ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN.
Levert de fljnste soorten HONINGKOEK.
OOKERS
No. 7242
Vujdag 30 December 1921.
69e Jaargang.
Oud en Mieuw.
bbrstbblab
a 60 cent,
Stoom-, Koek- Beschuitfabriek
„ST. AHTOIME"
Nieowjaars'advertentien
20 000 K.G. GRENALLE
20.000 K.G. MACADAM
BINNENLAND.
B B O L A M a
Opslagplaats Yoor Ter Neuzen en Cmstreken: Firma Wed. A. H. DONZE,
BU1TEN LAND.
oi^atmau^drntamB^^mMam^KKsammmammimnn h w|
voor het Nieuwjaarsnummer
dat Maandagmorgen in plaats van
Maandagavond zal verschijnen en in
de kom dezer gemeente huis aan
huis wordt bezorgd, worden weder
geplaatst
Voor Kieuwjaarswtu^chen grooter
dan 20 regels, zar^ cent meer
worden gerekend voor elke 20 regels
of gedeelte daarvan.
De inzendingen kunnen geschieden
tot uiterlijk Vrijdag 30 dezer.
Ter Neuzen, 21 Dec. 1921.
Firma P. J. VAN DE SANDE.
Burgemeester en Wethouders
dergemeenteZAAMSLAGwachten
voor of op Dlnsda^ lO Januarl
a.s., des voormiddag's uur, prijsopgave
in voor de leverantie van
en
te leveren en uit te spreiden volgens aan-
wijzing
De grenalles op het Dorp en 4000 K.G.
macadam (Val), 6000 K.G. (Veer) en 10.000
K.G. op het Dorp.
Zaamslag, den 27 December 1921.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
JOH.„DE FE1JTER Pzn., Burgemeester.
J. SfOLK Lzn., Secretaris.
Het Gemeentebestuur van
ZAAMSLAG stelt bij inschrijving
te koop:
De op het Dorpsplein staan-
de 37 ^wtreOLMENBOOMEN,
metende van 1,50—2,40 M.,in
perceelen of in massa.
Inlichtingen zijn ter Secretariate bekomen.
Zaamslag, 28 Dec. 1921.
JOH. DE FE1JTER Pz., Burgemeester.
J. STOLK Lz., Secretaris.
Een bekende Noorsche schrijfster laat
dooi een van haar heldinnen alle menschen
inaeelen in twee groepen: aan den eenen
kant ziet zij begrafenis-christenen, en aan
den anderen kant bruilofts-christenen. En
dan werkt die schrijfster dat in haar boek
verder uit, en wij moeten erkennen: de in
dexing gaat" heel vaak op, en het onder-
scheid en de tegenstelling zijn werkelijk
soms z6er treffend.
Daar zijn menschen, die op het eerste ge-
zicht reeds door ons met vrij groote zeker-
heid bij de begrafenis-christenen kunnen
worden ingedeeld; zij toonen het door woor-
dei en gebaren, door gang en blik dat blijd-
schap en opgewektheid, activiteit en drang
tot daden en veroverenden niet tot hun ka-
rakter behooren. Zij komen natuurlijk ook
wel eens op 'n bruiloft, maar dan zijn zij
daar toch als menschen die er eigenlijk niet
hooren en zich daar niet op hun plaats ge-
voelen. Zij brengen altijd iets van de begra-
fenisstemming met zich mee.
Aan den anderen kant staan de bruilofts-
christenen. Zij gaan vroolijk het leven door,
hun „open" lach en hun „kwieke" gang,
hun opgerichte houding en hun veerkrachtige
tred, dat alles verraadt hen aanstonds als
menschen vol levensmoed en levensdrang.
