Het gymnastieklokaal wordt des avonds na 6 uur nooit gebruikt. De VOORZITTER merkt op, dat de leslokalen boven het gymnastieklokaal wel gebruikt wor den, doch de kapitein heeft toegezegd, dat hij ■dan van af 6 tot 8 uur stille oefeningen kan laten geven. Natuurlijk moet er ook wor- den gezorgd, dat er niets wordt beschadigd. Aanvankelijk was het de bedoeling de lessen op Vrijdag te geven, dat was voor de school de meest geschikte avond. Er hebben zich echtei ook eenige bakkers aangegeven en die maken bezwaar om des Vrijdags te komen. Daarop is overeengekomen, dat de les Dins- dagsavonds zal worden gegeven. De heer VAN DE BILT herinnert nog, dat destijds is gezegd, dat alles wat geen bepaald onderwijs was, uit de school zou worden go- weerd, doch dat het onderhavige ook wel dege- lijk onderwijs is, waarvan de Axelsche jonge- lieden kunnen profiteeren door een korter diensttijd in de kazeme. Hij is van meening, dat dit verzoek wel kan worden ingewilligd. Overigens verklaart spreker, dat het hem spijt, dat de landbouwcursus niet in de school gehou- den wordt, aan haar zijn lokalen ten gebruike afgestaan. De VOORZITTER merkt op, dat moeilijk- f heden zijn ontstaan, door het geven van les- j sen over dag. De heer ROSTER: Dat is alleen Zaterdags het geval. De heer VAN DE BILT: De lessen worden nu elders gegeven, omdat de heer Van Dix- hoorn er een lokaal voor disponibel heeft, maar als dat niet het geval was, zou het toch in de school moeten gesehieden, want het zou jam mer zijn,' als die lessen niet zouden kunnen doorgaan. Het voorstel van Burgemeester en Wethou- ders wordt aangenomen met 7 tegen 3 stem- men. Voor stemmen de heeren Dieleman, Van de Biit, De Feijter, Baert, Weijns, Dekker en de Voorzitter; tegen stemmen de heeren Kruijsse, Roster en Van Dixhoorn. 12. Verzoek van A. Schelleinan, lantaarnop- steker te Sassing, om herziening zijner jaarwedde. De VOORZITTER deelt mede, dat is inge- komen een verzoek van A. Schelleman, lan- taarnopsteker op de Sassing, om, in aanmer- king nemende de vele werkzaamheden welke door hem moeten worden verricht, zijne jaar wedde te willen verhoogen. De lantaamopsteker aan de Sassing, heeft meer lantaarns te bedienen dan zijne collega's in andere buurtschappen. Het voomemen be- stond dan ook reeds, om bij de begrooting zijne jaarwedde te verhoogen. De gemeente-opzich- ter had dit echter verzuimd aan te teekenen en ook aan spreker is het bij de begrooting aan zijn aandacht ontsnapt. Hij krijgt nu f 32 en Burgemeester en Wethouders zouden dit wil len verhoogen tot f 50. Aan den Ouden Weg vervallen lantaarns en kan de belooning dus verminderen, zoodat de betrokken uitgaafpost niet zwaarder zal gedrukt worden. De heer ROSTER zou nog wat vercler willen gaan en den lantaamopsteker nog wat meer geven, doch hem dan ook belasten met het toe- zicht op en het schoonhouden van de water - plaatsen op de Sassing, want dat gelijken nu meer mesthoopen. De VOORZITTER weet niet, of dit gaan zal, of de man dat zal willen doen en merkt kenschetsend op, dat dit een combinatie zou zijn van vuur en water. In elk geval is dat niet aan de orde en zou dan bij de omvraag kunnen besproken worden. De heer ROSTER stemt dat wel toe, maar hij kon het toch moeilijk anders ter sprake bren- gen, 'daar hij dacht, dat dit misschien zou te combineeren zijn en er dan een beteren toe- stand zal ontstaan. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met algemeene stem- men. 13. Benoeming leden commissie tot wering van schoolverzuim. De VOORZITTER verzoekt de leden over te gaan tot het benoemen van 6 leden der com missie tot wering van schoolverzuim, wegens periodieke aftreding der heeren A. van't Hoff, P. le Feber, J. Verijzer, A. E. C. Rruijsse, A. Esselbrugge en Ph. J. van Dixhoorn. Hij verzoekt de heeren Rruijsse en Van Dix hoorn met hem het stembureau te vormen. De heer VAN DIXHOORN verzoekt niet meer voor een herlienoeming in aanmerking te komen. Hij heeft reeds geruimen tijd geleden het voornemen gehad, ontslag te nemen als lid der commissie, doch toen heeft hij dit, op ver zoek van den Burgemeester uitgesteld tot de periodieke