I ixK enzsEsctCow ant
Yrijdag 18 NoYember 1921. No. 7225.
BlNHENL^WOr
I'Z
SEMEH8DE BERiCHTEH,
'■jj hTFiIDIB
NEDERL.AND EN BELGIE.
®e correspondent van de N. R. Crt. te
Brassel meldt:
Volgens geruchten uit de ministerieele de
partementen zou het onderzoek van de Ne-
derlandsch-Belgische kwestie dadelijk na de
formatie van het nieuwe Belgische kabinet,
na de verkiezingen, hervat worden. De beide
regeeringen zouden, zoo verzekert men in
poiitieke kringen, zich rekenschap hebben
gegeven van de commercieele en moreeie
schade, door het Wielingen-conflict veroor-
zaakt. Van andere zijde wordt beweerd, dat
de tekst van een nieuw statuut dat voldoe-
ning geeft aan beide naties, is ontworpen,
waaruit zou voortvloeien, dat Belgie vrije
toegang zal hebben aan de kust.
DE BOMAANSLAG TE's GRAVENHAGE.
Onder het opschrift: ,,ls de samenwer-
king zoek?" schrijft „De Maasbode":
Nu de daders van den bomaanslag te i
's Gravenhage gearresteerd zijn en bekend
hebben, vraagt men zich onwillekeurig at
hoe het mogelijk is, dat een der hoofdaan-
leggers te wiens huize het projectiel gefa-
briceerd werd, een reserve-officier is, die
zelfs in Maart van het vorige jaar nog be-
vorderd is tot le-luitenant.
Het is toch niet aannemelijk, dat het an-
archisme van dezen man het product is van
een goed jaar en dat hij voor- dien tijd een
betrouwbare reserve-officier was."
Is het Rotterdamsche blad goed ingelicht,
dan was deze man, evenals tal van andere,
reeds lang bij de politic gesignaleerd als
gevaarlijk anarchist, in staat om tot daden
van geweld over te gaan.
„De politie, die zoo uitstekend bleek in
gelicht, dat reeds twee uur na den aanslag
een d'er hoofddaders was gearresteera,
noemde dezen man toch al direct als ver-
dacht, want naar zijn handelingen op dien
avond werd oogenblikkelijk een onderzoek
ingesteld.
Aan de hand van deze feiten vraagt men
zich af, of hiervan het departement van Oor-
log onkundig was. Is dit werkelijk het geval,
dan constateeren wij, dat de samenwerking
tusschen justitie, politie en andere departe-
menten, in dit geval in het bijzonder het de
partement van Oorlog geheel zoek is. Een
zaak, die vooral in deze tijden, nu meer dan
ooit op trouw van de ambtenaren en offi-
cieren gerekend moet kunnen worden, zeer
te betreuren zou zijn en tot groote rampen
zou kunnen leiden.
Mocht men daarentegen aan Oorlog wel
zijn ingelicht en mocht dus de onontbeer-
lijke samenwerking niet zoek zijn, dan be-
grijpen wij niet hoe zoo'n persoon niet alleen
gehandhaafd wordt in zijn functie van re
serve-officier, maar ook nog bevorderd.
en met draden stevig vastgezet, terwijl
te voren het bij het omwaaien ontstane
gat verwijd en van mest en aarde voor*
zien wordt.
r 7 °,3°
,io,-
,12-
Nu het anarchisme zoo driest zijn hoofd
oosteekt als in de laatste jaren helpt geen burgemeester en wethouders, omdat dit o. i.
zachtheid, maar moet met kracht worden in- niet de billiikheid schiep welke door velen ge-
^egrepen en is het plicht om ambtenaren of
officieren, die als zoodanig bij politie en
justitie gesignaleerd staan, ten spoedigste
uit het korps te verwijderen."
De „Msb." zegt ten sl-otte, dat het op-
heldering verdiend, waarom deze reserve-
officier-anarchist niet reeds lang ontslagen
is.
HERMAN GROENENDAAL EN DE
BOMAANSLAG.
Naar aanleiding van het beeindigen van
zijn eetstaking door Herman Groenendaal
bericht zijn verdediger:
Herman Groenendaal ging van het eerste
bericht af omtrent het terroristische optre-
den van hem overigens persoonlijk onbe-
kende geestverwanten, daarmee niet ac-
coord; hij begreep in verband daarmede zijn
houding te moeten bepalen. Door nu langs
den gewonen weg voedsel tot zich te nemen,
wil Groenendaal uitdrukken, dat hij eenige
terroristische daad niet voor zijn rekening
kan nemen en soortgelijke daden ten zeer-
ste zou afkeuren; hij is verder overtuigd,
dat zijn blijven weigeren het dienstweige-
ringsvraagstuk in Nederland in de tegen-
woordige omstandigheden geen stap nader
tot oplossing zou brengen.
