WAT PERSONEN LIJDENDE
AAN MAAGZWAKTE DIENEN
TE DOEN WANNEER
HoogwatergetijteTerNeuzen.
INGEZONDEN MEDEDEELINGEN.
Heat water met Gebismureerd Magnesium
wordt aannevolen.
DAGEN.
Voorm
Nam.
Donderdag 9 Febr.
11.29
11.58
Vrfldag1?'# 10
0.26
Zaterdag 11 'n
0.51
1.14
Zondag 12
1.38
2.01
Maandag 13
2.23
2.44
Dinsdag 14 u
3.07
3.29
Woensdag 15 n
3.50
4.12
Een der eenvoudigste regels welke in toepas-
sing dient te worden gebracht, en welke van het
grootste gewlcht is voor aile personen lijdende
aan maagzwaktc, slechte spijsvertering, ofzuur
op de maag, is het vermijden van te veeldrin-
ken gedurende de maaltijden, want zij die te veel
drinken verteren hun voedsel op onvoiledige
wjjze Het gevolg hiervan is, dat vandemaag
te veel wordt gevergd, waardoor spijsvertering
stoornissen, gasvorming, gisting, zuur en dyspep-
sie ontstaan. Het beste wat men doen kan is
te wachten tot na den maaltijd en dan een half
tkeelepeltje Gebismureerd Magnesium in een
half glas heet water te gebruiken Hierdoor
wordt het zuur onschadelijk gemaakt en de ont-
steking van de wanden der maag tot bedaren
gebracht en wordt zij in staat gesteld haar werk
uormaal en zonder pijn le verrichtten op een
■atuurlijke wijze.
Gebismureerd Magnesium Depot, Nassaukade
314, Amsterdam. Verkrijgbaar bij alle goede Apo-
thekers en Drogisten, o a. bijA. van Overbeeke-
Leunis, Ter Neuzen
besluit:
aan gedeputeerde staten mede te deelen, dat
tie gemeente Ter Neuzen genegen is, over te
ttenien in beheer en onderhoud van de Provincie
Zeeland, het gedeelte van den Provincialen weg
Ter Neuzen—Axel van het begin tot de Moffen-
schans lang 293 M. waarbij de gemeente om
niet in bezit krijgt het bestratingsmateriaal op
dit wegsgedeelte, zijnde de keibaan met inbt-
gip der kantsteenen breed 4 M., die aan beide
zij den van deze baan zich bevindende klinker-
strooken, elk bree(i 0,75 M., benevens het aan
de oostzjjde langs de klinkerstraak zijnde rij-
wielpad
de perceelen no. 169 van sectie M dezer ge
meente, zjjnde het gedeelte van den weg.
waarop de verhardingen liggen, no. 168 van die
sectie, 2ijnde een gedeelte van den oostelijken
wegsberm, waarop het voormalig tolhuis stond
en no. 171 van die sectie, zjjnde een deel van
den westelijken berm, waarop de tramljjn del-
Iteeuwsch Vlaamsche Tramweg Maatschcpp
is geelgd;
de kosten van overschrjjving in de kadastrale
registers te nemen voor rekening der gemeente;
te aanvaarden van de Provincie eene som
weens van 1900,zijnde het gekapitaliseerd
bedrag der onderhoudskosten van bedoeld
wegsgedeelte.
De heer HAMELINK vreest, dat de ge
meente bij het bouwen aan de Axelsche straat
weer in moeilijkheden zal komen. Er wordt
thans gebouwd op terreinen waar eigenlijk niet
zou mogen worden gebouwd, omdat er nog
geen rioleering gemaakt is. Hij zou gaame ver-
nemen wat men van plan is met de rioleering
en hoeveel dat weer meer zal moeten kosten.
lndien daarvan een berekening is gemaakt, is
er dan getracht van de eigenaren van reeds
gebouwde huizen een zeker bedrag terug te
krjjgen? Nu er reeds zoo veel gebouwd is, zal
het z. i, moeilijk gaan diaaraan te tornen. Het
-slot van de rekening zal zijn, dat de gemeente
zal hebben te betalen, hetgeen door de bouwers
bekostigd had moeten zijn. Kan de gemeente
die heeren nu niet meer treffen Als het voor
stel wordt aangenomen, hoop ik, dat daarmede
rekening wordt gehouden.
De VOOItZITTER betoogt, dat burgemeester
en wethouders die kwestie hebben voorzien en
dat bij desbetreffende aanvragen is getracht
een weg te vinden. Wat de kosten van riolee
ring betreft, deze bedragen 7 per strekkende
meter, dat komt dus over een lengte van 300
meter op 2100,Gedeputeerde staten komen
daarin tegemoet. Er is in alle opzichten ge
tracht de gemeente voor schade te vrijwaren.
De heer HAMELINK: Er wordt nu weer
een woning gebouwd voorbij de Moffenshans:
zoodoende moeten we een rioleering gaan leg-
gen tot aan 't Zwaantje.
De heer DE JAGER: Daar is het Rijksweg.
De heer HAMELINK: Ja, maar wij moeten
toch voor de rioleering zorgen.
