ren in een betrekkelijk korten termijn en in
een tijd dat er op de secretarie veel werk is.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 2. Artikel 1. Abu-
sievelijk was deze post met f 50 verlaagd. De
wedde van de schoonhoudster van het gemeen-
tehuis was maar geraamd op het oude bedrag
van f 450. Dit moet dus worden f 500.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 2. Artikel 2. Dezen
post zouden wij op f 700 willen behouden. De
kolenprijzen zijn wel eenigszins gedaald, maar
dat zal geen noemenswaardige daling der
kost.n kunnen ten gevolge hebben.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 2. Artikel 8. Waar
in 1920 voor dienstreizen is uitgegeven 570,
daar achten wij het niet raadzaam dien post
thans te verlagen. Wij merken hierbij op, dat
die gelden alleen gebruikt worden als het rei-
zen is in het belang der gemeente.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 3. Artikel 1. De
meerderheid van ons college stelt voor, gede-
puteerde staten te berichten, dat herziening
van de jaarwedden van de ambtenaren van den
burgerlijken stand niet noodig is. De minder-
heidheid wenscht de circulaire toe te passen en
de jaarwedden in billijkheid onder de ambte
naren te verdeelen.
Hoofdstuk 2. Afdeeling 3. Artikel 3. De
opmerking over de inrichting der stemhokjes
heeft de voile aandacht van ons college. Eischt
een koninklijk besluit verandering, dan moet
daaraan worden voldaan.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 1. Artikel 1. Met
het denkbeeld om het politiepersoneel een ver-
lof te verleenen van 14 dagen per jaar, kunnen
wij ons ten voile vereenigen. In overleg met
den inspecteur van politie zal dan ook over 1922
een verlof van 14 dagen verleend worden. Wij
achten vermindering van personeel, in ver-
band met den 8-urendag, niet mogelijk.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 2. Deze posten zijn
belangrijk hooger dan het vorig jaar, wegens:
lo. nadeelig saldo over 1920 ad 161, 2o. aan-
schaffing van nieuwe persslang tot een bedrag
van 350, 3o. wegens het instellen van een
onderzoek in 1922 in de woningen der inge-
zetenen, voor welk onderzoek f 200 is ge
raamd.
Wij zullen verder alle mogelijke maatrege-
len nemen om langs de Axelsche straat vol-
doende water beschikbaar te hebben in geval
van brand.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 2. Artikel 1. Wat
de straatverlichting betreft zal den raad be-
kend zijn, dat volgens de wijziging van art.
20 der concessievoorwaarden bij overeenkomst
van 1-9-1920, burgemeester en wethouders bin-
nen twee maanden na onderteekening der
overeenkomst het aantal straatlantaarns en
hare sterkte vaststellen. De sterkte is door
ons vastgesteld in het algemeen op 32 N. K.
behoudens enkele kleine uitzonderingen, waar
lampen van 50 N. K. zijn gebruikt, zooals bij
het postkantoor, terwijl op teekening zijn ge-
bracht de plaatsen waar de lantaarns geplaatst
zullen worden. In verband met de capaciteit
der centrale is deze regeling nog niet in wer-
king getreden, zoodat nog altijd, ook met de
commissie van fabricage overleg kan gepleegd
worden.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 4. Artikel 1. Bur
gemeester en wethouders achten geen ter me.,
aanwezig, dezen post thans reeds te schrappen,
zoolang niet door den leider der S. D. A. P. in
Nederland, onomwonden wordt verklaard, dat
hij het gezag niet zal aantasten.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 5. Artikel 2. Bur
gemeester en wethouders vinden geen termen
aanwezig om den post keurloonen te verlagen.
Hoofostuk 4. Afdeeling 5. Artikel 7. Naar
aanleiding van het adres van den Nederlandsch
(Jhristeiij Ken Bond van personeel in publieken
dienst, om jaarwedde verhooging, meenen wij
geen voorstel tot verhooging der jaarwedden
te moeten doen in verband met den toestand
der gemeente-financien. Ook al op dien grond
hebben wij het niet noodig geoordeeld, de com
missie voor georganiseerd overleg, ingevolge
het werkliedenreglement, dienaangaande te
hooren.
De post karhuur moet gehandhaafd blijven,
aangezien de nieuwe vuilniskar niet met 1
Januari a.s. in dienst kan worden genomen,
maar in den loop van 1922 gemaakt wordt.
Nu de leverancier van paarden en voerlieden
de prijzen daarvoor heeft teruggebi acht tot
f 8.per dag en f 4,50 per halve dag, komt
het ons niet noodig voor tot aanbesteding over
te gaan.
Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 1. De wo
ningen in den Catspolder zullen door ons zoo-
danig worden verbeterd, dat van inregenen
geen sprake meer is.
Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 2. De post
„urinoirs" moet niet verhoogd worden aange
zien in de loopende begrooting reeds een post
van 350 is geraamd, voor vemieuwing der
mantels. Ook de verplaatsing van den urinoir
in den gang nabij apotheker Klaassen wordt
nog dit jaar uitgevoerd.
