ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN. Levert de fijnste soorten HONINGKOEK. No. 7254 Vrijdag 27 Januari 1922. 70e Jaargang. STRIJD TE&EN MISDAAB. Stoom-y Koek- &,Beschuitfabriek „ST. ANTOINE", Jan Ligthart's opvoed- kundige beginselen. FEUILLETON, :r, b c L A HVE IEL BINNENL AND. Opslagplaats voor Ter Neuzen en Gm&trekenFirma Wed. A. H. DONZE, Had hij ze eigenlijk wel? Laten wij dit eerst mogen zeggen, dat als hij ze had deze opvoedkundige beginselen zoo dicht, z6o nauw samenhingen met heel zijn per- soonlijkheid, dat zij feitelijk buiten-hem-om toch niet kunnen bestaan, en nauwelijks meer waarde hebben dan uit historisch oogpunt. Zijn beginselen toch waren zijn eigen diep- ste. innerlijkste gevoelens. Met betrekking tot Lighart's leerplan heeft tenminste ■Prof. Casimir geschreven in een van die mooie in- leidingen der uitgaven van Ligthart's wer- ken voor het Cornite: „Het verwijt is ge- grond, dat zijn leerplan staat en valt met zijn persoon." Ik geloof ook vervolgt Casimir dan dat de wijze, waarop hij het uitgevoerd heeft, de tintelende bezieling, die hij in zijn lessen gelegd heeft, moeilijk door een ander zullen kunnen worden nagevolgd. Slechts bedenke men, dat dit geldt van eike methode." Zijn dan Ligthart s opvoedkun dige beginselen nadere beschouwing en overweging nog wel waardr Zijn zijn lessen nipt met hem weggevallen? Voor een deel misschien wel, voor een grooter deel echter gelukkig niet, omdat Ligthart's onderwijs en beginselen voortleven in hen, die (al is het dan maar eenigszins) met hem gelijkge- stemd en gelijkgezind zijn. Een systeern, een stelsel had Jan Ligthart niet. H"ij zelf vertelt ergens van een streep- jes-meester, die in zijn kast een klein schrijfboekje had met een potlood. Er. als er nu eens een jongen erg lastig of ondeu- gend was, nam hij hem mee naar die kast. Dan schretf hij den naam van den overtre- der in het boekje. En dan zei hij niets anders dan: „Pas op, dat het geen driemaal wordt." Dat middel hielp verbazend. De jongens kwamen zoo onder den indruk van dat eene streepje achter hun naam, in dat kleine boekje in die kast, dat ze wel zorgden, geen tweede streepje te krijgen. En nog nooit had er een, ook al was hij bij andere mees- ters een doodgestrafte deugniet geweest, een derde streepje bekomen. De gang naar de kast was als een gang naar het schavot. Maar nu was er een collega van dien streepjes-meester, die van dit prachtig suc- ces hoorde. Ook hij had lastige jongens in zijn kias, heel vaak zelfs. En die te kunnen bedwingen met een enkel potloodstreep]e dat leek hem bizonder gemakkelijk. Hij schafte zich dus 66k een klein opschrijf- boekje aan, legde dit met een potlood in de kast, en nam bij de eerste gelegenheid de beste een bengel mee naar de kast. En ter- wijl hij zijn naam dan opschreef en eSn streepje zette, zei hij niets anders dan: ,,Pas op, dat het geen driemaal wordt!" Maar het werd al spoedig tweemaal en driemaal en vijfmaal en tienmaal en twintigmaal. Er kwam een 'neele rij namen in het boekje, en achter iederen naam zag het zwart van de streepjes. 't Werd een wedstrijd onder de jongens, wie de meeste streepjes halen zou. En de gang naar de kast was als een gang naar een epfetribune, waar de gouden me- daille werd uitgereikt. O, wat werd toen deze collega boos op dien streepjes-meester! Hij vond, dat die kerel een praatjes-maker en een kwakzalver was. Zoo'n streepje achter den naam hij noemde het nu: klinkklare onzin. Hoe be- spottelijk, dat hij er nog e£n oogenblik aan geloofd had! Een kind kon toch wel begrij- pen dat zulke bengels niets om een streepje zouden geven, om een streepje in een boekje! En daarom begon de booze, teleur- gestelde