ALGEMEEN NIEUW8- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREN
Levert de fljnste soorten HONINGKOEK.
en gezonde
No. 7237.
Vrijdag 16 December 1921.
69e Jaargang.
Do Maagd van Orleans.
Bekendmaking.
Aanbestedlng.
Stoom-, Koek- Be»chuitfabrlek
„ST. ABTOIHE"
3INNENLAND.
jei> :e o Xj .a. im: m
Opslagplaats yoor Ter Neuzen en Om&treken: Firnna Wed, A, H. DONZE,
BUITENLAR D.
Burgemeester en Wethouders van ER
NEUZEN zullen uiterlijk 9 Januari
1922, des namiddags drie unr, ten ge-
meentehuize aldaar, prllsopgaal, in-
wachten van ten behoeve der gemeente-
administratie te leveren GSSS?
KANTOOR en SCHRIJFBEHOFFTEN
voor hct dienstjaar 1922.
De voorwaarden, opgaven, monsters enz.
Hggen voor belanghebbenden op de ge-
meente-secretarie ter inzage, aiwaar tevens
nadere inlichtingen zijn te verkrijgen.
Ter Neuzen, 16 December 1921.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HU1Z1NGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Burgemeester en Wethouders van TER
NEUZEN, zullen "op Maandag 9
Januari 1922, des namiddags 3 unr,
ten gemeentehuize, aldaar, in het openbaar
trachten aan te besteden
SCHOOLBEHOEFTEN voor de
openbare lagere scholen, voor
het dienstjaar 1922.
De voorwaarden van aanbesteding, op
gaven, monsters enz. liggen ter inzage voor
belanghebbenden op de gemeente-secretarie,
aiwaar tevens nadere inlichtingen zijn te
verkrijgen.
Ter Neuzen, 16 December 1921.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
J. HU1Z1NGA, Burgemeester.
B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris.
Beter dan de hartelijke samenwerking, die
er door en in den Grooten Oorlog tusschen
Engeland en Frankrijk bestond, kan de ver-
wijdering, die thans duidelijk te merken is
tusschen deze twee groote mogendheden, en
die op den duur nog wel eens wederom tot
gruwelijke gevolgen zou kunnen leiden voor
West-Europa en de geheele wereld, ons doen
verstaan of althans aannemelijk maken de
groote vijandschap, die er tusschen Enge
land en Frankrijk was in de jaren, waarheen
wij ons verplaatsen moeten, als wij iets
gaan verhalen van de Maagd van Orleans.
Geboren werd zij 6 Januari 1412 in een
kiein h'uisje te Domremy, liggend op de
grens van Lotharingen. Haar ouders waren
vrome, eenvoudige landlieden, die leefden
van wat veeteelt en akkerbouw. Zij hoedde
ais 'n David de kudden, die in haar geval
niet aan haar vader doch aan haar dorps-
genooten toebehoorden. Zij was een stil en
uiterst bescheiden kind, zacht en medelij-
dend, zij nioet wel bekend hebben gestaan
(ook later nog) als zeer vriendelijk en zacht.
Hoe zoude anders de sage hebben kunnen
ontstaan, dat, toen zij nog klein was en zij
bezig was de schapen te hoeden, de vogels
op haar lokken tot haar waren gekomen en
haar het brood uit den schoot' zouden heb
ben gepikt? Zij was meer vroom, dan dat zij
een diep inzicht had in geloofszaken en
vooral in geloofskwesties, zij leerde lezen
noch schrijven bijvoorbeeld, zij had meer
dan genoeg aan het Onze Vader, het Ave
Maria en de Geloofsbelijdenis, die zij geleerd
had. Trouwenshoe velen, die tegenwoor-
dig den mond vol hebben met aanmerkin-
gen op de kerk en met meeningen over het
geloof, weten van deze dingen ook nog niets,
letterlijk niets!
