Hoogwatergetij teTer Neuzen. HOE MEN GEVAARLIJKE MAAG-ZUREN ONSCHADELIJK KAN MAKEN. INGEZONDEN MEDEDEELINGEN. z c a a c I 8 2 I I g I I I I a g -*-> o a m pOUT,E Op het bureau van politie alhier, zi]n als gevonden gedeponeerd; een zilveren armband, een halskettingje en een kir*- derbont. Rechthebbenden vervoegen zich aldaar. bCHEEPV AARTBEWEGING- 12 Dec. Eng. s.s. Hodder, 2877 M3., stukgoed, van Goole voor Gent. Eng. s.s. Saltmarshe, 2633 M3., stukgoed, van Goole voor Gent. Noorsch s.s. Patrick, 1747 M3., cokes, van Gent naar Christiania. Belg. s.s. Clara, 2216 M3., kolen, van Goole voor Gent. Eng. s.s. Mavis, 1404 M3., stukgoed, van Londen voor Gent. Eng. s.s. Lestris, 5324 M3., stuKgoed, van Aniwerpen voor Gent. Eng. s.s. Ledy Gertrud Cochrane, 1500 M3. kolen, van Goole voor Ter Neuzen. Eng. s.s. Hull, 3202 M3., stukgoed, van Gent naar Hull. Eng. s.s. Stanislas, 3075 M3., ledig, van Gent naar Leith. Eng. s.s. Gosforth, 3049 M3., ledig, van Gent naar Leith. 13 December. Ned. s.s. Raamsdonkveer, 3617 M3., ledig, van Rotterdam voor Gent. Eng. s.s. Melrose, 4719 M3„ stukgoed, van Leith voor Gent. Belg. s.s. Ramscapelle, 2303 M3., kolen, van Barry voor Gent. Fransch s.s. Perceur, 2941 M3, ledig, van Rouaan voor Gent. Eng. s.s. Mayrix, 2077 M3., ledig, van Gent naar Blyth. Duitsch s.s. Stella, 1357 M3., steenen, van Lyschill voor Gent Eng. s.s. Lcelite, 1144 M3., ledig, van Gent naar Sunderland. Eng. s.s. Nina, 3061 M3., ledig, van Gent naar Sunderland. Eng. s... Margareth Murray, 553 M3., ledig, van Gent naar Blyth. Eng. s.s. Wollaton, 1388 M3„ steenen, van Hudenstadt voor Gent. Eng. s.s. Gen. Havelock, 2073 M3., stuk goed, van Gent naar New-Castle. Van 12 tot en met 13 Dec. zijn langs de Middensluis alhier 39 binnenvaartuigen op en 36 afgeschut; langs de Westsluis 19 op- DAGEN. Voorm. Nam Douderdag Vrydag Zaterdag Zondag Maandag Dinsdag Woensdag 15 1G 17 18 19 20 21 Dec. 1.27 2.08 2 49 8.33 4 19 5.09 6.04 2.28 3.11 3.55 4.43 5.36 6.34 Slechts weinig menschen, behalve geneeskun- digen, beseffen. van hoeveel gewicht het is, zorg te dragen dat hut v edsei, hetwelk zich in de maag nevindt, beviijd blijft van zuur- vortnenoe g sting. G:zonde normale spijsver- tering kan niet plaats vinden wanneer de teergevoelige viiezen waarmede de maag gevoerd is. ontstoken en uitgezet zijn door zuur en gassen—het gevolg van gistend voedsci in de maag Ter verz kering van volmaakte spijs- vertering moet gisting worden ten einde gebracht of voorkomen, en moet het zuur onschadelijk worden gemaakt. Om dit tot stand tebrengen wordt gewoonlgk door aoktoren deaanschaffing van een flacon Gehismureerd Magnesium aan- bevolen, en het gebruik van een half tneelepeltje ervan, in eene kleine hoeveeiheid warmofkoud water, onmidelijk na het nuttigen van voedsel. Zij bevelen Gehismureerd Magnesium aan, omdat dit middel welsmakend is, geen onaangename nawerking heeft. onmiddelijk de gisting doet ophouden, de zuren onschadelijk maakt en het verzuurde voedsel dat zich in de maag Oevind, gemakkelijk verteerbaar maakt. Het geregeld gebruik van Gehismureerd Mag nesiummen lette er op dat men Gehismureerd Magnesium krijgt, daar andere soorten van magnesium slechts van gering nut zijn is beslist een waarborg voor gezonde, normale spijsverteering, want de zuurvorming welke alleen de oorzaak van het ongemak is, wordt er door ten einde gebracht en voorkomen Gehismureerd Magnesium Depot, Nassaukade 314, Amsterdam. Verkrijgbaar bij alle goede Apothekers en Drogisten, o.a bij: A van Overbeeke—Leunis, Ter Neuzen. GEMEENTERAAD VAN ZAAMSLAG. Vergaderin van Vrijdag 9 December 1921, des namiddags 1,30 uur. Voorzitter de heer