ALGEMEEN NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR ZEEUWSCH-VLAANDEREM No 7224 Ipgp wm Woensdag 16 November 1921. 69e Jaargaag. STRIJD Aankontiiging. voetpaden. BINNENLAND. FEUILLETON. BUITENLAND. Burgemeesier en Wethouders van ZAAM- SLAG, brengen ter algemeene kennis, dat te beginnen op IHaandag 2® No vember 1921, vanwege de gemeente eene algemeene opneming zal warden ge houden van de Zaamslag, 14 November 1921. Burgemeester en Wethouders voornoemd, JOH. DE FE1JTER Pzn., Voorzitter. J. STOLK Lzn., Secretaris. TWEEDE KAMER. Vergadering van Dinsdag. De behandeling van de Grondwetsherzie- ning wordt voortgezet. De heer Visser van IJzendoorn (v.-b.) verdedigt een amendement om alleen voor verdragen en niet ook voor andere overeenkomsten de goedkeuring der Staten Generaal te vorderen. De heer Van Ravesteyn (c.-p.) licht een amendement toe, teneinde tie doen uitko- men, dat alle daden der regeering inzake buitenlandsch beleid onderworpen zijn aan de controle der Staten-Generaal, maar be- strijdt het amendement-Visser van IJzen doorn. NEDERLAND EN BELGIE. In het .Journal de Charleroi"; sluit oud- Minister Drestree zich bij de buitenland- sche politiek van Jaspar aan en schrijft onder meer over de verhoui^ngen met Nederland: ja zeker de betrekkingen met Nederland behooren weer te worden hervat, doch eerst zou toch dienen vastgesteld op wel- ken grondslag dit zou moeten gebeuren. Holland heeft zich tot nu toe vveinig wel- willend getoond en ook weinig geheigd om ons voldoening te schenken in de za- ken, welke onze souvereiniteit betreffen zooals de Wielingen, of waarmede onze veiligheid gemoeid is, zooals Lim- burg. Het mag niet zijn dat wij, om de Flam'inganten tevreden te stellen, al te gretig een zekerlijk gewenschte, doch ons niet aangeboden vriendschap achterna loopen. VERGROOT1NG DER RIJSNELHE1D. Naar de Minister van Waterstaat in de memorie van antvvoord in zake de Water- staatsbegrooting mededeelt, bestaat het voornemen met ingang van 1 Juni 1922 de snelhe/id der treinen over het alge- meen te vergrooten. GEREF. KERKEN. De eenheid onder de Gereformeeirden. In de ..Zeeuwsche Kerkbode" schrijft ds. L. Bouma, te Middelburg, over de eenheid onder de Gereformeerden, die hij zoo gaarne zou willen zien verwezenlijkt en eindigt zijn artikel als volgt: Wij dachten natuurlijk ook aan alle Ge reformeerden, nog altijd achtergebleven in het genootschap, en we meenden, dat zij toch op den duur wel eens tot een daad zouden moeten komen. Ons leek het toe, dat het onmogelijk is om in waarheid ge- reformeerd te zijn en steeds weer te buigen voor de reglementen, die verplichten, tot ongehoorzaamheid aan den Koning der Kerk. Maar de jaren gaan voorbij en deze 78) Aan de barrifere d'ltalic zaten gister- avond om 9 uur vier mannen te drinken in de herberg van Callas. Zij waren de eeni- ge bezoekers. Het was donker weer en het regende. Niemand was in den omtrek. Misdadigers, waarvan die 4 mannen ver- moedelijk medeplichtigen waren, zijn met behulp van een ladder ingeklommen in de woning van den kastelein, boven de her berg gelegen en hebben daar 600 francs gestolen. Verder? Bij het echtpaar Aubertin te Ivry werd onder gelijke omstandigheden 1600 francs ontvreemd. Ook met een ladder? Ja en naar alle waarschijnlijkheid was het een touwladder. Waarom denk je dat? In het raamkozijn vond ik 2 gaten, die er volgens de verklaring van de bestolenen, niet geweest waren, die moesten dus af- komstig zijn van ijzeren haken, waaraan de touwladder heeft gehangen. Boven- dien werden er op den grond onder het venster, ofschoon die doornat en dus zacht was, geen indrukken van de pooten der ladder gevonden. En wat heb jij te rapporteeren, Buquet? Bij den gepensioneerden