ALGEMEEN NtEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. No 7265 Woensdag 22 Februari 1922. 70e Jaargang. HINDERWET. HINDERWET. STEIJB TXOZH MISDAAS. Schoolgeld. Bekendmaking. BINNENIAND. Bakkersnachtarbeid. FEUILLETON, in oztderhoud bij het Rijk. opgeheven KUNSTWEGEN, Jbuiten werking treedt de overtuiging gekomeD, dat een ongewjj- zigde handhaving van de wet op dit punt niet wenschelijk kan worden geacht. Indien inderdaad Taststaat, dat bet van een huisslachting afkomstige vleesch in het perceel blijft, waar de slachting heeft plaats gehad, kan er geen bezwaar tegen bestaan, dat in gemeenten, waar de wenscheljjkheid van zulk een vrgstelling gebleken is, deze slach- tiDgen, onder de noodige waarborgen tegen misbruik vrjj worden gesteld van de keunng voor en na het slachten. Voor een derge- igke vrgstelling pleitei^ voorai economische ovtrwegingen. Eon besvaring van personeel zal daarvan het gevolg zijn, terwijl ander- zjjds de vrjjheid der huisslachters niet on- noodig aan banden wordt gelegd. Anderzijds erkent de Regeering ten voile de juistheid van het beginsel, dat de zoo- genaamde onzuivere huisslacbtingen niet vrjj mogen worden gelaten, Het eenige middel, dat de Overheid heeft tegen misbrniken, welke door de vrjjstelling van huisslachtingen zullen kunnen ontstaan, s een absolnut verbod van vervoer, verkoop, enz. van ongekeurd en niet van stempel- merken voorzien vleesch. Evenmin zullen de gestorven en in nood gedoode dieren vrjj van aangifte en keuring mogen worden gesteld. Het zjjn immers juist deze soort slachtingeu, die voor de volksgezondheid hoogst gevaarlijk zjjn, zooals bp herhaling gebleken is. Voorts zal de ontheffing niet gelden voor inrichtingen als restaurants, hotels, pensio- naten, weeshuizen, ziekeninrichtingen, enz. De verplichte aangifte van het voornemen een huisslachting te verrichten is nood- zakelgk als waarborg tegen ontduiking. Het ligt evenwel niet in de bedoeling dat de ontheffing onder alle omstandigheden zal worden verleend, aangezien er zich n.l. omstandigheden kunnen voordoen, dat de bevolking tegen zich zelf moet worden be- schermd, b.v. bjj veelvuldig voorkomende ziekten onder de slachtdieren in bepaalie streken des lands. Daarom moet de Regee- ring telkens beslissen, of vrjjstelling toe- laatbaar is. Waar zjj dit is, zal zij ook worden verleend. Het wordt noodig geoordeeld op het verkoopen, te koop aanbieden, ten geschenke geven enz. van vleesch, afkomstig van vrjj- gestelde huisslachtingen een gestrenge straf, uitsluitend gevangenisstraf oi hechtenis, te stellen, omdat in dergeljjke overtredingen een zeer groot gevaar voor de volksgezond heid ligt. (Corr. Bur.) DE N1EUWE PENSIOENWET. Naar men aan Voorw. meldt, zullen aan art. 30 eenige nieuwe alinea's worden toe- gevoegd. Hierin zal de te heffen bjjdrage worden geregeld. Deze bjjdrage zou worden een doorloopende korting van 3 pet. voor eigen pensioen en 5y2 pet. voor weduwen- pensioen. GEEN PROTECT1EMAATREGELEN Zaterdag 18 Febr. j.l. vergaderde in het gebouw van het Departement van Landbouw, Njjver'neid en Handel de commissie voor de economische politiek ter behandeling van het advies der subcommissie voor de eco nomische politiek, welke in opdracht had een onderzoek in te stellen naar hetgeen kan geschieden om de huidige depressie in het bedrjjfsleven te verzachten en na te gaan <of daartoe een der navolgende maatregelen kan en moet worden genomen lo. het instellen van invoerverbeden en (of) verhooging van invoerreebten 2o. het verleenen van~*'crediet 3o. het toekennen