verkiezing, opdat die dan weer met de andere vacatures zou samenvallen. De heer RRUIJSSE merkt op, dat de cate- gorie die door den heer Van Dixhoorn in de commissie vertegenwoordigd werd, die van in- gezetene zonder schoolgaande kinderen, ruim vertegenwoordigd is en het wel aanbeveling zou verdienen de categorie der onderwijzers van bijzondere scholen te versterken. In verband hiermede wordt genoemd den naam van den heer P. de Eort, van het perso- neel der R. R. school. De uitslag der stemming is, dat worden herbe- noemd ieder met 10 stemmen de heeren Van 't Hoff, Le Feber en Esselbrugge en ieder met 9 stemmen de heeren Rruijsse en Verijser, ter- wijl wordt benoemd met 8 stemmen de heer P. de Rort. Voorts verkregen de heeren Van Dixhoorn, Coumou, A. Wijna en J. M. Baert ieder 1 stem. De VOORZITTER zegt, dat aan de herbe- noemden en benoemde kennis zal worden ge geven. Hij acht het voorts gepast thans een woord van dank te richten tot den heer Van "Dixhoorn, voor de diensten die hij als lid der commissie in het belang der gemeente heeft verricht. 14. Benoemen lid Burgerlijk Armbestuur. De VOORZITTER verzoekt de leden over te gaan tot het benoemen van een lid van het Burgerlijk Armbestuur in de vacature ont- staande door periodieke aftreding van den heer C. T. van de Bilt, met wie ter Benoeming wordt aanbevolen de heer C. B. Antheunis. De uitslag der stemming, waarbij de heeren. Kruijsse en Van Dixhoorn weder als leden van het stembureau fungeeren, is, dat wordt her- benoemd de heer Van de Bilt met 9 stemmen; op den heer Antheunis is 1 stem uitgebracht. 15. Benoeming lid commissie van toezicht op het lager onderwijs. De VOORZITTER verzoekt over te gaan tot de benoeming van een lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs, ter voorziening in de vacature ontstaande door periodieke af treding van den heer A. Coumou. Met dezen wordt ter benoeming aanbevolen de heer P. le Feber. De uitslag der stemming is, dat de heer Coumou wordt herbenoemd met algemeene stemmen. 16. Verzoek van C. van den Broeke om ver- gunning tot het vernieuwen der steenen in zijn stoep. De VOORZITTER doet mededeeling van een adres van C. van den Broeke, gemeente-opzich- ter, die verzoekt hem vergunning te verleenen tot het vervangen van de versleten steenen in de stoep zijner woning in de Noordstraat B no. 8. Aangezien de ligging der stoep zoowel wat hoogte als afmetingen betreft geheel dezelfde blijft, is er naar het oordeel van Burgemeester en Wethouders geen bezwaar de gevraagde toestemming te verleenen en wordt door hen voorgesteld het verzoek in te willigen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 17. Voorstel van aanschaffing van ijzeren potten voor het inzetten van palen ter gelegenheid der veemarkt. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het een jaarlijks terugkeerende ellende is, dat de bestrating der markt geruimen tijd niet in orde ligt, wegens het planten der palen voor de veemarkt. Er moeten telkens steenen worden uitgebroken, die steenen worden niet juist meer op de plaats gelegd en er blijft een ver- hooging ter plaatse of wel er komt een ver- zakking, waardoor de bestrating steeds onre- gelmatig blijft. De laatste maal heeft men wegens de vorst de steenen eerst moeten ont- dooien om ze er uit te breken en kon .toen we gens de vorst de steenen niet herleggen. Dit heeft tot het voorstel geleid, om in den handel zijnde ijzeren potten aan te koopen, welke in het plaveisel verwerkt worden en waarin de palen dan bij de jaarmarkt of andere gelegen- heden, dat het voorkomt, zonder eenige moeite kunnen geplaatst worden. Op de potten is een ijzeren klep die er op wordt vastgeschroefd en opgeslagen als men de potten gebruiken moet. De heer VAN DIXHOORN acht het denk- beeld op zichzelf wel aanbevelenswaard, doch vraagt, of het niet beter zou zijn potten te ne men van beton-ijzer, daar ijzeren potten zoo aan roest onderhevig zullen zijn. De VOORZITTER zegt, dat die potten zijn gemaakt van gegoten ijzer, nogal dik. Als men betonblokken wilde nemen, zouden die nogal aardig dik moeten zijn. De heer WEIJNS zou het gewenscht