WOEST R1JDEN.
Zaterdagmiddag halfvijf ging de 26-jarige
melkverkooper v. d. Worp, te Alfen a. d- Rijn
er met zijn wagentje op uit naar zijn klan-
ten; nog geen 5 minuten van zijn woning
werd hij aangereden door een auto uit de
richting Utrecht, die de bocht om de Prins
Hendrikstraat om kwam vliegen. De wielen
der auto gingen v. d. W. over het hoofd,
waardoor hij vreeselijk verminkt bij den heer
V. levenloos werd binnengedragen.
Hij laat een jonge weduwe met 2 kinde-
ren achter.
De auto werd bestuurd door een chauT-
feur W. uit Utrecht.
Het publiek nam een dreigende houding
aan; de chauffeur werd met zijn twee pas-
sagiers naar het politiebureau geleid, waar
onmiddellijk een zeer streng onderzoek wera
ingesteld, waarna de auto, die slechts licht
beschadigd was, zijn reis vervolgde.
Uit het politieonderzoek is gebleken, dat
er harder is gereden, dan de maximumsnel-
heid van 18 K.M. wat door den chauffeur
is bekend. Ned.
RECHTZETTEN VAN OMGEWAAIDE
BOOMEN.
De dienst der Gemeentewerken te Rot
terdam' is begonnen met het rechtizetten
van verschillende boomen, die de vorige
week Zondag zijn omgewaaid. De gunsti
ge resultaten, verkregen na den beken-
den storm van October 1911, waarbij alle
boomen, waaronder verschillende zware,
behoorlijk zijn aangegroeid, doen verwach
ten, dat ook thans een belangrijk aantal
zal behouden kunnen blijvefi. De boo
men worden door middel van een her-
stelling in den rechten stand teruggebracht
3501-» 4000
f
- M I I
TAK
CEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN.
Vergadering van Donderdag 3 November 1921,
des avonds 7 uur-
(Vervolg).
Aanwezig zijn alle leden, met uitfondering
van den heer Van den Ouden.
Vaststelling veroruening op het ruimen van
privaatputten en -tonnen in de gemeente
Ter Neuzen.
De behandeling dezer verordening, waarvan
het concept is opgenomen in de notulen del
vergadering van 20 October 1.1. werd m die
vergadering geschorst na de aanneming van
artikel 1, in afwachting van een nader voor-
stel van den heer Hamelink, beretfende het
tarief, vervat in art. 2.
Van de heeren Hamelmk, Geensen en Van
Driel is hierop het volgende voorstel ontvan-
g6Art. 2 Het loon voor het ruimen van een
privaatput, niet grooter dan 1B00 L. wordt ge-
regeld naar het belastbaar inkomen en be-
draagt per put, en per maal behalve voor hen
wier belastbaar inkomen minder dan f 400 he-
draagt, die niets betalen, voor hen welke een
belastbaar inkomen hebben van:
0,60
0,80
1,10
1,50
2,-
2,50
3,-
3,50
f 400- f 1000
iooo-„ 1600
1600 - 2200
2200 2800
2800—3400
3400—4000
4000-„ 4600
4600-,, 5200
5200 en hooger
Art. 2. Laatste alinea: te lezen in plaats van
f 10,„f 5,
Art. 3. In plaats van zuiver, te lezen be
lastbaar".
De heer DE JAGER wenscht nog terug te
komen op artikel 1 der verordening. Zooals
dat nu geredigeerd is, moet overal in de ge
meente zonder eenige verhooging het ruimen
geschieden. Hij vindt het wel bezwaarlijk, dat
men met de beermachine b.v. naar den Coe-
gorspolder zou moeten. Te Sluiskil en te Dne-
wegen, waar het ook eene kom is, is dat wa
anders, maar als men naar geheel afgelegen
hofsteden of woningen moet, wordt het wel
degelijk een bezwaar. De gemeenteraad zou
zich toch noodig hierop nog wel eens behooren
te bedenken, spreker zou het liever bepalen
zooals het geweest is.
De VOORZITTER merkt op, dat artikel 1
waarin dit omschreven is, reeds is aangenomen
en dat thans de voorstellen betreffende het
tarief aan de orde zijn, n.l. het voorstel van
burgemeester en wethouders en dat der o. D.
A. P.-fractie.
De heer SCHEELE is er ook voor, dat voor
hen, die ver van de kom wonen, het tarief
hooger wordt.