De bestrating van het Molenzicht eft ook
onze aandacht.
Natuurlijk worden de groote wer', ij het
bestraten openbaar aanbesteed.
Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel et het
rijk worden onderhandelingen gevoer om de
terreinen bewesten de rolbrug over te nemen,
Zoodra die onderhandelingen gunstig zijn af-
geloopen is het onze bedoeling deze terreinen
open te stellen voor het publiek. Thans aan-
dringen bij het rijk tot openstelling dier ter
reinen zal wel geen resultaat hebben.
Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 9. Aange
zien bij de wet van 2 Mei 1921 (St.bl. 700) alle
bedrijven onder de ongevallenwet zijn komen
te vallen, stellen wij voor, dezen post met f 100
te verhoogen, alhoewel nog niet bekend is in
welke gevarenklasse de bedoelde bedrijven zul
len worden gerangschikt.
Hoofdstuk 7. Afdeeling 3. Artikel 8. Bij ons
bestaat bezwaar dezen post te verlagen. Wel
mogen de prijzen der kolen wat gedaald zijn,
doch aan den anderen kant zijn de kosten voor
schoonhouden weer hooger, ook speciaal in ver
band met de stichting der kopschool.
Hoofdstuk 7. Afdeeling 3. Artikel 17. Wij
stellen U voor den post schoolvoeding en
schoolkleeding voor „memorie" geraamd te
houden. Ingevolge het tweede lid van art. 3
van het Koninklijk besluit van 19 November
1900, zullen wij opnieuw het advies vragen van
de hoofden van scholen en blijkt dan daaruit
de noodzakelijkheid, dan zullen wij niet aar-
zelen, Uw college voor te stellen, dien memorie-
post tot een bepaald bedrag uit te trekken. Nu
een post ramen zonder de bovenbedoelde ad-
viezen lijkt ons voorbarig.
Hoofdstuk 7. Afdeeling 4. Artikel 3. Bij ons
bestaat geen bezwaar aan de Chr. Bewaar-
school voor 3 jaar tegelijk een subsidie te ver
leenen van f 1000.per jaar. Wij wenschen
evenwel aan het verleenen dier subsidie de
voorwaarde te verbinden, dat mocht een rijks-
regeling terzake van het bewaarschoolonder-
wijs getroffen worden dan vervalt de subsidie
met ingang van den dag waarop de rijksrege-
ling in werking treedt. Overigens blijven ge
handhaafd de voorwaarden die tot nog toe gel-
.den voor de subsidie van 500.n.l., dat de
subsidie zal strekken tot verbetering van de
bezoldiging van het aan die school verbonden
lege voor op de bestaande voorwaarden een
subsidie te verleenen van f 5000.De minder-
personeel en dat bij vacature onder niet gedi-
plomeerd personeel een onderwijzeres benoemd
zal worden in het bezit van de akte van be-
kwaamheid als bewaarschoolhouderes.
Hoofdstuk 8. Afdeeling 1. Artikel 5. Wat de
subsidie betreft van de vereeniging tot zieken-
verzorging stelt^ de meerderheid van ons col-
heid verklaart zich tegen het verleenen van
eenige subsidie, omdat hij van oordeel is, dat
door het besluit, waarbij aan het ziekenhuis
is verbonden een vaste chirurg en een vaste
internist, gehandeld is in strijd met de belan-
gen der ingezetenen.
De vraag van een lid in de tweede afdeeling
hoeveel zieken er verpleegd zijn in het zieken
huis voor en na genoemd besluit, met opgave
van het aantal verpleegdagen, zal in de open-
bare vergadering worden medegedeeld.
Hoofdstuk 8. Afdeeling 1. Artikel 8. Wij stel
len u voor het Groene Kruis eene subisidie to
verleenen onder voorwaarde, dat dit Kruis,
alle werkzaamheden van het Roode Kruis moet
overnemen met de wijkverpleegster en dat die
in ieder geval een salaris zal worden toegekend
van f 1500.Ons college kan er zich mede
vereenigen om eene subsidie te verleenen van
f 1200.—.
Wenscht het Wit-Gele Kruis voor subsidie
in aanmerking te komen, dan zal alsnog eene
aanvrage moeten worden ingediend.
Hoofdstuk 8. Afdeeling 2. Artikel 4. De op
merking in het verslag, dat den besteller van
recepten te Sluiskil niet bekend zou zijn, dat
hij des nachts een hooger bestelloon krijgt, is
ons niet duidelijk, aangezien toch bij schrijven
van 14 October 1920, no. 1875, aan belangheb-
bende is medegedeeld, dat hij per maand krijgt
f 37,50, voor de gewone gevallen en 1,50 per
keer voor de spoedgevallen en een recept halen
des nachts zal toch zeker wel onder de spoed
gevallen kunnen gerekend worden. Daaronder
valt zelfs het halen van een recept overdag,
wanneer er een speciale reis voor gemaakt
moet worden.
