ren in een betrekkelijk korten termijn en in een tijd dat er op de secretarie veel werk is. Hoofdstuk 2. Afdeeling 2. Artikel 1. Abu- sievelijk was deze post met f 50 verlaagd. De wedde van de schoonhoudster van het gemeen- tehuis was maar geraamd op het oude bedrag van f 450. Dit moet dus worden f 500. Hoofdstuk 2. Afdeeling 2. Artikel 2. Dezen post zouden wij op f 700 willen behouden. De kolenprijzen zijn wel eenigszins gedaald, maar dat zal geen noemenswaardige daling der kost.n kunnen ten gevolge hebben. Hoofdstuk 2. Afdeeling 2. Artikel 8. Waar in 1920 voor dienstreizen is uitgegeven 570, daar achten wij het niet raadzaam dien post thans te verlagen. Wij merken hierbij op, dat die gelden alleen gebruikt worden als het rei- zen is in het belang der gemeente. Hoofdstuk 2. Afdeeling 3. Artikel 1. De meerderheid van ons college stelt voor, gede- puteerde staten te berichten, dat herziening van de jaarwedden van de ambtenaren van den burgerlijken stand niet noodig is. De minder- heidheid wenscht de circulaire toe te passen en de jaarwedden in billijkheid onder de ambte naren te verdeelen. Hoofdstuk 2. Afdeeling 3. Artikel 3. De opmerking over de inrichting der stemhokjes heeft de voile aandacht van ons college. Eischt een koninklijk besluit verandering, dan moet daaraan worden voldaan. Hoofdstuk 4. Afdeeling 1. Artikel 1. Met het denkbeeld om het politiepersoneel een ver- lof te verleenen van 14 dagen per jaar, kunnen wij ons ten voile vereenigen. In overleg met den inspecteur van politie zal dan ook over 1922 een verlof van 14 dagen verleend worden. Wij achten vermindering van personeel, in ver- band met den 8-urendag, niet mogelijk. Hoofdstuk 4. Afdeeling 2. Deze posten zijn belangrijk hooger dan het vorig jaar, wegens: lo. nadeelig saldo over 1920 ad 161, 2o. aan- schaffing van nieuwe persslang tot een bedrag van 350, 3o. wegens het instellen van een onderzoek in 1922 in de woningen der inge- zetenen, voor welk onderzoek f 200 is ge raamd. Wij zullen verder alle mogelijke maatrege- len nemen om langs de Axelsche straat vol- doende water beschikbaar te hebben in geval van brand. Hoofdstuk 4. Afdeeling 2. Artikel 1. Wat de straatverlichting betreft zal den raad be- kend zijn, dat volgens de wijziging van art. 20 der concessievoorwaarden bij overeenkomst van 1-9-1920, burgemeester en wethouders bin- nen twee maanden na onderteekening der overeenkomst het aantal straatlantaarns en hare sterkte vaststellen. De sterkte is door ons vastgesteld in het algemeen op 32 N. K. behoudens enkele kleine uitzonderingen, waar lampen van 50 N. K. zijn gebruikt, zooals bij het postkantoor, terwijl op teekening zijn ge- bracht de plaatsen waar de lantaarns geplaatst zullen worden. In verband met de capaciteit der centrale is deze regeling nog niet in wer- king getreden, zoodat nog altijd, ook met de commissie van fabricage overleg kan gepleegd worden. Hoofdstuk 4. Afdeeling 4. Artikel 1. Bur gemeester en wethouders achten geen ter me., aanwezig, dezen post thans reeds te schrappen, zoolang niet door den leider der S. D. A. P. in Nederland, onomwonden wordt verklaard, dat hij het gezag niet zal aantasten. Hoofdstuk 4. Afdeeling 5. Artikel 2. Bur gemeester en wethouders vinden geen termen aanwezig om den post keurloonen te verlagen. Hoofostuk 4. Afdeeling 5. Artikel 7. Naar aanleiding van het adres van den Nederlandsch (Jhristeiij Ken Bond van personeel in publieken dienst, om jaarwedde verhooging, meenen wij geen voorstel tot verhooging der jaarwedden te moeten doen in verband met den toestand der gemeente-financien. Ook al op dien grond hebben wij het niet noodig geoordeeld, de com missie voor georganiseerd overleg, ingevolge het werkliedenreglement, dienaangaande te hooren. De post karhuur moet gehandhaafd blijven, aangezien de nieuwe vuilniskar niet met 1 Januari a.s. in dienst kan worden genomen, maar in den loop van 1922 gemaakt wordt. Nu de leverancier van paarden en voerlieden de prijzen daarvoor heeft teruggebi acht tot f 8.per dag en f 4,50 per halve dag, komt het ons niet noodig voor tot aanbesteding over te gaan. Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 1. De wo ningen in den Catspolder zullen door ons zoo- danig worden verbeterd, dat van inregenen geen sprake meer is. Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 2. De post „urinoirs" moet niet verhoogd worden aange zien in de loopende begrooting reeds een post van 350 is geraamd, voor vemieuwing der mantels. Ook de verplaatsing van den urinoir in den gang nabij apotheker Klaassen wordt nog dit jaar uitgevoerd. De bestrating van het Molenzicht eft ook onze aandacht. Natuurlijk worden de groote wer', ij het bestraten openbaar aanbesteed. Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel et het rijk worden onderhandelingen gevoer om de terreinen bewesten de rolbrug over te nemen, Zoodra die onderhandelingen gunstig zijn af- geloopen is het onze bedoeling deze terreinen open te stellen voor het publiek. Thans aan- dringen bij het rijk tot openstelling dier ter reinen zal wel geen resultaat hebben. Hoofdstuk 5. Afdeeling 2. Artikel 9. Aange zien bij de wet van 2 Mei 1921 (St.bl. 700) alle bedrijven onder de ongevallenwet zijn komen te vallen, stellen wij voor, dezen post met f 100 te verhoogen, alhoewel nog niet bekend is in welke gevarenklasse de bedoelde bedrijven zul len worden gerangschikt. Hoofdstuk 7. Afdeeling 3. Artikel 8. Bij ons bestaat bezwaar dezen post te verlagen. Wel mogen de prijzen der kolen wat gedaald zijn, doch aan den anderen kant zijn de kosten voor schoonhouden weer hooger, ook speciaal in ver band met de stichting der kopschool. Hoofdstuk 7. Afdeeling 3. Artikel 17. Wij stellen U voor den post schoolvoeding en schoolkleeding voor „memorie" geraamd te houden. Ingevolge het tweede lid van art. 3 van het Koninklijk besluit van 19 November 1900, zullen wij opnieuw het advies vragen van de hoofden van scholen en blijkt dan daaruit de noodzakelijkheid, dan zullen wij niet aar- zelen, Uw college voor te stellen, dien memorie- post tot een bepaald bedrag uit te trekken. Nu een post ramen zonder de bovenbedoelde ad- viezen lijkt ons voorbarig. Hoofdstuk 7. Afdeeling 4. Artikel 3. Bij ons bestaat geen bezwaar aan de Chr. Bewaar- school voor 3 jaar tegelijk een subsidie te ver leenen van f 1000.per jaar. Wij wenschen evenwel aan het verleenen dier subsidie de voorwaarde te verbinden, dat mocht een rijks- regeling terzake van het bewaarschoolonder- wijs getroffen worden dan vervalt de subsidie met ingang van den dag waarop de rijksrege- ling in werking treedt. Overigens blijven ge handhaafd de voorwaarden die tot nog toe gel- .den voor de subsidie van 500.n.l., dat de subsidie zal strekken tot verbetering van de bezoldiging van het aan die school verbonden lege voor op de bestaande voorwaarden een subsidie te verleenen van f 5000.De minder- personeel en dat bij vacature onder niet gedi- plomeerd personeel een onderwijzeres benoemd zal worden in het bezit van de akte van be- kwaamheid als bewaarschoolhouderes. Hoofdstuk 8. Afdeeling 1. Artikel 5. Wat de subsidie betreft van de vereeniging tot zieken- verzorging stelt^ de meerderheid van ons col- heid verklaart zich tegen het verleenen van eenige subsidie, omdat hij van oordeel is, dat door het besluit, waarbij aan het ziekenhuis is verbonden een vaste chirurg en een vaste internist, gehandeld is in strijd met de belan- gen der ingezetenen. De vraag van een lid in de tweede afdeeling hoeveel zieken er verpleegd zijn in het zieken huis voor en na genoemd besluit, met opgave van het aantal verpleegdagen, zal in de open- bare vergadering worden medegedeeld. Hoofdstuk 8. Afdeeling 1. Artikel 8. Wij stel len u voor het Groene Kruis eene subisidie to verleenen onder voorwaarde, dat dit Kruis, alle werkzaamheden van het Roode Kruis moet overnemen met de wijkverpleegster en dat die in ieder geval een salaris zal worden toegekend van f 1500.Ons college kan er zich mede vereenigen om eene subsidie te verleenen van f 1200.