Joh. de Feijter, Burge- naeester. Tegenwoordig de leden: J. de Visser, A. de Feijter, W. Scheele, P. Faas, C. A. Wisse, S. van Hoeve, D. G. Koopman, A. de Koeijer, J. Vinke C. de Jonge, M. Kaijser, benevem do Secretaris J. Stolk. (Vervolg). a. Voorstel Burgemeester en Wethouders verhuur voormalig benzinegebouwtje. iburgemeester en Wethouders stellen voor te ncmen het navolgende besluit: De raad der gemeente Zaamslag: Gelet op een ingekomen verzoek van C. Swffels, wapenhandelaar te Zaamslag, om van de gemeente te mogen huren het voormalig benzinegebouwtje voor het bewaren van am- munitie; overwegende, dat gemeld gebouwtje momen- tueei nergens meer voor wordt gebruikt; dat het alleszins geschikt is voor het doel als door aanvrager bedoeld; dat zeer waarschijnlijk bij openbare verhu- ring geen hoogere huur is te bedingen; op voorstel van Burgemeester en v. ethouders besluit: gemeld gebouwtje aan C. Stoffels voornoemd, met ingang van 1 Januari a.s. voor een jaar te verhuren voor de som van f 15 met stilzwij- gende huurvemieuwing behoudens, het recht ■rAn vtxicrzij<lsche huuropzeg'ging telkens drie maanden voor den aanvang van een nieuw huurjaar. De VOORZITTER geeft te kennen, dat de Eeer Stoffels door den inspecteur van de vei- ligheidswet gesommeerd werd, zijn patronen ergens anders te bergen. Hij kwam toen vra- gen, of hij het benzinegebouwtje, dat toch met gebruikt wordt, voor dat doel kon huren. Burgemeester en Wethouders hadden daai- tegen geen bezwaar, doch stelden de voorwaar- de dat zij het ook voor berging van enkele materialen konden blijven gebruiken. waartegen Stoffels geen bezwaar had. De heer WISSK meent, dat in het voorstel een verkeerd denkbee'ld omtrent dat gebouwtje wordt gegeven, want daar staat, dat het vooi niets meer dient en nu zegt de Voorzitter, dat ernog materialen geborgen worden. De VOORZITTER: Het wordt gebruikt, om dat men het nu eenmaal bezit, maar noodig hceft men het niet. Burgemeester en Wethou ders zouden al eens hebben voorgesteld om het te verkoopen, doch zijn daarvan weerhouden uit overweging, dat er dan toch zoo goed als niets van komt. De heer VAN HOEVE vraagt zekerheid, dat het gebouwtje wordt verhuurd zooals het daar staat en er geen verzoek kan komen om het op te knappen. De heer SCHEELE: Van den voorgestelden huurprijs zou men ook niet veel kunnen op- knappen, die is al zeer miniem. De VOORZITTER: Het is werkehjk vol- doende Stoffels heeft slechts een plekje van een paar vierkante meters noodig. De heer VAN HOEVE vindt het dan beter aan Stoffels een ruimte in het gebouwtje te verhuren dan blijft de gemeente baas, terwijl die anders van Stoffels afhankelijk is. Dat zou goed moeten worden omschreven. Verschillende leden stemmen daarmede In. De VOORZITTER heeft geen bezwaar tegen die wijziging, waama het voostel, aldus ge- wijzigd dat „een gedeelte" van het gebouwtje wordt verhuurd aan C. Stoffels, met algemeene stemmen wordt aangenomen. 10 Voorstel Burgemeester en Wethouders vaststelling verordening op de invorde- ring van opcenten op de grondbelasting. Vermits heeren Gedeputeerde Staten van Zeeland het dagelijksch bestuur schrijven, dat het miet gewenscht is nu de heffing van op centen op de hoofdsom der grondbelasting op- nieuw is geregeld te dien opzichte nog eene verordening op de invordering van 1865 in stand te houden, stellen Burgemeester en Wet houders voor: te besluiten: a. sub b van zijn besluit van 15 October 1.1. te doen vervallen; b. vast te stellen de navolgende verorde ning op de invordering van opcenten op de hoofdsom der grondbelasting: Eenig artikel. De opcenten op de hoofdsom der grondbe lasting worden ingevorderd overeenkomstig het bepaalde in artikel 263 der Gemeentewet, Het voorstel wordt aangenomen met alge naeene stemmen. 