achten, dat Burgemeester en Wehouders eens een na der onderzoek instelden. De VOORZITTER vindt dat wel goed. Er worden 50 potten noodig geacht en ze kosten f 7 per stuk. De heer RRUIJSSE acht dat toch nogal een groote uitgaaf voor de veemarkt, die eens per jaar gehouden wordt. De VOORZITTER erkent, dat de aankoop een sommeje kostte, maar als men de jaar- lijksche rente rekent van f 350, maakt dat f 17,50 en hij is overtuigd, dat men nu aan werkloon voor het inzetten der palen en het uithalen en straatmaken meer kwijt is, terwijl de straat er telkens minder door wordt. De heer RRUIJSSE verwacht ook niet veel van die potten. Als men nagaat hoe er nu reeds gehandeld wordt met deksels van zink- putten enz., heeft hij er niet veel hoop op, dat men de deksels der potten met rust zal laten. De VOORZITTER: Maar, de deksels der potten worden er op vastgeschroefd. Ik denk daarom, dat men eventueel beton- ijzeren potten toch ook niet zoncTer ijzer zal kunnen krijgen, want dan zou het deksel er toch ook met een ijzeren scharnier aan beves- tigd moeten worden. De heer VAN DIXHOORN staat n*et op beton, maar dacht, dat het misschien beter zou zijn. Hij acht het voorstel op zichzelf aanbe velenswaard, want dan is men op de Markt van die ongelijke steenen af. De heer BAERT meent, dat ijzeren of beton- nen potten wel eenig verschil in de cijfers der aanschaffingskosten zal uitmaken, maar meent toch, dat die van ijzer de meest solide zullen zjjn.' De heer ROSTER vraagt naar de plaatsing der palen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit geen bezwaar is. De palen die de gemeente heeft, zijn van hout, dus, indien ze iets te zwaar moesten zijn voor de afmeting der potten, kun nen ze worden afgenomen. Het zijn vierkante gaten, blijkens mededeeling van den gemeente- opzichter. De heer ROSTER heeft van dezen juist ge- hoord, dat de gaten rond zijn! De VOORZITTER merkt op, dat deze dan toch een der beide keeren, dat hij inlichtingen gaf, abuis moet geweest zijn. In elk geval acht hij dat geen bezwaar. Hij stelt voor, thans in beginsel te besluiten tot het aanschaffen van potten en dan na het nader onderzoek van Bur gemeester en Wethouders omtrent de ijzeren en eventueel aan te koopen beton-ijzeren pot ten definitief door den gemeenteraad te laten beslissen alvorens tot aankoop van het mate- riaal wordt overgegaan. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 18. Verslag van den correspondent der ar- beidsbemiddeling. De VOORZITTER deelt mede, dat naar aan- leiding van de in de vorige vergadering door de commissie voor het nazien der begrooting uitgesproken wenschen, aan den correspon dent der arbeidsbemiddeling is verzocht een verslag omtrent zijne werkzaamheden in te zenden. Dit is gevraagd bij schrijven van 27 Oct. 1.1. en 12 December d.a.v. in het verslag ingekomen. Hij stelt voor, het ter lezing te leggen voor de leden. Het kan dan de volgende vergadering in behandeling komen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. 19. Benoeming van een burgemeester dezer gemeente. De VOORZITTER deelt mede, dat door be- middeling van het gemeentebestuur van Arne- muiden, aan wie dit vermoedelijk abusief was gezonden, is toegezonden een Roninklijk be- sluit van 30 November 1921, waarbij met In- gang van 16 dezer is benoemd tot burgemees ter dezer gemeente de heer F. Blok. Hij deelt mede, dat de heer Blok heeft be- richt voornemens te zijn alhier Vrijdag a.s. des namiddags te arriveeren. Door spreker zal eene vergadering worden belegd tegen 16 dezer, des namiddags 2 uur, voor het installeeren van den nieuwen burge meester. 