De VOORZITTER merkt op, dat dit wel kan
geregeld worden, maar moet het toch ontra-
den. Hij zou geen onderscheid willen maken.
Het tarief door burgemeester en wethouders
voorgesteld loopt tot 6,60, terwijl de S. D.
A P.-fractie niet hooger gaat dan f 3,50. Ook
beoogt het laatste berekening van het belast
baar inkomen, terwijl dat van burgemeester en
wethouders het tarief berekend naar het zui
ver inkomen.
De heer GEENSENDaar wij bij de vorige
besprekingen reeds meenden geen genoegen te
kunnen nemen met het wijzigingsvoorstel van
De VOCIwTTER. wigst ex op, aac het voor
stel van burgemeestei" en wethouders een hoo-
gere opbreiigst zal verzekeren, dan dat der
heeren Hamelink c.s.
De heer NOLSON meent, dat thans voor het
recht van uitmonden op een riool f 5 wordt
betaald.
De VOORZITTER antwoordt bevestigend,
thans stellen burgemeester en wethouders f 10
V°De heer HAMELINK acht dit al geheel on-
gemotiveerd. Aan de riolen hebben burge
meester en wethouders voor het recht van aan-
sluiting op een riool niets bijzonders te ctoen,
zoodat er geen aanleiding is, dat tarief te ver-
dubbelen. Men moet er ook geen te hooge
verwachting van hebben, dat er tegen dat ta
rief velen gebruik van zullen maken en als we
later hier ook waterspoeling zouden kriggen,
zou het voor de minder kapitaalkrac'ntigen een
bezwaar kunnen zijn om het te doen.
De heer NOLSON kan, wat het laatste be-
treft, meegaan. Als we maar algemeen water
spoeling hadden, maar, zoover zijn we nog met.
Hii stelt zich op het standpunt, dat het ge-
wenscht is, dat de beerruiming zich zooveel
mogelijk bedruipt. Hij zou dit gaarne zien
van alle takken van dienst, die van de gemeente
uitgaan. oRZiTTeR brengt thans in stemming
het amendement van de heeren Hamelink c.s.
^De^heer^E JAGER vraagt nu, of alsnog
bepaald wordt, dat het recht alleen zal gelden
voor het ruimen in de kommen der gemeente.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit
nader kan bepaald worden bij artikel 6.
De heer DE JAGER wenschte zich, alvorens
zijn stem uit te brengen goed te vergewissen,
want hij wil niet gevangen worden.
Het amendement wordt verworpen met i
tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Nolson,
Aiuus vastgesteld door den raad der ge
meente Ter Neuzen, in zijne vergadering van
3 November 1921.
Deze verordening wordt vastgesteld met ai-
gemeene stemmen.
Vaststelling verordening op de hondenbe-
lasting.
In de vorige vergadering kwam aan de orde,
een voorstel van burgemeester en wethouders
tot het vaststellen eener verordening op de
heffing eener belasting op het houden van hon-
den in de gemeente Ter Neuzen, welk voorstel
in de notulen dier vergadering is opgenomen.
Naar aanleiding van een aangenomen voor
stel der heeren Hamelink c.s. werd m beginsel
besioten, de belasting te heffen naar een pro-
gressieve schaal, en de verdere behandelmg
geschorst, om de voorstellers in de gelegenheid
te stellen hun denkbeeld in een schnftelijk
voorstel te belichamen.
Thans is van den heer Hameiink het volgen
de amendement op de door burgemeester en
wethouders voorgestelde verordening mge-
komen:
Artikel 1. Met uitzondermg der honden be-
doeld in artikel 253 der gemeentewet zal voor
elken hond, welke gehouden wordt, belasting
moeten worden betaald.
De belasting bedraagt per jaar:
Bu een inkomen beneden f 1000
van f 1001 1300
1301 -„ 1600
1601-„ 1900
1901 2200
Col-
r 3,-
3,50
4,50
- 5,-
5,50
6,25
8
sen, Hamelink, Geensen en Van Driel, tegen
stemmen de heeren Geelhoedt Van Hasselt,
De Jager Scheele, Van Cadsand, De Ridder en
De Meijer.
De heer NOLSON vestigt nog de aandacht
op het tweede amendement van de heeren Ha
melink c.s., betreffende het tarief voor closets.
De heer HAMELINK geeft te kennen, dat
hii nu het tarief verworpen is, geen aanlei
ding meer heeft het lagere tarief voor closets
te handhaven, mede namens de andere voor
stellers trekt hij dit in, evenals hun amende
ment op artikel 3, daar zij toch geen resultaat
verwachten om dit voordeel voor de groote ge-
zinnen te behalen.