collega maar weer met klappen- uitdeelen. Evenwel, zonder dat ook dat hielp. Want zegt Ligthart „de slagen waren in deze hand even machteloos als de streepjes." Wat Ligthart met dat verhaaltje bedoel- Als hij er in, loopt, dan deelen wij santen als goede kameraden. Dat wil ik niet afslaan. Op hetzelfde oogenblik trad een boer binnen. Hij ging tegenover Castro zitten en zoo, dat Fifi hem slechts van terzijde zien kon, terwijl hij naar achteren riep: Breng mij eens een pintje bier! De kastclein snelde toe, bediende zijn nieuwen tdant kwam daarna weer bij Cas tro en gaf hem den ring terug terwijl hij zeide: Ik zal't toch maar niet doen. Zooals je wilt, zei Castro, maar je laat je een voordeelig zaakje ontgaan. Vervolgens wees hij naar den boer, in wien de lezer zeker reeds Milloc zal her- kend hebben. Heeft mijnheer soms idee? vroeg hij. Ik heb "een mooien gouden ring te koop voor 10 francs, 't is te geef. Ik heb wel verstand van graan en van vee, zeide de boer, maar niet van gouden ringen. Toch nam hij den ring van Castro aan, draaide hem in zijn hand om en om en bekeek hem van alle kanten. Vraag het maar eens aan dien mijnheer daar, hernam Castro, op Fifi wijzende, hij zal u wel zeggen of het echt goud is. Het keuringsmerk van de Munt staat er op, zeide Fifi bedaard. de? En wat wij er mede bedoelen, dat wij 't hier oververtellen? Dit, dat een stelsel, een mooi systeern, niets beteekent buiten-den- man-om, die het toepast. Zoo heeft ook Ligt hart ons geen systeern nagelaten, maar als wij zijn beginselen willen verstaan, zullen wij ergens anders moeten zoeken. Zijn beginsel, zie, dat was hij zelf. En wie was Ligthart dan? Wij geven hier nu geen levensgeschiedenis van hem, die kan men elders wel vinden. Wij geven alleen een in druk van zijn persoonlijkheid, zoo als wij hem hebben gezien en gehoord. leder, die hem voor't eerst ontmoette-, zal wel aanvan- keiijk met ons hebben gedacht: Is dat nu Jan Ligthart? Is dat nu de man van zoo grooten invloed, van zoo veel naam en faam, de veel-geliefde, maar ook zeer tegengesta- ne, de man, die een en ander maal Zweden bereisde en daar hartelijk toegejuichte spi eekbeurten vervulde? Wij willen dan al- tijd imposante figuren, zware stemmen, brute woorden. Bij Ligthart niets van dat alles. Eert en al zachtheid en teerheki, een-en-al eenvoud, in zijn kleeding en op- treden, in alles; voorts: absoluut waar, niets spaiend, niemand sparend, maar allerminst zichzelf, een man, die kinderen aantrok, en die naar kinderen werd heengetrokken, en tenslotte zoo door-en-door godsdienstig, innig vroom, kinderlijk vroom. Wie nu Ligthart's opvoedkundige begin selen wil kennen, die bedenke, hoe al deze karaktereigenschappen de opvoedkundige beginselen zijn van den man, dien Dr. Ger- reisen „absoluut moreel" heeft genoemd. Van elk dier vijf beginselen willen wij nu iets zeggen. Zacht, niet slap. Ligthart heeft eens ge- vraagd: Hoe zullen wij opvoeden? Met hardheid of met hart'elijkheid? De meeste (zoogehaamdd)' opvoeders willen het met hardheid winnen. Ligthart heeft het gewon- nen met hartelijkheid. Vraag toch alleen her redelijke, vermaant Ligthart, en hij wijst er ons op, hoe wij, met allerlei dwaze en hoogst willekeurige geboden en verboden, meestal zelt de veroorzakers zijn van der kinderen ongehoorzaamheid. Laten wij toch alleen het redelijke vragen, en daarmede reeds be- ginnen bij de wieg. Kinderen zegt hij er gens Zijn geen levende poppen, zij hebben geen ,,zaagselziel". Laat ze toch spelen in den tu'in, als ze dat graag willen*. Zij willen een kuil graven, laat ze. Ze willen er water in sleepen, laat ze. Ze willen er seheepjes m doen zeilen, laat ze. Wat steekt daar nu toch in's