WAT PERSONEN LIJDENDE AAN MAAGZWAKTE DIENEN TE DOEN WANNEER HoogwatergetijteTerNeuzen. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. Heat water met Gebismureerd Magnesium wordt aannevolen. DAGEN. Voorm Nam. Donderdag 9 Febr. 11.29 11.58 Vrfldag1?'# 10 0.26 Zaterdag 11 'n 0.51 1.14 Zondag 12 1.38 2.01 Maandag 13 2.23 2.44 Dinsdag 14 u 3.07 3.29 Woensdag 15 n 3.50 4.12 Een der eenvoudigste regels welke in toepas- sing dient te worden gebracht, en welke van het grootste gewlcht is voor aile personen lijdende aan maagzwaktc, slechte spijsvertering, ofzuur op de maag, is het vermijden van te veeldrin- ken gedurende de maaltijden, want zij die te veel drinken verteren hun voedsel op onvoiledige wjjze Het gevolg hiervan is, dat vandemaag te veel wordt gevergd, waardoor spijsvertering stoornissen, gasvorming, gisting, zuur en dyspep- sie ontstaan. Het beste wat men doen kan is te wachten tot na den maaltijd en dan een half tkeelepeltje Gebismureerd Magnesium in een half glas heet water te gebruiken Hierdoor wordt het zuur onschadelijk gemaakt en de ont- steking van de wanden der maag tot bedaren gebracht en wordt zij in staat gesteld haar werk uormaal en zonder pijn le verrichtten op een ■atuurlijke wijze. Gebismureerd Magnesium Depot, Nassaukade 314, Amsterdam. Verkrijgbaar bij alle goede Apo- thekers en Drogisten, o a. bijA. van Overbeeke- Leunis, Ter Neuzen besluit: aan gedeputeerde staten mede te deelen, dat tie gemeente Ter Neuzen genegen is, over te ttenien in beheer en onderhoud van de Provincie Zeeland, het gedeelte van den Provincialen weg Ter Neuzen—Axel van het begin tot de Moffen- schans lang 293 M. waarbij de gemeente om niet in bezit krijgt het bestratingsmateriaal op dit wegsgedeelte, zijnde de keibaan met inbt- gip der kantsteenen breed 4 M., die aan beide zij den van deze baan zich bevindende klinker- strooken, elk bree(i 0,75 M., benevens het aan de oostzjjde langs de klinkerstraak zijnde rij- wielpad de perceelen no. 169 van sectie M dezer ge meente, zjjnde het gedeelte van den weg. waarop de verhardingen liggen, no. 168 van die sectie, 2ijnde een gedeelte van den oostelijken wegsberm, waarop het voormalig tolhuis stond en no. 171 van die sectie, zjjnde een deel van den westelijken berm, waarop de tramljjn del- Iteeuwsch Vlaamsche Tramweg Maatschcpp is geelgd; de kosten van overschrjjving in de kadastrale registers te nemen voor rekening der gemeente; te aanvaarden van de Provincie eene som weens van 1900,zijnde het gekapitaliseerd bedrag der onderhoudskosten van bedoeld wegsgedeelte. De heer HAMELINK vreest, dat de ge meente bij het bouwen aan de Axelsche straat weer in moeilijkheden zal komen. Er wordt thans gebouwd op terreinen waar eigenlijk niet zou mogen worden gebouwd, omdat er nog geen rioleering gemaakt is. Hij zou gaame ver- nemen wat men van plan is met de rioleering en hoeveel dat weer meer zal moeten kosten. lndien daarvan een berekening is gemaakt, is er dan getracht van de eigenaren van reeds gebouwde huizen een zeker bedrag terug te krjjgen? Nu er reeds zoo veel gebouwd is, zal het z. i, moeilijk gaan diaaraan te tornen. Het -slot van de rekening zal zijn, dat de gemeente zal hebben te betalen, hetgeen door de bouwers bekostigd had moeten zijn. Kan de gemeente die heeren nu niet meer treffen Als het voor stel wordt aangenomen, hoop ik, dat daarmede rekening wordt gehouden. De VOOItZITTER betoogt, dat burgemeester en wethouders die kwestie hebben voorzien en dat bij desbetreffende aanvragen is getracht een weg te vinden. Wat de kosten van riolee ring betreft, deze bedragen 7 per strekkende meter, dat komt dus over een lengte van 300 meter op 2100,Gedeputeerde staten komen daarin tegemoet. Er is in alle opzichten ge tracht de gemeente voor schade te vrijwaren. De heer HAMELINK: Er wordt nu weer een woning gebouwd voorbij de Moffenshans: zoodoende moeten we een rioleering gaan leg- gen tot aan 't Zwaantje. De heer DE JAGER: Daar is het Rijksweg. De heer HAMELINK: Ja, maar wij moeten toch voor de rioleering zorgen. De VOORZITTER zegt, we kunnen wel uit- breidingsplannen maken, doch op 't oogenblik mogen we toch niet te veel sprongen maken in het duister. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 11. Voorstel inzake het verzoek van gedepu teerde staten om wijziging van de veror- dening op de heffing van schooigeld. In de vorige vergadering werd medegedeeld een schrijven van gedeputeerde staten d.d. 23 December 1921, houdende bezwaar tegen de vastgestelde veroruening tot heffing van schooigeld voor het lager onderwjjjs, n.l., dat het inkomen waarnaar de heffing aanvangt, naar het oordeel van gedeputeerde staten te hoog is, waarom zij verzochten dit in overeen- stemming te brengen met het bedrag, dat bij de inkoonstenbelasting voor noodzakelijk le- vensonderhoud wordt afgetrokken, vermeerderu met den aftrek voor 4 kinderen. Burgemeester en wehouders steiden toen vooi aan het verlangen van gedeputeerde staten te voldoen, doch de raad wenschte daar niet op in te gaan en besloot de beslissing tot een naderi vergadering aan te houden, terwjjl enkele leden te kennen gaven er de voorkeur aan te geven een beslissing van de Kroon uit te lokken. In afwijking met hun oorspronkelijk voorstel, stellen burgemeester en wethouders thans voor, feet volgende besluit te nemen: De gemeentcraad van Ter Neuzen: overwegende, dat gedeputeerde staten van Zeeland bij schrijven van 23/28 December j.l. no. 10a, le afdeeling A, het inkomen waarbij 4e heffing voor het sehoolgeld aanvangt, ver- laagd willen zien; dat gedeputeerde staten van oordeel zijn, dat de heffing in het algemeen niet mag beginnen, beneden het bedrag, dat bij de inkomstenbe- lasting wordt afgetrokken voor noodzakelijk levensonderhoud, vermeerderd met aftrek voor 4 kinderen (dus 800) dat een bedrag van 1000 waarbij de beias- ting aanvangt voor deze gemeente niet te hoog »s te noemen; dat dit nog meer klemt waar op de verorde- ning op de heffing van schooigeld in de omlig- gende gemeenten, die eenzelfde aanvangsbe- drag nemen als deze gemeente, door gedepu teerde staten geen aanmerkingen zijn gemaakt, en de leyensstandaard in Ter Neuzen toch zeker hooger is dan in andere plaatsen in de omge- ▼ing; gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders; Besluit: De verordening ongewijzigd aan gedeputeer de staten van Zeeland terug te zenden. met verzoek aan dat college, de bedoelde verorde ning aan de Kroon te willen doorzenden, ten- einde daarop de vereischte goedkeuring te ver- krijgen. 12. Wjjziging verordening op de Geineente- lijke Inkomstenbelasting. Burgemeester en wethouders stellen voor, om enkele artiaelen der verordening op de inkom stenbelasting te wijzigen. In verband daarmede bieden zij den raad hot navolgende concept-besluit ter vaststelling aan. De gemeenteraad van Ter Neuzen, gehooni een voorstel van burgemeester en wethouders, Besluit: de verordening op de heffing van een inkom stenbelasting in deze gemeente, vastgesteld 2 Mei 1921, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 3 Augustus 1921, no. 39, te wijzigen ais volgt: Aan artikel 2 de volgende alinea toe te voe- gen: ..Nochthaus wordt in de gevallen van de artt. 195, 2de lid, en 241 van het Burgerlijk Wet- boek, wanneer de echtgenooten binnen de ge meente wonen, de belasting naar hun geza- menlijk belastbaar inkomen berekend en over hen omgeslagen in verhouding van ieders be lastbaar inkomen." Artikel 3 te lezert als volgt: „Van het zuiver inkomen wordt als onbelast- baar voor noodzakelijk levensonderhoud afge trokken eene som van 500 voor ongehuwden en 600 voor gehuwden. Voor ieder kind of pleegkind van den belastingplichtige beneden den leeftijd van 14 jaar, dat niet zelf in de be lasting is aangeslagen, wordt dat onbelastbaar bedrag met 50 vermeerderd. Voor de toepassing van de eerste alinea wor den: 1. met ongehuwden geljjk gesteld die ge huwden, die geen zelfstandige huishouding voe- ren en, voor zoover zij geen kinderen ten hun- ne laste hebben, als bedoeld in het vorige lid. 2. met gehuwden gelijk gesteld weduwnaars, weduwen en gescheiden mannen en vrouwen en andere personen, die eene zelfstandige huis houding voeren. Voor belastingplichtigen, die samen wonen en een gezin vormen of die in een gezin leven waarvan het hoofd ook aangeslagen is, wordt van het zuiver inkomen (wanneer dit meer dan f 600 voor gehuwden en meer dan 500 voor ongehuwden bedraagt) slechts een gedeelte van de als noodzakelijk levensonderhoud aangedui- de som afgetrokken, evenredig aan het aantal aangeslagenen. Voor het