De VOORZITTER wijst er op, dat die aoor
het voorstel van burgemeester en wethouders
ontlast worden, door de reductie van 20 /c.
De heer HAMELINK acht dit voordeel van
zoo weining beteekenis, dat hij het een aan-
fluiting noemt.
De heer GEENSEN acht het een bespottmg,
B\j
niet de billijkheid schiep
wenscht werd, is door ons in uitzicht gesceld
een amendement, hetwelk een verbetering zou
moeten zijn op het voorstel van burgemeester
en wethouders. i
2at ook bij burgemeester en wethouders het
idee voor, dat de tegenwoordige een onbillijke
regeling was, en dachten zij ook tegemoet te
moeten komen aan het adres van den Chr. Be-
sturenbond, hoe komt het dan, dat, waar zij de
onbillijkheid van betaling inzagen voor de hoo-
gere klassen, zij zulks hebben doen eindigen
juist bij diegenen, waar het zou moeten be-
ginnen om tot verlaging over te gaan.
Het komt ons voor, dat zoodoende de tege-
moetkoming. nu voorgesteld voor de meerdere
of dubbelruimingen, voomamelijk als gevolg
van kleine putten en groote gezinnen alleen in
gedachten zal bestaan. Waar er bij de tegen
woordige regeling een verhoudingSgetal be-
staat van 4,28 met progressie tot 8,40 zoo zien
we in het voorstel van burgemeester en wet
houders geen progressie meer in het verhou
dingSgetal, en is dit bijna over de heele linie
met nog een iets zwaarderen druk op de middel-
klassen teruggebracht op 6 behalve voor de
hcogstklasse, welke 4,28 gebleven is.
Wij daarentegen hebben gemeend, dat. wil
een regeling zijn wat men noemt billijk, en
naar draagkracht, en tevens een tegemoetko-
ming inhouden voor de groote gezinnen, le.
gerekend moet worden naar het belastbaar In
komen; 2e. het kosteloos te doen bi.i diegenen
wier inkomen kleiner is dan 400 gulden belast
baar; 3e. dat, waar volgens burgemeester en
wethouders de kostprijs f 3,is, door de
mand meer dan dat bedrag wordt betaald.
Ik geloof, mijnheer de voorzitter, dat, wan-
neer men werkelijk een billijke regeling wil
maken, men behoort tegemoet te komen aan
diegenen. welke door hunne kleine putjes en
groote gezinnen het grootste contingent leve-
ren op de lijst die we voor ons hebben en dat
door u ook is toegegeven.
Dat zij daardoor proportion eel te zwaar
worden gedrukt tegenover diegenen welke
krachtens hun inkomen over ruime putten be-
schikken. Dat men daar niet of niet noemens-
waardig aan tegemoet komt, door op dubbel
ruimingen 20 procent reductie te geven. zal
elk begrijpen.
't Is daarom, dat wij gemeend hebben geen
vergoeding te eischen van hen, waarvan men
redelijkerwijs moet erkennen, dat alles wat zii
er voor betalen moeten te veel is, en overigens
de groote gezinnen tegemoetlcomend, door te
rekenen naar het belastbaar inkomen.
De heer HAMELINK wil hier nog aan toe-
voegen, dat over het algemeen de voorstellen
van zijne fractie worden ingediend met het
oog op de belangen van de minderen, maar dat
zij hier thans ook de belangen van de meerge-
goeden trachten te bevorderen, door te voor-
komen, dat dezen per ruiming meer betalen
dan den kostenden prijs. Hij acht niet billijk,
dat zij die er gebruik van maken, nog eens
door een extrabelasting gedrukt worden.
De heer NOESON wijst er op, dat het be-
drijf toch geen winst maakt.
De heer HAMELINK wijst er op, dat dit ook
niet kan, door de reductie die aan de lagere
klassen gegeven wordt en waardoor deze niet
den kostenden priis betalen. Hetgeen daarop
te kort komt, moet echter naar zijn meaning uit
de algemeene kas worden bijgepast, niet spe-
ciaal door de gebruikers van den ruimdienst.
De heer SCHEELE geeft te kennen, dat hij
met beide voorstellen niet kan meegaan. Hij
vreest, dat we met deze regeling in het moe-
ras zullen komen en zou het bestaande tarief
maar liever handhaven, met de regeling in
kluis.
een wassen neus.
