ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSGH-VLAANDEREN.
No. 7243
Maandag 2 Januari 1922.
70e Jaar gang.
Vooruit
^aFvTrtentien.
V
I v
V
GELUKKJG NIEUWJAAR
A. VAN ACKER.
Logement „'s Lands Welvaren".
GELUKKIG NIEUWJAAR.
VEEL HEIL EN ZEGEN
HEIL EN ZEGEN
GEZEGEND NIEUWJAAR
HEILWENSCH
s.
~l
VR.
1. M.
T"-
GELUKKIG NIEUWJAAR.
andel
NEUZENSCHE COURANT
Gelukkig Nieuwjaar! roepen ij onzen
lezeressen en lezers toe, alien, tol wie
ons woord zal doordringen; gelukkig
Nieuwjaar, veel Heil en Zegen
Alom klinkt deze wensch. op den eersten
dag des jaars, e'en dag, die, ofschoon ge-
lijk aan alle anderen, toch een dag is van
blijde hope. We beginnen weer een nieuvv
leven, rekenen op het bereiken van het-
geen wij verlangen, op het gelukken van
beraamde plannen, het welslagen van onze
ondernemingen.
De tijd van overpeinzen, van herinne-
ringen is weer voorbij, de stille Oudejaars-
avond is gevoegd bij zijne voorgangers,
het jaar J 921 is afgesloten.
Eigenliwdig is hij, die overgang van het
jaar. Deze tfagen roepen, zoowel de laajtste
dag van een jaar, als de eerste die daarpp
volgt een bijzondere stemming in het'fe-
ven; de laatste dag een van ernstig over
peinzen, de Nieuwjaarsdag een van opge-
wektheid, van blijde hoop, van nieuw le
ven
Op welken datum andere volken hun
jaarsbegin ook hebben geplaatst, de intre-
de gaat steeds gepaard met feestbetoon,
als een verwelkoming van de onbekende,
met het doel, om zich door een vriende-
lijke ontvangst zijn gunsten te verzekeren.
Van de Chineezen b.v. die toch door
den langen duur hunner beschavingsge-
schiedenis wel geleerd zullen hebben hoe
zulk een plechtige inhuldiging in haar
werk behoort te gaan wordt verhaaid,
dat zij bij da jaarswisseling op de luidst
klinkende instrumenten een oorverdoovend
geraas maken, uiterst geschikt om hun groo-
te blijdsehap uit te drukken, terwij zij ge-
durende een groot gedeelte van den nacht
vuurwerk ontsteken. Ook wordt er bij ver-
teld, dat zij voor de komst van den gewich-
tigen dag al hun schulden van het oude
jaar aflossen, iets dat wellicht voor hun
on-gestaarte Westersche natuurgenooten
ook wel ware aan te bevelen.
Op den eersten dag van het jaar zijn de
menschen ook in hun onderlinge ohtmoe-
tingen wat scheutliger. Lieden, die anders
elkander niet aankijken of hoogstens met
een vluchtigen groet voorbijgaan, treden
nu op elkaar toe, wisselen een handdruk
en een heilwensch, en zetten daarbij een
gezicht waarop ten voile is uitgedrukt: ge-
loof nu maar dat ik het wezenlijk en op-
recht meen. En dat doen zij ook; op helt
oogenblik dat de wensch wordt uitgespro-
ken, is er geen schaduw van de gedachte,
dat men de vervulling niet aangenaam zou
vinden.
Zeker, dat „Heil en Zegep" is iets on-
bestemds; wanneer van ons gevorderd
werd, er .en nieer tastbaren jnhoud aan
te gevc, dan zouden wij er soms verlegen
mede staan en niet zelden terugtrekken
vooral wanneer de begeerte van hem wiens
voorspoed het onderwerp van onzen
wensch uitmaakt, nu eens niet zou strooken
met onze eigen belangen. Maar zulke din-
gen ontleedt men niet; wij verlustigen ons
eenvoudig in de algemeene welwilllend-
heidsgevoelens, die stralen langs den weg
en die fonkelen in de woonkamers en wij
kijken de menschen aan alsof zij opeens
hun heele oude plunje van nijdigheid en
ijverzucht, en wat zij nog verder in he't-
zelfde genre mogen hebben gedragen, in
een bundeltje hebben gepakt en in het
vuur geworpen om het aan de vernietiging
prijs te geven.