20. Omvraag. a. De heer VAN DE BILT herinnert aan het indertjjd door den gemeenteraad gezon den bezwaarschrift tegen de indeeling van de gemeente Axel bij de inspectie Hulst. Het bezwaar was niet zoozeer gericht tegen de ad- ministratieve indeeling, als wel tegen het ge- volg daarvan: dat de menschen, die door den inspecteur in zake bezwaren tegen hunne aan- slagen door den inspecteur zouden worden op- geroepen daarvoor naar Hulst zouden moeten reizen, en de correspondentie tusschen Axel en Hulst zoo treurig is. Toen is, na een tweede schrijven van den gemeenteraad, omdat het eerste niet bevredigde, beloofd, dat de inspec teur de menschen uit Axel ook ter plaatse zou oproepen. Aan spreker is nu in de laatste dagen evenwel gebleken, dat de inspecteur zich niet aan die belofte houdt en de menschen te Hulst oproept. De VOORZITTER beaamt de woorden van den heer Van de Bilt. Hij heeft ook van die gevallen gehoord en acht dit een slechten toe- stand, want nu is de correspondentie met den trein, door de slechte machines, er nog niet op verbeterd. Spreker heeft ook gehoord van 3 personen die waren opgeroepen, waaronder een vrouw die bijna nimmer buiten komt. Hij zou deswege namens den raad een brief willen richten tot den inspecteur, want het kan best zijn, dat de inspecteur van die toezegging niet op de hoogte is. De heer VAN DIXHOORN ze't niet goed ach- i ten, om terstond op de gedane belofte te wij- j zen, want dan is het al zooveel als een aan- klacht. Hij zou liever willen vragen, en daar alien nadruk op leggen, om weer terug inge- deeld te worden bij Ter Neuzen. De VOORZITTER merkt op, dat dit al ge- beurd is, maar dat toen ten antwoord is ge geven, dat dit niet kan, zoolang het ontvan- gerskantoor hier niet vacant komt. Bovendien, waar we administratief ingedeeld zijn komt er minder op aan, als de menschen maar niet het ongemak hebben van de reis naar Hulst. Wordt aan het verzoek voldaan, om de men schen hier te hooren, dan zijn ze er terstond mede geholpen. De heer VAN DIXHOORN acht verandering ook dringend noodig, want hem kwamen ook gevallen ter oore, dat de menschen werden op geroepen tegen des voormiddags 9,30 uur. Dan moeten ze hier te 7,15 uur's morgens al afrei- zen en kunnen pas als alles goed gaat hier om 4 uur terug zijn. Hij zou echter niet terstond over den inspecteur willen klagen. De VOORZITTER beschouwd het toch heele- maal niet als een klacht, als herinnerd wordt aan de belofte die aan de gemeenteraad is ge- daan. Het is zeer wel mogelijk, dat de inspec teur er niets van weet. De heer RRUIJSSE gelooft, dat de heer Van Dixhoorn bedoelt, dat het beter is, om zoo weinig mogelijk beweging te maken, teneihde met den inspecteur op goeden voet te blijven. Hij acht het ook het beste, eerst den inspec teur op de belofte te wijzen, en, a's het dan geen gevolgen heeft, zich nogmaals tot den Minister te wenden. De heer DE FEIJTER meent, dat er hier eenig verschil is in de zaken waaryoor de men schen opgeroepen worden. Er is destijds ge- sproken over de reclames, maar de thans op geroepen menschen worden gevraagd om hun ne aangifte nader toe te lichten. De inspecteur zou er zich misschien op kunnen beroepen, dat dit geen reclames betreft. De VOORZITTER acht die veronderstelling onjuist. Hij brengt den destijds door den Direc- teur te Breda namens den Minister geschreven brief ter tafel waarin wordt toegezegd, dat de inspecteur, wanneer eventueele oproeping der belastingplichtigen noodig is, deze ter plaatse zullen worden gehoord. Dat geldt dus voor alles. De heer RRUIJSSE herhaalt, dat, als de in specteur het, nadat hem hierop door den raad gewezen is niet doet, hij zich opnieuw tot den Minister zou willen wenden. De VOORZITTER: Dus een dreigement. De heer RRUIJSSE: Neen, zeker niet, een feit. Als hij het niet doet, verzenden we weer een adres. U zou het ook een waarschuwing kunnen noemen. De VOORZITTER meent, dat er toch een dreigement uit voortvloeit. Indien het helpt, heeft het echter terstond practisch nut. De heer KRUIJSSE: Ik zou zelfs nog wel verder gaan en niet volstaan met het zenden van een adres, maar die zaak door een commis sie in Den Haag laten bespreken. Het is im- mers onzin, dat Axel niet Dij Ter Neuzen zou kunnen worden ingedeeld zoolang hier geen ontvangersvacature is. Dan zal Jwt ontvan- gerskantoor worden opgegeven en komt er een sub-ontvanger. Dan zal het wel kunnen! Er blijkt uit, dat het maar alleen een administra tief bezwaar is. Het voorstel van den heer Van de Bilt, om een schrijven te richten aan den inspecteur van 's rijks belastingen te Hulst, wordt met alge meene stemmen aangenomen. b. De heer WEIJNS komt terug