AL6EMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANPEREN. Aanbesteding. Levert de fijnste soorten HONINGKOEK. Over het Volkenrecht. Stoom-, Koek- Beschuitfabriek „ST. ANTOINE" A. Het schoonhouden en yerwarmen gedurende 1922 yan.de openbare lagere school A. B. Idem yan school B. C. Idem yan schoo. C. B I N N E N L A N D. EBOLA IMI El. BUITENLAN D. _r_._orjaats voor Ter Neuzen en Om^treken: Firma ^/Ved. A. H. D jNZE, BHESTB BXj-A-ID BEKENDMAKING. Burgemeester en Wethouders van Ter NEUZEN, zullen op MAANDAG 12 DECEMBER a.s des namiddags 3 nur, in het openbaar bij inschrijving in 3 afzonderlijke perceelen trachten aan te besteden De voorwaarden liggen ter inzage op de gemeente-secretarie. Inschrijvingsbiljetten volgens voorgeschre- ven model en op zegel gesteld, kunnen op het gemeentehuis (bodekamer) in eene ver- zegelde bus tot het oogenblik der besteding worden ingeleverd. Ter Neuzen, 1 December 1921. Burgemeester en Wethouders voornoemd, J. HUIZINGA, Burgemeester. B. I. ZONNEVIJLLE, Secretaris. De zoo goed als mislukte, maar toch zoo uiterst sympathieke poging van Prof. Van Vollenhoven om uit onze Grondwet geheel te doen verdwijnen die zinsnede, waarin gezegd wordt: „De Koning verklaart oorlog" (Art. 58) deed ons, en zeker niet ons alleen nog eens grijpen naar het rijke boekje van dezen zelfden geleerde, in Oct. 1918 verschenen onder den titel ,,De Drie Treden van het Volkenrecht". Zelden lazen wij helderder, geestiger en tevens geestelijker betoog. Geestigheid en geestelijkheid zijn zoo vaak elkaars tegenvoeters; waar de geestigheid komt gaat het geestelijke zoo Iicht op de vlucht of te loor. Hier wordt bovendien echte wetenschap aangeboden, maar deze ernstige en gedegen kost wordt ons voorge- zet op een wijze en in een vorm, die de lec- tuur tot een waar genot maakt. Daarom zouden wij hier best heele bladzijden willen overschrijven, maar nog zonder dat wij vreezen ons daardoor schuldig te maken aan overtreding van de Wet op het Auteursrecht willen wij in een kort artikel alleen een klein inzicht geven in de hoofdbedoeling van den schrijver. En dan komt de hoofdgedachte, naar wij ■seenen, zoowat hierop neer. Het uur van Grotius is geslagen. Men kent ten onzent Hugo de Groot nauwelijks. Men weet alleen van zijn ontsnapping in die boekenkist (en bij ontbreken van die kist toont men u te Gorkum ee.n kast, waar hij dan odk nog even in moet hebben gezeten). Overigens laat men De Groot tegenwoordig maar liefst in de kist en zijn boeken in de kast. Het is met dezen GroOte gegaan als met die pro feten, van wie Jezus zoo scherp en raak ge zegd heeft: Men bouwt hunne graven en ver- eert hunne nagedachtenis; toen zij er ivaren, handelde men overigens absoluut niet in hun geest, en nu zij er niet meer zijn, stelt men zich veelal tevreden met een uiterlijke be- wierooking, men is trotsch op zulk voorge- slacht en prijst hen als groote volksgenoo- ten, maar er zijn in heel Nederland misschien geen tweehonderd kiezers, die werkelijk op eenigszins dragelijke wijze U zullen kunnen vertellen, waarin nu de groote verdienste van Hugo Grotius b.v. heeft bestaan, en or er nog iets anders van dezen man de verme! ding waard is, dan dat hij in een kist heeft gezeten en er weer is uitgekomen! De leer, die de piepjonge de haast wat oneerbiedige uitdrukking is van Prof. Van Vollenhoven Grotius van 1604 aandurfde, was deze: de misdaad van een staat is even erg als de misdaad van een burger; een statenstrafrecht is even natuurlijk en even onmisbaar als een strafrecht voor burgers'; ieder land mag meewerken tot de bestraffing en geen land mag haar beletten; buiten- staande landen zijn verplicht onderscheid te maken tusschen straffer en bestrafte, en zij mogcn den eerste toestaan wat zij den laa.