Zij zoeken altijd weer de lichtzijden van de
dingen en van het leven; lang niet altijd is
voorspoed hun deel, evenmin als tegenspoed
speciaal den begrafenis-christenen zou wor
den toebedeeld, maar het is toch alsof zij
door het leed nooit geheel worden
neergebogen; er blijft altijd kracht in
hen over, zoodat zij na niet te langen tijd
zich weer kunnen oprichten. En ook al zijn
zij lang niet altijd op een bruiloft, brui-
loften, echte bruiloften zijn in der meeste
menschenleven zeldzaam! het is heusch
alsof, zij van alle dagen een bruiloft maken,
zij maken een feest van het leven, wat nog
meer zegt: zij maken een feest van te leven;
leven, mogen leven, blijven leven is hun reeds
zoo'n voorrecht. Zij schuwen de schaduwen,
zij trekken altijd weer naar het licht, en zoe
ken het licht.
Deze tegertstelling moge dan al niet steeds
opgaan, en het moge wel vaststaan, dat er
ook overgangen zijn tusschen die beide
soorten, en dat er dus heel wat menschen
grensbewoners zijn, die werkelijk noch bij
die eerste noch bij die tweede soort op hun
plaats zijn; heel vaak is het toch een onder-
scheid, dat ons helpt bij het gadeslaan en
leeren kennen en verstaan van onze mede-
menschen.
Wij hebben echter in dit artikel, geschre-
ven om gelezen te worden vlak voor of vlak
na de jaarwisseling, het oog op een andere
onderacheidiflg van de menschen, een indee-
ling, die goeddeels echter gelijk zal loopen
met die tegenstelling, door de Noorsche
auteur genoemd. Wij zouden nu de men
schen kunnen en wilten indeelen in: Oude-
jaars- en Nieuwjaars-christenen!
Daar zijn menschen, die eigenlijk op den
Oudej.aarsdag en dan speciaal op den Oude-
jaarsavond pas goed op dreef zijn. Het
Uren, dagen, maanden, jaren,
Vliegen als een schaduw lv en;
CAch, wij vindenwaar ui;_ staren,
i* Itera"besb ed' v nn
is vo'ikomen uit en naar hun hart gesproken
De vergankelijkheid daar leven zij bij, die
diingt zich teikens met nieuwe kracht aan
hen op, en daarvan ontvangen zij keer op
keer en dag-aan-dag de bewijzen. Zij zijn
tengevolge van deze zekerheid, die zij haast
geen oogenblik uit het oog verliezen, nooit
eens volkomen opgewekt. Zijn zij al eens
'n enkel keer vroolijk, dan zijn zij dat in het
overdrevene en gaat dit vroolijk zijn hun
onhandig af. Hun uitbundigheid valt dan
iedereen op, zij zijn dan eigenlijk wat men
we! eens teekenend noemt: door het dolle
gpen. Maar volkomen op dreef zijn zij pas,
ajs zij op een of andere wijze belijdenis
nfdgen en kunnen afleggen van hun geloof
de vergankelijkheid, die terecht hun eerste
en misschien ook wel haast huo eeniig, en
stellig hun voornaamst geloofsartikel moet
worden genoemd. Deze lieden en men
vindt ze onder. alle rangen en standen, aan
alle oordeo, onder rijk en arm, onder jong
en oud deze lieden zijn op den Oudejaars-
avond echt op dreef. Dat is hun avond, dan
gaan zij naar de kerk, terwijl zij er anders
misschien nimmer komen, en zij zitten dien
avond gebogen over deri ouden kerkbijbel in
hun bank en zingen de Oudejaarsavond-
liederen mee alsof zij alijd gewoon zijn daar
psalmen en gezangen te zingen; en Psalm
90 de ^Judejaarsavond-psalm bij uit-
nimendheid. is hun uilihet4mrt gegrepen:
„Wij brengen onze jaren door als 'n ge
dachte. Wij vliegen daarheen. Het uit-
nemendste onzer jaren is moeite en ver-
driet en het wordt snellijk afgesneden."