Jeanne (of zooals zij toen nog heette:
Jeanette) was omstreeks 14 jaar oud, toen
zij op een zomermiddag in den tuin van
haar vader een stem vernam, van een groo
ten glans vergezeld. Hase, de bekende
kerkhistoricus, die ook haar leven nauwge-
zet bestudeerd en beschreven heeft, zegt:
Wat de heiligen haar toen zeiden, waren
zeer eenvoudige dingen (bevattelijk voor
haar kinderlijk verstand)zij moest van
tijd tot tijd naar de biecht gaan, zij moest
een goed en vroom kind wezen, maar
voegt Hase er dan zoo fijn aan toe „haar
hart begon reeds te hangen aan dezen steel-
schen omgang met de hemelschen; zij weent,
als deze weggaan, haar ziel zou met hen
willen gaan, en zij bekranst de beelden der
heiligen in de kerk".
Later begonnen deze stemmen vaker en
meer tot in bijzonderheden afdalend tot haar
te spreken. Zoo zei de aartsengel, dat God
groot medelijden had met Frankrijk, en dat
zij den Koning te hulp zou moeten komen.
En zelfs ontving zij bij een andere gelegen-
heid het duidelijk bevel om zich bij den
Koning te gaan aanmelden, of althans bij
diens bevelhebber te Vancouleurs, in de on-
middellijke omgeving van Domremy. Maar
zij wilde daar eerst niets van weten. „Ik ben
slechts een arm meisje", verklaarde zij, en
zij voerde ondermeer aan, dat zij niet kon
paardrijden noch oorlogvoeren. Het moei-
lijkste en vreeselijkste was echter wel, dat
zij zoo alleen stond met haar groot geheim.
Wien kon en mocht zij dit toevertrouwen?
Daarbij kwam, dat ook haar vader veront-
rust was door een droom, waarin hij zijn
dochter zag wegloopen met vreemd krijgs-
volk. Daarom werd zij nu zoo streng be-
waakt door haar ouders. En zoo verliepen
vijf moeilijke jaren.
Als eindelijk in den herfst van het jaar
1428 de Engelsche graaf van Salisbury het
beleg .slaat voor Orleans, voelt Zij, dat haar
tijd gekomen is. Parijs was immers
reeds in de handen van de Engelschen, werd
Orleans nu ook nog genomen, dan lag heel
het land open.
Juist in die dagen kreeg Johanna vet-
lof om een oom van haar te gaan bezoeken
in een naburig dorpje. Deze oom was haar
zeer genegen, en hij vernam al spoedig van
haar, haar geheim. Deze oom ging tot
'sKonings bevelhebber, en al wilde deze er
eerst niets van weten noch hooren, het be-
sliste spreken van het 16 jaren jonge meisje
baande hear ten slotte een toegang. Zij zei:
„Ik moet tot den Dauphin gaan, want nie-
niand anders in de wereld kan hem helpen;
liever zat ik thuis bij mijn moeder te spin-
nen, maar de Koning des hemels heeft mij
deze zending toevertrouwd; voor het £inde
van den vasten moet ik bij den Koning zijn,
al zou ik mij de beenen tot op de knie af-
loopen; geen ander loon begeer ik dan het
heil van mijn ziel." En als dan Robert de
Baudricourt vraagt, wie haar Heer is, ant-
woordt zij: „De Koning des hemels".
Werd er in haar roeping'en woorden nog
geen geloof geslagen, door haar zedig en
bescheiden gedrag won zij langzaam maar
zeker de harten, en waar reeds lang een
voorspelling de rondte deed, dat Frankrijk,
te gronde gericht door een vrouw, weer her-
steld zou worden door een maagd van de
grenzen van Lotharingen, behoeft het ons
niet te verwonderen, dat toch langzamer-
hand een kring haar ging vertrouwen en
gelooven. Een geduchte nederlaag, door het
koninklijk leger geleden, deed _tenslotte de
maat overloopen en 13 Februarf 1429 kreeg
zij verlof om tot den Koning te gaan. Een
tijdgenoot vertelt van haar binnenkomst ten
paleize, dat zij haar entree deed, alsof zij
aan het hot was opgevoed. De Koning zeif
was ter zijde gaan staan om den profeti-
schen geest van het meisje te beproeven.