- ste moeten weigeren. Ook een staat kan dus roover wezen of bandiet en mag, ja moet, door het Volkenrecht daarnaar worden behandeld. I Zoo oordeelde Hugo de Groot in 160-j reeds, toen hij 21 jaar oud was. Maar zou hij toen daar nog eens 21 jaren waren bij- gekomen, en dus in 1625 niet heel wat be- zadigder zijn geworden en niet heel wat water in zijn wijn hebben gedaan? Men zou het denken, maar het is niet zoo. Juist dan neemt De Groot het volkenrecht weer ter hand, en hij doet niet 66n druppel water in zijn wnn hij wijkt geen duimbreed terup van wat de jonge De Groot van 1604 had opgezet. Neen, hij breidt het veeleer alles nog uit en vult het nog aan. Hij durft he: aan om het te zeggen: Iedere staat is in tijd van kracht diefje of diefjesmaat. Zoo schrijft hij zijn nieuwe boek dan: ..Over het recht van oorlog en van vrede". Oorlog gog voorop, maar dan in geheel nieuwen zin Het recht om te oorlogen wordt erkend, zeker, maar enkel als ,,s!uitstuk op een plichtenleer der staten." Geen idealist was deze Grotius dus. Hij staat Professor'Van Vollenhoven zegt het zoo mooi „hij staat met bei zijn voeten geplant in de staatkundige v/erkelijkheid van zijn dagen; aanvaardt de verhoudingen, zoo- als zij zijn; erkent zwakke naast sterke staten, en de onmacht der eerste tegen de laatste; legt geen plichten van zelfverzaking op, waarvan blijkens de historie toch niets zou komen; beoogt niet een schets van den volkenkring en zijn recht, zooals die een- maal worden moeten, maar van den volken kring, die er is." Volgens Hugo de Groot, een Nederlander waarop wij nu dus toch wel eens goed trotsch mogen worden volgens De Groot is oorlog tot waarborging van het politiek evenwicht ook onrecht, en zoo geeft hij ge- dachten en meeningen, die juist nu van zoo buitengewoon hoog belang zijn geworden. Want het „uur van Grotius" is geslagen. De Groot heeft het b.v. reeds uitgesproken, dat ook de staat, die buiten list geschil staat, aan de strafvoltrekking moet meedoen, ook zelfs al kost het hem offers. En daar om gebruikt bij het woord „neutraal' of „neutraliteit" ook nergens, zooals Wilson het gezegd heeft, dat in een oorlog, als dien wij nu beleefden, onzijdigheid een onding was; of zooals de Braziliaan Barbosa ge zegd heeft, dat die doofstoinme, ijzige neu- traliteit haar plaats moet ruimen voor een nieuwe soort onzijdigheid, die voelt en oor- deelt. Of zijn gedachten en plannen geen zwakke zijden hebben? Prof. Van Vollenhoven er kent dat volmondig, maar hij laat zien, hoe Hugo* de Groot deze dingen ook zelf wel heeft gevoeld. De rechtvaardige oorlog gaat b.v. onrecht en misdaad tegen; maar waar is nu de onpartijdige beslisser. die uitmaakt of een statenmisdaad is begaan en door welk land? Men kan toch maar niet afgaan op de klachten en jeremiades van de tegen- partij. Wie waarborgt, dat de strafvoltrek- ker in waarheid onbaatzuchtig is en wie controleert hem? Men zal toch nooit kunnen noch mogen afgaan op zijn eigen verzCkerin- gen omtrent zijn eigen braafheid en edel- moedigheid. Was dus een onpartijdig be slisser over statenonrecht en statenmisdaad Grotius' eerste leemte, het Haagsche PrijS- hof geeft het tastbaar bewijs, dat zulk een onpartijdige berechting technisch en prae- tisch mogelijk is. Grotius kende ook geen onpartijdig straf- voltrekker, behoorlijk gecontroleerd. Nu is ook dit mogelijk. En dan was de derde leemte, dat er geen scherp criterium bestond voor Grotius van den aanvalsoorlog. Maar hier heeft Bryan's formule uit 1913 den weg gewezen. Onder de werking van een zoogenaamd Bryan- tractaat heeft de rechter alleen te kijken of er een geschil is aangegeven bij de ver- zoeningscommissie, en of de driehonderd vijf en zestig dagen om zijn; zoo niet, dan staat de misdaad van den aanvaller vast, mag niemand hem bijspringen en moet ieder hem tegenstaan en keeren. Zoo is dus het uur van Grotius eindelijk geslagen. Tusschen 1604 (1625) en 1921 liggen vele lange en bange jaren. Wij heb ben geleerd, althans leergeld gegeven en men zou haast geneigd zijn te zeggen: leer geld genoeg. Daar staan ter eener zijde de idealistische antimilitairisten met of zonder bommen, met of zonder dienstweigering, geflankeerd door de uitnemende ,,practische idealisten", die vooral van onderwijs en godsdienst steun hopen te ontvangen bij hun oorlog tegen den oorlog. Wij zouden vooral de goede bedoelinren dezer laatsten niet gaarne in twijfel willen trekken, maar toch gelooven wij, dat Prof. Van Vollenhoven een weg wijst, die „uitnemender" is: men be- ginne de koe bij de horens te vatten. Het uur van Grotius is geslagen, de oogst is rijp, terstond zende men den sikkel daarin. nen maatregelen, die de ondernemers onnoo- dig zouden beperken in de vervulling van hunne taak. Nochtans is hij van meening, dat de sociale voorzieningen voortgang moe ten hebben en dat terugkeer of stilstand op den door dit kabinet ingeslagen weg oox onder de tegenwoordige omstandigheden niet in het belang van ons volk zou zijn. In denzelfden geest, waardoor hij zich to-, dusver bij zijn beheer heeft laten leiden hoopt de Minister, gelijdelijk aandacht schenkende aan de beiangen van werkgevers en wcrknemers, geleidelijk voort te gaan met den verderen uit bent w der sociale wetgeving De Minister kan zich niiv vereenigen met de meening van hen, die 6p grond van de economische crisis een belangrijk deet van hetgeen de Arbeidswet 1919 voor de arbet- ders heeft gebraeht, zouden willen zlen prijsgeven. Wel acht hij een uitvoering van die wet, die rekening houdt met de zeer bij- zondere omstandigheden, waarin onze riij- verheid verkeert noodzakelijk. Al is de Minister bereid op economische gronden tijdelijke afwijkingen van de wette- lijke voorschriften betreffende den arbeicls- duur in fabrieken of werkplaatsen toe te staan, voor de totstandkomig van een rege- ling waarbij die voorschriften zelf zouden worden gedifferentieerd uitsluitend naar mate van de inspannibg, die de arbeid vor- dert of het gevaar, dat hij oplevert, kan hij zijn medewerking niet verleeneh, over- tuigd als hij is dat daarbij het beginsel van den achturigendag ernstig in het gedrahg zou komen. De Minister overweegt het denkbeeld om dat mogelijk te maken, dat binnen ze- kere grenzen en onder controle der over- heid, overeenkomstig door werkgevtrs en werknemers ingemeen overleg getroffen regetingen, kan werden afgeweken van de 45-urige arbeidsweek. Dergelijke rege- lingen zouden dan kunnen vaststellen, in hoeverre door overwerk de voor de be- trokken ondernemingen geldende normal? arbeidsduur kan worden overschreden. Ook is de vraag in onderzoek of niet het j thans van kracht zijnde stelsel, volgens hetwelk overwerkvergunningen worden verleend, in dier voege zal zijn te herzien, dat wanneer voor een bepaalde groep van ondernemingen seizoendrukte of andere bijzondere omstandigheden afwijzing van de wettelijke voorschriften noodig maken, j de gelegenheid worde geboden bij een algemeene Ministrieele heschikking, geb i dende voor alle tot die groep behoorende ondernemingen. Met de voorbereiding van de verschillen- I de uitvoeringsmaatregelen der Arbeidswet i wordt voortgegaan. De door sommige ieden tegen het tot stand komen van een Landbouwarbeids- wet met net oog op den toesland van 's lands financien geopperde oezwaren zullen naar de meening vah den Mihister het best onder de oogen kunnen worden j gezien bij de behandeling van een daartoe strekkend wetsvoorstel, dat thans nog slechts in voorbereiding is. Betreffende den stand, waarin de behan deling van het vraagstuk der privaat, reehtelijke en publiekrechtelijke regeling van de collectieve arbeidsovereenkomst wordt medegedeeld, dat vervvacht mag wor den, dat binnen niet al te langen tijd de commissie en daarna de Hooge Raad van Arbeid 't gevraagde advies zal uitbrengen. Daarna zullen door de departementen van Arbeid en Justitie de noodige wetsvoor- stellen in gereedheid kunnen wprden ge braeht. De arbeid