Nieuwjaar! het is het feest der vernieu-
wing, het feest der Hoop.
We hebben ons van het verleden losge-
maakt. Het ligt daar en er is niets meer
aan te veranderen. Het is een blad gewor-
derjjvan het geschiedboek, dat wij te zij-
ner Jjjd wel weer eens zullen willen lezen
voor onze leering en stichting, maar waar-
bij wij thans niet kunnen blijven stilstaan.
Vooruit ligt de weg open, en daar Snel
len wij heen, met nieuwen ijver en ver-
jongden moed.
't Is zoo, Wij deden hetzelfde reeds
meermalen, en de uitslag bleef wel eens
ver, soms heel ver beneden de verwach-
ting. Al stellen wij ons voor, dat de weg
zich recht en onbelemmerd uitstrekt,
het lijkt maar zoo, en niemand weet voor
uit, vvelke struikelblokken en hinderpalen
hem in zijn gang zullen belemmeren, weet
zelfs niet of hij dat kleine stukje van
de baan, dat wij een jaar noemen, teneinde
zal brengen. Maar, kan dat nu een re-
den zijn om de blijdsehap wat in te
toomen, om de 'dankbaarheid te on'der-
drukken, dat wij weder staan aan den in-
gang, ja, schijnbaar van een moeitevol en
gevaarlijk pad, maar waar wij toch de
Leidende Hand niet zullen ontberen.
Er zit in die openlijke uitingen van een
welwillend opgaan nog iets meer de
gedachte, dat wij elkanders vriendschap
niet missen kunnen. De meest op zijn
zelfstandigheid roemende, zou verkillen
zonder de verwarmende nabijheid van
vrienden en bloedverwanten en aan het
woord vereenzaming hecht zich steeds
een weemoedige gedachte. Nu zijn de
menschen, althans zeer velen hunner, wat
vreemdsoortig ingericht; zonder eigenlijk
nadenken maken zij verwijderingen, die la
ter zeer worden betreurd, of wel, door
een onjuiste schatting, hechten zij meer
waarde aan een bezit of eenig recht, aan
de handhaving eener meening of het be-
houd van een oordeel, dan aan de goede
gezindheid van den persoon, die in een
van deze opzichten niet naast, maar tegen-
over hen komt te staan. Ieder jaar hebben
wij de ervaring kunnen opdoen, dat
hetgeen zeer veal bijdraagt om onze reis
te bemoeilijken, door de reisgenooten van
ons te vervreemden, honderd en een
nesterijen zijn, waafover wij gaan krakee-
len, als kinderen ovcV een ledigen notedop.
Ieder jaarmoeten wij de erkenning ver
nieuwen van de waarheid, dat de Nieuw-
jaarsstemming ten aanzien van onzen naas-
te, niet steeds de bestendigheid van juur
bezit, aan de liefde ontzegd!
Vdoruit!
E- staat werk. te wachtenGij wijf
gasH*^e; -welbewnst van de waarde uwer
taak. Dan maar moedig er op los! Wij
hebben wel eens geklaagd over het on-
toereikende onzer inspanning, en zijn wij
er ontevreden over geweest, dat het ^verk
zoo weinig vorderde. Maar vergeet dan
ook niet, dat het geen kleinigheid is waar-
voor wij staan. Met elkander mocten wij
de menschheid vooruit brengen en niet
alleen ons zelf voortbewegenwij zijn geen
losloopende zwervers, maar maken deel uit
van een leger dat aan een grootsche op-
dracht is gebonden. Daar behoort moed
toe en volharding, bovendien een bnwrik-
baar geloof aan de toekomst van ons ge-
slacht.
Niet uitsluitend de voorgangers, die door
de bijzondere gaven, hun ten deel geval-
len, of door de gunstige omstandigheden
waarin zij geplaatst zijn, aan de spits loo-
pen om nieuwe arbeidsvelden te ontdek-
ken of van nimmer toegepaste denkbeel-
den de werking in te leiden zijn hier de
g^roepenen en de uitverkorenen. Wat de
eenvoudige werkzaamheid, zelfs al strekt
deze zich niet uit buiten de grenzen van
beroep of gezin, van den gewonen man,
van de in kleinen kring zich bewegende
vrouw,' toebrengt aan de algemeene zede-
liike' verheffing, is meer dan iemand kan
nagaan.