De VOORZITTER zegt, we kunnen wel uit-
breidingsplannen maken, doch op 't oogenblik
mogen we toch niet te veel sprongen maken in
het duister.
Het voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
11. Voorstel inzake het verzoek van gedepu
teerde staten om wijziging van de veror-
dening op de heffing van schooigeld.
In de vorige vergadering werd medegedeeld
een schrijven van gedeputeerde staten d.d. 23
December 1921, houdende bezwaar tegen de
vastgestelde veroruening tot heffing van
schooigeld voor het lager onderwjjjs, n.l., dat
het inkomen waarnaar de heffing aanvangt,
naar het oordeel van gedeputeerde staten te
hoog is, waarom zij verzochten dit in overeen-
stemming te brengen met het bedrag, dat bij
de inkoonstenbelasting voor noodzakelijk le-
vensonderhoud wordt afgetrokken, vermeerderu
met den aftrek voor 4 kinderen.
Burgemeester en wehouders steiden toen vooi
aan het verlangen van gedeputeerde staten te
voldoen, doch de raad wenschte daar niet op in
te gaan en besloot de beslissing tot een naderi
vergadering aan te houden, terwjjl enkele leden
te kennen gaven er de voorkeur aan te geven
een beslissing van de Kroon uit te lokken.
In afwijking met hun oorspronkelijk voorstel,
stellen burgemeester en wethouders thans voor,
feet volgende besluit te nemen:
De gemeentcraad van Ter Neuzen:
overwegende, dat gedeputeerde staten van
Zeeland bij schrijven van 23/28 December j.l.
no. 10a, le afdeeling A, het inkomen waarbij
4e heffing voor het sehoolgeld aanvangt, ver-
laagd willen zien;
dat gedeputeerde staten van oordeel zijn, dat
de heffing in het algemeen niet mag beginnen,
beneden het bedrag, dat bij de inkomstenbe-
lasting wordt afgetrokken voor noodzakelijk
levensonderhoud, vermeerderd met aftrek voor
4 kinderen (dus 800)
dat een bedrag van 1000 waarbij de beias-
ting aanvangt voor deze gemeente niet te hoog
»s te noemen;
dat dit nog meer klemt waar op de verorde-
ning op de heffing van schooigeld in de omlig-
gende gemeenten, die eenzelfde aanvangsbe-
drag nemen als deze gemeente, door gedepu
teerde staten geen aanmerkingen zijn gemaakt,
en de leyensstandaard in Ter Neuzen toch zeker
hooger is dan in andere plaatsen in de omge-
▼ing;
gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders;
Besluit:
De verordening ongewijzigd aan gedeputeer
de staten van Zeeland terug te zenden. met
verzoek aan dat college, de bedoelde verorde
ning aan de Kroon te willen doorzenden, ten-
einde daarop de vereischte goedkeuring te ver-
krijgen.
12. Wjjziging verordening op de Geineente-
lijke Inkomstenbelasting.
Burgemeester en wethouders stellen voor, om
enkele artiaelen der verordening op de inkom
stenbelasting te wijzigen.
In verband daarmede bieden zij den raad hot
navolgende concept-besluit ter vaststelling aan.
De gemeenteraad van Ter Neuzen, gehooni
een voorstel van burgemeester en wethouders,
Besluit:
de verordening op de heffing van een inkom
stenbelasting in deze gemeente, vastgesteld 2
Mei 1921, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit
van 3 Augustus 1921, no. 39, te wijzigen ais
volgt:
Aan artikel 2 de volgende alinea toe te voe-
gen:
..Nochthaus wordt in de gevallen van de artt.
195, 2de lid, en 241 van het Burgerlijk Wet-
boek, wanneer de echtgenooten binnen de ge
meente wonen, de belasting naar hun geza-
menlijk belastbaar inkomen berekend en over
hen omgeslagen in verhouding van ieders be
lastbaar inkomen."
Artikel 3 te lezert als volgt:
„Van het zuiver inkomen wordt als onbelast-
baar voor noodzakelijk levensonderhoud afge
trokken eene som van 500 voor ongehuwden
en 600 voor gehuwden. Voor ieder kind of
pleegkind van den belastingplichtige beneden
den leeftijd van 14 jaar, dat niet zelf in de be
lasting is aangeslagen, wordt dat onbelastbaar
bedrag met 50 vermeerderd.
Voor de toepassing van de eerste alinea wor
den:
1. met ongehuwden geljjk gesteld die ge
huwden, die geen zelfstandige huishouding voe-
ren en, voor zoover zij geen kinderen ten hun-
ne laste hebben, als bedoeld in het vorige lid.
2. met gehuwden gelijk gesteld weduwnaars,
weduwen en gescheiden mannen en vrouwen en
andere personen, die eene zelfstandige huis
houding voeren.