van bjjzondere voor- rechten aan Nederlandsche firma's of in- dustrieen voor regeeringsleveringen. De commissie nam met groote meerder- heid het besluit, dat het niet gewenscht was tot verhooging van invoerreebten over te gaan. Vervolgens kwam aan de orde het geven van de bevoegdheid aan de regeering zulks bjj een wet te regelen in zeer bjjzondere gevallen invoerverboden te kunnen uitvaardigen, welke in ieder geval een tjjdeljjk karakter zouden moeten dragen. Over dit onderwerp staakten in de ver- gadering de stemmen. Voorts werd met groote meerderheid van stemmen wenschelijk geacht, dat de regeering de bevoegdheid hebbe om buitengewone credieten te verleenen lo. aan levensvatbare bedrjjven, welke door de crisisomstandigheden tijdelijk in fiinancieele moeiljjkheden verkeeren 2o. aan fabrikanten en in uitzonderings- gevallen aan handelaren, ten einde relaties in het bu'tenland te behouden, of te her- winnen zulks met het doel de werkgelegenheid hier te lande zooveel mogelijk op peil te kunnen houden. Ten slotte werd op voorstel der subcommis sie de wenschelpkheid geuit, dat in het algemeen bij bestellingen, of opdrachten door het Rjjk of openbare lichamen aan de Nederlandsche njjverheid voorkeur boveD de buitenlandsche behoort te worden gegeven en werden eenige punten besproken inzake de wjjze waarop aan dit voorkeursrecht uiting ware te geven. NEDERLAND EN BELGlfi. De redacteur te Brussel van de tfMaas- bode" schrijft Naar aanleiding van de rede, welke de beer Gerretson enkele dagen geleden in de Tweede Earner heeft uitgesproken en die hier, zooals wjj reeds mededeelden, vrg ernstige ontstemming heeft veroorzaakt, be- vestigt ,/De Standaard", dat bedoelde rede tot een nota-wisseling tusschen de twee regeeringen zou kunnen aanleiding geven, waaibfl, zegt //De Standaard", de Neder landsche regeering zou kunnen worden ge- wezen op het minder passende van het optreden van het Nederlandsche Kamerlid. En het blad vervolgt if We betreuretj dit optreden te meer, omdat het zich voordoet op een oogenblik dat de neigingen tot toenadering, waarop de heer Van Karnebeek in zjjn antwoord zinspeelde, steeds sterker werden en het beste listen verhopen voor eene niet ver- afgelegen toekomst, omdat hier minstens een stronkelsteen werd geworpen op een baan, die voor samenkomst geeffend bleek. We zullen er tevens op wjjzen, dat de Ger- retsons zich tegenover ons land, bjj meer dan een aangelegenheid, op zeer te bespre- ken wflze hebben aangesteld en hulp heb- ben verleend aan een groep personen, die het zeer slecht hebben gediend. Het verdient ten slotte aanmerking hoe een zeker deel der Nederlandsche pers al of niet verkeerd ingelicht over de ware Op jammerenden toon riep de stoelen- matster nit; lk zal zooiang als ik leef geen gezond oogenblik meer hebben, mijnheer, en na mijn dood zal ik eeuvvig branden in de hel, wanneer ik ook maar zooveel afweet van die heele zaak in de rue de l'Hiron- delle van het oogenblik af, dat ik mijn vriendin, de weduwe Vollard, daar ge- bracht heb en dat heb ik uit pure mensch- lievendheid gedaan, oin haar aan een be- trekking te helpen en ik wist er geen sik- kepitje van dat zij eenige kwade bedoe ling had. Heusch, mijnheer, geloof inij nu, ik ben zelf ook de dupe geworden van mijn goed hart. Jawel, wij zullen er gauw genoeg achter komen, hoe dat zaakje in elkaar zit, zeide Milloc. Daarna wendde hij zich weer tot den Bison met de vraag: Heb je ons niets meer te laten zien? Niets. Er volgde een oogenblik stilte. Milloc was weer aan een hevigen angst ten prooi. Hij