—. Wenscht het Wit-Gele Kruis voor subsidie in aanmerking te komen, dan zal alsnog eene aanvrage moeten worden ingediend. Hoofdstuk 8. Afdeeling 2. Artikel 4. De op merking in het verslag, dat den besteller van recepten te Sluiskil niet bekend zou zijn, dat hij des nachts een hooger bestelloon krijgt, is ons niet duidelijk, aangezien toch bij schrijven van 14 October 1920, no. 1875, aan belangheb- bende is medegedeeld, dat hij per maand krijgt f 37,50, voor de gewone gevallen en 1,50 per keer voor de spoedgevallen en een recept halen des nachts zal toch zeker wel onder de spoed gevallen kunnen gerekend worden. Daaronder valt zelfs het halen van een recept overdag, wanneer er een speciale reis voor gemaakt moet worden. Hoofdstuk 14. Artikel 7. Wil de Arbeidsbeurs goed functioneeren en wil de directeur ook goede controle op de werkloozenverzekering kunnen uitoefenen, dan is het noodzakelijk dat hem een klerk ter beschikking wordt gesteld. ONTVANGSTEN: Hoofdstuk 3. Van ons zijn geen voorstellen te wachten tot afschaffing van de beftasting op het ruimen van privaatputten en tonnen. een dergelijk besluit zou de gemeente te veel geld kosten. Naar aanleiding van de vraag van een lid der eerste afdeeling kan worden mede gedeeld: 1. dat er per jaar gemiddeld 1900 ruimingen geschieden. 2. dat er ongeveer 1200 perceelen zijn. 3. dat er 15 gezinnen gebruik maken van tonnenstelsel en 15 met waterspoeling. 4. dat iedere ruiming aan de gemeente kost ruim f 3. Hoofdstuk 3. Afdeeling 3. Een voorstel tot heffing van opcenten op de vermogensbelas- ting zal door ons niet worden overgenomen. Wij zijn van oordeel, dat het vermogen in den te- genwoordigen tijd zwaar genoeg wordt gedrukt. Hoofdstuk 4. Afdeeling 1. Artikel 7. Ook wij vinden de bijdrage van het rijk in de kosten der krankzinnigen laag. Wij zijn niet ongene- gen hierover aan het rijk te schrijven, doch waar de groote gemeenten van ons land hierin zijn voorgegaan zonder succes, verwachten ook wij daarvan niets. (Zie verder het Eerste Blad). GEMEENTERAAD VAN AXEL. Vergadering van Dinsdag 25 October 1921, des voormiddags 10 ure. Voorzitter de heer J. M. Oggel, lo. Burge meester. Tegenwoordig de leden: C. Th. van de Bilt, Ph. J. van Dixhoorn, J. Weijns, J. Dekker, J. M. Baert, F. Dieleman, J. de Feijter en M. Koster, benevens de Secretaris. Afwezig de heeren A. E. C. Kruijsse en J. de Kraker. (Vervolg). De VOORZITTER vraagt, of aan de Ge- zondheidscommissie nog moet geschreven wor den over beperking der uitgaven. De heer VAN DIXHOORN meent, dat toch in het algemeen niet kan gezegd worden, dat die commissie groote uitgaven maakt. De heer VAN DE BILT: Er staat toch nogal een grooten post voor reiskosten. De heer WEIJNS is het daarmede eens, voor f 500 kan men wel het geheele land afreizen. De VOORZITTER merkt op, dat er staat reis- en ,,verblijf"kosten, dat maakt dus ver- schil. De heer DIELEMAN zou niet op deze be grooting willen afdingen, maar hij acht het toch nuttig er over te schrijven, omdat er dan een beetje een rem op gezet wordt. Andere stijgen de kosten steeds en dan is er kans, dat men zich ook een beetje zal beperken. Met algemeene stemmen wordt besloten de Gezondheidscommissie te wijzen op de steeds stijgende uitgaven. De VOORZITTER deelt mede, dat nog geen post op de begrooting is gebracht voor de vleeschkeuring, die met Februari a.s. in wer king treedt, en zulks nader zal moeten ge schieden, als men eenig overzicht daarvan heeft. Bij de openbare werken deelt de VOOR ZITTER mede, dat Burgemeester en Wethou ders voor de gemeentewerklieden, die ook be- grepen waren in het algemeene verzoek, wen schen beschikbaar te stellen een oliejas en broek, wanneer ze bij regen in den dienst der gemeente buiten moeten zijn. Ze hebben ook schoenen gevraagd, maar Burgemeester en Wethouders achten het niet gewenscht die te verschaffen, aangezien daarop weinig controle kan geoefend worden, of deze ook niet buiten den dienst der gemeente worden versleten. De gevraagde periodieke loonsregeling wen schen zij vast te stellen evenals voor de stokers der gasfabriek, van met 2 verhoogingen na 1 en 2 jaar dienst van fl per week, tot een maximum van f 24. Zij genieten ook voor het nazien der lan taarns een arbeid dien zij kunnen verrichten zonder dat die hen vermoeid, f 2 per week, zoodat zij ook vast f 26 hebben. In verband met den tegenwoordigen toestand en de loonen in het vrije bedrijf, hebben Burgemeester en Wethouders geen vrijheid hooger te gaan dan van f 22 tot f 24. Dat maximum genieten alien. De heer DIELEMAN vindt dit een eigenaar- dige herziening van het loon; dit