Die alien zij het gegeven, in krachtige
gezondheid, in het genot eener passende
welvaart, rustig voort te gaan in de ver
vulling hunner plichten; die alien worde,
door het welslagen, van hun streven, de
betuiging op de lippen gedrongen, dat he*
leven schoon is.
Het verleden is, zooals wij opmerkten.
voorbij. We hebben daarmede afgedaan, dat
boek ggsloten en het weggeborgen, om het
alleen weer van tijd tot tijd voor den dag te'
halen, wanneer we het tot waarsehuwing,
tot leerling noodig hebben. En nog vele
waarschuwingen en duur betaalde leeringen
zullen wij er aan moeten ontleenen. We hou-
den thans echter alleen onzen blik op de
toekomst gericht, de toekomst, die ons thans
allerwege wel zwaar drukkend en donker
toeschijnt. En wat die toekomst ons bren
gen zal, of wij daarvan veel of weinig zul
len verkrijgen: een Hoogere Macht, een
Macht, sterker dan de onze, beschikf daar-
ovei. Wij moeten afwachten en hoopvol
buigen zich vele knieen voor den Allerhoog-
ste om voor die toekomst Zijnen onmisbaren
Zegen af te smeeken.
Niet alleen met berusting, maar ook met
zelfvertrouwen hebben we af te wachten
wat de toekomst ons zal brengen, met de
vaste overtuiging, dat, wat ons wedervaart,
ons ten nutte zal zijn, als wij het op de beste
wijze aanwenden.
Zelfvertrouwen, hoop doet leven, doet ons
moedig voorwaarts treden! Dan is de
Nieuwjaarszon voor ons het gloren van een
blijden dag. Zij schenkt ons als het ware
frissche jeugd en dartele blijdsehap. Het
hart vloeit over van een vreugdevolle stem
ming.
Juist de hoop is het, die dezen dag den
scepter voert. De Hoop verjaart en hare
vereerders vieren dien jaardag met blijd
sehap. De vriendelijke, schragende hoop
verdient die groote hulde ten voile. Men
weet het, dat zonder haar de aarde een
woestenij zou zijn.
Laten we echter, bij het kwistig uitspre-
ken van onzen zegenwensch ook den vasten
wil daaraan knoopen, om aan de ver-
wezenlijking daarvan mede te werken. La-
ten we bedenken, dat de „Zegen" die we
anderen toewenschen, niet uit zichzelf komt.
dat die alleen te bereiken is, wanneer we
ons, waar het noodig is, ook ten dienste
stdlen om werkzaam te zijn in het belang
van anderen, dat we ons dan behooren te
onthouden om datgene te doen, wat eenige
schaduw kan werpen op het levenspad van
anderen, en dat we onvoorwaardelijk willen
medewerken om alle storingen te voor-
komen.
Indien we ons dat voornemen, dan is
de vernieuwing voorzeker voor ons van be-
teekenis, dan is er inderdaad aanleiding om
te kunnen spreken van een Gelukkig Nieuw
jaar!
Als we, naar gewoonte, van deze gelegen-
heid gebrui^: maken om een terugblik te
weipen op het jaar dat ons verlaten heeft,
moeten we de verzuchting slaken, dat dit, in
het algemeen genomen, voor zeer velen
groote teleurstelling baarde. De hoop, dat
de vreeselijke wonden, die de gruwzame oor-
log aan de gansche wereld heeft geslagen,
zij het dan ook langzamerhand zouden
heelen, is allerminst bewaarheid en op eco-
nomisch gebied ziet het er eerder naar uit,
dat die verwondingen eene sluipende ziekte
tengevolge hebben, en den zieke met alge-
heelen ondergang bdreigen.
Het schijnt wel, dat het den geneesheeren,
die zich met het lot van den zieke beiig-
houden aan de noodige geneesmiddelen jont-
breekt of ook is het mogelijk, dat de sjtrijd
tusschen het eigenbelang der verschillende
dokters, die daarvoor ieder voor zich een
ander geneesmiddel wenschen, eenig herstel
van den zieke tegenhoudt. We hebben, dit
schrijvende, het oog gevestigd op Duitsch-
land, want het is ontegenzeggelijk, dat de
economischetoestand van dit groote Midden-
Europeesche rijk voor ee« groot deel die van
het overig Europa, en niet in de laatste
plaats die van ons vaderland beheerscht,
daar onze industrie en handel door den toe-
stand in dat rijk een geweldigen ferugslag
ondervinaen.