berekenen van den aftrek wordt het hoofd van het gezin, voor wien echter het eerste lid van dit artikel blijft gelden, medegeteld bij het aantal." Aan artikel 5 eene nieuwe derde alinea toe te voegen: „Dit vermenigvuldigingscijfer wordt jaarlijks in de maand Mei door den gemeenteraad vast gesteld, doch mag het maximum van twee niet oversell) ijden.' Ter toelichting deelen burgemeester en we1- houders mede, dat, nu de verordening op tie gemeenteljjke inkomstenbelasting een jaar ge- werlct heeft in de praktjjk is gebleken, dat het in het belang van den aanslag gewenscht is, enkele wijzigingen voor te stellen. De aanvulling van art. 2, welke bepaling ook voorkomt in art. 32 der wet op de Inkomsten belasting, beoogt nu, om het bedrag van den aanslag te bepalen naar het gezamenlijk in komen der gehuwden. Voor het bepalen van den aanslag blijft dus buiten beschouwing of de gehuwden zijn getrouwd bjj scheiding van goederen dan wel of de vrouw het beheer over hare goederen en het vrjje genot harer inkom- sten heeft bedongen. Wij krijgen dan ook slechts eenmaal den aftrek van 690. De wij ziging van art. 3 beoogt in het bjj zonder om een enkele categorie gehuwden met ongehuw den gelijk te stellen en om omgekeerd enkele categorien ongehuwden met gehuwden gelijk te stellen. Een en ander op gonden van billijk- heid. Verder zal door het nieuwe laatste lid voorkomen worden, dat bij gezinnen waarin meerdere personen voor komen, die aangesla gen worden, dat niet te groot bedrag aan in komen buiten beschouwing blijft. Ter verdui- delijking van deze bepaling diene, dat bij de thans geldende verordening een gezin met vader en 3 volwassen ongehuwde zoons afgetrokken wordt voor noodzakelijk levensonderhoud 600 3 X 500 2100. Bij de nieuwe redaetie zal afgetrokken worden f 600 3 X 14 X 500 975. Om nu te voorkomen, dat per sonen aangeslagen worden met b. v. een inko men van 200, daar de aftrek in ons geval maar 125 bedraagt, is de redaetie zoo ge maakt, dat die personen in elk geval meer dan f 600 (voor gehuwden) of meer dan 500 (voor ongehuwden) moeten verdienen, willen zij voor een aanslag in aanmerking komen. De aanvulling van art. 5 is om te voorkomen, dat niet ieder jaar het vermenigvuldigingscijfer door de Kroon moet worden goedgekeurd. Gaan we niet hooger dan 2, dan kan de Raad dit besluiten zonder hoogere goedkeuring. De heer HAMELINK wil voorop stellen, dat hij zal trachten te voorkomen, dat de bestaande voorschriften niet in ongunstigen zin gewjjzigd worden. Hij heeft de voorstellen gelezen, doch begrijpt niet wat men wil zeggen. Hij begrijpt er uit. dat men het hoofd van het gezin zal aanslaan voor wat de inwonende kinderen ver dienen. Zooals het voorstel hier voor ons ligt, wordt z. i. het gezin uit elkaar gerukt. De VOORZITTER merkt op, dat de opvat- ting van den heer Hamelink onjuist is. De be- doeling der wijziging van art. 3 is, dat zoowel het hoofd van het gezin wordt aangeslagen als de inwonenden en dat het hoofd van het gezin de voile som voor noodzakelijk levens - onderhoud mag aftrekken, doch dat de inwo nenden van hun inkomen maar een bedrag mogen aftrekken in evenredigheid met het aan tal aangeslagenen. Wonen dus in het gezin een vader met drie zoons, dan trekt de vader af f 600, doch de zoons ieder het deel van 500. Verder is bij de wijziging er ook in voor zien, dat die inwonenden niet aangeslagen wor den voor ze meer dan f 600 of 500 inkomen zulle-x hebben. De heer HAMELINK kan zich ook na de toelichting met het voorstel niet veceenigen. Z. i. zullen dan gehuwden, die bij de ouders in- wonen, niet het voile bedrag van f 600 mogen aftrekken, dan alleen als ze kinderen hebben. Het voorstel van burgemeester en wethou ders, in stemming gebracht, wordt aangeno men met 8 tegen 2 stemmen. Voor stemmen de h°er Van den Ouden, Van Cadsand, Nolson. De Meijer, Colsen, Geelhoedt, Van Hasselt en De Jagcr; tegen stemmen de heeren Hamelink en Van Driel. 