Hebben deze Oudejaarsavond-menschen
niet zooals men het zoo. typeerend uit-
drukt „schoon gelijk?". Is al het aardsche_
ik B reng<;ii^.vvjjuy4j-
j'aren niet door als 'n gedachte? Wat blijiT
er ten slotte over, wat is er, dat niet ver-
gaat? Is het dan ook niet iets waarmee van
ganschef harte moet worden ingestemd:
Op den weg, dien wij betreden,
Staat geen voetstap, die beklijft;
Al het heden wordt verleden,
Schoon 't ons toegerekend blijft.
Daarom zij het erkend: Die menschen, die
dat belijden en zingen, hebben gelijk. Hun
standpunt moet worden gewaardeerd. Maar
en ziedaar de bedoeling van onze opmer-
kingen: Er is toch ook wel 'n lichtzijde nog,
die maar al te makkelijk wordt verwaar-
loosd. Het standpunt van de Oudejaars-
avoridmenschen moge zijn recht en zijn
reden hebben, het standpunt van de Nieuw-
jaars-menschen mag en moet er ook zijn!
Naast en tegenover de menschen, die wij
in de voorafgaande alinea's teekenden, staat
nu een (misschien niet zoo talrijke, maar
toch ook wel te respecteeren) groep van
hen, die meer lijken op die bruilofts-chris
tenen, die wij reeds npemden, en die wij
reeds kortaf hebben gesignaleerd ais
..Nieuwjaarsmenschen". Wij zeiden het
reeds: zij zijn lang niet zoo talrijk. Wie de
verhouding zou widen weten van hun aan-
tal tot het getal Oudejaarsmenschen zou
or.der normale omstandigheden eens
tegenover elkander moeten stellen het groot
aantal menschen, dat alom op den Oude
jaarsavond nog een of ander bedehuis be-
zoekt, en het luttel aantal hoorders, dat aan-
wezig is in de godsdienstoefeningen op den
Nieuwjaarsmorgen. (Wij zeggen er met op-
zet bij: onder normale omstandigheden. Dit
jaar toch zal de verhouding voor de Tweede
groep misschien een weinig gunstiger uit-
vallen, gezien het feit, dat Nieuwjaar dit-
maal op Zondag valt). Dan blijkt, ook bij
oppervlakkige beschouwing reeds aan
stonds, dat het aantal Nieuwjaarsmenschen
heel wat kleiner is. En toch hoe som-
feer zou de weref"d er uitzien, indien-deze
Nieuwjaarsmenschen er niet waren! Zij
toch zijn de menschen, die nog moed heb
ben en vertrouwen, van wie het meeste ini-
tiatief uitgaat en de grootste kracht; een
wereld zonder Nieuwjaarsmenschen zou
spoedig aan haar einde zijn, al moet het
evenzeer worden toegegeven, dat een wereld
met enkel zulke Nieuwjaarsmenschen „over
den kop" zou gaan. Deze Nieuwjaars
menschen gelooven nog in de toekomst; ik
zeg niet, dat zij niet in de vergankelijkheid
gelooven, want dat geloof komt toch pas bij
hen in de zooveelste plaats en vrij wel ach-
teraan; neen, zij gelooven in de toekomst,
in dat wat komt, zij hopen nog, zij gelooven
nog, zij zijn nog de meening toegedaan,
dat het goed zal worden, en misschien slui-
ten zij dan hun oogen wel eens te veel en te
lang voor de overweging, dat dit goede en
schoone toch pas bereikt zal kunnen worden
langs den weg van veel strijd en van veel
lijden.
Deze menschen, die wij zoo even met 'n en-
kele streek trachtten te teekenen zijn nu de
lieden, die op den Nieuwjaarsdag juist in
hun element zijn. Zij vieren natuurlijk ook
wel Oudejaarsavond mee. Men versta ons
goed. Zij behooren niet tot die onverschil-
ligen, die b.v. dat vieren van den Oudejaars
avond dwaasheid en inbeelding of aan-
stellerij achten, neen,) zij doen mee, en zij
zijn mee ontroerd, en dngen mee en schreien
wel mee ook. Maar t ich: voor hen staat al
heel dicht na den Oud. jaarsavond de Nieuw-
jaaismorgen. Teektiend ook dat: Oude-
jaar heeft zijn avond, Nieuwjaar is een
morgen. Het is voor hen 'n niorgen, die den
dag met zich brengt. Zij staan aan het be
gin. De Oudejaarsmenschen staan daaren-
tegen aan het slot. Bij hen is het einde van
belang, het einde, dat zoo duidelijk er op
wijst, dat alles hier bp aarde tenslotte een
eintic neemt. De anderen echter weten van
geen einde, zij we;c alleen van een begin.