11. Voorstel Burgemeester en Wethouders wijziging verordening op de heffing van schoolgeld. In verband met een schrijven van heeren Gedeputeerde Staten, stellen Burgemeester en Wethouders voor, gelet op het bepaalde bi; art. 66 tweede lid der Ondewijswet, ten eerste te laten vervallen de regeling voor twee en meer kinderen als bedoeld in kolom 4 van art. 3, en in dat artikel op te nemen een nieuwe alinea luidende: Indien meer dan een leerling uit hetzeltde gezin gelijktijdig een school bezoekt, wordt het schoolgeld voor den tweeden leerling met twin- tig, den derden met veertig. den vierden met zestig, den vijfden rnel tachtig ten honderd verminderd en is voor de volgende leerlingen geen schoolgeld verschuldigd. Ten tweede: kolom 5 te lezen: de helft van het bedrag genoemd in kolom 4. De SECRETARIS geeft omtrent dit voorstel inlichtingen. De verordening is zoodanig ge- wijzigd, dat zij in overeensemming is met de wet. °Gewijzigd zijn de bepalingen betreffende het verleenen wan reductie, terwijl voor jiet vervolgonderwij s voor meisjes evenveel moet worden betaald als voor dat van jongens. Aan- vankelijk had de raad dit op de helft gesteld. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. 12. Voorstel Burgemeester en Wethouders vaststelling verordening op het heffen van begrafenisrechten. Burgemeester en Wethouders stellen voor de navolgende verordening Artikel 1.' Voor elk lijk, dat -op de algemeene begraaf- plaats der gemeente begraven wordt, zal het navolgende recht worden geheven: a. voor"personen van 18 jaar en daarboven f 2,50. b. van personen van 12 tot 18 jaar f 1,75. c. van personen van 1 tot 12 jaar f 1,25. d. van personen beneden het jaar f 0,60. Artikel 2. Boven en behalve de rechten volgens art. 1 geheven, zal nog verschuldigd zijn: a. voor het plaatsen van een gedenktee- ken, grafsteen, zuil of ander monument, te zamen of afzonderlijk f 5, b. voor het begraven, buiten het daarvdor gestelde uren en behalve wanneer dit geschiedt op last der bevoegde macht f 3,- c. voor het opgraven en overbrengen van een lijk naar een ander graf op hetzelfde vak zal f 4,moeten worden betaald. Voor het overbrengen van een lijk naar een graf op een ander vak, eener klasse, waarvoor hoogere begraafrechten verschuldigd zijn, zal tevens het verschil moeten worden bijbetaald. Artikel 3. Voor het uitsluitend recht tot het begraven in een bepaald graf, kunnen in de eerste en tweede klasse voor een onbepaalden tijd graf- ruimten verkregen worden voor de na te mel- den sommen: a. In de eerste klasse: Voor een lijk f 60, Voor twee lijken f 100, Voor drie lijken 130, Voor vier lijken f 150 b. In de weede klasse: Voor een lijk f 30, Voor twee lijken f 50, Voor drie lijken f 65, Voor vier lijken f 15, Artikel 4, Het in onderhoud geven van een graf, waar- onder is verstaan het schoonhouden van een graf en het onderhoud van gedenkteekenen zerken en grafkelders kan aleen gescbieden aan de gemeente en tegen eene voor een keer te betalen vergoeding als in de volgende tabel is vermeld: a w S v: en w 3 o a a ry, cfl a c a a CH a y. yt a H CZ a a a u -a o o t, S J" gs1 s 2 IS4 CO o M o ^3 s- o :S7> O j* O M O 5 CO O X o\ t. o o H a x X, <i X as a Q Z ai I o I 3 O <v w> 1 3 o k O 1 3 O 08 -C JS N JS bC o b£ u <D s I fl h 0> c u o 5 d "3 •3 o T3 o o -C Q> P s o P 0) O Q> o o eft P -X p p Q) rJ 1) 73 >2 O 03 fc* o P -3 w den denk X den X p 2 o o -3 Voor lijken van personen,, die bij hun over- lijden door het Burgerlijk Armbestuur of door een kerkelijk armbestuur verpleegd of