Ook verder in het Oi^ten is de toestana
nog allerfninst bemoedigend. Voortdurena
is nog steun ingeroepen voor de Oosten-
rijksche, voor de Weensche bevolking en niet
het minst worden vreesejijke toestanden ge-
schetijt uit het groote Rusland, dat uitge-
strektp vroegere Czaren-rijk, waar men van
het eene uiterste tot het andere is vervallen
en waar een 'z.g. volksregeering is inge-
voerd'door een volk dat allerminst tot re-
geeret in staat bleek, en blijkbaar de eerste
groncslagen voor een geordenden staat heeft
vernietigd. waardoor geheele wijken van de
groote, eertijds bloeiende.hoofdsteden thans
eenztcm en verlaten zijn, als een woestenij,
en de havens, niet meer onderhouden, ver-
zana zijn, welk gemis ook niet gevoeld
wordl, omdat er door gemis aan uitvoer geen
handel en scheepvaart meer is. Daar heb
ben ie zich noemende geneesheeren blijk
baar het mes te diep in+de wond gezet en
zal de patient er aan Ijezwijken, hetgeen
een gruwzaam lot vo«r dat millioenen-
volk beteekent. En hetDnoet er ook wel
vvonderlijk uitzien in het hrein van hen, die
hetgeen daar geschied is1 als een begeerlijk
idfc&d aan andere volkefen aanprijzen en
daarvoor propageeren.
Het gevoel, dat ons in het algemeen om-
zweeft, het gevoel, dat er iets hapert,
vemdd blijkbaar ook nog steeds de grobt-
machtigen^der aarde.
Het moet wel dat gevoel geweest zijn, dat
irdertijd den Russischen Czaar aanleiding
gbf tot het bijeenroepeji der vredes-confe-
rmties, ten doel hebbehde de ontzaglijke
ktijgstoerustingen der verschillende volken
tt breidelen, doch welke besprekingen niet
lebben kunnen voorkomgn, dat de wereld
faarna' pjeteisterd is door den gruwelijksten
oorlog. die tot nu toe dciyr de geschiedenls
onrst \v<rcTt?n geboAstaffd,- eb dit iYT'd^ze
verlichte eeuw wel niet meer mogelijk werd
geaeht.
En hoeveel conferenties zijn nu sinds den
oorlog weer al niet gehouden, conferenties,
die het welzijn der volkeren beoogden en om
te voorkomen, dat zich de geschiedenis van
den oorlog zou herhalen.
Doch wat hebben zij gebracht, de bespre-
Lingeft te Versaijles, te Geneve, te Spa; te
Washington?
Na den Czaar, den vroegeren beheersc'ner
var het machtige Russische rijk, heeft de
President der Vereenigde Staten-Republiek
getracht de volkeren te bewaren voor de
gruwelen van den oorlog, door het stichten
van den Volkenbond, doch vond ten slotte
bij de machthebbers in zijn eigen land geen
voldoenden steun voor zijn ideaal. En de
drager vandit ideaal, inmiddels lichame-
lijk een wrak geworden, is vervangen door
President Hughes. Ook deze heeft gemeend,
dat de machtige Republiek zonder wapen-
geweld moest ingrijpen in de wereldgeschie-
dt-nis en heeft wederom afgevaardigden der
verschillende landen bijeengeroepen, ditmaal
te Washington, met het voorzeker goede
doel, om te voorkomen, dat de reeds onder
zware lasten gebukte volkeren zouden voort-
gaan met steeds zwaardere offers te brengen
voor de oorlogstoerustingen en door onder-
ling overleg te komen tot beperking van de
bewapening.
De belangenverschillen van de verschil
lende volkeren schijnen evenwel een bezwaar
te zijn, om tot afdoende resultaten te komen.
Veel is er over die conferentie geschreven.
