ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Levert de fijnste soorten HONINGKOEK.
No. 7254
Vrijdag 27 Januari 1922.
70e Jaargang.
STRIJD TE&EN MISDAAB.
Stoom-y Koek- &,Beschuitfabriek
„ST. ANTOINE",
Jan Ligthart's opvoed-
kundige beginselen.
FEUILLETON,
:r, b c L A HVE IEL
BINNENL AND.
Opslagplaats voor Ter Neuzen en Gm&trekenFirma Wed. A. H. DONZE,
Had hij ze eigenlijk wel? Laten wij dit
eerst mogen zeggen, dat als hij ze had
deze opvoedkundige beginselen zoo dicht,
z6o nauw samenhingen met heel zijn per-
soonlijkheid, dat zij feitelijk buiten-hem-om
toch niet kunnen bestaan, en nauwelijks meer
waarde hebben dan uit historisch oogpunt.
Zijn beginselen toch waren zijn eigen diep-
ste. innerlijkste gevoelens. Met betrekking
tot Lighart's leerplan heeft tenminste ■Prof.
Casimir geschreven in een van die mooie in-
leidingen der uitgaven van Ligthart's wer-
ken voor het Cornite: „Het verwijt is ge-
grond, dat zijn leerplan staat en valt met
zijn persoon." Ik geloof ook vervolgt
Casimir dan dat de wijze, waarop hij het
uitgevoerd heeft, de tintelende bezieling, die
hij in zijn lessen gelegd heeft, moeilijk door
een ander zullen kunnen worden nagevolgd.
Slechts bedenke men, dat dit geldt van eike
methode." Zijn dan Ligthart s opvoedkun
dige beginselen nadere beschouwing en
overweging nog wel waardr Zijn zijn lessen
nipt met hem weggevallen? Voor een deel
misschien wel, voor een grooter deel echter
gelukkig niet, omdat Ligthart's onderwijs en
beginselen voortleven in hen, die (al is het
dan maar eenigszins) met hem gelijkge-
stemd en gelijkgezind zijn.
Een systeern, een stelsel had Jan Ligthart
niet. H"ij zelf vertelt ergens van een streep-
jes-meester, die in zijn kast een klein
schrijfboekje had met een potlood. Er. als
er nu eens een jongen erg lastig of ondeu-
gend was, nam hij hem mee naar die kast.
Dan schretf hij den naam van den overtre-
der in het boekje. En dan zei hij niets anders
dan: „Pas op, dat het geen driemaal wordt."
Dat middel hielp verbazend. De jongens
kwamen zoo onder den indruk van dat eene
streepje achter hun naam, in dat kleine
boekje in die kast, dat ze wel zorgden, geen
tweede streepje te krijgen. En nog nooit
had er een, ook al was hij bij andere mees-
ters een doodgestrafte deugniet geweest, een
derde streepje bekomen. De gang naar de
kast was als een gang naar het schavot.
Maar nu was er een collega van dien
streepjes-meester, die van dit prachtig suc-
ces hoorde. Ook hij had lastige jongens in
zijn kias, heel vaak zelfs. En die te kunnen
bedwingen met een enkel potloodstreep]e
dat leek hem bizonder gemakkelijk. Hij
schafte zich dus 66k een klein opschrijf-
boekje aan, legde dit met een potlood in de
kast, en nam bij de eerste gelegenheid de
beste een bengel mee naar de kast. En ter-
wijl hij zijn naam dan opschreef en eSn
streepje zette, zei hij niets anders dan: ,,Pas
op, dat het geen driemaal wordt!" Maar
het werd al spoedig tweemaal en driemaal
en vijfmaal en tienmaal en twintigmaal. Er
kwam een 'neele rij namen in het boekje, en
achter iederen naam zag het zwart van de
streepjes. 't Werd een wedstrijd onder de
jongens, wie de meeste streepjes halen zou.
En de gang naar de kast was als een gang
naar een epfetribune, waar de gouden me-
daille werd uitgereikt.