zag de hoop, die hij een oogenolik gekoesterd had, weer in rook vervliegen. Eensklaps riep Moulin: En de keiders dan? O! zeide de Bison, maar wat zou u nu in de keiders wjllen zoeken? Maar zijn ongerustheid was duidelijk merkbaar. Milloc zag het dan ook dadelijk en zei: Breng ons naar de keiders. De Bison geraakte meer en meer van PROVIMCIE ZEELANI). {[Opheffing der Beperking van het vervoer van vrachten op de wegen met middernachft tusschen 20 en 21 Februari 1922. Opheffing der beperking van het met beladen voertuigen berijden van met middernacht tusschen 20 en 21 Februari 1922. WIJZIGING VAN DE VLEESCH- KEUR1NGSWET. Bij de Tweede Keener is ingediend een wetsontwerp tot wjjziging van de Vieesch- keuringswet. Aan de Memorie van Toeliehting wordt ontieend, dat in het ontwerp Vleeschkeu- ringswet oorspronkeijjk de huisslachtingen van de keuring voor en na het slachten wanen uitgezonderd. Naar aanleiding van de bezwaren, welke tegen deze uitzondering werden aangevoerd, is deze later weder geschrapt, voorcanieljjk uitoverweging.dat zuivere huisslachtingen slechts zeer weinig voorkomen. Intusschen is, sedert het tot standkomen der wet gebleken, dat deze meening niet juist was en dat teD platte- lande huisslachtingen alleen voor eigen gebruik en dat van het gezin wel degeljjk veelvuldig voorkomeD. De Regeering is op grond hiervan tot streek en stamelde: Maar ik verzeker u Doch Moulin viel hem barsch in de rede: Kom, geen praatjes, doe wat je gezegd wordt en loop een beetje vlug als 't je blieft De hercules schikte zich in het onver- mijdelijke en ging hen voor naar de Ri ders, maar hij liep niet vlug en met merk- baren tegenzin, want in de kunst van het veinzen had hij het nog niet ver gebraeht. Toen zij de trap af gedaald waren* ging hij een lantaarn halen en de sleutels van den kelder. Hij bleef lang weg. Dit alles waren in de oogen van Mil loc, veelzeggende kenteekenen. Hij voelde weer wat hoop in hem op- laaien, zijn gelaat werd kalmer en, heel zacht voor zich heen, stamelde hij: MadeleineLouise De namen van zijn vrouw en zijn kind. Eindelijk kwam de Bison terug met de sleutels en een brandende lantaarn. Een oogenblik later daalde hij de treden van de keldertrap af, gevolgd door Milloc en Moulin, die vtouw Pinchard tusschen hen in hadden. Beneden aan de trap gekomen, zagen zij 3 deuren voor zich. De Bison opende de rechtsche deur. Daar zag men een grooten kelder, waarin een 20-tal vaten met wijn, htier en andere dranken lagen. Deze kelder was spoedig doorzocht Er was niemand. Nu de andere, zeide Milloc. De Bison gehoorzaamde, maar steeds met merkbaren tegenzin. Hij vvilde juist de tweede deur openen, toen Milloc hem eensklaps bij den arm greep en, terwijl hij naar de derde deur wees, zeide: Ik meen dat ik daar iemand hoorde zuchten. De Bisoii rammelde opzettelijk hard met zijn sleutels en zei: Dat kan niet. Maar Milloc snauwde hem toe: Stilte Hij drukte zijn oor tegen de deur en zeide tegen Moulin: Luister. Het zuchten deed zich weer hooren. Men kon het duidelijk waarnemen, oT- schoon het zoo zwak was, dat het scheen te komen van iemaTid, die geheel was uit- geput. Toen beval Milloc: Open deze deur. De Bison stond te beven op zijn beenen. XXXIV. Milloc vindt wat hij niet zocht. De Bison had een dikke bos sleutels in de hand. Hij probeerde er verscheidene achter el kaar, maar niet een, die op het slot van deze deur paste. Jij bent vandaag wel wat erg onhandig, ouvve jongen, voegde Moulin hem toe, maar laat mij je zeggen, dat wij haast hebben en wanneer je niet dadelijk