De artikels 2, 3, 4 en 5 worden vastgesteld
zooals ze door burgemeester en wethouders zijn
^De^heer^DE JAGER wenscht in artikel 6
de oude bepaling hersteld te zien, dat, mdien
het gebruik van de beerwagen gevraagd wordt
te Sluiskil, dat deze daar dan voor een ge-
heelen dag naar toe zal gaan en dat men met
de eene dag er voor 6en running naar toe zal
gaan en de andere dag weer.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
in de bedoeling ligt een dergelijke regeling te
treffen, dat daar op een bepaalden tyd ver
schillende ruimingen kunnen plaats hebben.
De heer DE JAGER stelt nu voor, dat, In
dian de beerwagen gebruikt wordt buiten de
kom te Ter Neuze*; -Sluiskil of Dnewegen,
voor iedere 100 meters afstand daar buiten
zal moeten betaald worden, de afstand te be-
rekenen volgens den te berijden weg.
De heer COLSEN kan zich daarmeoe wel
vereenigen, maar merkt op, dat er toch een be
zwaar is, aangezien de nieuwe woningen te
Sluiskil niet meer tot de kom worden gerekend.
Bij het vaststellen der kom, heeft men daar-
pvd.e een abuis gemap.kt.
De heer HAMELINK merkt op, dat de kom
toch kan gewijzigd worden.
De heer DE JAGER acht het ook zoo geen
bezwaar; het kan voor die menschen misschien
een dubbeltje uitmaken.
De heer COLSEN: U moet in aanmerking
nemen, dat dit juist een arbeidersbevolkmg
betreft.
De heer NOLSON acht het buiten kwestie,
dat de nieuwe woningen te Sluiskil onder de
kom moeten gebracht worden.
De VOORZITTER bepleit nogmaals het laten
vervallen van de beperking tot de kommen, en
het artikel aan te nemen zooals het is, ten-
einde op het ontvangers-kantoor den strijdrte
ontgaan over .le vraag of het 100 dan wel 200
meters afstand is. Hij zou alleen als het ar-
tike' moeilijkheden bleek op te leveren, weer
een beperking willen maken.
De heer GEENSEN vraagt nog hoe het ta
rief voor bankgebouwen e.d. gerekend wordt.
De VOORZITTER: Die behooren tot de ze-
delijke lichamen.
De heer VAN DRIEL meent, dat de ma
chine eens in de maand naar Sluiskil zou kun
nen gaan, hetgeen een tegemoetkoming zou zijn
in den afstand.
De heer HAMELINK meent, dat, als er geen
afstandsbepaling gemaakt wordt, de heeren
buiten het gemeentebestuur zullen nemen, dit
valt uit enkele hier gedane mededeelmgen wel
af te leiden. Ook hij acht voorzichtigheid ge-
raden.
Het voorstel van den heer De Jager, dat bui
ten de kommen extra moet worden betaaul in
verband met den afstand dien de machine
moet rijden wordt aangenomen met 8 tegen 4
stemmen.
Voor stemmen de heeren De Jager, Scheele,
Van Cadsand, Nolson, De Ridder, De Meijer,
Colsen en Hamelink; tegen stemmen de
heeren Geelhoedt, Van Hasselt, Geensen en
Van Driel.
Le heer COLSEN merkt op, dat het ook met
het oog op de manschappen voor de brandspuit
gewenscht zoude zijn, dat de koni te Sluiskil
nader omschreven werd, daar anders de men
schen die in de nieuwe woningen wonen niet
brandweerplichtig zijn.
De VOORZITTER geeft te kennen. dat d:v
nader kan gewijzigd worden, als de algemeene
politieverordening eens terug is.
Burgemeester en wethouders steilen thans
voor, vast te stellen de volgende:
VERORDENING op de invordering van loon
voor het van gemeentewege ruimen van
privaatputten en -tonnen in de ge
meente Ter Neuzen.
Art. 1. De betaling van het loon voor het
van gemeentewege ruimen van privaatputten
en -tonnen moet geschieden ten kantore van
den gemeente-ontvanger tegen een door dezen
af te geven ontvangbewijs, waarop vermeld
worden het volgnummer, de datum van af-
gifte, de naam van den verzoeker, het betaalde
loon en het No. en de straat van het perceel
waarin of waarbij de privaatput of de pri-
vaatton behoort.
Art. 2. De invordering van het loon ge-
schiedt overigens door den gemeente-ontvan
ger, overeenkomstig de artikelen 258 tot en
met 262 der Gemeentewet.
Art. 3. Deze verordening treedt in wer-
king te gelijk met die- op de heffing wanneer
alsdan de desbetreffende verordening van 5
November 1914 vervalt.