op het reeds door hem meclegedeelde, dat er in de buurt- schappen Spui en Magrette met een lijst wordt rond gegaan, waardoor de aldaar wonenden zich, zonder verdere bepaalde verbintenis, kunnen verklaren, of zij eventueel wenschen aan te sluiten aan de provinciale electrische verlichting. Naar hij vernam, moeten ze 200 lichtpunten hebben, om de installatie te maken. Hij zou het daarom van beteekenis achten, dat de straatlantaarns ook werden opgegeven, daar dit toch allicht een lamp of 10 zou uitmaken. De heer KRUIJSSE meent, dat de raad daar- omtrent maar moeilijk een beslissing kan ne men, aangezien die lampen maar gedeeltelijk op Axelsch grondgebied staan. Die verlichting wordt samen met de gemeente Zaamslag on- derhouden, en zou die gemeente er dus ook in gekend behooren te worden. De VOORZITTER merkt op, dat het hier nog maar een voorloopige opgaaf betreft. Er zou kunnen besloten worden, dat de gemeenteraad in beginsel geneigd is, die lantaarns aan de electrische verlichting aan te sluiten. Inmid- dels zou aan Zaamslag kunnen worden ge vraagd, of die gemeente er ook genoegen mede neemt. De heer KRUIJSSE heeft er in beginsel geen bezwaar tegen, maar meent, dat er toch geen beslissing kan genomen worden, nu men nog van niets weet. Hoe groot de kosten zullen worden, zal toch zeker wel van invloed zijn op een te nemen beslissing. De heer WEIJNS merkt op, dat men zich nog niet verbindt, het is alles voorloopig. De heer DIELEMAN heeft toch ook nog wel bezwaar tegen het nemen van een besluit. Hij is van meening, dat, indien thans beslo ten wordt overeenkomstig het verzoek van den heer Weijns, daarmede wordt uitgemaakt, dat de geheele gemeente wordt aangesloten. De VOORZITTER acht dat er ook wel in opgesloten. De heer DIELEMAN zou dan met het nemen van een besluit willen wachten, tot men er wat meer van af weet. Hij meent, dat het al of niet doorgaan der verlichting van Spui en Magrette toch niet van die paar staatlampen zal afhan- gen. De VOORZITTER acht dat laatste niet on- mogelijk, op Spui en Magrette zijn er van de gemeente wel 10 pitten. Ze hebben ook toege zegd, dat ze van verlichting der buurtschappen werk zouden maken en spreker meent, dat het verzamelen van de opgaven in Spui en Ma grette daarvan reeds een uitvloeisel is. De heer WEIJNS wijst ook op Schapenbout. De heer DIELEMAN heeft wel gehoord, dat men. ook aldaar voornemens is, inlichtingen in te winnen, maar er is toch nog niets gebeurd. Hij meent tot voorzichtigheid te moeten aan- manen, om zich in niets te binden, voor men de geheele zaak kan overzien. Als men het hier doet, moet men het overal doen. De heer VAN DIXHOORN: We zouden het kunnen doen, daar waar het ons wenschelijk voorkomt. De VOORITTER: Dan zouden we ons over iedere wijk afzonderlijk moeten uitspreken. De heer VAN DIXHOORN veronderstelt, dat ze bij gedeelten naar de buitenwijken zul len gaan. Ze zullen ook wel naar de Sassing gaan. Er zou kunnen bepaald worden, dat dan de pitten die de gemeente ter plaatse heeft, zullen worden aangesloten. In beginsel zou de raad kunnen besluiten het te doen waar het gewenscht voorkomt, zonder wijken te noemen. De VOORZITTER meent, dat de raad zich nu moet uitspreken omtrent Magrette, Schapen bout en Spui, met inzondering van de lampen op Zaamslags gebied, waarover kan geschre ven worden. De heer DIELEMAN oppert het denkbeeld, de wenschelijkheid uit te spreken, dat de bui- tenbuurten zullen worden aangesloten bij de electriciteit. De VOORZITTER acht dit niet voldoende. In verband met het circuleeren van lijsten is net gewenscht, dat de raad zich voorloopig uitspreekt, genegen te zijn zoo mogelijk de straatverlichting te Magrette, Schapenbout en Spui aan te sluiten aan het provinciaal elec- triech net. Dit voorstel wordt aangenomen met 9 stem- men tegen 1. Voor stemmen de heeren Dieleman, Van de Bilt, De Feijter, Koster, Baert, Van Dix hoorn, Weijns, Dekker en de Voorzitter; tegen stemt de heer Kruijsse. De heer KRUJISSE motiveert zijn stem te gen het voorstel door te zeggen, dat men hier- over geen beslssing kan nemen, als men geen voorwaarde kent. De heer WEIJNS Het is