Hoofdstuk 14. Artikel 7. Wil de Arbeidsbeurs
goed functioneeren en wil de directeur ook
goede controle op de werkloozenverzekering
kunnen uitoefenen, dan is het noodzakelijk dat
hem een klerk ter beschikking wordt gesteld.
ONTVANGSTEN:
Hoofdstuk 3. Van ons zijn geen voorstellen
te wachten tot afschaffing van de beftasting
op het ruimen van privaatputten en tonnen.
een dergelijk besluit zou de gemeente te veel
geld kosten. Naar aanleiding van de vraag van
een lid der eerste afdeeling kan worden mede
gedeeld:
1. dat er per jaar gemiddeld 1900 ruimingen
geschieden.
2. dat er ongeveer 1200 perceelen zijn.
3. dat er 15 gezinnen gebruik maken van
tonnenstelsel en 15 met waterspoeling.
4. dat iedere ruiming aan de gemeente kost
ruim f 3.
Hoofdstuk 3. Afdeeling 3. Een voorstel tot
heffing van opcenten op de vermogensbelas-
ting zal door ons niet worden overgenomen. Wij
zijn van oordeel, dat het vermogen in den te-
genwoordigen tijd zwaar genoeg wordt gedrukt.
Hoofdstuk 4. Afdeeling 1. Artikel 7. Ook wij
vinden de bijdrage van het rijk in de kosten
der krankzinnigen laag. Wij zijn niet ongene-
gen hierover aan het rijk te schrijven, doch
waar de groote gemeenten van ons land hierin
zijn voorgegaan zonder succes, verwachten ook
wij daarvan niets.
(Zie verder het Eerste Blad).
GEMEENTERAAD VAN AXEL.
Vergadering van Dinsdag 25 October 1921,
des voormiddags 10 ure.
Voorzitter de heer J. M. Oggel, lo. Burge
meester.
Tegenwoordig de leden: C. Th. van de Bilt,
Ph. J. van Dixhoorn, J. Weijns, J. Dekker, J.
M. Baert, F. Dieleman, J. de Feijter en M.
Koster, benevens de Secretaris.
Afwezig de heeren A. E. C. Kruijsse en J.
de Kraker.
(Vervolg).
De VOORZITTER vraagt, of aan de Ge-
zondheidscommissie nog moet geschreven wor
den over beperking der uitgaven.
De heer VAN DIXHOORN meent, dat toch
in het algemeen niet kan gezegd worden, dat
die commissie groote uitgaven maakt.
De heer VAN DE BILT: Er staat toch nogal
een grooten post voor reiskosten.
De heer WEIJNS is het daarmede eens, voor
f 500 kan men wel het geheele land afreizen.
De VOORZITTER merkt op, dat er staat
reis- en ,,verblijf"kosten, dat maakt dus ver-
schil.
De heer DIELEMAN zou niet op deze be
grooting willen afdingen, maar hij acht het
toch nuttig er over te schrijven, omdat er dan
een beetje een rem op gezet wordt. Andere
stijgen de kosten steeds en dan is er kans, dat
men zich ook een beetje zal beperken.
Met algemeene stemmen wordt besloten de
Gezondheidscommissie te wijzen op de steeds
stijgende uitgaven.
De VOORZITTER deelt mede, dat nog geen
post op de begrooting is gebracht voor de
vleeschkeuring, die met Februari a.s. in wer
king treedt, en zulks nader zal moeten ge
schieden, als men eenig overzicht daarvan
heeft.
Bij de openbare werken deelt de VOOR
ZITTER mede, dat Burgemeester en Wethou
ders voor de gemeentewerklieden, die ook be-
grepen waren in het algemeene verzoek, wen
schen beschikbaar te stellen een oliejas en
broek, wanneer ze bij regen in den dienst der
gemeente buiten moeten zijn. Ze hebben ook
schoenen gevraagd, maar Burgemeester en
Wethouders achten het niet gewenscht die te
verschaffen, aangezien daarop weinig controle
kan geoefend worden, of deze ook niet buiten
den dienst der gemeente worden versleten.
De gevraagde periodieke loonsregeling wen
schen zij vast te stellen evenals voor de stokers
der gasfabriek, van met 2 verhoogingen na 1
en 2 jaar dienst van fl per week, tot een
maximum van f 24.
Zij genieten ook voor het nazien der lan
taarns een arbeid dien zij kunnen verrichten
zonder dat die hen vermoeid, f 2 per week,
zoodat zij ook vast f 26 hebben. In verband
met den tegenwoordigen toestand en de loonen
in het vrije bedrijf, hebben Burgemeester en
Wethouders geen vrijheid hooger te gaan dan
van f 22 tot f 24. Dat maximum genieten alien.
De heer DIELEMAN vindt dit een eigenaar-
dige herziening van het loon; dit is eigenlijk
eene verlaging!