Midden door de menigte trad Johanna op
den Koning toe, knielde voor hem neer en
omvatte zijn knieen. „lk zeg u van de zijde
des Heeren, dat Gij de ware erfgenaam van
Frankrijk zijt!" zeide zij. Maar de Koning
vond het toch nog noodig het oordeel over
haar zending in te winnen van het Parle-
ment en van vele leden der Parijsche Uni-
versiteit. Bij het onderzoek, waaraan zij
zich nu moest onderwerpen, gat zij sterke
bewijzen van gevatheid en beslistheid. Wij
vermelden er slechts e£n: Toen een der doc-
toren haar in slecht Fransch vroeg, in welke
taal de heiligen tot haar spraken, gat zij ten
antwoord „in een betere taal dan de uwe!"
Het eindoordeel was zeer gunstig in alien
deele. Nu kon zij dus haar eigenlijke taak
gaan volvoeren.
Hoe zij dit deed en hoe zij slaagde in
korten tijd en met zeer gebrekkige hulpmid-
delen, vertejlen wij in dit korte artikel na-
tuurlijk niet. Men weet het trouwens wel:
Zij was bijzonder gelukkig. Orleans werd
bevrijd. Onder het gelui der klokken trok de
jonkvrouw over de van vijanden gezuiverde
Loirebrug Orleans binnen, de kerken weer-
galmden van het Te Deum laudamus over-
al en alom werd gejubeld!
Dan volgt de kroning van den vorst te
Rheims: 17 Juli. Na de kroning was Johanria
het, die het eerst voor den Koning knielde, zijn
voeten omvatte en in tranen losbarstte. Wij
zien Johanna hier tevens op het toppunt van
haar glorie, maar lang duurde deze roem
niet. Hoe is dat toch gekomen? Zie daar de
vraag, waarmede wij ons hier wilden bezig-
houden. Hoe is het toch gekomen, dat zij
kort daarop door de menschen, die zij had
geholpen, bevrijd en verlost, in de steek
werd gelaten en den Engelschen in handen
gespeeld (23 Mei 1430)
Er zijn op deze vraag in den loop der
jaren en eeuwen makkelijke, voor-de-hand-
liggende en goedkoope antwoorden gege-
ven. Men heeft, en dat mag wel voorop
staan, tegen de Maagd van Orleans gelas-
terd en men is afgegaan op praatjes en ver-
moedens. Maar geen van deze vermoedens
is bewaarheid of heeft ook maar een schijn
van recht behouden. Er kan tegen niemand
nauwkeuriger instructie worden gevoerd,
dan tegen haar is geschied., Maar er is niets
ten haren laste bewezen.
Is er dan geen enkele tout in Jeanne d'Arc's
leven en handelwijze te noemen? Dat zou
den wij ook niet willen beweren. En nu ko
men wij dan maar dadelijk met ons ant
woord/ met onze oplossing voor den dag,
die wij gaarne hier eens willen uitspreken:
Haar tout, haar eenige tout, is onzes in-
ziens geweest: Zij heeft haar taak niet als
afgedaan willen beschouwen. Na Rheims
had de Maagd van Orleans terug moeten
treden. Zij had immers nu haar doel be-
reikt. Maar daar hebben wij het nu: Wie
kan dat, en: Wie wil dat? Prof. Van Dijk,
die op wondermooie wijze haar leven en
karakter heeft geteekend, heeft verschillen-
de, goed gedocumenteerde, bewijzen ge-
noemd voor haar grootheid en onschuld.