13. Voorstel van burgemeester en wethou ders tot het verleenen van steun aan werklooze arbeiders. Burgemeester en wethouders stellen voor, het volgende besluit te nemen: De Raad der gemeente Ter Neuzen; Overwegende, dat bij circulaire van den Mi nister van Binnenlandsche Zaken, d. d. 7 De cember 1921, no. 2088, S., Afd. A., eene nieuwe regeling is gemaakt voor den steun aan werk looze arbeiders in diverse bedrijven, dat, volgens die regeling, genoemde werk- loozen zijn te onderscheiden in: A-. „uitgetrok- kenen", B. „dubbel uitgetrokkenen", C. ..regle- mentair nog niet rechthebbendenen D. „on- georganiseerden", dat wat de categorie bedoeld onder A. be treft. in de kosten van ondersteuning daarvan het Rijk 50 bijdraagt, zoodat ten opzichte dier werkloozen de bestaande toestand gehand- haaft blijft, dat de kosten bedoeld onder B., C. en D. als regel geheel komen ten laste der gemeente, dat alleen wanneer de gemeente financieel niet tot volledigen steun in staat is, ook in die kosten door het Rijk eene bijdrage verleend kan worden, dat deze regeling aan de gemeente een zwa- ren last .oplegt, welke onbillijk is, daar ook het Rijk er belang bij heeft, dat de categorien i>., C. en D. behoorlijk geholpen worden, dat volgens de verdere bepalihgen der rege ling, als het Rijk steun verleent, aan die men- schen uitbetaald moet worden: A. aan gehuwden en ongehuwde kostwinners 11 per week, benevens 1,20 per gezinslid boven de 2 personen, tot een maximum van 10 personen, B. voor kostgangers 8 per week, dat steun van gemeentewege in elk geval niet kan uitbljjven, dat evenwel van de gemeente, wanneer deze het voile bedrag betalen moet, te zware offers worden gevraagd, zoodat dan ook de bedragen der uitkeering verlaagd moeten worden, dat het hem gewenscht voor komt, die uit- keeringen slechts voor een bepaalden termijn te verleenen. Gehoord een voorstel van burgemeester en wethouders, besluit: met ingang van 2 Januari 1922, 1. aan de categorien A., B., C. en D. steun te verleenen op de basis als in bovengenoemde circulaire is aangegeven, wanneer door het Rijk voor alle categorien 50 wordt bijgedragen, 2. aan de categorien B., C. en D. den na- volgenden steun te verleenen en aVan tot en met 3 Juni 1922, wanneer door het Rijk niets wordt bijgedragen, a. voor gehuwden en ongehuwde kostwin ners 8 per week, benevens 1 pev gezinslid boven de 2 personen, tot een maximum van 10 personen, b. voor kostgangers 6 per week, 3. bij den Minister van Binnen! andsche Za ken er ernstig op aan te dringen ook voor de sub 2 genoemde categorien eene bijdrage te verleenen van 50 in de kosten. De heer NOLSON drukt er zijn spijt over uit, niet te kunnen meegaan met het voorrtc-1 van burgemeester en wethouders, althans niet voor wat betreft de werkloozen ingedeeld onder B., C. en D. Hij apprecieert de voorstellen tot bezuiniging met het oog op den financieelen top- stand der gemeente, doch deze mag niet plaats hebben ten koste van een categorie van men- schen, die daardoor in de misere komen. Ret voorstel beteekent voor die categorie een be zuiniging van 25 Bezuiniging is noodig, doch niet op hetgeen die menschen voor hun onderhoud noodig hebben. De cijfers, die door den Minister zijn aangegeven van /II voor een gezin plus 1,20 per kind, Ijjken mij de uiterste grens, Het is jammer, dat de gemeen te ondersteunen moet en er wordt ook dikwijls in 't publiek gezegd, dat de werklui liever om steun gaan dan te werken. fir zal ongetwjjfeld onder het koren ook wel kaf zijn, doch ik kom door mijn bedrijf in aanraking met vele werk- menschen en ik kan u verzekeren, dat 90 r'r liever gaat werken. De bedragen, die door den Minister zijn vast- gelegd op 11 en f 1,25, vormen een grens en dat is voor een gezin met 4, 6 of 10 kinde ren een maximum van 14,50 per week. Dit is ter nauwernood voldoende om van te kunnen bestaan. Ook die onder A. kunnen maar een maximum van ^5,60 trekken. Ik heb gezegd de mees- ten gaan liever werken, doch er moet werk zijn en dat is er niet; niet alleen hier, doch in geheel ons land, in Europa en in geheel lie wereld. Ze kunnen het niet gaan zoeken, ner- gens is werk. De steunregeling zal m. i. kosten voor de menschen onder a 10.000 per jaar en voor die onder b, c en d ook circa 10.000, dat is 20.000. Deze regeling zal ongeveer f 2500 a 3000 meer kosten dan die voorgesteld door burgemeester en wethouders. Ik herhaal nog- maals, dat ik overtuigd ben, dat bezuiniging noodig is, doch voor dat bedrag moet men de menschen toch niet in eilende laten komen. Ook ben ik overtuigd, dat het niet opgaat de belas- tingbetalers nog eens 20.000 meer te laten betalen. Ik stel