O, wat werd toen deze collega boos op
dien streepjes-meester! Hij vond, dat die
kerel een praatjes-maker en een kwakzalver
was. Zoo'n streepje achter den naam hij
noemde het nu: klinkklare onzin. Hoe be-
spottelijk, dat hij er nog e£n oogenblik aan
geloofd had! Een kind kon toch wel begrij-
pen dat zulke bengels niets om een streepje
zouden geven, om een streepje in een
boekje! En daarom begon de booze, teleur-
gestelde collega maar weer met klappen-
uitdeelen. Evenwel, zonder dat ook dat
hielp. Want zegt Ligthart „de slagen
waren in deze hand even machteloos als de
streepjes."
Wat Ligthart met dat verhaaltje bedoel-
Als hij er in, loopt, dan deelen wij santen
als goede kameraden.
Dat wil ik niet afslaan.
Op hetzelfde oogenblik trad een boer
binnen.
Hij ging tegenover Castro zitten en zoo,
dat Fifi hem slechts van terzijde zien kon,
terwijl hij naar achteren riep:
Breng mij eens een pintje bier!
De kastclein snelde toe, bediende zijn
nieuwen tdant kwam daarna weer bij Cas
tro en gaf hem den ring terug terwijl hij
zeide:
Ik zal't toch maar niet doen.
Zooals je wilt, zei Castro, maar je laat
je een voordeelig zaakje ontgaan.
Vervolgens wees hij naar den boer, in
wien de lezer zeker reeds Milloc zal her-
kend hebben.
Heeft mijnheer soms idee? vroeg hij.
Ik heb "een mooien gouden ring te koop
voor 10 francs, 't is te geef.
Ik heb wel verstand van graan en van
vee, zeide de boer, maar niet van gouden
ringen.
Toch nam hij den ring van Castro aan,
draaide hem in zijn hand om en om en
bekeek hem van alle kanten.
Vraag het maar eens aan dien mijnheer
daar, hernam Castro, op Fifi wijzende, hij
zal u wel zeggen of het echt goud is.
Het keuringsmerk van de Munt staat er
op, zeide Fifi bedaard.
de? En wat wij er mede bedoelen, dat wij
't hier oververtellen? Dit, dat een stelsel, een
mooi systeern, niets beteekent buiten-den-
man-om, die het toepast. Zoo heeft ook Ligt
hart ons geen systeern nagelaten, maar als
wij zijn beginselen willen verstaan, zullen wij
ergens anders moeten zoeken.
Zijn beginsel, zie, dat was hij zelf. En wie
was Ligthart dan? Wij geven hier nu geen
levensgeschiedenis van hem, die kan men
elders wel vinden. Wij geven alleen een in
druk van zijn persoonlijkheid, zoo als wij
hem hebben gezien en gehoord. leder, die
hem voor't eerst ontmoette-, zal wel aanvan-
keiijk met ons hebben gedacht: Is dat nu
Jan Ligthart? Is dat nu de man van zoo
grooten invloed, van zoo veel naam en faam,
de veel-geliefde, maar ook zeer tegengesta-
ne, de man, die een en ander maal Zweden
bereisde en daar hartelijk toegejuichte
spi eekbeurten vervulde? Wij willen dan al-
tijd imposante figuren, zware stemmen,
brute woorden. Bij Ligthart niets van dat
alles. Eert en al zachtheid en teerheki,
een-en-al eenvoud, in zijn kleeding en op-
treden, in alles; voorts: absoluut waar, niets
spaiend, niemand sparend, maar allerminst
zichzelf, een man, die kinderen aantrok, en
die naar kinderen werd heengetrokken, en
tenslotte zoo door-en-door godsdienstig,
innig vroom, kinderlijk vroom.
Wie nu Ligthart's opvoedkundige begin
selen wil kennen, die bedenke, hoe al deze
karaktereigenschappen de opvoedkundige
beginselen zijn van den man, dien Dr. Ger-
reisen „absoluut moreel" heeft genoemd.