Hoopvolle berichten werden naar Europa
geseind, berichten die echter weer spoedig
werden weersproken. Ten slotte scheen het,
dat toch wel enkele resultaten waren bereikt
inzake inperking der oorlogsvloten. Doch
omtrent het vraagstuk d£r onderzeeschepen,
flie Engeland wilde verbieden, schijnt geen
overeenstemming te kunnen worden ver-
kregen, daar, zooals het bericht van gisteren
luidde, Engelands bondgenoot, de vertegen-
woordigers van Frankrijk, niet voor een be
perking op dat gebied te vinden is. Trou-
wens, het is meer gezegd, dat Frankrijk, dat
als deel der Entente streed voor vernietiging
van het Pruissisch militairisme, thans een
dei krachtigste bevorderaars van het militai
risme is, terwijl de onverzoenlijke houding
tegenover het overwonnen Duitsche volk
moet leiden tot het ontkiemen van een krach
tige „revanche" gedachte en daardoor in de
toekomst een nieuwen strijd voorbereidt.
Bemoedigend is dit alles niet.
Ook ons land bleef voor de gevolgen van
een en ander niet gespaard. Bij de zich
meer en meer uitbreidende werkeloosheid in
vetschillende bedrijven, kwamen ook nog
werkstaLingen voor, als gevolg van loon-
geschi'. Bij de metaalwerkers duurt de strijd
in ee\ groot aantal plaatsen nog voort,
terw:ji de werkeloosheid allerwege de ver-
zekeringskassen uitput en de regeering bij
he'.haling genoopt werd helpend tusschen-
beide te komen. Bij de reeds groote bedra-
gen, die voor verschillende doeleinden noo
dig zijn en de reeds drukkende belastingen,
vermeerdert dit de regeeringszorg in niet
geringe mate, te meer, waar er nog geen
teekenen zijn, die op een verbetering in
dezen toestand wijzen.
In het algemeen bleef ons land en volk i
voor groote rampen en ziekten gespaard. j
In de laatste weken eischte de zee eenige
offers, bij het vergaan van de reddingboo-
ten President van Heel en Brandaris, en ver- i
zwolg deze helden, die hare woede trot- 1
seerden, om in gevaar verkeerende natuur
genooten te redden, en werd ook een loods-
boot van Delfzijl, met zich voerende een
aantal dier gidsen ter zee, verzwolgen.
Zooals we reeds aanstipten, werd
in ons land bij voortduring een be
roep gedaan om steun voor de in nood-
verkeerende bevolking van andere Europee-
sche staten. Er werd naar aanleiding van
de werkzaamheden der zich daarvoor be-
ijverende comite's wel eens opgemerkt, dat
men de oogen te veel naar buiten wendde,
en daardoor hetgeen in eigen kring plaats
had over het hoofd zag. Daartegen kan ech
ter worden aangevoerd, dat ons volk in he;
algemeen milddadig is en men het eene
doende, daarom het andere niet behoeft na
te laten. Maar toch is in de laatste weken
op een toestand in ons land de aandacht ge
vestigd, van welks bestaan men zich niet
bewust was, zich zelfs geen denkbeeld kan
vormen. We hebben daarmede het oog op de
toestanden in de veenkolonien. in Dreqthe en
in Ftiesland.
Sinds het bezoek van H. M. de Koningln
aan die -streek, is daaraan meer aandacht
gewijd en door woord en afbeelding zijn
daaromtrent toestanden geschetst, die men
zich niet kon indenken, dat in ons gecui-
tureerd land nog voorkwamen. Als men
verneemt, dat daar menschen leven in a;s
het ware half verwilderden toestand, in ho-
len of nog minder dan dat, kan men het bij-
na niet gelooven, maar men moet het aan-
nemen, als men die toestanden in beeld ge
schetst beziet. Inderdaad, daar is voor de
hulpvaardige en milddadige Nederlandsche
bevolking voor eigen landgenooten nog een
groot werk te verrichten. Daar is ook voor
onze Regeering nog een taak te verrichten,
om niets te verzuimen, teneinde de bevoi-
kig dier streken, welke geheel dreigt te ver-
wilderen en daardoor een gevaar zou worden
voor de maatschappij, op te heffen, door
haar productieven landarbeid te verschaffen.