van Zeelieden valt onder de Arbeidswet 1919. Wcrdt definitief afgezien van de indiening vah scheepswet dah zul len bij het inwerking treden van de arti kelen 14—21 van de Arbeidswet de bij of krachtens deze artikelen gestelde bepat- den van bedoelde personen. Het personeel op baggervaartuigen e.d. geniet reeds thans de bescherming der Arbeidswet. DE TOESTAND. HET STANDPUNT VAN MINISTER AALBERSE. In de verschenen Mein. v. Antw. op het af- deelingsverslag der Tweede Kamer, over ae begrooting van Arbeid, merkt Minister Aai- berse het volgende op, in antwoord op ae algemeene beschouwingen: De ernstige economische toestand heeft de voile aandacht van den Minister. Ook bi hem leeft het inzicht, dat omzichtigheid ge- 1 bodenyis bij de bemoeiing, die de overheid met het bedrijfsleven heeft. Vermeden die- Woensdag meenden wij, schrijft de N. R. Crt. ook op grond van wat Churcill ge- zegd had, de conclusie te mogen wagen, dat Rathenau te Londen is, om te onder- handelen over een soortgelijke overeen- eenkomst als hij met Loucheur te Wies baden heeft gesloten betaling van ter- mijnen van de Duitsche schadeloosstelling in goederen en praestaties, en nu zien wij in de beriqnten uit Londen dat ook Engelsche bladen vanochtend op dezelf- de mogelijkheid zinspeien. Na Frankrijk zouden Engeland, Belgie en Italie mis schien voor het stelsel te vinden zijn. De kwestie van een moratorium hangt vol gens inlichtingen van anderen kant nog geheel in de lucht en de Westminster Ga zette meent te kunnen zeggen dat de des- kundigen veeleer voorstanders zijn van een leening op langen termijh ohder waar- borg van den Volkenbond. Wie het geld daarvoor zou kunnen verschaffen (stel, dat de bereidwilligheid ertoe bestond) blijft echter in het duister. De kwestie van een moratorium, waarvoor Engeland den tegenstand van Frankrijk zou hebbeh te overwinnen. De omstandigheden zullen er echter wel van zelf toe lqiden, dat er een accoord wordt getroffen, dat in de plaats komt van de geregelde Du^itsche. aderlatingen, welke de mark nog verder naar beneden jagen. De snelle dalingen van de mark zijn uadeeliger voor de lan den, die schadeloos gesteld moeten wor- JOH. w. d. SAMDE-w. d. H IJ D E H. Grossiers en Winkeliers schrijft ons nog heden en wij maken U bemonsterde offene Aanbevolen merken: Gouden Helm - De Paul - Ideaal - Reclame Candij - Reclame Ontbijt. den, dan voor de Duitsche nijverheid. L)it is pas nog uiteengezet" door Robert Cro- zier Long in de Fortnigtly Review. In den zomer van 1920 toen de mark steeg van 104 tot 35 in een dollar, daalden in Duitschland de prijzen, verminderde de kooplust, ging de productie van de nijver heid achteruit en nam de werkloosheid toe. Het rechtstreeksche gevolg was, dat de fa- brikanten groot- en klein-handelaars met groote hoeveelheden artikelen zaten die ge- produceerd of gekocht waren, toen de mark minder koopkracht had. Daarna bleef bij een langzaam dalenden koers de economi sche toestand in Duitschland redelijk tot de instorting van de mark in den afgeloopen zomer en herfst een levendigheid in handel en bedrijf bracht, als vermoedelijk geen land ooit beleefd had. Ieder Duitscher beseft ech ter, naar Long opmerkt, dat de kunstmatige welvaart aan een draadje hangt. Een uitstel van de betaling van de schade- vergoeding, een goud-leening of zelfs een reactie onder de speculanten kan elken dag tot een dergelijk herstel van de mark leiden als in 1920. Daarom heeft geheimraad Kloeckner, het hoofd van een van de grootste Mjzersyndikaten van het Westen gezegd: „De bestendiging van de welvaart hangt at van de bewegingen van de mark. Een snelle rij- zing van de mark zou een catastrophe van ongeevenaarden omvang veroorzaken". Hoe ongezond de tegenwoordige toestand van 1 kunstmatige welvaart in Duitschland is, blijkt ook uit het feit, dat de menschen die het meest hebben kunnen profiteeren, dege- nen waren die fiink