Van elk dier vijf beginselen willen wij nu
iets zeggen.
Zacht, niet slap. Ligthart heeft eens ge-
vraagd: Hoe zullen wij opvoeden? Met
hardheid of met hart'elijkheid? De meeste
(zoogehaamdd)' opvoeders willen het met
hardheid winnen. Ligthart heeft het gewon-
nen met hartelijkheid. Vraag toch alleen her
redelijke, vermaant Ligthart, en hij wijst er
ons op, hoe wij, met allerlei dwaze en hoogst
willekeurige geboden en verboden, meestal
zelt de veroorzakers zijn van der kinderen
ongehoorzaamheid. Laten wij toch alleen
het redelijke vragen, en daarmede reeds be-
ginnen bij de wieg. Kinderen zegt hij er
gens Zijn geen levende poppen, zij hebben
geen ,,zaagselziel". Laat ze toch spelen in
den tu'in, als ze dat graag willen*. Zij willen
een kuil graven, laat ze. Ze willen er water
in sleepen, laat ze. Ze willen er seheepjes m
doen zeilen, laat ze. Wat steekt daar nu
toch in's hemels naam voor kwaad in? Ma-
ken ze hun kleeren vuil? Geef ze dan een
oude plunje aan. Krijgen ze natte voeten?
Gooi de kousen dan, uit en laat ze op hun
bloote pootjes scharrelen. Of trek ze klom-
pjes aan. Maar neen, wat zou juffrouw O
of mevrouw X wel zeggen, als ze op bezoek
kwam, of dat zag uit een raam? En zoo
worden dan onze kinders opgeofferd aan
de meening van buren of vriendinnen! „Voor
ons plezier trekken wij de kinderen mooie
kleeren aan, nemen ze mee hier of daar heen,
en daar moeten ze binnen de perken blijven.
Laten wij denken aan hun plezier, en niet
aan het onze. Niet aan de inwilliging van
al hun verkeerde neigingen, maar aan de
bevrediging van al hun gezonde, zuivere,
zedelijke, echt kinderlijke behoeften. Offer
daaraan gerust wat tuinongerechtigheid op.
Dwing ze niet binnen uw fatsoencirkel, maar
geel ze, geef ze met uw voile hart en met
blijde liefde hun eigen wereldje, zoover uw
middelen dit veroorloven. En gij zult eens
zien, hoe ge uw gaven met woeker terug-
krijgt."
Zacht, maar niet slap. Kleine baasjes
groeien op tot groote", zegt hij. Voor som-
mige daden is dan ook bij hem geen genade.
Als men dus soms mocht denken, dat Ligt
hart tegen een krachtig optreden zou zijn
geweest, dan bedenke men, dat dit beslist
onjuist is. Neen, zegt hij, integendeel ,.het
zijn alleen krachten die krachten kunnen be-
Hebt u daar dan verstand van? vroeg de
boer.
Ik ben goudsmid van mijn vak, ant-
woordde Fifi op onverschiltigen toon.
Waarop Castro vroeg:
In een groote zaak?
Froment-Meuvure.
Graveur?
Neen, winkelbediende.
Zoo.
Maar ik ben niet alleen winkelbediende,
ik ben ook werkman.
Welzoo, zeide de boer, dat treft bijzon-
d'er, want ik heb juist een gouden ketting,
die gerepareerd moet worden.
Haastig vroeg Fifi:
Mag ik dat voor u doen?
W elzeker.
Hebt u 'm bij u?
Neen, thuis en als mijnheer zoo goed
wil zijn om met mij mee te gaan.
Is 't ver?
Op de Prefectuur van Politie.
Fifi sprong op.
Hij keek beurtelings den boer en dep
werkman aan en moest bij zichzelf erken-
nen, dat hij er in geloopen was en dat er
nu, ten minste voor het oogenblik, geen
kans was om hen te ontsnappen.