daarom voor te trachten op de begrooting zooveel mogelijk te schrappen, dat- gene, wat niet noodzakelijk is. Ik nam een to- taal van 20.000. Op de begrooting' is, geloof ik, uitgetrokken 3000. Er staat ook ruim 5000 uitgetrokken voor herbestrating der Nieuwstraat. Schrap dien post tot betere jaren komen. Er zijn misschien nog andere posten, die verminderd kunnen worden. Mocht blijken, dat niet voldoende op de begrooting kon ge- schrapt worden voor de ondersteuning, kan dan niet geleend worden? Het betreft toch een crisisuitgave. We hebben toch ook geleend voor de distributie. Ik stel voor, voor de categorie B, C en D de cijfers van den Minister van 11 en 8 over te nemen en ga accoord met uw voorstel om alle pogingen aan te wenden bij den Minister tot het werkrijgen van een toelage ad 50 De regeering kan ook wel 10 a 20.000 gulden betalen. De Minister heeft aangewezen welke veree- nigingen in aanmerking komen. De vereeniging „Voorzorg" is echter niet door den Minister genoemd. Ik vertrouw, dat burgemeester en wethouders wel de noodige stappen zullen doen om ook die te doen deelen in de ondersteuning. Burgemeester en wethouders stellen ook voor de steun te vei'leenen tot 3 Juni 1922. De Minister stelt toch voor, voor het geheele jaar? Mij dunkt, mijnheer de voorzitter, dat u niet het recht heeft. dit te wijzigen; trouwens wan neer er werk komt verandert de ondersteuning automatisch. Is die veranderde toestand op Juni niet ingetreden, dan moet u dus doorgaan, met steunen. De arbeiders onder D.t zijn de niet-georgani- seerden. Nu doet zich het geval voor, dat er zijn van ouder dan 60 jaar, die altijd werken als er werk is en waar bij de organisaties de grens 60 jaar is, wensch ik degenen boven de 60 jaar ook onder die categorie te brengen en de limite uit te breiden tot 65 jaar. Is het nu niet mogelijk productieve werken te laten ver- richten? Deze schijnen hier moeilijk te vinden te zijn. Toch zouden er werken kunnen worden uitgevoerd; ze zijn misschien wel niet a.bsoluut noodzakelijk, maar zouden toch verbeteringen brengen; b.v. een voorziening voor water op Java, in de Donze-Visserstraat, Verbindings- straat, misschien ook in de Dijkstraat en de Axelsche straat; dan het omhalen van den dijk aan de Scheldekade. Als dat kon gebeuren, ver- mindert de werkeloosheid. De heer Van Cad sand heeft gewezen op brandputten te Driewe- gen. Mocht dit niet kunnen, dan zal ik toch voorstellen 11 en 8 gulden aan te houden. De heer DE MEIJER vraagt in hoeverre de betaling kan geeischt worden van het rijk, daar de gemeente niet in staat is, de volledige on dersteuning te verleenen. De VOORZITTER zegt, dat de minister zal letten op den socialen toestand waarin wij ver- keeren. De heer HAMELINK betoogt het voorstel met verdeelde instemming gelezen te hebben. Ik ben het eens, aldus spreker, waar gezegd wordt, dat de menschen onder B, C en D niet aan hun lot kunnen worden overgelaten. Ik wil den nadruk leggen op het feit,' dat de Minister een categorie de dubbel uitgetrokkene van den steun heeft uitgeschakeld, deze menschen moe ten nu weder het loodje leggen. Het kon den Minister toch ook wel duidelijk zijn, dat in deze gemeente meer werkeloosheid heerscht dan in andere gemeenten. De regeering heeft gezegd, dat er heel bij- zondere redenen moeten zijn om in aanmerking te komen voor steun voor de categorien B, C en D; doch z. i. moest Ter Neuzen toch voor deze steun in aanmerking komen. De regeering heeft destijds gezegd, er zal geen honger worden geleden en het spjjt me, Hat burgemeester en wethouders toch nog op de eilende dezer menschen moeten bekorten ten koste van versehillende hunner kinderen. V - jJen Russische kinderen opnemen en onze eigen kinderen tot ondervoeding brengen. Daar komen wij tegen op. Het doet mij ge- noegen, dat ook van den overkant daartegen cp wordt gekomen. Zeker, als wij werk kunnen vinden is, dat beter dan steunen, doch wij zijn niet in de ge- legenheid om werk te verschaffen. Het zijn voomamelijk de grondwerkers en de onge- schoolden die crisisslachtoffers zijn. Deze te trachten in nog slechtere omstandigheden t" brengen, daar protesteer ik tegen. W at betreft de personen boven de 60 jaren spreker wil die ook gaame helpen doch al:; een dergeliik voorstel wordt opgenomen in het