Voor belastingplichtigen, die samen wonen
en een gezin vormen of die in een gezin leven
waarvan het hoofd ook aangeslagen is, wordt
van het zuiver inkomen (wanneer dit meer dan
f 600 voor gehuwden en meer dan 500 voor
ongehuwden bedraagt) slechts een gedeelte van
de als noodzakelijk levensonderhoud aangedui-
de som afgetrokken, evenredig aan het aantal
aangeslagenen. Voor het berekenen van den
aftrek wordt het hoofd van het gezin, voor
wien echter het eerste lid van dit artikel blijft
gelden, medegeteld bij het aantal."
Aan artikel 5 eene nieuwe derde alinea toe
te voegen:
„Dit vermenigvuldigingscijfer wordt jaarlijks
in de maand Mei door den gemeenteraad vast
gesteld, doch mag het maximum van twee niet
oversell) ijden.'
Ter toelichting deelen burgemeester en we1-
houders mede, dat, nu de verordening op tie
gemeenteljjke inkomstenbelasting een jaar ge-
werlct heeft in de praktjjk is gebleken, dat het
in het belang van den aanslag gewenscht is,
enkele wijzigingen voor te stellen.
De aanvulling van art. 2, welke bepaling ook
voorkomt in art. 32 der wet op de Inkomsten
belasting, beoogt nu, om het bedrag van den
aanslag te bepalen naar het gezamenlijk in
komen der gehuwden. Voor het bepalen van
den aanslag blijft dus buiten beschouwing of
de gehuwden zijn getrouwd bjj scheiding van
goederen dan wel of de vrouw het beheer over
hare goederen en het vrjje genot harer inkom-
sten heeft bedongen. Wij krijgen dan ook
slechts eenmaal den aftrek van 690. De wij
ziging van art. 3 beoogt in het bjj zonder om
een enkele categorie gehuwden met ongehuw
den gelijk te stellen en om omgekeerd enkele
categorien ongehuwden met gehuwden gelijk
te stellen. Een en ander op gonden van billijk-
heid. Verder zal door het nieuwe laatste lid
voorkomen worden, dat bij gezinnen waarin
meerdere personen voor komen, die aangesla
gen worden, dat niet te groot bedrag aan in
komen buiten beschouwing blijft. Ter verdui-
delijking van deze bepaling diene, dat bij de
thans geldende verordening een gezin met vader
en 3 volwassen ongehuwde zoons afgetrokken
wordt voor noodzakelijk levensonderhoud 600
3 X 500 2100. Bij de nieuwe redaetie
zal afgetrokken worden f 600 3 X 14 X
500 975. Om nu te voorkomen, dat per
sonen aangeslagen worden met b. v. een inko
men van 200, daar de aftrek in ons geval
maar 125 bedraagt, is de redaetie zoo ge
maakt, dat die personen in elk geval meer dan
f 600 (voor gehuwden) of meer dan 500
(voor ongehuwden) moeten verdienen, willen zij
voor een aanslag in aanmerking komen.
De aanvulling van art. 5 is om te voorkomen,
dat niet ieder jaar het vermenigvuldigingscijfer
door de Kroon moet worden goedgekeurd.
Gaan we niet hooger dan 2, dan kan de Raad
dit besluiten zonder hoogere goedkeuring.
De heer HAMELINK wil voorop stellen, dat
hij zal trachten te voorkomen, dat de bestaande
voorschriften niet in ongunstigen zin gewjjzigd
worden. Hij heeft de voorstellen gelezen, doch
begrijpt niet wat men wil zeggen. Hij begrijpt
er uit. dat men het hoofd van het gezin zal
aanslaan voor wat de inwonende kinderen ver
dienen. Zooals het voorstel hier voor ons ligt,
wordt z. i. het gezin uit elkaar gerukt.
De VOORZITTER merkt op, dat de opvat-
ting van den heer Hamelink onjuist is. De be-
doeling der wijziging van art. 3 is, dat zoowel
het hoofd van het gezin wordt aangeslagen
als de inwonenden en dat het hoofd van het
gezin de voile som voor noodzakelijk levens -
onderhoud mag aftrekken, doch dat de inwo
nenden van hun inkomen maar een bedrag
mogen aftrekken in evenredigheid met het aan
tal aangeslagenen. Wonen dus in het gezin
een vader met drie zoons, dan trekt de vader
af f 600, doch de zoons ieder het deel van
500. Verder is bij de wijziging er ook in voor
zien, dat die inwonenden niet aangeslagen wor
den voor ze meer dan f 600 of 500 inkomen
zulle-x hebben.
De heer HAMELINK kan zich ook na de
toelichting met het voorstel niet veceenigen.
Z. i. zullen dan gehuwden, die bij de ouders in-
wonen, niet het voile bedrag van f 600 mogen
aftrekken, dan alleen als ze kinderen hebben.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders, in stemming gebracht, wordt aangeno
men met 8 tegen 2 stemmen.
Voor stemmen de h°er Van den Ouden, Van
Cadsand, Nolson. De Meijer, Colsen, Geelhoedt,
Van Hasselt en De Jagcr; tegen stemmen de
heeren Hamelink en Van Driel.
13. Voorstel van burgemeester en wethou
ders tot het verleenen van steun aan
werklooze arbeiders.