Eene kwestie die reeds vele jaren veler
gemoederen bezig hield, ja, die dejgeheele
politieke toestand van ons vaderland be-
heerschte, kwam eindelijk in uitvoering, wij
bedftelen: de pacifieatie op «nderwtfaf^«b!,eti,
de z.g. gelijkstelling tusschen bijzonder^en
epenbaar onderwijs. Of ondertusschen de
nieuwe weF werkelijk bevrediging op onder-
wijsgebied zal hebben gebracht en of de
voorbereiders dier wet eene toepassing der
wet hebben voorzien, als die thans aan-
scbouwd wordt, is aan gerechten twijfel on-
derhevig, te meer. waar van regeeringswege
reeds een wet is aanhangig gemaakt, om de
gebleken gevolgen der wet eenigszins te
remmen. In elk geval is een aanzienlijke
stijging der rijksuitgaven, zoowel voor
's rijks schatkist als de gemeentekassenerhet
gevolg van. Weliswaar hebben de voor-
standers van het bijzonder onderwijs vroe-
ger door hun eigen onderwijs zelf te betalen,
aan de gemeenten en den staat aanzienlijke
bedragen bespaard', doch de vraag is ge-
wettigd of van die zijde nog dezelfde be-
dachtzaamheid bij het voteeren van uitgaven
voor hun onderwijs wordt betracht van vroe-
ger, nu men uit de openbare kassen kan
putten, en of daardoor de kosten niet hooger
worden opgedreven dan men ooit heeft kun
nen voorzien.
Laat ons echter hopen, dat het in den
nieuwen jaarkring aan onze Vorstin en Hare
raadslieden moge gegeven worden, de noo
dige kracht en wijsheid te vinden om den
Staat door de woedende branding te stur.en
naar veilige haven.
Hopen we verder, dat, waar in dit jaar de
kiezers en in het algemeen voor het eerst
de kiezeressen zullen worden opgeroepen
tot het verkiezen van een nieuwe Tweede
Kamer der Staten-Generaal, het alien, zon
der onderscheid van partij of geloof, zal
mogen gelukken daarheen mannen of vrou-
wen af te vaardigen, die in de eerste plaats
hun oog zullen gevestigd houden op het
welzijn van ons land en in 's lands verga-
derzaa! de algemeene practische belangen
van ons land en volk niet zullen worden
verdrongen door politiek gehaspel.
Als we onze blikken meer samentrekken
op onze landstreek, op de plaats onzer in-
woning, zijn de vooruitzichten ook niet be-
paald bemoedigend, daar er ook hier In
zaken, die de laatste jaren de kurk waren
waar de landstreek bijna op leefde, alge
meen malaise heerscht. Ook de zeevaart
keerde in onze haven niet terug, behoudens
een korten tijd, tengevolge van een econo-
mischen strijd in het buitenland. Tocl>*nogen
we ons gelukkig rekenen, dat schrijnende toe
standen, die van elders gemeld wooden, hier
niet voorkomen. Wel is van de werkloosheid
een aanzienlijke toeneming der lasten het
gevolg, doch de noodige fondsen zijn daar
voor tot hiertoe nog steeds verkregen,
evenals die voor de verdere stijging der
gemeentehuishouding, omdat bij een ander
deel der bevolking een zekere mate van
welvaart heerschte. Daar het echter te
voorzien is, dat die bron in de toekomst
minder rijkelijk zal vloeien,, zal dit zeker
een punt van zorg worden voor ons stads-
bestuur. Meer dan ooit is omzichtigheid en
een vooruitziende blik een eisch van den
tijd. Moge het ook aan ons gemeentebestuur
niet aan wijs beleid ontbreken. Mogen ook
de verschillende pogingen die door het ini-
titief van het gemeentebestuur in samen-
werking met anderen zijn aangewend in het
eccnomisch belang onzer gemeente, einde
lijk eens resultaten hebben, dan zou dit
zeker strekken tot een weerkeeren van de
algemeene welvaart. We wanhopen daar
aan nog niet.
Althans een lichtpunt meenen we #eejs
te kunnen noemen: de hervatting van de
werkzaamheden der cokesfabriek te Sluis-
kil Al zal dit aanvankelijk nog niet geschie-
den op voile kracht, zoo kunnen daardoor
toch reeds een redelijk aantal werklieden
voor het spook der werkloosheid worden
behoed. Moge deze hervatting het begin zijn
van een nieuw opleven en b'.oei der onder-
neming.
Wij eindigen hiermede dit overzicht in
vogelvlucht, met den wensch, dat, indien wij
weder tot ddze taak zullen worden geroepen
zoowel de herinnering als de vooruitzichtf n
een bemoedigender toon zullen kunnen
ademen.
