ALGEMEEN NtEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
No 7265 Woensdag 22 Februari 1922. 70e Jaargang.
HINDERWET.
HINDERWET.
STEIJB TXOZH MISDAAS.
Schoolgeld.
Bekendmaking.
BINNENIAND.
Bakkersnachtarbeid.
FEUILLETON,
in oztderhoud bij het Rijk.
opgeheven
KUNSTWEGEN,
Jbuiten werking treedt
de overtuiging gekomeD, dat een ongewjj-
zigde handhaving van de wet op dit punt
niet wenschelijk kan worden geacht.
Indien inderdaad Taststaat, dat bet van
een huisslachting afkomstige vleesch in het
perceel blijft, waar de slachting heeft plaats
gehad, kan er geen bezwaar tegen bestaan, dat
in gemeenten, waar de wenscheljjkheid van
zulk een vrgstelling gebleken is, deze slach-
tiDgen, onder de noodige waarborgen tegen
misbruik vrjj worden gesteld van de keunng
voor en na het slachten. Voor een derge-
igke vrgstelling pleitei^ voorai economische
ovtrwegingen. Eon besvaring van personeel
zal daarvan het gevolg zijn, terwijl ander-
zjjds de vrjjheid der huisslachters niet on-
noodig aan banden wordt gelegd.
Anderzijds erkent de Regeering ten voile
de juistheid van het beginsel, dat de zoo-
genaamde onzuivere huisslacbtingen niet
vrjj mogen worden gelaten,
Het eenige middel, dat de Overheid heeft
tegen misbrniken, welke door de vrjjstelling
van huisslachtingen zullen kunnen ontstaan,
s een absolnut verbod van vervoer, verkoop,
enz. van ongekeurd en niet van stempel-
merken voorzien vleesch. Evenmin zullen
de gestorven en in nood gedoode dieren
vrjj van aangifte en keuring mogen worden
gesteld.
Het zjjn immers juist deze soort
slachtingeu, die voor de volksgezondheid
hoogst gevaarlijk zjjn, zooals bp herhaling
gebleken is.
Voorts zal de ontheffing niet gelden voor
inrichtingen als restaurants, hotels, pensio-
naten, weeshuizen, ziekeninrichtingen, enz.
De verplichte aangifte van het voornemen
een huisslachting te verrichten is nood-
zakelgk als waarborg tegen ontduiking.
Het ligt evenwel niet in de bedoeling
dat de ontheffing onder alle omstandigheden
zal worden verleend, aangezien er zich n.l.
omstandigheden kunnen voordoen, dat de
bevolking tegen zich zelf moet worden be-
schermd, b.v. bjj veelvuldig voorkomende
ziekten onder de slachtdieren in bepaalie
streken des lands. Daarom moet de Regee-
ring telkens beslissen, of vrjjstelling toe-
laatbaar is. Waar zjj dit is, zal zij ook
worden verleend.
Het wordt noodig geoordeeld op het
verkoopen, te koop aanbieden, ten geschenke
geven enz. van vleesch, afkomstig van vrjj-
gestelde huisslachtingen een gestrenge straf,
uitsluitend gevangenisstraf oi hechtenis, te
stellen, omdat in dergeljjke overtredingen
een zeer groot gevaar voor de volksgezond
heid ligt. (Corr. Bur.)
DE N1EUWE PENSIOENWET.
Naar men aan Voorw. meldt, zullen aan
art. 30 eenige nieuwe alinea's worden toe-
gevoegd. Hierin zal de te heffen bjjdrage
worden geregeld. Deze bjjdrage zou worden
een doorloopende korting van 3 pet. voor
eigen pensioen en 5y2 pet. voor weduwen-
pensioen.
GEEN PROTECT1EMAATREGELEN
Zaterdag 18 Febr. j.l. vergaderde in het
gebouw van het Departement van Landbouw,
Njjver'neid en Handel de commissie voor
de economische politiek ter behandeling van
het advies der subcommissie voor de eco
nomische politiek, welke in opdracht had
een onderzoek in te stellen naar hetgeen
kan geschieden om de huidige depressie in
het bedrjjfsleven te verzachten en na te gaan
<of daartoe een der navolgende maatregelen
kan en moet worden genomen
lo. het instellen van invoerverbeden en
(of) verhooging van invoerreebten
2o. het verleenen van~*'crediet
3o. het toekennen van bjjzondere voor-
rechten aan Nederlandsche firma's of in-
dustrieen voor regeeringsleveringen.