De hoogleeraar wijst er b.v. op, hoe op bij-
zondere wijze bij haar vereenigd zijn een
vurig geloof en warme vaderlandsliefde;
hoe diep tragisch het ook is, dat dit kind
Frankrijk kon redden, terwijl Frankrijk zijn
kind niet redden kon. Zij vereenigde eigen-
schappen, die anders slechts gescheiden
voorkomen, ;zoo schrijft Pro". Van Dijk, „zij
deelt de visionnaire stemming van haar tijd
en toch is zij geen dweepster; zij is heldin
en toch geen manvrouw, zij blijft kind en
vrouw; zij kampt om een kroon, maar niet
voor zichzelf; zij verschijnt aan het hof,
doch zij blijft het eenvoudige landmeisje;
terwijl haar glorie steeds aangroeit, voelt zij
een sterk verlangen naar huis; de glorie
maakt haar juist nuchter, en telkens als zij
gewonden en siervenden ziet, weent zij.
Toen haar voor de rechtbank gevraagd
werd, oi zij in haar jeugd pok eenig hand-
werk geieerd had, antwoordde zij op dac
oogenblik met aandoenlijk schoonen, echt
vrouwelijken trots: dat zij op het punt van
spinnen voor de knapste Kouaansche vrouw
niet op zijde ging. Zij kon onstuimig zijn,
maar zij verloor haar bezonnenheid niet;
zonder vrees was zij en toch soms schuchter
als een duif; onverschrokken tegenover den
vijand en deemoedig daarentegen tegenover
haar heiligen. Zij emanctpeerde zich en
trok de wapenen aan, maar q emancipeerde
zich alleen om te riienen. Zt -geloofde in e'en
roeping Gods en maakte tegelijk die roeping
tot de natuurlijke bestemming van haar le
ven. Zij was vroom Katholiek en een echt
kind der middeleeuwen, maar toch zei zij
soms dingen, die geheel boven haar tijd
uitgingen". Of om nog een zinnetje over te
nemen van genoefflden hoogleeraar: „Zij
heeit kunnen vef-kUucn, dat zij haar heiligen
met eigen oogen gezien heeft, en zij heeft
tegelijkertijd de Engelschen onder de oogen
gezien op een wijze, die zij niet licht verge-
ten zullen hebben".
jin toch haar leven is op de brand-
st'apel geeindigd! Men kan die zien als haar
martelaars-lot en als haar krOon. Men kan
echter ook, als schrijver dezes, dit zien als
iets, dat had kunnen worden ontgaan. Het
wil ons voorkomen, dat de Maagd van Or
leans niet had behoeven te sterven, indien
zij haar werk op zeker, door ons reeds ge-
noemd, hoogtepunt werkelijk als afgedaan
had beschouwd. Wij willen gaarne en vol-
mondig erkennen: iijden waffht n ieder, die
zijn roeping verstaat en opvolgt. Kruis en
teleurstelling zijn vaak niet het bewijs van
falen, maar integendeel juist van ons zijn' op
den rechten weg, en van ons „gevonden
worden achter Hem", die gezegd heeft: Zoo
wie achter Mij wil komen die verloochene
zichzelven en neme zijn kruis dagelijks op,
en volge Mij". En toch laat ons de gedachte
niet los: Johanna had dit lot niet behoeven
te treffer.. Zij had het waarschijnlijk kunnen
ontgaan.
Tenslotte is haar Iijden voor haar in let
terlijken en figuurlijken zin nog de vuurproef
geweest. Mag zij ook al een oogenblik zijn
teruggedeinsd en hebben herroepen, kort
daarop stond zij beslister en standvasti-
ger dan ooit. Zij stierf met den naam van
haar Verjosser op de lippen Zij die ande-
ren, ja, die haar land en vorst verlost had,
voelde toen, hoe zij zelve verlossing behoef-
de, en zij heeft die verlossing ontvangen.
1
TWEEDE KAMER.
Vergadering van Donderdag.
Het amendement-Rutgers tot schrapping
van de stemplicht in de additioneele arti-
kelen wordt verwo'rpen met 50 tegen 35
stemmen.
Met 46 tegen 39 stemmen wordt ver-
worpen het amendement-Albarda, om het
verhoudingscijter voor de verkiezing van
leden van de Eerste Kamer te bepalen
j naar het aantal kiezers.