Burgemeester en wethouders stellen voor,
het volgende besluit te nemen:
De Raad der gemeente Ter Neuzen;
Overwegende, dat bij circulaire van den Mi
nister van Binnenlandsche Zaken, d. d. 7 De
cember 1921, no. 2088, S., Afd. A., eene nieuwe
regeling is gemaakt voor den steun aan werk
looze arbeiders in diverse bedrijven,
dat, volgens die regeling, genoemde werk-
loozen zijn te onderscheiden in: A-. „uitgetrok-
kenen", B. „dubbel uitgetrokkenen", C. ..regle-
mentair nog niet rechthebbendenen D. „on-
georganiseerden",
dat wat de categorie bedoeld onder A. be
treft. in de kosten van ondersteuning daarvan
het Rijk 50 bijdraagt, zoodat ten opzichte
dier werkloozen de bestaande toestand gehand-
haaft blijft,
dat de kosten bedoeld onder B., C. en D. als
regel geheel komen ten laste der gemeente,
dat alleen wanneer de gemeente financieel
niet tot volledigen steun in staat is, ook in die
kosten door het Rijk eene bijdrage verleend kan
worden,
dat deze regeling aan de gemeente een zwa-
ren last .oplegt, welke onbillijk is, daar ook het
Rijk er belang bij heeft, dat de categorien i>.,
C. en D. behoorlijk geholpen worden,
dat volgens de verdere bepalihgen der rege
ling, als het Rijk steun verleent, aan die men-
schen uitbetaald moet worden:
A. aan gehuwden en ongehuwde kostwinners
11 per week, benevens 1,20 per gezinslid
boven de 2 personen, tot een maximum van 10
personen,
B. voor kostgangers 8 per week,
dat steun van gemeentewege in elk geval
niet kan uitbljjven,
dat evenwel van de gemeente, wanneer deze
het voile bedrag betalen moet, te zware offers
worden gevraagd, zoodat dan ook de bedragen
der uitkeering verlaagd moeten worden,
dat het hem gewenscht voor komt, die uit-
keeringen slechts voor een bepaalden termijn
te verleenen.
Gehoord een voorstel van burgemeester en
wethouders, besluit:
met ingang van 2 Januari 1922,
1. aan de categorien A., B., C. en D. steun
te verleenen op de basis als in bovengenoemde
circulaire is aangegeven, wanneer door het Rijk
voor alle categorien 50 wordt bijgedragen,
2. aan de categorien B., C. en D. den na-
volgenden steun te verleenen en aVan tot en
met 3 Juni 1922, wanneer door het Rijk niets
wordt bijgedragen,
a. voor gehuwden en ongehuwde kostwin
ners 8 per week, benevens 1 pev gezinslid
boven de 2 personen, tot een maximum van 10
personen,
b. voor kostgangers 6 per week,
3. bij den Minister van Binnen! andsche Za
ken er ernstig op aan te dringen ook voor de
sub 2 genoemde categorien eene bijdrage te
verleenen van 50 in de kosten.
De heer NOLSON drukt er zijn spijt over
uit, niet te kunnen meegaan met het voorrtc-1
van burgemeester en wethouders, althans niet
voor wat betreft de werkloozen ingedeeld onder
B., C. en D. Hij apprecieert de voorstellen tot
bezuiniging met het oog op den financieelen top-
stand der gemeente, doch deze mag niet plaats
hebben ten koste van een categorie van men-
schen, die daardoor in de misere komen. Ret
voorstel beteekent voor die categorie een be
zuiniging van 25 Bezuiniging is noodig,
doch niet op hetgeen die menschen voor hun
onderhoud noodig hebben. De cijfers, die door
den Minister zijn aangegeven van /II voor
een gezin plus 1,20 per kind, Ijjken mij de
uiterste grens, Het is jammer, dat de gemeen
te ondersteunen moet en er wordt ook dikwijls
in 't publiek gezegd, dat de werklui liever om
steun gaan dan te werken. fir zal ongetwjjfeld
onder het koren ook wel kaf zijn, doch ik kom
door mijn bedrijf in aanraking met vele werk-
menschen en ik kan u verzekeren, dat 90 r'r
liever gaat werken.
De bedragen, die door den Minister zijn vast-
gelegd op 11 en f 1,25, vormen een grens
en dat is voor een gezin met 4, 6 of 10 kinde
ren een maximum van 14,50 per week. Dit is
ter nauwernood voldoende om van te kunnen
bestaan.