De commissie nam met groote meerder-
heid het besluit, dat het niet gewenscht
was tot verhooging van invoerreebten over
te gaan.
Vervolgens kwam aan de orde het geven
van de bevoegdheid aan de regeering
zulks bjj een wet te regelen in zeer
bjjzondere gevallen invoerverboden te kunnen
uitvaardigen, welke in ieder geval een
tjjdeljjk karakter zouden moeten dragen.
Over dit onderwerp staakten in de ver-
gadering de stemmen.
Voorts werd met groote meerderheid van
stemmen wenschelijk geacht, dat de regeering
de bevoegdheid hebbe om buitengewone
credieten te verleenen
lo. aan levensvatbare bedrjjven, welke
door de crisisomstandigheden tijdelijk in
fiinancieele moeiljjkheden verkeeren
2o. aan fabrikanten en in uitzonderings-
gevallen aan handelaren, ten einde relaties
in het bu'tenland te behouden, of te her-
winnen
zulks met het doel de werkgelegenheid
hier te lande zooveel mogelijk op peil te
kunnen houden.
Ten slotte werd op voorstel der subcommis
sie de wenschelpkheid geuit, dat in het
algemeen bij bestellingen, of opdrachten
door het Rjjk of openbare lichamen aan de
Nederlandsche njjverheid voorkeur boveD
de buitenlandsche behoort te worden gegeven
en werden eenige punten besproken inzake
de wjjze waarop aan dit voorkeursrecht
uiting ware te geven.
NEDERLAND EN BELGlfi.
De redacteur te Brussel van de tfMaas-
bode" schrijft
Naar aanleiding van de rede, welke de
beer Gerretson enkele dagen geleden in de
Tweede Earner heeft uitgesproken en die
hier, zooals wjj reeds mededeelden, vrg
ernstige ontstemming heeft veroorzaakt, be-
vestigt ,/De Standaard", dat bedoelde rede
tot een nota-wisseling tusschen de twee
regeeringen zou kunnen aanleiding geven,
waaibfl, zegt //De Standaard", de Neder
landsche regeering zou kunnen worden ge-
wezen op het minder passende van het
optreden van het Nederlandsche Kamerlid.
En het blad vervolgt
if We betreuretj dit optreden te meer,
omdat het zich voordoet op een oogenblik
dat de neigingen tot toenadering, waarop
de heer Van Karnebeek in zjjn antwoord
zinspeelde, steeds sterker werden en het
beste listen verhopen voor eene niet ver-
afgelegen toekomst, omdat hier minstens
een stronkelsteen werd geworpen op een
baan, die voor samenkomst geeffend bleek.
We zullen er tevens op wjjzen, dat de Ger-
retsons zich tegenover ons land, bjj meer
dan een aangelegenheid, op zeer te bespre-
ken wflze hebben aangesteld en hulp heb-
ben verleend aan een groep personen, die
het zeer slecht hebben gediend.
Het verdient ten slotte aanmerking hoe
een zeker deel der Nederlandsche pers al
of niet verkeerd ingelicht over de ware
Op jammerenden toon riep de stoelen-
matster nit;
lk zal zooiang als ik leef geen gezond
oogenblik meer hebben, mijnheer, en na
mijn dood zal ik eeuvvig branden in de
hel, wanneer ik ook maar zooveel afweet
van die heele zaak in de rue de l'Hiron-
delle van het oogenblik af, dat ik mijn
vriendin, de weduwe Vollard, daar ge-
bracht heb en dat heb ik uit pure mensch-
lievendheid gedaan, oin haar aan een be-
trekking te helpen en ik wist er geen sik-
kepitje van dat zij eenige kwade bedoe
ling had. Heusch, mijnheer, geloof inij
nu, ik ben zelf ook de dupe geworden van
mijn goed hart.
Jawel, wij zullen er gauw genoeg achter
komen, hoe dat zaakje in elkaar zit, zeide
Milloc.
Daarna wendde hij zich weer tot den
Bison met de vraag:
Heb je ons niets meer te laten zien?
Niets.
Er volgde een oogenblik stilte.