2201 2500
25013000
30013500
40014500
4501 5000
50015500
boven 5500
Voor honden bedoeld in art. 253 der gemeen
tewet bedraagt de belasting per jaar:
een inkomen beneden f 1500 f 0,50
van f 1501 2000 1,-
2001 2500 1,50
1 1 2501 3000 2,-
3001 3500 2,50
3501 4000 8,-
I I 4001 5000 4,-
I I boven 5000 5,—
De helft van de hiervoren genoemde bedra
gen zal betaald worden voor honden die:
1 voor den lsten Juli worden afgeschaft,
mits van die afschaffing tijdig schriftelijk
wordt kennis gegeven aan burgemeester en
wethouders en
2 van of na den 1 Juli worden aangeschalt.
Verder art. 2, 3o. te lezen: de waakhonden
dat zijn honden die uitsluitend gehouden wor
den om eigendommen te bewaken en niet buiten
het afgesloten erf losloopen.
Toevoegeu. Art. 2, 5o. De bandhonden, dat
zfjn die honden welke buiten de huizen of erven
van den eigenaar of houder niet mogen los
loopen.
De VOORZITTER acht het denkbeeld aan dit
amendement ten grondslag liggende om de ar
men, die een hond willen houden te ontlasten,
en de gegoeden wat hooger te treffen, geen
kwaad denkbeeld.
De heer DE MEIJER vindt de regeling van
het tarief wel goed, maar zou het 300 procent
willen verhoogen.
De heer DE RIDDER vindt het voorstel wel
aannemelijk, op deze wijze zal de belasting
misschien ook meer opbrengen, hij kan echter
wel veronderstellen, dat het niet in den geest
zal zijn van enkele heeren, zooals we het al
hccrden van den beer De Meijer en het komt
er zijn onder de honden bijzonder trouwe die-
ren die ook zorgen voor de veihgheid van hun
meester, als ze hem vergezeilen. Spreker heeft
ook zoo'n hond gehad, die tot zijn spijt ge-
storven is. Toen was hij des avonds, als hq
nog laat op pad was naar zijn woonplaats, nim-
mer ongerust, hij had toen nooit een revolver
noodig. Hij moet er tegen op komen, dat wtiKe
honden onnutte dieren zouden z^n.
Het voorstel van den heer DE MEIJER wordt
verworpen met 7 tegen 5 stemmen.
Voor stemmen de heeren Van Hasselt, De
Jager, Scheele, Van Cadsand en De Meijer;
tegen stemmen de heeren Geelhoedt, Nolson,
De Ridder, Colsen, Hamelink, Geensen en Van
Driel.
De VOORZITTER deelt mede, dat burge
meester en wethouders voorstellen aan art. 2
nog een vijfde lid toe te voegen, bepalende, dat
poiitiehonden vrij zijn van belasting.
De heer HAMELINK stelt voor, om in art.
2 sub 3 te bepalen, dat waakhonden vrij op
mogen losloopen op de erven die zij moeten
bewaken. Nu staat er, dat zij aan een ketting
of koord moeten worden vastgelegd.
De heer VAN CADSAND merkt op, uat die
bepaling niet uitvoerbaar zou zijn. Als een
hond op een erf losloopt, heeft men geen ze-
kerheid, dat die niet verder zal loopen dan op
het erf! Een hond loopt waar hij het op een
gegeven oogenblik verkiest.
De heer HAMELINK trekt dan zijn voorstel
De VOORZITTER stelt namens burgemees
ter en wethouders voor aan art. 4 nog een be
paling toe te voegen, dat als houder van den
hond beschouwd wordt het hoofd van het gezin
in wiens woning of op wiens erf een hond wordt
aangetroffen. Dit is om te voorkomen, dat men
er zich van af maakt, door bij de mschnivmg
op te geven, dat het de hond is van een zoon of
iets dergelijks.
De heer HAMELINK wijst op de voorge
stelde bepaling van art. 7, dat iemand die geen
hond meer houdt daarvan bericht moet doen
aan burgemeester en wethouders. Hij neett
daartegen bezwaar en acht het nergens voor
noodig, dat iemand, wiens hond dood gaat,
daarvan aan burgemeester en wethouders ken
nis moet geven. Als iemand geen hond meer
houdt komt men dat te weten als hij afsehrij-
ving vraagt en anders blijft hij op het tohiei
staan tot de nieuwe beschrijving.
De VOORZITTER stemt dit toe, maar meent,
dat het toch gewenscht is die bepaling te laten
staan, om eventueel tegen kwaadwillige* te
kunnen optreden.
De verschillende artikels worden met alge
meene stemmen vastgesteld, zooals die luiden
na de aangebrachte wijzigingen.