bedeeld worden, en die welke door Burgemeester en Wethouders onvermogend worden verklaard, zullen de rechten in de artikelen 1 en 2b niet verschuldigd zijn. De lijken van armen en onvermogenden wor den in de derde klasse begraven. Voor onvermogend wordt niet gehouden, zij die lid waren van een begrafenisfonds. Artikel 5. D.' grafruimten, bedoeld in art. 3 worden op de van de eerste en tweede klasse der be- graafplaats aangelegde kaarten aangewezen onder een volgnummer. Zij hebben een lengte van 2,50 M. en een breedte van 1,60 M. voor een lijk; 2,40 M. voor twee lijken; 3,20 M. voor drie lijken; 4;M. voor vier lijken. Onder deze afmetingen is het metselwerk voor den grafkelder mede begrepen. Artikel 6. Voor het stellen van een gedenkteeken, graf steen, zuil of ander monument op graven waar- van het uitsluitend recht tot begraven is ver kregen, zijn geen rechten verschuldigd. Artikel 7. Het recht in art. 3 moet betaald worden door hen, die het daarbedoeld uitsluitend recht verkrijgen. De rechten in artt. 1, 2b, 1' paald moeten betaald worden door de erfge narnen, van wier begrafenis het geldt, of door hen die overeenkomstig de bestaande wetten tot het dragen der begrafeniskosten verplicht zijn. De rechten in de artt. 2a en c, en 4 bepaald moeten door de verzoekers worden betaald. Artikel 8. De invordering dezer rechten geschiedt over, eenkomstig de verordening op de invordering d.d. 29 December 1899. Artikel 9. Deze verordening treedt in werking den Isten Januari 1922, of zooveel later als daarop Koninklijke goedkeuring zal zijn verkregen. Op dat tijdatip venralt de desbetreffende verordening van 29 December 1899. L-o vuuAiaii,K geett te kennen, dat Bur gemeester en wethouders met het oog op de mgemeen gestegen prijzen, gemeend hebben ook de rechten te moeten verhoogen. Er wer- den in hunne vergadering hoogere, doch ook lagere cijfers genoemd en ten siotte is men het eens ge word en over het gemiddelde. Dan heeft de verordening thans ook tot strekking een goed onderhoud der begraaf- plaats te verzekeren, doordat de gemeente dit voor een bepaald bedrag van de betrokken per sonen wil ovememen. Aan de familieleden van de reeds voor deze regeling begravenen, zal men verzoeken ook nog dat bedrag aan de gemeente te willen be talen. Artikel 1 wordt met algemeene stemmen goedgekeurd. De heer VAN HOEVE vraagt, naar aanlei- ding van het slot van art. 3, of de gemeente voor f 4 alle kosten van overbrenging van een lijk op zich neemt. De VOORZITTER: Natuurlijk alleen het werk van het overbrengen. Indien een nieuwe kist noodig zou zijn, komt die voor rekening van den verzoeker. De heer VAN HOEVE meent, dat dit er wel duidelijker zou moeten in staan. De SECRETARIS merkt op, dat de begrafe- niswet het begraven niet anders dan in een kist toe staat, zoodat de belanghebbende daar zeker voor zou moeten zorgen. De heer FAAS merkt nog op, dat het over brengen van vroeger begraven lijken naast an dere naastbestaanden toch alleen zal kunnen de oude graven naast de nieuwe. De VOORZITTER bevestigt dit, iemand kan er op gesteld zijn een vroeger gestorven fa- milieiid naast een ander te begraven, dan zal dit terstond moeten gebeuren nadat het laatste lijk begraven is, men kan er natuurlijk geen andere lijken voor wegnemen. Overigens ziet hij niet in, dat het veelvuldig zal voorkomen. Belanghebbenden die het vragen, zullen natuur lijk wel worden ingelicht. Artikel 3 wordt aangenomen met alge meene stemmen. Bij artikel 4 stelt de heer WISSE voor, voor het schoonhouden van een graf op de tweede klasse evenveel te vragen als in fie eerste klas se. Hij betoogt, dat er in de 2e klasse velen worden