Milloc was weer aan een hevigen angst
ten prooi.
Hij zag de hoop, die hij een oogenolik
gekoesterd had, weer in rook vervliegen.
Eensklaps riep Moulin:
En de keiders dan?
O! zeide de Bison, maar wat zou u nu
in de keiders wjllen zoeken?
Maar zijn ongerustheid was duidelijk
merkbaar.
Milloc zag het dan ook dadelijk en zei:
Breng ons naar de keiders.
De Bison geraakte meer en meer van
PROVIMCIE ZEELANI).
{[Opheffing der Beperking
van het vervoer van vrachten op de wegen
met middernachft tusschen 20 en
21 Februari 1922.
Opheffing der beperking
van het met beladen voertuigen berijden van
met middernacht tusschen 20 en
21 Februari 1922.
WIJZIGING VAN DE VLEESCH-
KEUR1NGSWET.
Bij de Tweede Keener is ingediend een
wetsontwerp tot wjjziging van de Vieesch-
keuringswet.
Aan de Memorie van Toeliehting wordt
ontieend, dat in het ontwerp Vleeschkeu-
ringswet oorspronkeijjk de huisslachtingen
van de keuring voor en na het slachten
wanen uitgezonderd. Naar aanleiding van
de bezwaren, welke tegen deze uitzondering
werden aangevoerd, is deze later weder
geschrapt, voorcanieljjk uitoverweging.dat
zuivere huisslachtingen slechts zeer weinig
voorkomen. Intusschen is, sedert het tot
standkomen der wet gebleken, dat deze
meening niet juist was en dat teD platte-
lande huisslachtingen alleen voor eigen
gebruik en dat van het gezin wel degeljjk
veelvuldig voorkomeD.
De Regeering is op grond hiervan tot
streek en stamelde:
Maar ik verzeker u
Doch Moulin viel hem barsch in de rede:
Kom, geen praatjes, doe wat je gezegd
wordt en loop een beetje vlug als 't je
blieft
De hercules schikte zich in het onver-
mijdelijke en ging hen voor naar de Ri
ders, maar hij liep niet vlug en met merk-
baren tegenzin, want in de kunst van het
veinzen had hij het nog niet ver gebraeht.
Toen zij de trap af gedaald waren*
ging hij een lantaarn halen en de sleutels
van den kelder.
Hij bleef lang weg.
Dit alles waren in de oogen van Mil
loc, veelzeggende kenteekenen.
Hij voelde weer wat hoop in hem op-
laaien, zijn gelaat werd kalmer en, heel
zacht voor zich heen, stamelde hij:
MadeleineLouise
De namen van zijn vrouw en zijn kind.
Eindelijk kwam de Bison terug met de
sleutels en een brandende lantaarn.
Een oogenblik later daalde hij de treden
van de keldertrap af, gevolgd door Milloc
en Moulin, die vtouw Pinchard tusschen
hen in hadden.
Beneden aan de trap gekomen, zagen
zij 3 deuren voor zich.
De Bison opende de rechtsche deur.
Daar zag men een grooten kelder,
waarin een 20-tal vaten met wijn, htier
en andere dranken lagen.
Deze kelder was spoedig doorzocht
Er was niemand.
Nu de andere, zeide Milloc.
De Bison gehoorzaamde, maar steeds
met merkbaren tegenzin.
Hij vvilde juist de tweede deur openen,
toen Milloc hem eensklaps bij den arm
greep en, terwijl hij naar de derde deur
wees, zeide:
Ik meen dat ik daar iemand hoorde
zuchten.
De Bisoii rammelde opzettelijk hard met
zijn sleutels en zei:
Dat kan niet.
Maar Milloc snauwde hem toe:
Stilte
Hij drukte zijn oor tegen de deur en zeide
tegen Moulin:
Luister.
Het zuchten deed zich weer hooren.
Men kon het duidelijk waarnemen, oT-
schoon het zoo zwak was, dat het scheen
te komen van iemaTid, die geheel was uit-
geput.
Toen beval Milloc:
Open deze deur.
De Bison stond te beven op zijn beenen.
XXXIV.
Milloc vindt wat hij niet zocht.
De Bison had een dikke bos sleutels in de
hand.
Hij probeerde er verscheidene achter el
kaar, maar niet een, die op het slot van
deze deur paste.