voorstel, dat voor ons ligt, dan zal de Minister geen steun daarvoor verleenen. Hij zou dan ook willen voorstellen daarvan een afzonderliik voorstel te maken. Wij moeten ons toch houden in den geest van den Minister. De heer GEELHOEDT voert aan dat, toen deze zaak door burgemeester en wethouders behandeld is, daze voor een inoeilijkheid stond. Het was n.l. de vraag, hoe komen we aan de noodige middelen, vandaar dit voorstel. Hij ge~ looft thans evenwel ook, dat daar op de begroo ting zooveel mogelijk te besnoeien, de meer dere gelden wel gevonden zul'en kunnen wor den zonder verhooging van den belastingdruk In vc-rband daarmede kan hij met het voorstel van deh heer Nolson wel mede gaan. De heer VAN DRIEL: Als voorzitter van de afdeeling alhier, ben ik met deze materie goed op de hoogte. In eer onlangs te Rotterdam ge houden vergadering is gebleken, dat de Minis ter meer verzoeningsgezind is. De termijn van 78 dagen zal waarschijnlijk worden teruggebracht tot 60, zoodat dan het meerendeel weer spoedig onder de werkeloo- zenkas zal vallen, waardoor de uitkeering ver minderd wordt. De heer DE MEIJER is er eensdeels abso- luut van overtuigd, dat voor sommigen onder steuning noodzakelijk is. Het spijt hem echter anderdeels, dat we zoo slecht in de financien zitten. Voorts betoogt spreker, dat controle op de steunverleening, z. i. zeer noodig is. Het is toch weer gebleken, dat een groot gedeelte van hen, die moeten ondersteund worden, geld ge- noeg hebben om een bezoek te brengen aan tip bioscoop. Nu wil hij daarmede niet te kennen geven, dat hij er tegen is. dat die menschen eens wat genieten, doch wil er alleen maar fie aandacht op vestigen, flat het juist die men schen zijn, die hun centen beter in de huishou ding zouden kunnen gebruiken. De heer VAN HASSELT meent, dat het hier besproken onderwerp een der moeilijkste vra- gen aanroert. Natuurlijk kan men het nimmer laten komen tot den ondergang van zijn mede- menschen doch aan den anderen kant moeten de fondsen voor hunne ondersteuning' benoodigd komen uit de zakken van de belastingbetalers, wien het onverschillig kan zijn of zij die fond- sen aan de gemeente dan wel aan het rijk moe ten opbrengen. Steunverleening in dezen vorm gaat altijd ten behoeve van een gedeelte der bevolking, doch tevens ten koste van een ander deel. De heer Nolson wil ter bestriding van de kosten, deze als crisisuitgaven beschouwende, overgaan tot leenen. Men heeft in alle oorlogs- jaren niets anders gedaan, niet in 't bijzonder hier in Ter Neuzen doch in geheel ons land en waartoe heeft het geleid tot een reeds grooter wordende geldcirculatie tot een steeds meer steunen op bankcrediet en tot de door ieder ge- vreesde inflata. Men kan de belastingschroef niet ongestraft blijven aandraaien ook aan de capaciteit van het kapitaal, van de belastingbetalers in er- geren zin, is een eind. Bovendien is het einde der malaise nog niet te zien. Zjj kan vier, vijf, zes jaren of langer duren en men kan toch niet blijven leenen Men kan hoe langer hoe meer geld opbren gen voor een deel der bevolking, maar men wordt niet zoozeer individueel doch ais natio hoe langer hoe armer doordat de waarde, de koopkracht van ons ruilmiddel steeds verlaagt. Spreker is het eens met de heeren Nolson en Hamelink, dat de genoemde bedragen niet vol doende zijn, met den heer De Meijer betreurt hij het wanneer door steun verkregen geld ver- keerd wordt uitgegeven. Genot moet zelf ver- diend zijn. Nu zegt de heer Nolson: laten we bezuinigen en de verbetering van de Nieuw straat schrappen, doch men kan toch met ja- renlang alle noodige reparatiekosten schrap pen. De heer Nolson weet evenals spreker wel, dat uitstel ten dien opzichte emstige verzwa- ring van kosten met zich brengt. Wat de werk- verschaffing betreft door den heer Nolson voorgestaan juicht spreker die toe in zooverre zij op de moraliteit van de nu uitkeeringtrek- kenden een heel wat beter invloed zal hebben dan de geestdoodende wandeling twee maal daags naar de Arheidsbeurs, doch wanneer wi de werkgelegenheid kunstmatig gaan scheppen vordert zij alweer van de belastingbetalers veel grootere offers dan werdedigbaar is. Het is uiterst moeilijk tusschen de belangen van hen die uitkeering behoeven en hen die ze betalen moeten de grens te