is eigenlijk eene verlaging! De VOORZITTER ontkent dit; ze behouden het loon dat ze genieten, doch indien nieuwe werklieden worden aangenomen, worden die op een lager bedrag aangesteld. De tegen- woordige werklieden hebben in den aanvang veel minder gehad. In verband met de tijdsom- standigheden en hun voordurend vragen, zijn ze op de tegenwoordige bezoldiging gekomen. Omdat de loonstandaard hier over het alge meen naar beneden is, hebben Burgemeester en Wethouders geen vrijheid in deze een ander voorstel te doen. De heer DIELEMAN wijst er op, dat ze in hun adres ook gevraagd hebben rekening te houden met vakkennis. De VOORZITTER antwoordt, dat zoowel ten opzichte van het verstrekken van de 3 paar schoenen als ten opzichte daarvan, Burgemees ter en Wethouders van de vraag zijn afge- weken, omdat er bij de gemeente toch geen vaklieden werkzaam zijn. Er is er geen die In het bezit is van eenig diploma van een am- bachtsschool en dit is ook niet noodig. Er zijn er onder de werklieden die op de hoogte zijn van metselen, maar dat komt zeldzaam voor, en het zou aan spreker spijten, dat een ander achter die personen werd gesteld, daar die toch ook evengoed zijn werk doet, temeer waar het den oudsten in dienst zijnden werkman betreft. De heer DIELEMAN zou den oudsten werk man ook niet meer bij de anderen willen ten achter stellen, maar meent, dat men er in de toekomst toch rekening mede zou kunnen hou den bij de aansteling van werklieden, Als men nagaat de loonen die voor de verschillende vakarbeiders worden betaald, zal men toch moeten erkennen, dat de gemeente er een koopje aan heeft, als ze het een of ander voor de gemeente doen, dat tot de herstellingswer- ken kan worden gerekend. De VOORZITTER: Maar het komt niet dik- wijls voor, dat de gemeentewerkman moet metselen. De heer DIELEMANMaar het straatmaken komt toch wel voor. De VOORZITTER: Maar daar zijn ze niet deskundig in, daarin kunnen ze tegen de echte straatmakers niet op, die weten precies hoe ze de steenen leggen moeten. De heer DIELEMANMisschien kan er toch in het vervolg rekening mee gehouden worden, om vaklieden aan te stellen. De VOORZITTER deelt mede, dat de post voor het buitenverfwerk van het gemeente- huis, f 450, wel zal kunnen verminderen, aan gezien een deel van dat werk in verband met de komst van II. M. de Koningin reeds is uit gevoerd. De heer KOSTER wijst op den post ^zieken huis". Heeft de gemeente dat? Hij wist niet beter of we hadden alleen een ziekenbarak staanden op het Plaatje. De VOORZITTER acht het alleen een ver- schil in benaming. De heer KOSTER zegt, dat dit er weinig huiselijk uit ziet. De VOORZITTER: Dat komt, omdat die zoo dikwijls van bestemming moest veranderen en de verschillende bewoners hebben er alle dus- danige sporen achtergelaten, dat de lieflijkheid er wel wat verdwenen is. De heer VAN DIXHOORN vraagt, waar de geraamde 20.000 nieuwe straatkeien moeten worden verwerkt. De VOORZITTER: Op de Markt. De heer VAN DIXHOORN zou ze nog zwaar- der nemen, hetgeen op den duur voordeeliger zal uitkomen, bij het zwaarder worden van het vervoer is het beste materiaal amper aan voldoende. De VOORZITTER geeft te kennen, dat het in de bedoeling ligt, een goed soort keien aan te koopen, zooals er reeds zijn verwerkt, die onverslijtbaar zijn. Hij wil echter wel rekening houden met de opmerking van den heer Van Dixhoorn. Hij bespreekt voorts den post voor het be- strooien met macadam van den Graaf Jansdijk waarvoor f 560 is geraamd. Hij betoogt, dat er toch geen bezwaar is dien post te laten staan, daar het geld, dat niet noodig is ook niet wordt uitgegeven. De heer KOSTER handhaaft zijn voorstel, om den post met 160 te verminderen, daar die dan nog ruim voldoende is. Het voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat de gemeente vaste werklieden heeft, doch nu niet hij nog posten geraamd voor het zuiver hou den van slooten, het schoonhouden van putten, enz. Geschiedt dat buiten de stadsarbeiders om? De VOORZITTER antwoordt bevestigend. De stadswerklieden hebben over het algemeen hun vaste bezigheden en dan moet er voor het schoonhouden van de slooten e.d. wel eens an der volk worden aangenomen. Ook is in die uitgaven begrepen