I ixK enzsEsctCow ant Yrijdag 18 NoYember 1921. No. 7225. BlNHENL^WOr I'Z SEMEH8DE BERiCHTEH, '■jj hTFiIDIB NEDERL.AND EN BELGIE. ®e correspondent van de N. R. Crt. te Brassel meldt: Volgens geruchten uit de ministerieele de partementen zou het onderzoek van de Ne- derlandsch-Belgische kwestie dadelijk na de formatie van het nieuwe Belgische kabinet, na de verkiezingen, hervat worden. De beide regeeringen zouden, zoo verzekert men in poiitieke kringen, zich rekenschap hebben gegeven van de commercieele en moreeie schade, door het Wielingen-conflict veroor- zaakt. Van andere zijde wordt beweerd, dat de tekst van een nieuw statuut dat voldoe- ning geeft aan beide naties, is ontworpen, waaruit zou voortvloeien, dat Belgie vrije toegang zal hebben aan de kust. DE BOMAANSLAG TE's GRAVENHAGE. Onder het opschrift: ,,ls de samenwer- king zoek?" schrijft „De Maasbode": Nu de daders van den bomaanslag te i 's Gravenhage gearresteerd zijn en bekend hebben, vraagt men zich onwillekeurig at hoe het mogelijk is, dat een der hoofdaan- leggers te wiens huize het projectiel gefa- briceerd werd, een reserve-officier is, die zelfs in Maart van het vorige jaar nog be- vorderd is tot le-luitenant. Het is toch niet aannemelijk, dat het an- archisme van dezen man het product is van een goed jaar en dat hij voor- dien tijd een betrouwbare reserve-officier was." Is het Rotterdamsche blad goed ingelicht, dan was deze man, evenals tal van andere, reeds lang bij de politic gesignaleerd als gevaarlijk anarchist, in staat om tot daden van geweld over te gaan. „De politie, die zoo uitstekend bleek in gelicht, dat reeds twee uur na den aanslag een d'er hoofddaders was gearresteera, noemde dezen man toch al direct als ver- dacht, want naar zijn handelingen op dien avond werd oogenblikkelijk een onderzoek ingesteld. Aan de hand van deze feiten vraagt men zich af, of hiervan het departement van Oor- log onkundig was. Is dit werkelijk het geval, dan constateeren wij, dat de samenwerking tusschen justitie, politie en andere departe- menten, in dit geval in het bijzonder het de partement van Oorlog geheel zoek is. Een zaak, die vooral in deze tijden, nu meer dan ooit op trouw van de ambtenaren en offi- cieren gerekend moet kunnen worden, zeer te betreuren zou zijn en tot groote rampen zou kunnen leiden. Mocht men daarentegen aan Oorlog wel zijn ingelicht en mocht dus de onontbeer- lijke samenwerking niet zoek zijn, dan be- grijpen wij niet hoe zoo'n persoon niet alleen gehandhaafd wordt in zijn functie van re serve-officier, maar ook nog bevorderd. en met draden stevig vastgezet, terwijl te voren het bij het omwaaien ontstane gat verwijd en van mest en aarde voor* zien wordt. r 7 °,3° ,io,- ,12- Nu het anarchisme zoo driest zijn hoofd oosteekt als in de laatste jaren helpt geen burgemeester en wethouders, omdat dit o. i. zachtheid, maar moet met kracht worden in- niet de billiikheid schiep welke door velen ge- ^egrepen en is het plicht om ambtenaren of officieren, die als zoodanig bij politie en justitie gesignaleerd staan, ten spoedigste uit het korps te verwijderen." De „Msb." zegt ten sl-otte, dat het op- heldering verdiend, waarom deze reserve- officier-anarchist niet reeds lang ontslagen is. HERMAN GROENENDAAL EN DE BOMAANSLAG. Naar aanleiding van het beeindigen van zijn eetstaking door Herman Groenendaal bericht zijn verdediger: Herman Groenendaal ging van het eerste bericht af omtrent het terroristische optre- den van hem overigens persoonlijk onbe- kende geestverwanten, daarmee niet ac- coord; hij begreep in verband daarmede zijn houding te moeten bepalen. Door nu langs den gewonen weg voedsel tot zich te nemen, wil Groenendaal uitdrukken, dat hij eenige terroristische daad niet voor zijn rekening kan nemen en soortgelijke daden ten zeer- ste zou afkeuren; hij is verder overtuigd, dat