Tegelijkertijd scheen hij hen, althans den
boer herkend te hebben, want hij fluisterde
hem toe:
Milloc, deze slag is jou, ik kan niets an
ders doen dan mij overgeven.
De detectieve betaalde de vertering en
met hun drieen verlieten zij den bierkelder.
Om opschudding te vermijden wilde Mil
loc niet Fifi de boeien aan doen, vertrou-
wende dat het hem toch nu niet meer zou
gelukken te ontkomen.
dwingen." Alleen moeten wij kracht niet ge-
lijk ach'ten aan hardheid. „Men kan ijs kapot
hakken met bijlen. Dan verbrijzelt men den
vorm. Het kan ook smelten zonder zonne-
schijn. Dan verdwijnt het in zijn wezen."
Niet slap, maar wel zacht. De moeder van
Andr6e Duvean heeft hij het goed geleerd,
dat er nog wel andere opvoedingsmiddelen
zijn dan het klassieke pak slaag, ook al gaf
zij haar jongen dan daarna n6g meer kussen.
Ligthart heeft haar geleerd haar kind mee
te laten werken. 't Kind werd alleen maar
vervelend van verveling.
Zachtheid wint het. H *eft dat ook niet ons
geleerd Hij, die gezegd heeft: „Leert van
mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van
hart"?
Nederigheid, eenvoud, dat is het tweede,
wat wij zagen in Ligthart. Eenvoud, dat is
ook zijn tweede opvoedingsbeginsel.
Een van die woorden, die ons, als we ze
eenmaal maar goed gehoord hebben, nooit
meer uit de herinnering gaan, is Ligthart's
gezegde: „opvoeden is tertslotte uiterst een-
voudig." Haast bladzijde op bladzijde, en
in zijn Opstellen en in zijn prachtige Jeugd-
hetmneringen, geeft hij daarvan de treffend-
ste voorbeelden en bewijzen. Wij geven
slechts een citaat. Eigenlijk" (Verspr. Op
stellen I. 133) „is niet alleen de opvoeding,
maar het geheele leven drjod-eenvoudig. We
behoeven geen godgelecrde of wijsgeerige
stelsels door te werken, om de levenstaak
te begrijpen. Die taak ligt voor ieder kfaar.
De eenige vraag is: Wilt gij uw offers bren-
gen? Maar die vraag komt neer op dezen
eisch: Verloochen uw eer, uw roem, uw
voordeel. uw zinnestreeling, uw gemak. En
dat is wel eenvoudig, maar tevens buitenge-
rr.een moeilijk. Dood-eenVoudig beteekent
echter niet dood-gemakketijk. Juist dat dood-
eenvoudige vordert vaak alles van ons. En
daardoor is het zoo uiterst moeielijk. Geen
vooruitgang zonder persoonlijke offervaar-
digheid."
Ligthart is voor eenvoud, hij was dus na-
tuurlijk ook voor vereenvoudiging. Hij be-
grijpt bijvoorbpeld niet, waarom de jongens
op school niet altijd 'n passer zouden mogen
gebruiken en een woordenboek en een atlas.
Hij zou graag hebben, dat de kinderen alien
goed leerden een spoorboekje te gebruiken.
En dan zou al die veelweterij gerust achter-
wege kunnen blijven. Dus is hij er ook sterk
voor om niet allerlei ingewikkeld en duur
speelgoed den kinderen te geven, maar pleit
hij er vaak met warmte voor, dat we onzen
kinderen hun eigengemaakt speelgoed en
hun eigenverzonnen spelletjes zullen gun-
nen. En nu tenslotte nog een heel eenvou-
dige waarheid: Opvoeden is niets anders
dan: zichzelf overbodig maken. Elke op-
voeder of opvoedster od school of in huis,
die dit bedenkt, behartigt ook eenvoud, is
eenvoudig en maakt eenvoudig, en vergeet
niet die behartigenswaardige wenk van den
grooten Meester: ,,Indien dan uw oog een
voudig is, zoo zal geheel uw lichaam ver-
licht wezen."