De verordening wordt in zijn geheel vastge
steld met algemeene stemmen.
Hiema stellen burgemeester en wethouders
voor vast te stellen de volgende
VERORDENING op de invordering der
hondenbelasting in de gemeente Ter
Neuzen.
Art. 1. De door den raad vastgestelde ko-
hieren worden, binnen acht dagen na den
terugontvangst in handen gesteld van den ge
meente-ontvanger, ter invordering.
Art. 2. De gemeente-ontvanger zendt, zoo-
dra mogelijk, kosteloos, aan ieder, der op de
kohieren voorkomende, belastingschuldige een
gedagteekend aanslagbiljet, naar een door
Burgemeester en Wethouders voor te »ehrij-
ven model.
Art. 3. De aanslagen zijn in eens invorder-
baar, die van de belastingschuldigen voor
komende op het primitief kohier voor of op
den len Augustus, die van de suppletoire ko
hieren binnen 14 dagen na de uitreiking van
het aanslagbiljet. Op de aanslagtoiljetteu 's
ook niet overeen met het denkbeeld van den art. 265a der Gemeentewet van toepassmg.
A J I tT -- - y-l V» n I wry l/i n A
li66ir ScIiggI©.
De heer SCHEELE acht, dat de heeren met
hun voorstel mooi werk hebben verricht en hij
heeft er ook niets tegen, dat iemand een hond
houdt, maar dan moet hij het doen binnen de
deur, opdat een ander er geen last van heeft.
Hij wil voor de losloopende honden de rege
ling zooals burgemeester en wethouders die
hebben voorgesteld, maar de belasting 50
Art. 4. Voor zoover de verschuldigde hon
denbelasting niet ingevolge vorenstaande be-
palingen mocht zijn voldaan, geschiedt de in
vordering door den gemeente-ontvanger, over
eenkomstig de bepalingen van de artt. 258
tot en met 262 der Gemeentewet.
Art. 5. De aanslagen, welke door den ge
meente-ontvanger niet kunnen worden inge-
vorderd, worden door hem, aan den raad, voor-
hooger, alzoo f 9 voor de kleine en f 18 voor 1 gedragen tot oninvorderbaarverklaring.
AL n TV - u - /\vv /In i mml
de groote honden.
De heer DE MEIJER steunt dat voorstel.
De hce^ HAMELINK herinnert, dat hij in de
vorige vergadering den raad een uitspraak
heeft laten doen en dat hij in meerderheid zich
voor het denkbeeld verkiaarde. De wetgever
heeft op een gegeven oogenblik de honden ver-
klaard tot een object waarvan belasting kon ji
Art 6. De verordening op de invordering
treedt gelijk met die op de heffing in wer-
king op welken datum vervalt de verordening
op de invordering der hondenbelasting im de
gemeente Ter Neuzen, d.d. 18 Januari 1909.
Aldus vastgesteld door den raad der ge
meente Ter Neuzen, in zijne vergadering van
Deze verordening wordt vastgesteld met al-
worden geheven, maar evengoed had men het j gemeene stemmen.
kunnen doen van katten, kanaries, piano's of
welke andere dieren of zaken iemand er voor
liefhebberij op nahoudt. Hij meent verder, dat
men ook den kleinen man, als hij liefhebberij
in een hond heeft, niet moet beletten dien te
houden, daar hij toch ook wel iets vcor veraan
genaming van het leven mag hebben en het
zeker ook opvoedend werkt, als iemand voor
een dier zorgt, dat liefde aankweekt. Er zijn
toch honden die voor de menschen van groot
nut geweest zijn en ook nog zijn, daarover zou
wel een heelen boom kunnen worden opgezet.
Als iemands liefhebberij nu toevaliig op een
hond valt, laat hem die dan ook houden, al is
het dat een ander er wel eens last van kan
hebben, maar dat is toch ook het geval met
motorrijwielen of automobielen, door het stof
en den stank die zij op de wegen verspreiden.
En niemand denkt er aan, die van gemeente
wege te belasten.
De heer VAN HASSELT merkt op, dat daar-
voor nogal een zware belasting wordt betaald.
De heer HAMELINK: Maar toch niet aan
de gemeenten, want daartoe hebben wij het
recht niet. Als men het houden van honden
te zwaar gaat belasten om het houden daarvan
aan tal van menschen zoo goed als onmogelijk rj
te maken, schaf ze dan liever af.