zijn blijven weigeren het dienstweige- ringsvraagstuk in Nederland in de tegen- woordige omstandigheden geen stap nader tot oplossing zou brengen. WOEST R1JDEN. Zaterdagmiddag halfvijf ging de 26-jarige melkverkooper v. d. Worp, te Alfen a. d- Rijn er met zijn wagentje op uit naar zijn klan- ten; nog geen 5 minuten van zijn woning werd hij aangereden door een auto uit de richting Utrecht, die de bocht om de Prins Hendrikstraat om kwam vliegen. De wielen der auto gingen v. d. W. over het hoofd, waardoor hij vreeselijk verminkt bij den heer V. levenloos werd binnengedragen. Hij laat een jonge weduwe met 2 kinde- ren achter. De auto werd bestuurd door een chauT- feur W. uit Utrecht. Het publiek nam een dreigende houding aan; de chauffeur werd met zijn twee pas- sagiers naar het politiebureau geleid, waar onmiddellijk een zeer streng onderzoek wera ingesteld, waarna de auto, die slechts licht beschadigd was, zijn reis vervolgde. Uit het politieonderzoek is gebleken, dat er harder is gereden, dan de maximumsnel- heid van 18 K.M. wat door den chauffeur is bekend. Ned. RECHTZETTEN VAN OMGEWAAIDE BOOMEN. De dienst der Gemeentewerken te Rot terdam' is begonnen met het rechtizetten van verschillende boomen, die de vorige week Zondag zijn omgewaaid. De gunsti ge resultaten, verkregen na den beken- den storm van October 1911, waarbij alle boomen, waaronder verschillende zware, behoorlijk zijn aangegroeid, doen verwach ten, dat ook thans een belangrijk aantal zal behouden kunnen blijvefi. De boo men worden door middel van een her- stelling in den rechten stand teruggebracht 3501-» 4000 f - M I I TAK CEMEENTERAAD VAN TER NEUZEN. Vergadering van Donderdag 3 November 1921, des avonds 7 uur- (Vervolg). Aanwezig zijn alle leden, met uitfondering van den heer Van den Ouden. Vaststelling veroruening op het ruimen van privaatputten en -tonnen in de gemeente Ter Neuzen. De behandeling dezer verordening, waarvan het concept is opgenomen in de notulen del vergadering van 20 October 1.1. werd m die vergadering geschorst na de aanneming van artikel 1, in afwachting van een nader voor- stel van den heer Hamelink, beretfende het tarief, vervat in art. 2. Van de heeren Hamelmk, Geensen en Van Driel is hierop het volgende voorstel ontvan- g6Art. 2 Het loon voor het ruimen van een privaatput, niet grooter dan 1B00 L. wordt ge- regeld naar het belastbaar inkomen en be- draagt per put, en per maal behalve voor hen wier belastbaar inkomen minder dan f 400 he- draagt, die niets betalen, voor hen welke een belastbaar inkomen hebben van: 0,60 0,80 1,10 1,50 2,- 2,50 3,- 3,50 f 400- f 1000 iooo-„ 1600 1600 - 2200 2200 2800 2800—3400 3400—4000 4000-„ 4600 4600-,, 5200 5200 en hooger Art. 2. Laatste alinea: te lezen in plaats van f 10,„f 5, Art. 3. In plaats van zuiver, te lezen be lastbaar". De heer DE JAGER wenscht nog terug te komen op artikel 1 der verordening. Zooals dat nu geredigeerd is, moet overal in de ge meente zonder eenige verhooging het ruimen geschieden. Hij vindt het wel bezwaarlijk, dat men met de beermachine b.v. naar den Coe- gorspolder zou moeten. Te Sluiskil en te Dne- wegen, waar het ook eene kom is, is dat wa anders, maar als men naar geheel afgelegen hofsteden of woningen moet, wordt het wel degelijk een bezwaar. De gemeenteraad zou zich toch noodig hierop nog wel eens behooren te bedenken, spreker zou het liever bepalen zooals het geweest is. De VOORZITTER merkt op, dat artikel 1 waarin dit omschreven is, reeds is aangenomen en dat thans de voorstellen betreffende het tarief aan de orde zijn, n.l. het voorstel van burgemeester en wethouders en dat der o. D. A. P.-fractie. De heer SCHEELE is er ook voor, dat voor hen, die ver van de kom wonen, het tarief hooger wordt. De VOORZITTER merkt op, dat dit wel kan geregeld worden, maar moet het toch ontra- den. Hij zou geen onderscheid willen maken. Het tarief door burgemeester en wethouders voorgesteld loopt tot 6,60, terwijl de S. D. A P.