generaal Du- pont, te Neuilly, is 750 francs gestolen bij inbraak met behulp van een touwladder. Jij hebt dus dezelfde veronderstelling gemaakt als je kameraad? Meer dan dat, mijnheer Milloc, ik heb zekerheid. Hoe dan? gereformeerden blijven, waar zij zich be- vonden. Zij zitten wel niet stil, zij spre- ken nog wel uit, dat de synodale organi- satie in strijd is met hun belijdenis, maar zij blijven kerkelijk samenwonen met mo- dernen, socialisten,, en zelfs met hen; die het Boedhisme hooger stellen, dan het Christendom. Zie, daar kunnen wij hiet bij. Wij hebben nimmer gezegd tot hen, doe als De Cock en handel als Kuyper, maar wel breekt met elken ongerechtigden band en toont, dat gij den Christus als Koning zijner kerk eert. Doch het blijft zooals het was en dit is droevig. EMMEN IN ST A AT VAN FAILLISSEMENI? Bij den aanvang van de Maandag gehou- den raadsvergadering van Emmen hield de burgemeester een toespraak, waaikn hij den financieelen toestand uiteenzetite. rlet wegens schplenoouw uit te betialen bedrag kon den aannemers hiet worden uitgekeerd, omdat de door het rijk in uit- zicht gestelde subsidie niet werd verleend. De kosten van de gemeentelijke ontginnm- gen, den aanleg van ehkele wegen en de gemeentelijke bijdragen in de steunver- leening aan werkloozen hebben aan de gewone inkomsten ruim 191.000 gld. ont- trokken. In strijd met de onlangs gepubli- ceerde meening van den wethouder van Fi- nancien blijkt een belangrijk deel der in- komstenbelasting over 1920 achter te blij ven, zoodat met bovengenoemd bedrag het kasevenwicht ongeveer f 472.000 ach- terblijft. Hieruit blijkt wel, dat B. en W. de in gereedheid gebrachte bevelschriften van betalingen en nog voorhanden zijnde ongemandateerde nota's, samen ongeveer een bedrag van 214.000 gld., niet kunnen voldoen. Wat de gemeentelijke inkomsten- belasting over 1921 betreft, de burgemees ter schat deze in elk geval niet hooger dan 333.000 gld., terwijl daarvoor op de be- grooting is geraamd 417.000 gld. Het ziet er dus nog wel donker uit met de finan- cien van Emmen. Indien heden niet van den Mihister een toezegging koint in zake de uitgaven voor schoolbouw, zal -het faillissement door- gaan, tenzij de rechtbank de aanvrage ontzegt. VALSCHE BANKBILJETT EN VAN f 25 EN f 60. Duitsche Fabrikanten. Sedert eenigen tijd circuleerden in ver- j schillende Duitsche steden valsche Neder- landsche bankbiljetten. De Nederlandsche I Bank zond daarop den Amsterdamschen in- specteur Broekhoff, naar Berlijn, waar deze zich in verbinding stelde met de directie van de Rijksbank en 't Hoofdbureau van politie. Het betrof hier bankbiljetten van 25 gld. en 60 gld. Te Berlijn vernam 1 Broekhoff van de politie, dat men reeds j een spoor had gevonden. Eenige dagen later slaagde men er in de geheele bende j van 11 personen te arresteeren. Daarbij bleek, dat men te doen had met een bende van valsche munters, die het bedrijf als I beroep uitoefenden en zich uitsluitend be- 1 zig hielden met het namaken van vreemde j bankbiljetten. Verschillende Berlijnsche „Schieber" hadden reeds twee jaar gele- den door den koopman Paul Grisner te j Barmen en een drukker, August Hesse, eveneens te Barmen aan de bende op- dracht gegeven voor het vervaardigen van valsche Kerenski-roebelbiljetten later wer den Doema-roebelbiljetten gefabriceerd. De biljetten werden in alle Duitsche ste den in omloop gebracht, maar voorname- lijk te Berlijn. De hoofdafnemer in Berlijn was de vroegere Roemeensche grondbezit- ter, baron von Burdisk. Toen het druk- ken der roebelbiljetten niet meer rendeer- de, ging het gezelschap over tot het na- inaken van Nederlandsche bankbiljetten. De platen voor deze biljetten waren ver- vaardigd door den