Jij bent vandaag wel wat erg onhandig,
ouvve jongen, voegde Moulin hem toe, maar
laat mij je zeggen, dat wij haast hebben en
wanneer je niet dadelijk den goeden sleu-
tel vindt. dan zal ik er eens naar zoeken en
ik durf er wel wat onder te verwedden, dat
ik hem heel gauw hebben zal.
Milloc luisterde nog aldoor, met het oor
tegen de deur gedrukt en nog voortdurend
hoorde hij het zuchten, dat zooeven reeds
zijn aandacht had getrokken.
Bevend van vreugde en van ongeduld
mompelde hij:
Zij is daar en zij leeft nog.
Eindelijk trad de Bison, bang geworden
door den dreigenden toon, waarop Moulin
tegen hem gesproken had en in het beset,
dat hij toch de waarheid niet langer zou ver-
borgen kunnen houden zonder zichzelf in
ongelegenheid te brengen, den sleutel ge-
vonden, waarmee hij de deur opende.
Toen zij open was, snelde Milloc toe, ge
volgd door Moulin, die den Bison de lan
taarn uit de hand genomen had.
Eensklaps bleef de detective staan en een
bittere teleurstelling teekende zich af op zijn
trekken.
Het was geen vrouw en ook geen meisje,
maar een man, dien hij op den vloer in den
kelder vond liggen.
Ook Moulin kwam naderbij en Het her
licht van de lantaarn op het gelaat van den
man vallen.
Tot zijn groote verbazing herkende hij in
dien man Piednoir.
Ook Milloc had hem dadelijk herkend en
riep:
Piednoir! Piednoir opgesloten in een kel
der van De Grijnzende Aap! Hoe komt dat?
Men herinnert zich, dat Soufflard hem
wiens trekken waren ingevallen, doordat hij
in meer dan 36 uren geen eten had gehad
en verwrongen door de pijn, die zijn wonden
en gekneusde ledematen hem veroorzaakten:
Dat zal ik u vertellen.
Men herinnerd zich dat Soufflard hem
met zijn zwaar beslagen schoenen de vln-
gers had*stuk getrapt en in zijn val was hi]
neer gekomen op den rand van de trap,
waardoor hij een rib had gebroken.
Daardoor vond men hem languit op den
grond liggen, niet bij machte om op te staan.
Het was hem zelfs onmogelijk, zich te
verroeren.
Moulin, die het eerst bemerkte, dat zijn
vingers bebloed en gebroken waren, vroeg:
Wel, mijn arme Piednoir, wie heeft jou
zoo toegetakeld?
Soufflard.
Maar hoe heeft hij het aangelegd om je
hierheen te lokken?
0! een valstrik, mijnheer... hij moet...
er achter gekomen zijn... dat ik... de ben-
de... aan de politie verklapte.
Wie kan hem dat gezegd hebben?
toestanden in ons land, eene opvallende
ruchtbaaiheid heeft gegeven aan de uit-
latingen van den heer Gerretson, weze het
niet om daar voile goedbeuring aan te
bechten, dan toch om het door zoovelen
mogeiijk te doen lezen.
We willen dit incident echter niet buiten
verhouding overdrijven, we wilien veeleer
de vaste hoop boesteren, dat deze hindercis
op den weg eener goede verstandhouding
zoodra mogelflb weggeruimd worde opdat
niets meer belette de zoo lang gewenschte
en zoo voor de band liggende samenwerking
dtr beide buurlacden".
Bedoelde redacteur van de //Maasbode"
meldt nader
Op het Belgisch ministerie van buiten
landsche zaken, waar wij ons om inlichtingen
hebben gewend om te vernemen of de Bel-
gische regeering al dan niet aan Nederland
ophelderingen zal vragen over de jong3te
rede van den heer Gerretson, verklaarde
men ons dat men de rede van Minister
Van Karnebeek beschouwt als een desavou-
eering van de woorden van den heer Ger
retson.
Wat betreft de vraag of een nota wis-
seling tusschen Brussel en Den Haag over
bedoelde rede zal ontstaan, daarover wilde
men hier geen inlichtingen verstrekken.
EEN BOEK VAN DEN KROONPRINS.