-fractie niet hooger gaat dan f 3,50. Ook beoogt het laatste berekening van het belast baar inkomen, terwijl dat van burgemeester en wethouders het tarief berekend naar het zui ver inkomen. De heer GEENSENDaar wij bij de vorige besprekingen reeds meenden geen genoegen te kunnen nemen met het wijzigingsvoorstel van De VOCIwTTER. wigst ex op, aac het voor stel van burgemeestei" en wethouders een hoo- gere opbreiigst zal verzekeren, dan dat der heeren Hamelink c.s. De heer NOLSON meent, dat thans voor het recht van uitmonden op een riool f 5 wordt betaald. De VOORZITTER antwoordt bevestigend, thans stellen burgemeester en wethouders f 10 V°De heer HAMELINK acht dit al geheel on- gemotiveerd. Aan de riolen hebben burge meester en wethouders voor het recht van aan- sluiting op een riool niets bijzonders te ctoen, zoodat er geen aanleiding is, dat tarief te ver- dubbelen. Men moet er ook geen te hooge verwachting van hebben, dat er tegen dat ta rief velen gebruik van zullen maken en als we later hier ook waterspoeling zouden kriggen, zou het voor de minder kapitaalkrac'ntigen een bezwaar kunnen zijn om het te doen. De heer NOLSON kan, wat het laatste be- treft, meegaan. Als we maar algemeen water spoeling hadden, maar, zoover zijn we nog met. Hii stelt zich op het standpunt, dat het ge- wenscht is, dat de beerruiming zich zooveel mogelijk bedruipt. Hij zou dit gaarne zien van alle takken van dienst, die van de gemeente uitgaan. oRZiTTeR brengt thans in stemming het amendement van de heeren Hamelink c.s. ^De^heer^E JAGER vraagt nu, of alsnog bepaald wordt, dat het recht alleen zal gelden voor het ruimen in de kommen der gemeente. De VOORZITTER geeft te kennen, dat dit nader kan bepaald worden bij artikel 6. De heer DE JAGER wenschte zich, alvorens zijn stem uit te brengen goed te vergewissen, want hij wil niet gevangen worden. Het amendement wordt verworpen met i tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Nolson, Aiuus vastgesteld door den raad der ge meente Ter Neuzen, in zijne vergadering van 3 November 1921. Deze verordening wordt vastgesteld met ai- gemeene stemmen. Vaststelling verordening op de hondenbe- lasting. In de vorige vergadering kwam aan de orde, een voorstel van burgemeester en wethouders tot het vaststellen eener verordening op de heffing eener belasting op het houden van hon- den in de gemeente Ter Neuzen, welk voorstel in de notulen dier vergadering is opgenomen. Naar aanleiding van een aangenomen voor stel der heeren Hamelink c.s. werd m beginsel besioten, de belasting te heffen naar een pro- gressieve schaal, en de verdere behandelmg geschorst, om de voorstellers in de gelegenheid te stellen hun denkbeeld in een schnftelijk voorstel te belichamen. Thans is van den heer Hameiink het volgen de amendement op de door burgemeester en wethouders voorgestelde verordening mge- komen: Artikel 1. Met uitzondermg der honden be- doeld in artikel 253 der gemeentewet zal voor elken hond, welke gehouden wordt, belasting moeten worden betaald. De belasting bedraagt per jaar: Bu een inkomen beneden f 1000 van f 1001 1300 1301 -„ 1600 1601-„ 1900 1901 2200 Col- r 3,- 3,50 4,50 - 5,- 5,50 6,25 8 sen, Hamelink, Geensen en Van Driel, tegen stemmen de heeren Geelhoedt Van Hasselt, De Jager Scheele, Van Cadsand, De Ridder en De Meijer. De heer NOLSON vestigt nog de aandacht op het tweede amendement van de heeren Ha melink c.s., betreffende het tarief voor closets. De heer HAMELINK geeft te kennen, dat hii nu het tarief verworpen is, geen aanlei ding meer heeft het lagere tarief voor closets te handhaven, mede namens de andere voor stellers trekt hij dit in, evenals hun amende ment op artikel 3, daar zij toch geen resultaat