Ook die onder A. kunnen maar een maximum
van ^5,60 trekken. Ik heb gezegd de mees-
ten gaan liever werken, doch er moet werk
zijn en dat is er niet; niet alleen hier, doch in
geheel ons land, in Europa en in geheel lie
wereld. Ze kunnen het niet gaan zoeken, ner-
gens is werk. De steunregeling zal m. i. kosten
voor de menschen onder a 10.000 per jaar en
voor die onder b, c en d ook circa 10.000, dat
is 20.000. Deze regeling zal ongeveer f 2500
a 3000 meer kosten dan die voorgesteld door
burgemeester en wethouders. Ik herhaal nog-
maals, dat ik overtuigd ben, dat bezuiniging
noodig is, doch voor dat bedrag moet men de
menschen toch niet in eilende laten komen. Ook
ben ik overtuigd, dat het niet opgaat de belas-
tingbetalers nog eens 20.000 meer te laten
betalen. Ik stel daarom voor te trachten op de
begrooting zooveel mogelijk te schrappen, dat-
gene, wat niet noodzakelijk is. Ik nam een to-
taal van 20.000. Op de begrooting' is, geloof
ik, uitgetrokken 3000. Er staat ook ruim
5000 uitgetrokken voor herbestrating der
Nieuwstraat. Schrap dien post tot betere jaren
komen. Er zijn misschien nog andere posten,
die verminderd kunnen worden. Mocht blijken,
dat niet voldoende op de begrooting kon ge-
schrapt worden voor de ondersteuning, kan dan
niet geleend worden? Het betreft toch een
crisisuitgave. We hebben toch ook geleend voor
de distributie. Ik stel voor, voor de categorie
B, C en D de cijfers van den Minister van 11
en 8 over te nemen en ga accoord met uw
voorstel om alle pogingen aan te wenden bij
den Minister tot het werkrijgen van een toelage
ad 50 De regeering kan ook wel 10 a
20.000 gulden betalen.
De Minister heeft aangewezen welke veree-
nigingen in aanmerking komen. De vereeniging
„Voorzorg" is echter niet door den Minister
genoemd. Ik vertrouw, dat burgemeester en
wethouders wel de noodige stappen zullen doen
om ook die te doen deelen in de ondersteuning.
Burgemeester en wethouders stellen ook voor
de steun te vei'leenen tot 3 Juni 1922. De
Minister stelt toch voor, voor het geheele jaar?
Mij dunkt, mijnheer de voorzitter, dat u niet
het recht heeft. dit te wijzigen; trouwens wan
neer er werk komt verandert de ondersteuning
automatisch. Is die veranderde toestand op
Juni niet ingetreden, dan moet u dus doorgaan,
met steunen.
De arbeiders onder D.t zijn de niet-georgani-
seerden. Nu doet zich het geval voor, dat er
zijn van ouder dan 60 jaar, die altijd werken
als er werk is en waar bij de organisaties de
grens 60 jaar is, wensch ik degenen boven de
60 jaar ook onder die categorie te brengen en
de limite uit te breiden tot 65 jaar. Is het nu
niet mogelijk productieve werken te laten ver-
richten? Deze schijnen hier moeilijk te vinden
te zijn. Toch zouden er werken kunnen worden
uitgevoerd; ze zijn misschien wel niet a.bsoluut
noodzakelijk, maar zouden toch verbeteringen
brengen; b.v. een voorziening voor water op
Java, in de Donze-Visserstraat, Verbindings-
straat, misschien ook in de Dijkstraat en de
Axelsche straat; dan het omhalen van den dijk
aan de Scheldekade. Als dat kon gebeuren, ver-
mindert de werkeloosheid. De heer Van Cad
sand heeft gewezen op brandputten te Driewe-
gen. Mocht dit niet kunnen, dan zal ik toch
voorstellen 11 en 8 gulden aan te houden.
De heer DE MEIJER vraagt in hoeverre de
betaling kan geeischt worden van het rijk, daar
de gemeente niet in staat is, de volledige on
dersteuning te verleenen.
De VOORZITTER zegt, dat de minister zal
letten op den socialen toestand waarin wij ver-
keeren.
De heer HAMELINK betoogt het voorstel
met verdeelde instemming gelezen te hebben.
Ik ben het eens, aldus spreker, waar gezegd
wordt, dat de menschen onder B, C en D niet
aan hun lot kunnen worden overgelaten. Ik wil
den nadruk leggen op het feit,' dat de Minister
een categorie de dubbel uitgetrokkene van den
steun heeft uitgeschakeld, deze menschen moe
ten nu weder het loodje leggen.
Het kon den Minister toch ook wel duidelijk
zijn, dat in deze gemeente meer werkeloosheid
heerscht dan in andere gemeenten.
De regeering heeft gezegd, dat er heel bij-
zondere redenen moeten zijn om in aanmerking
te komen voor steun voor de categorien B, C en
D; doch z. i. moest Ter Neuzen toch voor deze
steun in aanmerking komen.
De regeering heeft destijds gezegd, er zal
geen honger worden geleden en het spjjt me,
Hat burgemeester en wethouders toch nog op
de eilende dezer menschen moeten bekorten ten
koste van versehillende hunner kinderen. V
- jJen Russische kinderen opnemen en onze
eigen kinderen tot ondervoeding brengen.
Daar komen wij tegen op. Het doet mij ge-
noegen, dat ook van den overkant daartegen cp
wordt gekomen.
Zeker, als wij werk kunnen vinden is, dat
beter dan steunen, doch wij zijn niet in de ge-
legenheid om werk te verschaffen. Het zijn
voomamelijk de grondwerkers en de onge-
schoolden die crisisslachtoffers zijn. Deze te
trachten in nog slechtere omstandigheden t"
brengen, daar protesteer ik tegen.