De banneling van Wieringen heeft een
lflvig boek geschreven, dat binnen kort in
het Duitsch zal verscbijnen bjj Cotta, Stutt
gart, in het Nederlandsch, Fransch, En-
gelsch en Spaansch bjj de Uitge'ersmaat-
schappfl //Mundus", Amsterdam.
De gewezen Duitsche kroonprins beschrjjft
in dit boek niet alleen zjjn jeugd, zjjn
militairen leertjjd, zjjn studiejaren te Bonn
met de milieu's waarin hjj toen geplaats
werd doch spreekt er ook heel uit-
voerig over dejaren van crises voor den oor-
log en over de oorlogsjaren zelf.
Voor zoover wjj oordeelen kunnen, na
inzage te hebben gekregen van een deel der
drukproeven. schrgft hij heel vrjjmoedig
over personen en toestanden en gebeurte-
nissen, spaart hjj critiek niet, waar hem
die noodig voorkomt. Voorai de heer Von
Betbraann Hoilweg moet het ontgelden.
Aan diens politiek v6or en tjjdens den
oorlog is een belangrjjk deel van het boek
gewijd. Waarin overigens tot in kleine
bgzonderheden, waarvan er vele nieuw zjjn,
verteld wordt over den terugtocht aan de
Marne in 1914, over den. slag bfl Verdun,
over de debacle op 9 November 1918 en
de vlucht van den keizer naar Nederland.
Dit boek zal, naar de kroonprins er in
meedeelt, gevolgd wordea door een zuivere
militaire bespreking van de belangrjjkste
oorlogsgebeurtenissen.
DE VROUW EN HET RECHTERL1JK
AMBT.
De Tweede Kamer heeft Dinsdagmiddag
met 41 tegen 36 stemmen aangenomen de bi
de behandeling van de begrooting van Ju-
stitie ingediende motie-Kleerekope-, !ui-
dende:
„De Kamer, van oordeel, dat het ge
wenscht is, de vrouw tot het rechterlijk arri t
toe te laten; dat mitsdien de ten gevolge
dier toelating noodige wettelijke voorzle-
ningen dienen te worden aangebracht; noo-
digt de regeering uit, voorstellen tot dai
doel fen spoedigste bij de Kamer aanhangig
te maken, en gaat over tot de orde van den
dag."
Ik weet't niet... maar ik... zou er wel wat
onder... durven verwedden... dat het... weer
een streek isvan dienFifi
Vollard.
Ja, dat geloof ik ook, zeide Milloc.*
Moulin vroeg weer:
Maar hoe kan die daar achter zijn e-
komen? Er was toch niemand die wist, dat
jij in onzen dienst stond?
Kijk, zoo is het gegaan... 't Was nacJi
ik lag in mijn woning te slapen met mim
vrouw naast mij... toen Bicherelle mij wak-
ker maakte en zei... dat er aan het dakven-
ster werd geklopt. Ik deed het open, en
toen hoorde ik de stem... van mijnheer Mil
loc...
Van mij?
Ja zeker, mijnheer... u zat op... het dak...
ik heb u wel niet gezien... maar ik heb dui
delijk... uw stem herkend...
Maar ik ben daar niet geweest.
Neen... nu geloof ik dat ook wel, mijn
heer... maar toen dacht... ik zeker, dat u
't was... want't was duidelijk... uw stem
die mij zeide... dat ik dadelijk in De G:"n-
zende Aap" moest komen... en dat u daar op
mij zou wachten. U zei mij ook.dat ik door
de achterdeur moest binnen komen over
de binnenplaats... Ik ging hierheen de
binnenplaats over... de achterdeur stoncl
open... ik ging naar binnen en... bom!...
daar zakte ik op eens door den vloer Ik
greep.. mij vast... aan den rand van het
luik... hing enkel... aan mijn vingers en
rie/p mijnjheer Milloc. Maar Soufflard kwam...
hij trapte op mijn vingers... ik viel.. en
brak mijn ribben. Soufflard riep. van
boven tegen den Bison... dat hij mij... moest
afmaken... maar dat heeft de Bison niet ge
daan... hij bracht mij hier... en daar hebt
u nu de heele historie.
(Wordt vervolgd).
TER NEUZENSCHE COURANT.
De Secretari9.
B. I. ZONNEVIJLLE.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter openbare kennis, dat ter gemeentesecre-
tarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van
EDMOND ADOLF VAN DEN EECKHOUT te Ter
Neuzen, om VEJtO TUNNING tot het oprichten
van eene slagerij in het perceel, kadastraal bekend
in sectie L, no. 1019.