verwachten om dit voordeel voor de groote ge- zinnen te behalen. De VOORZITTER wijst er op, dat die aoor het voorstel van burgemeester en wethouders ontlast worden, door de reductie van 20 /c. De heer HAMELINK acht dit voordeel van zoo weining beteekenis, dat hij het een aan- fluiting noemt. De heer GEENSEN acht het een bespottmg, B\j niet de billijkheid schiep wenscht werd, is door ons in uitzicht gesceld een amendement, hetwelk een verbetering zou moeten zijn op het voorstel van burgemeester en wethouders. i 2at ook bij burgemeester en wethouders het idee voor, dat de tegenwoordige een onbillijke regeling was, en dachten zij ook tegemoet te moeten komen aan het adres van den Chr. Be- sturenbond, hoe komt het dan, dat, waar zij de onbillijkheid van betaling inzagen voor de hoo- gere klassen, zij zulks hebben doen eindigen juist bij diegenen, waar het zou moeten be- ginnen om tot verlaging over te gaan. Het komt ons voor, dat zoodoende de tege- moetkoming. nu voorgesteld voor de meerdere of dubbelruimingen, voomamelijk als gevolg van kleine putten en groote gezinnen alleen in gedachten zal bestaan. Waar er bij de tegen woordige regeling een verhoudingSgetal be- staat van 4,28 met progressie tot 8,40 zoo zien we in het voorstel van burgemeester en wet houders geen progressie meer in het verhou dingSgetal, en is dit bijna over de heele linie met nog een iets zwaarderen druk op de middel- klassen teruggebracht op 6 behalve voor de hcogstklasse, welke 4,28 gebleven is. Wij daarentegen hebben gemeend, dat. wil een regeling zijn wat men noemt billijk, en naar draagkracht, en tevens een tegemoetko- ming inhouden voor de groote gezinnen, le. gerekend moet worden naar het belastbaar In komen; 2e. het kosteloos te doen bi.i diegenen wier inkomen kleiner is dan 400 gulden belast baar; 3e. dat, waar volgens burgemeester en wethouders de kostprijs f 3,is, door de mand meer dan dat bedrag wordt betaald. Ik geloof, mijnheer de voorzitter, dat, wan- neer men werkelijk een billijke regeling wil maken, men behoort tegemoet te komen aan diegenen. welke door hunne kleine putjes en groote gezinnen het grootste contingent leve- ren op de lijst die we voor ons hebben en dat door u ook is toegegeven. Dat zij daardoor proportion eel te zwaar worden gedrukt tegenover diegenen welke krachtens hun inkomen over ruime putten be- schikken. Dat men daar niet of niet noemens- waardig aan tegemoet komt, door op dubbel ruimingen 20 procent reductie te geven. zal elk begrijpen. 't Is daarom, dat wij gemeend hebben geen vergoeding te eischen van hen, waarvan men redelijkerwijs moet erkennen, dat alles wat zii er voor betalen moeten te veel is, en overigens de groote gezinnen tegemoetlcomend, door te rekenen naar het belastbaar inkomen. De heer HAMELINK wil hier nog aan toe- voegen, dat over het algemeen de voorstellen van zijne fractie worden ingediend met het oog op de belangen van de minderen, maar dat zij hier thans ook de belangen van de meerge- goeden trachten te bevorderen, door te voor- komen, dat dezen per ruiming meer betalen dan den kostenden prijs. Hij acht niet billijk, dat zij die er gebruik van maken, nog eens door een extrabelasting gedrukt worden. De heer NOESON wijst er op, dat het be- drijf toch geen winst maakt. De heer HAMELINK wijst er op, dat dit ook niet kan, door de reductie die aan de lagere klassen gegeven wordt en waardoor deze niet den kostenden priis betalen. Hetgeen daarop te kort komt, moet echter naar zijn meaning uit de algemeene kas worden bijgepast, niet spe- ciaal door de gebruikers van den ruimdienst. De heer SCHEELE geeft te kennen, dat hij met beide voorstellen niet kan meegaan. Hij vreest, dat we met deze regeling in het moe- ras zullen komen en zou het bestaande tarief maar liever handhaven, met de regeling in kluis. een wassen neus. De artikels 2, 3, 4 en 5 worden vastgesteld zooals ze door burgemeester en wethouders zijn ^De^heer^DE JAGER wenscht in artikel 6 de oude bepaling hersteld te zien, dat, mdien het gebruik van de beerwagen gevraagd wordt te Sluiskil, dat deze daar dan voor een ge- heelen dag naar toe zal gaan en dat men met de eene dag er voor 6en running naar toe zal gaan en de andere dag weer. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het in de bedoeling ligt een dergelijke regeling te treffen, dat daar op een bepaalden tyd ver schillende ruimingen kunnen plaats hebben. De heer DE JAGER stelt nu voor, dat, In dian de beerwagen gebruikt wordt buiten de kom te Ter Neuze*; -Sluiskil of Dnewegen, voor iedere 100 meters afstand daar buiten zal moeten betaald worden, de afstand te be- rekenen volgens den te berijden weg. De heer COLSEN kan zich daarmeoe wel vereenigen, maar merkt op, dat er toch een be zwaar is, aangezien de nieuwe woningen te Sluiskil niet meer tot de kom worden gerekend. Bij het vaststellen der kom, heeft men daar- pvd.e een abuis gemap.kt. De heer HAMELINK merkt op, dat de kom toch kan gewijzigd worden. De heer DE JAGER acht het ook zoo geen bezwaar; het kan voor die menschen misschien een dubbeltje uitmaken. De heer COLSEN: U moet in aanmerking nemen, dat dit juist een arbeidersbevolkmg betreft. De heer NOLSON acht het buiten kwestie, dat de nieuwe woningen te Sluiskil onder de kom moeten gebracht worden. De VOORZITTER bepleit nogmaals het laten vervallen van de beperking tot de kommen, en het artikel aan te nemen zooals het is, ten- einde op het ontvangers-kantoor den strijdrte ontgaan over .le vraag of het 100 dan wel 200 meters afstand is. Hij zou alleen als het ar- tike' moeilijkheden bleek op te leveren, weer een beperking willen maken. De heer GEENSEN vraagt nog hoe het ta rief voor bankgebouwen e.d. gerekend wordt. De VOORZITTER: Die behooren tot de ze- delijke lichamen. De heer VAN DRIEL meent, dat de ma chine eens in de maand naar Sluiskil zou kun nen gaan, hetgeen een tegemoetkoming zou zijn in den afstand. De heer HAMELINK meent, dat, als er geen afstandsbepaling gemaakt wordt, de heeren buiten het gemeentebestuur zullen nemen, dit valt uit enkele hier gedane mededeelmgen wel af te leiden. Ook hij acht voorzichtigheid ge- raden. Het voorstel van den heer De Jager, dat bui ten de kommen extra moet worden betaaul in verband met den afstand dien de machine moet rijden wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren De Jager, Scheele, Van Cadsand, Nolson, De Ridder, De Meijer, Colsen en Hamelink; tegen stemmen de heeren Geelhoedt, Van Hasselt, Geensen en Van Driel. Le heer COLSEN merkt op, dat het ook met het oog op de manschappen voor de brandspuit gewenscht zoude zijn, dat de koni te Sluiskil nader omschreven werd, daar anders de men schen die in de nieuwe woningen wonen niet brandweerplichtig zijn. De VOORZITTER geeft te kennen. dat d:v nader kan gewijzigd worden, als de algemeene politieverordening eens terug is. Burgemeester en wethouders steilen thans voor, vast te stellen de volgende: VERORDENING op de invordering van loon voor het van gemeentewege ruimen van privaatputten en -tonnen in de ge meente Ter Neuzen. Art. 1. De betaling van het loon voor het van gemeentewege ruimen van privaatputten en -tonnen moet geschieden ten kantore van den gemeente-ontvanger tegen een door dezen af te geven ontvangbewijs, waarop vermeld worden het volgnummer, de datum van af- gifte, de naam van den verzoeker, het betaalde loon en het No. en de straat van het perceel waarin of waarbij de privaatput of de pri- vaatton behoort. Art. 2. De invordering van het loon ge- schiedt overigens door den gemeente-ontvan ger, overeenkomstig de artikelen 258 tot en met 262 der Gemeentewet. Art. 3. Deze verordening treedt in wer- king te gelijk met die- op de heffing wanneer alsdan de desbetreffende verordening van 5 November 1914 vervalt. 