Met 60 tegen 24 stemmen wordt verwor-
pen het amendement-v. d. Laar om dit
i cijfer te bepalen naar het aantal opge-
komen kiezers.
Het amendement-Snoeck Henckemans
(geen pensioen voor weduwen en weezen
van Kamerleden) wordt niet toelaafbaar
verklaard.
Het amendement-Ketelaar (beter pensi
oen voor weduwen en weezen van Ka-
I merleden) wordt verworpen met 50 te-.
gen 35 stemmen).
Het artikel wordt aangenomen met 71
i tegen 14 stemmen.
De eindstemming over de Grondwetsher-
I ziening zal Donderdag a.s. plaats hebben.
Bij de algemeene beschouwingen over de
staatsbegrooting stelde de heer Wijnkoop
voor deze beschouwingen uit te stellen
tot het volgend jaar, omdat er dan meer
tijd zal zijn. Dit werd niet ondersteund.
DE HEER TER HALL TE BREDA.
Dinsdagavond heeft het Kamerlid de
heer Ter Hall voor de aid. Breda e.o. voor
den Vrijheidsbond een rede gehouden over
Vrijheid en Fusie.
Er was na de rede gelegenheid tot het
stellen van vragen. Hiervan werd gebruik
gemaakt door luitenant Veldmeyer. De
vragen hadden betrekking op de houding
van de Kamerfractie van den Vrijheidsbond
inzake het ontwerp-Dienstplichtwet.
Deze vragen luidden:
lo. Staat de geheele Kamerclub achter
den heer De Muralt?
2o. Heeft de Vrijheidsbond zich verze
kerd van deskundige militaire voorlichting?
3o. Zoo niet, is men dan do-ende om in
de toekomst behoorlijke militaire voorlich
ting te verkrijgen?
4o. "Waarom is de Vrijheidsbond op het
uiterste oogenblik, met de belangrijke af-
wijking van het ontwerp-Van Dijk geko
men?
De heer Veldmeyer lichtte deze vragen
nader toe.
De heer Ter Hall moest tot zijn spijt
bekennen, dat hij op dit gebied otider zijn
fractie wel de minst deskundige was. Toch
kon hi] de verzekering geven, dat de trac-
tie van den Vrijheidsbond als een man
achter den heer De Muralt staat.
Deze mededeeling wekte onder de aan-
wezigen zeer groote ontstemming en het
werd er niet beter op, naarmate de heer Ter
Hall in het debat zijn kalmte vertoor,
waarvoor hij zich later verontschuldigde.
J OH. v. d. SANDE-v. d. H E IJ D E H.
Grossiers en Winkeliers schrijft ons nog heden en wij maken U bemonsterde offerte.
Aanbevolen merken:
Gouden Helm - De Paul - Ideaal - Reclame Candij - Reclame Ontbijt.
In zijn repliek hield de heer Veldmeyer
vol, dat hij niet bevredigd was, en aat
de militaire leden van den Vrijheidsbond
te Breda acte zouden nemen van de ver-
klaring van den heer Ter Hall (N.R.Crt.)
STERKTEVERM1NDERING VAN HET
LEGER.
De Minister van Oorlog verklaart in de
Kamer, dat de Regeering een sterktever-
mindering van het leger tot 17.600 man
niet kan aanvaarden. Evenmin de motie-
Ter Laan (lichting 1922 13.000 man).
NIEUWE DIENSTPL1CHTWET.
De Tweede Kamer neemt de nieuwe
Dienstplichtwet aan met 50 tegen 48 stem-
men.
DIENSTPL1CHT ONTWERP.
De behandeling van het dienstplicht-wets-
ontwerp in de Tweede Kamer heeft daar
eene groote spanning verwekt, door de bij
monde van den heer De Muralt afgelegde
verklaring, dat de fractie van den Vrijheids
bond daaraan haren steun zou onthouden,
omdat zij zich niet kon vereenigen met het
contingent vbn 19.500 man en de aanzien-
lijke kosten die de uitvoering van dit ont-
werp tengevolge zai hebben. De heer De
Muralt verklaarde, dat de fractie er alleen
genoegen mede zou kunnen nemen, indien
het contingent werd verlaagd tot 17.600
manschappen.