De VOORZITTER ontkent dit; ze behouden
het loon dat ze genieten, doch indien nieuwe
werklieden worden aangenomen, worden die
op een lager bedrag aangesteld. De tegen-
woordige werklieden hebben in den aanvang
veel minder gehad. In verband met de tijdsom-
standigheden en hun voordurend vragen, zijn
ze op de tegenwoordige bezoldiging gekomen.
Omdat de loonstandaard hier over het alge
meen naar beneden is, hebben Burgemeester
en Wethouders geen vrijheid in deze een ander
voorstel te doen.
De heer DIELEMAN wijst er op, dat ze in
hun adres ook gevraagd hebben rekening te
houden met vakkennis.
De VOORZITTER antwoordt, dat zoowel ten
opzichte van het verstrekken van de 3 paar
schoenen als ten opzichte daarvan, Burgemees
ter en Wethouders van de vraag zijn afge-
weken, omdat er bij de gemeente toch geen
vaklieden werkzaam zijn. Er is er geen die In
het bezit is van eenig diploma van een am-
bachtsschool en dit is ook niet noodig. Er zijn
er onder de werklieden die op de hoogte zijn
van metselen, maar dat komt zeldzaam voor,
en het zou aan spreker spijten, dat een ander
achter die personen werd gesteld, daar die toch
ook evengoed zijn werk doet, temeer waar het
den oudsten in dienst zijnden werkman betreft.
De heer DIELEMAN zou den oudsten werk
man ook niet meer bij de anderen willen ten
achter stellen, maar meent, dat men er in de
toekomst toch rekening mede zou kunnen hou
den bij de aansteling van werklieden, Als men
nagaat de loonen die voor de verschillende
vakarbeiders worden betaald, zal men toch
moeten erkennen, dat de gemeente er een
koopje aan heeft, als ze het een of ander voor
de gemeente doen, dat tot de herstellingswer-
ken kan worden gerekend.
De VOORZITTER: Maar het komt niet dik-
wijls voor, dat de gemeentewerkman moet
metselen.
De heer DIELEMANMaar het straatmaken
komt toch wel voor.
De VOORZITTER: Maar daar zijn ze niet
deskundig in, daarin kunnen ze tegen de echte
straatmakers niet op, die weten precies hoe ze
de steenen leggen moeten.
De heer DIELEMANMisschien kan er toch
in het vervolg rekening mee gehouden worden,
om vaklieden aan te stellen.
De VOORZITTER deelt mede, dat de post
voor het buitenverfwerk van het gemeente-
huis, f 450, wel zal kunnen verminderen, aan
gezien een deel van dat werk in verband met
de komst van II. M. de Koningin reeds is uit
gevoerd.
De heer KOSTER wijst op den post ^zieken
huis". Heeft de gemeente dat? Hij wist niet
beter of we hadden alleen een ziekenbarak
staanden op het Plaatje.
De VOORZITTER acht het alleen een ver-
schil in benaming.
De heer KOSTER zegt, dat dit er weinig
huiselijk uit ziet.
De VOORZITTER: Dat komt, omdat die zoo
dikwijls van bestemming moest veranderen en
de verschillende bewoners hebben er alle dus-
danige sporen achtergelaten, dat de lieflijkheid
er wel wat verdwenen is.
De heer VAN DIXHOORN vraagt, waar de
geraamde 20.000 nieuwe straatkeien moeten
worden verwerkt.
De VOORZITTER: Op de Markt.
De heer VAN DIXHOORN zou ze nog zwaar-
der nemen, hetgeen op den duur voordeeliger
zal uitkomen, bij het zwaarder worden van
het vervoer is het beste materiaal amper aan
voldoende.
De VOORZITTER geeft te kennen, dat het
in de bedoeling ligt, een goed soort keien aan
te koopen, zooals er reeds zijn verwerkt, die
onverslijtbaar zijn. Hij wil echter wel rekening
houden met de opmerking van den heer Van
Dixhoorn.
Hij bespreekt voorts den post voor het be-
strooien met macadam van den Graaf Jansdijk
waarvoor f 560 is geraamd. Hij betoogt, dat
er toch geen bezwaar is dien post te laten
staan, daar het geld, dat niet noodig is ook
niet wordt uitgegeven.
De heer KOSTER handhaaft zijn voorstel,
om den post met 160 te verminderen, daar
die dan nog ruim voldoende is.
Het voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat de
gemeente vaste werklieden heeft, doch nu niet
hij nog posten geraamd voor het zuiver hou
den van slooten, het schoonhouden van putten,
enz. Geschiedt dat buiten de stadsarbeiders
om?
De VOORZITTER antwoordt bevestigend.
De stadswerklieden hebben over het algemeen
hun vaste bezigheden en dan moet er voor het
schoonhouden van de slooten e.d. wel eens an
der volk worden aangenomen. Ook is in die
uitgaven begrepen de betaling van den karre-
njan bij het schoonmaken der riolen. Het on-
derhoud van de rioleering omvat ook wel eens
herstelling.