hemels naam voor kwaad in? Ma- ken ze hun kleeren vuil? Geef ze dan een oude plunje aan. Krijgen ze natte voeten? Gooi de kousen dan, uit en laat ze op hun bloote pootjes scharrelen. Of trek ze klom- pjes aan. Maar neen, wat zou juffrouw O of mevrouw X wel zeggen, als ze op bezoek kwam, of dat zag uit een raam? En zoo worden dan onze kinders opgeofferd aan de meening van buren of vriendinnen! „Voor ons plezier trekken wij de kinderen mooie kleeren aan, nemen ze mee hier of daar heen, en daar moeten ze binnen de perken blijven. Laten wij denken aan hun plezier, en niet aan het onze. Niet aan de inwilliging van al hun verkeerde neigingen, maar aan de bevrediging van al hun gezonde, zuivere, zedelijke, echt kinderlijke behoeften. Offer daaraan gerust wat tuinongerechtigheid op. Dwing ze niet binnen uw fatsoencirkel, maar geel ze, geef ze met uw voile hart en met blijde liefde hun eigen wereldje, zoover uw middelen dit veroorloven. En gij zult eens zien, hoe ge uw gaven met woeker terug- krijgt." Zacht, maar niet slap. Kleine baasjes groeien op tot groote", zegt hij. Voor som- mige daden is dan ook bij hem geen genade. Als men dus soms mocht denken, dat Ligt hart tegen een krachtig optreden zou zijn geweest, dan bedenke men, dat dit beslist onjuist is. Neen, zegt hij, integendeel ,.het zijn alleen krachten die krachten kunnen be- Hebt u daar dan verstand van? vroeg de boer. Ik ben goudsmid van mijn vak, ant- woordde Fifi op onverschiltigen toon. Waarop Castro vroeg: In een groote zaak? Froment-Meuvure. Graveur? Neen, winkelbediende. Zoo. Maar ik ben niet alleen winkelbediende, ik ben ook werkman. Welzoo, zeide de boer, dat treft bijzon- d'er, want ik heb juist een gouden ketting, die gerepareerd moet worden. Haastig vroeg Fifi: Mag ik dat voor u doen? W elzeker. Hebt u 'm bij u? Neen, thuis en als mijnheer zoo goed wil zijn om met mij mee te gaan. Is 't ver? Op de Prefectuur van Politie. Fifi sprong op. Hij keek beurtelings den boer en dep werkman aan en moest bij zichzelf erken- nen, dat hij er in geloopen was en dat er nu, ten minste voor het oogenblik, geen kans was om hen te ontsnappen. Tegelijkertijd scheen hij hen, althans den boer herkend te hebben, want hij fluisterde hem toe: Milloc, deze slag is jou, ik kan niets an ders doen dan mij overgeven. De detectieve betaalde de vertering en met hun drieen verlieten zij den bierkelder. Om opschudding te vermijden wilde Mil loc niet Fifi de boeien aan doen, vertrou- wende dat het hem toch nu niet meer zou gelukken te ontkomen. dwingen." Alleen moeten wij kracht niet ge- lijk ach'ten aan hardheid. „Men kan ijs kapot hakken met bijlen. Dan verbrijzelt men den vorm. Het kan ook smelten zonder zonne- schijn. Dan verdwijnt het in zijn wezen." Niet slap, maar wel zacht. De moeder van Andr6e Duvean heeft hij het goed geleerd, dat er nog wel andere opvoedingsmiddelen zijn dan het klassieke pak slaag, ook al gaf zij haar jongen dan daarna n6g meer kussen. Ligthart heeft haar geleerd haar kind mee te laten werken. 't Kind werd alleen maar vervelend van verveling. Zachtheid wint het. H *eft dat ook niet ons geleerd Hij, die gezegd heeft: „Leert van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig van hart"? Nederigheid, eenvoud, dat is het tweede, wat wij zagen in Ligthart. Eenvoud, dat is ook zijn tweede opvoedingsbeginsel. Een van die woorden, die ons, als we ze eenmaal maar goed gehoord hebben, nooit meer uit de herinnering gaan, is Ligthart's gezegde: „opvoeden is tertslotte uiterst een- voudig." Haast bladzijde op bladzijde, en in zijn Opstellen en in zijn prachtige Jeugd- hetmneringen, geeft hij daarvan de treffend- ste voorbeelden en bewijzen. Wij geven slechts