den kelder aan. Hier is de plek, zeide hij, waar zij haar be graven moeten hebben. Haastig zeide Milloc: Wij moeten een schOp hebben. Hiernaast is een huis in aanbouw, zeide Moulin, daar zuilen zij er wel een voor ons hebben en ik ga ze dadelijk halen. Hij snelde de trap op. Binnen een paar minuten was hij terug. Moulin was niet alieen. in plaats van het werktuig dat hij was gaan halen, bracht hij een oude vrouw mee. Ik heb aan de deur deze brave vrouw ontmoet, zeide hij, die mij vroeg wie ik was en toen zij hoorde, dat wij van de politie waren, zeide zij dat zij ons een verklaring had te doen. Spreek! U zoekt een meisje, nietwaar? vroeg de oude vrouw. Ja. Weinu, men heeft er een hier in dit huis gebracht. Hebt u dat gezien? Ja. Wanneer? Gisteren. Hoe laat? Om 2 uur. Waar? Op de kleine binnenplaats, die achter het daarna met zijn rede aanving. Spreker had tot onderwerp gekozen: ,,He" bestaan van God" en behandelde achtereen- volgens „de bewijzen van het bestaan van God" en „de wijze van het bestaan van God", i Met nadruk wees hij er op, dat de gods- dienst wel gaat boven maar niet tegen he verstand. Als bewijzen van het bestaan van God' voerde spreker aan: 1°. Het Cosmoiogiscii bewijs of bewijs van oorzaak en gevolg; 2° het teleologisch bewijs of doelmatigheids- bewijs; 3°. het etisch bewijs of eisch van ledeiijkheidsbewijs; 4°. het antropologisch bewijs of het bewijs, dat zich grondt op de overtuiging van het gansche menschdom. In eene keurige rede legde spreker deze bewijzen nader uit, die, al zijn zij met geen wiskunstige berekeningen te bewijzen, den geloovige toch een wapen in den mond ge ven om zich tegenover den atheist, wanneer huis is. Door mannen voortgesleept? Welneen. Hoe dan? Zij is er geheel alieen gekomen, door uit een kelderraampje te klimmen. kiik dit hier... ja zeker. Alieen zegt u? Geheel alieen en in haar ondergoed dat met bloed bevlekt was. Milloc snelde naar de oude vrouw en met van ontroering bevende stem vroeg hil ls zij er nog? Neen. Is zij... weg gegaan? Het scheen dat zij de kracht niet had om te loopen, zij is daar den geheelen dng op den grond blijven liggen, onbeweeglijk en steunend. Ik heb haar gezien tot dat de avond viel. En vanmorgen? Was zij er niet meer. Weet u zeker dat het om 2 uur was dat zij daar kwam? Ja, dat weet ik volkomen zeker. Het sloeg juist 2 uur toen zij uit dit kelderraam klom, met groote moeite en veel inspanning en daarop legde zij zich neder op de kleine binnenplaats. Milloc sloeg zich voor het voorhoofd. met alle teekenen van groote wanhoop. En om half drie doorzochten wij dit huis! riep hij uit, wij zijn heen gegaan en hebben haar daar laten liggen! fWordt vervoigd). NEUZENSCHE CO U RANT Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN maken bekend. dat. met het oog op de moeilijkheden voor het verkeer des Woensdags, ter gelegenheid van de markt, geen gelegenheid meer wordtgegeven om aidaar goederen of waren ten verkoop aan te bieden. Voor dien verkoop zal vanaf 1 MAART a. s. ge legenheid gegeven worden tot het opslaan van tenten enz, op de MARKT, op door of in overleg met. den Markimeeftrp te wijzen plnntsoi.. Ter Nenzen. 24 Febr. 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, .1. IIUIZ1NGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secreteris. Naar aanleiding van een desbetretfend schrijven van den Minister van Oorlog brengt de Burgemeester van TER NEUZEN ter openbare kennis dat vanaf 1 MAART a. s. de bijzondere adresaanduiding»Plein No. 28" op deomslagen van de bescheiden betreffende kostwinnersvergoeding welke aan het ministerie worden opgezonden, niet meer geplaatst moet worden. Ter Neuzen, den 24 Febr. 1922. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. De Burgemeester van TER NEUZEN brengt bij deze ter kennis van de daarbij belanghebbenden, dat het door den Direeteur der Directe tielastingen enz. te Breda den 21 Februari 1922 invorderbaar ver- klaard kohier der Grondbelasting dezer gemeente, over het jaar 1922, op heden aan den Ontvanger der Directe Belastingen, ter invordermg is ter hand gesteld en dat ieder verplicht is zijnen aanslag, op den bij de wet bepaalden voet, te voldoen. Ter Nenzen, den 23 Februari 1922. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Driftig zeide Milloc:

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1