De heer VAN DIXHOORN verklaart zich
door die toelichting voldaan.
De VOORZITTER stelt thans voor, bij den
post voor het onderhoud van pompen, ad f 315
te voegen de zooeven bezuinigde f 160, met het
oog op het eventueel plaatsen van een nieuwe
pomp bij Van Cruijningen, indien het onder
zoek van Burgemeester en Wethouders er toe
leldt, dat zulks geschiedt.
De heer DIELEMAN zou er dan ook nog
bjj willen voegen de 20 die men schrappen
wil van de politieschool te Hilversum.
De VOORZITTER stemt daarmede in, waar
op met algemeene stemmen wordt besloten, den
post met f 180 te verhoogen.
De heer DIELEMAN vindt f 90 voor het
snoeien der grasperken wel wat laag.
De VOORZITTER: Misschien hebben we op
het snoeien van boomen, 150, wel wat over.
Het gras op de begraafplaats is wel wat lang
en zal korter moeten gehouden worden, maar
van den post voor het snoeien kan daarvoor
ook gebruikt woraen.
De heer VAN DIXHOORN vraagt, waar het
maken van een balustrade aan de Zeestraat
voor noodig is. f 250 is bovendien een groot
bedrag voor zoo'n klein eindje Kon dat ter-
rein niet beter opgehoogd worden?
De VOORZITTER meent, dat dit niet kan,
in verband met den uitgang die Dellaert daar
heeft.
De heer VAN DIXHOORN i§ overtuigd, dat,
als het eens werd uitgezocht, er weinig van
dat recht op dien uitgang zou overblijven.
De VOORZITTER: We zouden het nog eens
kunnen aanhouden voor nader onderzoek.
De heer VAN DIXHOORN: Ik zou alleen
de bestaande houten heining repareeren en er
voorloopig anders niets aan besteden.
De VOORZITTER: Er kan worden bepaald,
dat het werk eerst zal worden uitgevoerd, na
nadere goedkeuring door den gemeenteraad.
De heer WEIJNS vraagt inlichtingen om-
trent derf post van j 870 voor het maken van
een beschoeiingsmuur in de Gentsche Vaart-
straat.
De VOORZITTER deelt mede, dat de over
egn deel dier straat gemaakte houten be-
schoeiing is verteerd en de bestrating daardoor
ook wegvalt. Om het afdoende te verbeteren,
stelt de gemeente-opzichter voor een muur te
bouwen. De houten beschoeiing blijkt op 1-
tot 15 jaar verteerd, maar de steenen muur
staat er al dertig of veertig jaar, en voldo.t
nog.
Bij den post nadeelig saldo der gasfabriek
over 1920, f 7640,48, merkt de VOORZITTE -
op, dat die post niet geheel den werkelijken
toestand weergeeft, daar in dat tekort ook be
grepen zijn uitgaven die vermeerdering van
materiaal feitelijk uitbreiding van het bedrijf
ten gevolge hadden.
De heer VAN DIXHOORN ziet daar aange-
geven den post ,,inrichtingen voor het opwek-
ken van electriciteit". Hij vraagt naar aanlei
ding daarvan, of men in deze gemeente uit-
zicht heeft op een ondergrondsch of een boven-
grondsch net.
De VOORZITTER: Dat zal bovengrondsch
zijn. De aanvoerkabel gaat wel ondergrondsch
maar de aansluitingen moeten bovengrondsch
komen.
Thans komt de gemeente-opzichter ter ver
gadering, die op verzoek van den Voorzitter
inlichtingen geeft omtrent de balustrade in de
Zeestraat. De Voorzitter deelt hem mede, dat
gevraagd wordt, of het niet mogelijk is dien
put aan te vullen, opdat de balustrade over-
bodig zou worden.
De gemeente-opzichter deelt mede, dat door
hem in overweging is gegeven een ijzeren
balustrade te plaatsen, om daar een netteren
toestand te krijgen. Het zou zeker beter zijn,
indien de put kon worden aangevuld, want dan
kreeg men daar een mooi stuk bouwgrond, doch
daartegen zal bezwaar zijn, aangezien men
daar met 3 eigenaren te maken heeft, de ge
meente, de heer Van Dixhoorn en de heer Del
laert, die daar een gang heeft.
De heerVAN DIXHOORN herhaalt, dat hij
gelooft, dat die gang ook geheel op grond der
getmeente ligt en hij voor zich zal geen be
zwaar maken tegen ophooging van dien grond.
Het zou een goed werk zijn en dus zegt hij:
ga je gang.
De gemeente-opzichter verklaart, dat deze
verklaring de omstandigheden geheel veran-
dert en het dan aanbeveling zou verdienen al-
dus te handelen.
De VOORZITTER zegt hem dank voor de in
lichtingen en zegt een nader onderzoek en
voorstel toe. Evenwel acht hij het best, de gel
den op de begrooting te houden.