Ti-!giget jnajjpff zij een nieuw begin.
O: N'ieinvi'ant Gnschen niet hun zwax-
ke kanten hebben*" Voorzeker. Wat de
klacht Is van de Oudejaarsmenschen is ue
zwakheid der Nieu\yjaarslieden. Zij toch
rekenen niet zeiden t - weinig met de vergan
kelijkheid, te weinig met het ontoereikende
van alle menschelijk pogen en trachten, zij
schijnen alle tetenrstellingen ieder keer
weei te vergeten, zij zettep maar door, en
vatten maar weer aan en beginnen maar
weer opnieuw, altijd weer opnieuw.
Het wil ons voorkomen, dat, wil het goed
met ons zijn, wij en van de Oudejaarsmen
schen en van de Nieuwjaarsmenschen iets
moeten leeren en in ons hebben. Het oucie
wij zullen waarlijk de lof van het oude
niet zingen. Daar zijn er die al maar bij
dat oude zweren, en'die dat oude en ver-
trouwde welhaast als het eenig goede be-
schouwen. Toch ligt er in het oude niet zei
den veel bekoorlijksj Het oude is het be
kende. Wij weten, wat wij er aan hebben,
daar kennen wij den weg en daar weten wij
weg mee. Daartegeuover is het nieuwe, het
cnbekende, datgene, waarvan wij nog maar.
heeleinaal niet weten, wat wij er aan heb
ben Dat dwepen met het nieuwe en nieuw-
ste verraadt meestentijds weinig' diepgang
var. leven, bezonnenheid noch oorspronke-
lijkheid.
Ook wij staan weer eens op de grens bin-
nenkort. Wat zal dan onze stemming zijn?
Sommigen zullen als begrafenis-christenen
1921 ('indigent Ook dat jaar wordt dan weer
bijgezet, dalend in der graven nacht. Zij zul
len over enkele uren .schreien en klagen en
jammerend vragen.
En voorzfeker is er 21 December 1921 veel
reden tot klagen en vragen voor zeer velen.
Het zou ons niet verw/mderen, als de meeste
vau onze Iezers met weinig opgewektheid
FDJ rre Is donker voor
heel de wereld. Washington heeft geen op-
lossing gebracht en nog minder ontwape-
ning, misschien eer nog versterkte bewape-
ning. De naburige groote staten verkeeren
in het allergrootst gevaar, en in eigen land
zijn werkeloosheid en malaise aan de orde
van den dag. De Oudejaarsmenschen zul
len het Zaterdag ongetwijfeld winnen in
aantal en in sterkte van wel gemotiveerde
argumenten.
Maar er zullen ook nu Nieuwjaarsmen
schen zijn, al zijn ze er dan misschien nu in
kleiner getal. Wij bedoelen geen luchtharti-
gen en onverstoorbare optimisten. Er zijn er
gelukkig nog altijd, die er moed op hebben
en die zioh niet van de wijs laten brengen
door de algemeene klachten en jeremiades
Zij verwachten van het nieuwe jaar veel,
zoo niet alles.
Wij willen tusschen die uitersten in gaan
staan. Zeker, met de Oudejaarsmenschen
willen wij gemeen hebben de belijdenis der
vergankelijkheid van ar dit aardsche. Wij
brengen onze jaren door als een gedachte.