Over de drie andere, door ons genoemde,
karaktertrekken en beginselen-van Ligthart
in een volgend artikel, over veertien dagen.
VLEESCHKEURINGSWET.
Bij Kon. besluit is gewijzigd het besluit
van 5 Juni 1920 tot uitvoering van de artt
18 en 25 der Vleeschkeuringswet.
PASSENVEREENVOUDIGING?
Naar „Het Volk" verneemt, is tegen 1
Maart aan verschillende beambten, te Roo-
sendaal werkzaam bij de controle van pas-
poorten, ontslag aangezegd. Het blad zegt
dat men hieruit afleidt, dat een nieuwe
vereenvoudiging der pas-formaliteiten op
komst is.
Hij bepaalde zich er toe, Fifi tusschen
hem en Castro in te nemen, terwijl zij hem
elk bij een mouw van zijn zwarte jas vast-
hielden.
Komaan, jongeheer Fifi Vollard, je moet
je maar in het onvermijdelijke schikken,
zeide hij.
Waarop Fifi lakoniek antwoordde:
Dat doe ik al.
En hij liep met gebogen hoofd tusschen
hen in.
Zij staken de kade over.
Toen zij Op de brug des Saints-Peres
kwamen, klaarde het gelaat van Fifi eens-
klaps op.
Hij wierp een meelijdenden blik naar
de 2 manneti, die hem stevig vast hidden
aan de mouwen van zijn jas.
Eensklaps sloeg hij heftig zijn armen
achterwaarts, wierp zich daarna met een
ruk vooruit en trok zoo zijn armen uit de
jas, die, naar men weet, hem veel te wijd
was en die nu achterbleef in de handen
van de 2 verblufte politiemannen, terwijl
hij in zijn overhemd van hen wegliep de
brug op.
In een oogwenk had hij het midden van
de brug bereikt.
Milloc, die al van dti vei'bazing was be
komen, snelde hem na onder het roepen
van:
Houdt hemHoudt hem
Reeds traden de voetgangers op de brug
hem in den weg.
Milloc zou hem weer grijpen.
Liever dood dan gevangen! riep Fifi
hem toe.
En met een aanloopje sprong hij over
de leuning van de brug.
Toen Milloc over de leuning keek, zag
hij hem juist in de Seine wegzinken.
J O H. [d. SftWDE-w. d. HEfJDEN, Tilbupg.
Grossiers en Winkeliers schrijft ons nog heden en wij maken U bemonsterde offerte.
Aanbevolen metken:
Gouden Helm - De Parel - Ideaal - Reclame Candij - Reclame Ontbijt.
KILOMETERKAARTEN.
In een te Amsterdam gehouden vergade-
ring, waar een negen- en dertigtal veree-
nigingen en lichamen uit Groningen, Dren-
te, Limburg en Zeeland vertegenwoordigd
waren en eveneens van meewerking van
de betrokken vereenigingen uit Friesland
bleek, is besloten, dat van de vijf genoem
de provincies uit een krachtige actie zal
worden op touw gezet om te komen tot
weerinvoering van de kilometerkaarten
waarvan de afschaifing ten groot ext-a _na-
deel is voor de bewoners dier provincies,
welke hen zwaar treft naast de gewone
verduring waaronder geheel Nederland te
lijden heeft.
Tevens werd in de bedoelde vergadering
besloten om stappen te doen tot opriching
van een geheel Algemeene Nederlandsciie
Reizigers-Vereeniging, die als vertegen-
woordiger der reizigers op de spoorwe-
gen, tramlijnen en stoombootdiensten door
het geheele land met de directies dier in-
stellingen overleg zal plegen over de be-
langen der reizigers en die zoo noodig
ook zal rekwesteeren en procedeeren om
zekere misstanden opgeheven te krijgen en
om aan het recht van den enkeling tegen
over deze groote lichamen meer nadruk
te verleenen.