Aldus wordt besloten.
De VOORZITTER komt thans terug op de
aansluiting aan de Provinciale Centrale. Hij
deelt mede, dat de directeur, de heer Streef-
kerk, hier is geweest en dat deze een plan heeft
overgelegd, volgens hetwelk hij voornemens
was de gemeente Axel met het net te verbin
den. Spreker heeft echter terstond te kennen
gegeven, dat dit plan voor Axel niet bruikbaar
was.
Hij wilde komen met een kabel over West-
dorpe, naar Drie Schouwen, en vandaar naar
Koewacht en Hulst en een zijtak naar Axel.
Voorts wil hij van Sluiskil naar Driewegen.
Spreker heeft er op gewezen, dat de kabel
toch veel beter langs de Sassing zou kunnen
worden aangelegd. Daar staan een 60tal wo
ningen en dan legt hij ook door een streek waar
zeer veel hofsteden staan, met geringe kosten
zouden ze dan meer voordeel kunnen behalen,
en dan konden ze van Axel naar Drie Schou
wen gaan.
Wat de kabel naar Driewegen betreft, daar-
bij heeft deze gemeente geen belang, of men
zou van daar naar Spui en Magrette moeten
willen gaan, en naar het Noorden van Axel.
Spreker heeft er aan toegevoegd, dat, indien
de maatschappij het niet aldus zou doen, hij
weinig kans zag om van wege de gemeente
subsidie voor de zaak te krijgen, te meer waar
het in hun plan lag alleen de kom te bedienen,
die reeds gas bezit. De meest belanghebbenden
zouden dan van licht en kracht verstoken
blijven.
De heer VAN DIXHOORN weet wel, dat de
kabels ondergrondsch komen, maar, als de ge
meente stroom wenscht te leveren aan de in
gezetenen, moet zij toch ook een net aanleggen
en nu vraagt hij of dat net onder- en boven
grondsch komt.
De VOORZITTER: Dat valt nog niet te zeg-
gen. Daarover is niet gesproken. Als er later
iets van komen zou, zal de gemeente toch eerst
met de maatschappij in nader contact moeten
komen en dan zal die kwestie omtrent het net
ook onder de oogen worden gezien.
De heer DIELEMAN verklaart de vergade
ring te moeten verlaten.
De VOORZITTER wil hem dan eerst nog
meedeelen, dat door den gemeente-opzichter
gisteren is geconstateerd, dat het door hem
besproken klinkerpad aan het viaduct door de
spoorwegmaatschappij MechelenTer Neuzen
is in orde gebracht.
De heer VAN DIXHOORN kan hij mededee-
len, dat ook de Graaf Jansdijk in orde is, de
oprit is over 180 M. lengte onder een b. .oo^
gebracht. Men was reeds bezig met de stoom-
wals voor de verharding.
De heer DIELEMAN verlaat de vergadering.
De heer WEIJNS bespreekt de geraamde
kosten voor de oudercommissie, f 75. Waar
voor dient dat geldt
De VOORZITTER vermeent, voor bestrijding
der kosten van vergaderingen, als ze b.v. eens
een ouderavond uitschrijven en dat per adver-
tentie bekend maken.
De heer WEIJNS acht dat bijzonder koste-
lijk. Hij wijst er op, dat de schoolbesturen
der bijzondere scholen de oudercommissies vor-
men, en dat het daar geen cent kost. Hij
meent, dat de leden der oudercommissie van de
openbare school er ook wat voor moeten over
hebben, anders moet men het aan de commissies
der bijzondere scholen ook geven.
De VOORZITTER wijst er op, dat dit moei-
ljjk gaan zou. Men heeft nu al moeite genoeg
gehad, om een oudercommissie saam te stel
len en als ze nu zelf ook nog de kosten moes-
ten dragen, zou er zeker wel geen liefhebberij
meer voor zijn. De eerste maal, dat er een ver
gadering voor was uitgeschreven is niemand
verschenen en den volgenden Zaterdag, toen
sprekers collega de vergadering zou leiden wa
ren er naar hij vernam 10 belangstellenden.
En wat de bemerking van den heer Weijns aan-
gaat, als de commissies van de bijzondere
scholen hun kosten opgeven, zullen ze die ook
vergoed kunnen krijgen. Er is met het oog op
mogelijk te maken kosten, een post voor de
oudercommissie op de begrooting gebracht,
maar spreker kan niet zeggen, of er van die
gelden al gebruik gemaakt is.
De heer WEIJNS merkt op, dat het op die
wijze de gemeente nogal wat geld zou kunnen
kosten. Hij stelt daarom voor, den post met
f 50 te verminderen. Er is nu gelijkstelling van
het onderwijs. Als de commissie van de open-
bare school 75 krijgt, moet het ook aan die
der bijzondere gegeven worden, en dan wordt
het nogal een aanmerkelijke uitgaaf. f 25 is
toch wel voldoende voor het bestrjjden der
kosten van vergaderingen.