Het wordt alles afgesneden, en wij vliegen
daarheen. Maar wij willen den Nieuwjaars
menschen ook een goed stuk gezelschap
houden. Wij vreezen de toekomst niet. Dat
onbekende trekt zelfs en vordert op een
goed stuk energie. Het was een mooi woord,
wat schrijver dezes den wereldberoemden
Eucken (hoogleeraar in de wijsbegeerte te
Jena) op een reis door Nederland eens hoorde
aanhalen, toen hij een zijner voorlezingen
eindigde met te zeggen: „Laten wij er ons
over verblijden, dat wij kracht in ons voelen,
en dat onze arbeid oneindig is". >00 ein-
digt toch ook dat oude „gebed van Mozes".
Psalm 90, dat wij op den Oudejaarsavond
zoo gaarne lezen of (en) hooren lezen. ,,En
de liefelijkheid des Heeren onzes Gods zij
over ons, en bevestigt Gij het werk onzer
handen over ons, ja, het werk onzer handen
bevestigt dat".
Tusschen de Oudejaarsmenschen met al
hun weemoed en zuchting, die zoo echt
opzien tegen het jaar, dat komt, en de
Nieuwjaarsmenschen met hun wel eens wat
te luchtig optimisme en al hun levensblij-
heid, staat de Christen, die zich gedragen
en gesfeund weet door een onvergankelijk
en onveranderlijk God, die zijn schepping
draagt, en haar door der jaren en eeuwen
•nacht heen leidt tot den zeer lichten en vol
komen blijden dag.
H. M. DE KONINGIN EN DE
ONZEDELIJKE KLEED1NG.
Het Haagsche Centraal Comite tot Ze-
delijke Verheffing kan met groote Llijd-
schap mede deelen, dat het H. M. de Ko-
ningin behaagd heeft aan het besfuur te
berichten, dat Zij met belangstelling, waar-
deering en ingenomenheid kenis heeft ge-
nomen van het in de dagbladen van 1 Oct.
jl. geplaatste artikel „Maatschappelijke
verwildering en de kleeding der vrouw",
waarin door het comite pogingen worden
aangewend, betreffende verbetering van de
kleeding der vrouw, en dat H. M. onge-
vraagd een ruime bijdrage beschikbaar
JOH. v. d. SANDE-v. d. H E !J D E N, Tilburg.
Grossiers en Winkeliers schrijft ons nog heden en wij maken U bemonsterde offerte.
Aanbevolen merken:
Gouden Helm - De Parel - Ideaal - Reclame Candij - Reclame Ontbijt.
heeft gesteld tot bestrijding der onvermij-
delijke onkosten welke aan de propaganda
van genoemd artikel verbonden zijn. Dit
Hooge bewijs van waardeering wordt door
het comite ten zeerste op prijs gesteld.
UITSTEL VAN EERST.E OEFENING
LICHTING 1921.
Daar van de lichting 192fi de dienstplich-
tigen, behoorende tot de infanterie, wiel-
rijders, pontonniers en de genietroepen ih
drie gedeelten zijn ingelijfd, is in de be-
schikkingen, waarbij aan deze dienstplich-
tigen uitstel van eerste oefening werd
verleend, vermeld, dat dit geschiedde tot
opkomst van de derde, dan wel de laatstle
laatste ploeg van de lichting 1922.
Vermits de lichting 1922 nietj in drie,
doch in twee gedeelten zal worden opge-
roepen, moeten deze dienstplicht'igen voor-
loopig niet gerekend worden als te behoo
ren tot een der ploegen van de lichting
1922.
Omtrent hu'nne opkomst in werkelijken
dienst zullen nadere bevelen worden ge-
geven.
CONFERENTIE TE WASHINGTON.
Hughes heeft op de conferentie te Was
hington eenige toenadering getoond voor de
Engelschen, door de tonnemaat aan duik-
booten, die hij voor Engeland en de Veree-
nigde Staten had voorgesteld (90.000 ton)
re vermirrdrrcn rot 6ft00f: ton en-*,)ap»»-,
Frankrijk en Italie te laten wat zij reeds
hebben: 32.000, 30.000 tot 40.000 en 18.000
ton onderscheidenlijk; maar deze drie wil- j
len daar'niet van weten.