Daar het van de overige linksche groe-
pen, de vrijzinnig-democraten, socialisten
enz. bekend was, dat zij tegen zouden stem-
men, en vermoed werd, dat ook enkele
rechtsche leden zouden tegenstemmen, hing
het lot van het wetsontwerp aan een zijden
draad, en daarmede, dat van het geheele
Ministerie, dat zich met den Minister van
Oorlog op dit ontwerp solidair had ver
klaard.
Woensdag moest de eindstemming plaats
hebben. Niet minder dan 98 leden waren
aanwezig, waaronder 52 van rechts. Van
links waren afwezig de heer Albarda we-
gens ziekte en de heer Ossendorp, wegens
andere werkzaamheden.
Het ontwerp is ten slotte aangenomen met
50 tegen 48 stemmen. Tegen stemde de
.geheele linksche zijde, behalve de heer Wijk,
weermacht-candidaat, benevens de heeren
Van de Laar, A. P. Staalman en Van Groen-
dael, voor stemde overigens de rechterzijde
en'de genoemde heer Wijk. Indien de Kamer
voltallig ware geweest, zouden de stemmen
hebben gestaakt en ware het ontwerp ver
worpen te beschouwen.
ONTSLAG BURGEMEESTER.
Den burgemeester van Gendringen is niet-
eervol ontslag verleend.
EEN ENQUETEWET.
De Haagsche redacteur van „De Maas-
bode" schrijft:
Het blijkt, dat door sommigen het bericht,
dat een wetsontwerp in voorb'ereiding is om
aan de z.g.n. socialisatie-commissie het
wettelijke enquete-recht te verleenen, aldus
is opgevat, dat dit recht zou beperkt wor
den tot een onderzoek in de bouwbedrijven.
Dit is niet juist. Het aan genoemde staais-
commissie toe te kennen enqueterecht zal
algemeen zijn en zich niet tot een of enkele
bedrijven beperken.
DE DEPARTEMENTALE WERKTIJD.
Aan de hoogere ambtenaren van verschil-
lende departementen van algemeen bestuur
is hoegenaamd niets bekend van een be-
sluit, dat door den Ministerraad. zou zijn
genomen, om den werktijd van de ambte
naren van de Ministeries opnieuw uit te
breiden.
DE DEMOCRAT1SCHE PART1J OPGE-
RICHT.
Naar de „N R. Crt." meldt, is in eert
dezer dagen onder voorzitterschap van pof.
mr. J. E. Heeres te Amsterdam gehouden
vergadering van een aantai bi] de voor-
malige Liberale Unie en andere vrijzin-
nige partijen aangesloten personen de De-
mocratische Partij opgericht.
DE GEREFORMEERDE STAATSPART1J
Woensdagavond heeft in den Haag een
samenkomst plaats gehad, uitgaande van
de Hervormde (Gereforineerde) Staatspar-
tij. De heer T. A. Hagen, uit Amsterdam,
heeft in deze samenkomst gesproken over:
Het recht Gods in Nederland.
Medegedeeld werd, dat op 22 dezer
te Utrecht een vergadering zai worden ge
houden ter bespreking van de nadere or-
ganisatie van de partij en haar houding
ten opzichte van de a.s. verkiezingen. Te
vens zu'len dan wellicht verschillende plaat
selijke organisaties worden opgericht.
en zuivere ademhaling ver-
krijgt men, wanneex men
Lakerol-Pastilles gebruikt.
nci "i't&SSi die goed smaken en onmid-
dellijk een verkoudheid in de ademha-
lingsorganen verzachten. Verkrijgbaar
bij apothekers en de meeste handelaars
a Fl. 0.50 per doos. 13.
KERSTMIS-PLANNEN DER
BOLSJEWISTEN.