begraven, wier familie evengoed f 20 kan betalen, soms misschien nog wel beter, dan van menschen die eerste klasse liggen. Hij acht f 20 ook een laag bedrag, daar thans 2 en f 2,50 per jaar wordt betaald. De VOORZITTER is het daarmede niet eens; in de le klasse begraven heeft een blijlc van een zekere gegoedheid, doch in de 2e klasse worden ook wel menschen begraven die bijna met een werkman zijn gelijk te stellen en wiens familie er bepaald bezwaar tegen heeft, gebruik te maken van de derde klasse. Voor dezulken acht hij f 15 genoeg en hij vindt het ook goed dat er verschil is, daarop berust het geheele tarief, als men wilde handelen zooals de heer Wisse wenscht, kon men ook de le klasse wel afschaffen. De heer SCHEELE is het met die opvatting eens De heer FAAS vraagt, of voor de 3e klasse niets moet worden betaald. De VOORZITTER merkt op, dat dit bij de volgende categorie staat, voor die klasse zal het onderhoud zich bepalen tot een gedenktee ken, waartoe b.v. ook een rozeboompje e.d. ge- rekend zullen worden. Daarvoor betaalt men f 10. De heer DE JONGE acht het onderhoud van de graven derde klasse, waar geen steenen lig gen, niet kostbaar, daar zal in hoofdzaak eens per jaar de zeis over gaan. De heer WISSE merkt op, dat die graven ook maar tijdelijk zijn, maar de anderen, die hij op het oog heeft, zijn gelcochte, dus blijvende. De VOORZITTER wijst er op, dat men het onderhoud aan het gemeenebestuur kan over- geven, maar voor hen die er mischien prijs op stellen om het zelf te doen, zal daarvoor eens per maand een dag gelegenheid worden ge geven. Dit ter voorkoming, dat maar iederen dag iedereen op de begraafplaats zou komen. De heer KAIJSER kan zich niet met het voorstel van den heer Wisse, om de 2e klasse te verhoogen, vereenigen, doch stelt voor, om alle cijfers voor de le klasse (voor het onder houd) f 5 hooger te stellen. De heer SCHEELE meent, dat Burgemeester en Wethouders wel wat meegaand zullen moe ten zijn, jegens de graven van de reeds vroe- gen ter aarde bestelden, want daarvan zijn er wel familieleden, waar het geld ontbreekt. De heer VINKE vraagt, of men de menschen kan verplichten, het onderhoud over te geven. De VOORZITTER: Voor de oude graven niet, maar daarvoor zal het den betrokkenen worden gevraagd. Maar voorts gaat het onder de regeling, die met 1 Januari a.s. in werking zslI treden. De heer SCHEELE acht het geen bezwaar, dat voor de le klasse meer betaald wordt, daar het toch onweersprekelijk de mooiste plaats is. De tweede klasse maakt niet veel verschil met de derde. De heer FAAS stemt ook in met Burge meester en Wethouders, het is nu eenmaal zoo en men moet onderscheid maken. De heer VAN HOEVE vraagt, hoe de ge meente er mee zal uitkomen, door zelf het on derhoud op zich te nemen. De VOORZITTER antwoordt, dat het in de bedoeling ligt, den grafdelver daarvoor f 75 's jaars meer te geven, daar zal hij dat werk goed voor kunnen doen. De VOORZITTER wil thans, op verzoek van den heer Scheele het voorstel van Burgemees ter en Wethouders in stemming brengen. De heer KAIJSER vraagt, hoe het dan met zijn voorstel gaat, indien dat wordt aangeno men. Is dlat dan van de baan De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De heer VAN HOEVE meent, dat het voor- stel-Kaij ser, als van de verste strekking het eerst in stemming moet komen. De heer KAIJSER denkt er ook zoo over. De VOORZITTER brengt dan dit voorstel alles f 5 hooger voor de eerste klasse in stem ming. Het wordt verworpen met 6 tegen 5 stem- t n- l Voor stemmen de hesren De Jonge, Vinlce, Kaijser, Van Hoeve en Koopman; tegen stem- men de heeren Scheele, De Visser, De Koeijer, Wisse, Faas, en