trekken doch spreker meent, d-t burgemeester en wethouders die grens in hun voorstel tamelijk wel hebben be- reikt en zou willen adviseeren aan de voorge- stelde bedragen geene uitbreiding te geven en tot 3 Juni a.s. te zien hoe de regeling werkt. Mocht -zich de vrees van den heer Hamelink realiseeren die den ondergang van de aldus bevoordeelden voorspelt, daar is tusschentijds nog altijd in te grijpen. De heer NOLSON wil graag aan het verzoek van den heer Hamelink voldoen en zijn voorstel betreffende de 65jarigen uitschaikelen. Ik heb met aandacht geluisterd naar den heer Van Hasselt en vraag mij af: waarom doet hij geen ander middel aan de hand? De vraag is, moe ten we het doen behoorlijk of onbehooiiijk. We moeten heusch niet wachten tot 3 Juni om to weten of de menschen kunnen toekomen met het bedrag. We moeten toch den put n; t dem- pen als het kalf verdronken is. Was het een royaal bedrag, dan zou ik zeggen, de heer V i Hasselt heeft gelijk. Of er veel naar de cinema gaan weet ik niet, doch ik geloof, dat, als men 11 in de week verdient, men niet veel naar de cinema zal loopen. De heer Van Hasselt zegt de menschen worden armer; zeker. Ik ben ook niet voor opdrijving der belasting; maar zouden de belastingbetalers dezelfde eilende willen lij- den? De heer Van Hasselt twijfelt of we kun nen leenen. Ik niet. De gemeente heeft nog al- tjjd geleend voor het steun-comite. Leenen is geen gezonde financieele politiek, dat ben ik met u eens, doch voor crisismaatregelen moet men altijd leenen. Ik vraag mij af, wat is hoofdzaak, publieke werken uitvoeren of ondersteunen en dan ge loof ik, het laatste. De heer Van Hasselt heeft een mooi overzicht gegeven over den toestand in het geheele land. De geheele natie moet ech ter wat weten af te staan voor hen, die abso- luut te kort komen. Ik ga niet mede met hem om de cijfers van burgemeester en wethouders ovar te nemen De heer HAMELINK: Hot verwondert m;: niet, dat er over de bioscoop gesproken zou worden. Dat is de gewoonte. Het eerste motief is dus de voile bioscoop. De he^r Vap Hasselt INGEZONDEN MEDEDEELINUhN Voorkomt ontsteking, Huidkwalen als uitslag, eczema, kloven, puis- ten enz. breiden zich vaak uit ais gevolg vaa ontsteking. Voorkomt dit door de plekken te wasschen en drogen, en daarna Foster's Zalf aan te wenden, die de ontsteking tegengaat, ue au.igedarie dieien nee It en de huid volkomen blank inaakt. Prijs 1.75 per doos, aiom ver krijgbaar. i.- - -- ,Pnt >rll mi mi nnaa hiimimi zegt, het steunen gaat ten koste van een an der. 't Is toch niet te veel gevraagd van men schen, die het betalen kunnen, anderen voor ondergang te behoeden? Die menschen hebben reeds een stuk van hun leven gegeven, omdat hun kinderen ten onder gaan. Zoo gaat men moreel achteruit. De heer Van Hasselt zou er voor te vinden zijn, de zaak eens af te zien tot 3 Juni. Heeft hij er wel aan gedacht, wat er geburen zal, wanneer blijkt, dat er dan reeds menschen van honger zijn gecrepeerd en de tu- berculose talrijke slachtoffers zal hebben ge maakt Dat moeten wij zien te voorkomen, want een ontstane ziekte tegen te gaan, kost veel meer geld. Het doet mij genoegen te hoo- ren, dat andere heeren protesteeren tegen het geen gezegd is over de bioscoop. Een instelling waarvan volgens de algemeene opvatting zoo veel opvoedende kracht uitgaat, moet dien men schen onthouden worden. Ja, ja, zelf reizen de heeren en zien de wereld; datzelfde kunnen d<. menschen nu in de bioscoop zien voor 30 cen ten, doch dat zou niet mogen. Zij willen wel genieten van het mooie, maar de arbeiders moeten maar armoede lijden. Daar protesteer ik krachtig tegen. De heer VAN HASSELT den heeren Nolson en Hamelink beantwoordendej zegt, dat het hem spijt, dat zij hem verkeerd begrepen hebben. Het is niet sprekers bedoeling geweest het be lang van het individu-belastingbetaler te be- hartigen, doch om erop te wijzen, dat collec- tief genomen, het kapitaal niet overbelast moet worden, omdat zulks voor de natie een even groote ramp is als het niet voldoende steunen van den arbeid. Zeker, de belastingbetalers be- vinden zich nog aan den gelukkigen kant, om dat zij voor hun medemenschen nog wat over kunnen hebben en spreker persoonlijk die een vast tractement geniet, is gaarne bereid voor onvermijdelijke