Men begint in te zien, dat de duikboot-
kwestie zich niet voor afdoening op deze
conferentie leent, omdat duikbooten behoo-
ren tot de dingen, waarin ook een kleine
mogendheid zou kunnen trachten groot te j
zijn en de rantsoeneering over de heele linie
noodzakelijk is.
Er zal daarom een groote internationale
conferentie belegd worden, om te beslissen
over het lot van de duikboot en over de
tonnemaat, die aan elke mogendheid wordt j
toegestaan, indien zij niet van de zee ver-
bannen wordt. Ten aanzien van duikbooten
zijn, zelfs als zij afgeschaft worden, bijzon-
dere voorzorgen noodig, want men kan de
tijdroovendste deelen en machines, in vredes-
tijd in voorraad maken en ze in oorlogstijd
snel met een romp omkleeden. Een land dat
eenmaal in oorlog is, bekreunt zich natuur
lijk om geen voorgeschreven rantsoen meer.
De afs'chaffing is daarom, naar wij meenen,
niet bona fide uitvoerbaar zonder een inge-
wikkeld stelsel van internationale controle.
VERLOVING VAN DEN BELGISCHEN
KROONPRINS MET PR1NSES
YOLANDE?
Naar de hladen uit Rome vernemen doet
in kringen, die met het Quirinaal in relatie
staan, het gerucht de ronde, dat ter gelegen-
heia van het bezoek van het Belgische ko-
ningspaar aan Rome officieel de verl.oving
van prinses Yolande met den Belgischen
kroonprins zal worden bekend gemaakt.
DE VERLOVING VAN DEN
BELGISCHEN KROONPRINS.
In officieele Belgische kringen draagt
"men volslfelvf geen fcennis tfati een voor-
genomen verloving van den hertog van
Brabant. Het B. T. A.-bureau meent te we
ten, dat zulk een plan nooit heeft bestaan.
MASSAMOORD DOOR MEXICAANSCHE
BANDIETEN.
Uit New-York wordt aan de bladen ge-
seind, dat volgens een telegram uit Mexico
bandieten bij Santa Anna 23 kinderen heb
ben omsingeld, die onder leiding van een
ptiester op excursie waren. De priester en
22 kinderen werden gedood. Het laatste
kind wist zich in de rotsen te verbergen en
slaagde er in te vluchten.
DE DUITSCHE SCHADELOOSSTELLING.
In de rijkskanselarij hebben de laatste
dagen wederom door het kabinet besprekin-
gen plaats naar aanleiding van het vraag-
stuk der schadeloosstelling. De strengste
geheimhouding werd bewaard over de be-
sprekingen. Bekend gemaakt werd, dat een
definitief besluit in deze zaak nog ni*t ge-
nomen werd. In economische kringen wordt
de toestand zeer sceptisch besproken en is
men de overtuiging toegedaan, dat Duitsch-
land tot den 5en Februari wel 500 millioen
gouden marken zal moeten betalen. De
schadeloosstellingscommissie zal op 29 De
cember te Parijs bijeenkomen eh de Duitsciie
vertegenwoordigers die het Duitsche stand
punt zullen uiteenzetten, hooren. Naar ver-
luidt wordt ook Rathenau te Parijs verwacht.
voorkomen «n genezen de
lastige droogneid in de keel
het gemakkelijkst door het
1 gebruikvan Lakerol-Pastilles.
De ademhaling wordt gezond en
zuiver. Overal verkrijgbaar a Fl. 0.50
per doos. 15.
DE KWESTIE DER DUIKBOOTEN.