fotograaf Paul Hol- schen te Barmen. De bende heeft zeer goede zaken ge maakt; het tctale bedrag der valsche bil- ietten staat echter nog niet vast. De pla ten e,n andere materialen zijn in beslag genomen. (Tel.) LOOP DER BEVOLKING IN NEDER LAND OVFR 1920. Aan de statistiek van den loop der be- volking in Nederland over 1920, die het Centraal Bureau voor de Statistiek in het 328e nummer zijner Bijdragen heeft uit- gegeven, wordt het volgende ontleend: Op het einde van 1920 telde ons land volgens de bevolkingsregisters 6.926.314 in- woners (49.80 procent manneh eh 50.20 proc. vrouwen)volgens de voorloopige uitkomsten der volkstelling, welke uitkom- sten gepubliceerd zijn in de „Ned. Staats- courant" van 18 April 1921, 6.841.155 prct. (49.66 pet. mannen en 50.34 pet. vrouweh), een verschil alzoo van ruim 85.000 per sonen. Het aandeel der vrouwen wordt voortdu- rend minder: op 1000 manneh wareh ih 1830 1045 vrouwen, thans slechts 1008. De toeneming der bevolking sedert 1909 bedraagt gemiddeld 1.42 pet. (door ge- boorte overschotten 1.26 pet., door meer vestiging dan vertrek 0.16 pet). Het aantal levend aangegeven was in vergelijking met vorige jaren in 1920 hoog (1000 meisjes tegen 1063 jongens), en be- droeg 28,4 per 1000 inwoners. Het ge- boortecijfer was in 1840 pl.m. 33, steeg met schommeling'en tot 37 in 1876 en daalde zoo goed als geregeld tot het lage cijfer van 24 in 1919, in de laatste jaren ook beinvloed door den oorlog. Op het plat- teland is de geboorte grooter dan in de steden. Met betrekking tot de levenloos aange- gevenvenen (in 1920 7506) verdient opmer- king, dat zoo bij wettig als bij onwettig geborenen het relatieve aantal sedert de periode 1870-9 dalende is. Op 100 (gebo renen op het platteland meer dan in de steden) was dit aantal in 1840-49 4,79; het steeg tot 5,19 in ld70-3 en daalde ge- ieidelijk tot 3,47 in 1919, om in 1920 weer iets te stijgen (3.74). Het aantal onwettig geborenen (ih de groote gemeenten belangrijk grooter dan in de kleine) bedroeg in 1840-9 per 100 geborenen 5,01, daalde voortdurend tot 2,10 in 1919, met een geringe toeneming in 1920 (2.20). Het aantal huwelijken, dat van 1840-9 tot 1870-9 steeg van 7,39 tot 8,10 per 1000 inwoners, daalde met schommelingen tot 7,34 in 1918 (in 1915 was het onder den oologsinvloed het laagst 6,67), en steeg in 1919 en 1920 resp. tot 8,56 en 9,62. Door echtscheidingen werden in 1920 1962 huwelijken ontbonden of 1,74 per 1000 echtparen, terwijl 288 scheidingen van tafel en bed of 0,26 per 1000 echtparen werden uitgesproken. In 1850-59 bedroe- gen deze cijfers resp. 0.15 en 0.04. De sterfte (bij de vrouwen lager dan bij de mannen, doch van lieverlede gelijk wordend) is sedert 1840-49, (26',56 per 1000 der bevolking) zoo goed als geregeld gedaald tot 1913 (12,30). In de oorlogs- jaren 1914-1917 is zij gestegen tot 13,12 en in 1918 tot 17,10 (griep-epidemie). In 1919 was het sterftecijfer 13,17 per 1000 inwoners, terwijl voor 1920 het laagste cij fer is bereikt, dat ooit is voorgekomen (11,99). Hier is de ladder. En hij haalde uit den binnenzak van zijn jas een ladder, geheel van touw gemaakt. Milloc nam haar van hem aan en be- keek haar aandachtig. Hij merkte dadelijk op, dat het touw vuil en vettig was, blijkbaar door olie. Aan de beide speurders vroeg hij: Kunnen jullie verklaren hoe het komt, dat er olie aan het touw is? Neen, antwoordde Buquet. Dat er mod- der aan is, kan ik begrijpen, maar waar die olie vandaan komt Die touwen zijn afkomstig van straajlan- taarns. Wij herinneren er aan dat ons ver- haal in 1838 speelt, toen de strafen nog niet door gas verlicht werden, maar door olielantaarns, die aan touwen hihgen. Op de opmerking van Milloc antwoordde Buquet: Dat is