Uit Budapest wordt gemeld, dat tie
Minister-president de juistheid der in een
interpellatie van den afgevaardigde Hussar
medegedeelde berichten bevestigde, volgens
welke de Bolsjewisten voornemens zijn ntef
Kerstmis een opstand te verwekken van het
proletariaat in alle Europeesche hoofd-
steden.
Naar door de Duitsche pers wordt gecon-
stateerd, zijn dergelijke geruchten ook ii
Berlijn reeds sedert weken in omloop.
TER NEUZEN, 16 December 1921.
S. VAN REES. t
Gisteren overleed alhier piotseling de iieer
S. van Rees, die tal van jaren in eenige be
scheiden openbare betrekkingen de alge-
1 meene belangen diende. Zeer vele jaren
maakte hij deel uit van het bestuur der ge-
meente-brandweer, waarbij hij reeds sedert
lang een leidende positie innam. Hij was
voorts sedert de instelling der commissie
tot wering van schoolverzuim lid en voor-
zitter dier commissie en maakte ook deel uit
van het burgerlijk armbestuur.
EEN VERMISTE PORTEMONNA1E.
Woensdag deed een juffrouw bij een po-
litieagent aangifte, dat zij hare portemon-
naie vermistte en dat zij vermoeden had, dat
deze haar door een ongeveer 15jarigen jon-
gen, die achter haar gestaan had, was ont-
futseld. Zij wees den jongen aan, die floor
den agent naar het bureau werd meege-
voerd, voor het instellen van een onderzoek.
Naar we vernemen heeft het verhoor tot
geen enkel resultaat geleid, waaruit zou
kunnen blijken, dat het vermoeden der juf
frouw ook maar eenigszins gegrond was.
Uit niets blijkt ook, dat haar de portemon-
naie ontstolen is, deze kan evengoed ver-
loren zijn.
K1NDERZORG.
Woensdagavond is onder leiding van den
Burgemeester, eene commissie van dames
gevormd, met het doel om goederen en
gelden te verzamelen, voor het. houden
van een Bazaar te Middelburg, tot steun
voor de stichting „Kinderz»rg".
Een 9-tal dames heeft zich bereid ver
klaard om aan deze arbe.d deel te nemen.
Het Dag. Bestuur bestaat uit de dames
mevr. v. d. Ouden-Gaillard, mej. L. Jj
de Smidt en mevr. M. de Jong.
In een volgende vergadering zullen na
dere plaatsen worden vastgesteld.
Eere-presidente van het Zeeuwsch Co-
mite is Vrouwe Quarles van Ufford geb.
Baronesse Mulert tot de Leemcule.
W1NTERLEZ1NG.
Het comite voor winterlezingen alhier
heeft zeker zeer velen dankbaar gestemd
door den avond dien het gisteren had
bereid. In de Ned. Herv. Kerk trad n.l. voor
het comite op Dr. J. Severijn, predikant te
Dordrecht, met het onderwerp „De moderne
cultuur en het Kruis".
Dat dit onderwerp de moeite waard was,
bewees wel de groote opkomst en de aar.-
dacht waarmede deze begaafde spreker
werd gevolgd.
Hij schetste het gevaar, dat voor den
Christen schuilt in de moderne cultuur en
zag een nauw verband tusschen de cultuur-
geest en de vrijheidsgeest van dezen tijd,
een geest die lijnrecht in strijd is met de sou-
vereiniteit Gods, en teekende de leer der
vrijdenkers Carthesius en Spinoza, waar-
tegenover hij plaatste de gezonde leer van
mannen als Calvijn, gegrond op de H.
Schrift.
Spreker toonde verder aan, dat de groote
massa meer en meer komt onder den invloed
dier moderne cultuur en dat de socialisten,
ziende, dat die massa ten slotte niet meer
tevreden zal zijn met de stofverg'oding al
leen, zich meer en meer in een soort gods-
dienstig kleed beginnen te vertoonen.
NEUZENSCHE COURANT
f