de betaling van den karre- njan bij het schoonmaken der riolen. Het on- derhoud van de rioleering omvat ook wel eens herstelling. De heer VAN DIXHOORN verklaart zich door die toelichting voldaan. De VOORZITTER stelt thans voor, bij den post voor het onderhoud van pompen, ad f 315 te voegen de zooeven bezuinigde f 160, met het oog op het eventueel plaatsen van een nieuwe pomp bij Van Cruijningen, indien het onder zoek van Burgemeester en Wethouders er toe leldt, dat zulks geschiedt. De heer DIELEMAN zou er dan ook nog bjj willen voegen de 20 die men schrappen wil van de politieschool te Hilversum. De VOORZITTER stemt daarmede in, waar op met algemeene stemmen wordt besloten, den post met f 180 te verhoogen. De heer DIELEMAN vindt f 90 voor het snoeien der grasperken wel wat laag. De VOORZITTER: Misschien hebben we op het snoeien van boomen, 150, wel wat over. Het gras op de begraafplaats is wel wat lang en zal korter moeten gehouden worden, maar van den post voor het snoeien kan daarvoor ook gebruikt woraen. De heer VAN DIXHOORN vraagt, waar het maken van een balustrade aan de Zeestraat voor noodig is. f 250 is bovendien een groot bedrag voor zoo'n klein eindje Kon dat ter- rein niet beter opgehoogd worden? De VOORZITTER meent, dat dit niet kan, in verband met den uitgang die Dellaert daar heeft. De heer VAN DIXHOORN i§ overtuigd, dat, als het eens werd uitgezocht, er weinig van dat recht op dien uitgang zou overblijven. De VOORZITTER: We zouden het nog eens kunnen aanhouden voor nader onderzoek. De heer VAN DIXHOORN: Ik zou alleen de bestaande houten heining repareeren en er voorloopig anders niets aan besteden. De VOORZITTER: Er kan worden bepaald, dat het werk eerst zal worden uitgevoerd, na nadere goedkeuring door den gemeenteraad. De heer WEIJNS vraagt inlichtingen om- trent derf post van j 870 voor het maken van een beschoeiingsmuur in de Gentsche Vaart- straat. De VOORZITTER deelt mede, dat de over egn deel dier straat gemaakte houten be- schoeiing is verteerd en de bestrating daardoor ook wegvalt. Om het afdoende te verbeteren, stelt de gemeente-opzichter voor een muur te bouwen. De houten beschoeiing blijkt op 1- tot 15 jaar verteerd, maar de steenen muur staat er al dertig of veertig jaar, en voldo.t nog. Bij den post nadeelig saldo der gasfabriek over 1920, f 7640,48, merkt de VOORZITTE - op, dat die post niet geheel den werkelijken toestand weergeeft, daar in dat tekort ook be grepen zijn uitgaven die vermeerdering van materiaal feitelijk uitbreiding van het bedrijf ten gevolge hadden. De heer VAN DIXHOORN ziet daar aange- geven den post ,,inrichtingen voor het opwek- ken van electriciteit". Hij vraagt naar aanlei ding daarvan, of men in deze gemeente uit- zicht heeft op een ondergrondsch of een boven- grondsch net. De VOORZITTER: Dat zal bovengrondsch zijn. De aanvoerkabel gaat wel ondergrondsch maar de aansluitingen moeten bovengrondsch komen. Thans komt de gemeente-opzichter ter ver gadering, die op verzoek van den Voorzitter inlichtingen geeft omtrent de balustrade in de Zeestraat. De Voorzitter deelt hem mede, dat gevraagd wordt, of het niet mogelijk is dien put aan te vullen, opdat de balustrade over- bodig zou worden. De gemeente-opzichter deelt mede, dat door hem in overweging is gegeven een ijzeren balustrade te plaatsen, om daar een netteren toestand te krijgen. Het zou zeker beter zijn, indien de put kon worden aangevuld, want dan kreeg men daar een mooi stuk bouwgrond, doch daartegen zal bezwaar zijn, aangezien men daar met 3 eigenaren te maken heeft, de ge meente, de heer Van Dixhoorn en de heer Del laert, die daar een gang heeft. De heerVAN DIXHOORN herhaalt, dat hij gelooft, dat die gang ook geheel op grond der getmeente ligt en hij voor zich zal geen be zwaar maken tegen ophooging van dien grond. Het zou een goed werk zijn en dus zegt hij: ga je gang. De gemeente-opzichter verklaart, dat deze verklaring de omstandigheden geheel veran- dert en het dan aanbeveling zou verdienen al- dus te handelen. De VOORZITTER zegt hem dank voor de in lichtingen en zegt een nader onderzoek en voorstel toe. Evenwel acht hij het best, de gel den op de begrooting te houden. Aldus wordt besloten. De VOORZITTER