een citaat. Eigenlijk" (Verspr. Op stellen I. 133) „is niet alleen de opvoeding, maar het geheele leven drjod-eenvoudig. We behoeven geen godgelecrde of wijsgeerige stelsels door te werken, om de levenstaak te begrijpen. Die taak ligt voor ieder kfaar. De eenige vraag is: Wilt gij uw offers bren- gen? Maar die vraag komt neer op dezen eisch: Verloochen uw eer, uw roem, uw voordeel. uw zinnestreeling, uw gemak. En dat is wel eenvoudig, maar tevens buitenge- rr.een moeilijk. Dood-eenVoudig beteekent echter niet dood-gemakketijk. Juist dat dood- eenvoudige vordert vaak alles van ons. En daardoor is het zoo uiterst moeielijk. Geen vooruitgang zonder persoonlijke offervaar- digheid." Ligthart is voor eenvoud, hij was dus na- tuurlijk ook voor vereenvoudiging. Hij be- grijpt bijvoorbpeld niet, waarom de jongens op school niet altijd 'n passer zouden mogen gebruiken en een woordenboek en een atlas. Hij zou graag hebben, dat de kinderen alien goed leerden een spoorboekje te gebruiken. En dan zou al die veelweterij gerust achter- wege kunnen blijven. Dus is hij er ook sterk voor om niet allerlei ingewikkeld en duur speelgoed den kinderen te geven, maar pleit hij er vaak met warmte voor, dat we onzen kinderen hun eigengemaakt speelgoed en hun eigenverzonnen spelletjes zullen gun- nen. En nu tenslotte nog een heel eenvou- dige waarheid: Opvoeden is niets anders dan: zichzelf overbodig maken. Elke op- voeder of opvoedster od school of in huis, die dit bedenkt, behartigt ook eenvoud, is eenvoudig en maakt eenvoudig, en vergeet niet die behartigenswaardige wenk van den grooten Meester: ,,Indien dan uw oog een voudig is, zoo zal geheel uw lichaam ver- licht wezen." Over de drie andere, door ons genoemde, karaktertrekken en beginselen-van Ligthart in een volgend artikel, over veertien dagen. VLEESCHKEURINGSWET. Bij Kon. besluit is gewijzigd het besluit van 5 Juni 1920 tot uitvoering van de artt 18 en 25 der Vleeschkeuringswet. PASSENVEREENVOUDIGING? Naar „Het Volk" verneemt, is tegen 1 Maart aan verschillende beambten, te Roo- sendaal werkzaam bij de controle van pas- poorten, ontslag aangezegd. Het blad zegt dat men hieruit afleidt, dat een nieuwe vereenvoudiging der pas-formaliteiten op komst is. Hij bepaalde zich er toe, Fifi tusschen hem en Castro in te nemen, terwijl zij hem elk bij een mouw van zijn zwarte jas vast- hielden. Komaan, jongeheer Fifi Vollard, je moet je maar in het onvermijdelijke schikken, zeide hij. Waarop Fifi lakoniek antwoordde: Dat doe ik al. En hij liep met gebogen hoofd tusschen hen in. Zij staken de kade over. Toen zij Op de brug des Saints-Peres kwamen, klaarde het gelaat van Fifi eens- klaps op. Hij wierp een meelijdenden blik naar de 2 manneti, die hem stevig vast hidden aan de mouwen van zijn jas. Eensklaps sloeg hij heftig zijn armen achterwaarts, wierp zich daarna met een ruk vooruit en trok zoo zijn armen uit de jas, die, naar men weet, hem veel te wijd was en die nu achterbleef in de handen van de 2 verblufte politiemannen, terwijl hij in zijn overhemd van hen wegliep de brug op. In een oogwenk had hij het midden van de brug bereikt. Milloc, die al van dti vei'bazing was be komen, snelde hem na onder het roepen van: Houdt hemHoudt hem Reeds traden de voetgangers op de brug hem in den weg. Milloc zou hem weer grijpen. Liever dood dan gevangen! riep Fifi hem toe. En met een aanloopje sprong hij over de leuning van de brug. Toen Milloc over de leuning keek, zag hij hem juist in de Seine wegzinken. J O H. [d. SftWDE-w. d. HEfJDEN, Tilbupg. Grossiers en Winkeliers schrijft ons nog heden en wij maken U bemonsterde offerte. Aanbevolen metken: Gouden Helm - De Parel - Ideaal - Reclame Candij - Reclame