De Daily News zegt in een hoofdartikel:
Balfour hield met ongeevenaarde kennis
een rede over de kansen der duikbooten,
hetwelk de vrucht is van de ondervinding
van Groot-Brittannie gedurende den ooriog
en hij was in staat7b»i,qet pleidooi, dat ue
Fransche vertegenwoordigers te Washing
ton hielden voor het z.g. armzalige ooriogs.-
wapen, geheel en al te weerleggen. De waar-
heid is, dat de duikboot in het geheel geen
armzalig oorlogswapen is, maar een slecht
oorlogswapen. Als verdedigingsmiddel kan
het een rol spelen, maar alleen als deel van
het algemeene verdedigingssysteem. Ais
aanvalsmiddel zijn hare vermogens bijna
onbegrensd, evenals die van vergift of gas-
bommen. Mocht de vrijheid van Frankrijk
ooit weder rechtstreeks bedreigd worden
door een militaire mogendheid, zou het ter
beveiliging harer verbindingen niet afhan-
gen van zijn duikbooten, al mocht het die
bij hondetdftn bezjttc®, m&ar van yele dui-
zendeii van Britsche kleine vaartuigen, dit
zijn havens reeds hebben beveiligd door ver-
nieling en de Britsche en Amerikaansche
legers in staat hebben gesteld het overwin-
nend te hulp te komen.
De Evening Standard" merkt op:
De duikboot is, zooals Balfour zeide,
thans voornamelijk»een militair wapen. Zij
werd gedurende den oorlog hoofdzakelijk
tegen koopvaardijschepen aangewend en
welke regeling voor haar gebruik ook kan
worden vastgesteld, deze kan nauwelijks
zoodanig zijn, dat zij effeetief blijkt. Voor
dit land, hetwelk zonder voor Duitschland
bevreesd te zijn, natuurlijk en noodzakelijk
bezorgd is voor zijn overzeesche verbindin
gen, van welke de voeding van de bevol-
king der eilanden afhangt, kan het geen
onverschillige zaak zijn, dat een naburige
staat, zooals Frankrijk, zich wapent met een
groote onderzeesche vloot, Frankrijk moet
zich derhalve de volgende vraag stellen:
is het bezit eenef grodte onderzeesche vloot
voor het land van meer belang dan een
overeenkomst met de voornaamste zee-
mogendheid der oude wereld, die het zou
heveiligen tegen een aanval ter zee en het
in staat zou stellen, zijn aandacht te con-
centreeren op de problemen van de verdedi-
ging te land en zijn ontzaggelijke uitgaven
direct en indirect te besparen.
DE DUIKBOOTKWESTIE
GEDERAILLEERD.
Het vasthouden van Frankrijk aan een
duikboottonnage van 90.000 ton, dit is drie-
maal meer dan voorgesteld wordt in het
Amerikaansche plan, heeft het onmogelijk
gemaakt op de conferentie te Washington
tot een overeenkomst te komen betreffende
de duikbooten. Vernomen wordt, dat ver-
dere bespreking definitief is buitengesloten.
Als gevolg dezer mislukking van een ge
deelte der conferentie zullen de landen vrij
zijn zooveel onderzeeers te bouwen als zij
wenschen. Engeland moet, naar verklaard
wordt, zich het recht voorbehouden niet al
leen duikbooten te bouwen, maar ook zoo
veel hulpkruisers als noodig zijn om zich te
verdedigen.
TER NEUZEN, 30 Dec. 1921.
GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
In de Donderdag gehouden vergadering
van den gemeenteraad werd besloten ad-
haesie te betuigen aan het adres van het ge
meentebestuur van Domburg in zake keuring
bij huisslachtingen. Opgemerkt werd, dat de
Minister bereids reeds een wijziging van de
Vleeschkeuringswet heeft toegezegd om de
keuring voof huisslachtingen te doen ver-
vallen.
Naar aanleiding-van de ter goedkeuring
ingezonden verordening voor heffing van
eer recht voor het ruimen van privaatputten
en tonnen was van Ged. Staten een schrijven
ingekomen, dat het vaststellen van een
dergelijke heffingsverordening naar draag-
kracht niet toelaatbaar is. Burg, en Weth.
hebben zich afgevraagd, hoe het dan wel
moet, doch weten daarop geen antwoord. Zij
stellen voor, de verordening te handhaven,
opdat de Kroon daaromtrent kan beslissen.
2 tot 3