De Feijter. Het voorstel van den heer Wisse om de le en 2e klasse gelijk te stellen wordt niet ge- steund, zoodat dit vervalt. Het voorstel van Burgemeester en Wethou ders wordt aangenomen met algemeene stem- men. Eveneens worden met algemeene stemmen vastgesteld de bedragen vastgesteld voor het onderhouden van een gedenkteeken, het onder- houden van een zerk en van een grafkelder. Naar aanleiding eener opmerking van den heer Van Hoeve wordt in de verordening om schreven, dat in de 3e klasse geen graf zerken mogen worden gelegd of grafkelders kunnen gemaakt worden, uit overweging, dat men die dan alle in de le en 2e klasse bijeenhoudt, en zij, die een zerk willen leggen of een grafkelder maken, bapitaalkrachtig genoeg zullen zijn om in een hoogere dan de 3e klasse te laten be graven. De verdere artikels der verordening worden met algemeene stemmen vastgesteld, evenals danrna de geheele Terordenmg. De heer KOOPMAN verzoekt, om, indien een familielid van een vroeger begraven persoon op de aanschrijving van Burgemeester en Wet houders niet mocht antwoorden, te onderzoe- ken of er misschien ook andere familieleden zijn, die kunnen aangeschreve.n worden. Men zou iemand kunnen getroffen hebben die er on- verschillig tegenover staat, terwijl andere, e' later van hoorende, spijt zouden kunnen gevoe- len, dat er niet op ingegaan was. De VOORZITTER wil van dien wenk van den heer Koopman wel gebruik maken. 13. Voorstel van Burgemeester en Wethou ders betreffende het bepalen eener na- dere huur van de woning van den bri gade-commandant der rijksveldwachi. De VOORZITTER deelt mede, dat aanvan- kelijk bepaald is, dat de huur der woning in huur bij den brigade-commandant der rijksveldwacht met ingang van 1 Januari a.s. zou worden ver- hoogd tot f 200 per jaar, doch dat van Gedepu teerde Staten een schrijven is ingekomen, dat de huurprijs,loopende een huurtermijn niet mag worden verhoogd. De huur is aangevan- gen met 1 April en gaat telkens voor 1 jaar in. Burgemeester en Wethouders stellen nu daar- om voor een nieuw besluit te nemen, waarbij de verhooging der huur tot f 200 zal ingaan met 1 April 1922. De heer SCHEELE meent, dat er wel reden tot verhooging is, daar hij gelooft, dat die woning al heel wat heeft gekost. Toch vraagt hij of deze huur wel evenredig is aan die welke gevraagd wordt van het hoofd der school, n.I. f 325 De VOORZITTER meent, dat, als men de woningen ieder op zichzelf beschouwd er geen sprake kan zijn van verschil maken. Het voorstel wordt met algemeene stemmen aangenomen. 14. Omvraag. a. De heer VAN HOEVE heeft in de cou- ranten al eens iets gelezen over samensmelting van gemeenten en dat er een voorstel op komst zou zijn tot vereeniging van Zaamslag met Axel. Denkt het gemeentebestuur zich daar- tegen niet te verzetten? De VOORZITTER geeft te kennen, dat een lid van Gedeputeerde Staten wel eens tegen den gemeente-secretaris gezegd heeft, dat zij naar Oostelijk Zeeuwsch-Vlaanderen ook eens zou den komen om over dit onderwerp te spreken en voorts heeft spreker het ook gelezen, maar zoolang het niet meer is als een persbericht, kunnen Burgemeester en Wethouders zich er toch nog niet mee bezig houden. De heer WISSE meent, dat, als een lid van Gedeputeerde Staten er over spreekt met den gemeentesecretaris, het toch al meer is dan een pesbericht. De heer KAIJSER meent, dat men er nog weinig van zeggen kan, als men ,,Zelandia" leest, of de „Ter Neuzensche Courant'maakt het een groot verschil. b. De heer VAN HOEVE wijst er op, dat in de laatste tijden verschillende gemeenten bij den Minister reeds bezwaren hebben ingediend tegen de vleeschkeuringswet. Verschillende