2201 2500 25013000 30013500 40014500 4501 5000 50015500 boven 5500 Voor honden bedoeld in art. 253 der gemeen tewet bedraagt de belasting per jaar: een inkomen beneden f 1500 f 0,50 van f 1501 2000 1,- 2001 2500 1,50 1 1 2501 3000 2,- 3001 3500 2,50 3501 4000 8,- I I 4001 5000 4,- I I boven 5000 5,— De helft van de hiervoren genoemde bedra gen zal betaald worden voor honden die: 1 voor den lsten Juli worden afgeschaft, mits van die afschaffing tijdig schriftelijk wordt kennis gegeven aan burgemeester en wethouders en 2 van of na den 1 Juli worden aangeschalt. Verder art. 2, 3o. te lezen: de waakhonden dat zijn honden die uitsluitend gehouden wor den om eigendommen te bewaken en niet buiten het afgesloten erf losloopen. Toevoegeu. Art. 2, 5o. De bandhonden, dat zfjn die honden welke buiten de huizen of erven van den eigenaar of houder niet mogen los loopen. De VOORZITTER acht het denkbeeld aan dit amendement ten grondslag liggende om de ar men, die een hond willen houden te ontlasten, en de gegoeden wat hooger te treffen, geen kwaad denkbeeld. De heer DE MEIJER vindt de regeling van het tarief wel goed, maar zou het 300 procent willen verhoogen. De heer DE RIDDER vindt het voorstel wel aannemelijk, op deze wijze zal de belasting misschien ook meer opbrengen, hij kan echter wel veronderstellen, dat het niet in den geest zal zijn van enkele heeren, zooals we het al hccrden van den beer De Meijer en het komt er zijn onder de honden bijzonder trouwe die- ren die ook zorgen voor de veihgheid van hun meester, als ze hem vergezeilen. Spreker heeft ook zoo'n hond gehad, die tot zijn spijt ge- storven is. Toen was hij des avonds, als hq nog laat op pad was naar zijn woonplaats, nim- mer ongerust, hij had toen nooit een revolver noodig. Hij moet er tegen op komen, dat wtiKe honden onnutte dieren zouden z^n. Het voorstel van den heer DE MEIJER wordt verworpen met 7 tegen 5 stemmen. Voor stemmen de heeren Van Hasselt, De Jager, Scheele, Van Cadsand en De Meijer; tegen stemmen de heeren Geelhoedt, Nolson, De Ridder, Colsen, Hamelink, Geensen en Van Driel. De VOORZITTER deelt mede, dat burge meester en wethouders voorstellen aan art. 2 nog een vijfde lid toe te voegen, bepalende, dat poiitiehonden vrij zijn van belasting. De heer HAMELINK stelt voor, om in art. 2 sub 3 te bepalen, dat waakhonden vrij op mogen losloopen op de erven die zij moeten bewaken. Nu staat er, dat zij aan een ketting of koord moeten worden vastgelegd. De heer VAN CADSAND merkt op, uat die bepaling niet uitvoerbaar zou zijn. Als een hond op een erf losloopt, heeft men geen ze- kerheid, dat die niet verder zal loopen dan op het erf! Een hond loopt waar hij het op een gegeven oogenblik verkiest. De heer HAMELINK trekt dan zijn voorstel De VOORZITTER stelt namens burgemees ter en wethouders voor aan art. 4 nog een be paling toe te voegen, dat als houder van den hond beschouwd wordt het hoofd van het gezin in wiens woning of op wiens erf een hond wordt aangetroffen. Dit is om te voorkomen, dat men er zich van af maakt, door bij de mschnivmg op te geven, dat het de hond is van een zoon of iets dergelijks. De heer HAMELINK wijst op de voorge stelde bepaling van art. 7, dat iemand die geen hond meer houdt daarvan bericht moet doen aan burgemeester en wethouders. Hij neett daartegen bezwaar en acht het nergens voor noodig, dat iemand, wiens hond dood gaat, daarvan aan burgemeester en wethouders ken nis moet geven. Als iemand geen hond meer houdt komt men dat te weten als hij afsehrij- ving vraagt en anders blijft hij op het tohiei staan tot de nieuwe beschrijving. De VOORZITTER stemt dit toe, maar meent, dat het toch gewenscht is die bepaling te laten staan, om eventueel tegen kwaadwillige* te kunnen optreden. De verschillende artikels