komt thans terug op de aansluiting aan de Provinciale Centrale. Hij deelt mede, dat de directeur, de heer Streef- kerk, hier is geweest en dat deze een plan heeft overgelegd, volgens hetwelk hij voornemens was de gemeente Axel met het net te verbin den. Spreker heeft echter terstond te kennen gegeven, dat dit plan voor Axel niet bruikbaar was. Hij wilde komen met een kabel over West- dorpe, naar Drie Schouwen, en vandaar naar Koewacht en Hulst en een zijtak naar Axel. Voorts wil hij van Sluiskil naar Driewegen. Spreker heeft er op gewezen, dat de kabel toch veel beter langs de Sassing zou kunnen worden aangelegd. Daar staan een 60tal wo ningen en dan legt hij ook door een streek waar zeer veel hofsteden staan, met geringe kosten zouden ze dan meer voordeel kunnen behalen, en dan konden ze van Axel naar Drie Schou wen gaan. Wat de kabel naar Driewegen betreft, daar- bij heeft deze gemeente geen belang, of men zou van daar naar Spui en Magrette moeten willen gaan, en naar het Noorden van Axel. Spreker heeft er aan toegevoegd, dat, indien de maatschappij het niet aldus zou doen, hij weinig kans zag om van wege de gemeente subsidie voor de zaak te krijgen, te meer waar het in hun plan lag alleen de kom te bedienen, die reeds gas bezit. De meest belanghebbenden zouden dan van licht en kracht verstoken blijven. De heer VAN DIXHOORN weet wel, dat de kabels ondergrondsch komen, maar, als de ge meente stroom wenscht te leveren aan de in gezetenen, moet zij toch ook een net aanleggen en nu vraagt hij of dat net onder- en boven grondsch komt. De VOORZITTER: Dat valt nog niet te zeg- gen. Daarover is niet gesproken. Als er later iets van komen zou, zal de gemeente toch eerst met de maatschappij in nader contact moeten komen en dan zal die kwestie omtrent het net ook onder de oogen worden gezien. De heer DIELEMAN verklaart de vergade ring te moeten verlaten. De VOORZITTER wil hem dan eerst nog meedeelen, dat door den gemeente-opzichter gisteren is geconstateerd, dat het door hem besproken klinkerpad aan het viaduct door de spoorwegmaatschappij MechelenTer Neuzen is in orde gebracht. De heer VAN DIXHOORN kan hij mededee- len, dat ook de Graaf Jansdijk in orde is, de oprit is over 180 M. lengte onder een b. .oo^ gebracht. Men was reeds bezig met de stoom- wals voor de verharding. De heer DIELEMAN verlaat de vergadering. De heer WEIJNS bespreekt de geraamde kosten voor de oudercommissie, f 75. Waar voor dient dat geldt De VOORZITTER vermeent, voor bestrijding der kosten van vergaderingen, als ze b.v. eens een ouderavond uitschrijven en dat per adver- tentie bekend maken. De heer WEIJNS acht dat bijzonder koste- lijk. Hij wijst er op, dat de schoolbesturen der bijzondere scholen de oudercommissies vor- men, en dat het daar geen cent kost. Hij meent, dat de leden der oudercommissie van de openbare school er ook wat voor moeten over hebben, anders moet men het aan de commissies der bijzondere scholen ook geven. De VOORZITTER wijst er op, dat dit moei- ljjk gaan zou. Men heeft nu al moeite genoeg gehad, om een oudercommissie saam te stel len en als ze nu zelf ook nog de kosten moes- ten dragen, zou er zeker wel geen liefhebberij meer voor zijn. De eerste maal, dat er een ver gadering voor was uitgeschreven is niemand verschenen en den volgenden Zaterdag, toen sprekers collega de vergadering zou leiden wa ren er naar hij vernam 10 belangstellenden. En wat de bemerking van den heer Weijns aan- gaat, als de commissies van de bijzondere scholen hun kosten opgeven, zullen ze die ook vergoed kunnen krijgen. Er is met het oog op mogelijk te maken kosten, een post voor de oudercommissie op de begrooting gebracht, maar spreker kan niet zeggen, of er van die gelden al gebruik gemaakt is. De heer WEIJNS merkt op, dat het op die wijze de gemeente nogal wat geld zou kunnen kosten. Hij stelt daarom voor, den post met f 50 te verminderen. Er is nu gelijkstelling van het onderwijs. Als de commissie van de open- bare school 75 krijgt, moet het ook aan die der bijzondere gegeven worden, en dan wordt het nogal een aanmerkelijke uitgaaf. f 25 is toch wel voldoende voor het bestrjjden der kosten van vergaderingen. De VOORZITTER kan dit niet