uitgaven het zijne bij te dragen doch men moet niet vergeten, dat er na de ma laise straks voor den wederepbouw van de maatschappij twee factoren moeten medewer- ken arbeid en kapitaal. Gaat men de eerste door ondervoeding door niet voldoende in stand houden uitputten, de herleving van de welvaart zal er door worden belemmerd, de natie in haar geheel eronder lijden. Gaat men echter de tweede te veel belasten, het kapitaal door te zware belastingdruk uitputten, de herleving van de welvaart zal er evengoed door worden belemmerd de natie in haar geheel er evenzeer onder lijden. Daarom zeide spreker, dat er een grens is aan de betalingscapaciteit van het ka pitaal, niet in het klein van den belastingbe talers, doch van het geheel, als noodzakelijke factor voor het herstel en de heeren moeten spreker dan ook niet voor de voeten werpen, dat hij alleen op -het belang der belastingbe talers let. Burgemeester en wethouders hebben naar sprekers overtuiging de bedoelde grens zoo nauwgezet mogelijk benaderd. De heer COLSEN kan zich met het voorstel van burgemeester en wethouders vereenigen. Hij meent, dat den heer De Cooker een woord van lof toekomt voor zijne bemoeii'ngen tot het in het werk stellen van een aantal arbeiders op de Cokesfabriek. Wat heeft de S. D. A. P. echter gedaan; die heeft een vergadering ge houden en naar aanleiding daarvan hebben ve- len de cokesfabriek weer verlaten. Ze hebben niet gerespecteerd, dat ze op Sluiskil kunnen werken en nu worden anderen aangenomen. Het spijt hem, dat burgemeester en wethouders die vergadering hebben toegestaan. De heer NOLSON merkt op, dat hij den heer Van Hasselt niet heeft verweten, dat hij de belastingbetalers stelt boven de arbeiders. Hii heeft alleen willen zeggen, dat die nog wel wat kunnen dragen. In Den Haag moeten ze meer spaarzaam zijn. De VOORZITTER meent de debatten te moe ten sluiten. Hij wil echter een ding recht zet- ten. Er is door alien gesproken geworden over steun. Wij steunen echter niet, doch geven een bij slag. Dat wil zeggen, dat de menschen die wij steunen, de som moeten offeren van 1. Zij getroosten zich het grootste offer. Ook geldt het niet alle arbeiders. Het is hier een speciale plaats, die het meest wordt getrof- fen door den oorlogsnoodtoestf"'1. Het betreft steun aan een groep van menschen, die niet kunnen helpen, dat ze in Ter Neuzen wonen. De vraag is, zullen we meer geven of minder. Toen burgemeester en wethouders d't bespra- ken hadden ze geen overzicht ovev de cijfers. Als wij nagaan wat de heer Van Driel gezegd heeft, dan is het de vraag of we den steun zul len moeten blijven geven. Automatisch komen die menschen dan weer terug onder de werk- loozenkas. De heer Van Hasselt heeft een heel mooi betoog gehouden, doch ik ben het niet met hem eens waar hij zegt, het is gelijk of nn het Rijk of de gemeente het betaalt. Dat Is niet juist. Spreker noemt nu versehillende plaatsen waar allemaal zeer kapitaalkrachtige menschen wonen, die niemand hebben te steu nen. Het is toch billijk, dat zij door het R;" steunen? Overigens vindt hij de theorie van den heer Van Hasselt volkomen juist. De heer Treub heeft dezer dagen geschre- ven, dat zoolang Frankrijk vasthoudt aan de eischen van de vredesvoorwaarden en men houdt zich in Duitschland armer dan in wer- kelijkheid het geval is, komt er geen verbete ring in den toestand. Als er in den Raad een meerderheid te vinden is voor hoogere uitkee ring, dan treft die meerderheid geen verw;;t We hebben berekend, dat we hier en daar wat kunnen besparen. Vermoedelijk hebben we ook nog 1500 terug te ontvangen van de am- barhtsschool, enz. Als u nu begrijpt. dat een groot gedeelte der menschen automatisch over- gaat naar de eerste categorie, dan kunnen wij het wel over laten aan den raad. Het voorstel van den heer Nolson, om ook aan de cat orien TV, C. en D. den steun t" verleenen die verstrekt wordt ran de categorie A komt in stemming en wordt verworpen met 6 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Nolson. Hamelink. Van Driel en Geelhoedt; tegen stemmen de heeren Van den Ouden, Van Cadsand, De Meijer, Colsen, Van Hasselt en De Jager. Het voorstel van burgemeester en wethou ders wordt aangenomen met algemeene stem- men. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 3