landbouwmaatschappijen hebben dat gedaan en ook Gedeputeerde Staten van Zeeland hebben gevraagd, het keuringsvoorschrift en het slach- ten in een centrale slachtplaats in te trekken. Hjj meent, dat dit voor onze gemeente, waar zeer veel huisslachtingen voorkomen, ook hoogst gewenscht is, dat er hetzij adhaesie wordt betuigd aan het adres van een andere gemeente hij las het van de gemeente De Bildt of wel dat een zelfstandig bezwaar- schrift wordt verzonden. Het zou de ingeze- tenen op groote moeite en kosten jagen. De VOORZITTER deelt mede, dat een des- betreffend schrijven is ingekomen van de ge meente Domburg. Dit is nog niet in de wet- houdersvergadering geweest en zal eerst de volgende zitting aan de orde komen. Die ge meente vezond ook zoo'n adres en vraagt ad haesie te betuigen. Overigens wil hij er wel op wijzen, dat er geen sprake is van slachten in een centrale slachtplaats, wel keuring voor en na het slach? ten. De heer VAN HOEVE: Die centrale slacht- plaatsen stonden er dan toch vroeger in. De VOORZITTER bevestigt dit. Hij beklaagt er zich over, dat de afgevaardigden in de Tweede Kamer niet beter voor de belangen van het platteland zijn opgekomen, want de maaregel zou nergens op uitloopen dan op schade en moeite, Hoeveel keurmeesers zouden er wel niet moeten zijn in den drukken tijd van huisslachtingen. De heer KOOPMAN merkt op, dat de Voor zitter aan de Kamerleden wel tekortkoming verwijt maar vraagt, of het ook niet op den weg van de vereeniging van Burgemeesters en Secretarissen zou gelegen hebben, om den Minister eens te wijzen op de bezwaren die voor het platteland uit zijn voorstel voort- vloeiden. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het reeds lang geleden is, dat die vereeniging heeft vergaderd. Hij persoonlijk heeft de be zwaren wel zien aankomen en zich voor de werkliedenbonden meermalen beschikbaar ge steld om die zaak eens uiteen te zetten, ten- einde hen aan te toonen, van hoeveel belang het voor hen was, om tegen die wet te protestee ren. Men liet het echter blauw blauw. De ver schillende landbouwersorganisaties hebben er wel op gewezen, maar die stem is niet tot den Minister doorgedrongen en hij acht het een te kortkoming van de afgevaordigden in zijn par- tij, die door uitspraken dier organisaties op de hoogte konden zijn, dat ze er niet tegen heb ben geprotesteerd. Spreker was van meening, dat de wet was aangenomen ondanks die be zwaren, maar in de laatste dagen blijkt uit uit- latingen van den Minister, dat geen bezwaren waren ingebracht. De landbouwersorganisaties hebben hun plicht gedaan. Het schrijven van het gemeentebestuur van Domburg luidt als volgt: Nu de Minister van Arbeid op vragen van den heer Deckers, lid van de Tweede Kamer op 11 November j.l. o.a. heeft geantwoord, (mt Z.Exc. bereid is te onderzoeken „of het well J ht mogelijk zou zijn, zoodanige voorschriften te ontwerpen dat (huis)slachtingen van keuring vrij blijven" scheen het ons gewenscht, dat door gemeenteraden van streken waar" veel huisslachtingen voorkomen de groote wensche- lijkheid van wijziging van artikel 4 der Vleeschkeuringswet nog eens nadrukkelijk on der 's Ministers aandacht werd gebracht. Wij zouden het dan ook zeer op prijs stellen waneer U, zoo dit nog niet geschiedde, een adres aan den Minister zoudt willen zenden ongeveer in den geest van het hierbij gaande of aan dit adres adhaesie zou willen betuigen. Het adres is van den volgenden inhoud: Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: de Raad der gemeente Domburg; dat in art. 4 der Vleeschkeuringswet S. 1919, no. 524, o.a. is bepaald, dat slachtdieren voor en na het slachten tweemaal moeten worden gekeurd; dat daardoor ook de huisslachtingen twee- maal moeten worden gekeurd; dat nu in deze gemeente ruim 300 huisslach tingen zijn, welke slachtingen hoofdzakelijk ge- schieden in de maanden November en Decem ber. zoodat in die maanden kan worden gere- INGLZONDfcM MEDEULELINGlfN Kinderen lijden al te vaak aan huidaandoeningen als uit- slag, gordelroos, dauwworm enz. Een probaat geneesmiddel vindt gij in Foster's Zalf, prijs f 1.75 per doos, alom verkrijgbaar. 