De VOORZITTER kan dit niet beoordeelen,
misschien hebben ze ook wel presentiegeld.
De heer WEIJNS zou dat zeer droevig vin
den, ze hebben toch ook belang bjj het onder
wijs hunner kinderen?
De VOORZITTER is het daarmede eens; het
was ook droevig, dat ze niet naar de verga
dering kwamen. Het was den plicht van alle
ouders geweest, daar te komen.
Hij geeft in overweging, den post te laten
staan. Men heeft nu nog geen ervaring op dit
gebied. Misschien ontstaat er, als men de wer
king van de commissie eens kan nagaan, bij de
ouders meer liefde voor. Men kan een volgend
jaar ook eens zien wat er gepresteerd is.
De heer WEIJNS: Als we nu 75 toestaan,
gaat het niet aan, om dat later te verlagen.
De VOORZITTER: Dat bedrag is voor het
loopende jaar toch ook reeds toegestaan. Men
weet nu nog niet eens, of de gelden besteed
zullen worden.
De heer WEIJNS: In verband met de ge-
lijkstelling zouden de bijzondere scholen ook
kunnen komen en daarom zou ik er een schaaf-
je door willen laten gaan.
De VOORZITTER merkt op, dat, als de
commissie voor het bestrijden harer uitgaven
f 75 noodig heeft, ook die der bijzondere scho
len, die in rekening kunnen brengen.
De heer WEIJNS: Er moet liefde zijn voor
het onderwijs en als men er voor moet betaald
worden ,is zulks het ware niet.
De heer VAN DIXHOORN meent, dat de
heer Weijns wel wat erg voorbarig is, en dat
het behoorlijk is, om eerst het resultaat van
het eerste jaar eens af te wachten; het gaat
niet aan zich in deze te laten leiden door sym-
pathie of antipathie.
De VOORZITTER: De heer Weijns spreekt
zoo, uit zuinigheidsoogpunt, en omdat er meer-
deren zouden kunnen komen.
De heer VAN DIXHOORN: Men moet de
billijkheid betrachten en zich overtuigen of het
al of niet noodzakelijk is. Als de andere school
besturen ook komen en het is nuttig en noodig
dan hebben ze evenzeer recht op uitkeering
De VOORZITTER: Maar dan wordt het wel
f 300.
De heer VAN DIXHOORN: Als het moet
en het staat er voor, dan doe je er toch niets
aan.
De heer DE FEIJTER zou het voorstel van
den heer Weijns wel kunnen steunen, maar hij
acht, dat men in deze nog geen voldoende er-
varig heeft. Het is lang niet zeker, dat de ge
meente die f 75 kwijt zal zijn. Hij zou het eerst
eens willen afzien.
De VOORZITTER meent ook, dat men kan
volstaan, met hieraan eens de noodige aandacht
te schenken.
Hij deelt mede, dat in verband met het ont-
breken van de schatting der Roomsch Katho-
lieke school, nog geen juiste cijfers konden
worden opgegeven, met betrekking tot de ver-
goeding en is er gewacht om die in de begroo
ting op te nemen. Thans heeft die schatting
nog niet plaats gehad en is er daarom maar
ongeveer een bedrag voor gerekend.
Onder de uitgaven voor het onderwijs moe
ten alsnu nog worden opgenomen: voor vergoe-
ding van de kosten van instandhouding der bij
zondere scholen f 5617,56, voor hun vervolg-
onderwijs f 300, wegens uitkeering aan de ge
meenten ingevolge art. 104, eerste lid der wet,,
f 646, en vergoeding voor de terreinen en ge-
bouwen 3451,88.
De heer KOSTER vestigt de aandacht op het
voorstel der commissie van onderzoek der be
grooting, om de subsidie ad 20 aan de po
litieschool te Hilversum te schrappen, aange
zien men hier nu zelf een politieschool heeft.
Dit voorstel wordt aangenomen met alge
meene stemmen.
De VOORZITTER brengt in behandeling het
verzoek van de vroedvrouw, om verhooging
harer jaarwedde, tot f 1000. Zij krijgt thans
f 750. In aanmerking nemende, dat zij geen
enkele patient zonder betaling geholpen heeft
achten Burgemeester en Wethouders zich niet
gerechtigd voor te stellen aan haar verzoek te
voldoen, te minder wanneer zij letten op de
jaarwedden der geneesheeren en wat die daar
voor presteeren. Zij st-llen daarom voor, op
het verzoek afwijzend te beschikken.
Met algemeene stemmen wordt aldus be
sloten.
De VOORZITTER bespreekt den post onder
hoofdstuk XIII, toelage aan P. van Vessem,
als gewezen ambtenaar ter secretarie.