beoordeelen, misschien hebben ze ook wel presentiegeld. De heer WEIJNS zou dat zeer droevig vin den, ze hebben toch ook belang bjj het onder wijs hunner kinderen? De VOORZITTER is het daarmede eens; het was ook droevig, dat ze niet naar de verga dering kwamen. Het was den plicht van alle ouders geweest, daar te komen. Hij geeft in overweging, den post te laten staan. Men heeft nu nog geen ervaring op dit gebied. Misschien ontstaat er, als men de wer king van de commissie eens kan nagaan, bij de ouders meer liefde voor. Men kan een volgend jaar ook eens zien wat er gepresteerd is. De heer WEIJNS: Als we nu 75 toestaan, gaat het niet aan, om dat later te verlagen. De VOORZITTER: Dat bedrag is voor het loopende jaar toch ook reeds toegestaan. Men weet nu nog niet eens, of de gelden besteed zullen worden. De heer WEIJNS: In verband met de ge- lijkstelling zouden de bijzondere scholen ook kunnen komen en daarom zou ik er een schaaf- je door willen laten gaan. De VOORZITTER merkt op, dat, als de commissie voor het bestrijden harer uitgaven f 75 noodig heeft, ook die der bijzondere scho len, die in rekening kunnen brengen. De heer WEIJNS: Er moet liefde zijn voor het onderwijs en als men er voor moet betaald worden ,is zulks het ware niet. De heer VAN DIXHOORN meent, dat de heer Weijns wel wat erg voorbarig is, en dat het behoorlijk is, om eerst het resultaat van het eerste jaar eens af te wachten; het gaat niet aan zich in deze te laten leiden door sym- pathie of antipathie. De VOORZITTER: De heer Weijns spreekt zoo, uit zuinigheidsoogpunt, en omdat er meer- deren zouden kunnen komen. De heer VAN DIXHOORN: Men moet de billijkheid betrachten en zich overtuigen of het al of niet noodzakelijk is. Als de andere school besturen ook komen en het is nuttig en noodig dan hebben ze evenzeer recht op uitkeering De VOORZITTER: Maar dan wordt het wel f 300. De heer VAN DIXHOORN: Als het moet en het staat er voor, dan doe je er toch niets aan. De heer DE FEIJTER zou het voorstel van den heer Weijns wel kunnen steunen, maar hij acht, dat men in deze nog geen voldoende er- varig heeft. Het is lang niet zeker, dat de ge meente die f 75 kwijt zal zijn. Hij zou het eerst eens willen afzien. De VOORZITTER meent ook, dat men kan volstaan, met hieraan eens de noodige aandacht te schenken. Hij deelt mede, dat in verband met het ont- breken van de schatting der Roomsch Katho- lieke school, nog geen juiste cijfers konden worden opgegeven, met betrekking tot de ver- goeding en is er gewacht om die in de begroo ting op te nemen. Thans heeft die schatting nog niet plaats gehad en is er daarom maar ongeveer een bedrag voor gerekend. Onder de uitgaven voor het onderwijs moe ten alsnu nog worden opgenomen: voor vergoe- ding van de kosten van instandhouding der bij zondere scholen f 5617,56, voor hun vervolg- onderwijs f 300, wegens uitkeering aan de ge meenten ingevolge art. 104, eerste lid der wet,, f 646, en vergoeding voor de terreinen en ge- bouwen 3451,88. De heer KOSTER vestigt de aandacht op het voorstel der commissie van onderzoek der be grooting, om de subsidie ad 20 aan de po litieschool te Hilversum te schrappen, aange zien men hier nu zelf een politieschool heeft. Dit voorstel wordt aangenomen met alge meene stemmen. De VOORZITTER brengt in behandeling het verzoek van de vroedvrouw, om verhooging harer jaarwedde, tot f 1000. Zij krijgt thans f 750. In aanmerking nemende, dat zij geen enkele patient zonder betaling geholpen heeft achten Burgemeester en Wethouders zich niet gerechtigd voor te stellen aan haar verzoek te voldoen, te minder wanneer zij letten op de jaarwedden der geneesheeren en wat die daar voor presteeren. Zij st-llen daarom voor, op het verzoek afwijzend te beschikken. Met algemeene stemmen wordt aldus be sloten. De VOORZITTER bespreekt den post onder hoofdstuk XIII, toelage aan P. van Vessem, als gewezen ambtenaar ter secretarie. Deze ambtenaar is reeds 78 jaren oud n is meer dan tijd, dat deze zijn rust kar nieten. Een bezwaar daartegen was, het ge ringe bedrag van zijn pensioen, omdat hij op rijperen leeftijd in dienst is gekomen. Hij ge- niet thans een jaarwedde van f 1300. Zijn pensioen zou slechts f 428 bedragen, waarom