5 kend op een aantal slachtingen van ruim 30 pel week; dat dus in die weken door den daartoe te benoemen hulpkeurmeester alleen voor deze ge meente van bijna 1400 zielen, zestig keuringen per week op somtijds ver uiteengelegen plaat sen zullen moeten worden verricht, behalve de g'ewone keuringen van andere slachtingen; dat hetzelfde feit zich zal voordoen in a omliggende gemeenten, zoodat voor deze maan den aanzienlijke versterking van het korps hulpkeurmeesters zou noodig zijn, teiwiji deze personen, gedurende de overige maanden geen voldoende werk zouden hebben; dat het bepalen van slachtdagen wel aan deze bezwaren zou tegemoet kunnen komen, maar, dat dit weer de geheele slachting zou desorganiseeren, daar in b.v. 3 dagen wel 30 varkens ieder 2 maal zouden kunnen worden gekeurd, doch, dat dan weer de onmogelijkheid van dezen maatregel zou blijken, daar het den twee in deze gemeente gevestigde slagers on- mogelijk zou zijn een zoo groot aantal dieren behoorlijk af te slachten; dat dus de eenige mogelijkheid zou zijn om de keuringen behoorlijk te doen verrichten, een groot aantal hulpkeurmeesters te benoe men, die zooals dan zou blijken slechts een zeer klein gedeelte van het jaar werk zouden heb ben, waardoor de kosten aan den keuringsdienst verbonden, zeer hoog zouden worden, wat, daar deze uit de keurgelden moeten worden gevon- den, middellijk het vleesch weer duurder zou maken redenen waarom de Raad Uwe Excellentie met de meeste aandrang verzoekt het daarheen te ieiden, dat artikel 4 der Vleeschkeu ringswet S. 1919, no. 524 zoodanig, wordt ge- wijzigd, dat de keuring voor huisslachtingen vervalt. De heer VAN HOEVE ziet geen noodzake- lijkheid tot uitstel en stelt voor, te besluiten aan dit adres adhaesie te verleenen. Met algemeene stemmen wordt aldus be- sloten. c. De heer DE JONGE herinnert, dat on- langs een nieuwe grafdelver is benoemd. Er is toegezegd, dat een nieuwe instructie zou worden gemaakt. Is dat geschied De VOORZITTER: We waehten daarmede op de nieuwe regeling. De heer DE JONGE wenscht dan op enkele punten de aandacht te vestigen, die hem heb ben getroffen. Op andere plaatsen is het ge- woonte, dat de grafdelver de baar aan den in gang van het kerkhof opwacht en deze zwij- gend begeleid naar het graf. Hier moet de lijk- dienaar van af den ingang maar zelf zien het graf te vinden en zich daarheen een weg te banen. Ook is het hier voorgekomen, dat de grafdelver eerst de kist met aarde dekte en dan aan nabestaanden de spade presenteerde. Dat is ook tegen de gebruiken. Hij zou wenschen, dat dit omschreven werd, opdat het geschiedt zooals het behoort. De man zal dat zelf ook graag willen. De heer VAN HOEVE merkt op, dat de man is benoemd op een nader vast te stellen instruc tie. Dat kan dus geschieden. De VOORITTER beaamt dit; er zal met de wenken van den heer De Jonge rekening wor den gehouden. De VOORZITTER schorst de openbare ver gadering, die overgaat in eene met gesloten deuren. Na het weder openbaar worden der vergade ring, wordt deze door den VOORZITTER dooV het uitspreken van het dankgebed, gesloten. en 10 aigescnui.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 3