Ontbijt. KILOMETERKAARTEN. In een te Amsterdam gehouden vergade- ring, waar een negen- en dertigtal veree- nigingen en lichamen uit Groningen, Dren- te, Limburg en Zeeland vertegenwoordigd waren en eveneens van meewerking van de betrokken vereenigingen uit Friesland bleek, is besloten, dat van de vijf genoem de provincies uit een krachtige actie zal worden op touw gezet om te komen tot weerinvoering van de kilometerkaarten waarvan de afschaifing ten groot ext-a _na- deel is voor de bewoners dier provincies, welke hen zwaar treft naast de gewone verduring waaronder geheel Nederland te lijden heeft. Tevens werd in de bedoelde vergadering besloten om stappen te doen tot opriching van een geheel Algemeene Nederlandsciie Reizigers-Vereeniging, die als vertegen- woordiger der reizigers op de spoorwe- gen, tramlijnen en stoombootdiensten door het geheele land met de directies dier in- stellingen overleg zal plegen over de be- langen der reizigers en die zoo noodig ook zal rekwesteeren en procedeeren om zekere misstanden opgeheven te krijgen en om aan het recht van den enkeling tegen over deze groote lichamen meer nadruk te verleenen. Het secretariaat der bedoelde vereeni- ging is voorloopig gevestigd O. Ebb.straat 44 te Groningen. DE ZAAK VAN BEST. „De Tijd" schrijft: Nu mr. dr. J. van Best, zij het als no. 4 op de lijst Leeuwarden—Groningen—As- sen is geplaatst, houdt dit de erkenning in, dat hij niet onwaardig wordt geacht, lid van de katholieke partij in de Kamer uit te maken. Uit een kring der Nederland- sche katholieke kiezers zelven wordt dus de gedachte, die het 's-Hertogenbossche Kieskringbestuur heeft geleid, openlijk ge- desa voueerd. Te 's-Hertogenbosch im- mers werd mr. dr. Van Best geweerd, te Groningen is hij toegelaten, en deze toe- lating werd op de vergadering van den Algemeenen Bond, blijkens het Politick Advies, eenstemmig bekrachtigd. CENTRALE SCBIPPERSBOND. De Oentrale Schippersbond heeft Maan- dag j.l. te Amsterdam een vergadering ge houden, waar de beer B. Worms, redacteur van het Bondsblad ;/De Schipper" het in- gediende wetsontwerp op de binnenvaart behandelde. Een motie werd aargenomen, strekkende om er bjj de Tweede Kamer ten sterkste op aan te dringen, zoodanige wjj'.igingen in bet wetsontwerp aan te brengen. dat le Alle bevrachtingen van het mas«a- vervoer in de binnenvaart dienen te ge- scbieden op de Rijksbeurren. 2e De bevrachtingen op de Rjjksbeurzen plaats hebben volgens beurtregeliDg Se De regeering in overleg met handel en 8chippursorgani8aties tarieven zal vast- stellen, welke bindend worden gesteld bg de bevrachtingen. NEIJTRAAL BLOK ALLER MIDDEN- STAN DERS. Bet Haagsche Correspondentiebureaa meldt Op een Zaterdag gehouden gecombineerde bestuursvergadering der Amsterdamsctae Neutrale Partjj en de Nieuwe Middenstanda- partjj «s besloten om, onder nadere goed- keuring van de beiae ledenvergaderingen, samen te smelten in een nieuwe organisatie onder den naam van Neutraal Blok alter Middenstanders. Bet voornemen bestaat om deel te nemen aan de verkiezingen van de Tweede Kamer. De heer D. Manassen, oud-lid van den gemeenteraad van Ams'erdam en oud-consul te Bakoe, is aangezocht om voor de partij de eerste candidatunr te willen aanvaarden. De heer Manassen heeft zich daartoe bereid verklaard. RIJKSMIDDELEN. XXVII. In het Dames-Zwembassin. In een oogwenk waren honderde men- schen samengestroomd op de kade en op de brug des Saints-Peres. Alien, over het water gebogen. den blik gericht op het punt in de Seine waar de ongeiukkige was verdwenen, wachtten in spanning af. Algemeen geloofde men aan zelfmoord. Hoe had men kunnen aannemen, inder- daad, dat een man zich van deze hoogte in de