alles maar voor- 1 opig. De heer KRUIJSSE: Door het besluit is de finitief beslist,\lat de genoemde buurtschappen aan het provinciaal electrisch net zullen wor den aangesoten. De heer DE FEIJTER: Neen, neen! c. De heer KOSTER komt terug op zijn denkbeeld op de waterplaats aan de Sassing, die meer op een mestput gelijkt. Daarin is voorziening dringend noodig. De VOORZITTER deelt mede, dat, naar aanleiding van vroeger gemaakte opmerkin- gen den gemeente-opzichter al eens opdracht is gegeven er naar te gaan zien, en dan heeft deze die met creoline laten schoonmaken. Het schijnt echter, dat dit schoonmaken nogal dikwijls zou moeten geschieden. De heer VAN DIXHOORN: Gebeurt het wekelijks De VOORZITTER: Neen, ik kan niet begrij- pen, dat die waterplaats zoo gauw vuil is, men werpt er vermoedelijk maar alle vuil in. De heer DIELEMAN schrijft de vervuiling toe aan gebrek aan toezicht. Met het toezicht moet niet iemand uit Axel worden belast, doch iemand die er dicht bijwoont, of dat nu de lantaamopsteker zal zijn of iemand anders doet er niet toe, maar hij moet er bijwonen. De VOORZITTER wil er wel eens nader bij Burgemeester en Wethouders over spreken, om in verband hiermede maatregelen ter ver- betering te treffen} d. De heer DIELEMAN herinnert, dat hij in de vorige vergadering gevraagd heeft, maatregelen te overwegen, ter bestrijding van de werkloosheid. Is in die richting al iets ge- daan Het zou ter wille Van eenige hoofden- van groote gezinnen dringend noodig zijn. De VOORZITTER deelt mede, dat dit vraag- stuk zeker reeds een punt van bespreking bij Burgemeester en Wethouders heeft uitgemaakt. Ook is den gemeenteopzichter gevraagd, of hij een of ander werk wist, dat zou kunnen wor den uitgevoerd en als werkverschaffing zou kunnen worden beschouwd. Deze wist echter niets te vinden. Hij deelde ook als zijn mee ning mede, dat het afgraven van de wallen, welk denkbeeld in de vorige vergadering ge- opperd werd, geen goede resultaten zou af- werpen. Thans dienen de wallen voor tuin- grond, doch de gemeenteopzichter betwijfelt, of deze als zoodanig nog zouden kunnen ge bruikt worden, als ze waren afgegraven en er dus anderen grond bovenkomt. In dat geval zou men er mee achteruitgaan. Hieruit blijkt, dat het college dus hiervoor wel reeds werKzaam was, maar er is nog niets op gevonden. De heer DIELEMAN hoort met genoegen, dat het college de vraag althans reeds onder de oogen heeft gezien. Hij hoopt, dat het als- nog gelukken moge een of ander werk te vin den. Waar er 'n wil is, is er ook 'n weg. Het is ook dringend noodig, dat er werk komt, daar de werkloozenkassen anders duchtig zullen moe ten worden aangesproken. Bovendien, is die uitkeering ook minder goed te achten, beter is het den menschen arbeid te verschaffen, want: arbeid adelt! De VOORZITTER deelt mede, dat er alleen eenig werk is op de begraafplaats, maar o- is voor enkele menschen maar een paar dagen. De heer VAN DIXHOORN vraagt, of her geen aanbeveling zou verdienen, over te gaan tot verandering der rioolstelsels. Dat zou nog al wat tijd in beslag nemen en is ten slotte een productief werk ook. Er zou dan een heele vuile boel kunnen opgeruiind worden. Hij dacht, dat de gemeenteopzichter daarover wel al eens met Burgemeester en Wethouders zou hebben gesproken, doch als dat niet het geval is, zal hij het misschien nog wel doen. e. De heer BAERT herinnert, dat hij in de vergadering van 18 October 11. is benoemd tot lid der plaatselijke commissie. Bij het aan- nemen dier benoeming heeft hij eenige woorden gesproken, die in de notulen goed waren weer- gegeven, doch waaromtrent in de Axelsche Courant iets geheel anders gezet werd. Spre ker beklaagt zich, dat in dit blad zijne woorden meermalen onjuist worden vermeld. Toch is hij niet gewoon veel te zeggen. Daarbij komt dan nog, dat de redactie naar aanleiding van die verkeerd weergegeven woorden ging schrij ven, dat het onzin was. Spreker moet toe- geven, dat, hetgeen hij in het blad las, werke- lijk onzin was, maar het blad gelieve zijn woorden goed weer te geven. Hij spreekt de hoop uit, dat de redactie ook ten zijnen op- zichte