Deze ambtenaar is reeds 78 jaren oud n
is meer dan tijd, dat deze zijn rust kar
nieten. Een bezwaar daartegen was, het ge
ringe bedrag van zijn pensioen, omdat hij op
rijperen leeftijd in dienst is gekomen. Hij ge-
niet thans een jaarwedde van f 1300. Zijn
pensioen zou slechts f 428 bedragen, waarom
Burgemeester en Wethouders voorstellen een
toelage te geven van f 872, waardoor hij zijn
1300 blijft behouden. Voor de gemeente
wordt het dan nog een voordeel, daar ze thans
bij zijn jaarwedde nog 12 daarvan moet be-
talen voor pensioenpremie, of samen f 1456,
terwijl er dan maar f 872 moet worden betaald,
of een voordeel van f 584.
Het is wel niet geheel zuiver, maar aange
zien de jaarwedde nooit zoo hoog geweest is
en het pensioen laag, meenden Burgemeester
en Wethouders goed te handelen met dit voor
stel te doen.
De heer VAN DIXHOORN had hierover
eenige vragen willen stellen, maar de Voorzit
ter heeft die door zijn toelichting reeds vooraf
beantwoord.
De VOORZITTER merkt nog op, dat dit ge
val zich niet meer zal voordoen, aangezien de
andere gemeenteambtetnaren op jeugdigen
leeftijd in dienst getreden zijn. Voor de toe
komst is het dus geen bezwaar.
De post wordt wordt met algemeene stem-
men goedgekeurd.
De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat er
indertijd kosten zijn betaald, in verband met
de waterleiding-plannen. Is door het comite
daarvan al eens rekening en verantwoording
gedaan? Het komt hem wel wat vreemd voor,
daar hij vernomen heeft, dat alle kosten wor
den gedragen door het rijk.
De VOORZITTER kan hierover niets anders
meedeelen, dan dat naar hij vemeemt de ge-
meentelijke bijdrage is uitbetaald aan den se
cretaris van het comite, den heer Mr. P. Diele
man. Hij zou eens kunnen informeeren.
De heer VAN DE BILT wijst op den post
van f 600, uitgetrokken voor ondersteuning van
werkloozen; hij vreest, dat' die som bij lange
na niet voldoende zal zijn.
De VOORZITTER meent, dat dit toch wel
kan blijven staan. Als er tekort komt, kan er
toch ook uit onvoorzien worden geput en daar
op is f 2162 disponibel.
De heer VAN DE BILT heeft geen voorstel,
maar vestigt er alleen de .aandacht op.
De VOORZITTER stelt nu aan de orde de
I N K O M S T E.N.
Hij deelt mede, dat als tweede post moet
worden opgenomen een beschikking op een ge-
deelte van het goed slot van 1920 ad f 5000.
In verband met de nieuwe schoolgeldregeling
en de nieuwe lager onderwijswet, dat het
schoolgeld van alle scholen door de gemeente
moet worden ontvangen, wordt deze post ver
hoogd van f 693 tot f 4000.
De hoofdelijke omslag blijft overeenkomstig
de oorspronkelijke raming uitgetrokken op
f 80.525.
De VOORZITTER bespreekt de verhuurde
noodwoningen. Het betalen der huur laat veel
te wenschen over, van sommige huurders zelfs
bijzonder veel.
Hij kan mededeelen, dat het in het voor-
nemen ligt van Burgemeester en Wethouders,
om, indien de huurders niet betalen, strengere
maatregelen te nemen, vooral tegen hen die
in staat zijn te betalen.
De heer BAERT vraagt, naar aanleiding van
den post ad f 25, uitgetrokken voor markt- of
staangelden, of de regeling daarvan het aan-
staande jaar volgens de nieuwe verordening zal
geschieden, waarop de VOORZITTER bevesti
gend antwoordt.
Voor zoover daaromtrent niets anders is ge-
meld, zijn alle posten der begrooting goedge
keurd met algemeene stemmen.
De begrooting wordt eveneens met algemee
ne stemmen vastgesteld, op een eindcijfer van
f 182.194,69.
8. Omvraag.
a- De heer WEIJNS vraagt, in verband
met de inning van het schoolgeld van wege de
gemeente, of dit ineens moet worden betaald
hetgeen misschien voor verschillende men-
schen een bezwaar zou kunnen zijn dan wel
of dit in maandelijksche termijnen kan worden
betaald.
De VOORZITTER merkt op, dat daaromtrent
nog geen regeling is getroffen, aangezien de
verordening pas het volgend jaar ingaat. De
ouders zullen naar hij meent een aanslagbiljet
thuis krijgen, evenals voor den hoofdelijken
omslag, en moeten dan bij den gemeente-ont-
vanger gaan betalen, hetgeen desverkiezende
ook in termijnen geschieden kan.
De heer WEIJNS: Voor menschen die ver
af wonen, zou het ook gemakkelijk zijn, als ze
het om de 3 of 4 maanden konden betalen.
De VOORZITTER ziet niet in, dat daartegen
bezwaar zou zijn, als ze maar zorgen, dat op
tijd betaald is.
De vergadering wordt door den VOORZIT
TER door het uitspreken van het dankgebed
gesloten.