Burgemeester en Wethouders voorstellen een toelage te geven van f 872, waardoor hij zijn 1300 blijft behouden. Voor de gemeente wordt het dan nog een voordeel, daar ze thans bij zijn jaarwedde nog 12 daarvan moet be- talen voor pensioenpremie, of samen f 1456, terwijl er dan maar f 872 moet worden betaald, of een voordeel van f 584. Het is wel niet geheel zuiver, maar aange zien de jaarwedde nooit zoo hoog geweest is en het pensioen laag, meenden Burgemeester en Wethouders goed te handelen met dit voor stel te doen. De heer VAN DIXHOORN had hierover eenige vragen willen stellen, maar de Voorzit ter heeft die door zijn toelichting reeds vooraf beantwoord. De VOORZITTER merkt nog op, dat dit ge val zich niet meer zal voordoen, aangezien de andere gemeenteambtetnaren op jeugdigen leeftijd in dienst getreden zijn. Voor de toe komst is het dus geen bezwaar. De post wordt wordt met algemeene stem- men goedgekeurd. De heer VAN DIXHOORN merkt op, dat er indertijd kosten zijn betaald, in verband met de waterleiding-plannen. Is door het comite daarvan al eens rekening en verantwoording gedaan? Het komt hem wel wat vreemd voor, daar hij vernomen heeft, dat alle kosten wor den gedragen door het rijk. De VOORZITTER kan hierover niets anders meedeelen, dan dat naar hij vemeemt de ge- meentelijke bijdrage is uitbetaald aan den se cretaris van het comite, den heer Mr. P. Diele man. Hij zou eens kunnen informeeren. De heer VAN DE BILT wijst op den post van f 600, uitgetrokken voor ondersteuning van werkloozen; hij vreest, dat' die som bij lange na niet voldoende zal zijn. De VOORZITTER meent, dat dit toch wel kan blijven staan. Als er tekort komt, kan er toch ook uit onvoorzien worden geput en daar op is f 2162 disponibel. De heer VAN DE BILT heeft geen voorstel, maar vestigt er alleen de .aandacht op. De VOORZITTER stelt nu aan de orde de I N K O M S T E.N. Hij deelt mede, dat als tweede post moet worden opgenomen een beschikking op een ge- deelte van het goed slot van 1920 ad f 5000. In verband met de nieuwe schoolgeldregeling en de nieuwe lager onderwijswet, dat het schoolgeld van alle scholen door de gemeente moet worden ontvangen, wordt deze post ver hoogd van f 693 tot f 4000. De hoofdelijke omslag blijft overeenkomstig de oorspronkelijke raming uitgetrokken op f 80.525. De VOORZITTER bespreekt de verhuurde noodwoningen. Het betalen der huur laat veel te wenschen over, van sommige huurders zelfs bijzonder veel. Hij kan mededeelen, dat het in het voor- nemen ligt van Burgemeester en Wethouders, om, indien de huurders niet betalen, strengere maatregelen te nemen, vooral tegen hen die in staat zijn te betalen. De heer BAERT vraagt, naar aanleiding van den post ad f 25, uitgetrokken voor markt- of staangelden, of de regeling daarvan het aan- staande jaar volgens de nieuwe verordening zal geschieden, waarop de VOORZITTER bevesti gend antwoordt. Voor zoover daaromtrent niets anders is ge- meld, zijn alle posten der begrooting goedge keurd met algemeene stemmen. De begrooting wordt eveneens met algemee ne stemmen vastgesteld, op een eindcijfer van f 182.194,69. 8. Omvraag. a- De heer WEIJNS vraagt, in verband met de inning van het schoolgeld van wege de gemeente, of dit ineens moet worden betaald hetgeen misschien voor verschillende men- schen een bezwaar zou kunnen zijn dan wel of dit in maandelijksche termijnen kan worden betaald. De VOORZITTER merkt op, dat daaromtrent nog geen regeling is getroffen, aangezien de verordening pas het volgend jaar ingaat. De ouders zullen naar hij meent een aanslagbiljet thuis krijgen, evenals voor den hoofdelijken omslag, en moeten dan bij den gemeente-ont- vanger gaan betalen, hetgeen desverkiezende ook in termijnen geschieden kan. De heer WEIJNS: Voor menschen die ver af wonen, zou het ook gemakkelijk zijn, als ze het om de 3 of 4 maanden konden betalen. De VOORZITTER ziet niet in, dat daartegen bezwaar zou zijn, als ze maar zorgen, dat op tijd betaald is. De vergadering wordt door den VOORZIT TER door het uitspreken van het dankgebed gesloten.

Krantenbank Zeeland

Ter Neuzensche Courant / Neuzensche Courant / (Algemeen) nieuws en advertentieblad voor Zeeuwsch-Vlaanderen | 1921 | | pagina 6