W at betreft de personen boven de 60 jaren
spreker wil die ook gaame helpen doch al:;
een dergeliik voorstel wordt opgenomen in het
voorstel, dat voor ons ligt, dan zal de Minister
geen steun daarvoor verleenen. Hij zou dan
ook willen voorstellen daarvan een afzonderliik
voorstel te maken. Wij moeten ons toch houden
in den geest van den Minister.
De heer GEELHOEDT voert aan dat, toen
deze zaak door burgemeester en wethouders
behandeld is, daze voor een inoeilijkheid stond.
Het was n.l. de vraag, hoe komen we aan de
noodige middelen, vandaar dit voorstel. Hij ge~
looft thans evenwel ook, dat daar op de begroo
ting zooveel mogelijk te besnoeien, de meer
dere gelden wel gevonden zul'en kunnen wor
den zonder verhooging van den belastingdruk
In vc-rband daarmede kan hij met het voorstel
van deh heer Nolson wel mede gaan.
De heer VAN DRIEL: Als voorzitter van de
afdeeling alhier, ben ik met deze materie goed
op de hoogte. In eer onlangs te Rotterdam ge
houden vergadering is gebleken, dat de Minis
ter meer verzoeningsgezind is.
De termijn van 78 dagen zal waarschijnlijk
worden teruggebracht tot 60, zoodat dan het
meerendeel weer spoedig onder de werkeloo-
zenkas zal vallen, waardoor de uitkeering ver
minderd wordt.
De heer DE MEIJER is er eensdeels abso-
luut van overtuigd, dat voor sommigen onder
steuning noodzakelijk is. Het spijt hem echter
anderdeels, dat we zoo slecht in de financien
zitten. Voorts betoogt spreker, dat controle op
de steunverleening, z. i. zeer noodig is. Het is
toch weer gebleken, dat een groot gedeelte van
hen, die moeten ondersteund worden, geld ge-
noeg hebben om een bezoek te brengen aan tip
bioscoop. Nu wil hij daarmede niet te kennen
geven, dat hij er tegen is. dat die menschen
eens wat genieten, doch wil er alleen maar fie
aandacht op vestigen, flat het juist die men
schen zijn, die hun centen beter in de huishou
ding zouden kunnen gebruiken.
De heer VAN HASSELT meent, dat het hier
besproken onderwerp een der moeilijkste vra-
gen aanroert. Natuurlijk kan men het nimmer
laten komen tot den ondergang van zijn mede-
menschen doch aan den anderen kant moeten
de fondsen voor hunne ondersteuning' benoodigd
komen uit de zakken van de belastingbetalers,
wien het onverschillig kan zijn of zij die fond-
sen aan de gemeente dan wel aan het rijk moe
ten opbrengen. Steunverleening in dezen vorm
gaat altijd ten behoeve van een gedeelte der
bevolking, doch tevens ten koste van een ander
deel.
De heer Nolson wil ter bestriding van de
kosten, deze als crisisuitgaven beschouwende,
overgaan tot leenen. Men heeft in alle oorlogs-
jaren niets anders gedaan, niet in 't bijzonder
hier in Ter Neuzen doch in geheel ons land en
waartoe heeft het geleid tot een reeds grooter
wordende geldcirculatie tot een steeds meer
steunen op bankcrediet en tot de door ieder ge-
vreesde inflata.
Men kan de belastingschroef niet ongestraft
blijven aandraaien ook aan de capaciteit van
het kapitaal, van de belastingbetalers in er-
geren zin, is een eind. Bovendien is het einde
der malaise nog niet te zien. Zjj kan vier, vijf,
zes jaren of langer duren en men kan toch niet
blijven leenen
Men kan hoe langer hoe meer geld opbren
gen voor een deel der bevolking, maar men
wordt niet zoozeer individueel doch ais natio
hoe langer hoe armer doordat de waarde, de
koopkracht van ons ruilmiddel steeds verlaagt.
Spreker is het eens met de heeren Nolson en
Hamelink, dat de genoemde bedragen niet vol
doende zijn, met den heer De Meijer betreurt
hij het wanneer door steun verkregen geld ver-
keerd wordt uitgegeven. Genot moet zelf ver-
diend zijn. Nu zegt de heer Nolson: laten we
bezuinigen en de verbetering van de Nieuw
straat schrappen, doch men kan toch met ja-
renlang alle noodige reparatiekosten schrap
pen. De heer Nolson weet evenals spreker wel,
dat uitstel ten dien opzichte emstige verzwa-
ring van kosten met zich brengt. Wat de werk-
verschaffing betreft door den heer Nolson
voorgestaan juicht spreker die toe in zooverre
zij op de moraliteit van de nu uitkeeringtrek-
kenden een heel wat beter invloed zal hebben
dan de geestdoodende wandeling twee maal
daags naar de Arheidsbeurs, doch wanneer wi
de werkgelegenheid kunstmatig gaan scheppen
vordert zij alweer van de belastingbetalers veel
grootere offers dan werdedigbaar is. Het is
uiterst moeilijk tusschen de belangen van hen
die uitkeering behoeven en hen die ze betalen
moeten de grens te trekken doch spreker
meent, d-t burgemeester en wethouders die
grens in hun voorstel tamelijk wel hebben be-
reikt en zou willen adviseeren aan de voorge-
stelde bedragen geene uitbreiding te geven en
tot 3 Juni a.s. te zien hoe de regeling werkt.