worden met alge meene stemmen vastgesteld, zooals die luiden na de aangebrachte wijzigingen. De verordening wordt in zijn geheel vastge steld met algemeene stemmen. Hiema stellen burgemeester en wethouders voor vast te stellen de volgende VERORDENING op de invordering der hondenbelasting in de gemeente Ter Neuzen. Art. 1. De door den raad vastgestelde ko- hieren worden, binnen acht dagen na den terugontvangst in handen gesteld van den ge meente-ontvanger, ter invordering. Art. 2. De gemeente-ontvanger zendt, zoo- dra mogelijk, kosteloos, aan ieder, der op de kohieren voorkomende, belastingschuldige een gedagteekend aanslagbiljet, naar een door Burgemeester en Wethouders voor te »ehrij- ven model. Art. 3. De aanslagen zijn in eens invorder- baar, die van de belastingschuldigen voor komende op het primitief kohier voor of op den len Augustus, die van de suppletoire ko hieren binnen 14 dagen na de uitreiking van het aanslagbiljet. Op de aanslagtoiljetteu 's ook niet overeen met het denkbeeld van den art. 265a der Gemeentewet van toepassmg. A J I tT -- - y-l V» n I wry l/i n A li66ir ScIiggI©. De heer SCHEELE acht, dat de heeren met hun voorstel mooi werk hebben verricht en hij heeft er ook niets tegen, dat iemand een hond houdt, maar dan moet hij het doen binnen de deur, opdat een ander er geen last van heeft. Hij wil voor de losloopende honden de rege ling zooals burgemeester en wethouders die hebben voorgesteld, maar de belasting 50 Art. 4. Voor zoover de verschuldigde hon denbelasting niet ingevolge vorenstaande be- palingen mocht zijn voldaan, geschiedt de in vordering door den gemeente-ontvanger, over eenkomstig de bepalingen van de artt. 258 tot en met 262 der Gemeentewet. Art. 5. De aanslagen, welke door den ge meente-ontvanger niet kunnen worden inge- vorderd, worden door hem, aan den raad, voor- hooger, alzoo f 9 voor de kleine en f 18 voor 1 gedragen tot oninvorderbaarverklaring. AL n TV - u - /\vv /In i mml de groote honden. De heer DE MEIJER steunt dat voorstel. De hce^ HAMELINK herinnert, dat hij in de vorige vergadering den raad een uitspraak heeft laten doen en dat hij in meerderheid zich voor het denkbeeld verkiaarde. De wetgever heeft op een gegeven oogenblik de honden ver- klaard tot een object waarvan belasting kon ji Art 6. De verordening op de invordering treedt gelijk met die op de heffing in wer- king op welken datum vervalt de verordening op de invordering der hondenbelasting im de gemeente Ter Neuzen, d.d. 18 Januari 1909. Aldus vastgesteld door den raad der ge meente Ter Neuzen, in zijne vergadering van Deze verordening wordt vastgesteld met al- worden geheven, maar evengoed had men het j gemeene stemmen. kunnen doen van katten, kanaries, piano's of welke andere dieren of zaken iemand er voor liefhebberij op nahoudt. Hij meent verder, dat men ook den kleinen man, als hij liefhebberij in een hond heeft, niet moet beletten dien te houden, daar hij toch ook wel iets vcor veraan genaming van het leven mag hebben en het zeker ook opvoedend werkt, als iemand voor een dier zorgt, dat liefde aankweekt. Er zijn toch honden die voor de menschen van groot nut geweest zijn en ook nog zijn, daarover zou wel een heelen boom kunnen worden opgezet. Als iemands liefhebberij nu toevaliig op een hond valt, laat hem die dan ook houden, al is het dat een ander er wel eens last van kan hebben, maar dat is toch ook het geval met motorrijwielen of automobielen, door het stof en den stank die zij op de wegen verspreiden. En niemand denkt er aan, die van gemeente wege te belasten. De heer VAN HASSELT merkt op, dat daar- voor nogal een zware belasting wordt betaald. De heer HAMELINK: Maar toch niet aan de gemeenten, want daartoe hebben wij het recht niet. Als men het houden van honden te zwaar gaat belasten om het houden daarvan aan tal van menschen