Het secretariaat der bedoelde vereeni-
ging is voorloopig gevestigd O. Ebb.straat
44 te Groningen.
DE ZAAK VAN BEST.
„De Tijd" schrijft:
Nu mr. dr. J. van Best, zij het als no. 4
op de lijst Leeuwarden—Groningen—As-
sen is geplaatst, houdt dit de erkenning
in, dat hij niet onwaardig wordt geacht,
lid van de katholieke partij in de Kamer
uit te maken. Uit een kring der Nederland-
sche katholieke kiezers zelven wordt dus
de gedachte, die het 's-Hertogenbossche
Kieskringbestuur heeft geleid, openlijk ge-
desa voueerd. Te 's-Hertogenbosch im-
mers werd mr. dr. Van Best geweerd, te
Groningen is hij toegelaten, en deze toe-
lating werd op de vergadering van den
Algemeenen Bond, blijkens het Politick
Advies, eenstemmig bekrachtigd.
CENTRALE SCBIPPERSBOND.
De Oentrale Schippersbond heeft Maan-
dag j.l. te Amsterdam een vergadering ge
houden, waar de beer B. Worms, redacteur
van het Bondsblad ;/De Schipper" het in-
gediende wetsontwerp op de binnenvaart
behandelde. Een motie werd aargenomen,
strekkende om er bjj de Tweede Kamer
ten sterkste op aan te dringen, zoodanige
wjj'.igingen in bet wetsontwerp aan te
brengen. dat
le Alle bevrachtingen van het mas«a-
vervoer in de binnenvaart dienen te ge-
scbieden op de Rijksbeurren.
2e De bevrachtingen op de Rjjksbeurzen
plaats hebben volgens beurtregeliDg
Se De regeering in overleg met handel
en 8chippursorgani8aties tarieven zal vast-
stellen, welke bindend worden gesteld bg
de bevrachtingen.
NEIJTRAAL BLOK ALLER MIDDEN-
STAN DERS.
Bet Haagsche Correspondentiebureaa
meldt
Op een Zaterdag gehouden gecombineerde
bestuursvergadering der Amsterdamsctae
Neutrale Partjj en de Nieuwe Middenstanda-
partjj «s besloten om, onder nadere goed-
keuring van de beiae ledenvergaderingen,
samen te smelten in een nieuwe organisatie
onder den naam van Neutraal Blok alter
Middenstanders.
Bet voornemen bestaat om deel te nemen
aan de verkiezingen van de Tweede Kamer.
De heer D. Manassen, oud-lid van den
gemeenteraad van Ams'erdam en oud-consul
te Bakoe, is aangezocht om voor de partij
de eerste candidatunr te willen aanvaarden.
De heer Manassen heeft zich daartoe
bereid verklaard.
RIJKSMIDDELEN.
XXVII.
In het Dames-Zwembassin.
In een oogwenk waren honderde men-
schen samengestroomd op de kade en op
de brug des Saints-Peres.
Alien, over het water gebogen. den blik
gericht op het punt in de Seine waar de
ongeiukkige was verdwenen, wachtten in
spanning af.
Algemeen geloofde men aan zelfmoord.
Hoe had men kunnen aannemen, inder-
daad, dat een man zich van deze hoogte
in de rivier zou werptn, wanneer het niet
met de bedoeling was om den dood te
zoeken.
Toch waren er 2 mannen onder de me-
nigte, die van het tegendeel overtuigd wa
ren.
Milloc en Castro.
Zij kenden hun Fifi Vollard te goed om
niet te weten, dat in hem geen gedachte
aan zelfmoord zou zijn opgekomen.
Daarom waren zij dadelijk naar den
oever afgedaald waar zij een boot huur-
den en een roeier aannamen, om hulp te
gaan verleenen aan den ongelukkigen jon
gen man, in wien zij zulk een levendig be-
lang schenen te stellen.