wat meer attent zal zvjn en de zaken zal weergeven, zooals die in de vergadering werkelijk besproken zijn. Hij gevoelde behoef- te, dat hier uit te spreken. f. De VOORZITTER deelt nog naar aan leiding eener door den heer Van Dixhoorn in de vorige vergadering gestelde vraag mede, dat op 22 Maart 1920 door deze gemeente aan het drinkwaterleiding-comite voor Zeeuwsch- Vlaanderen is uitgekeerd een bedrag van f 522,80. g. De VOORZITTER meent, alvorens de vergadering in besloten zitting over gaat, den heer De Feijter, die tijdens de vacature als burgemeester de functie van tijdelijk wethou- der heeft willen vervullen en wiens taak als zoodanig op 16 dezer geeindigd is, dezen te moeten dank zeggen voor zijne beschikbaar- stelling en den verrichten arbeid, terwijl hij de hoop uitspreekt, dat die arbeid voor de ge meente vruchten zal mogen afwerpen. 21. Reclames hoofdelijken omslag. De VOORZITTER schorst de openbare ver gadering, die overgaat in eene zitting met ge- sloten deuren. Vergadering van Vrijdag 16 December 1921, des namiddags 2 ure. Voorzitter de heer J. M. Oggel, lo. Burge meester. Tegenwoordig de leden: C. Th. van de Bilt, J. de Feijter, A. E. C. Krujjsse, Ph. J. van Dixhoorn, J. Weijns, J. Dekker, J. M. Baert, F. Dieleman en M. Koster, benevens de Se- cretaris. Afwezig de heer J. de Kraker. De VOORZITTER opent de vergadering door het uitspreken van het gebedsformulier. Aan de orde komt: Installatie van den heer F. Blok, als Burge meester dezer gemeente. De VOORZITTER noodigt de oudste leden, de heeren Baert en Van Dixhoorn uit, den heer Blok, die in het gemeentehuis vertoeft, de vergadering binnen te leiden, waaraan deze heeren voldoen. Nadat de heer Blok, zijne echtgenoote en fami- lieleden plaats hebben genomen, stelt de eerst- 1NGEZONDEN MEDEDEELINGEN. INDIEN GEZOND, BLIJF GEZOND. Maak geen gewoonte van het gebruiken van geneesmiddelen. Als gij zieki zijt, hebt gij waar- schijnlijk medicijnen noodig. Maar zoodra gij weder gezond zijt, dient gij met het gebruik op te houden. Zorgzame gewoonten, lichaams- oefeningen, eenvoudig voedsel, goede ontlas- ting, en geregelde, verkwikkende slaap, dienen u gezond te houden. Wees blij, als gij vrij zijt van verschijnselen van nierzwakte. Als gij er aan twijfelt, kunnen Foster's Rugpijn Nieren Pillen u helpen. Dit geneesmiddel schept geen gewoonte-vorming. Onderzoek u zelf. Ontwaakt gij 's morgens met een doffe, bloppende pijn in den rug Hebt gij blazen onder de oogen en zijn uw handen en enkels gezwollen? Is de urine bewolkt, zanderig of brandend Geschiedt de loozing te veel of te weinig Zijn uw ledematen beve- rig en rheumatisch, vooral bij vochtig weder? Zijt gij moedeloos, altijd vermoeid, zonder lust en wilskracht? Wordt gij duizelig na een poos gestaan te hebben? Hebt gij last van rheuma- tiek, spit of ischias? Als gij „ja'' moet antwoorden op een van deze vragen, is het bepaald, noodig om een speciaal niergeneesmiddel te nemen, en kunt gij niet beter doen dan onmiddellijk te begin- nen met Foster's Rugpijn Nieren Pillen. Te Ter Neuzen verkrijgbaar bij Wed. A. v. OverbeekeLeunis a f 1,75 per doos. 32 genoemde den Voorzitter het proces-verbaal van eedsaflegging voor den Commissaris der Koningin op 14 December 1.1. ter hand, waar van de Voorzitter lezing geeft. Hij spreekt daarna den heer Blok toe als volgt: EdelAchtbare Heer Blok! Waar Hare Majesteit U benoemd tot Bur gemeester van Axel, daar rust op den gemeen teraad den plicht, U als zoodanig te ontvangen en te begroeten. Hij doet dit met den Wensch, dat het Uw streven zal zijn, de belangen dezer gemeente steeds getrouw voor te staan. Dat U gegeven moge zijn een helderen blik op en een vaste leiding in alle zaken waarmede U in dit Uw ambt in aanraking komt en een degelijke lei ding onzer vergaderingen op'dat deze vrucht- baar mogen zijn en wij met vereen^B krachten mogen optreden en schouder aan schouder staan, om onder Gods zegen, het welzijn dezer, ons dierbare gemeente en hare inwoners te zoeken. Mijnheer de Burgemeester! Als Voorzitter dezer vergadering verklaar ik U te zijn ge'in- stalleerd als Burgemeester en verzoek U als