Mocht -zich de vrees van den heer Hamelink
realiseeren die den ondergang van de aldus
bevoordeelden voorspelt, daar is tusschentijds
nog altijd in te grijpen.
De heer NOLSON wil graag aan het verzoek
van den heer Hamelink voldoen en zijn voorstel
betreffende de 65jarigen uitschaikelen. Ik heb
met aandacht geluisterd naar den heer Van
Hasselt en vraag mij af: waarom doet hij geen
ander middel aan de hand? De vraag is, moe
ten we het doen behoorlijk of onbehooiiijk. We
moeten heusch niet wachten tot 3 Juni om to
weten of de menschen kunnen toekomen met
het bedrag. We moeten toch den put n; t dem-
pen als het kalf verdronken is. Was het een
royaal bedrag, dan zou ik zeggen, de heer V i
Hasselt heeft gelijk. Of er veel naar de cinema
gaan weet ik niet, doch ik geloof, dat, als men
11 in de week verdient, men niet veel naar de
cinema zal loopen. De heer Van Hasselt zegt
de menschen worden armer; zeker. Ik ben ook
niet voor opdrijving der belasting; maar zouden
de belastingbetalers dezelfde eilende willen lij-
den? De heer Van Hasselt twijfelt of we kun
nen leenen. Ik niet. De gemeente heeft nog al-
tjjd geleend voor het steun-comite. Leenen is
geen gezonde financieele politiek, dat ben ik
met u eens, doch voor crisismaatregelen moet
men altijd leenen.
Ik vraag mij af, wat is hoofdzaak, publieke
werken uitvoeren of ondersteunen en dan ge
loof ik, het laatste. De heer Van Hasselt heeft
een mooi overzicht gegeven over den toestand
in het geheele land. De geheele natie moet ech
ter wat weten af te staan voor hen, die abso-
luut te kort komen. Ik ga niet mede met hem
om de cijfers van burgemeester en wethouders
ovar te nemen
De heer HAMELINK: Hot verwondert m;:
niet, dat er over de bioscoop gesproken zou
worden. Dat is de gewoonte. Het eerste motief
is dus de voile bioscoop. De he^r Vap Hasselt
INGEZONDEN MEDEDEELINUhN
Voorkomt ontsteking,
Huidkwalen als uitslag, eczema, kloven, puis-
ten enz. breiden zich vaak uit ais gevolg vaa
ontsteking. Voorkomt dit door de plekken te
wasschen en drogen, en daarna Foster's Zalf
aan te wenden, die de ontsteking tegengaat,
ue au.igedarie dieien nee It en de huid volkomen
blank inaakt. Prijs 1.75 per doos, aiom ver
krijgbaar.
i.- - -- ,Pnt >rll mi mi nnaa hiimimi
zegt, het steunen gaat ten koste van een an
der. 't Is toch niet te veel gevraagd van men
schen, die het betalen kunnen, anderen voor
ondergang te behoeden? Die menschen hebben
reeds een stuk van hun leven gegeven, omdat
hun kinderen ten onder gaan. Zoo gaat men
moreel achteruit. De heer Van Hasselt zou er
voor te vinden zijn, de zaak eens af te zien tot
3 Juni. Heeft hij er wel aan gedacht, wat er
geburen zal, wanneer blijkt, dat er dan reeds
menschen van honger zijn gecrepeerd en de tu-
berculose talrijke slachtoffers zal hebben ge
maakt Dat moeten wij zien te voorkomen,
want een ontstane ziekte tegen te gaan, kost
veel meer geld. Het doet mij genoegen te hoo-
ren, dat andere heeren protesteeren tegen het
geen gezegd is over de bioscoop. Een instelling
waarvan volgens de algemeene opvatting zoo
veel opvoedende kracht uitgaat, moet dien men
schen onthouden worden. Ja, ja, zelf reizen de
heeren en zien de wereld; datzelfde kunnen d<.
menschen nu in de bioscoop zien voor 30 cen
ten, doch dat zou niet mogen. Zij willen wel
genieten van het mooie, maar de arbeiders
moeten maar armoede lijden. Daar protesteer
ik krachtig tegen.
De heer VAN HASSELT den heeren Nolson
en Hamelink beantwoordendej zegt, dat het hem
spijt, dat zij hem verkeerd begrepen hebben.