waarschijnlijk. Het is zeker. Vanmorgen heeft op het politiebureau van Montrauge een lantaarn- opsteker aangifte gedaan, dat men alle touwen van zijn lantaars heeft ges|tblen. Milloc wijdde daarna zijn bijzondere aan- dacht aan de knoopen, waarmee de ladder was gemaakt en daarna zeide hij tegen Pierre en Buquet: En bekijk nu eens goed die knoopen: zoo kunnen ze slechts gelegd zijn door een zeeman. Na de knoopen onderzocht te hebben, waren de agenten het met hun chef eens. Milloc haalde vervolgens een register uit de kast, bladerde er een oogenblik in en riep toen: Hier heb ik al wat ik zocht. En hij las: Jacques Piednois, voormalig matroos, wegens medeplichtigheid' aan moord ver- oordeeld tot 10 jaren dwangarbeid, die hij doorbracht op het bagno te Brest. Ver volgens werd hem Amiens als verblijfplaats aangewezen, maar in den loop van Mei 1.1. is hij zonder toestemming van daar vertrokken. Hij sloeg nog eenige bladen van het re gister om en las verder: Anais Gueroult, vrouw van Jacques Pied nois bijgenaamd Bicherelle, veroordeeld tot 2 jaren gevangenisstraf die zij te Parijs onderging, werd in April 1.1. uit de gevan- genis ontslagen. En terwijl hij van het register opkeek, zeide hij tegen zijn 2 ondergeschikten Hier heb ik mijn fabrikant van touwlad- ders al. Na zich even bedacht te hebben ging hij voort: En door hem zal ik welara de geheele bende in handen hebbeh, met ihbegrip vah den hoofdman, Galgenaas. Tegen Castro, die ook in de kamer wasi, ging hij voort: Castro, zorg vanavond om 7 uur in de herberg „De Gouden Appel"; rue du Jar- dinet, te zijn. Ik zal er zijn. Die man is gebouwd als een hercules en dan heeft hij ook nog zijn vrouw bij zich. Wij zullen wachten tot de vrouw uitgaat en dan ga ik den man efebs een bezoekl brengen. Ik zou u raden, Buquet mee te netnen. Wanneer ik enkel maar met den man te doen heb, kan ik 't alleen wel af. Je moet er alleen voor zorgen dat de vrouw niet meer boven kan komen. Wij hebben aan het voorbeeld van dien armen Berton ge- zien, waartoe dat slag van vrouwen in staa-fc is. Ik zal aan mijn gewezen dwangarbei- der, die de schrik van het bagno te Brest was, al mijn handen vol hebben, te meer daar de woede hem nog dubbel zoo sterk en woest zal maken, als hij beinerkt dat hij met een politieman te doen heeft. DE TOESTAND. De Amerikaansche voorstellen tot vloot- beperking zjjn, schrpft de N. R. Crfc., naar al wat men uit Washington hoort, ffin beginsel" door Engeland en Japan aanvaard, wat een elegante manier is om te zeggen, dat zjj er eenige amendementen op zullen yoorstellen. Over het Engelsche amende ment verluidt al iets naders. Tot goed verstand moeten wij echter even in her- inneriEg breDgen, wat Amenka wil. Er zullen gesloopt of niet voltooid worden 66 kapitale linie-schepen (waartoe ook de groote linie-kruisers getekend worden) met een gezamenlijke tonnemaat van 1,878,043 ton, als vo'gt verdeeldEngeland 583,375 ton, Vereenigde Staten 845,740 ton, Japan 448,928 ton. Tegeljjk zal een vlootvacantie «an tien jaar afgekondigd worden, in welke de drie mogendheden geen kapitale schepen zullen bonwen. De drie vloten worden tot den volgenden omvang gerantsoeneerd Liuiescbepen, En geland 500,000 tOD, Amerika 500,000 ton Japan 300,000 ton; kruisersentorpedojagers, EDgelaod 450,000 toD, Amerika 450,000 ton en Japan 270,00G tonduikbooten, Enge land 90,000 ton, Amerika 90,000 ton, Japan 40,000 ton; moederschepen voor zee«lieg- tuigen, Engeland 80,000 ton, Amerika 80,000 ton, Japan 48,000 ton. Engeland heeft op het oogenblik 32 kapitale schepen in de vaart met 808,200 tOD, Amerika 17 kapitale schepeD met 467,200 ton, Japan 11 kapitale schepen met 319,000 ton. Amerika is dus iets achter, Japan iets voor bp het