schulden gemaakt had- den. Iemand die zijn land of huizen sterk be- j zwaard had, heeft zijn schuld, door de de- preciatie van de mark, snel zien verminde- rqn, terwijl de waarde van zijn vaste goe deren met dezelfde sneiheid toenam. De verkoop van zijn vaste bezit waarborgt hem een gemakkelijke aflossing van zijn schuld en een groote winst. Maar degenen die hun bezit in nijverheidsondernemingen en goede ren hebben gestoken, worden bij het tot- standkomen van een moratorium of een lee ning, met een financieele crisis bedreigd. Als men dit alles in aanmerking neemt, wordt duidelijk op hoe zwakke pijlers het gebouw van de Duitsche welvaart rust, en hoe hache- lijk het voor Duitschland zelf geworden is, al te willig zijn toestemming te geven tot een plotselinge wijziging van stelsel. De financieele gezondmaking van Duitsch land zou in zijn eigen belang, dat ten slotte toch ook dat van de gea|ieerden is, alleen in den vorm van een zich geleidelijk ont- wikkelend procede kunnen plaats hebben. Een goed plan zou misschien zijn, dat men begon met Duitschland surseance van beta ling te verleenen voor dat gedeelte van den eerstvolgenden termijn, dat het blijkt niet op den vastgestelden termijn te kunnen op- brengen. VOOR EEN MILLIOEN DOLLARS AAN WHISKEY IN BESLAO GENOMEN. Uit New-York wordt aan de „Chicago Tribune" gemeld, dat de Drankwet-agen- ten 13.300 kisten met Schotsche whiskey, totaal een waarde van 1 millioen doljars vertegenwoordigend, in beslag hebben ge- nomen. Nog verdere inbeslagnemingen van ver- boden dranken zijn op komst. De alcohol is zoogenaamd bestemd voor geneeskuti- dige doeleinden, maar komt inderdaad in den sinokkelhandel terecht. TER NEUZEN, 2 Dec. 1921. GEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. In de gjsteren gehouden vergadering van den gemeenteraad werd medegedeeld, schrijven ingekomen, dat hij niet wenscht staat, kennisgevende„ dat aan de N. V. Zelandia, exploitant van de stijfselfabriek te Sas van Gent, de verpliichting wordt opgelegd tot het maken eener inrichting voor zutivering van het afvalwater dier fabriek, voor het i n de waterleiding wordt afgevoerd. Zulks naar aanleiding van de bezwaren door de bewoners van Sluiski! e.a. ingebracht naar aanleiding van de- veron rciniging der westelijke waterleiding. Van den heer Joz. de Kraker is een schrijven ingekomen, dat hij niet wencsht in te gaan op het door Burg, en Weth. on der nadere goedkeuring van den gemeen teraad gedaan bod van 1600 gld. voor zijn naast den z.g. „tunnel" in de Tholeif- straat staand woonliuis, doch zijn vraag van 2000 gld. handhaaft. Dit is voor ken- nisgeving aangenomen. Van wege het bestuur der vereeniging tot Ziekenverzorging is een schrijven inge komen waarfin gevraagd wordt, de ge- kan men gemakkelijk worden. maar even gemakkelijk wordt 1 deze heeschheid verzacht door het gebruik van Lakerol- Pastilles. Deze hebben een aangenamen en verfrisschenden smaak. Overal ver- krijgbaar a Fl. 0.50 per doos. 11- meentelijke subsidie alsnog te verleenen zonder voorwaarde van herstel der vroe- gere regelin-g, daar die voorwaarde voor het bestuur onaannemelijk is, dat het be stuur, indien de raad daarop niet wenscht in te gaan den raad verzoekt het ziek?n>- huis voor rekening der geineente over te nemen, en dat, indien de raad noch net een, noch het ander zou doen,, het bestuur aan de leden zal voorsteHen de vereeni ging te ontbinden en het ziekenhuis te sluiten. Dit adres werd in handen van Burg, en Weth. gesteld, om benicht en raad. Tot hoofd van de kopschool, tevens der centrale 7e klasse, is benoermi de heer A. F. K. Mets, onderwijzer aan de m.u.l.o. school te Gorichem. In de vacature van lid der commissie van toezicht op het lager onderwijs (kom) ont- staande door periodieke aftreding van den heer A. C. de Pauw is benoemd de heer C. F. Kohler Tot lid der commissie te Sluiskil rs hor- benoemd de heer