De heer VAN CADSAND weet niet, hoe het
verloop dezer zaak zal zijn, maar meent, dat
het wel noodig zou zijn, dat de politie wat
nauwkeuriger toezicht hield, daar er naar zijn
meening veel fraude op het gebied der hon
denbelasting wordt gepieegd. Door den heer
Hamelink is er op gewezen, dat de menschen
al veel voordeel hebben genoten van honden,
maar spreker kan wel gevallen opnoemen van
groote schade. Zoo is het nog onlangs voorge-
komen, dat twee honden op een erf gekomen
waren waar schapen liepen en er 8 doodgebeten
hebben. Dat is in het geheel geen vooraeel.
Reclames hoofdelijken omslag.
De VOORZITTER schorst de openbare ver
gadering, die overgaat in een zitting met ge-
sloten deuren.
Na het weder openbaar worden der vergade
ring deelt de voorzitter mede, dat in de
vergadering met gesloten deuren op ingeko-
men reclames tegen den hoofdelijken omslag
is beschikt als volgt:
Teruggebracht zijn:
Belastbaar Belastbaar
inkomen.
inkomeit.
Verpoorten G.
van
2800 naar
f 1200
Verlinde C. A.
n
n
2800
jj
800
Wolfert J. H.
n
n
700
Jj
400
Penneman P.
n
n
2800
JJ
1900
Martens wed. G.
n
n
2400
JJ
550
Strien van J.
n
9100
JJ
8200
Wieles J.
5200
JJ
2200
Meijer de J. G.
n
n
3000
2000
Putter de M.
n
n
4300
JJ
3200
Koeijer de A.
n
n
6700
n
4300
Bendeghem van Joh.
n
)j
16300
JJ
8800
Bruijne de J. Mz.
n
n
2200
J)
1800
Driel van A. A.
n
jj
1300
300
Jansen C. A.
n
jj
5t00
jj
2800
Bruijn de A.
n
jj
1900
n
650
Huijssen Jac.
n
>7
8800
handhaven
Gehandhaafd zijn de aanslagen van J. Fon-
teijn, wed. Jac. Verlinde (wier reclame te laat
is ingekomen), A. Kaan (idem), C. M. C.
Cruijt.
Over 5 maanden zal worden aangeslagen W.
de Hoog.
Van het kohier afgevoerd worden: J. J. Mil-
lenaar en J. Timmermans.
Omvraag.
a. De heer VAN DRIEL vestigt de aandacht
op het rad van den duiker op het riool bij de
Met aandrang zou hij dus wenschen, dat op jj Axelsche brug, dat geheel is uitgesletc
de losloopende honden streng controle wordt
gehouden, opdat daarvoor belasting betaald
wordt.
De VOORZITTER acht het wel billijk, dat
kleine menschen wat minder betalen.
De heer VAN CADSAND merkt op, dat die
honden die de schapen doodgebeten hebben, er
geen van kleine menschen waren.
De VOORZITTER: Misschien dachten die
een haas tusschen de tanden te hebben.
Het voorstel van den heer Hamelink, de pro-
gressieve heffing voor de hondenbelasting,
wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen.
Voor stemmen de heeren Geelhoedt, Van
Hasselt, Nolson, De Ridder, Colsen, Hamelink,
Geensen en Van Driel; tegen de heeren De
Jager, Scheele, Van Cadsand en De Meijer.
De heer SCHEELE: Ik sta verbaasd.
De heer DE MEIJER stelt nu voor, om het
voorgestelde tarief met 200 te verhoogen.
Behalve trek- en waakhonden, vindt hij alle
honden onnutte dieren.
De heer COLSEN moet daartegen opkomen;
dit het geheel begeeft, zou het kunnen gebeu-
ren, dat het riool niet goed meer te slu U ,.s
en het lage stadsgedeelte onder water kwam.
De VOORZITTER zegt toe, dat hiernaar zal
gezien worden.
b. De heer VAN CADSAND merkt op, dat
blijkens de mededeeling van den voorzitter in
de vorige raadszitting men in de daarop vol
gende week reeds dacht te beginnen m<jt het
uitvoeren van het tweede gedeelte van het weiv
aan de Scheldekade. Hij heeft opgemerkt, dat
er nu pas een advertentie stond, waarbij indie-
ning van plannen met prijsopgaaf voor den
betonmuur gevraagd wordt. Hij vermeent, dat
men, daar het met de uitvoering zoo lang- zal
duren, niet veel meer zal genieten van de 50 f
tegemoetkoming in de arbeidsisloonen.
De VOORZITTER merkt op, dat d adver
tentie den betonmuur betreft, dcch dat het ds
bedoeling is, het overige, het grondwerk, in
eigen beheer uit te voeren. Daarmede kan dus
worden voortgegaan.
De VOORZITTER sluit de vergadering.