En, hoe het ook zij, we moeten vooruit,
we mogen niet versagen. Stilstaan zou een
zekeren achteruitgang beteekenen. Houden
we het hoofd omhoog!
Wanneer wij, Uitgeefster en Redactie van
de Ter Neuzensche Courant, ons nog even
een terugblik veroorloven op onzen arbeid,
hebben wij weder groote reden tot dank
baarheid. Voortdurend mochten wij waar-
deering van ons werk aanvaarden, hetwelk
tastbaar bleek uit onzen groeienden iezers-
kring en onze advertentie-clientele, die ons
getrouw blijft, als bewijs van haar succes,
en de nieuwe clienten, die eveneens van
onze publiciteit komen profiteeren.
Dankbaar zijn wij ook voor de medewer-
king, die wij in verschillend opzicht onder-
vonden en wij blijven ons daarvoor aanbe-
velen.
Waar thans allerwege Zegenwensohen
klinken, willen wij ook niet achter blijven.
Wij wenschen U, Lezeressen en Lezers van
de Ter Neuzensche Courant, alle goeds toe
zoowel voor Uw persoon, als voor Uw
familie, in Uwe zaken en in Uw bedrijf, zoo
wel naar geest als naar lichaam. Mogen
rampen ver van U verwijderd blijven en
moogt gij, wanneer ook dit jaar weer bij
zijn voorgangers is verzameld volmondig
kunnen getuigen: 1922 was in alle opzichten
een Gezegend Jaar!
Bij het begin van den nieuwen jaar
kring wenscht ondergeteekende aan
Vrienden en Kennissen een
Ter Neuzen, 1 Januari 1922.
Bij den aanvang van het jaar wenscht
ondergeteekende aan Vrienden, Beken-
den en Begunstigers een gelukkig en
voorspoedig jaar. Dankende voor de
hem in het afgeloopen jaar zoo ruim-
schoots geschonken gunst en vertrou-
wen, beveelt hij zich bij vernieuwing
aan.
Ter Neuzen. A. ADRIAANSEN,
Beurtsehipper op Vlissingen
en Middelburg.
Onder dankbetuiging voor de in het
afgeloopen jaar weder genoten gunst,
wensch ik al mijne vrienden, bekenden
en begunstigers, zoo buiten als binnen
deze stad, een gelukkig jaar toe en be-
veel mij bij vernieuwing aan.
M. J. ADRIAANSEN.
Ter Neuzen, 1 Januari 1922.
Ondergeteekende wenscht zijn vrien
den en begunstigers een
Ter Neuzen. Is. ADRIAANSENS,
Korte- Kerkstraat 8. Horlogemaker.
aan Vrienden en Begunstigers.
M. ANDRIESSEN,
Lange Kerkstraat 86.
Ter Neuzen, 1 Januari.
toegewenscht aan vrienden en begun
stigers, zoo buiten als binnen deze
plaats.
P. VAN ARENTHALS-Van Overbeeke,
in Kruidenierswaren.
Ter Neuzen, Grenulaan.
Aan Familie, Begunstigers, Vrienden
en Bekenden een
toegewenscht door
P. BARKER Sr.,
in gc-uden en zilveren werken.
Axel, 1 Januari 1922.
aan Vrienden, Bekenden en Begun
stigers bij de intrede van het nieuwe
jaar.
J. BALNIKKER,
Motordienst op RotterdamDordrecht.
Ter Neuzen. Telefoon 185.
51-
ze
>22
iti-
:nd il
ik
iG.
36.
loot.
en
de
^er-
ler-
l.
r.
f :ht
3e-
P".
(fi.
zijne
"-CM.
nden
ipij".
\T aai-
jmen.
3HERS.
de gunst
in het af-
.■uimschoots
n wij aan
Bekenden
GROET.
..euwing ten
A. BAREMAN Jz.,
Rijtuig- en Wagenmaker.
Rijtuighandel.
m. g. Noordstr. 101, Ter Neuzen.
Ondergeteekende wenscht aan ieder
een
J. D. BAREMAN,
Aardappelen-, Groenten- en Fruit-
handel, Boter, Eieren, enz.
Ter Neuzen. Noordstrant 92.
BE.
Ter Neuzen.
t nieuwe jaar
de HEIL EN
■n Begunstigers.
PRIESTER.
i\ den Appel".