Op Maandag 6 Maart a. s., des namiddags drie uur,
zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om
bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek in
te brengen en deze mondeling en schriftelijk toe te
lichten.
Zoowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagen, voor het boven-
gemelde tijdstip, ter secretarie der gemeente ken
nis n e m e n van de ter zake ingekomen schrifturen.
De aandacht van helanghebbenden wordt er op
gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie
niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen-
komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden
dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen, ten
einde hun bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzen, 20 Februari 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. H U I Z IN G A.
De Secretaris,
B. I. 'ZONNEVIJLLE.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter openbare kennis, dat ter gemeenteseere-
tarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van
JOHANNES VAN DER LINDEN te Ter Neuzen, om
VFltG TINNING tot het plaatsen en in werking
brengen van een ruwoliemotor en yier kloinpen-
makersmachines in het perceel, kadastraal bekend in
sectie M, no. 39.
Op Maandag 6 Maart a s., des namiddags half vier
uur, zal in het gemeentehuis gelegenheid bestaan om
bezwaren tegen de inwilliging van dit verzoek
in te brengen en deze mondeling en schriftelijk
tot e lichten.
iroowel de verzoeker, als zij, die bezwaren hebben,
kunnen gedurende drie dagen v6or het boven-
gemelde tijdstip, ter Secretarie der Gemeente ken
nis n e m e n van de ter zake ingekomen schrifturen.
De aandacht van belanghebbenden wordt er op
gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie
niet tot beroep gerechtigd zijn zij, die niet overeen-
komstig art. 7 der Hinderwet op den bovenbepaalden
dag voor het gemeentebestuur zijn verschenen, ten
einde hun bezwaren mondeling toe te lichten.
Ter Neuzen, 20 Februari 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester,
J. H U I Z I N G A.
De Burgemeester van TER NEUZEN maakt bekend,
dat ter gemeentesecretarie ter inzage ligt een aan-
vraag van M. SCH1PPERS, om \ergunning tot
het verrichten van bakkersnachtarbeid tusschen 8 uur
des namiddags en (5 uur des voormiddags in het
perceel Wijk 0 No. 88.
Op Dinsdag 21 Maart a. s., des voormiddags
tien uur, zal in het raadhuis gelegenheid bestaan
om ten overstaan van den Burgemeester bezwaren
tegen de aanvraag in te brengen.
Daarbij worden zoowel de aanvrager als zij, die
bezwaren inbrengen, in de gelegenheid gesteld
zich naar aanleiding van de bezwaren mondeling en
schriftelijk te verklaren.
Zoowel de aanvrager als zij, die bezwaren inbrengen,
kunnen gedurende acht dagen voor hetboven-
gemelde tijdstip, ter secretarie der gemeente, vande
ter zake ingekomen schrifturen kennis nemen.
Ter Neuzen, den 21 Februari 1922.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.
Burgemeester en Wethouders van TER NEUZEN
brengen ter kennis, dat het kohier No, III van het
schoolgeld voor het openbaar lager onderwijs in deze
gemeente over het tijdvak 1 September tot en met
31 December 1921, in afsehrift gedurende vijf maan-
den op de secretarie der gemeente, voor een ieder
ter lezing is nedergelegd.
Ter Neuzen, 22 Februari 1922.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HUIZINGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
boor den Commissaris der Koningin in ZEELAND,
is de tijdelijke beperking van het vervoer van vrach
ten op de bij het Rijk in onderhoud zijnde wegen
langs het kanaal van Neuzen,
tusschen Sluiskil en Axel en
langs het zijkanaa) naar ilulst
Afgekondigd te Ter Neuzen, den 21 Febr. 1922.
De Burgemeester,
J. HUIZINGA.
De Burgemeester der gemeente TER NEUZEN
maakt bekend, dat het op 16 Februari 1922
door Kem aangekondigde verbod van het met be
laden voertuigen berijden der kunstwegen in deze
provincie, ingevolge de door den Commissaris der
Koningin gemaakte bepaling,
Gedaan te Ter Neuzen, den 21 Februari 1922.
De Burgemeester voornoemd,
J. HUIZINGA.