rivier zou werptn, wanneer het niet met de bedoeling was om den dood te zoeken. Toch waren er 2 mannen onder de me- nigte, die van het tegendeel overtuigd wa ren. Milloc en Castro. Zij kenden hun Fifi Vollard te goed om niet te weten, dat in hem geen gedachte aan zelfmoord zou zijn opgekomen. Daarom waren zij dadelijk naar den oever afgedaald waar zij een boot huur- den en een roeier aannamen, om hulp te gaan verleenen aan den ongelukkigen jon gen man, in wien zij zulk een levendig be- lang schenen te stellen. Terwijl de boot naar het midden van de rivier werd geroeid zeide Milfoc tegen Castro: Zooals alle Parijsche straatjongens kan Fifi zwemmen als een waterrat, maar hij is geen amphibie, hij zal dus weer aan de oppervlakte van het water moeten ver- schijnen. Dan Snellen wij toe en visschen hem op, goedschiksof kwaads:h ks. Wat de kaden hetreft, daar ben ik gerusit op, hij zal zich daar niet kunnen redden, want die staan vol menschen en er zijn ook eenige De achteruitgang van 's Rijks middelen is in December grooter geweest dan ver- moed kon worden, schrjjft de ffNieuwe Courant". Werd de vei wachting geopperd dat 1921 hetzelfde totaal te zien zou geven als 1920, deze verwachtmg is niet in ver- vulling gegaan, door de 12.7 millioen ver- minderiDg van December. Een somber verschiet, inderdaad. Was de vermeerdering in 1919, verge- leken bjj 1918, f 79.680.019 98en die van 1920, vergelekeu bij 1919 f 110.711 627 93 bet jaar 1920 bracht in totaal op f 439.623.590.96, tegen h°t jaar 1921 f438 021.692.24. Bet jaar 1921 is dosacbter- gebleven bp het jaar 1920 f 1.601.898.72. December 1921 bracht op de som van f 38.405 872 22 December 1920 f 41.151 277.641/3 vermindering dtts f 2 745.405.421/,- Als vermeerderiDgsposten zijn te uo- teeren inkomstenbeiasting d.L Decem ber 1921 f 5.090 604.93 en December 1920 f 4.081.403 721/s, vermogensbelas- ting resp. f 825 029 69 en f 715 278 09: suikeraccpns resp. f 4.753.072.99 en t 3.467 524wj^naccijns respectievelijk f 429.937.93 en f 357.998 237»bier- accjjns respectieveijjk f 426.207.76 en f 226 783 43 speelkaarten-belasting resp. f 12.284.75 en f 10.127 succes- sierechten respectievelijk f 4.175.122.17 en f 2.892.838.361/, belaeting gouden en zilveren werken resp. f 94.531 8 U/y en f 73.121 32'/gessaailoon respectie veijjk f 126.95 en nihilopbrengst agenten van politie bij, die hem op een wenk van mij, dadelijk zullen inrekenen. Het kan dus niet anders of hij moet da delijk weer in onze handen vallen. Om 't even, zei Castro, maar die snaak bezorgt ons toch heel wat moeite. Ik heb het altijd wel gezegd, dat hij even moeilijk is te vangen als Galgenaas zelf. Drommelsriep Castro uit, zou hij al dien tijd onder water blijven? Het duurt inderdaad heel lang eer hij weer boven komt, zei Millbc. Al meet dan 3 tninuten zijn er verloopen sedert hij gezonken is, merkte de roeier op zijn beurt op, die man is dood. Maar Milloc zeide: Dat geloof ik niet. Ik heb, hernam de roeier, nog nooit'ge- zien dat iemand langer dan 3 minuten onder water bleef. Wanneer "hij verdronken was, dan zou zijn liik toch wel aan de oooervlakte komen Dat is waar. Ook de menschen op de kaden en op de brug, die het geval gedesloegen, maak- ten er hem opmerkingen en gevolgtrekkin- gen op. Men beklaagde het lot van den knaap, die, zoo jong nog, er reeds toe overgegaan was om de hand aan zijn eigen [even te slaan. Hoe oud was hij? Hoogstens 20 jaar, mevrouw, ouder niet. Arme jongen, het is zeker een ongeluk- ge liefde, die er hem toe deed besjuiten. Ik geloof veeleer, dat hij het uit armoe- de gedaan heeft. (Wordt vervolgd). TER NEUZENSCHE COURANT

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1922 | | pagina 1