zoodanig Uw plaats in, de waardigheidsteeke- nen aan en het presidium dezer vergadering over te nemen. Nadat de heer BLOK hieraan voldaan had, sprak hij als volgt: Mijne Heeren, Leden van den Gemeenteraad, Het is een oude en goede gewoonte, dat bij een plechtigheid als deze de hoofdpersoon daarvan in de eerste plaats uiting heeft aan de gevoelens van dankbaarheid, die hem ver vullen. Ik zou dan thans niet anders willen en ook niet anders kunnen, dan van af deze plaats in het openbaar mijn dank uit te spreken jegens Hare Majesteit, onze geeerbiedigde Konin gin, voor de benoeming tot dit ambt. Tevens druk ik mijn erkentelijkheid uit jegens zijne Excellentie den Minister van Binnen- landsche Zaken en den heer Commissaris der Koningin, die hebben gemeend mij voor deze betrekking voor te dragen. Mijne heeren, leden van den gemeenteraad, ik kan begrijpen, dat U zich de laatste dagen hebt afgevraagd: ,,Met welke beloften zal heden onze nieuwe Burgemeester zijne intrede doen?" Ik zeg U direct: Beloften zult U van mij niet hooren", slechts dit wil ik U zeggen, dat ik bezield ben met ernstige voornemens en een ernstigen wil. In hoever deze ernstige voornemens en deze ernstige wil tot zijn recht zullen komen, en in hoever aan Uwe verwachtingen zal worden be- antwoord, daarvan zal eerst de toekomst kun nen getuigen. Niet geheel en al sta ik voor U als een vreemdeling. Als Zeeuw ben ik geboren, als Zeeuw heb ik steeds onder de Zeeuwen geleefd, en als Zeeuw heb ik Zeeland lief. De taak, die ik op mijn jeugdige schouders neem, is geen gemakkelijke. Het was dan ook eerst na rijp overleg, dat ik naar dit gewichtig ambt vroeg. Ja, ik weet het: Veel zal van mij worden geeischt en veel zal van mij worden gevraagd. Steeds hoop ik de belangen dezer gemeente en die der inwoners, voorzooveel in mijn ver- mogen is, onpartijdig te behartigen, zonder daarbij naar links en zonder daarbij naar rechts te zien. Het is thans voor mij een be- hoefte een beroep te doen, op Uw krachtigg steun en medewerking, opdat ik met U het waarachtig belang dezer gemeente zal kunnen helpen bevorderen. Mijne Heeren Leden van den Gemeenteraad, het is met opzet, dat ik eerst tot U spreek als Raad. Immers onze Grondwet, waaronder wij alien leven, zegt, dat aan het hoofd der ge meente staat ,,een Raad", waarvan de Burge meester Voorzitter is. Ik hoop dit steeds voor oogen te houden. Mijne Heeren Wethouders. Uit den aard der zaak zullen wij veel met elkander dienen samen te gaan. Immers gij vormt met mij het dagelijksch bestuur dezer gemeente. Door Uwe ondervinding kent U bei- den de nooden en behoeften dezer gemeente. Gaame doe ik een beroep op Uwe voile steun en medewerking. Ik hoop steeds het voile ver- trouwen van U te hebben opdat wij op de meest aangename wijze zullen mogen samen- werken. Ik hoop, dat ik in dezen niet zal worden teleurgesteld. Uwe woorden, mijnheer de eerste Wethou- der, geven mij waarborg, dat ik niet tevergeefs een bezoek op uw steun en medewerking doe. Ik dank U voor de woorden, mij toegesproken, en voor de wijze, waarop U mij zijt tegemoet- gekomen. Gij Secretaris en ambtenaren dezer gemeente, Uw taak is ook niet gemakkelijk, veel wordt ook van U geeischt, zal ik mijn ambt als Bur gemeester paar behooren kunnen vervullen, dan heb ik Uwe voile medewerking noodig. Ik hoop, dat gij zooals voorheen uwe plichten zult weten te vervullen, en dat wij steeds aangenaam zullen mogen samenwerken. Steeds zulf gij, indien mogelijk, op mijn steun kunnen rekenen. Tenslotte spreek ik de bede uit, dat het Go>! moge behagen, Axel onder ons bestuur een tijd van bloei en van vooruitgang te doen beleven, waarin de gemeente voor groote rampen en onheilen moge worden gespaard, en dat Zeeuwsch-Vlaanderen, waarin Axel is gelegen, nimmer aan ons dierbaar vaderland zal worden ontrukt. Hiermede mijne heeren aanvaard ik het ambt van Burgemeester der gemeente Axel. Deze woorden werden door het publiek met een ,,leve de Burgemeester!" begroet. Daar niets meer te behandelen is en geen der leden het woord verlangt, sluit de VOOR ZITTER de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 3