Het is niet sprekers bedoeling geweest het be
lang van het individu-belastingbetaler te be-
hartigen, doch om erop te wijzen, dat collec-
tief genomen, het kapitaal niet overbelast moet
worden, omdat zulks voor de natie een even
groote ramp is als het niet voldoende steunen
van den arbeid. Zeker, de belastingbetalers be-
vinden zich nog aan den gelukkigen kant, om
dat zij voor hun medemenschen nog wat over
kunnen hebben en spreker persoonlijk die een
vast tractement geniet, is gaarne bereid voor
onvermijdelijke uitgaven het zijne bij te dragen
doch men moet niet vergeten, dat er na de ma
laise straks voor den wederepbouw van de
maatschappij twee factoren moeten medewer-
ken arbeid en kapitaal. Gaat men de eerste
door ondervoeding door niet voldoende in stand
houden uitputten, de herleving van de welvaart
zal er door worden belemmerd, de natie in haar
geheel eronder lijden. Gaat men echter de
tweede te veel belasten, het kapitaal door te
zware belastingdruk uitputten, de herleving
van de welvaart zal er evengoed door worden
belemmerd de natie in haar geheel er evenzeer
onder lijden. Daarom zeide spreker, dat er een
grens is aan de betalingscapaciteit van het ka
pitaal, niet in het klein van den belastingbe
talers, doch van het geheel, als noodzakelijke
factor voor het herstel en de heeren moeten
spreker dan ook niet voor de voeten werpen,
dat hij alleen op -het belang der belastingbe
talers let.
Burgemeester en wethouders hebben naar
sprekers overtuiging de bedoelde grens zoo
nauwgezet mogelijk benaderd.
De heer COLSEN kan zich met het voorstel
van burgemeester en wethouders vereenigen.
Hij meent, dat den heer De Cooker een woord
van lof toekomt voor zijne bemoeii'ngen tot het
in het werk stellen van een aantal arbeiders
op de Cokesfabriek. Wat heeft de S. D. A. P.
echter gedaan; die heeft een vergadering ge
houden en naar aanleiding daarvan hebben ve-
len de cokesfabriek weer verlaten. Ze hebben
niet gerespecteerd, dat ze op Sluiskil kunnen
werken en nu worden anderen aangenomen.
Het spijt hem, dat burgemeester en wethouders
die vergadering hebben toegestaan.
De heer NOLSON merkt op, dat hij den heer
Van Hasselt niet heeft verweten, dat hij de
belastingbetalers stelt boven de arbeiders. Hii
heeft alleen willen zeggen, dat die nog wel wat
kunnen dragen. In Den Haag moeten ze meer
spaarzaam zijn.
De VOORZITTER meent de debatten te moe
ten sluiten. Hij wil echter een ding recht zet-
ten. Er is door alien gesproken geworden over
steun. Wij steunen echter niet, doch geven een
bij slag. Dat wil zeggen, dat de menschen die
wij steunen, de som moeten offeren van 1.
Zij getroosten zich het grootste offer. Ook
geldt het niet alle arbeiders. Het is hier een
speciale plaats, die het meest wordt getrof-
fen door den oorlogsnoodtoestf"'1. Het betreft
steun aan een groep van menschen, die niet
kunnen helpen, dat ze in Ter Neuzen wonen.
De vraag is, zullen we meer geven of minder.
Toen burgemeester en wethouders d't bespra-
ken hadden ze geen overzicht ovev de cijfers.
Als wij nagaan wat de heer Van Driel gezegd
heeft, dan is het de vraag of we den steun zul
len moeten blijven geven. Automatisch komen
die menschen dan weer terug onder de werk-
loozenkas. De heer Van Hasselt heeft een heel
mooi betoog gehouden, doch ik ben het niet
met hem eens waar hij zegt, het is gelijk of nn
het Rijk of de gemeente het betaalt. Dat Is
niet juist. Spreker noemt nu versehillende
plaatsen waar allemaal zeer kapitaalkrachtige
menschen wonen, die niemand hebben te steu
nen. Het is toch billijk, dat zij door het R;"
steunen? Overigens vindt hij de theorie van
den heer Van Hasselt volkomen juist.
De heer Treub heeft dezer dagen geschre-
ven, dat zoolang Frankrijk vasthoudt aan de
eischen van de vredesvoorwaarden en men
houdt zich in Duitschland armer dan in wer-
kelijkheid het geval is, komt er geen verbete
ring in den toestand. Als er in den Raad een
meerderheid te vinden is voor hoogere uitkee
ring, dan treft die meerderheid geen verw;;t
We hebben berekend, dat we hier en daar wat
kunnen besparen. Vermoedelijk hebben we ook
nog 1500 terug te ontvangen van de am-
barhtsschool, enz. Als u nu begrijpt. dat een
groot gedeelte der menschen automatisch over-
gaat naar de eerste categorie, dan kunnen wij
het wel over laten aan den raad.
Het voorstel van den heer Nolson, om ook
aan de cat orien TV, C. en D. den steun t"
verleenen die verstrekt wordt ran de categorie
A komt in stemming en wordt verworpen met
6 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Nolson. Hamelink.
Van Driel en Geelhoedt; tegen stemmen de
heeren Van den Ouden, Van Cadsand, De
Meijer, Colsen, Van Hasselt en De Jager.
Het voorstel van burgemeester en wethou
ders wordt aangenomen met algemeene stem-
men. (Wordt vervolgd).