Th. L. A. van de Bflt. Tot lid van het Burg. Armbestuur is herbenoemd de heer F. Dekker. Het verzoek van i. F,onteijn en ahder- winkeliers, om het vTij leuren in de ga- meente door vreenide koopliedcn te ver- bjeden en dit te beperken tot 1 dag per week is afgewezen. Aan A. Dieleman is vergunning v er- leend tot aansluiting van zijn perceel op het gemeenteriool en aan C. Dl de Rijcke om at te wijken van de bouwverordening. Op het verzoek van het R. K. Kerkbe- stuur, om een subsidie van 37.000 gld. tot verbouwing van hare school, om deze jn te richten als m„u.l.o>, school werd gunstig beschikt. De heer Hamelink verzocht tusschen- komst van Burg, en Weth. voor het ver- krijgen van aansluiteng aan het electrisch net. Zooals het college bekend is, heeft hij dit in het voorjaar reeds gevraagd, en is het hem door Burg, en Weth. toegezegd. Op zijn verzoek aan de Industrieele Maat- schappij heeft hij nimmer antwoord ge- had. Een groot aantal perceelen zijn inr middels reeds aangesloten en aan verschil- lende aanvragers wordt gezegd: Hame link moet maar wachten. Hi; vraagt geen bevoorrechting als raadslid, maar meent toch op gelijke behandeling aanspraak te mogen maken. Dc heer Nolson achtte dit van wege de Centrale een handeling die niet te pas komt en achttje tusschenkomst van het gemeentebestuur noodig. iDeze werd door den Voorzitter toegezegd. WATERLEIDING VOOR ZEEUWSCH- VLAANDEREN. Naar we vernemen is dezer dagen een rapport uitgebracht, betreffende het aanieg- gen eener waterleiding voor Zeeuwscn- Vlaanderen. In overeenstemming met dat rapport zou thans door den Minister be- sloten zijn, dat de voeding van de waterlei ding zal plaats hebben van at de vindplaats te St. Jansteen. Volgens de thans gemaakt? i berekeningen zou aldaar voidoende water aanwezig zijn voor voeding gedurende een groot aantal jaren. Het is begrijpelijk dat door deze oplos- sing van het vraagstuk de watervoorzienin.c voor Zeeuwsch-Vlaanderen veel vereenvou- I digd wordt, al zullen toch nog heel wat be- zwaren moeten worden overwonnen eer we i het water uit den bodem der gemeente 1 St. Jansteen uit een kraantje in onze wo- ningen kunnen tappen. S.S. CORNEL1S. Oisteren zou het Ned. stoomschip „Cor- nelis" van A. C. Lensen's reederij afschut- ten met bestemming naar New-Castle. De reis is evenwel aanstonds onderbroken, daar de schroef onder water met een hard voor- werp in aanraking kwam en alle vier de bladen verspeelde. Aan boord was ook een volledige equi page voor het nieuwe stoomschip dier ree derij, de „Ary" om deze aan de werf at halen. Deze bemanning zal nu met gewobe reisgelegenhfid derwaarts vertrekken De Burgemeester van TER NEUZEN rnaakt bekend Ond-militairen die na 31 Juli 1914, voor den dienst werden afgekeurd wegens ziekten of gebreken, gedurende het mobilisatietijdperk in den dienst ontetaan oi in belangrijke mate verergerd, kunncn roor zoover lot nu toe verzuimden een aanvrage om steun in te dienenook omdat zij na 1 Januari 1920 zijn algekeurd. voor ondersteuning in aan merking worden gebraoht, zoo die ziekten ol gebreken niet aan eigen schuld zijn te wijten en belangrijWen .chtei nitgang in geldelijke verdiensten hebben ver- oorzaakt. Zij, die in bet genot zijn van militair pen- sioen. komen voor deze ondersteuning niet in aan- merking. Uo daartoe strekkende verzoeken moeten voor 1 januari 1922 tot den Minister van Oorlog worden gerieht. Bovenstaande bepaling geldt ook voor deweduwen en weezen der bovengenoemde militairen, voor zoover zij geeh militair pensioen genieten. Zij, die van oordeel ziin, dat hun te kort is gedaan bij het toekennen e'ener uitkeering, kunnen zich bij een met redenen omkleed schrijven tot den Minister van Oorlog wenden, die na advies van em door hem in te steller, commissie, beslist. Ter Neuzen, den 1 December 1921. De Burgemeester voornoemd, J. HUIZ1NGA.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1