Terwijl de boot naar het midden van
de rivier werd geroeid zeide Milfoc tegen
Castro:
Zooals alle Parijsche straatjongens kan
Fifi zwemmen als een waterrat, maar hij
is geen amphibie, hij zal dus weer aan de
oppervlakte van het water moeten ver-
schijnen. Dan Snellen wij toe en visschen
hem op, goedschiksof kwaads:h ks. Wat de
kaden hetreft, daar ben ik gerusit op, hij
zal zich daar niet kunnen redden, want die
staan vol menschen en er zijn ook eenige
De achteruitgang van 's Rijks middelen
is in December grooter geweest dan ver-
moed kon worden, schrjjft de ffNieuwe
Courant". Werd de vei wachting geopperd
dat 1921 hetzelfde totaal te zien zou geven
als 1920, deze verwachtmg is niet in ver-
vulling gegaan, door de 12.7 millioen ver-
minderiDg van December. Een somber
verschiet, inderdaad.
Was de vermeerdering in 1919, verge-
leken bjj 1918, f 79.680.019 98en die van
1920, vergelekeu bij 1919 f 110.711 627 93
bet jaar 1920 bracht in totaal op
f 439.623.590.96, tegen h°t jaar 1921
f438 021.692.24. Bet jaar 1921 is dosacbter-
gebleven bp het jaar 1920 f 1.601.898.72.
December 1921 bracht op de som
van f 38.405 872 22 December 1920
f 41.151 277.641/3 vermindering dtts
f 2 745.405.421/,-
Als vermeerderiDgsposten zijn te uo-
teeren inkomstenbeiasting d.L Decem
ber 1921 f 5.090 604.93 en December
1920 f 4.081.403 721/s, vermogensbelas-
ting resp. f 825 029 69 en f 715 278 09:
suikeraccpns resp. f 4.753.072.99 en
t 3.467 524wj^naccijns respectievelijk
f 429.937.93 en f 357.998 237»bier-
accjjns respectieveijjk f 426.207.76 en
f 226 783 43 speelkaarten-belasting resp.
f 12.284.75 en f 10.127 succes-
sierechten respectievelijk f 4.175.122.17
en f 2.892.838.361/, belaeting gouden
en zilveren werken resp. f 94.531 8 U/y
en f 73.121 32'/gessaailoon respectie
veijjk f 126.95 en nihilopbrengst
agenten van politie bij, die hem op een
wenk van mij, dadelijk zullen inrekenen.
Het kan dus niet anders of hij moet da
delijk weer in onze handen vallen.
Om 't even, zei Castro, maar die snaak
bezorgt ons toch heel wat moeite.
Ik heb het altijd wel gezegd, dat hij
even moeilijk is te vangen als Galgenaas
zelf.
Drommelsriep Castro uit, zou hij al
dien tijd onder water blijven?
Het duurt inderdaad heel lang eer hij
weer boven komt, zei Millbc.
Al meet dan 3 tninuten zijn er verloopen
sedert hij gezonken is, merkte de roeier
op zijn beurt op, die man is dood.
Maar Milloc zeide:
Dat geloof ik niet.
Ik heb, hernam de roeier, nog nooit'ge-
zien dat iemand langer dan 3 minuten
onder water bleef.
Wanneer "hij verdronken was, dan zou
zijn liik toch wel aan de oooervlakte komen
Dat is waar.
Ook de menschen op de kaden en op
de brug, die het geval gedesloegen, maak-
ten er hem opmerkingen en gevolgtrekkin-
gen op.
Men beklaagde het lot van den knaap,
die, zoo jong nog, er reeds toe overgegaan
was om de hand aan zijn eigen [even te
slaan.
Hoe oud was hij?
Hoogstens 20 jaar, mevrouw, ouder niet.
Arme jongen, het is zeker een ongeluk-
ge liefde, die er hem toe deed besjuiten.
Ik geloof veeleer, dat hij het uit armoe-
de gedaan heeft.
(Wordt vervolgd).
TER NEUZENSCHE COURANT