zoo goed als onmogelijk rj te maken, schaf ze dan liever af. De heer VAN CADSAND weet niet, hoe het verloop dezer zaak zal zijn, maar meent, dat het wel noodig zou zijn, dat de politie wat nauwkeuriger toezicht hield, daar er naar zijn meening veel fraude op het gebied der hon denbelasting wordt gepieegd. Door den heer Hamelink is er op gewezen, dat de menschen al veel voordeel hebben genoten van honden, maar spreker kan wel gevallen opnoemen van groote schade. Zoo is het nog onlangs voorge- komen, dat twee honden op een erf gekomen waren waar schapen liepen en er 8 doodgebeten hebben. Dat is in het geheel geen vooraeel. Reclames hoofdelijken omslag. De VOORZITTER schorst de openbare ver gadering, die overgaat in een zitting met ge- sloten deuren. Na het weder openbaar worden der vergade ring deelt de voorzitter mede, dat in de vergadering met gesloten deuren op ingeko- men reclames tegen den hoofdelijken omslag is beschikt als volgt: Teruggebracht zijn: Belastbaar Belastbaar inkomen. inkomeit. Verpoorten G. van 2800 naar f 1200 Verlinde C. A. n n 2800 jj 800 Wolfert J. H. n n 700 Jj 400 Penneman P. n n 2800 JJ 1900 Martens wed. G. n n 2400 JJ 550 Strien van J. n 9100 JJ 8200 Wieles J. 5200 JJ 2200 Meijer de J. G. n n 3000 2000 Putter de M. n n 4300 JJ 3200 Koeijer de A. n n 6700 n 4300 Bendeghem van Joh. n )j 16300 JJ 8800 Bruijne de J. Mz. n n 2200 J) 1800 Driel van A. A. n jj 1300 300 Jansen C. A. n jj 5t00 jj 2800 Bruijn de A. n jj 1900 n 650 Huijssen Jac. n >7 8800 handhaven Gehandhaafd zijn de aanslagen van J. Fon- teijn, wed. Jac. Verlinde (wier reclame te laat is ingekomen), A. Kaan (idem), C. M. C. Cruijt. Over 5 maanden zal worden aangeslagen W. de Hoog. Van het kohier afgevoerd worden: J. J. Mil- lenaar en J. Timmermans. Omvraag. a. De heer VAN DRIEL vestigt de aandacht op het rad van den duiker op het riool bij de Met aandrang zou hij dus wenschen, dat op jj Axelsche brug, dat geheel is uitgesletc de losloopende honden streng controle wordt gehouden, opdat daarvoor belasting betaald wordt. De VOORZITTER acht het wel billijk, dat kleine menschen wat minder betalen. De heer VAN CADSAND merkt op, dat die honden die de schapen doodgebeten hebben, er geen van kleine menschen waren. De VOORZITTER: Misschien dachten die een haas tusschen de tanden te hebben. Het voorstel van den heer Hamelink, de pro- gressieve heffing voor de hondenbelasting, wordt aangenomen met 8 tegen 4 stemmen. Voor stemmen de heeren Geelhoedt, Van Hasselt, Nolson, De Ridder, Colsen, Hamelink, Geensen en Van Driel; tegen de heeren De Jager, Scheele, Van Cadsand en De Meijer. De heer SCHEELE: Ik sta verbaasd. De heer DE MEIJER stelt nu voor, om het voorgestelde tarief met 200 te verhoogen. Behalve trek- en waakhonden, vindt hij alle honden onnutte dieren. De heer COLSEN moet daartegen opkomen; dit het geheel begeeft, zou het kunnen gebeu- ren, dat het riool niet goed meer te slu U ,.s en het lage stadsgedeelte onder water kwam. De VOORZITTER zegt toe, dat hiernaar zal gezien worden. b. De heer VAN CADSAND merkt op, dat blijkens de mededeeling van den voorzitter in de vorige raadszitting men in de daarop vol gende week reeds dacht te beginnen m<jt het uitvoeren van het tweede gedeelte van het weiv aan de Scheldekade. Hij heeft opgemerkt, dat er nu pas een advertentie stond, waarbij indie- ning van plannen met prijsopgaaf voor den betonmuur gevraagd wordt. Hij vermeent, dat men, daar het met de uitvoering zoo lang- zal duren, niet veel meer zal genieten van de 50 f tegemoetkoming in de arbeidsisloonen. De VOORZITTER merkt op, dat d adver tentie den betonmuur betreft, dcch dat het ds bedoeling is, het overige, het grondwerk, in eigen beheer uit te voeren. Daarmede kan dus worden voortgegaan. De VOORZITTER sluit de vergadering.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 5