den goeden sleu- tel vindt. dan zal ik er eens naar zoeken en ik durf er wel wat onder te verwedden, dat ik hem heel gauw hebben zal. Milloc luisterde nog aldoor, met het oor tegen de deur gedrukt en nog voortdurend hoorde hij het zuchten, dat zooeven reeds zijn aandacht had getrokken. Bevend van vreugde en van ongeduld mompelde hij: Zij is daar en zij leeft nog. Eindelijk trad de Bison, bang geworden door den dreigenden toon, waarop Moulin tegen hem gesproken had en in het beset, dat hij toch de waarheid niet langer zou ver- borgen kunnen houden zonder zichzelf in ongelegenheid te brengen, den sleutel ge- vonden, waarmee hij de deur opende. Toen zij open was, snelde Milloc toe, ge volgd door Moulin, die den Bison de lan taarn uit de hand genomen had. Eensklaps bleef de detective staan en een bittere teleurstelling teekende zich af op zijn trekken. Het was geen vrouw en ook geen meisje, maar een man, dien hij op den vloer in den kelder vond liggen. Ook Moulin kwam naderbij en Het her licht van de lantaarn op het gelaat van den man vallen. Tot zijn groote verbazing herkende hij in dien man Piednoir. Ook Milloc had hem dadelijk herkend en riep: Piednoir! Piednoir opgesloten in een kel der van De Grijnzende Aap! Hoe komt dat? Men herinnert zich, dat Soufflard hem wiens trekken waren ingevallen, doordat hij in meer dan 36 uren geen eten had gehad en verwrongen door de pijn, die zijn wonden en gekneusde ledematen hem veroorzaakten: Dat zal ik u vertellen. Men herinnerd zich dat Soufflard hem met zijn zwaar beslagen schoenen de vln- gers had*stuk getrapt en in zijn val was hi] neer gekomen op den rand van de trap, waardoor hij een rib had gebroken. Daardoor vond men hem languit op den grond liggen, niet bij machte om op te staan. Het was hem zelfs onmogelijk, zich te verroeren. Moulin, die het eerst bemerkte, dat zijn vingers bebloed en gebroken waren, vroeg: Wel, mijn arme Piednoir, wie heeft jou zoo toegetakeld? Soufflard. Maar hoe heeft hij het aangelegd om je hierheen te lokken? 0! een valstrik, mijnheer... hij moet... er achter gekomen zijn... dat ik... de ben- de... aan de politie verklapte. Wie kan hem dat gezegd hebben? toestanden in ons land, eene opvallende ruchtbaaiheid heeft gegeven aan de uit- latingen van den heer Gerretson, weze het niet om daar voile goedbeuring aan te bechten, dan toch om het door zoovelen mogeiijk te doen lezen. We willen dit incident echter niet buiten verhouding overdrijven, we wilien veeleer de vaste hoop boesteren, dat deze hindercis op den weg eener goede verstandhouding zoodra mogelflb weggeruimd worde opdat niets meer belette de zoo lang gewenschte en zoo voor de band liggende samenwerking dtr beide buurlacden". Bedoelde redacteur van de //Maasbode" meldt nader Op het Belgisch ministerie van buiten landsche zaken, waar wij ons om inlichtingen hebben gewend om te vernemen of de Bel- gische regeering al dan niet aan Nederland ophelderingen zal vragen over de jong3te rede van den heer Gerretson, verklaarde men ons dat men de rede van Minister Van Karnebeek beschouwt als een desavou- eering van de woorden van den heer Ger retson. Wat betreft de vraag of een nota wis- seling tusschen Brussel en Den Haag over bedoelde rede zal ontstaan, daarover wilde men hier geen inlichtingen verstrekken. EEN BOEK VAN DEN KROONPRINS. De banneling van Wieringen heeft een lflvig boek geschreven, dat binnen kort in het Duitsch zal verscbijnen bjj Cotta, Stutt gart, in het Nederlandsch, Fransch, En- gelsch en Spaansch bjj de Uitge'ersmaat- schappfl //Mundus", Amsterdam. De gewezen Duitsche kroonprins beschrjjft in dit boek niet alleen zjjn jeugd, zjjn militairen leertjjd, zjjn studiejaren te Bonn met de milieu's waarin hjj toen geplaats werd doch spreekt er ook heel uit- voerig over dejaren van crises voor den oor- log en over de oorlogsjaren zelf. Voor zoover wjj oordeelen kunnen, na inzage te hebben gekregen van een deel der drukproeven. schrgft hij heel vrjjmoedig over personen en toestanden en gebeurte- nissen, spaart hjj critiek niet, waar hem die noodig voorkomt. Voorai de heer Von Betbraann Hoilweg moet het ontgelden. Aan diens politiek v6or en tjjdens den oorlog is een belangrjjk deel van het boek gewijd. Waarin overigens tot in kleine bgzonderheden, waarvan er vele nieuw zjjn, verteld wordt over den terugtocht aan de Marne in 1914, over den. slag bfl Verdun, over de debacle op 9 November 1918 en de vlucht van den keizer naar Nederland. Dit boek zal, naar de kroonprins er in meedeelt, gevolgd wordea door een zuivere militaire bespreking van de belangrjjkste oorlogsgebeurtenissen. DE VROUW EN HET RECHTERL1JK AMBT. De Tweede Kamer heeft Dinsdagmiddag met 41 tegen 36 stemmen aangenomen de bi de behandeling van de begrooting van Ju- stitie ingediende motie-Kleerekope-, !ui- dende: „De Kamer, van oordeel, dat het ge wenscht is, de vrouw tot het rechterlijk arri t toe te laten; dat mitsdien de ten gevolge dier toelating noodige wettelijke voorzle- ningen dienen te worden aangebracht; noo- digt de regeering uit, voorstellen tot dai doel fen spoedigste bij de Kamer aanhangig te maken, en gaat over tot de orde van den dag." Ik weet't niet... maar ik... zou er wel wat onder... durven verwedden... dat het... weer een streek isvan dienFifi Vollard. Ja, dat geloof ik ook, zeide Milloc.* Moulin vroeg weer: Maar hoe kan die daar achter zijn e- komen? Er was toch niemand die wist, dat jij in onzen dienst stond? Kijk, zoo is het gegaan... 't Was nacJi ik lag in mijn woning te slapen met mim vrouw naast mij... toen Bicherelle mij wak- ker maakte en zei... dat er aan het dakven- ster werd geklopt. Ik deed het open, en toen hoorde ik de stem... van mijnheer Mil loc... Van mij? Ja zeker, mijnheer... u zat op... het dak... ik heb u wel niet gezien... maar ik heb dui delijk... uw stem herkend... Maar ik ben daar niet geweest. Neen... nu geloof ik dat ook wel, mijn heer... maar toen dacht... ik zeker, dat u 't was... want't was duidelijk... uw stem die mij zeide... dat ik dadelijk in De G:"n- zende Aap" moest komen... en dat u daar op mij zou wachten. U zei mij ook.dat ik door de achterdeur moest binnen komen over de binnenplaats... Ik ging hierheen de binnenplaats over... de achterdeur stoncl open... ik ging naar binnen en... bom!... daar zakte ik op eens door den vloer Ik greep.. mij vast... aan den rand van het luik... hing enkel... aan mijn vingers en rie/p mijnjheer Milloc. Maar Soufflard kwam... hij trapte op mijn vingers... ik viel.. en brak mijn ribben. Soufflard riep. van boven tegen den Bison... dat hij mij... moest afmaken... maar dat heeft de Bison niet ge daan... hij bracht mij hier... en daar hebt u nu de heele historie. (Wordt vervolgd). TER NEUZENSCHE COURANT. De Secretari9. B. I. ZONNEVIJLLE. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter gemeentesecre- tarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van EDMOND ADOLF VAN DEN EECKHOUT te Ter Neuzen, om VEJtO TUNNING tot het oprichten van eene slagerij in het perceel, kadastraal bekend in sectie L, no. 1019. Op Maandag 6 Maart a. s., des namiddags drie uur, zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen, voor het boven- gemelde tijdstip, ter secretarie der gemeente ken nis n e m e n van de ter zake ingekomen schrifturen. De aandacht van helanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen- komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Ter Neuzen, 20 Februari 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, J. H U I Z IN G A. De Secretaris, B. I. 'ZONNEVIJLLE. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter openbare kennis, dat ter gemeenteseere- tarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van JOHANNES VAN DER LINDEN te Ter Neuzen, om VFltG TINNING tot het plaatsen en in werking brengen van een ruwoliemotor en yier kloinpen- makersmachines in het perceel, kadastraal bekend in sectie M, no. 39. Op Maandag 6 Maart a s., des namiddags half vier uur, zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schriftelijk tot e lichten. iroowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen v6or het boven- gemelde tijdstip, ter Secretarie der Gemeente ken nis n e m e n van de ter zake ingekomen schrifturen. De aandacht van belanghebbenden wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen- komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen, ten einde hun bezwaren mondeling toe te lichten. Ter Neuzen, 20 Februari 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Burgemeester, J. H U I Z I N G A. De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend, dat ter gemeentesecretarie ter inzage ligt een aan- vraag van M. SCH1PPERS, om \ergunning tot het verrichten van bakkersnachtarbeid tusschen 8 uur des namiddags en (5 uur des voormiddags in het perceel Wijk 0 No. 88. Op Dinsdag 21 Maart a. s., des voormiddags tien uur, zal in het raadhuis gelegenheid bestaan om ten overstaan van den Burgemeester bezwaren tegen de aanvraag in te brengen. Daarbij worden zoowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbrengen, in de gelegenheid gesteld zich naar aanleiding van de bezwaren mondeling en schriftelijk te verklaren. Zoowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbrengen, kunnen gedurende acht dagen voor hetboven- gemelde tijdstip, ter secretarie der gemeente, vande ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen. Ter Neuzen, den 21 Februari 1922. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA. Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN brengen ter kennis, dat het kohier No, III van het schoolgeld voor het openbaar lager onderwijs in deze gemeente over het tijdvak 1 September tot en met 31 December 1921, in afsehrift gedurende vijf maan- den op de secretarie der gemeente, voor een ieder ter lezing is nedergelegd. Ter Neuzen, 22 Februari 1922. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. boor den Commissaris der Koningin in ZEELAND, is de tijdelijke beperking van het vervoer van vrach ten op de bij het Rijk in onderhoud zijnde wegen langs het kanaal van Neuzen, tusschen Sluiskil en Axel en langs het zijkanaa) naar ilulst Afgekondigd te Ter Neuzen, den 21 Febr. 1922. De Burgemeester, J. HUIZINGA. De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN maakt bekend, dat het op 16 Februari 1922 door Kem aangekondigde verbod van het met be laden voertuigen berijden der kunstwegen in deze provincie, ingevolge de door den Commissaris der Koningin gemaakte bepaling, Gedaan te Ter Neuzen, den 21 Februari 1922. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZINGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1