rantsoen, dat voor het overige voorloopig niet nauwkeurig volgens het cjjfer gehandhaafd zou worden. Amerika stelt namelijk voor dat de linie-vloten van de drie mogendheden drie maanden na het sluiten van de evereenkomst als volgt zullen zpn samengesteldvoor Engeland uit de Royal Sovereign, Royal Oak. Resolution, Ramillies. Revenge, Queen Elizabeth, Warspite, Valiant, Barbam, Malaya, Ben- bow, Emperor of India Iron Duke, Marl borough, Erin, King George The Fith, Centurion, Ajax, Hood, Renown, Repulse en Tiger, tezamen 22 kapitale schepen met 604,450 ton, dus ruim 100,000 ton boven het rantsoen, voor Amerika uit de Maryland, California, Tennessee, Idaho, Mississippi, New Mexico, Arizono, Pennsyl vania, Oklahoma, Nevada, Texas. New- York, Aikansas, Wyoming, Utah, Florida, North Dakota en Delawara. tezamen 13 kapitale schepen met 500,650 ton, voor Japan uit de Nagato, Hinga, Ise. Jamas- jiro, Foesoe, Setsoe, Kirisjima, Haroena, Hepei en KoDgo, tezamen 10 kapitale schepen met 299,700 ton. Het voordeel in tonnemaat aan Engeland's kant wordt echter vrpwel teniet gedaan door het feit dat Engeland op het oogen blik nummer drie is wat het aantal groote schepen van het allermodernste type betreft. Van Engeland wordt ook slechts het offer van een aantal van de oudste schepen ge- vraagd, daar het geen enkel linie-schip en geen enkelen linie-kruiser op stapel heeft staan. Aan de vier Dieuwe groote schepen, waar voor de eerste credieten zijn aange- vraagd op de begrooting van dit jaar, is het werk nog niet begonnen. Daarentegen is men zoowel in Amerika als in Japan Een gevaarlijke onderneming. Ja, maar die man is de basis, waar mijn geheele plan op berust. Ik heb er zoo'n idee van dat, wanneer ik vanavond slaag, ik de geheele bende in mijn hand zal hebben, zooals dit stuk papier. Dat is de moeite wel waard om er zijn huid aan te wagen. Dus, tot vanavond, in de rue du Jardinet. IX. Fifi Vollard op zijn post. Klokslag 7 uur trad Milloc de herberg binnen, die in rue du Jardinet, recht over het door de Rinchards bewoonde huis werd gehouden. Als uithangbord had deze herberg: DE GOUDEN APPEL. Deze naam was weinig in overeenstem- ming met het uiterlijk van de herberg, een somber, triestig hoi, laag van verdie- ping, met berookte wanden en zoldering en zeer onzindelijk. Zooals in bijna alle herbergen had men ook in „De Gouden Appel" een kamertje dat aan de gelagkmer grensde en er mee gemeenschap hield door een glazen deur, waarvoor een rood katoenen gordijntje hing. Milloc trad dit kamertje binnen. Castro was er reeds. Ofschoon al zijn gedachten werden bezig gehouden door de zaak, die hij onder han den had en met de samenstellimg van het plan dat hij overwoog, wierp Milloc toch een onderzoekenden blik door de gelag- kamer, alvorens het zijkamertje binnen te gaan. In het half dutsfer, dat hier alifijd heerschte, zag hij slechts een bezoeken, of liever bezoekster, die met een flesch voor zich zat, meer niet. druk bezig met het bouwen en afbouwea van nieuwe schepen. Midden onder de conferentie zal Zaterdag de Amerikaansche superdreadnought West Virginia te Newport News van stapel loopen, om, indien het Amerikaansche voorstel wordt aangenomen, later aan vernieling prjjs gegeven te worden. Terwjjl Amenka voorstelt groute schepen pas te vervangen wanneer zij twintig jaar odd zjjn, met dien verstande dat zij niet grooter mogen zijn, dan 35.000 ton, zou Balfour's amendement »olgens een telegram uir, Washington strekken tot beperkte jaar- ijjk-iche vervanging, maar tegelijk met ver- mindering van de werktuigen voor het bouwen. In zijn bondigen vorm is het bericht niet heel duidelijk, maar als wij het wel begrjjpen, heeft bet Britsche voor stel vooral ten doel om de pautserplaat- industrie, waarin zoo groote bapitalen be- legd zjjn, aan den gang te houden en haar intusschen geleideiijk in te krimpen, wat van vredelievend standpunt beschonwd, het voordeel zou hebben dat na het verstrjjken van de vlootvacantie de drie zeemogendhedea ook minder goed geoutilleerd zouden zijn voor een snelle vlootuitbreiding. Een ander economisch voordeel, behalve het aan den gang houden van een belang- njken tak van industrie, zou zijn dat een aantal schepen die nog in aanbouw of in begin van uitvoering zijn, nog dienst zouden kuntien doen voor vbeperkte jaarljjksche vervanging" van oudere schepen. Maar wjj moeten de nadere bjjzonderheden over Balfour's voorstel afwachten. De belangrijkste conclusits zpn echter voorshands te trekken uit de simpele ver- houdmg van 22 18 10 waarin deEngel- sche, Amerikaansche en Japansche kapitale schepen in aantal tegenover elkaar zouden komen te staan. Aangezien Amerika met 18 schepen sterk in de minderheid is tegenover de 32 van Engelaod en Japan samen, zal het zijn eigen voorstellen niet aannemen, indien het Japansch-Engelsche bondgenootschap niet voorgoed van de haan is. In de tweede plaats zal Japan niet met zijn eigen tien schepen genoegen nemen, indien het, wat zijn Stille-Zee-program be treft, niet tevreden gesteld wordt. Want na de aanneming van den nieuwen standaard en het ophouden van het bondgenootschap met Engeland, zon het met zjjn tien schepen geen kans meer hebben, tegen de veertig schepen van Engeland en Amerika samen, ergens zjjn zin door te zetten. Zoodat men altijd weer tot de slotsom komt, dat de heele vlootovereenkomst nog in de lucht zal bljjven hangen, zoo lang de belangrijker onderwerpen, de vraag- stukken van de Stille Zee, op de conferentie niet afgedaan zijn. TER NEUZEN, 16 NOV. 1921. HOOFD1NGENIEUR VAN DEN PROVINCIALEN WATERSTAAT. Door Gedeputeerde Staten van Zeeland werd de aanvankelijk in de zomervergade- ring der Staten ingediende voordrachi ter benoeming van een hoofdingenieur van den Provincialen Waterstaat teruggenomen, daar gebleken was, dat een der voorgedra- genen niet aan de daarvoor vastgestelde ver- eischten voldeed. Eene nieuwe oproeping is inmiddels ge- schied en thans worden ter benoeming voor- gedragen: De vrouw zat met den rug naar hem toegekeerd. Zij had breede schouders, die een op- merkelijke zvvaarlijvigheid deden veron- derstellen. Goed zoo, dacht hij, die heeft geen ge zelschap noodig om te drinken, zij heeft gezelschap genoeg aan haar flesch. Hij bedroog zich. De vrouw was niet alleen. Tegenover haar, verborgen achter haar breede gestalte, zat een klein mannetje, met een smal, mager lichaam,, bleek ge- zicht en welker haren stijl overeind ston- den als een borstel. Het was Fifi Vollard, die in elkaar kronip en zich nog kleiner maakte, toen hij deii detectieve zag binnentreden, dieh hij met den eerste oogopslag herkende. De vrouw, die tegenover hem aan de ta fel zat, was Karnemelk-met-Stroop de vriendin van Galgenaas. Dien avond had Fifi door de buurt ge- loopen, waarbij hij zich met ongerustheid afvroeg, hoe hij zich heden het dagelijksch brood zou verschaffen, besproeid met on- verschillig wat, als het maar geen water was, waarvan hij een heilige afkeer had, toen er eensklaps een gedachte in hem was opgekomen. Karnemelk-met-Stroop. De straatvenster woonde op een zolder- kamertje in de rue Hautefeuille. Zij heeft een goed hart, die Karnemelk- met-Stroop, zeide Fifi voor zich, ik zal haar over Soufflard spreken en dan zal zij mij wel op het een of ander onthalen. Menschen die werken hebben altijd geki op zak. Geld op zak hebben, dat bevalt mij best, maar werkan», daar heb ik 'n broertje aan dood. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 1